PARTICIPATIECOACHES: MEEDOEN DAT DOE JE ZELF!
BETREFT:
WWW.INTERVENTIESNAARWERK.NL
Beschrijving van de interventie
Participatiecoaches: Meedoen dat doe je zelf! Individuele coaching van bewoners met de focus op participatie en werk
Datum beoordeling panel: Datum plaatsing website: Datum eerste herziening:
29 juni 2010 [05-07-2010] 26-07-2010
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
1
Datum tweede herziening:
[dd-mm-jjjj] / nvt
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
2
Inhoudsopgave Beschrijving van de interventie ............................................................................................................... 4 1 Kernachtige omschrijving ................................................................................................................ 4 2 Doel van de interventie ................................................................................................................... 4 3 Doelgroep van de interventie .......................................................................................................... 5 4 Omschrijving van de interventie...................................................................................................... 7 4.1 Methodiek .............................................................................................................................. 7 4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse......................................................................... 11 4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ............................................................ 12 4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ............................................................................. 16 5 Overige voorwaarden voor toepassing ......................................................................................... 16 6 Praktijkervaringen.......................................................................................................................... 17 7 Beschrijving onderzoek effectiviteit .............................................................................................. 19 8 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit.................................................................. 22 9 Overige informatie......................................................................................................................... 24
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
3
Beschrijving van de interventie 1 Kernachtige omschrijving Naam interventie: Meedoen dat doe je zelf! Korte omschrijving: Onder de noemer 'Participatie door empowerment' probeert de gemeente Arnhem de situatie in de krachtwijken te verbeteren. Samen met partners in de stad zoekt de gemeente mensen op: achter de voordeur, maar ook in het wijkcentrum of gewoon op de markt. In dit kader zijn medio 2008 twee participatieprojecten gestart: - Meedoen dat doe je zelf! - individuele coaching door participatiecoaches; - Arnhem in beweging - groepsgewijze empowerment van bewoners. Bij beide projecten gaat het om 'empowerment': bewoners in hun kracht zetten en begeleiden naar deelname aan de maatschappij in de vorm van participatie of werk. Deze beschrijving gaat over eerstgenoemd project. ‘Meedoen dat doe je zelf!’ betreft een experiment met participatiecoaches in de vier krachtwijken Malburgen, Presikhaaf, Arnhemse Broek en Klarendal alsmede in de ontwikkelwijk Geitenkamp. In de periode 1 augustus 2008 t/m 31 december 2009 hebben in totaal 472 bewoners deelgenomen. Het gaat om individuele coaching van bewoners met de focus op participatie en werk. De participatiecoaches komen bij bewoners thuis op bezoek en gaan met hen in gesprek: wat wil je? Wat kun je? En vooral: hoe kun je dat bereiken? Deelname is vrijwillig, maar eenmaal ervoor gekozen mee te doen is het project niet vrijblijvend. De coach helpt helder te krijgen wat iemands kwaliteiten en mogelijkheden zijn. Begeleid door de participatiecoach maakt de bewoner zijn eigen ontwikkelplan richting participatie of werk. Hierin staan doelen voor de toekomst en de te zetten stappen daar naartoe. De participatiecoach ondersteunt bij die stappen door bijvoorbeeld mee te gaan naar afspraken, aan te moedigen, een spiegel voor te houden en de verbinding te leggen met instanties. De belangrijkste grondslag voor Meedoen dat doe je zelf! is het begrip Empowerment. De eigen verantwoordelijkheid van bewoners staat centraal; participatiecoaches hebben niet de antwoorden of de oplossingen, maar ondersteunen bewoners waar nodig om antwoorden en oplossingen zelf boven tafel te krijgen. Zo wordt ernaar gestreefd dat iedere bewoner binnen twee maanden zijn eigen POP opstelt, waarin hij doelen stelt met de focus op participatie en werk. De pop wordt ondertekend door de bewoner, waarmee hij zich committeert. Meedoen dat doe je zelf! Is een samenwerking van de gemeente Arnhem met UWV werkbedrijf. De gemeente Arnhem is hoofdopdrachtgever van de participatiecoaches. Het team participatiecoaches is ondergebracht bij de sector Publieke Dienstverlening van de Dienst Inwonerszaken. Zo fungeert het team als ‘buitenboordmotor’ en is er een goede aansluiting met gemeentebrede dienstverlening.
2 Doel van de interventie Het doel is bewoners te activeren in de maatschappij, d.w.z. te participeren, en indien mogelijk aan het werk te gaan.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
4
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
3 Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is bedoeld voor Arnhemmers woonachtig in een van de vier krachtwijken Malburgen, Presikhaaf, Arnhemse Broek en Klarendal alsmede in de ontwikkelwijk Geitenkamp, die behoren tot de beroepsbevolking. Het gaat vooral om die mensen die er ondanks een aantrekkende arbeidsmarkt niet in zijn geslaagd ‘zichzelf te verbeteren.’ Het gaat dan om mensen die: - laag, elders, te lang geleden of helemaal niet zijn opgeleid; - de neiging hebben problemen te externaliseren; - weinig vertrouwen hebben in instanties (maar wel door diezelfde instanties worden benaderd) en geen vertrouwen hebben in overheid en politiek; - vaak beperkt bereid zijn in zichzelf te investeren om hogerop te komen; - schuldenproblemen hebben a.g.v. de behoefte aan directe behoeftebevrediging; - soms overlast in wijken veroorzaken. Het is geen voorwaarde om een uitkering te hebben, om in aanmerking te komen voor ondersteuning van een participatiecoach. Prevalentie In Arnhem leven van de 144.000 inwoners meer dan 6.000 mensen van een WWB-uitkering en ca. 11.000 mensen van een UWV-uitkering (WIA, WAO, Wajong, WW). Arnhem scoort extreem hoog op sociaaleconomische achterstanden, onder meer op het gebied van werk, inkomen en onderwijs. Een belangrijk deel van de mensen in een achterstandspositie woont in de 5 wijken waar deze interventie is uitgevoerd. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Iedere bewoner die in een van de krachtwijken (incl. Geitenkamp) van Arnhem woont, kan deelnemen aan ons project, tenzij: - er een actief re-integratie- of participatietraject loopt via IZ (dienst van de gemeente) of UWV; - het een uitkeringsgerechtigde betreft die direct bemiddelbaar is; - er binnen IZ of UWV een lopend fraudeonderzoek gaande is. Bereik doelgroep In het klantvolgsysteem (RIS AdV) zijn karakteristieken van klanten bijgehouden. In onderstaande weergave is de informatie per wijk alleen bij aantallen aanmeldingen weergegeven, verder gecumuleerd. NB. Huis-aan-huisbezoeken, zoals de bedoeling was die af te leggen, hebben maar op beperkte schaal plaatsgevonden. Daardoor is mogelijk een deel van de doelgroep niet bereikt. Zo valt op dat het merendeel van de bereikte bewoners van Nederlandse afkomst is, terwijl in de wijken vaak een groot percentage allochtonen woont.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
5
Cijfers zijn gemeten over de periode 01-08-08 t/m 31-12-09 Aanmeldingen in aantallen Broek 77 Geitenkamp 85 Klarendal 101 Malburgen 106 Presikhaaf 98 overig 5 totaal 472
Karakteristieken bewoners Geslacht in % Man 47 Vrouw 53 Leeftijd in % Jongeren tot 25 jaar 26 - 35 jaar 36 - 45 jaar 46 - 55 jaar Ouder dan 55 jaar Onbekend
13 (waarvan 8 jonger dan 22 jaar) 27 27 25 7 2
Nationaliteit in % Nederlands Turks Marokkaans Surinaams/Ned. Antillen Overig Onbekend
78 4 3 1 11 3
Herkomst in % Nederland Turkije Marokko Suriname/Ned. Antillen Midden-Oosten Afrika Europa Overig Onbekend
60 8 6 5 5 4 4 5 3
Leefsituatie in % Alleenstaand Eenoudergezin Gezin met kinderen Samenwonend
22 18 14 7
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
6
Inwonend Overig Onbekend
5 5 29
Inkomen in % WWB WW/Ziektewet/WAO Zonder inkomen Inkomen van een ander Loondienst Overig Onbekend
46 9 8 3 5 4 25
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
4 Omschrijving van de interventie 4.1 Methodiek Uitvoering De meeste aanmeldingen zijn binnengekomen via doorverwijzingen (o.m. vanuit gemeente via WWBbestand, Werken voor de Stad). Ook melden bewoners zichzelf aan of familie en buren. De voorgenomen huis-aan-huis bezoeken hebben slechts op beperkte schaal plaatsgevonden. In elke wijk zijn ‘achter de voordeur’-projecten actief waarmee goede afspraken gemaakt zijn over het inschakelen van de participatiecoaches waar nodig. Elke wijk kreeg zijn eigen participatiecoaches, m.a.w. vaste aanspreekpunten. Het eerste gesprek vindt in principe bij de bewoner thuis plaats met twee participatiecoaches. Daarna kiest de bewoner zelf zijn participatiecoach. Dit eerste gesprek staat in het teken van vertrouwen winnen en inzicht krijgen in de leefwereld van de bewoner. De participatiecoaches stellen zich open en blanco op. Aan het einde van het gesprek wordt samen met de bewoner besloten of er een traject wordt gestart en zo ja, met welke coach. Een vervolgafspraak wordt binnen een week gepland. Vervolggesprekken vinden meestal plaats bij de bewoner thuis; soms elders, juist om beweging te krijgen. De gesprekken verdiepen zich, om de situatie van de bewoner en zijn gedrag helder te krijgen. Vooral voor de bewoner zelf. Inzicht in het hier en nu is de basis om verder te gaan en de coachingsvraag helder te krijgen. Om dit te bewerkstelligen zet de participatiecoach gesprekstechnieken in, alsook andere werkvormen, zoals coachingskaartjes, collages, mindmaps, tekenen en schilderen en de schaalvraag (bewoner geeft op een schaal van 1-10 aan waar hij zich bevindt tussen de uitersten ‘startpunt van aanpakken problemen’ (0) – ‘ideale toekomstbeeld of –droom’ (10)).
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
7
Eigen verantwoordelijkheid van de bewoner staat centraal. De participatiecoaches hebben niet de antwoorden c.q. oplossingen, maar kunnen de bewoner ondersteunen om die boven tafel te krijgen en eigen keuzes te maken. Het streven is dat de bewoner binnen twee maanden een eigen POP opstelt, waarin hij doelen stelt met de focus op participatie en werk. Als hulpmiddel is hiervoor een format ontwikkeld. De POP wordt door zowel de bewoner als de participatiecoach ondertekend. Hiermee committeren beiden zich aan het traject en de investering (o.a. tijd, inspanning, geld) die daarbij hoort. De coaching richt zich vanaf dat moment op het concreet maken en bereiken van die doelen. Aan het eind van het traject of na één jaar evalueert de bewoner zijn eigen traject. Hij benoemt de beginsituatie en de stappen die hij vanaf dan gezet heeft. Daarna kijkt hij vooruit naar de stappen die hij nog wil zetten. Kijk op je leven Het terugblikken met bewoners wint aan kracht als de nul-situatie goed in beeld is gebracht. Ook zou een goede nul-meting de stap naar het maken van de POP kunnen vergemakkelijken. De voor het onderzoek gebruikte nul- en één-meting van TNO sloten op twee vlakken onvoldoende aan: Bewoners hadden moeite met de abstracte vraagstelling. Het dekte voor de coaches niet alle leefgebieden. De participatiecoaches hebben om die reden werkende weg een eigen meetinstrument ‘Kijk op je leven’ ontwikkeld (zie bijlage 9 in het rapport Meedoen werkt, voor verkrijgbaarheid zie punt 9 van deze beschrijving) die vanaf half februari 2010 wordt ingezet als nulmeting. Rollen van de participatiecoaches Het traject dat de participatiecoach en de bewoner samen afleggen bestaat voor een groot deel uit maatwerk. Hierdoor vervult de participatiecoach per bewoner (soms zeer) verschillende rollen en daarmee werkzaamheden. Hieronder zijn de verschillende rollen beschreven die de participatiecoach kan vervullen: De Coach - Coachen: luisteren, bevragen, reflecteren, stimuleren, complimenteren, confronteren, evalueren. - Bewoner zelf stappen laten zetten. De Regelaar - Het regelen van simpele tot zeer complexe zaken in het leven van de bewoner. - Puinruimen, orde op zaken stellen na het eerste gesprek als er sprake is van chaotische omstandigheden. De Regisseur - Organiseren en afstemmen van samenwerking op casusniveau. - Afspreken wie regierol heeft. - Naleven en bewaken van samenwerkingsafspraken. - Partners aanspreken op de samenwerking en de dienstverlening aan de bewoner. - Zorgwekkende signalen rondom bewoner bespreken met experts uit het netwerk. De Ondersteuner - Oefenen. - Voor- en nabespreken. - Meegaan.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
8
- Herinneren aan afspraken. - Helpen bij invullen formulieren. De Toeleider/Dienstenmakelaar - Wijzen op de mogelijkheden op het gebied van voorzieningen, participatie en re-integratie, hulpverlening, wonen etc. - Doorverwijzen naar andere organisaties (inclusief warme overdracht). Afronding van het traject Een traject wordt afgerond als: - Iemand geen POP wil maken of er nog niet aan toe is. Dit kan de bewoner beslissen, de coach of gezamenlijk; - De resultaten behaald zijn en/of de bewoner eraan toe is. Er kan ook sprake zijn van een vervolgdoelstelling: ‘ik heb werk gevonden en ik wil het graag houden’. Als de behoefte bestaat kan de participatiecoach betrokken blijven bij het vervolgtraject; - Er sprake is van toeleiding naar passende dienstverlening; - De bewoner verhuist of overlijdt. Overleg, intervisie, reflectie De participatiecoaches hebben eens in de maand teamoverleg en eens in de maand intervisie/casuïstiekbespreking. Dat laatste is juist nodig omdat de participatiecoaches veel individuele ruimte wordt gelaten en zij tegelijkertijd in een complex werkveld werken met zware doelgroepen. Bovendien worden technieken en werkvormen verder ontwikkeld. Ook maken de teamleden weekimpressies, succesrecepten en interviewverslagen. Op deze manier reflecteren de teamleden niet alleen op hun ervaringen, ze maken er andere geïnteresseerden ook deelgenoot van. Inmiddels worden deze stukken breed verspreid, zowel binnen de organisatie als daarbuiten. Daarnaast vertellen de teamleden binnen en buiten Arnhem over het project tijdens presentaties. Op deze manier nemen zij anderen mee in waar zij mee bezig zijn, wat dat oplevert en wat het met de bewoners en met hen doet. Elke impressie en presentatie levert de teamleden ook weer wat op: zinvolle reacties, kennis en zelfreflectie. Samenwerking Ingezet is op samenwerking in de wijken met andere organisaties, m.n. degene die eveneens ‘achter de voordeur’ komen. Met organisaties rond werk en inkomen (Dienst IZ en UWV) zijn ook afspraken gemaakt over wie er mee kunnen doen, taakafbakening tussen de professionals, hoe doel- en rechtmatigheid wordt geregeld etc. E.e.a. staat uitgebreid beschreven in het rapport Meedoen Werkt (te downloaden vanaf www.arnhem.nl/participatieprojecten). Uitgangspunten van de methodiek De belangrijkste uitgangspunten van Meedoen dat doe je zelf op een rij: - Empowerment - Achter de voordeur - Nee bestaat niet - Frontlijnsturing Empowerment De belangrijkste grondslag van het project is het begrip ‘empowerment’. Het uitgangspunt van empowerment is de vraag van de persoon zelf. De eigen kracht wordt aangesproken en door het
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
9
ervaren van succes wordt tegelijkertijd gewerkt aan het versterken daarvan. De eigen inbreng en verantwoordelijkheid staan centraal. Waar wil jij naartoe, waar ga je mee aan de slag? Een eerste stap richting werk en participatie kan concreet variëren van het structureren van je administratie, het regelen van oppas voor je kind of het organiseren van een buurtactiviteit, tot computerles, een taalcursus of oriëntatie op zelfstandig ondernemerschap. Achter de voordeur ‘Als ik klant van onze gemeente zou zijn, zou ik dan door mij zelf geholpen willen worden?’ De participatiecoaches komen niet alleen achter de voordeur, zij denken en werken ook vanuit de situatie die zij achter de voordeur aantreffen. Met andere woorden: zij stellen de leefwereld centraal. In deze benadering van bewoners gaan zij uit van hoe zij zelf door anderen benaderd zouden willen worden. Dit doen zij door tijd en aandacht voor de bewoner te nemen, voor zijn verhaal. Zijn verhaal moet eerst verteld worden voordat je met elkaar verder kan en over de toekomst kan praten. Soms kan het gesprek pas over participatie of werk gaan nadat er eerst andere zaken zijn opgelost: zorgen dat water of stroom weer is aangesloten, een dreigende huisuitzetting ongedaan is gemaakt, een schuldhulpverleningstraject is opgestart, etc. De participatiecoach geeft de bewoner alle ruimte en vertrouwen. Hij toont oprechte interesse in en respect voor de bewoner zoals hij is: iedereen is de moeite waard. De participatiecoach luistert vooral heel goed en vraagt, confronteert, spiegelt, complimenteert, stimuleert en ondersteunt, gaat mee waar nodig. Hij staat ‘naast de bewoner’. Gedurende het contact ziet de participatiecoach de bewoner groeien: het zelfvertrouwen neemt toe, hij gaat bij zichzelf mogelijkheden en kwaliteiten zien. Iedereen wil eigenlijk heel graag vooruit, zo is de ervaring. Nee bestaat niet ‘Problemtalk creates problems, solution talk creates solutions’ Het hele team daagt elkaar uit om te denken in mogelijkheden: Wat kan wel? Hoe is dat te realiseren? Ze gaan er op af, ze gaan er doorheen, ze gaan voor het grotere belang; zij kijken naar het totale traject. Als bij het eerste deel al ‘nee’ gezegd wordt stagneert immers alles, terwijl een ‘ja’ zoveel meer oplevert dan alleen de ‘ja’ voor dat deel (kostenbaten analyse). De participatiecoaches accepteren geen wachtlijsten als dat het totale traject in de weg staat. Ze gaan voor de versnelling als bestaande processen het traject dreigen te vertragen. Bij deze benadering past oplossingsgericht coachen. Kenmerkend voor oplossingsgericht coachen is dat er weinig tot geen aandacht besteed wordt aan de oorzaken van een probleem. In plaats daarvan wordt direct uitgegaan van mogelijkheden en oplossingen. Frontlijnsturing ‘Fouten maken mag, zolang je er maar van leert.’ Het team is een spiegel voor met name de eigen organisatie: het team denkt vanuit de bewoner (voelt soms ook de onmacht, frustratie en angst van de bewoner) en koppelt terug wat hen hierbij opvalt. Niet alleen om voor die ene bewoner een succes te boeken, maar ook om structurele verandering op gang te brengen. Dit vraagt wel om een proactieve houding, tactisch inzicht en een dosis lef. Want het is in een gemeentelijke organisatie nog niet zo gebruikelijk als iemand ‘je keuken in komt’ en feedback geeft op jouw dienstverlening. Binnen de organisatieontwikkeling worden de participatiecoaches met hun manier van werken en de wijze van aansturing als voorbeeld gebruikt. Het draagvlak van het MT en het DT speelt hierin een belangrijke rol. Juist omdat het team geen kaders heeft en ze de gangbare paden verlaten heeft, hebben zij de steun nodig van het MT en het DT. Er zijn situaties waarin het team dit inzet om tot een doorbraak te komen. Locatie van uitvoering
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
10
De participatiecoaches werken vanuit diverse locaties in de wijken: wijkwinkels, wijkcentra, locaties van partners of eigen locatie.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen?
Ja X X
Nee
4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem De samenstelling en sociaal economische positie van de bevolking is in Arnhem de belangrijkste achtergrond van ontstane leefbaarheidsproblemen, met name in voornoemde krachtwijken. Arnhem heeft relatief veel werklozen, een hoge jeugdwerkloosheid, veel segregatie, veel niet-westerse allochtonen en weinig hogere inkomensgroepen. Het werkloosheidspercentage is aanmerkelijk hoger dan het stedelijk gemiddelde en daarbij concentreert de werkloosheid zich in enkele (voornoemde) wijken in de stad. (Bron: Marlet, G., Woerkens, C. van (2007): Leefbaarheid doorgrond, Leefbaarheid Arnhem in kaart gebracht, verklaard en vergeleken, Stichting Atlas voor gemeenten) Veel inwoners hebben een grote afstand tot werk en maatschappij. De problemen spelen zich af op meerdere terreinen: - gebrek aan sociale vaardigheden; - gezondheidsproblemen; - psychosociale problemen; - taalproblemen; - lage opleiding; - weinig werkervaring; - gebrek aan zelfwaardering en -vertrouwen. Ruim 9% van de Arnhemse beroepsbevolking is afhankelijk van de bijstand. Dat is hoger dan gemiddeld als gevolg van: o Groot aantal niet-westerse allochtonen onder beroepsbevolking. o Tekort aan bereikbare banen in en vanuit Arnhem voor zowel laag als hoog opgeleiden. Met risico of probleem samenhangende factoren Via het bestaande aanbod van re-integratiebedrijven lukt het onvoldoende om deze groep naar werk te leiden. Inwoners en hun problemen zijn niet altijd even goed in beeld bij instanties, door een te grote kloof met de instellingen of wantrouwen bij de doelgroep.
Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
Ja X X X
Nee
11
4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak Visie op participatie van de gemeente Arnhem ‘Meedoen, dat geldt voor iedereen!’ is de titel van de overkoepelende participatievisie van de gemeente Arnhem. Hierin worden twee vormen van participatie onderscheiden: - Arbeidsparticipatie: betaald werk met of zonder ondersteuning, werken met behoud van uitkering; - Maatschappelijke participatie: onbetaald werk en deelname aan activiteiten en voorzieningen. Beide vormen zijn in de visie van Arnhem volwaardige vormen van participatie. Voorop staat het ondersteunen van mensen in het verwerven van een eigen inkomen door regulier werk. Voor sommige burgers is dat niet haalbaar en dan is het gewenst dat ze zoveel mogelijk maatschappelijk kunnen participeren. Maatschappelijke participatie kan ook een springplank zijn richting betaald werk. Gelet op het grote belang van participatie voor zowel de individuele burger als de stad, wil Arnhem zijn burgers motiveren en in staat stellen om duurzaam zelfstandig te participeren op het niveau dat past bij de behoeften en mogelijkheden van de stad en de burger. Hiertoe: - investeert de gemeente in de competenties en vaardigheden die burgers nodig hebben om te kunnen participeren en/of om hun participatieniveau te vergroten; - creëert de gemeente werk- en werkervaringmogelijkheden en ondersteunen het mantelzorg en vrijwilligerswerk; - worden belemmeringen weggenomen die burgers verhinderen te participeren. Daarbij gaat het onder andere om armoede, discriminatie en achterblijvende emancipatie. (Bron: ‘Meedoen: dat geldt voor iedereen; participatievisie Arnhem, juni 2009, gemeente Arnhem). De participatieroos De gemeente Arnhem streeft ernaar om iedere Arnhemse burger die behoefte heeft aan ondersteuning om te gaan participeren, die ondersteuning ook op maat te bieden. Omdat de problematiek van waaruit de ondersteuningsbehoefte voortkomt vaak multicausaal is, is de ‘participatieroos’ ontwikkeld. Hierin worden acht participatiedomeinen onderscheiden: Werk/Inkomen, Onderwijs/NL taal, Wonen/Runnen huishouding, Veiligheid, Gezondheid/ Welzijn, Vrijwilligerswerk, Opvoeding/Combineren werk en zorg, Vrijetijdsbesteding. Roos inburgering, integratie en participatie Werk/Inkomen Veiligheid
Participatie (algemeen beleid) Integratie (specifiek beleid)
Vrijetijdsbesteding
Inburgering (basis)
Onderwijs/ NL taal
Opvoeding/ combineren werk en zorg
Wonen/ Runnen huishouding
Vrijwilligerswerk Gezondheid/ Welzijn
Burgers kunnen op al deze domeinen belemmeringen ondervinden om te participeren. Om deze
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
12
belemmeringen weg te nemen en om competenties te versterken, zijn activiteiten en voorzieningen nodig die het participatieniveau kunnen vergroten. De rol van de gemeente en inzet van middelen verschilt per domein. De krachtwijken in Arnhem De gemeente Arnhem kent vijf zogeheten ontwikkelwijken, waarvan er vier aangewezen zijn als krachtwijken (Het Arnhemse Broek, Klarendal, Malburgen en Presikhaaf). In de wijkactieplannen is de doelstelling opgenomen dat per wijk het aantal bijstandsklanten met in totaal 30% zal verminderen. Dit betekent dat ook de harde kern van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt moet worden bereikt via een vindplaatsgerichte aanpak. Anders gezegd: de lastige bereikbaarheid en verborgen problematiek vragen om een naar buiten tredende aanpak achter de voordeur. Uitgangspunt is dat werk hét middel is om te participeren in de maatschappij. Het gaat dan om regulier werk (eventueel met plaatsingsubsidie) en participeren met behoud van uitkering. De gemeente heeft besloten om de vijfde ontwikkelwijk Geitenkamp te benaderen als ware het een krachtwijk. Dit om een eenduidig en consistent beleid voor de wijken neer te zetten. De participatiecoach valt rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Arnhem. De participatiecoach bezoekt op instigatie van de gemeente de mensen en introduceert zich ook als zodanig. De participatiecoach heeft een bijzondere band met de kernorganisaties rond werk en inkomen, waaronder met de Dienst Inwonerszaken. De coach is een schakel tussen de burger in de wijk en zijn of haar casemanager. Waar nodig kan de participatiecoach ook in de spreekkamer naast of voor de burger met de casemanager het gesprek aangaan. Model werkwijze participatiecoaches Projectleider participatiecoaches
(schakel tussen opdrachtgever en uitvoering)
Backoffice
(administratie, ondersteuning en monitoring)
Casemanagers Inwonerszaken Zorg- en welzijns instellingen
Coach
Coach
Woonconsulenten corporaties Onderwijsinstellingen
Minimaal 500 huishoudens benaderen
Andere partners
Inzetbaar in de eerste- of in de tweedelijn De participatiecoach is inzetbaar als een eerstelijnsfunctionaris én als een tweedelijnsfunctionaris. In de samenwerking met externe partners wordt bezien hoe de coach efficiënt ingezet wordt. In een artikel uit sociaal bestek (Dennis Janssen, sept 2008), wordt e.e.a. helder verwoord:
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
13
Het project ‘Meedoen dat doe jezelf!’ is bedoeld als een vernieuwingsimpuls. Bewoners worden op een andere manier benaderd. Niet alléén door de gemeente, maar door de gemeente in nauwe samenwerking met haar partners. Onorthodoxe werkmethoden worden hierbij niet geschuwd. Het is daarbij soms zoeken naar die ene speld in de hooiberg, of, zoals de Leeuwardense wethouder Marco Florijn op de startconferentie van het gezamenlijke project aangaf: het gaat om serendipiteit, wat vrij vertaald kan worden met ‘het vinden van iets onverwachts en bruikbaars terwijl je op zoek bent naar iets totaal anders’. Voor de aanpak betekent dit dat niet alles vooraf bekend is van mensen die worden benaderd. Mensen kunnen bijvoorbeeld worden benaderd omdat ze een uitkering hebben of omdat ze hun huur niet betalen. Het is daarbij de kunst om, los van het idee achter het eerste contact, te komen tot afspraken en acties waar de bewoner zelf óók in gelooft. De systeemwereld van waaruit veel overheidsorganisaties en instellingen werken komt niet altijd overeen met de leefwereld van bewoners in de wijken. De Arnhemse participatiecoaches hebben daarom de opdracht meegekregen vooral te werken vanuit deze verwachtingen, omstandigheden, vaardigheden en handelingsmogelijkheden van de mensen zelf. Om de brug tussen leefwereld en systeemwereld te kunnen slaan gaan de coaches echt naast de mensen staan. Alles wat ze doen doen ze vanuit het gezichtpunt van de bewoner. Samen wordt bezien wat iemand nodig heeft om (weer) mee te doen, voor (nieuw, ander of beter) werk, voor inburgering, reductie van armoede, etc. Ook wordt gekeken naar het gebruik van de gemeentelijke diensten, naar diensten van het UWV, naar belemmerende factoren (geen kinderopvang, veel schulden, etc.) en (gemeentelijke) regelingen die belemmerend en of vertragend werken. Mensen bepalen vervolgens samen met hun coach wat nodig is om de aanwezige belemmeringen op te heffen. Broodnodige vitale coalities In Arnhem is al veel achter-de-voordeur-ervaring aanwezig. Deze ervaring zit niet alleen bij de gemeente, maar ook bijvoorbeeld bij de welzijnsorganisatie Rijnstad, bij de woningscorporaties en bij andere instellingen. Het is voor de coaches nodig om samen te werken met deze partijen. Het aangaan van ‘vitale coalities’ is hierbij het motto.1 Arnhemse instellingen moeten zich vooral vinden in praktisch handelen met respect voor elkaars werkwijze en indentiteit. Het ‘loslaten’ moet als het ware tot kunst worden verheven. In de concrete praktijk van de participatiecoach komt het er op neer dat elkaars ervaringen, netwerken en contacten optimaal moeten worden benut. De participatiecoaches zijn daarom zowel inzetbaar zijn als een eerstelijnsfunctionaris én als een tweedelijnsfunctionaris. In opdracht van woningcorporatie Volkhuisvesting komt welzijnsorganisatie Rijnstad al jarenlang bij heel wat mensen achter-de-voordeur. Veel mensen hebben problemen die met werk te maken hebben. De medewerker van Rijnstad kan de participatiecoach bijvoorbeeld introduceren en zodoende de drempel om binnen te komen zo laag mogelijk maken. In andere gevallen legt de participatiecoach zelf het eerste contact. Daar waar problemen opgelost moeten worden door andere organisaties fungeert de participatiecoach als een makelaar richting woningcorporatie, GGZ-instelling of bijvoorbeeld verslavingszorg. Samenvatting werkzame ingrediënten De volgende succesfactoren zijn onderscheiden: - De gemeente organiseert bij de start van het project actief regie op de wijk. 1
P.W. Tops en E.M.H. Cornelissen, Vitaliteit en vitale coalities in het openbaar bestuur, een verkenning. Conferentie ‘Betovering in een
Onttoverde Wereld’ van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (TSPB, Universiteit van Tilburg) op donderdag 2 november 2006 in het Eftelingpark.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
14
- De werkwijze van de coaches staat niet vast. Er is ruimte om een eigen werkwijze te ontwikkelen. - Het project wordt naar buiten toe uitgedragen door middel van weekimpressies en succesrecepten. - De participatiecoaches gaan vraaggericht te werk waarbij zij de leefwereld van de bewoner centraal stellen. In deze benadering van bewoners gaan zij uit van hoe zij zelf door anderen benaderd zouden willen worden. - De participatiecoach geeft de bewoner alle ruimte en vertrouwen en houdt de bewoner (indien nodig) een spiegel voor. - Oplossingsgericht coachen: niet denken in oorzaken en problemen, maar in mogelijkheden en oplossingen. Daarnaast zijn de zogeheten Tops uit het ‘Inspiratieboekje’ vermeldenswaard. Deze zijn hier op een rij gezet. Empowerment: - De participatiecoaches zijn authentiek in hun doen én laten. Zij blijven trouw aan zichzelf en de uitgangspunten van de methodiek. Zij nodigen anderen uit om ook zichzelf te zijn. -
Intuïtie is een onschatbaar instrument. De participatiecoaches vertrouwen hierop en zetten het in.
Achter de Voordeur: - Het vrijwillige karakter van de dienstverlening werkt drempelverlagend en motivatieverhogend. Bewoners durven eerder en meer van zichzelf te laten zien. Nee bestaat niet: - De participatiecoaches hebben de opdracht gekregen om de gangbare paden te verlaten. Geen kaders, geen werkprocessen, om te doen wat nodig is in het belang van het totale traject. -
Vanaf de start van het project hebben de participatiecoaches de ‘Ja’ gekregen van het managementteam en het directieteam. Dit heeft de weg vrijgemaakt om het anders te doen.
Frontlijn: - De participatiecoaches geven professionals feedback over het effect van hun handelen op de situatie van bewoners. Dit bewustzijn is de eerste stap naar verandering. Resultaten: - De participatiecoaches zien niet alleen de persoon die gecoacht wordt veranderen, maar ook het effect van deze verandering op zijn gezin, hun directe omgeving en de wijk. Deze olievlekwerking is groter dan verwacht.
Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
Ja X
Nee
X X
15
de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Onderstaand een opsomming van eisen. De participatiecoach: kijkt vanuit het gezichtspunt van de burger; stelt zich de vraag wat de burger (die hij concreet voor zich heeft en spreekt) nodig heeft voor participatie, voor (beter) werk, voor inburgering, reductie van armoede, etc; werkt aan een betekenisvolle relatie met mensen; kijkt samen met de burger naar het gebruik van de gemeentelijke diensten en UWV / CWI diensten, naar belemmerende factoren (geen kinderopvang, veel schulden, etc.) en (gemeentelijke) regelingen die belemmerend en of vertragend werken; bepaalt samen met de burger wat nodig is om de belemmeringen op te heffen; neemt niet het werk van bestaande dienstverleners over maar fungeert als dienstenmakelaar; werkt aan het realiseren van de doelstellingen van de gemeente en CWI / UWV op het terrein van re-integratie en participatie vanuit een onafhankelijke positie. De coaches krijgen een ‘empowerment’ doelstelling mee. De burger moet zelf met oplossingen komen en de coaches moeten zijn uitgerust om: de juiste vragen te stellen mensen te enthousiasmeren om mee te werken en hen te overtuigen om zelf te werken aan hun traject (eigen verantwoordelijkheid nemen). Benodigde vaardigheden: - ondernemend - besluitvaardig - integer en onafhankelijk - oplossingsgericht - geen 9 tot 5-mentaliteit - gericht op samenwerken - overtuigingskracht
Overige eisen Geen
5 Overige voorwaarden voor toepassing Overige voorwaarden voor toepassing Voor de toepassing van de interventie is geen speciale indicatie vereist, die afwijkt van de voor de sector of aanbieder wettelijk gebruikelijke indicatie.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
16
Kosten De personele kosten van het team participatiecoaches worden gefinancierd uit het W-deel, alsook die voorzieningen die de participatiecoaches inzetten om het traject van de bewoner richting participatie of werk te ondersteunen, bijvoorbeeld vergoeding van een fiets. De participatiecoaches bereiden bewoners voor en leiden hen toe naar het reguliere reintegratieaanbod van de gemeente, maar ook naar andere organisaties . Zij zetten vervolgens dienstverlening in die voor hun rekening komt. Daarom zijn de kosten per bewoner niet apart naar de participatiecoaches toe te schrijven. Met een IPW-subsidie, zijnde € 797.500,- zijn de methodiekontwikkeling en- beschrijving, het klantvolgsysteem, de procesevaluatie en het ontwikkeltraject van het team gefinancierd. Dit betreft overigens twee projecten, namelijk zowel het hier beschreven Project ‘Meedoen dat doe je zelf’ als het project ‘Arnhem in beweging’.
6 Praktijkervaringen Al onderstaande citaten/beschrijvingen zijn afkomstig uit het ‘Inspiratieboekje’ van Meedoen dat doe je zelf. Praktijkervaringen professional Anouk, participatiecoach: ‘Het groeiproces bestaat uit kleine stapjes. Soms vooruit, soms achteruit, dat hoort er allemaal bij. Ik laat mensen zien welke stapjes ze al gezet hebben en hoe belangrijk die zijn. Dat inzicht inspireert hen om verder te gaan en de volgende stap te zetten.’ Hanneke, participatiecoach: ‘Als je bij mensen thuis komt, neem je meer dan ooit jezelf mee. Door open en enthousiast op mensen af te stappen, krijg ik mensen mee, durven ze nieuwe dingen te proberen. Hoe meer je uitgaat van het positieve en dat benadrukt, hoe beter het met iemand gaat.’ Praktijkervaringen cliënten Overgenomen van Inspiratieboekje ‘Ik ben Daan, 20 jaar en ik kom uit Arnhem. Ik heb tot nu toe geen gemakkelijk leven gehad. Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn moeder was verslaafd en mijn vader is overleden toen ik 12 jaar was. Ik heb altijd voor mijzelf moeten zorgen, want mijn moeder kon het niet. Er was ook weinig geld waardoor ik al vroeg gewend was om in armoede te leven. Zo nu en dan heb ik toen ik klein was bij mijn vader gewoond en dat ging soms goed en soms niet. Mijn moeder heeft een hele tijd een vriend gehad die nogal gewelddadig was waardoor ik in een agressieve omgeving ben opgegroeid. Dit allemaal heeft mij wel gemaakt tot wie ik nu ben en daar heb ik geen problemen mee. De hulpverlening begon voor mij al op de basisschool. Daar zat ik bij de kinderbescherming wat voor mij een hele stressvolle periode was. Zo heb ik altijd hulpverlening gehad tot aan nu toe. De hulpverlening is voor mij niet altijd geweest wat het zou moeten zijn. Dat lag gedeeltelijk aan mijzelf maar ook voor een groot deel aan de hulpverleners. Mijn ervaring met hulpverleners is dat zij niet op één lijn zitten met mij. Ze doen vaak neerbuigend, vertellen je wat je MOET doen en als je er zelf niet constant achterna gaat verwatert het contact flink. Vorig jaar ben ik uiteindelijk bij Iriszorg terecht gekomen. Mijn moeder zit daar en ik was nevenpatiënt van mijn moeder, terwijl ik niet verslaafd ben. Maar de Iriszorg was het enige waar ik nog terecht kon voor echte hulp. Via hen ben ik bij Lindenhout terecht gekomen die een huisje voor mij hebben geregeld. Eindelijk was ik zelfstandig, weg bij mijn moeder en met een toekomst
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
17
in het vooruitzicht. Dat is helaas ook niet goed afgelopen. Na een half jaar moest ik uit het huisje en zou ik een andere woning krijgen. Maar dat kreeg ik dus niet. Zo kwam ik weer bij mijn moeder, in die omgeving waar ik al te lang in zat en waar ik heel graag uit wou. Toen kreeg ik een vriendin. Ik heb een tijdje bij haar gewoond, totdat mijn vriendin uit huis gezet werd wegens schulden. Wij konden nergens heen en stonden op straat met een paar kratten waardevolle spullen die we nog net uit het huis mochten pakken. Dus ging ik weer terug naar mijn moeder. Gelukkig mocht mijn vriendin daar ook logeren. Op dat punt hebben wij besloten dat we maar weer hulp moesten proberen te zoeken. Zo kwamen wij uit bij een participatiecoach. Ik had er eigenlijk geen trek in gezien mijn vorige ervaringen met hulpverleners. Maar gelijk bij het eerste gesprek voelde we ons al op ons gemak bij haar. Zij luistert écht naar wat je te zeggen hebt, veroordeelt je niet voor wat je gedaan hebt en is motiverend. Zij gaf mij net dat duwtje in de rug dat ik nodig had om mijn leven weer op de rails te krijgen. De problemen die ik had toen ik bij de participatiecoach kwam waren: ik was werkloos, ik had geen huis en ik had een betalingsachterstand bij mijn zorgverzekering omdat ik geen uitkering aan kon vragen. Na 5 maanden hulp van onze participatiecoach en veel solliciteren en fulltime bezig zijn met een baan zoeken gaat het nu de goede kant op. Ik heb eindelijk een baan als schilder, wat ik altijd al wou! Ik ga nu geld verdienen en kan hopelijk snel een eigen woning vinden. Veel hiervan heb ik te danken aan de hulp van mijn participatiecoach. Zij weet hoe ze met jongeren om moet gaan. Wij hebben wekelijks contact met haar en zij stuurt ook altijd een sms’je op de dag dat ik iets belangrijks te doen heb. Daarin staat dan dat ze vindt dat ik het heel goed doe en dat ze trots is op ons. En dat is heel fijn om te horen; dat iemand waardeert wat je probeert te doen en voor de volle honderd procent achter je staat!! Ik doe veel dingen zelf en mijn participatiecoach ondersteunt mij daarbij. Altijd als ik haar nodig heb hoef ik maar te bellen en zij heeft tijd voor mij. Zo hoort voor mij hulpverlening te zijn!’ Praktijkvoorbeeld Overgenomen van website, staat ook in inspiratieboekje. Succesrecept: Bewoonster heeft zelf de regie in handen genomen Het Recept (wat ging er aan het succes vooraf): Bewoonster heeft in de eerste 3 maanden van het project "Arnhem in Beweging" veel stappen gezet. Ze gaat een taalcursus volgen bij het Universitair Taalcentrum in Nijmegen en stage lopen via Werken voor de Stad bij Rijnstad in het peuterwerk. Al een succes op zich! In verband hiermee is er buitenschoolse opvang nodig. Hiermee kwamen ook de problemen, want iedereen maakte zich zorgen of dit wel mogelijk was, of het wel verstandig was, of ze het wel aankon, of er wel een plekje bij de buitenschoolse opvang beschikbaar was en kwam met voorstellen, ideeën enz. O.a. de trajectbegeleider van Rijnstad waar ze stage loopt, de Werktoeleider van Werken voor de Stad, de mensen die vanuit de gemeente verantwoordelijk zijn voor de kinderopvang. Op een gegeven moment zagen zowel de bewoonster als ikzelf door de bomen het bos niet meer. Vervolgens heb ik dit verhaal met onze projectleider besproken en zij gaf mij het volgende advies: Ga terug naar de basis, het moet vanuit de bewoner komen. Dit ook zo voorgelegd aan de bewoonster: Maak gebruik van je eigen kracht en vaardigheden, probeer je onafhankelijk van hulpverleners te maken. Binnen 2 dagen heeft zij vervolgens binnen haar eigen omgeving een oplossing gezocht en gevonden! Haar vriendin (ook in de uitkering) wil nl. als gastouder optreden. Dit heeft een soort sneeuwbaleffect, want beide bewoonsters zijn zich nu samen aan het oriënteren hoe je dit gastouderschap kunt formaliseren. Belangrijkste ingrediënt(en) (succesfactor(en)):
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
18
- Trouw blijven aan ons basisprincipe! Dus niet betuttelen, alles willen regelen, de regie in handen willen hebben enz. Ga uit van de kracht en kwaliteiten van de bewoner, laat de bewoner deze gebruiken en ontdekken dat je zelf de regisseur van je eigen leven kunt zijn.
7 Beschrijving onderzoek effectiviteit
Vanaf het begin van het project zijn de participatiecoaches gevolgd door twee onderzoeksbureaus: Kennisnetwerk Achter de Voordeur heeft de methodiek beschreven en een procesevaluatie uitgevoerd. TNO Kwaliteit van Leven heeft een effectmeting van de aanpak gedaan. Voor dit laatste is gebruik gemaakt van een a-selecte steekproef van 139 dossiers van de participatiecoaches, een voldoende aantal om representatieve uitspraken te doen. Er is een 0- en een 1-meting gedaan. Tussen beide metingen zat gemiddeld iets meer dan een half jaar. Al deze onderdelen zijn beschreven in het onderzoeksrapport ‘Meedoen werkt!’ Procesevaluatie Overall samenvatting - De drempel is laag, participatiecoaches hebben geen enkele moeite om met bewoners in contact te komen en zelfs om ‘achter de voordeur te komen’. - De uitvoering van huisbezoeken verloopt voorspoedig. Inmiddels zijn 472 bezoeken afgelegd en 139 persoonlijke ontwikkelplannen opgesteld. - Vastgelopen dossiers zijn losgetrokken en wachtlijsten zijn doorbroken. - Bij de organisaties waar ‘wordt ingebroken’ bestaat nog onvoldoende stimulans om de interventie als een belangrijk en waardevol signaal op te vatten, bijvoorbeeld om het aanbod voor bewoners met specifieke omstandigheden anders te gaan organiseren, om verder te ontkokeren en de regeldruk voor burgers te verminderen. - Betrokken partnerorganisaties die eveneens actief zijn in de wijk zijn beter in staat om in te spelen op de behoeften van de bewoner door het toegenomen zicht op hun situatie. - Bewoners zijn positief over het project. Alle bewoners geven aan dat zij zonder tussenkomst van de participatiecoach niet in staat waren geweest stappen vooruit te zetten. Conclusies van het Kennisnetwerk (samenvatting) Regie en samenwerking 1 De gemeente organiseert bij de start van het project actief regie op de wijk. De startbijeenkomst (mei 2008) speelt daarbij een belangrijke rol. 2 De samenwerken met andere organisaties in de wijk gaat niet vanzelf en niet vanzelf goed, maar ‘regelt zich gaande weg in’. 3 Interne regie als voorwaarde voor extern optreden is goed gevestigd. Om extern een goed samenwerkingspartner te zijn is interne organisatie vereist: ofwel externe regie vraagt om interne regie. Werkwijze 4 De drempel is laag. Participatiecoaches hebben geen enkele moeite om met bewoners in contact te komen en om ‘achter de voordeur te komen’.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
19
De uitvoering van huisbezoeken verloopt voorspoedig. Inmiddels zijn 472 bezoeken afgelegd en 139 persoonlijke ontwikkelplannen opgesteld. In totaal hebben de participatiecoaches 128 bewoners begeleid naar een vorm van participatie, 54 naar een re-integratietraject en 102 naar werk, terug naar school of zelfstandig ondernemerschap. 6 De werkwijze van de coaches staat niet vast. Er is ruimte om een eigen werkwijze te ontwikkelen. De participatiecoaches benutten deze ruimte met het gebruik van een schaalvraag 7 Coaches zijn in staat effectief ‘in te breken’ op bestaande wachtlijsten. Zij weten via korte lijnen de bewoner door het woud aan bestaand aanbod te loodsen. Vaak lukt het daarbij zelfs om voorrang te regelen op bestaande wachtlijsten bij diverse bestaande loketten. 8 Bij de start van het project is door de projectleiding fors geïnvesteerd in het zichtbaar maken van het project zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten. Hier zijn met name twee instrumenten voor ingezet, namelijk de “weekimpressies” en de “succesrecepten”. Uitgangspunten voor het project 9 De uitgangspunten voor het project stimuleren een goede werkwijze en het bereiken van resultaten. Het gaat daarbij niet om één van de uitgangspunten in het bijzonder, maar om de combinatie van uitgangspunten: Empowerment, achter de voordeur, frontlijnsturing, ‘nee bestaat niet’. Deze uitgangspunten zijn goed in het denken en handelen van de coaches verankerd. Bewoners ervaren de resultaten van deze uitgangspunten en ervaren concreet dat naar oplossingen wordt gezocht, dat zij op hun eigen kracht worden aangesproken en verkokering wordt beslecht. Resultaten 10 Het project is ‘slechts’ anderhalf jaar onderweg en dat is inclusief de opstartfase. Betrokkenen zijn het er in de interviews allemaal over eens dat een duurzame aanpak tijd nodig heeft. Resultaten zijn op de korte termijn nog vaak ‘broos’ en de relatie met bewoners vraagt veel tijd en onderhoud. Als het project bij wijze van spreken morgen ophoudt, zijn de resultaten ook weer snel verdwenen. 11 Na anderhalf jaar kunnen diverse voorbeelden van resultaten worden opgetekend: a Bewoners zijn positief. Alle bewoners geven aan dat zij zonder tussenkomst van de participatiecoach niet in staat waren geweest stappen vooruit te zetten. b Professionals zijn positief over de resultaten, zij pleiten voor een continuering waarin de resultaten verder kunnen toenemen en verduurzamen. Zo noemen zij diverse resultaten: - De veiligheid in de wijk is op onderdelen vergroot door gerichte inzet op probleemjongeren door de coaches. - De participatiebereidheid van bewoners is toegenomen. - Het gebruik van voorzieningen door bewoners is vergroot. - Vastgelopen dossiers zijn los getrokken. - Andere organisaties in de wijk kunnen beter inspelen op de behoeften van bewoners door het toegenomen zicht op de situatie. Conclusies getrokken uit Monitorsessies in de wijken Malburgen en ’t Arnhemse Broek Gedurende een drietal monitorsessies met een klankbordgroep van vertegenwoordigers uit de wijk (o.m. Stichting MEE en jongerenwerk e.v.a.) is een beeld ontstaan van wat goed en minder goed gaat in de wijken. Conclusie: De rol van de participatiecoaches in de beschreven ontwikkelingen op wijkniveau is niet precies aan te geven, maar de algemene indruk binnen de klankbordgroep is dat ze hier zeker aan bijdragen (veelal in samenwerking met andere partijen). De individuele benadering van de participatiecoaches ondersteunt onder andere ook de ‘groepsgewijze empowerment’ van het project ‘Arnhem in beweging’ en is tegelijkertijd een belangrijk wervingskanaal hiervoor. De belangrijkste toegevoegde waarde van de participatiecoaches is dat zij achter de voordeur komen. Zij kunnen vanuit deze situatie problemen signaleren die anders verborgen blijven en zorgen voor toeleiding naar voorzieningen of het inschakelen van instanties, zoals schuldhulpverlening. De indruk
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
20
van de aanwezigen is dat de participatiecoaches de lijntjes goed weten te verbinden en voor nazorg zorgen. Mensen worden hierdoor beter bediend; worden niet van het kastje naar de muur gestuurd. Volgens de klankbordgroep zou de rol van de participatiecoaches nog wel meer preventief ingevuld mogen worden. De participatieprojecten in de Arnhemse wijken Malburgen en ’t Arnhemse Broek zijn zeker niet de enige initiatieven die in deze wijken zijn gestart. Hoewel de nadruk vooral ligt op activering en het weer op weg helpen naar werk, zorgen ze ook duidelijk voor een betere verbinding naar andere dienstverleners en benutting van voorzieningen. Indirect lijken ze daarmee in belangrijke mate bij te dragen aan de positieve ontwikkelingen in de wijken op het gebied van betrokkenheid, sociale cohesie en leefbaarheid. In ’t Arnhemse Broek lijkt men iets positiever dan in Malburgen over de verbeteringen op het gebied van de sociale cohesie en het doorbreken van een eenzijdige oriëntatie op de eigen groep, maar over het algemeen zijn de ontwikkelingen in de wijken redelijk vergelijkbaar, evenals de initiatieven in de wijken. Een beeld dat ook in beide wijken terugkomt, is dat het initiatief nog weinig vanuit bewoners zelf komt. Het ‘opzoeken’ van de mensen is belangrijk. De bestendigheid van de positieve ontwikkelingen is nog allerminst zeker. De klankbordgroep betwijfelt ten zeerste of het überhaupt op enig moment te verwachten is dat bewoners helemaal zelf of met onderlinge steun het soort problemen kunnen oplossen of activiteiten kunnen initiëren zoals dat nu door de participatiecoaches gebeurt. Het project en de werkwijze van de participatiecoaches hebben een hoog ‘doe-gehalte’. Belangrijk is wel om de continuïteit van de aanpak te waarborgen zodat de winstpunten niet verloren gaan. Zonder de huidige aanpak is het de vraag of mensen worden bereikt die tot nu toe veelal buiten beeld bleven. Ook is het de vraag of de bewoners uiteindelijk zodanig empowerd zullen zijn dat het ook zelfstandig lukt zonder de inzet van participatiecoaches.
Resultaatevaluatie Samenvatting van de resultaten: 472 bewoners bereikt 139 (29%) POP’s opgesteld door bewoners 128 (27%) bewoners begeleid naar een vorm van participatie 102 (22%) bewoners aan het werk, terug naar school of een eigen zaak gestart 54 (11%) re-integratietrajecten ingezet Conclusie effectevaluatie TNO (op basis van 139 dossiers) De resultaten van het effectonderzoek laten zien, dat er op een aantal punten inderdaad al duidelijke effecten zijn bereikt. Op andere punten is er nog vooral sprake van het in beeld brengen van de problemen, zodat hierop ingespeeld kan worden. Het belangrijkste positieve resultaat is dat aanzienlijk meer mensen aan het werk zijn gegaan, of meer uren zijn gaan werken. Het effectonderzoek laat ook zien dat de inzet van instrumenten door de participatiecoaches hier positief aan heeft bijgedragen. Ook het opstellen van een POP met de bewoners heeft een positief effect op het (weer) aan het werk gaan van deze mensen. Een ander positief effect is dat, mede door de inzet van instrumenten door de participatiecoaches, meer mensen een opleiding zijn gaan volgen. Met name wat betreft taalvaardigheid, schulden en gezondheid van mensen, zien we dat er gaandeweg meer problemen geconstateerd worden door de participatiecoaches. Bovendien zien we dat er een verband is tussen een toename van de geconstateerde problemen en de inzet van instrumenten. Dit duidt erop dat de participatiecoaches op deze gebieden gaandeweg de (omvang van) problemen gaan zien en hier op in kunnen spelen met de inzet van instrumenten. Als de inzet van instrumenten daadwerkelijk effectief is, zouden de problemen vervolgens weer af
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
21
moeten nemen en in ieder geval niet toenemen. De periode van het huidige effectonderzoek is te beperkt om deze effecten al waar te nemen. Als de ontwikkeling van deze mensen ook de komende periode gemonitord wordt, en veranderingen geregistreerd in RIS AdV, kan de effectiviteit op deze dimensies ook nader geanalyseerd worden. Uit het onderzoek naar de meer subjectieve kenmerken van mensen, valt vooral de eigenwaarde van mensen op. Deze is bij de nulmeting al hoog en is gaandeweg nog verder toegenomen. Ook zien we een positieve ontwikkeling in de sociale druk die mensen ervaren om daadwerkelijk actief te zijn in hun leven. De omgeving van de mensen vindt dit belangrijk en men vindt de mening van hun omgeving ook belangrijk. Deze combinatie is een gezonde stimulans voor mensen om daadwerkelijk activiteiten op te pakken.
Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht?
Ja X X
Nee
Toets Resultaatevaluatie Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
Ja X
X Nee X X X X X
8 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit Beoordeling panel: Meedoen dat doe je zelf is een ‘institutiedoorbrekende’ interventie. De participatiecoaches werken binnen een strakke structuur van afspraken en uitgangspunten (‘empowerment’, ‘achter de voordeur’, ‘nee bestaat niet’ en ‘frontlijnsturing’), maar daarbinnen (m.b.t. alles wat de bewoners direct aangaat) hebben zij alle vrijheid hun werk naar eigen goeddunken in te richten. ‘De professional die de ruimte krijgt’ is daarmee ook een werkend bestanddeel en wordt ook met name genoemd. Ook het feit dat de participatiecoaches geheel los opereren van bestaande instituties als de sociale dienst, heeft een gunstig effect op de interventie en zou als werkend bestanddeel vermeld kunnen worden. Opvallend is wel het bereik van deze interventie waaraan bewoners op vrijwillige basis deelnemen: vooral autochtone bewoners zijn bereikt, terwijl de bewoners van de vier Arnhemse krachtwijken en een ‘ontwikkelwijk’ grotendeels van allochtone afkomst zijn.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
22
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting
‘Meedoen dat doe je zo’ is ontstaan vanuit de constatering dat leefbaarheidproblemen als gevolg van samenstelling en sociaaleconomische positie van de bevolking zich in Arnhem concentreren in de vijf genoemde wijken. Er is bewust gekozen voor vrijheid in werken van professionals, echter met inachtneming van vier heldere uitgangspunten van de interventie (‘empowerment’, ‘achter de voordeur’, ‘nee bestaat niet’ en ‘frontlijnsturing’).
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht, of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.
X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.
Toelichting
De procesevaluatie is uitvoerig en geeft een goed beeld van de werkende bestanddelen.
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting
Resultaten zijn uitgebreid in beeld gebracht, zowel steekproefsgewijs (TNO) als van het totale bestand (vanuit de projectorganisatie zelf)
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
23
9 Overige informatie Uitvoerende organisatie Meedoen dat doe je zelf is een initiatief van de Gemeente Arnhem Bezoekadres: Eusebiusbuitensingel 53 Postbus 59 6800 LK Arnhem www.arnhem.nl/participatieprojecten tel. 026: 3773039 Projectleider: Imka Broekhuijsen.
Overige informatie Deze beschrijving is gebaseerd op het onderzoeksrapport Meedoen werkt – Participatie door Empowerment in gemeente Arnhem, maart 2010. Auteurs: Eefke Cornelissen (Kennisnetwerk Achter de Voordeur), Mark Rouw (Partners + Propper), Rob Bogman (Partners + Propper), Susan Place (Partners + Propper), Peter Brouwer (TNO) en Pim Piek (TNO). Met medewerking van Imka Broekhuijsen, Dennis Janssen, Maaike Mulder en Chris Smallenbroek. Het rapport is te downloaden vanaf de website (zie boven). Citaten/beschrijvingen onder 6. zijn afkomstig van de publicatie ‘Meedoen dat doe je zelf – een inspiratieboekje; werken in de wijk met participatiecoaches’, juni 2010, en/of van bovenvermelde website.
Dit werkblad is mede gebaseerd op de Werkbladen van de Databank Effectieve Jeugdinterventies van NJI en RIVM en de Databank Effectieve Interventies in de Sociale Sector van Movisie.
www.interventiesnaarwerk.nl – Werkblad beschrijving versie 1.4
24