Gelukkig waren ze het eens over het belang van vertrouwelijkheid Johan Bastiaensen
Bemiddeling is balanceren op een slappe koord. Misverstanden en nieuwe conflicten liggen constant op de loer. Het is dus zaak alle gesprekken goed te plannen en duidelijke afspraken te maken met de betrokkenen. Het belang van een helder contract is een punt dat in alle bemiddelingsliteratuur wordt onderlijnd. Twee mensen werden door de directeur van een ziekenhuis voor bemiddeling aangemeld. Om een inschatting te kunnen maken of een gezamenlijk gesprek wel haalbaar was, nodigde ik beiden eerst apart uit voor een verkennend gesprek. Hoe zagen zij het probleem? Waren zij bereid tot een gezamenlijk gesprek? Wat waren hun verwachtingen? Wat was er voor hen nodig om tot een oplossing van het conflict te komen? Ik kreeg het volgende te horen. Beide betrokkenen zijn als verpleegkundigen werkzaam in een nachtteam van het ziekenhuis. Anne was pas een jaar werkzaam in het team, Bernadette was een verpleegkundige met twintig jaar ervaring, maar door allerlei omstandigheden had ze de laatste jaren regelmatig lange ziekteperiodes doorgemaakt. In het verkennend gesprek met Anne bleek duidelijk waar de problemen voor haar zaten. Toen Bernadette na een lange ziekteperiode terug kwam werken, wilde niemand van de andere verpleegkundigen samen met haar * personalia Gelukkig waren ze het eens over het belang van vertrouwelijkheid
op de afdeling staan. Anne had er geen probleem mee. Ze kende Bernadette niet en had zich dus kandidaat gesteld. Op de eerste werkdag had ze zelfs tegen Bernadette gezegd dat ze nog veel kon leren van haar, met al haar ervaring. Maar al snel kwam ze erachter waarom niemand met Bernadette wenste samen te werken. Bernadette hield er heel eigen werkmethodes op na. Afspraken die in het team gemaakt waren over de behandeling van patiënten lapte ze aan haar laars. Als Anne hier voorzichtig een opmerking over maakte, gaf Bernadette aan dat ze na twintig jaar ervaring wel wist hoe ze bepaalde wonden moest verzorgen, dat je slapende mensen best kon laten slapen, ook al was er in het team anders afgesproken. Toen ze er met collega’s over sprak, zeiden ze haar dat Bernadette inderdaad niet de makkelijkste was. Ook met een buurvrouw met wie ze samen in de KAV1 was sprak Anne over haar werkmoeilijkheden. De buurvrouw kende Bernadette via via. Zij wist dat Bernadette in het bestuur van een plaatselijke vereniging had gezeten en daar was weggegaan. Ze had geruchten opgevangen dat Bernadette conflicten had gehad met een aantal andere bestuursleden. Anne was opgelucht. Blijkbaar hadden anderen het ook moeilijk met Bernadette. Waar Anne in het begin nog diplomatisch omging met wat ze zag gebeuren, merkte ze dat ze zich er steeds meer aan ging storen en had dit tegenover Bernadette ook uitgesproken. Vanaf toen was er volgens Anne van samenwerken eigenlijk geen sprake meer. Er was constant ruzie en Anne kon er niet van slapen. Het conflict had nu al zo veel invloed op Anne’s leven dat het een van de belangrijkste gespreksonderwerpen werd. Als Anne weer eens zat te piekeren, vroeg haar man al: ‘Ben je weer een ‘Bernadetje’ aan het doen?’ Uit het verhaal van Bernadette werd duidelijk dat Anne in haar ogen een ‘stookster’ was. De eerste dag was Anne komen paaien door te zeggen dat ze veel van Bernadette kon leren. Maar al snel draaide Anne de rollen om. Telkens wanneer Bernadette een verzorging deed, had Anne kritiek. Bernadette wist heus wel hoe je met patiënten moest omgaan en ze kende de regels over verzorging en verpleging. Door haar langdurige ziektes, waar ze zelf niet voor had gekozen, was haar positie in het team een beetje 1 Katholieke ArbeidersVrouwen, een sociaal-culturele vereniging voor dames.
JG31 / 2013 / SB3 / Johan Bastiaensen
moeilijk. Tijdens haar ziekteperiode was Bernadette, tegen de goede raad van haar man in, toch naar het personeelsfeest gegaan. Ze ging ervan uit dat haar collega’s dat zouden appreciëren. Ze had zelfs extra pijnmedicatie genomen, maar kwam er nadien achter dat haar collega’s hadden gezegd dat ze een hele avond kon dansen, maar niet kon werken. Wat een kwaadsprekerij! En Anne deed daar nog een schepje bovenop. Ze roddelde over Bernadette tegen de andere collega’s. Haar man had haar gezegd dat, als de sfeer zo verziekt was op de afdeling, zij maar moest stoppen met werken. Maar Bernadette was niet van plan zich te laten wegpesten. Uiteindelijk doe je dit werk voor de patiënten en van hen had ze nog nooit klachten gehoord. Eerder omgekeerd, ze lieten regelmatig merken dat ze blij waren haar te zien. Zij behandelde de mensen ten minste op een menselijke manier, terwijl de anderen enkel bezig waren met het opvolgen van regeltjes en procedures. Bernadette haar zoon voetbalt in de plaatselijke voetbalvereniging. Af en toe gaat ze kijken naar de wedstrijden. Zoals het gaat in een klein dorp, waar mensen die sociaal actief zijn mekaar tegenkomen, blijkt dat Anne meehelpt in de kantine van de vereniging. Bernadette hoorde van een andere ouder dat je erg moet oppassen wat je zegt tegen Anne. Ze is ‘een echte roddel’. Als je iets in vertrouwen zei, sprak zij er steevast met anderen over. Deze mevrouw was niet verbaasd over het verhaal van Bernadette’s werkmoeilijkheden. Ze kende Anne: ‘Hoe zwarter zij de ander kan maken, des te witter wordt ze zelf.‘ Ik had met beiden een goed gesprek en had er alle vertrouwen in. Oké, de pijn zat diep, maar als je zag hoe het conflict tot stand was gekomen, dan had het toch veel met misverstanden en inzet te maken. Wanneer ik dit zou verkennen zou het conflict wel op te klaren zijn. Ik bedacht dat we wel heldere afspraken moesten maken over vertrouwelijkheid van het gesprek. Zowel Anne als Bernadette hadden al met veel mensen over het conflict gepraat en als dit bleef duren, zou het moeilijk worden om de strijd en spanning te verminderen. Ons eerste gezamenlijke gesprek verliep verrassend goed. Bernadette en Anne slaagden er zelfs in naar mekaar te luisteren en zich te onthouden van commentaar. Ikzelf moest af en toe vragen of ze dingen
Gelukkig waren ze het eens over het belang van vertrouwelijkheid
nog eens wilden herhalen, maar dat had meer te maken met storende geluiden van buiten. Op straat weergalmden geroep en getier, dat erg stoorde voor het vlotte verloop van het gesprek. Ik excuseerde me bij Anne en Bernadette voor deze storing. Het was voor beiden, om beurten en op bepaalde momenten, wel een emotioneel gesprek geweest. In het begin van de bemiddelingsgesprekken is dat iets waar men doorheen moet. Beide partijen moeten kunnen zeggen wat op hun lever ligt en vaak is dat de eerste rechtstreekse confrontatie met beider gezichtspunten. Op het eind van het gesprek legde ik hen het contract voor waarin de bedoeling van bemiddeling wordt uitgelegd en welke de afspraken zijn waaraan iedereen zich dient te houden. Een van de artikels in het contract gaat over geheimhouding en vertrouwelijkheid en staat als volgt geformuleerd: Art 4 Geheimhouding en vertrouwelijkheid Bemiddelaar en deelnemer aan bemiddeling verbinden er zich toe om over niets van wat in de bemiddelingsgesprekken besproken wordt met derden te praten zonder dat de ander dit op voorhand weet. Terwijl Anne en Bernadette het contract doornamen, ergerde ik me aan het geluid van buiten. Vreselijk wat een lawaai. Zowel Bernadette als Anne vonden het vanzelfsprekend dat er niets naar buiten zou komen van de gesprekken. Ze begrepen beiden zeer goed dat gesprekken met derden het risico inhielden dat het strijdkader verder zou blijven bestaan of zelfs aangewakkerd worden. We spraken een volgend bemiddelingsgesprek af. Ik was blij dat ik in de voorbereidende gesprekken en het gesprek van vandaag een helder kader tot stand gebracht had waarin spreken met mekaar weer mogelijk was. Tevreden liep ik naar het raam voor wat frisse lucht en om te kijken waar al dat kabaal vandaan kwam...
JG31 / 2013 / SB3 / Johan Bastiaensen
Verbijsterd zag ik op straat een vijftigtal mensen, een groep aan de ene kant en een groep aan de ander kant. Anne werd net warm onthaald door een groep met spandoeken. Je kon de collega’s, familie, vrienden, KAVers,... duidelijk herkennen. Aan de andere kant stonden de familie, vrienden, buren, en ook enkele collega’s van Bernadette. Ze riepen slogans en hadden zelfs een klein orkestje bij dat protestsongs ten beste gaf. Ik herkende Get up stand up van Bob Marley. Ik was nog niet bekomen van de shock toen er een politiebusje kwam aangereden. Dat was duidelijk een andere neutrale derde...
Gelukkig waren ze het eens over het belang van vertrouwelijkheid
personalia
baitar rachid
Klinisch psycholoog, bemiddelaar in familiezaken en relatie en gezinstherapeut in opleiding. Momenteel werkt hij als onderzoeker aan een doctoraatsproefschrift over de werkzame processen in de werkrelatie tussen bemiddelaar en scheidende personen (Katholieke universiteit Leuven en Universiteit Gent). E-mail:
[email protected] bastiaensen johan
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie E-mail:
[email protected] buntinx kristel
Slachtoffer-daderbemiddelaar bij de Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven te Heverlee. E-mail:
[email protected] buysse ann
Hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit Gent. Ze doceert er Relatie- en Gezinsstudies en Relatie- en Gezinstherapie en is betrokken bij de opleiding partnerrelatie-, gezins- en systeemtherapie. Ze is hoofd van de onderzoeksgroep ‘Family Psychology’ waarbinnen onderzoek gebeurt naar onder meer transities in gezinnen, biologisch en sociaal ouderschap, ouder – kind relaties en (ex-)partnerrelaties. E-mail:
[email protected] claes mia
Sociaal werker, erkend familiaal bemiddelaar en bemiddelaar-opleider; geassocieerd trainer in bemiddeling aan de Interactie-Academie; opleider, (praktijk)lector aan KHLeuven, departement Sociaal Werk, lesgever
begin artikel
personalia / JG31 / 2013 / SB3
in het postgraduaat bemiddeling in familiezaken, vrijwilliger CAW Leuven in scheidingsbemiddeling. E-mail:
[email protected] cottyn lieve
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider; staflid van de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] de mol jan
Doctor in de psychologie, klinisch psycholoog, psychotherapeut. Werkzaam als hoofddocent aan de Université Catholique de Louvain, departement Klinische Psychologie. Als psychotherapeut verbonden aan de Consultations Psychologiques Spécialisées – Emotions, Faculté Psychologie (UCL). E-mail:
[email protected] decraemer kris
Klinisch psycholoog-psychotherapeut en opleider, staflid van de InteractieAcademie. E-mail:
[email protected] maes vicky
Bemiddelaar in Familiezaken, werkzaam bij CAW Halle-Vilvoorde te Asse. Zelfstandig therapeut; Vixconsult-Praktijk voor psychotherapie te Dilbeek (www.vixconsult.be). E-mail:
[email protected] rober peter
Klinisch psycholoog en gezinstherapeut, werkzaam in Context, Centrum voor Relatie-, Gezins- en Sekstherapie van het UPC KU Leuven. Hij is er onder andere verantwoordelijk voor de postgraduaat opleiding Relatie- en Gezinstherapie (KU Leuven). Verder als hoogleraar verbonden aan het Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven. Auteur van de boeken Samen in therapie (Acco, 2002), Gezinstherapie in Praktijk (Acco, 2012) en De Naakte The-
JG31 / 2013 / SB3 / personalia
begin artikel
rapeut (Acco, 2012). Mede-auteur van Vinger aan de Pols in Psychotherapie (Acco, 2012). E-mail:
[email protected] (www.uzleuven.be/context) taghon geert
Coördinator in De Patio te Kortrijk (www.depatio.be), een dienst voor intensieve behandeling van minderjarige jongeren met een psychiatrische problematiek die onder toezicht staan van de jeugdrechtbank. Ook werkzaam als docent binnen Ipsoc-bijscholing en het Eekhoutcentrum te Kortrijk, en als freelance vormingswerker. Schreef in 2008 het boekje Loop naar de maan. Praktijkgids omgaan met agressie in onderwijs en opvoeding (uitgeverij Garant). E-mail:
[email protected] (www.geerttaghon.be)
begin artikel
personalia / JG31 / 2013 / SB3