Aya Van Renterghem (school verlaten in 2008)
“Geluk is iets dat je zelf bouwt” interview: Emmie Vanhooren (6e wetenschappen – wiskunde)
Schooltijd in het KA Roeselare Waarom heb je voor het KA gekozen? Ik wou zeker Latijn volgen en dan had je keuze uit drie scholen: het Koninklijk Atheneum, het Klein Seminarie en Barnum. Ik wou echter niet naar het College of Barnum en had altijd al in het gemeenschapsonderwijs gezeten. Het KA was dus een logische keuze.
1
Had je favoriete vakken? Latijn en geschiedenis heb ik altijd het liefst gedaan. Ook al mijn taalvakken deed ik graag, maar van sommige verwachtte ik eigenlijk wel wat meer. L.O. vond ik in het begin erg leuk, maar dat verminderde wel een beetje met de jaren. Dat waren zowat mijn lievelingsvakken. Wat deed je totaal niet graag? Wel, ik ben eigenlijk altijd graag naar school geweest, maar op het laatste, vooral in het zesde, waren het vakken als fysica en chemie die er echt te veel aan waren. Ik had ook wetenschappen gekozen, dus qua wetenschappen was dit het moeilijkste dat je kon doen. Daar heb ik dus wel redelijk op gezweet en vooral veel op gevloekt. Had je ook favoriete leerkrachten? Dat is een moeilijke vraag. Ik ben eigenlijk altijd van het principe geweest dat je leerkracht niet echt je vriend is, dat er altijd een afstand is. Met de leerkracht van Latijn kwam ik goed overeen, omdat ze goed les gaf, maar ook omdat zij de mentor was van mijn eindwerk. Ze heeft mij daarvoor natuurlijk zeer veel werk gegeven en heeft heel hard achter mij aangezeten, maar ze heeft ook zeer veel voor mij gedaan. Ze heeft bijvoorbeeld zelfs boeken besteld uit Engeland, dus ik heb wel wat aan haar te danken. De leerkracht Frans van de derde graad kon ook zeer goed lesgeven. Met de meeste leerkrachten stond ik eigenlijk wel op goede voet, maar het zijn nog altijd je beste vrienden niet hé … Zat je ook bij een toffe groep? Ik heb een heel toffe groep gehad. We zijn met vrij veel gestart en bleven uiteindelijk nog met zeventien over. In het begin ken je elkaar nauwelijks en kom je wel overeen, maar dan vooral met de mensen die je al van vroeger kent. Bij mij was dat dan Lie en Lynn, ik had daar ook mee in het lager gezeten. Later leer je elkaar dan wel kennen en uiteindelijk hadden we als klas een goede onderlinge band. We hebben ook leuke dingen gedaan samen, de honderd dagen bijvoorbeeld waren heel tof. Toch ben je op het einde van het zesde iedereen een beetje beu, niet voor de persoon zelf, maar je hebt er zes jaar mee in klas gezeten en je wilt eigenlijk iets anders. Natuurlijk moesten ze dan niet al te veel mis zeggen, want je kunt niet veel meer verdragen van elkaar. Ik denk dat dat bij iedereen zo is. Je mag dat nu ook vragen aan de zesdes, ik denk dat ze dat wel gaan kunnen bevestigen. Heb je bepaalde dingen uitgestoken die eigenlijk niet mochten? Wel, we hebben wel iets gedaan waarmee we heel veel 'leute' gehad hebben. Er was een vervanger voor Nederlands en Duits en hij kon eigenlijk niet goed lesgeven. We zijn altijd een redelijk brave klas geweest, maar dan hebben we ons toch iets minder braaf gedragen. Deze vervanger was namelijk zeer onzeker, stond altijd te trillen voor de klas en als hij iets niet wist, zocht hij het op in het woordenboek. Hij had een driedelige Van Dale en hij zocht daar alles in op. Gelijk wat we vroegen, daarin stond volgens hem het antwoord. Wat we toen gedaan hebben is het volgende: we namen iedere keer een deel van het woordenboek weg en verstopten dat dan ergens, ik weet eigenlijk niet meer waar. We vroegen dan iedere les een moeilijk woord uit dat specifieke deel van de “Van Dale”. Wat deed hij dan: wel, hij wou dat dan gaan opzoeken en het woordenboek was er niet meer. Hij vroeg zich dan natuurlijk wel af waar dat woordenboek naartoe was, maar er was nooit iemand die van iets wist. De volgende les zetten we dan dat deel terug en namen een ander deel weg en dan vroegen we een woord uit dat ander deel. Dan zei hij: “Aha, hij is terug.” Maar het deel dat hij nodig had, natuurlijk niet. We hebben dat eigenlijk vrij lang gedaan en hij heeft eigenlijk nooit beseft dat wij het waren die ze wegnamen en dat we daar dan ook iedere keer een vraag over stelden. Tot dat dan iemand van de klas ze toevallig gevonden had en zonder na te denken zei van: “allé, ze liggen toch daar?”. Dan was het wel een beetje verpest, maar we hebben er toch wel erg mee gelachen. Ook een beetje de gewone practical jokes: kabels versteken zodat de televisie niet meer werkte, … Vond je de manier van lesgeven goed? Voor sommige vakken. Nee, iedere leraar heeft sowieso zijn eigen manier van lesgeven, dat merk je nu aan de universiteit ook. Bij sommigen is het wat moeilijk om te volgen of soms heb je het idee van “je doet veel te veel moeite”. Mensen die dan heel de cursus die je voor jou hebt liggen op het bord beginnen schrijven, dan denk je: “we hebben het toch staan, bespaar je de moeite!”. Leraars die dan te lang rond één onderwerp blijven cirkelen, natuurlijk omdat dat hun stokpaardje is of leraars die stukken helemaal niet uitleggen. Soms kan het dan zijn dat je het niet begrijpt en dan vraag je het nog 2
een keer, maar geven ze opnieuw dezelfde uitleg en weet je dus eigenlijk nog niets meer. Iedereen heeft uiteindelijk zijn eigen stijl en je wordt dat ook gewoon. Je zucht dan en zegt “oké, ik zal dat dan zelf wel nog eens bekijken”. Heb je nog veel dingen kunnen gebruiken in je verdere studies? Wel, ik studeer Engels - Zweeds, taal- en letterkunde aan de universiteit Gent. Het enige vak dat ik dus echt nog kan gebruiken is Engels en eigenlijk Latijn ook wel, want daar heb je ten eerste leren blokken, doordat je constant vocabulaire moest leren en ten tweede ben je het ook al gewoon om die grammaticale structuren te ontleden en echt te zweten op al die grammatica en al die woordklassen en zo. Daar heb ik wel al veel aan gehad. Aan Engels eigenlijk minder, je hebt natuurlijk wel de vocabulaire meegekregen, maar we hebben wel een tekort aan grammatica gehad. Eén van mijn eerste lessen aan de universiteit was ook Engelse taalvaardigheid waarbij we dan de grammatica van het middelbaar herhaalden, maar dat is dan aan een tempo, … dat vrij hoog lag. Ze rammen het boeltje dan door je strot en dan zit je met een cursus van … die je niet meer kan tellen. Daar heb ik wel heel hard aan moeten leren, want dat was niet voldoende gekend van vooraf. Voor de rest kan ik natuurlijk niet zeggen dat ik bijvoorbeeld veel heb gehad aan biologie of fysica, want daar doe ik niet in verder. Uiteindelijk heb ik wel een brede basis en dat is wel positief, dan lijk ik geen dommerik als iemand eens over iets anders begint dan taal.
Verdere studies Waarom heb je voor Engels - Zweeds gekozen? Dat is een vraag die ik veel hoor eigenlijk. Ik heb altijd al talen willen studeren, ondanks het feit dat ik in de wetenschappen gezeten heb. Ik heb al heel vroeg Engels leren spreken. Mijn vader heeft Nederlands - Engels gestudeerd, dus je wordt daar wel mee geconfronteerd thuis: je hebt dan bijvoorbeeld veel Engelse boeken in huis, je gaat veel naar Groot-Brittannië en als klein kind leer je ook snel vreemde talen. Eigenlijk wou ik dus al altijd Engels doen en de richting heet taal - en letterkunde: twee talen, dus dan moet je er nog een taal bijnemen. Uiteindelijk heb ik dan nog even getwijfeld om misschien Frans te doen, maar ik had eigenlijk iets van “ik wil eens iets speciaals doen”. Zo heb ik uiteindelijk Zweeds gekozen en ik heb daar geen spijt van gehad. Latijn - Grieks heb ik ook eventjes overwogen, maar uiteindelijk is dat dan om les te geven en daar dien ik eigenlijk absoluut niet voor. Ook heb ik nooit Grieks gehad, dus dat ging wel zeer zwaar zijn. Zo ben ik dus bij Engels Zweeds uitgekomen. Wat wil je dan later gaan doen van beroep met die studies? Dat is ook een vraag die iedereen mij stelt, en eigenlijk aan iedereen die talen studeert, maar ik weet het nog niet. Ik zou misschien…, maar dat is misschien hé, er zijn zoveel dingen die ik wil doen. Ik zou graag iets doen waarmee je naar het buitenland gaat of iets met internationale samenwerking, maar moesten ze mij bijvoorbeeld een leuke job aanbieden aan de universiteit, ik zou ook geen nee zeggen. Taal– en Letterkunde is een heel algemene studie, dus je kan er heel veel kanten mee uit. Maar wat ik ermee wil bereiken, ik heb er nog geen idee van. Ik ben er ook nooit aan begonnen met het idee van dàt wil ik doen of ik wil lesgeven. Sommige van mijn vriendinnen hebben dat wel, zij zeggen dat ze studeren om les te geven of om dàt te doen, maar ik dus absoluut niet. Aan het hoeveelste jaar ben je nu bezig? Nu aan mijn tweede jaar. Hoeveel jaar is het in totaal? Wel, dat is een beetje een soepje voor het moment, want normaal gezien is het vier jaar (drie jaar bachelor, één jaar master), maar ze zijn dat nu aan het veranderen en het zou normaal gezien drie jaar bachelor, twee jaar master worden. Ik ben ingestapt toen dat het nog vier jaar was, dus ofwel ga ik de keuzemogelijkheid krijgen, ofwel ga ik vier jaar doen. Ik weet het dus eigenlijk nog niet, voorlopig is het nog een beetje onduidelijk. Zou je later naar Zweden willen verhuizen? Nee, misschien het uitwisselingsproject Erasmus doen, maar ik ben nog aan het twijfelen naar waar dat ik zal gaan. Maar verhuizen, …, alhoewel ja, je weet eigenlijk nooit hoe het zal lopen, maar dat is niet mijn direct plan. Ik zou wel graag een samenwerking doen bijvoorbeeld met Zweden, maar dan vanuit Brussel, want ik zou eigenlijk graag in Brussel werken. Ik vind het een toffe stad. Gent ook, 3
maar qua internationaal verkeer is Brussel wel iets beter natuurlijk. Maar ja, je weet dat eigenlijk allemaal niet, hé. Voor hetzelfde geld kom ik inderdaad wel in Zweden terecht. Ik heb daar nog geen idee van. Nu studeer je dus in Gent? Ja. Vind je het daar tof, vind je het aan te raden om naar Gent te gaan? Wel, ik heb een keer de studentensteden gedaan. Nu, Kortrijk zou ik sowieso al niet aanraden, het is ten eerste te dicht bij huis en er is daar eigenlijk niet veel te doen. Gent is natuurlijk, ja … ik zit in Gent, dus Gent ken ik goed en vind ik ook wel een heel toffe stad om in te zitten. Uiteraard moet je wel een beetje karakter hebben om dan ook wel te leren, want er is altijd wel iets te doen, maar dan ook altijd! Ik heb nog nooit een dag meegemaakt dat er écht niets te doen was. In Leuven ben ik ook geweest, want Nele (Nele Desmet) en Lynn (Lynn Vanhecke) zitten daar. Ik ben er dan ook een keer uitgeweest en heb er een keer rondgelopen en Leuven vind ik veel beperkter. Het is een mooie stad, maar als student zou ik daar eigenlijk niet willen zitten. Ja, ieder zijn ding hé, maar Gent zou ik wel aanraden eigenlijk, het is namelijk veel opener. Leuven is nogal katholiek ook, niet openlijk meer tegenwoordig, maar het zit er wel nog een beetje in. Gent is veel opener en multicultureler. Je zou soms eens moeten zien wat er bij ons rondloopt in de faculteit op de Blandijn, amai. Maar dat is ook wel het toffe natuurlijk: als je een keer iets raars aandoet waarvan je zegt: “Hm, dat past eigenlijk niet echt”, dan gaat nooit iemand dat opmerken, er gaat ook nooit iemand commentaar op hebben. Er lopen er altijd rond die veel vreemder zijn en uiteindelijk is dat wel het leuke eraan. Je kan eigenlijk echt jezelf zijn in die stad, terwijl ik denk dat je in Leuven beperkter bent, veel deftiger ook. Ieder zijn keuze daarin, maar ik vind Gent wel een aanrader. Heb je soms een nuttige tip voor ons zesdejaars, die volgend jaar naar de universiteit of hogeschool gaan? Op welk gebied dan, studies of kotleven of … Algemeen gewoon. Qua studies een tip die je waarschijnlijk wel al honderd keer gehoord hebt, maar “begin er op tijd aan”, want dat is echt de grootste valkuil die er bestaat. Ik ben net iets te laat begonnen in het eerste jaar, en dan heb ik in de blok immens veel moeten doen. Ik heb wel gewerkt natuurlijk, maar je komt dan in de blok en dan moest ik soms nog de helft van mijn cursussen verwerken en dan is het echt wel doorwerken, maar er zijn ook mensen die zo kunnen leren natuurlijk. Ik vind het echter het gemakkelijkste als je er op tijd aan begint, dan is de blok een beetje rustig, allee ja rustig, in zoverre dat dat rustig kan zijn. Voor sommige vakken had ik zelfs nog een stuk niet gelezen en ik moest dan voor het examen beginnen studeren, dat was dus wel een beetje minder aangenaam. Ik was er door, maar ik dacht toch van “pff, niet nog een keer”. In het tweede semester ben ik er dan vroeger aan begonnen en dan ben ik ook op het gemak klaar geraakt. Er dus vroeg genoeg aan beginnen! Ik ben ook weggeweest de eerste maanden, dat is normaal, dat kan zo in september, oktober. Eind oktober moet je al beginnen zeggen van nu ga ik beperken, maar als je nog één keer in de week weggaat, ça va, hé. Gewoon zorgen dat je meebent met je lessen. Het gemakkelijkste is als je lessen bijgewerkt zijn en alles gelezen is (vooral dan in mijn richting) voor je aan de blok begint, dan is het simpelweg blokken dat je moet doen. Dat moet natuurlijk ook wel haalbaar zijn en het is ook te zien welke richting je doet. Ik heb bijvoorbeeld heel veel taken nu, terwijl als je bijvoorbeeld rechten doet, heb je dat niet. Je hebt wel oefeningseminaries heb ik nu gehoord, dat is nu iets nieuws dat ze ingevoerd hebben, maar voor de rest is het gewoon je cursussen blokken. Terwijl dat ik zelfs geen cursussen heb over het algemeen, dus moet ik eigenlijk naar de lessen gaan om mijn cursussen zelf te kunnen construeren. Dat is dus ook al een verschil, in sommige richtingen is het niet nodig naar de lessen te gaan en moet je gewoon je cursussen blokken. In mijn richting is dat niet mogelijk, want als je een taal leert, heb je praktijk nodig ook. Qua kotleven, ja er is zo veel te zeggen over het kotleven. Ik vind dat echt wel leuk, het is een heel leuke ervaring en je bent ook op jezelf aangewezen, dat scheelt veel. Iedereen denkt altijd van kot, tof, tof, totdat je eens tegenkomt dat je vergeten bent eten te kopen en dan zit je daar. Het regent net op dat moment heel hard buiten en als je het dan ontziet om inkopen te gaan doen, dan zit je daar heel de avond zonder eten. Je moet echt wel op je eigen benen staan en dat vind ik ook wel goed. Maar het is aan te raden dat je toch altijd wel een voorraad in huis hebt. 4
Is het het kotleven duur in Gent? Ja, dat wel. Vergeleken met Brussel of Leuven niet, maar ik betaal toch wel 305 euro voor mijn kot, kosten inbegrepen. Het hangt ook wel af van waar dat je zit in Gent. Een medestudent van mij zit aan de Watersportbaan, dat is een beetje uit het centrum, bijna een kwartier fietsen naar de faculteit, maar hij betaalt 190 euro voor ongeveer hetzelfde als wat ik heb. Ik zit heel dicht bij het centrum, wat dus wel veel duurder is. Sowieso ga ik volgend jaar waarschijnlijk op Erasmus, dus ga ik nog moeten zoeken naar een home waar je voor de helft van het jaar kan zitten of naar een huis. Die huizen zijn meestal beter te doen qua prijs als je dan ergens in Ledeberg zit ofzo. Ik denk dus dat ik volgend jaar ga verhuizen, maar sowieso is het wel redelijk duur, het kotleven. Voor eten en zo is het wel goed te doen, ik krijg 50 euro per week en ik kom daar echt ruimschoots mee toe. Het is natuurlijk te zien hoeveel je gaat gaan drinken. Heb je nog hobby’s naast je studies? Ja, veel te veel zelfs. Ik ga nog vijf uur dansen per week en ik heb auditie gedaan en speel mee in het English Department Theatre. Dat is iets dat ze weer in leven geroepen hebben in Gent na 20 jaar of zo en ze spelen “The Importance of Being Earnest” van Oscar Wilde en daar heb ik dus een rol in. Ik wou geen hoofdrol, ook omdat ik nog met mijn studies zit en dan mijn dans en zo, maar ik heb een hele toffe rol gekregen, dus ik doe er met plezier aan mee. Verder schrijf ik ook nog voor de Weekbode, ik mag dan in het weekend nog een keer mensen gaan interviewen en dus is het wel een beetje raar om eens zelf geïnterviewd te worden. Je weet nu ook eens hoe het voelt.
Geluk Wat is jouw visie op geluk? Geluk, …, dat vind ik heel moeilijke vraag, want geluk is voor iedereen anders. Ik denk dat geluk iets is dat je zelf maakt. Dat kan jou overkomen, doordat je bijvoorbeeld verliefd wordt op iemand of zo. Dat is er al een deel van, maar ik denk ook dat je dan geluk kan hebben door je werk graag te doen en een goeie omgeving te hebben en zo. Daar moet je ook deels zelf aan werken. Je kan niet verwachten dat het vanzelf komt. Ik heb het idee dat ik een job wil waar dat ik mij goed bij voel, die ik graag doe en dan heb ik ook het idee dat ik ervoor zal moeten werken om dat werk te krijgen. Ik denk dus dat geluk iets is dat je zelf bouwt, dat dat niet iets is dat jou overkomt. Het kan wel deels, maar het is niet iets dat in je schoot geworpen wordt. Hoe zit het met jouw privé-leven, heb je een vriend of zo? Hij zit daar, dus ja, ik heb een vriendje … Al meer dan 3,5 jaar. Dat is begonnen als een “jeugdfling”, maar het is gebleven. Daar moet je natuurlijk ook wel extra tijd insteken. Dat komt er dus ook nog een keer bij. Het is natuurlijk leuk, maar soms is het een beetje moeilijk. Hij werkt al en dan moet je nog de tijd kunnen verdelen om elkaar ook nog genoeg te zien. Het is dus niet altijd gemakkelijk. Hij kan niet altijd naar Gent komen, maar als het eens gebeurt, dan gaan we altijd wel iets doen of een keer gaan eten. Maar het is soms moeilijk om te onderhouden, vooral omdat hij in Roeselare werkt. Je moet er tijd insteken en soms lukt dat niet altijd en dat levert wel een keer problemen op, maar voor de rest lukt het wel. Je hebt nog geen concrete toekomstplannen? Nee, nee.. Dat gaat natuurlijk ook moeilijk als je nog studeert. Hebben de lessen zedenleer jouw visie op geluk beïnvloed? Ik denk dat wat ik vooral aan de lessen zedenleer overgehouden heb niet zozeer een visie op geluk is, omdat ik vind dat dat iets is dat iedereen voor zichzelf beslist en dat lessen daar niet echt iets aan kunnen bijdragen. 5
Als ik iets moet zeggen dat ik er aan overgehouden heb, dan is het toch wel een kritische geest. Ik herinner mij goed dat ik enige keren in discussie gegaan ben, wat uiteindelijk wel de bedoeling was van zulke lessen. We kwamen toch wel niet altijd overeen. Op de duur leerde ik op bepaalde dingen door te denken, om dan bij mezelf te zeggen van “oké, klopt dat hier eigenlijk wel”? In mijn lager heb ik godsdienst gevolgd en dan had ik besloten om in het middelbaar de wereld eens vanuit het andere perspectief te gaan bekijken. Ik ben nu ook nooit echt een gelovige geweest, maar in het lager was dat meer omdat de grootouders het verwachten. In het middelbaar mochten we dan alle drie kiezen (Aya, haar zus en haar broer) en we hebben dan ook allemaal voor zedenleer gekozen om het van de andere kant te kunnen bekijken. Ik moet wel zeggen dat ik beseft heb dat mensen die heel sterk humanistisch en antigodsdienstig zijn, eigenlijk even erg zijn als fanatieke godsdienstelingen. Uiteindelijk is het even goed een ander extreem en ik denk eigenlijk dat ik geleerd heb dat het het belangrijkste is om gematigd te zijn. Je kan overal in overdrijven en dan ben je uiteindelijk niet veel beter dan diegenen die je bekampt. Dat heb ik er wel aan overgehouden, ik weet wel niet of dat direct de bedoeling was van de lessen, maar het is wel iets dat ik eruit geleerd heb. Heb je nog contact met andere klasgenoten? Ja, Nele en ik zijn altijd goede vriendinnen gebleven en we gaan soms een keer naar Leuven en een keer naar Gent. Haar zie ik dus in het weekend nog en regelmatig horen we elkaar ook een keer via msn of een berichtje. Met haar kom ik nog goed overeen. Lie zie ik ook nog regelmatig, maar minder. Soms zie ik haar nog een keer op café en we gingen ook een keer afspreken voor een filmavond, maar dat is er helaas nog niet van gekomen. De rest, … Lynn en Fleur zie ik meestal in de zomer en Kyrill zit in Gent, en die ben ik overlaatst nog tegengekomen en dan hebben we even staan babbelen. Klaas zie ik nooit meer, Eva ook niet, Sara nauwelijks, … soms mensen die je toevallig een keer tegenkomt, op de bus of zo, maar echt contact houd ik vooral met Nele eigenlijk. We hebben wel nog een keer een reünie gehouden na het middelbaar en toen kwamen we nog altijd even goed overeen. Het is natuurlijk een andere ervaring en we kunnen al weer wat meer babbelen nu, na het zesde jaar. Het is misschien best dat we uit elkaar gegaan zijn, om weer nieuwe stof te hebben om over te praten.
6