Z30-b6
vervoerregio groningen
Carpoolen, hoe doe je dat?
Een kwestie van goede afspraken over de gang van zaken en over de kosten
CARPOOLEN
HOE DOE JE DAT ?
INHOUD:
1.
INLEIDING
2.
ORGANISATIE VAN DE DAGELIJKSE RIT • • • •
• • 3.
Op welke dagen carpoolen ? Welke route(s) ? Hoe laat vertrekken ? Waarvandaan vertrekken ? • Ophalen • Verzamelen Wat te doen als iemand de afspraken niet kan nakomen ? En dan...
VERREKENING VAN DE KOSTEN • •
De meest eenvoudige situatie Minder eenvoudige situaties • 3.A. Iemand is uitsluitend meerijder • 3.B. Iemand woont uit de buurt • 3.C. Iemand maakt minder vaak gebruik van de carpool • 3.D. Iemand is minder vaak chauffeur • 3.E. Iemand is vaste chauffeur
4.
INZITTENDENVERZEKERING ?
5.
TOT SLOT
BIJLAGEN 1.
OPHALEN OF VERZAMELEN
2.A.
CARPOOLPARKEERPLAATSEN IN DE REGIO
2.B.
GEPLANDE CARPOOLPARKEERPLAATSEN IN DE REGIO
Deze handleiding is vervaardigd door Rijkswaterstaat Directie Groningen. Wij stellen het zeer op prijs als U ons suggesties voor verbetering en aanvullingen toestuurt. Op deze manier is het voor ons mogelijk om deze handleiding steeds weer te verbeteren. Uw suggesties en aanvullingen kunt U sturen naar:
Rijkswaterstaat Directie Groningen t.a.v. S. Rooze Postbus 30041 9700 RM Groningen
Ook kunt U telefonisch contact opnemen met Simon Rooze:
050 • 204900
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
1.
INLEIDING
Voor U ligt de handleiding "Carpoolen, hoe doe je dat?" Om U een indruk te geven, worden eerst enkele carpoolers aan het woord1 gelaten: Carpoolen is geven en nemen. Je kunt niet op je strepen gaan staan. En het is heel belangrijk van tevoren goede afspraken te maken. Aldus Ferdy uit Woerden, die al 10 jaar carpoolend naar zijn werk reist. Het belangrijkste is datje niet moeilijk doet. Als één van ons plotseling wat langer werk heeft, dan bellen we elkaar en dan wordt er gewacht. Als er iemand ziek is, dan rijdt een ander. Moet er één naar de dokter, dan wordt er iets anders geregeld. Daarbij is het wel een voordeel dat drie van ons een auto achter de hand hebben. Hoewel er drie auto 's beschikbaar zijn, rijden we toch meestal in dezelfde. De eigenaar daarvan chauffeurt nou eenmaal graag. De anderen betalen hun deel van de onkosten aan de vaste chauffeur. En dat gaat al jaren goed. Hans uit IJsselstein daarentegen weet dat het met betalen lang niet altijd goed gaat. Zijn carpoolploeg is er zelfs op stuk gelopen. Ik heb jarenlang en op verschillende manieren gepoold. Volgens mij gaat het alleen goed, wanneer er met gesloten beurzen wordt betaald. Dat wil zeggen dat alle deelnemers een auto hebben die ze om de beurt inzetten. Dan heb je geen gezeur met betalen. In de tijd dat ik met drie anderen in een carpoolploeg zat, was er één bij zonder auto. Dat ging dus fout. Als de chauffeur iets later was dan riep die persoon: "Waarom ben je niet op tijd? Ik betaal er toch voort" Alsof je een taxi bent. Daarom zeg ik: carpoolen okay, maar dan wel om de beurt rijden. Dan is iedereen weer gelijk, hoefje geen financiële administratie te voeren enzovoort. Tijd is een belangrijke factor, zo vindt Bert uit Tilburg. Bert carpoolt alweer een paar jaar, en naar tevredenheid. Maar hij had het niet vreemd gevonden als zijn ploeg een jaar geleden zou zijn gestopt: Er waren toen wat spanningen. Vooral door de constante druk om op tijd te moeten zijn. En het wachten op elkaar, wanneer er dus één te laat is. Ah je ergens op een carpoolplek twee minuten op je chauffeur moet wachten, dan lijkt dat niet veel. Maar doe het maar eens. Dat is gewoon vervelend. De aankomst- en vertrektijden moeten nauwkeurig op elkaar aansluiten. En dat geeft wel eens problemen. Zo heb ik op de route naar ons vertrekpunt drie bruggen en een spoorlijn, dus ga maar na. Ook voor de terugtocht moet je altijd weer op tijd zijn. Het betekent dat ik dus niks aan onze 1
Deze citaten zijn ontleend aan Aktieradius, een vierwekelijkse nieuwsbrief over vervoermanagement, met het accent op de bedrijfsgerichte en de gebiedsgewijze aanpak.
Oktober 1992
pagina 2
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
glijdende werktijden heb, want ik werk in principe op de minuut. Anders staan de anderen weer te wachten.
Tot slot Sytze uit Groningen (in het Groninger Dagblad): Ik kreeg destijds gewoon een gênant gevoel als ik en collega 's uit dezelfde buurt achter elkaar aan of als ik in een bijna lege auto naar het werk reed. Bij carpoolen moet je gewoon de bereidheid hebben om je een beetje aan te passen. Soms zul je op een collega moeten wachten, de rijstijl kan verschillen, maar als de sfeer goed is, kom je daar altijd uit.
Uit voorgaande ervaringen blijkt dat carpoolen geven en nemen is en dat het van groot belang is om vooraf goede afspraken te maken. Afspraken over : 1. 2.
hoe organiseren we onze dagelijkse rit naar het werk ? hoe verrekenen we onderling de kosten ?
Deze handleiding zal U wegwijs maken en U ideeën hierover aanreiken. Hoofdstuk 2 "Organisatie van de dagelijkse rit" gaat in op de eerste vraag, terwijl hoofdstuk 3 "Verrekening van de kosten" aan de hand van mogelijke situaties antwoord geeft op de tweede vraag. Hoofdstuk 4 gaat in op het al dan niet afsluiten van een inzittendenverzekering. De handleiding eindigt (hoofdstuk 5 "Tot slot") met een vijftal tips van algemene aard, die voor zich spreken als U de handleiding hebt gelezen.
Het is belangrijk dat U weet waar U aan toe bent. Niets is vervelender dan zaken achteraf regelen. Steeds geldt: ZORG dat de gemaakte afspraken duidelijk zijn en ZORG dat U en uw mede-poolers het eens zijn over de gemaakte afspraken. Hebt U afspraken gemaakt, probeer het dan een tijd en pas zo nodig de afspraken aan of maak nieuwe afspraken.
Oktober 1992
pagina 3
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
2.
ORGANISATIE VAN DE DAGELIJKSE RIT
Voordat U begint met carpoolen onderzoekt U met elkaar de mogelijkheden. U zet daarbij op een rijtje: •
Op welke dagen carpoolen ?
Op welke dagen kan het wel, op welke dagen kan het niet? Wie gaat er op welke dag(en) mee? Wie is wanneer op vakantie; wie heeft wanneer een dagje verlof? Wie rijdt er op welke dag en wanneer spreken we dat met elkaar af? Dit kunt U kort vantevoren ("morgen rijd ik") of voor langere tijd ("ik rijd elke maandag") afspreken. •
Welke route(s) ?
Wat is de handigste route? Dit kan per dag anders zijn, omdat niet altijd dezelfde chauffeur rijdt. •
Hoe laat vertrekken ?
Het is raadzaam om 's ochtends op een zo vast mogelijk tijdstip te vertrekken. Enkele mogelijkheden zijn: in principe op een vast tijdstip vertrekken; tussen twee tijdstippen (bijvoorbeeld maximaal 5 minuten) vertrekken; de avond tevoren afspreken hoe laat de volgende ochtend wordt vertrokken. Ook 's avonds zijn verschillende afspraken denkbaar: in principe op een vast tijdstip vertrekken; tussen twee tijdstippen vertrekken (vaak is er in dit geval kort van te voren contact over het exacte tijdstip); tijdens de heenreis afspreken hoe laat de terugreis wordt aanvaard. Regelmaat is - vooral 's ochtends - van belang. Het is raadzaam om uitzonderingen zo veel mogelijk te beperken en in ieder geval vantevoren aan elkaar te melden. •
Waarvandaan vertrekken ?
Er zijn twee mogelijkheden: de chauffeur van de dag haalt de anderen op (ophalen) of de carpoolers gaan op eigen gelegenheid naar een verzamelplaats, waarvandaan zij in één auto naar hun werk gaan (verzamelen).
Oktober 1992
pagina 4
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
•
Ophalen
De chauffeur haalt de meerijders op (aan huis, op de hoek van de straat of op een afgesproken punt). Een ervaren carpooler (bijna 10 jaar) doet het als volgt: Ik woon in het westen van Drachten en werk in Groningen. Ik carpool met 3 collega 's die in het oosten van Drachten wonen. Wij vertrekken 's ochtends om half acht. 's Middags vertrekken we om half vijf van kantoor. Als een van ons dat niet redt, belt hij even. Als ik rijd, haal ik mijn collega 's op. Zij wonen bij elkaar in de buurt en we hebben afgesproken dat ze bij een bushalte staan, zodat ik ze zonder om te rijden kan oppikken. Hiervandaan kunnen we redelijk snel de snelweg op richting Groningen, 's Middags zet ik mijn collega 's af en rijd weer naar huis. Als één van mijn collega's rijdt, dan halen ze mij van huis op. Ik woon aan de rondweg, dus ze hoeven niet een woonwijk in om mij op te halen, 's Middags zetten ze mij eerst af, waarna ze doorrijden naar hun verzamelplaats waar zij uit elkaar gaan.
Zoals U leest, rijdt deze carpool niet elke dag exact dezelfde route, omdat de carpoolers afwisselend chauffeur zijn en elkaar van huis ophalen. Onderstaande figuur geeft het "ophalen" schematisch weer:
Chauffeur haalt meerijders van huis op
•
Verzamelen
De carpoolers verzamelen zich en gaan vanuit het verzamelpunt gezamenlijk naar het werk. 's Avonds gaan ze terug naar het verzamelpunt en vanuit dat punt afzonderlijk naar huis. Verschillende verzamelpunten zijn denkbaar: bij één van de carpoolers thuis; op een (carpoolparkeer)plaats op weg naar hun werk (bijlage 2.A laat zien waar in uw regio carpoolparkeerplaatsen zijn aangelegd; bijlage 2.B geeft aan waar nieuwe carpoolparkeerplaatsen zijn gepland).
Oktober 1992
pagina 5
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
Een voorbeeld illustreert hoe carpoolen vanuit een verzamelpunt in z'n werk gaat: Iemand stalt z 'n fiets, terwijl twee auto 's vlak na elkaar de parkeerplaats oprijden. Eén van de auto 's verdwijnt in een parkeervak. De automobilist van deze auto en de fietser stappen in de andere auto en gaan samen op weg naar hun werk. 's Avonds gaan deze carpoolers vanuit de verzamelplaats weer op eigen gelegenheid naar huis.
Onderstaande figuur2 geeft beide mogelijkheden van het "verzamelen" schematisch weer:
'"'•4
verzamelen bij één van de carpoolers thuis
•
SUB
verzamelen op een carpoolparkeerplaats
•
Wat te doen als iemand de afspraken niet kan nakomen ?
Hoe goed de afspraken ook zijn, het is altijd mogelijk dat één van de carpoolers om welke reden dan ook de afspraken niet kan nakomen. In een dergelijk geval moeten de overige carpoolers weten waar ze aan toe zijn. Het is daarom raadzaam om de telefoonnummers van thuis en van het werk onderling uit te wisselen. Mocht U uw carpool-collega's willen bereiken, dan is dat op die manier op elk moment van de dag mogelijk. Een voorbeeld: 's Ochtends • net voordat U wilt vertrekken - blijkt dat U de griep hebt, waardoor U thuis moet blijven. Helaas had IJ gisteren juist afgesproken dat U zou rijden. U zult dus een vervanger moeten regelen. Een telefoontje ligt dan voor de hand.
Deze figuur en de vorige figuur waarin "ophalen" schematisch is weergegeven, zijn beide ontleend aan een ANWB-folder over carpoolen.
Oktober 1992
pagina 6
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
Het is mogelijk dat ook de telefoon geen uitkomst meer biedt, bijvoorbeeld omdat de carpoolers reeds onderweg zijn naar het verzamelpunt. Daarom hebben twee carpoolers zodanige afspraken gemaakt dat ze nooit langer dan vijf minuten hoeven te wachten: Ik woon in Hengelo en mijn collega woont in Kaalte. Beiden moeten we in Utrecht zijn. 's Ochtends vertrekken we ieder om 6.30 uur van huis. Als alles goed gaat, treffen we elkaar om 7.00 uur op een carpoolplaats nabij Deventer, waarvandaan we in één auto richting Utrecht vertrekken. We hebben afgesproken dat we ieder met eigen auto rijden, als één van ons er om 7.05 uur nog niet is. Dit heeft voordelen. Degene die staat te wachten, hoeft niet lang te wachten en kan om vijf over zeven met een gerust hart vertrekken. Degene die te laat is, hoeft geen onnodige risico 's te nemen om alsnog op tijd te zijn; hij weet dat de ander toch niet zal wachten.
En dan...
Nu U afgesproken heeft hoe u het carpoolen dagelijks gaat organiseren, zult U nog afspraken moeten maken over....
Oktober 1992
pagina 7
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
3.
VERREKENING VAN DE KOSTEN
•
De meest eenvoudige situatie
De meest eenvoudige situatie is: • de carpoolers werken evenveel dagen; • ze hebben allen de beschikking over een auto; • ze zijn afwisselend chauffeur/meerijder; • ze wonen dichtbij elkaar of op de route en hebben, als ze elkaar ophalen, goede afspraken gemaakt over wie, waar, hoe laat wordt opgehaald; • ze hebben, als ze zich ergens verzamelen, afgesproken waar dat is en hoe laat wordt vertrokken. De ervaren carpooler uit het vorige hoofdstuk zit in zo'n situatie en heeft voor de verrekening van de kosten met zijn carpoolmaatjes de volgende afspraken gemaakt: Wie zijn afwisselend chauffeur. We werken evenveel dagen. We hebben gekozen voor het gesloten beurzen systeem (d.w.z. geen verrekening door middel van geld). Onze administratie is daarom eenvoudig. De chauffeur krijgt een rit (turf) achter zijn naam ook als er niemand met hem meerijdt (bijv. overige meerijders hebben verlof/vergadering etc). We zorgen dat we steeds ongeveer evenveel ritten (turven) hebben. Loopt iemand duidelijk achter dan rijdt hij een paar keer vaker. Daarnaast houdt één van ons een totaaloverzicht bij. Dit overzicht deelt hij periodiek aan ons uit.
In dit geval hoeft er dus geen financiële verrekening plaats te vinden. Het is in dit geval belangrijk dat iedere carpooler per dag (bijvoorbeeld in de agenda) bijhoudt wie heeft gereden. Bovendien houdt dit team een totaaloverzicht bij om onenigheid achteraf te voorkomen. Dit team zorgt dat de onderlinge verschillen niet te groot worden door degene die achter staat vaker te laten rijden. •
Minder eenvoudige situaties
Helaas liggen de zaken niet altijd zo eenvoudig, er is dan sprake van: a. b. c. d. e.
iemand iemand iemand iemand iemand
Oktober 1992
is uitsluitend meerijder; woont verder weg; maakt minder vaak gebruik van de carpool; is minder vaak chauffeur; is vaste chauffeur.
pagina 8
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
Het wordt complexer als voor iemand een combinatie geldt, bijvoorbeeld: iemand is uitsluitend meerijder en woont verder weg (combinatie a,b). Alle mogelijke combinaties zullen worden behandeld. Onderstaande leeswijzer geeft aan in welke paragraaf. Het is ook mogelijk dat verschillende carpool-leden in een minder eenvoudige situatie verkeren. Ook in dergelijke situaties wijst onderstaande leeswijzer U de weg: voor elk carpool-lid afzonderlijk kiest U de meest geschikte oplossing en combineert deze oplossingen tot één setje afspraken.
Paragraaf 3.A
LEESWIJZER
3.B
Paragraaf 3.C
Paragraaf 3.D
3.E
Minder eenvoudige situaties
Combinaties van
a,b
a,c
b,c
b,d
c,d
Minder eenvoudige situaties a,b,c
b,c,d
Verklaring Minder eenvoudige situaties en Combinaties van Minder eenvoudige situaties: a. b. c. d. e.
iemand iemand iemand iemand iemand
is uitsluitend meerijder; woont verder weg; maakt minder gebruik van de carpool; is minder vaak chauffeur; is vaste chauffeur.
a,b a,c b,c b,d c,d
iemand is uitsluitend meerijder èn woont verder weg; iemand is uitsluitend meerijder èn maakt minder vaak gebruik van de carpool; iemand woont verder weg èn maakt minder vaak gebruik van de carpool; iemand woont verder weg èn is minder vaak chauffeur; iemand maakt minder vaak gebruik van de carpool èn is minder vaak chauffeur.
a,b,c b,c,d
iemand is uitsluitend meerijder, woont verder weg èn maakt minder gebruik van de carpool; iemand woont verder weg, maakt minder vaak gebruik van de carpool èn is minder vaak chauffeur.
Afhankelijk van de wijze van carpoolen (ophalen of verzamelen) is er voor elk van deze minder eenvoudige tot complexe situaties een goede en eenvoudige verrekening mogelijk (zie paragraaf 3.A t/m 3.E).
Oktober 1992
pagina 9
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
3.A
Iemand is uitsluitend meerijder
De andere carpoolers zijn afwisselend chauffeur en meerijder en zorgen er onderling voor dat ze even vaak chauffeur zijn. Degene die uitsluitend meerijder is, betaalt per meegereden rit aan de pool (niet aan de chauffeur). Aldus wordt voorkomen dat steeds dezelfde chauffeur de "gelukkige" is en geld ontvangt van degene die uitsluitend meerijder is. Het is raadzaam om de meegereden ritten te turven en periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per maand) af te rekenen. De chauffeurs krijgen ieder een gelijk deel van het door deze meerijder aan de pool betaalde bedrag. Zij zorgen immers - net als in de meest eenvoudige situatie - dat ze uiteindelijk even vaak hebben gereden. Dit bedrag zal in overleg moeten worden vastgesteld en op gezette tijden moeten worden aangepast. Het zal naar alle redelijkheid het kostenaandeel van deze meerijder moeten dekken. Het ligt voor de hand om hierbij uit te gaan van een kilometerprijs op basis van variabele kosten3. Ook nu zal een administratie in de eigen agenda en een totaaloverzicht onenigheid achteraf voorkomen. Bijzondere gevallen: •
Woont degene die uitsluitend meerijder is, verder weg (combinatie a,b), dan is het redelijk dat hij/zij voor de extra kilometers een hogere prijs betaalt (een kilometerprijs gebaseerd op variabele èn vaste kosten3). Doorgaans is het in zo'n geval goedkoper om met het openbaar vervoer te gaan en niet deel te nemen aan deze carpool. U kunt natuurlijk blijven zoeken naar carpoolers die dichter bij U in de buurt wonen.
•
Als degene die uitsluitend meerijder is, minder vaak gebruik maakt van de carpool (combinatie a,c), dan is betalen voor elk meegereden rit de meest voor de hand liggende oplossing.
•
Woont degene die uitsluitend meerijder is niet alleen verder weg, maar maakt hij/zij ook minder vaak gebruik van de carpool (combinatie a,b,c), ook dan is betalen per rit de meest voor de hand liggende oplossing.
3
Bij de ANWB zijn voor leden gratis inlichtingenbladen verkrijgbaar waarin de (vaste en variabele) kosten van auto's in alle prijsklassen zijn berekend.
Oktober 1992
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
3.B
Iemand woont verder weg
De carpoolers hebben ieder een auto en rijden afwisselend. De carpool kan kiezen: verzamelen of ophalen: •
Kiest de carpool voor verzamelen, dan is de oplossing eenvoudig: degene die verder weg woont, rijdt naar de overige carpoolers toe. Dit heeft voor de pool verder geen (financiële) gevolgen; de extra kilometers vanwege het verder weg wonen worden immers door de betreffende persoon zelf gereden. De pool "begint" in feite als de carpoolers zich verzameld hebben.
•
Kiest de carpool voor ophalen, dan zal degene die verder weg woont op dagen dat hij/zij geen chauffeur is, van huis of een afgesproken plaats worden opgehaald. Op dergelijke dagen rijdt de pool 's ochtends en 's avonds extra kilometers. Deze extra kilometers komen eerlijkheidshalve voor rekening van degene die verder weg woont. Er zijn twee manieren van verrekening denkbaar: •
De extra kilometers aan de overige leden betalen. Degene die verder weg woont, betaalt de extra kilometers aan de pool (een afgesproken bedrag per kilometer). Het bedrag wordt (periodiek) verdeeld over de overige chauffeurs. Ieder een gelijk deel, want zij zorgen dat ze even vaak chauffeur zijn.
•
Vaker als chauffeur optreden. Degene die verder weg woont, rijdt naar rato vaker. Het is verstandig om over de na te streven "ritverhouding" vooraf duidelijke afspraken te maken. Zo kwamen drie carpoolers tot een ritverhouding van 4:3:3. Jan en Ineke wonen bij elkaar in de buurt en Hans woont 3 kilometer verder weg. De afstand die zij elke dag gezamenlijk afleggen is 30 kilometer enkele reis. Ze rijden afwisselend. Als Hans meerijdt, dan rijden Jan en Ineke 's ochtends èn 's avonds 5 kilometer extra om hem op te halen en weg te brengen. De carpool rijdt op zo'n dag dus 10 kilometer extra. Als ze alle drie één keer chauffeur zijn geweest, is dit opgelopen tot 20 kilometer (in totaal heeft deze carpool dan 6*30+20=200 kilometer gereden). Ze vonden het redelijk dat Hans de extra kilometers voor zijn rekening nam: van elke 200 kilometer rijdt Hans er 80 (20+60), terwijl Jan en Ineke er ieder 60 kilometer rijden. Zij zorgen daarom, dat - per tien dagen - Hans vier keer chauffeur is en dat Jan en Ineke ieder drie keer aan de beurt zijn.
In bijlage 1 worden verzamelen en ophalen met elkaar vergeleken voor een situatie, waarin iemand verder weg woont. Het blijkt dat verzamelen niet alleen de meest eenvoudige (en daarmee meest duurzame) oplossing is, maar vaak ook een goedkopere oplossing is.
Oktober 1992
pagina 11
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
3.C
Iemand maakt minder vaak gebruik van de carpool
Gebeurt dit incidenteel, dan is het raadzaam om "niet moeilijk te doen" en het af te handelen alsof iedereen even vaak heeft meegedaan. Minder vaak meerijden is dan in feite "voor eigen kosten". Uiteindelijk biedt ook in dat geval het deelnemen aan de pool nog steeds voordelen: carpoolen is voor degene die incidenteel niet meerijdt, nog steeds voordeliger dan elke dag alleen rijden. Gebeurt dit structureel, dan is een aantal gevallen te onderscheiden (het "normale" geval en een aantal bijzondere gevallen): •
Als de carpoolers afwisselend chauffeur/meerijder zijn, is het eenvoudig: degene die minder vaak gebruik maakt van de carpool hoeft ook minder vaak chauffeur te zijn. Een voorbeeld: Een team van vier personen carpoolt de gehele week. Janet werkt vier dagen en gaat vrijdags niet mee. Zij hebben afgesproken dat ze op maandag tot en met donderdag ieder even vaak rijden en dat de overige drie leden op vrijdag om beurten rijden. Elke drie weken rijdt Janet drie keer en zijn de overige leden ieder vier keer chauffeur.
In feite hebben we te maken met twee pools (een pool voor de maandag tot en met de donderdag bestaande uit vier personen en een pool voor de vrijdag bestaande uit drie personen). Bijzonder geval: •
Als degene die minder vaak gebruik maakt van de carpool ook verder weg woont (combinatie b,c), dan zal ophalen doorgaans leiden tot complexe afspraken en is verzamelen (degene die verder weg woont, rijdt elke ochtend naar de anderen toe, vanwaar de carpool vertrekt) de beste oplossing. Daarmee is het verder weg wonen ondervangen en is het eenvoudigweg: "iemand maakt minder vaak gebruik van de carpool" (paragraaf 3.C; eerste geval).
3.D
Iemand is minder vaak chauffeur
Degene die minder vaak chauffeur is, betaalt aan de pool een vooraf vastgesteld bedrag per rit voor het aantal ritten dat hij/zij minder chauffeur is. Als de overige chauffeurs zorgen dat zij even vaak rijden, kunnen ze afspreken dat ze periodiek ieder een gelijk deel ontvangen van het bedrag dat door de minder frequent chauffeurende persoon aan de pool is betaald.
Oktober 1992
pagina 12
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
Bijzondere gevallen: •
Woont degene die minder vaak chauffeur is ook verder weg (combinatie b,d), dan ontstaat de meeste duidelijkheid als de carpool kiest voor verzamelen (degene die verder weg woont, rijdt elke ochtend naar de anderen toe, vanwaar de carpool vertrekt). Voor het aantal minder gereden ritten kan dan een bedrag worden verrekend op een manier zoals hiervoor is aangegeven.
•
Maakt degene die minder vaak chauffeur is ook minder vaak gebruik van de carpool (combinatie c,d), dan ligt het voor de hand dat deze persoon naar een balans streeft: Minder vaak chauffeur = Minder vaak gebruik maken.
•
Woont degene die minder vaak chauffeur is en minder vaak gebruik maakt van de carpool, ook verder weg (combinatie b,c,d), dan is het verstandig om het verder weg wonen te ondervangen door te kiezen voor verzamelen (degene die verder weg woont, rijdt elke ochtend naar de anderen toe en vanuit daar vertrekt de carpool naar hun werk). Hierdoor is dit geval teruggebracht tot het vorige geval "iemand is minder vaak chauffeur èn maakt minder vaak gebruik van de carpool".
3.E
Iemand is vaste chauffeur
De meerijders betalen (ongeacht het aantal meegereden ritten) periodiek aan de chauffeur een vooraf vastgesteld bedrag, bijvoorbeeld een vast bedrag per maand. Ook dient de carpool vooraf af te spreken welk bedrag (ongeacht het aantal meerijders op die dag) de vaste chauffeur zal betalen aan een vervanger. Het ligt voor de hand dat dit bedrag gelijk is aan 1/22 deel (een maand kent gemiddeld 22 werkdagen) van het bedrag dat de vaste chauffeur maandelijks in totaal van zijn meerijders ontvangt. Een carpoolteam dat inmiddels negen jaar carpoolt, verrekent per meegereden rit (en vangt hiermee meteen het (eventueel) minder vaak van de carpool gebruikmaken op): We carpoolen met drie personen. Eén van ons is vaste chauffeur. Hij haalt ons 's ochtends van huis op. 's Middags verzamelen we ons in de hal. Droog, warm en de telefoon bij de hand. We rekenen per week af met de vaste chauffeur en als het nodig is met de invakhauffeur(s). We hebben een tarief per (enkele) rit vastgesteld. Soms moet je namelijk door omstandigheden één rit (heen of terug) met het openbaar vervoer. We betalen de chauffeur dus alleen als we daadwerkelijk meerijden.
Als de vaste chauffeur verhinderd is of wil meerijden, dan wordt één van de meerijders chauffeur. Dit carpoolteam heeft afspraken gemaakt ten aanzien van de verrekening.
Oktober 1992
pagina 13
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
4.
INZITTENPENVERZEKERING ?
Veel mensen denken dat je een inzittendenverzekering moet hebben als er regelmatig mensen meerijden in de auto. Om kort te gaan: zo'n verzekering is geen noodzaak. Elke auto moet WA-verzekerd zijn. Hiermee is men (financieel) gedekt wanneer men aansprakelijk wordt gesteld voor een schade. Veronderstel nu dat u een ongeluk veroorzaakt waarbij u schuld heeft en een medepassagier lijdt schade. De medepassagier kan u dan aansprakelijk stellen. Uw WA-verzekering zorgt er dan voor dat de geleden schade wordt vergoed. Als de schuld bij de tegenpartij ligt, kan de tegenpartij aansprakelijk worden gesteld. Alleen als geen van de partijen schuld heeft - bijvoorbeeld in geval van overmacht - wordt er geen schade vergoed op basis van een aansprakelijkheidsverzekering. In dat geval heeft een inzittendenverzekering wel zin. U kunt zich echter afvragen of ü een verzekering moet afsluiten voor de gevolgen van een aanrijding waaraan u géén schuld heeft. Overigens is "schuld hebben" en "schuldig voelen" een zeer persoonlijke aangelegenheid. Het afsluiten van een inzittendenverzekering dus ook. (Bovenstaande is afkomstig uit: ANWB Kampioen, oktober 1990).
N.B.
Het is goed om te weten, dat bij ongevallen steeds vaker beide partijen schuldig worden bevonden. Het is daarom verstandig om toch een inzittendenverzekering af te sluiten. Temeer omdat een inzittendenverzekering slechts 20 tot 60 gulden per jaar kost. Een inzittendenverzekering is niet alleen van kracht als U carpoolers meeneemt in uw auto, maar in feite bent U daarmee verzekerd voor elke keer dat U anderen dan uw gezinsleden meeneemt in uw auto.
Oktober 1992
pagina 14
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
5.
TOT SLOT
Bij het maken van carpool-afspraken geldt:
Zorg dat de afspraken simpel en duidelijk zijn ! Wees redelijk; carpoolen is geven en nemen ! Regel het in grote lijnen en probeer het uit ! Pas de afspraken zonodig na verloop van tijd aan ! Verrekenen tot op de laatste cent is een illusie en leidt tot extra administratie en veel discussie.
Succes !
Oktober 1992
pagina 15
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
BIJLAGE 1
OPHALEN OF VERZAMELEN
Vaak is verzamelen de meest eenvoudige oplossing. En is daarom veel duurzamer. Bovendien blijkt deze oplossing in vele situaties goedkoper te zijn. Nemen we het voorbeeld uit paragraaf 3.B: In dat voorbeeld (ophalen) rijden Jan en Ineke in dertig dagen ieder negen keer 70 (60 plus 10) kilometer. Dat is in totaal dus ieder 630 kilometer. Hans rijdt in die dertig dagen twaalf keer 66 (60 plus 6) kilometer, hij woonde immers 3 kilometer verder. Zijn totaal komt dan op 792 kilometer. Zouden zij afspreken dat Hans elke dag met eigen auto naar Jan en Ineke rijdt (verzamelen), dan rijdt Hans op een "meerij-dag" 6 kilometer, en op een "chauffeur-dag" 66 kilometer. Jan en Ineke rijden alleen op een "chauffeur-dag " met eigen auto, en wel 60 kilometer. Rijden ze om beurten, dan rijdt Hans in dertig dagen 780 (tien keer 66 en twintig keer 6) kilometer en Jan en Ineke ieder 600 (tien keer 60) kilometer.
Vergelijken we verzamelen en ophalen, dan blijkt dat de pool minder kilometers rijdt wanneer zij kiest voor verzamelen (Hans rijdt elke ochtend naar Jan en Ineke). In dertig dagen "verdient" Hans 12 kilometer, terwijl Jan en Ineke ieder 30 kilometer "verdienen". Hans levert hiervoor tijd in (hij zal elke ochtend wat vroeger moeten vertrekken om naar Jan en Ineke te rijden). Jan en Ineke winnen tijd, omdat ze Hans niet hoeven op te halen. Dit is billijk, Hans woont immers verder weg en lost dit zelf op door elke ochtend naar Jan en Ineke te komen, waarna zij carpoolend naar het werk gaan. Daarom hebben Jan, Ineke en Hans na enige tijd toch besloten om zich te verzamelen. Zij kwamen tot de volgende oplossing: Jan, Ineke en Hans hebben afgesproken om elke ochtend om 7.30 uur bij Jan thuis bij elkaar te komen. Jan woont namelijk aan de rondweg, Ineke woont bij Jan om de hoek en Hans kan gemakkelijk via de rondweg komen. Als Ineke zelf moet rijden, komt ze met de auto. Anders komt ze lopend. Hans komt 's ochtends via de rondweg; met mooi weer met de fiets en met slecht weer èn als hij zelf moet rijden met de auto. Vanuit Jans huis rijden ze in één auto naar hun werk.
In dit geval hoeven Jan en Ineke niet om te rijden om Hans op te halen en rijdt Hans elke dag naar het huis van Jan. De extra kilometers ten behoeve van Hans worden elke ochtend door Hans zelf gereden. Zij konden daarom afspreken dat zij ieder even vaak als chauffeur zullen optreden (het meest eenvoudige geval èn een gesloten beurzen systeem).
Oktober 1992
pagina 16
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
BIJLAGE 2.A.
1.
2. 3. 4.
5. 6.
7. 8. 9. 10.
CARPOOLPARKEERPLAATSEN IN DE REGIO
Aansluiting Frieschepalen Aansluiting Marum Aansluiting Boerakker Aansluiting Leek Aansluiting Hoogkerk/Peize Kruispunt Foxhol Aansluiting Hoogezand Aansluiting Winschoten A7 N33/S1O Aansluiting Veendam Aansluiting Veendam (Sorghvliet) T37
A7 A7 A7 A7 A7 N360 A7
Oktober 1992
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
18. 19. 20.
S10
N34 N34 A28 A28 T14 S17
S17 Tl 6 S8
Aansluiting Pekela Kruispunt Gieten Aansluiting Annen Aansluiting Assen-West Aansluiting Eelde Bedum Ten Boer Delfzijl Loppersum Schildwolde
pagina 17
CARPOOLEN, HOE DOE JE DAT ?
BIJLAGE 2.B.
GEPLANDE CARPQQLPARKEERPLAATSEN IN DE REG f
7 ^-r
*
r&
/
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
N355 N355 N355 A28 A28 A28 N34 Sll S12 N33
Oktober 1992
Grijpskerk Zuidhorn Aduard Aansluiting Haren Aansluiting Vries Assen-Noord Zuidlaren Stadskanaal Boekerenweg Stadskanaal Nautilaweg Kruispunt Nieuwediep
31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
N33 N33 A7 A7 --N46 N47 S2/T11
Aansluiting Wildervank Aansluiting Meeden Aansluiting Scheemda Aansluiting Zuidbroek Peize Roden Norg Aansluiting Middelstum Aansluiting Zandeweer Wehe - Den Hoorn
pagina 18