GEMEENTE BONHEIDEN: BOUW ADMINISTRATIEF CENTRUM, WIJKBUREAU PZ BODUKAP EN PLAATSELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK Tijdelijke vereniging VAN BROECK & MEUWISSEN / ir. architecten technieken
-
STABO / stabiliteit en
CONCEPTNOTA 1 ARCHITECTURALE EN STEDENBOUWKUNDIGE UITGANGSPUNTEN 1.1 ALGEMEEN -
-
-
-
-
Het bestaande cultureel centrum is een complex en gearticuleerd volume met een gesloten huid. Daartegenover worden nu twee eenvoudige volumes geplaatst, met een gearticuleerde huid en een open gevel. Rekening houdend met de reeds aanwezige gebouwde diversiteit op en rond de site, wordt gekozen voor een bibliotheek en een administratief centrum (AC) met dezelfde typologie en verschijningsvorm. Dit verhoogt daarenboven hun flexibiliteit en uitwisselbaarheid qua beeldvorming en qua functies. Hoewel de gebouwen horizontaal gelaagd zijn, ligt in de ruimtelijke beleving sterk de nadruk op de verticale relaties. Vooral aan de inkomzones en in het atrium van het AC is dit het geval. Bij de inkom van de bibliotheek zijn alle vloerniveau‟s onmiddellijk zichtbaar. In het AC zijn alle niveau‟s en loketfuncties zichtbaar van in het atrium. Bij gebouwen genieten dus van een zeer grote leesbaarheid. Er wordt resoluut gekozen om geen ondergrondse parking te realiseren. Rekening houdend met de hoge grondwaterstand en de beperkte budgetten leek dit hier niet realistisch. De open parking onder het AC wordt slechts half ingegraven. Er wordt volop gebruik gemaakt van de bestaande natuurlijke helling van het terrein. Aan de kant van het centrale plein (genivelleerd op het buitenbordes van het CC) liggen de auto‟s op –170 cm zodat men er gemakkelijk over heen kan kijken. Aan de kant van de dienstweg ligt de parking slechts op –80 cm onder het maaiveld! Wie langs deze dienstweg het terrein oprijdt kan doorheen deze parking, onder het AC door, het centrale plein en het cultureel centrum waarnemen. De bibliotheek wordt deels half verzonken gerealiseerd. Enkel de dienstruimtes onder de doorgang naar het centrale plein zijn een volledige verdieping verzonken. Hierdoor wordt het mogelijk om het aanvankelijke grote bibliotheekprogramma van 1400 m2 gemakkelijk binnen het BPA te realiseren!
1.2 BEELDVORMING, RELATIE OVERHEID - BURGER -
-
-
Het gewenste open beleid, en de communicatiebereidheid met de burger, worden op diverse schaalniveaus in het gebouw gerealiseerd. o Het AC is naar buiten toe een open gebouw met een gedoseerde transparantie. o Het inwendig atrium zorgt niet alleen voor een intense communicatie met de bezoekers, maar ook tussen de ambtenaren onderling. o De afwezigheid van gangen zorgt binnen voor een grote transparantie. o Ook de bibliotheek heeft baat bij een goede transparantie en leesbaarheid van het gebouw. Door de grote openheid is er een goede en permanente sociale controle op de openbare ruimte. Vooral nabij de sociale woonwijk, en met betrekking tot het veiligheidsgevoel ‟s avonds is dit belangrijk. De doelstellingen van de projectdefinitie worden gerealiseerd: “het gebouw is opvallend, spreekt aan, is noch trendy noch monumentaal, straalt rust en evenwicht uit… het gebouw is uitnodigend, toegankelijk en duidelijk leesbaar”.
1.3 DE GEVEL ALS COMMUNICERENDE HUID
-
-
-
-
De gevel is opgebouwd uit twee lagen: een buitenhuid uit luiken in strekmetaal en een tweede huid in houten buitenschrijnwerk met verbeterde dubbele beglazing (K-waarde = 1.1 W/m²°K). Daartussen bevind zich een circulatiestrook uit looproosters: deze strook dient als vluchtweg, onderhoudsgang, terrasstrook, enz. De semi-transparante metalen luiken vormen een element dat de flexibiliteit van het gebouw verhoogt. Het is een neutrale gevel met een variabele achterliggende invulling: al het achterliggende kan zowel wijzigen in de ontwerpfase als tijdens later gebruik, zonder het uitzicht van het gebouw drastisch te veranderen. Het raster wordt hier gebruikt in een maaswijdte en perforatiepercentage aangepast aan de oriëntatie, de bezonning en de functie. Het is een multifunctionele huid en filter: degelijke en sterke zonnewering (scheurt niet, onderhoudsvrij, enz.), vluchtweg, regelbaar privacyscherm dat inkijk of uitkijk doseert, onderhoud en valbeveiliging voor de glazenwassers langs de gevels, enz. Een aantal luiken kunnen door de individuele gebruikers gepivoteerd worden, op die manier kunnen de ze zich het gebouw toe-eigenen en kunnen ze actief ingrijpen in hun werkomgeving. Daarom ook wordt er bewust gekozen voor een manuele bediening (is daarenboven technisch minder fragiel en is meer economisch). De draairichting van de luiken verschilt van gevel tot gevel, ze is steeds gekozen in de richting van de zon, zodat men tegelijk kan genieten van een maximaal uitzicht op het terrein èn van goede zonwering. Het raster geeft het gebouw een totaal andere verschijningsvorm bij dag en bij nacht. Overdag is het een semi-transparante huid waar de achterliggende elementen doorschemeren. Vanaf zonsondergang is de huid quasi onzichtbaar en wordt het verlichte binnenste van het gebouw beter zichtbaar.
1.4 FLEXIBILITEIT EN EFFICIËNTIE Het ontwerp realiseert een zeer grote flexibiliteit. - De structuur vormt een open plan, met paddestoelvloeren zonder verdikking rond de kolommen en zonder balken. Dit laat een zeer vrije opstelling toe van binnenwanden. - De in het programma gestelde eis naar 20% uitbreidbaarheid wordt binnen het project opgelost : de verschillende buitenterrassen langsheen de perimeter van sommige verdiepingen kunnen op soepele wijze vergroot of verkleind worden. Ze vormen een beschikbare voorraad aan ruimte voor eventuele uitbreidingen. Zelfs tot in de ruwbouwfase kan de vorm van de beglaasde huid bepaald en gewijzigd worden. Terrassen zijn meestal op de hoeken gelegen, zodat de glazen schrijnwerkgevel volledig kan gerecupereerd worden bij het inpalmen van het terras. Anderzijds zorgen deze terrassen voor een boeiende ruimtebeleving voor de verschillende gebruikers van het gebouw. Conciërgewoning en refters genieten steeds van een vaste terrasfunctie. - Alle technieken zitten in een permanent toegankelijke verhoogde vloer. Aanpassingen en functiewijzigingen kunnen zonder enig breekwerk. - Hierdoor kunnen zelfs de natte cellen verplaatst worden! Daarvoor wordt de verhoogde vloer plaatselijk enkele cm verlaagd, wordt een dubbele laag gipsvezelplaten aangebracht waarop waterdichte vloertegels kunnen aangebracht worden. - De architectuur is volledig modulair opgebouwd op een raster van 120 cm: schrijnwerk 120 cm, wanden een veelvoud van 120cm, diepte kantoor 360 of 480, vloertegels 60x60, … Dit leidt tot een intens gebruik van gestandaardiseerde elementen. - De structuur van het AC is qua draagvermogen zodanig ontworpen dat er een bijkomende bouwlaag op kan (dit kan binnen de toegelaten hoogte van het BPA). Een belangrijke budgettaire besparing kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de bibliotheek voorlopig te bouwen boven op het AC (zie verder). Efficiënte ontsluiting en verkeersafwikkeling: leveringen vooraan; parking voor interventievoertuig politie aan de voorzijde in de parkeergarage; fietsenstallingen onder uitkraging bibliotheek en onder toegangsbordes AC zijn door hun locatie vanzelf overdekt; enz.
2 DUURZAAMHEID EN ECOLOGIE -
Duurzaamheid betekent eerst en vooral dat de basisstructuur aanpasbaarheid is in de tijd en veel verschillende functie en gebruiken kan huisvesten. Daarom is de hoger vermelde flexibiliteit uiterst
-
-
-
-
belangrijk. De inrichting en afwerking van de gebouwen is op middellange termijn vervangbaar. De basisstructuur is ontworpen om zeer lang mee te gaan. Duidelijke optimalisering van de energiebehoeften. Maximale natuurlijke verlichting, zowel via de gevels als zenithaal. Degelijke afwerking, maar mode-ongevoelig. Onderhoudsvriendelijk concept. Het volledige gebouw is zeer gemakkelijk toegankelijk en bereikbaar, zelfs de gevels. Houten buitenschrijnwerk behandeld met olie, met onderhoudsvrije periodes van 10 jaar. Alle binnen- en buitenschrijnwerk met hout afkomstig van duurzaam bosbeheer. Hiervoor wordt een beroep gedaan op een FSC certificaat (WWF Forest Stewardship Council) of gelijkwaardig. Materiaalgebruik met hoge NIBE classificatie: bodemafsluiters in polyethyleenfolie (klasse 1A), hout (klasse 1A), houtbehandeling buiten op oliebasis (klasse 1A), pvc waterleidingen (klasse 1A), riolering uit deels gerecycleerd pvc (klasse 2B), betonvloeren in situ gestort (klasse 1B), systeemwanden in gelamineerde spaanplaat (klasse 2A), enz… Hoewel gegalvaniseerd staal slechts een gemiddelde klasse haalt (3A), zorgen de sterkte en de recycleerbaarheid van dit materiaal toch voor een hoge flexibiliteit en duurzaamheid op lange termijn. De volledige NIBE classificatietabellen zijn opgenomen in bijlage. Minieme productie van afval tijdens de bouwfase. Regenwaterrecuperatie is aangewezen, maar drainage van piekdebieten op eigen terrein is niet evident gezien de hoge grondwaterstand. Daarom wordt het regenwater eerst gebufferd in groendaken. Vervolgens wordt het opgeslagen in tanks in de kruipruimte en gebruikt voor koeling en voor sanitair spoelwater. Enkel de overloop gaat naar de riolering. Verharding van het centrale plein met open voegen (hier kan wel drainage op eigen terrein). Gebruik van zonnecollectoren en fotovoltaïsche cellen (zie verder).
3 CONCEPT TECHNISCHE INSTALLATIES Deze nota heeft niet de bedoeling een volledige beschrijving te geven van alle technische installaties, doch wel een aantal belangrijke onderwerpen te behandelen welke enerzijds fundamenteel zijn voor het concept of anderzijds expliciet gevraagd worden in het wedstrijdreglement.
3.1 VERWARMINGS- EN VERLUCHTINGSSYSTEEM CENTRUM EN BIBLIOTHEEK -
-
-
IN
ADMINISTRATIEF
De warmteopwekking gebeurt centraal in een gasgestookte dakstookplaats uitgerust met respectievelijk 2 condenserende (administratief centrum) en 1 condenserende ketel (bibliotheek). Voor het administratief centrum worden bijkomend thermische zonnecollectoren opgesteld, geïntegreerd in het Sheddak. De energie hiervan wordt gestockeerd in een buffervat. De basisverwarming van de ruimte zal gebeuren door actief gebruik te maken van het plenum van de verhoogde vloer en wel op volgende wijze: een luchtgroep (in de technische ruimte op het dak) bereidt warme lucht welke via een centrale koker verdeeld wordt naar de verschillende verdiepingen. Op elke verdieping wordt een deel van deze warme lucht in het plenum van de verhoogde vloer geblazen. Op regelmatige plaatsen is in een valse vloertegel een vloerwervelrooster ingewerkt waarlangs de warme lucht in de lokalen stroomt. De luchtterugname gebeurt in de ruimte zelf ter hoogte van de schachten. De energie voor deze warme lucht zal in eerste instantie afkomstig zijn van de thermische zonnecollectoren. Bij uitputting springen uiteraard de CV-ketels bij. Aanvullend aan dit systeem voor basisverwarming, wordt er een leidingnet in de verhoogde vloer aangelegd (aanvoer 70°C, terugvoer 50°C) welke de perimeter volgt van het gebouw. Op regelmatige afstand, volgens de module van het gebouw, worden aansluitmogelijkheden voor radiatoren voorzien op dit leidingnet. Op de noodzakelijke plaatsen wordt dan de basisverwarming aangevuld door radiatoren hierop aan te sluiten. Tegelijk wordt met de luchtgroep eveneens de luchtverversing geregeld. Tussen afblaas afgewerkte lucht en aanzuig verse lucht wordt een hoog-rendements recuperatiesysteem geplaatst met een efficiëntie van ± 90 %.
De voordelen van dit concept zijn velerlei: - Eenvoudige basisverwarmingsinstallatie die ook tegelijk de verluchting verzorgt en de relatieve vochtigheid (zowel belangrijk voor administratief centrum als bibliotheek). - Geen horizontale luchtkanalen: hiervoor worden bouwkundige elementen gebruikt die reeds aanwezig zijn, nl. plenum valse vloer. - Zeer flexibel systeem van luchtverdeling: wanneer een vloerrooster, omwille van een nieuwe indeling, dient verplaatst, dient gewoon de vloertegel met rooster verwisseld met een volle tegel. - Het luchtsysteem laat ook toe aan free-cooling te doen in de zomer. Door het systeem van inblaas is er een intens contact tussen de toevoerlucht en de betonnen bouwkundige draagvloeren, waardoor het effect van free-cooling efficiënter wordt. Aldus kunnen deze draagvloeren in de zomer ‟s nachts m.b.v. frisse buitenlucht “met koude opgeladen worden” en overdag voor een aangenamer comfort zorgen. Zij werken op dat ogenblik als koudestraler en fungeren als een “gratis koelplafond”. - Om anderzijds te vermijden dat in de zomer door het verluchten, de warme buitenlucht het gebouw opwarmt, zal in de luchtgroep een koelbatterij geplaatst worden die doorstroomd wordt door fris regenwater uit de bufferkelder. Dit doet de aangezogen buitenlucht afkoelen tot ruimtetemperatuur. Omgekeerd kan dan, bij minder warme dagen, het water op analoge wijze afgekoeld worden, terwijl de buitenlucht gratis wat voorverwarmd wordt. Samengevat is dit systeem een eenvoudiger, en ook veel goedkoper, alternatief op het principe van energiestockage in grondwatervoerende lagen.
3.2 VERLICHTING IN ADMINSTRATIEF CENTRUM Om redenen van flexibiliteit worden uiteraard de verlichtingstoestellen hier modulair ingeplant zó dat steeds minstens een gemiddelde verlichtingssterkte bekomen wordt op het werkvlak van 500 lux. Dit wil zeggen dat er overal evenveel toestellen hangen per m². De densiteit van die toestellen wordt in feite berekend voor het meest nadelige geval, t.t.z. een individueel kantoor. Dit heeft echter tot gevolg dat in grotere kantoren eerder 700 lux als resultaat zal kunnen opgemeten worden. Anderzijds zal de daglichtinval sterk verschillen van module tot module in functie van de stand van de buitenzonwering in strekmetaal. Daarom stellen wij voor elk lichttoestel uit te rusten met een lichtsensor en dimbare ballast zodat elk toestel op zich zorgt dat op het werkvlak eronder de vereiste verlichtingssterkte wordt gehaald, maar ook niet méér. Bijkomend voordeel boven op de energiebesparing is dat elk personeelslid de verlichtingssterkte op zijn werkvlak kan instellen (door eenvoudig draaien aan de lichtsensor) in functie van zijn ergonomische behoefte. De vereiste verlichtingssterkte neemt immers toe met de leeftijd en de aard van de visuele taak.
3.3 INBRAAKBEVEILIGING / TIJDSREGISTRATIE Er zal een geïntegreerd systeem toegepast worden voor inbraakbeveiliging (bewegingsdetectie, gecombineerd met camera‟s), toegangscontrole en tijdsregistratie. Het beheer hiervan kan, indien gewenst, gebeuren vanaf een werkpost op afstand (= vanuit een ander gebouw).
3.4 BRANDDETECTIE Het branddetectie-, melding en waarschuwingssysteem is gebaseerd op de modernste technologie met interactieve detectoren en dit om zeer snelle en betrouwbare (risico voor valse alarmen is nihil) detectie te bekomen.
3.5 HERGEBRUIK REGENWATER Alle regenwater dat op het gebouw valt, zal geleid worden naar de respectievelijke betonnen buffertanks. Naast het gebruiken van de calorische waarde (zie punt 1) wordt dit water uiteraard ook aangewend om de toiletten, urinoirs en eventueel enkele andere dubbeldienst-kranen te bedienen. Aanvullend aan het milieutechnische aspect biedt het gebruik van regenwater ook een groot voordeel qua onderhoud: regenwater is per definitie zacht en vermijdt daardoor vorming van aanslag op het sanitair porselein. Op de regenwaterbuffertanks kan ook een aansluitmond voor de brandweer voorzien worden.
3.6 TOEPASSINGEN VAN ZONNE-ENERGIE In het sheddakgedeelte van het administratief centrum zullen zowel fotovoltaïsche zonnepanelen verwerkt worden als thermische zonnecollectoren. De fotovoltaïsche panelen worden aangesloten aan
het hoofdbord en zullen dus i.f.v. de bezonning een deel van het elektrisch verbruik van het gebouw dekken (vermogen 6kVA, investering subsidieerbaar). De thermische zonnecollectoren worden gekoppeld aan een zonneboiler waarin de zonne-energie gestockeerd wordt. Vanuit deze boiler wordt warmte onttrokken enerzijds voor verwarming van de lucht in de luchtgroep en anderzijds voor het sanitair warm water.
3.7 DIVERSE MAATREGELEN VAN REG In bovenstaande zijn reeds diverse maatregelen van REG (Rationeel Energie Gebruik) verwerkt zoals: - toepassing condenserende gasketels; - selectie verwarmingslichamen conform een regime van 70 - 50°C; - energie recuperatie met hoge efficiëntie tussen verse lucht en afgeblazen lucht; - gebruik van de regenwatermassa als thermische buffer; - free-cooling; - verlichtingstoestellen met individuele daglicht afhankelijke sturing d.m.v. elektronische dimbare ballasten; - integreren van fotovoltaïsche zonnepanelen; - integeren van thermische zonnecollectoren voor ruimteverwarming en sanitair warm water. Daarnaast zullen in het ontwerp nog andere, minder opvallende, energiebewuste technieken gebruikt worden: - toerentalsturing van de motoren van de luchtgroepen d.m.v. frequentieomvorming i.f.v. de belastingsvraag; - idem voor de pompen in de verwarmings- verluchtingsinstallatie; - isolatie van de leidingen; - optimale regeling van de verwarmings- verluchtingsinstallatie; - geen overdreven maximum temperaturen in de lokalen; - juiste dimensionering van de verwarmingslichamen; - beperking waterverbruik door spaarkoppen op douches en drukknoppen; - maximaal gebruik van fluorescentielampen (spaarlampen).
4 CONSTRUCTIE EN STABILITEIT 4.1 FUNDERING -
-
Gebaseerd op een dubbele controle: evenwichtsdraagvermogen en vormveranderingsdraagvermogen. De samenstelling van de grondlagen is de volgende: bovenste laag middelmatig tot dichtgepakt zand met op 1.5 m diepte een hoge tot zeer hoge conusweerstand), daaronder een leemlaag van +/- 2 m. dik. Dit laat toe te opteren voor een algemene funderingsplaat met verdikkingen ter plaatse van de kolommen. De verdikkingen van de fundeerplaat zijn in de snedes nog niet getekend. In de hoger gelegen vloerplaten zijn geen verdikkingen nodig. De toelaatbare gronddruk (4N/mm2) werd hier bepaald in functie van de toelaatbare zetting. De hoeveelheid funderingsbeton wordt gereduceerd door 2 factoren: de vormfactor en het gebruik van hoogwaardig C40/50 beton.
4.2 STRUCTUUR -
Zoals reeds hoger vermeld wordt voor de algemene structuur gekozen voor doorlopende betonnen vloerplaten in situ gestort (=paddestoelvloeren zonder plaatverdikkingen rond de kolommen). Er wordt bij de uitvoering en de dimensionering van de vloerplaten, kolommen en funderingszolen gebruik gemaakt van hoogwaardig beton met een karakteristieke druksterkte op kubus van 50 N/mm². Dit laat toe dat de afmetingen van de kolommen beperkt kunnen worden. Hier wordt gerekend met gemiddelde druksterkten tot 15 N/mm². De hogere toelaatbare schuifspanningen (ponsprobleem t.p.v. de kolommen) en de hogere elasticiteitsmodulus (kleinere doorbuiging) zijn vooral interessant bij de dimensionering van de vlakke vloerplaten. Hierdoor is er minder materiaal (en energie) nodig bij het bouwen en is er in de toekomst ook minder afbraakmateriaal.
-
Het lichtjes oppolieren van de betonplaten zorgt voor een redelijk gladde betonvloer onder het verhoogde vloersysteem. Dit resulteert in een eenvoudiger en meer economische plaatsing van de voetjes van de verhoogde vloer; èn het zorgt voor minder wrijvingsverliezen voor de luchtstroom doorheen de vloer waar die als plenum gebruikt wordt.
5 INTEGRATIE VAN KUNST IN HET PROJECT Het artistiek project wordt hier sterk op de architectuur betrokken. - Een voorstel omhelst het ontwikkelen van een kunstproject met lichttechniek. Kunstenaars worden uitgenodigd om een ontwerp te maken voor een lichtproject dat verwerkt wordt in de dubbele huid van het AC. Zo kan bijvoorbeeld een speciale verlichting aangebracht worden die enkel ‟s avonds of ‟s nachts brandt, en die van zonsondergang tot zonsopgang langzaam alle kleuren van het spectrum doorloopt. Door deze verlichting wordt de functie van het project als „poort van de gemeente‟ versterkt en wordt de sociale veiligheid van de buitenruimte ‟s nachts verhoogd. - In tweede instantie wordt voorgesteld om het centrale plein en het omliggende park als een beeldentuin in te richten.
6 BRANDVEILIGHEID -
-
Zowel de bibliotheek als het AC vallen onder de reglementering van de lage gebouwen. Voor het AC geldt dit ook als het zou uitgebreid worden met een bijkomende laag. De schaal van de projecten laat toe om compartimentering grotendeels achterwege te laten. De bibliotheek is altijd kleiner dan 2500 m². De basisversie van het AC is net iets kleiner dan 2500 m². Indien het AC later uitgebreid wordt met een 3e laag, dan worden de 2500 m² overschreden en zijn speciale maatregelen nodig: partiële compartimentering (conciërgewoning, politiekantoor, dienstlokalen), bijkomende rookextractie, enz. In het slechtste geval moeten eventueel sprinklers geplaatst worden, maar hiervoor kan, net zoals voor veel reeds gerealiseerde atriumgebouw in Vlaanderen, in overleg met de brandweer een afwijking verkregen worden mits het nemen van compenserende maatregelen. Een belangrijk argument hierbij is dat in dit concept alle lokalen rechtstreeks uitgeven op een vluchtweg langs de gevel! Daklicht (sheddak) boven het atrium in het AC is voorzien van rookluiken (kunnen opendraaien tot aan de reglementaire hoek van 110°). Brandkasten : flexibel draagbaar type in de kantoorzone, vast type in de kelder.
7 AKOESTIEK -
Open plan vermijdt concentratie van geluid in lawaaierige gangen. Ontmoetingsplekken voor personeel in akoestische units. Apparatuur, zoals print, copy, fax… eveneens in akoestische units. Aangepaste materialen: spuitpleister op het plafond, tapijtvloer, enz. zorgen voor een beperkte nagalmtijd, een diffuus geluidsveld en goede globale akoestische eigenschappen.
8 OPENBAAR DOMEIN -
-
Het centrale plein wordt aangelegd als een esplanade. Verhoogde sokkels vormen zitruimtes, een verlaagd deel achteraan wordt groenzone met bomen. Een deel van het plein achteraan wordt ingericht als terras voor het bestaande cafetaria van het cultureel centrum. De taluds rond beide gebouwen wordt aangeplant met bodembedekkers. Verder rondom wordt een parkaanleg nagestreefd met een combinatie van gras en bomen. De zeer zachte hellingen die toegang geven tot de parking van het AC integreren zich vloeiend in het park.
9 VARIANTE : DE BIBILIOTHEEK BOVEN OP HET AC -
-
-
-
Deze variante, die sterk getuigt van de flexibele mogelijkheden van het concept, is in de raming ook uitvoerig becijferd. Ze levert een grote kostprijsbesparing op (circa 26 miljoen bfr. minder t.o.v. hetzelfde programma in twee gebouwen). Kostprijsbesparende elementen: 1 lift minder; kosten voor fundering en dak verdeeld over meerdere bouwlagen; enkele lokalen kunnen gemeenschappelijk gebruikt worden (ehbo, …); conciërge bewaakt de functies van twee gebouwen; enz. In een 3e laag van het AC is ruim plaats voor de bibliotheek, zelfs voor het aanvankelijke programma van 1387m². Door het volume van het AC te vergroten ontstaat een nog sterkere tegenpool van het bestaande CC. Binnen het BPA kan het AC nog iets opschuiven, zodat het dan centraal ligt t.o.v. het CC. In een veel latere fase, wanneer het AC zou gaan uitbreiden, kan die 3e laag eenvoudig van functie wijzigen (bib wordt administratie) en kan het aparte bibliotheekgebouw vooraan gerealiseerd worden.
10 BUDGETBEWAKING EN KOSTPRIJS -
Binnen de tijdelijke vereniging wordt een ISO9001 kwaliteitsnorm gehanteerd die ook wordt toegepast op de kostprijsbewaking. Kostprijzen worden bewaakt door reeds van in de voorbereidende fase gedetailleerd te meten (cfr. bijgaande meetstaten!). De budgetten voor de verschillende opties en varianten worden weergegeven in onderstaande samenvattende tabel. Volledige gedetailleerde ramingen worden elders in deze bundel opgegeven.
WEDSTRIJDONTWERP dd. 05/10/01 totaal excl. in bef. 59 973 290
totaal excl. in euro
administratie; 2 767m²
117 433 182
2 911 092.54
TOTAAL PROJEKT
177 406 472
4 397 791.57
bibliotheek; 1 387m²
1 486 699.03
WEDSTRIJDONTWERP MET GEREDUCEERD PROGRAMMA BIBLIOTHEEK dd. 20/11/01 totaal excl. in bef.
totaal excl. in euro
bibliotheek; 998m² administratie; 2 767m²
39 839 170 117 433 182
987 587.23 2 911 092.54
TOTAAL PROJEKT
157 272 352
3 898 679.77
ALTERNATIEF : BIB BOVEN OP AC IN EEN 3e BOUWLAAG dd. 10/12/01 totaal excl. in bef.
totaal excl. in euro
151 771 830
3 762 325.39
bibliotheek; 1387m² administratie; 2 767m² TOTAAL PROJEKT