Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022
Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein Flevokust. De mer-rapportage en het bestemmingsplan van Flevokust zijn momenteel in de maak. Onderdeel van het bestemmingsplan is de watertoets. Het watertoetsproces loopt deels parallel aan het bestemmingsplanproces. In deze notitie zijn per te ontwikkelen fase van het bedrijventerrein de aspecten van de watertoets opgenomen. Dit document is een groeidocument voor het watertoetsproces en wordt na elk overleg aangepast en aangevuld. Het eerste watertoetsoverleg is gevoerd op 14 mei 2013 en de in het overleg gemaakte afspraken zijn verwerkt in deze notitie.
2 Betrokken partijen en beleid Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein. Relevante uitgangspunten en vigerend beleid van de gemeente Lelystad en het Havenbedrijf Amsterdam zijn onderstaand benoemd: Waterplan Lelystad, 22 april 2002 (niet van toepassing betreffende keuze rioolstelsel) Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 De bij de Flevokust betrokken waterbeheerders zijn Rijkswaterstaat en Waterschap Zuiderzeeland. Hun waterbeleid is weergegeven in onderstaande documenten. Rijkswaterstaat heeft haar beleid ten aanzien van water vast gelegd in onder andere: Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren 2010-2015 Nationaal waterplan 2010-2015, 22 december 2009 Nationaal bestuursakkoord water, 2 juli 2003
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
1\7
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Waterschap Zuiderzeeland heeft haar beleid vastgelegd in de volgende documenten:
Waterbeheerplan 2010-2015, april 2010
Waterkader, hoe kom ik tot een wateradvies, maart 2009 (Het waterkader wordt geactualiseerd. Vaststelling door het bestuur vermoedelijk eind juni 2013)
KaderRichtlijn Water
Overig nationaal beleid en ontwikkelingen: Anders omgaan met water, waterbeleid voor de 21e eeuw, december 2000 Routekaart afvalwater 2030
3 Plangebied en fasering Bedrijventerrein Flevokust wordt in twee fasen gerealiseerd. De uitvoering van fase 1 start in 2014 en is met een insteekhaven en het verleggen van de primaire waterkering volledig buitendijks gericht. De aanleg van fase 2 start later en zal de eerste 10 jaar binnendijks gericht zijn. Voor fase 2 wordt de primaire waterkering dan ook niet verlegd zoals voor fase 1. Na de periode van 10 jaar is het mogelijk dat voor fase 2 de waterkering wel wordt verlegd en fase 2 ook buitendijks gericht wordt. In bijlage 1 is de fasering weergegeven.
3.1
Fase 1: buitendijks
Fase 1 is buitendijksgericht. Rond fase 1 wordt een waterkering gelegd en er wordt een insteekhaven gerealiseerd. Het maaiveld van fase1 wordt opgehoogd tot een hoogte van +2,25 m NAP. Op het bedrijventerrein kunnen zich één of meerdere bedrijven van milieucategorie 3 tot en met 5 vestigen. Op figuur 3.1 is een principeschets van de doorsnede over het bedrijventerrein weergegeven.
2\7
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Bestaande dijk
Flevokust, fase 1
NAP +4,25
IJsselmeer Binnendijks
mv NAP +2,25 m Nieuwe dijk
waterpeil NAP -0,20/-0,40 m
Haven NAP -4,7 m Damwand
Figuur 3.1 Principeschets doorsnede fase 1
Dat deze fase buitendijks gericht is, betekent dat ten aanzien van de waterkwaliteit en waterkwantiteit Rijkswaterstaat bevoegd gezag is. Zij beoordeelt onder andere aspecten met betrekking tot de waterberging en de vuilemissie uit het rioolstelsel van het buitendijkse deel van het bedrijventerrein. Het waterschap Zuiderzeeland is voor fase 1 bevoegd gezag ten aanzien van de waterkwaliteit omdat het afvalwater en eventueel afstromend regenwater afgevoerd worden naar een rwzi binnendijks. Dit kan de bestaande rwzi aan de zuiveringsweg in Lelystad zijn of een lokaal te bouwen rwzi nabij of binnen Flevokust waarvan het effluent binnendijks geloosd wordt.
3.2
Fase 2: binnendijks
Fase 2 van het bedrijventerrein is de eerste tien jaar binnendijks gericht. Daarna bestaat de mogelijkheid de waterkering te verleggen en een insteekhaven vanuit het IJsselmeer te maken waardoor ook fase 2 buitendijks gericht wordt. Binnen fase 2 kunnen zich bedrijven vestigen van categorie 3 tot en met 5. Het maaiveld van fase 2 wordt net als dat van fase 1 opgehoogd tot het niveau van +2,25 m NAP. Op figuur 3.1 is een principeschets van de doorsnede over het bedrijventerrein weergegeven.
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
3\7
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Flevokust, fase 2 Bestaande dijk
Nieuwe dijk
IJsselmeer mv NAP +2,25 m
Binnendijks
waterpeil NAP -0,20/-0,40 m
Haven NAP -4,7 m Damwand bedrijventerrein to circa 2024 optie na circa 2024 (fase 2 komt buitendijks te liggen)
Figuur 3.2 Principeschets doorsnede fase 2
4 Watertoetsaspecten In het bestemmingsplan moet aangegeven worden hoe omgegaan wordt met de diverse wateraspecten zoals de afvoer van afstromend regenwater, waterberging, oppervlaktewaterkwaliteit en beheer en onderhoud. Ten aanzien van water zijn de bevoegde gezagen waterschap Zuiderzeeland en Rijkswaterstaat. In onderstaande tabel is aangegeven wie per fase waarvoor bevoegd gezag is.
Tabel 1 Waterbeheerders verschillende fasen
Fase 1
Fase 2 (binnendijks)
Fase 2 (buitendijks)
Oppervlaktewaterkwaliteit
Rijkswaterstaat
Waterschap
Rijkswaterstaat
Oppervlaktewaterkwantiteit
Rijkswaterstaat
Waterschap
Rijkswaterstaat
Zuivering afvalwater indien
Waterschap
Waterschap
Waterschap
Onbekend
Onbekend
Onbekend
deze naar de bestaande rwzi wordt afgevoerd Zuivering afvalwater indien deze naar een te bouwen lokale rwzi wordt afgevoerd
4\7
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Bij het watertoetsproces wordt even ver vooruit gekeken als het bestemmingsplan, dus tot 2024. Maar bij het bepalen van de maatregelen moet indien mogelijk wel rekening gehouden worden met de ontwikkelingen na 2024. De tijdens het watertoetsproces besproken en te bespreken onderwerpen zijn hieronder weergegeven. Als blijkt dat wateraspecten ontbreken, dan worden ze gaande het proces toegevoegd. Riolering In alle fasen wordt op dezelfde wijze omgegaan met de verschillende soorten afval- en regenwater. In bijlage 5; samenvatting uitgangspuntenn watertoetsaspecten, is aangegeven hoe met welk soort water wordt omgegaan Al het regenwater wordt ondergronds aan- en afgevoerd Omdat het een bestemmingsplan op hoofdlijnen is worden niet de locatie van de waterberging en de zuiverende voorzieningen van het regenwater (bodempassage) aangegeven maar wordt alleen het benodigde oppervlak (ha) genoemd De belangrijkste uitgangspunten voor het ontwerp (berging en afvoercapaciteit bodem) van de bodempassage zullen in het overleg op 30 mei 2013 worden besproken. Om een indruk te krijgen van het effect van de berging in een bodempassage is in bijlage 3 de volumemissie weergegeven van bodempassages met verschillende bergende inhoud. Over de toegestane emissie en daarmee de minimaal benodigde bergende inhoud van de bodempassages moet nog een beslissing worden genomen Met betrekking tot zwemwaterlocaties aan het IJsselmeer worden geen bijzondere eisen gesteld aan de ontwikkeling van Flevokust. Specifieke maatregelen in het kader van de zwemwaterlocaties zijn dus niet nodig Op basis van 110 ha oppervlak bedrijventerrein (fase 1 en 2) wordt de hoeveelheid dwa geschat op 55 m3/uur De bedrijven mogen niet meer dwa lozen dan 0,5 m3/uur/ha. Dit moet vastgelegd worden in een overeenkomst tussen de gemeente en de kopers
Rwzi Of het afvalwater afgevoerd wordt naar de bestaande rwzi in Lelystad of naar een nieuw te bouwen rwzi nabij Flevokust wordt onderzocht. In eerste instantie wordt gekeken naar mogelijkheden om het afvalwater van Flevokust via bestaande systemen af te voeren naar de bestaande rwzi. Onderzocht wordt hoeveel ruimte met betrekking tot de hydraulische afvoercapaciteit de bestaande persleiding heeft. Er is reeds onderzoek gedaan naar een nieuwe persleiding. Onderzocht wordt of hierin rekening is gehouden met de afvoer van verontreinigd regenwater naar de rwzi. En zo ja met hoeveel?
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
5\7
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Waterberging In fase 1 wordt de toename van het verhard afvoerend gecompenseerd door het gecreëerde oppervlaktewater door de aanleg van de insteekhaven. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat zij soepel omgaat met de compensatie van de waterberging als gevolg van de toename van het verhard afvoerend oppervlak. Rijkswaterstaat geeft aan dat met de aanleg van de insteekhaven voldaan wordt aan de eisen met betrekking tot de waterberging. Binnen fase 2 dient minimaal 45.520 m3 waterberging gecreëerd te worden. Bestaande uit: 43.500 m3 als gevolg van toename van het verhard afvoerend oppervlak 2.020 m-33 ter compensatie waterberging 3D matels (bestemmingsplan Bedrijfslocatie Karperweg 8). Uitgaande van een maximale waterdiepte in de bodempassage van 1,0 m bedraagt het ruimtebeslag 4,5 ha. In bijlage 4 zijn de uitgangspunten en resultaten van de berekening van de waterberging weergegeven. Drooglegging en ontwateringsdiepte Fase 1 Rijkswaterstaat stelt geen eisen aan drooglegging en ontwateringsdiepte. De gemeente Lelystad stelt de onderstaande eisen aan de ontwateringsdiepte (bron waterplan Lelystad, 2002). Bebouwing zonder kruipruimte: >0,5 m -mv Bebouwing met kruipruimte: >0,7 m -mv Wegen en groen: >0,7 m -mv Binnen fase 2 worden ten aanzien van drooglegging en ontwateringsdiepte de uitgangspunten van waterschap Zuiderzeeland aangehouden. Dit houdt in: Drooglegging secundaire wegen: 1,0 m –mv Drooglegging nieuw stedelijk gebied: is afhankelijk van bouwwijze, drainage en riolering Ontwateringsdiepte secundaire wegen: 0,80 m -mv Ontwateringsdiepte bebouwing: 0,50 m -mv
6\7
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
Concept
Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V02
Waterhuishouding
Locatie en inrichting compensatie krw-watergangen ten behoeve van fase 1 De te dempen krw-watergangen worden gecompenseerd op de in bijlage 2 aangegeven locaties De oevers moeten ingericht worden conform de eisen van waterschap Zuiderzeeland. Het principeprofiel wordt geleverd door waterschap Zuiderzeeland. Locatie en inrichting compensatie krw-watergangen ten behoeve van fase 2 [Nog te bespreken] Locatie en inrichting kwelsloten Langs de nieuwe waterkeringen wordt een kwelsloot aangelegd die gescheiden is van overige watergangen Garanderen afvoer uit het gebied Het huidige afvoertracé van overtollig water uit het gebied wijzigt niet. Ook zijn geen nieuwe kunstwerken nodig om de afvoer te handhaven
Overige aspecten Calamiteiten; bij de keuze van het type rioolstelsel is rekening gehouden met calamiteiten. Verder zijn geen maatregelen of andere aspecten met betrekking tot calamiteiten in het overleg op 14 mei 2013 besproken Beheer en onderhoud Wie het beheer en onderhoud van de wegen, riolering e.d. uitvoert is nog niet bekend. Dit wordt bepaald in overleg tussen de gemeente en de ontwikkelaar Waterveiligheid; Is al uitgebreid besproken en wordt niet in deze notitie opgenomen Blusvoorzieningen In fase 1 functioneert het ‘schone’ rwa-riool ook als blusriool. Bij het ontwerp van het rwariool wordt rekening gehouden met de eisen van de brandweer In fase 2 kan het rwa-riool niet dienen als blusriool omdat de afstand tussen maaiveld en waterpeil (8,45 m) in het blusriool groter is dan 6 m. Voor fase 2 moet uitgegaan worden van een ander systeem voor de aanvoer van bluswater In bijlage 5 zijn de uitgangspunten van de wateraspecten samengevat.
Flevokust: uitgangspunten waterhuishouding en riolering - versie 2 - Concept
7\7
Bijlage 1 Fasering
Bijlage 2 Schematische weergave waterstructuur geprojecteerde situatie
KRW‐watergang te handhaven KRW‐watergang nieuw Kwelsloot nieuw KRW‐watergang vervallen Nieuwe diik
geprojecteerde insteekhaven
Dam
Noordertoc Houtrib bos
Bijlage 3 Indicatie effect berging bodempassage op de emissie
Globale berekening benodigde waterberging In deze berekening is fase 1 als voorbeeld genomen. Op basis van de verhouding van het bruto oppervlak van fase 1 en fase 2 kan emissie van fase 2 globaal bepaald worden. Uitgangspunten Bruto oppervlak bedrijventerrein: 39 ha Het afvoerend oppervlak op basis van het bruto oppervlak: Terreinoppervlak 35 % (13,7 ha) Wegen 10 % (3,9 ha) Dakoppervlak 35 % Onverhard oppervlak (groen/water) 20 % De dakoppervlakken lozen rechtstreeks op oppervlaktewater De weg- en terreinoppervlakken wateren af op de bodempassage Maximale waterdiepte in de bodempassage: 0,4 m Filltratiecapaciteit bodempassage: 0,3 m/dag Op basis van onderstaande uitgangspunten is voor bodempassages met verschillende grootte van de berging de volume-emissie bepaald. De resultaten van de berekeningen zijn weergegeven in onderstaande tabel. De berekende emissie geeft een indicatie van de omvang van de emissie. Tabel A Emissie bodempassages met verschillende grootte berging
Variant
Berging (mm)
Berging 3
(m )
Oppervlak voorziening
1
Afvoer-
Overstort-
Overstort-
capaciteit
volume
frequentie
3
3
(ha)
(m /dag)
(m /jr)
(x/jr)
704
n.v.t.
528
22.781
23
Referentie (VGS)
4
4 mm berging
4
704
1.760
528
23.934
24
7 mm berging
7
1.232
3.080
924
9.983
10
10 mm berging
10
1.760
4.400
1.320
4.816
5
15 mm berging
15
2.640
6.600
1.980
1.667
2
30 mm berging
30
5.280
13.200
3.960
394
<1
Binnen Flevokust wordt een rwa-riool aangelegd dat leeggepompt wordt in de bodempassage. De berging in het rwa-riool is niet meegenomen in deze berekening.
1
Oppervlak voorziening is exclusief de taluds boven de waterlijn, ‘bermen’ en eventuele onderhoudsstroken
Bijlage 4 Berekening minimaal benodigde waterberging
Globale berekening benodigde waterberging fase 2 Uitgangspunten Bruto oppervlak bedrijventerrein: 72 ha
Het afvoerend oppervlak op basis van het bruto oppervlak: Terreinoppervlak 23 % (30 % van het uitgeefbaar oppervlak) Wegen 10 % Dakoppervlak 47 % (60 % van het uitgeefbaar oppervlak) Onverhard oppervlak (groen/water) 20 % Minimaal oppervlak oppervlaktewater bedraagt 5% ten opzichte van het verharde oppervlak
Benodigde berging De benodigde oppervlak oppervlaktewater dat ter compensatie van de toename van het verhard oppervlak aangelegd moet worden bedraagt 2,9 ha op de waterlijn. Op basis van 1,5 m drooglegging tussen maaiveld en oppervlaktewater (huidige situatie) komt dit overeen met 43.500 m3. Voor 3D-metals moet 2.020 m3 waterberging gecompenseerd worden in fase 2. De totale hoeveelheid aan teleggen waterberging bedraagt 45.520 m3. Als de waterberging volledig gecreëerd wordt in watergangen bedraagt het aan te leggen wateroppervlak op streefpeil 3,0 ha. Als de waterberging gecreëerd wordt in wadi’s c.q. bodempassages bedraagt het ruimtebeslag ruim 4,5 ha. Hierbij is uitgegaan van 1,0 m bergende waterdiepte in de bodempassages. In welke vorm of welke combinatie van berging in oppervlaktewater en bodempassages de berging gerealiseerd wordt is nog niet bekend.
Bijlage 5 Samenvatting resultaten watertoets
Tabel 1 Wateraspect
Fase 1
Fase 2
Rechtstreeks op oppervlaktewater
Rechtstreeks op oppervlaktewater
Riolering
Schoon regenwater
Matig verontreinigd regenwater Via bodempassage op
Via bodempassage op
oppervlaktewater.
oppervlaktewater. Omvang wordt
Omvang wordt bepaald o.b.v.
bepaald op basis van kentallen
kentallen.
Ernstig verontreinigd
dwa-riool
dwa-riool
regenwater
maximum debiet:nader te bepalen
maximum debiet:nader te bepalen
Droogweerafvoer
Op dwa-riool
Op dwa-riool 3
3
maximum debiet: 0,5 m /uur/ha
maximum debiet: 0,5 m /uur/ha
Afvoer huishoudelijk en
Rwzi Lelystad of nieuwe lokale rwzi.
Rwzi Lelystad of nieuwe lokale rwzi.
bedrijfsafvalwater
Keuze moet nog gemaakt worden.
Keuze moet nog gemaakt worden.
Afvoer ernstig verontreinigd
Rwzi Lelystad of nieuwe lokale rwzi
Rwzi Lelystad of nieuwe lokale rwzi
regenwater Ontwateringsdiepte
2
Bebouwing zonder kruipruimte >0,5 m -mv
>0,5 m -mv
Bebouwing met kruipruimte
>0,7 m -mv
>0,7 m -mv
Wegen en groen
>0,7 m -mv
>0,7 m -mv
Secundaire wegen:
>0,80 m -mv
>0,80 m -mv
Compensatie waterberging is niet
Te realiseren waterberging:
nodig.
45.500 m te maken in wadi’s en/of
Waterberging
3
oppervlaktewater Dit is inclusief de compensatie voor 3D-Metal. Waterhuishouding
Compensatie krw-watergang
Zie bijlage 2
…
Kwelsloot langs nieuwe
Langs de nieuwe waterkeringen, los
Langs de nieuwe waterkeringen, los
waterkering
gelegen van andere watergangen (zie gelegen van andere watergangen bijlage 2)
2
De strengste eis van waterschap, rijkswaterstaat en gemeente is aangehouden.
Vervolg tabel 1
Wateraspect
Fase 1
Fase 2
Wie wat beheerd wordt bepaald in
Wie wat beheerd wordt bepaald in
overleg tussen gemeente en de
overleg tussen gemeente en de
Beheer en onderhoud
Wegen en riolering
Watergangen
ontwikkelaar
ontwikkelaar
…
…