EEN WONDE VERZORGEN: HOE DOE JE DAT?
Opgelet!
Wrijf niet op een wonde, maar dep zoveel mogelijk. Wrijven is pijnlijk en kan de weefsels extra beschadigen.
Gebruik nooit watten, maar bij voorkeur steeds een kompresje. Indien geen kompresje beschikbaar zijn, gebruik dan een propere, gewassen doek.
Een extra grote wonde, een sterk vervuilde wonde, een hevig bloedende wonde, of een wonde op een zeer kwetsbare plaats (vb. het oog) worden altijd best door een arts verzorgd!
Er bestaat een breed gamma van ontsmettingsmiddelen en zeer veel verschillende soorten verbandmiddelen. We helpen je in onze apotheek graag bij de keuze van het voor jou meest geschikte product
De drie essentiële stappen bij het verzorgen van een wonde zijn: 1) De wonde en de wondrand goed reinigen met stromend, proper water en – zo mogelijk – met zeep. 2) De wonde en de wondrand goed ontsmetten. 3) De wonde afdekken met een beschermend verband.
HOE BEREID JE JE VOOR? 1)
Laat het slachtoffer zitten
2) Was zorgvuldig je handen, liefst met een ontsmettende zeep, en droog ze met een zuivere handdoek of papieren doekjes 3) Leg het nodige verzorgingsmateriaal klaar: a. verzorgingshandschoenen b. washandje en vloeibare zeep c. niet-steriele kompressen (geen watten!) d. ontsmettingsmiddel e. afdekking 4) Verzorg je een andere persoon, gebruik dan wegwerphandschoenen als je deze ter beschikking hebt. Zo bescherm je jezelf tegen contact met vreemde lichaamsvloeistoffen.
HOE EEN WONDE REINIGEN? Bevuilde wonden kan je best reinigen met stromend water en zeep. Dit kan gewoon aan de wastafel met een zuiver washandje en - liefst vloeibare - zeep. Zo kan je de loszittende deeltjes in de wonde verwijderen. Dieper zittende deeltjes of deeltjes die je niet makkelijk kan verwijderen laat je ter plaatse: deze worden best door de dokter weggehaald. Ook een wonde die op het eerste zicht niet echt bevuild is, moet je reinigen. Daarna dep je de wonde droog met gaaskompresjes of een propere handdoek. Gebruik hiervoor nooit watten! Het reinigen is het belangrijkste onderdeel van de wondverzorging!
HOE EN WAAROM EEN WONDE ONTSMETTEN? Onze huid vormt een natuurlijke bescherming tegen aanvallen van microben. Bij een wonde verdwijnt deze beschermlaag en kunnen de microben, virussen en schimmels het lichaam binnendringen. Dit veroorzaakt een infectie. De wonde wordt dan pijnlijk en rood, en scheidt na een tijdje etter af. De wonde zal dan niet goed genezen en zal misschien zelf nog slechter worden. Bovendien kunnen de microben via het bloed een weg vinden naar de rest van het lichaam en je zo soms ernstig ziek maken. Ontsmetten van elke wonde is daarom belangrijk. Hoe klein / groot of hoe diep/ondiep de wonde ook is. Dit gebeurt best zo snel mogelijk.
WELK ONTSMETTINGSMIDDEL KIEZEN? Er zijn verschillende ontsmettingsmiddelen. Het ideale ontsmettingsmiddel: 1)
is actief tegen een zo groot mogelijk aantal kiemen (virussen, bacteriën, schimmels, …)
2)
kan goed worden verdragen, prikt niet en doet geen pijn
3)
mag de wondheling niet vertragen
Verschillende ontsmettingsmiddelen voldoen aan deze vereisten. Vraag je apotheker om raad. Vermeld daarbij ook eventuele allergieën van de patiënt om een juiste keuze van ontsmettingsmiddel mogelijk te maken. Onthou dat eosine of mercurochroom slechts een beperkte ontsmettende waarde hebben. Gebruik ze dus niet als ontsmettingsmiddel. Ook het gebruik van zuurstofwater als ontsmettingsmiddel wordt meer en meer verlaten.
AFDEKKEN MET EEN BESCHERMEND VERBAND Om te voorkomen dat microben toch in de wonde geraken, wordt deze afgedekt. Bij de verschillende types van wonden wordt verduidelijkt op welke manier je best de wonde afdekt. Er bestaan zeer veel verschillende types verband. Bespreek met je apotheker welk type voor jou het meest geschikt is.
IS HET SLACHTOFFER GEVACCINEERD TEGEN TETANUS? Tetanus ("de klem") ontstaat door besmetting met de tetanusbacterie, namelijk Clostridium tetani. Elke wonde heeft het risico om met tetanus besmet te zijn. Het is een ernstige ziekte met mogelijke fatale afloop. Maar iemand die gevaccineerd werd is gedurende 10 jaar voor 100 % beschermd tegen deze ziekte. Elke 10 jaar wordt je daarom best opnieuw gevaccineerd. Wanneer twijfel bestaat of het slachtoffer gevaccineerd is tegen tetanus of bij een risicowonde (bvb. wonde met aarde of mest, een straatwonde, een steekwonde, een dierenbeet, …) kan de dokter beslissen de inenting vroeger te herhalen. Soms worden dan ook specifieke antistoffen mee ingespoten. Indien je twijfelt of je gevaccineerd bent tegen tetanus, praat uw huisarts hierover. Hij kan je dossier raadplegen en zal je - indien nodig - uitnodigen voor een herhaalvaccin.
De verschillende soorten wonden BRANDWONDEN 1)
Stop het warmte proces
2)
Koel de brandwonde af door er gedurende minstens 15 à 20 minuten koud (ongeveer 15° C, dus niet ijskoud) water over te laten stromen Doe dat zo vlug mogelijk, want een half uur later baat het niet meer Het onmiddellijk afkoelen met lauw water, en dit gedurende 15 à 20 minuten, doet de temperatuur van de verbrande huid dalen en verhindert op die manier dat de wonde zal nabranden en de kwetsuur verergert. In bepaalde gevallen zal deze eenvoudige handeling reeds een spontane genezing toelaten. Het water zal de pijn onmiddellijk doen verminderen Besproei hierbij alle delen van het lichaam die getroffen zijn
3)
De verbrande kledij wegnemen, zeker wanneer die doordrongen is met warme of bijtende vloeistoffen die de wonden dieper kunnen maken
4)
Ringen, armbanden, uurwerken, riemen, klemmende kledingstukken, stukken metaal die de warmte lang kunnen vasthouden, van de verbrande lichaamsdelen uitdoen
SPECIAAL GEVAL Gaat het om een verbranding door scheikundige producten, zet het slachtoffer onmiddellijk onder de douche. Begin het slachtoffer uitvoerig te douchen en laat hem - terwijl hij onder de waterstroom staat - de doorweekte kleren en schoenen uitdoen (behalve als ze aan zijn lichaam kleven). Dit is erg belangrijk: de brandwonde overvloedig besproeien met lauw water en dit gedurende 30 tot 60 minuten. Het chemisch product moet immers ter plaatse zo snel mogelijk na contact verdund en verwijderd worden. Vermijd zo veel mogelijk contact tussen het spoelwater en de gezonde huid. Doe de besmette kledingstukken in een plastiekzak om te vermijden dat andere personen zich er zouden aan verbranden. Bel het antigifcentrum (070 245 245) en contacteer een arts. Gaat het om een elektrische verbanding: het slachtoffer eerst van de elektriciteitsbron verwijderen vooraleer met water te koelen. Bij twijfel: schakel de elektriciteit uit. Contacteer bij een brandwonde vanaf de 2e graad (dit is een brandwonde met blaarvorming), bij zeer uitgebreide brandwonden of bij twijfel een arts.
Graad 1
ste
graad
Kleur van de huid
Pijn
Andere
Rood
Ja
Geen blaren. Huid is droog.
Rood - roze
Ja
Blaren, al dan niet open.
2 graad - diep
Dof rood met witte zones
Ja
Bovenste huidlaag is weg.
3de graad
Perkamentachtig, beige, bruin, zwart
Nee
2de graad - oppervlakkig de
Opgelet! De ernst van de pijn is geen maatstaf voor de ernst van de brandwonde: Integendeel! Hoe dieper de brandwonde, hoe minder pijn men voelt. Gebruik nooit boter, olie, …. of andere voedingsmiddelen op brandwonden! Brandwonden (vanaf de tweede graad) vormen een risico voor tetanusinfectie. Bespreek daarom wanneer je het laatst gevaccineerd werd met je (huis)arts.
Verzorging van brandwonden van de eerste graad Eerstegraads brandwonden genezen meestal zonder specifieke behandeling
Kleine eerstegraads brandwonden: 1) Koel 20 minuten af onder fris, stromend water 2) Breng een dikke laag (5 mm) brandwondencrème of hydroactieve gel aan: je brengt dit eerst op een gaaskompres aan en dan met het gaaskompres op de wonde. Zo vermijd je bacteriële besmetting van de tube zalf. Dek de wonde af met het gaaskompres met hydraterende zalf
3) Bevestig het gaaskompres eventueel met een kleefpleister of met een windel
Grote eerstegraads brandwonden: 1) Koel de huid af onder een lauwe douche. Dep zachtjes droog 2) Gebruik een vochtinbrengende crème of brandwondenzalf 3) Vermijd vette en olieachtige producten om het slachtoffer in te smeren 4) Zorg voor lichte, niet - schurende en niet - knellende kledij 5) Moedig het slachtoffer aan om regelmatig kleine slokjes water of een andere koele vloeistof te drinken 6) Indien nodig kan het slachtoffer een pijnstiller nemen 7) Bij zeer grote brandwonden of bij twijfel: contacteer de huisarts
Verzorging van oppervlakkige brandwonden van de tweede graad (met blaarvorming) De huid is in dit geval rood, nat en pijnlijk met blaarvorming. Deze brandwonden genezen meestal spontaan na 2 à 3 weken.
Kleine oppervlakkige tweedegraads brandwonden (kleiner dan een muntstuk van € 2) 1)
Koel 20 minuten af onder fris, stromend water
2)
De wonde moet altijd afgedekt worden
3)
Was altijd de handen grondig met zeep vóór iedere behandeling Raak de wonde nooit aan met de vingers en vermijd contact met het deel van het verband dat rechtstreeks op de wonde komt. Gebruik, als het kan, wegwerphandschoenen om een nieuw verband aan te brengen
4)
Verwijder resten van zalf, korsten of etter eerst met water. Hou daarvoor een steriel kompres even onder stromend water, zonder de kraan aan te raken met het kompres
5)
Reinig de wonde altijd met ontsmettend product op waterbasis (bvb. Hibidil, Isobetadine) vooraleer je een verband aanbrengt. Maak de wonde mooi proper met het ontsmettend product. Dep nadien nog eens goed na met een nieuw kompres met het ontsmettend product
6)
Maak de blaren niet open, zo beperk je de kans op infectie. Als de blaren pijn veroorzaken of door wrijving zouden stukgaan, kan u ze met een steriele naald openprikken en het wondvocht deppen met een steriel, met ontsmettend product doordrenkt kompres. Verwijder de losliggende huid
7)
Breng een hydroactieve gel (bvb. Flamigel) aan op een gaaskompres. Bedek de wonde met een gaaskompres en bevestig met een kleefpleister of met een hydrofiele windel. Gebruik je een windel, leg die dan niet te strak aan om afbinding, druk en pijn te voorkomen
8)
Om inkleven van de zalf in de wonde te vermijden kan u een vetverband of een vaselineverband gebruiken, afgedekt met een tweede laag van hydrofiel of absorberend verband. Het vaselinegaas blijft op de wond aanwezig tot het vanzelf loslaat bij genezing en de tweede laag kan eenmaal in de 3 - 5 dagen verwisseld worden
9)
Indien de wonde ontstoken is, raadpleeg dan uw huisarts
Grote oppervlakkige tweedegraads wonden (groter dan een muntstuk van € 2) 1)
Koel 20 minuten af onder fris, stromend water
2)
Raadpleeg de huisarts indien de brandwonde kleiner is dan een hand, raadpleeg een het dichtst bijzijnde brandwondencentrum indien de wonde groter is dan een hand of raadpleeg eventueel de hulpdiensten (Tel: 100/112)
3)
Verwijder geen ingebrande kleding
4)
Breng na 20 minuten koelen een bevochtigd steriel verband aan. Gebruik voor grote brandwonden eventueel een zuiver en gestreken laken of een propere keukenhanddoek
5)
Geef géén pijnstillers. Pijn is een van de belangrijkste indicatoren om de graad van de brandwonde te bepalen
6)
Geef géén eten of drinken
7)
Zorg dat het slachtoffer niet afkoelt
8)
Vervoer het slachtoffer al zittend, indien mogelijk
9)
Het slachtoffer moet zo snel mogelijk naar een brandwondencentrum
Diepe tweedegraads en derdegraads brandwonden Raadpleeg steeds een arts of het dichtstbijzijnde brandwondencentrum
SCHAAF- EN SNIJWONDEN Oppervlakkige schaaf—en snijwonden 1)
Spoel de wonde en de huid eromheen goed schoon met stromend water
2)
Dep de wonde voorzichtig droog met een steriel kompresje of schone doek
3)
Ontsmet de wonde
4)
Afdekken is bij een schaafwonde niet steeds nodig maar is soms wel nuttig om de wonde te beschermen. Een snijwonde dek je af met een licht drukkend verband om het bloeden te stelpen en de wonde te beschermen
Diepe schaafwonden 1)
Stelp de bloeding met een kompres of een propere (hand)doek door gedurende minstens 10 minuten op de wonde te drukken
2)
Probeer niet om vreemde voorwerpen te verwijderen (er is namelijk gevaar om bijkomende schade te veroorzaken). Dat doet de dokter wel!
3)
Leg een droog kompres op de wonde. Doordrenk dit kompres met een ontsmettingsmiddel op basis van water
4)
Leg het kompres vast met een windel of kleeflint; indien er een beperkte bloeding is, kan dit met een drukkend verbandje
5)
Gebruik geen kleurende middelen (bvb. Eosine). Ze gaan het uitzicht van de wonde veranderen, zodat het voor de dokter moeilijk is om de wonde te beoordelen. Breng ook geen zalven aan op de wonde: om de wonde te kunnen beoordelen, moet de dokter die toch opnieuw verwijderen
6)
Ga naar de huisarts
Ernstige snijwonden 1)
Stelp de bloeding met een kompres of een propere (hand)doek door gedurende minstens 10 minuten op de wonde te drukken
2)
Probeer niet om vreemde voorwerpen te verwijderen (er is namelijk gevaar om bijkomende schade te veroorzaken)
3)
Leg een droog kompres op de wonde. Doordrenk dit kompres met een ontsmettingsmiddel op basis van water
4)
Leg het kompres vast met een windel of kleeflint; indien er een beperkte bloeding is, kan dit met een drukkend verbandje
5)
Gebruik geen kleurende middelen (bvb. Eosine). Ze gaan het uitzicht van de wonde veranderen, zodat het voor de dokter moeilijk is om de wonde te beoordelen. Breng ook geen zalven aan op de wonde: om de wonde te kunnen beoordelen, moet de dokter die toch opnieuw verwijderen
6)
Ga zo snel mogelijk – en zeker binnen de zes uren - naar de huisarts voor een definitieve verzorging
STEEKWONDEN Kleine steekwonden (bvb door in nagel of stuk glas te trappen) 1)
Dek de wonde af met een licht drukkend verband om het bloeden te stelpen en de wonde te beschermen
2)
Spoel de wonde en de huid eromheen goed schoon met stromend water
3)
Ontsmet de wonde
4)
Raadpleeg een arts bij de eerste tekenen van ontsteking (roodheid, warmte, pijn, zwelling)
Grote steekwonden 1)
Stop de bloeding met een kompres of een propere (hand)doek door gedurende minstens 10 minuten op de wonde te drukken
2)
Probeer niet om vreemde voorwerpen te verwijderen (er is namelijk gevaar om bijkomende schade te veroorzaken)
3)
Leg een droog kompres op de wonde. Doordrenk dit kompres met een ontsmettingsmiddel op basis van water
4)
Leg het kompres vast met een windel of kleeflint; indien er een beperkte bloeding is, kan dit met een drukkend verbandje
5)
Gebruik geen kleurende middelen (bvb. Eosine). Ze gaan het uitzicht van de wonde veranderen, zodat het voor de dokter moeilijk is om de wonde te beoordelen. Breng ook geen zalven aan op de wonde: om de wonde te kunnen beoordelen, moet de dokter die toch opnieuw verwijderen
6)
Ga zo snel mogelijk – en zeker binnen de zes uren - naar de huisarts voor een definitieve verzorging
BIJTWONDEN Spoel, reinig en ontsmet de wonde zoals elke andere wonde. Ga steeds naar de huisarts! Bijtwonden vormen immers een zeer hoog risico op infectie, zeker menselijke bijtwonden!
BLAREN Een gesloten blaar laat je best dicht. Je kan de blaar afplakken met een tweedehuidspleister (bvb. Compeed, Second skin, …) om de druk te verlichten. Soms kan het nodig zijn de blaar toch te doorprikken. Dit is zo als deze zich bijvoorbeeld bevindt op een plaats die wrijving geeft en toch vanzelf zou opengaan, of als de blaar door haar omvang teveel last geeft.
1) Was de omgeving van de blaar met water en zeep. Als er geen water voor handen is, gebruik dan een ontsmettingsmiddel. Bij voorkeur waterig
2) Was je handen 3) Neem een steriele naald. Bij voorkeur uit een steriele verpakking of desnoods een gewone fijne naald die je ontsmet door eerst enkele minuten in ontsmettingsalcohol onder te dompelen
4) Houd de naald evenwijdig met de huid en prik op verschillende plaatsen in de basis van de blaar. Prik alleen in de bovenhuid van de blaar, niet in de onderliggende huid. Anders gaat de blaar bloeden
5) Duw met een steriel kompres het vocht uit de blaar 6) Verwijder de huid niet, want deze helpt de wonde beter te genezen 7) Ontsmet met een waterig ontsmettingsmiddel en breng een beschermend verband aan of eventueel een speciaal daarvoor voorziene pleister
8) Vermijd verdere wrijving Indien de blaar reeds open is: 1)
Ontsmet de blaar en de omgeving met een waterig ontsmettingsmiddel.
2)
Verwijder de huid niet.
3)
Dek de blaar af, eventueel met een speciaal daarvoor voorziene pleisters.
Bronnen: www.vlaamskruis.be www.brandwondencentrum.be Adviezen voor zelfzorg – Lies Leemans et al. KAVA – 2006 - ISBN 90-70472-22-88 Standaarden voor zelfzorg – KNMP – 2011 – ISBN 978-90-70605-00-1 www.digiwond.ugent.be
Auteur: Apr. M. Haems
© Copyright Medical Web Services, 2012