1
Geluidsmetingen in Bunnik Geluidsmetingen uitgevoerd naar aanleiding van het Ontwerp Inpassingsplan (OIP) voor de aanleg van de Rijsbruggerweg van Houten naar de A12
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding Samenvatting Akoestisch onderzoek van het OIP Zienswijze wijkverenigingen op OIP Uitvoering van geluidsmetingen Meetresultaten Vergelijking met RIVM en RWS Conclusies
De gezamenlijke wijkverenigingen in Bunnik Bunnik, januari 2012
2
1. Inleiding De provincie Utrecht heeft in augustus 2011 het Ontwerp Inpassingsplan (OIP) “Verbinding Houten-A12”(Rijsbruggerweg=RBW) ter visie gelegd. Hierop is door de gezamenlijke wijkverenigingen van Bunnik een zienswijze ingediend (bijlage 1). In deze zienswijze is bezwaar gemaakt tegen het plan onder andere vanwege de onjuistheden, onvolledigheden en onduidelijkheden in het Akoestisch onderzoek d.d. september 2011 dat als bijlage 23 bij het OIP was gevoegd. Met name de geluidhinder die als gevolg van de aanleg van deze weg zal optreden is naar het oordeel van de wijkverenigingen in strijd met de werkelijkheid. Ook de voorgestelde maatregelen om deze hinder te beperken zijn daarom niet voldoende. Om dit met cijfers te kunnen aantonen, is het initiatief genomen om geluidmetingen te gaan uitvoeren en de resultaten te publiceren opdat de politieke partijen binnen Provinciale Staten een vollediger en gedetailleerder beeld krijgen van de werkelijke situatie in Bunnik t.a.v. de geluidoverlast. In dit rapport worden de resultaten van deze metingen gepresenteerd en toegelicht. 2. Samenvatting Akoestisch onderzoek van het OIP Uit dit onderzoek blijkt dat op 14 locaties de geluidniveaus hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, met op 4 locaties een waarde van 56 dB. Als maatregel ter beperking van de geluidhinder zou ter plaatse van het viaduct in de toerit naar de A12(bij Bunnik) een geluidscherm moeten worden aangebracht van: - 2m hoog met een lengte van 185 m. en - 1 m hoog met een lengte van 235 m. De totale lengte is dus 420 m. Echter omdat geluidmaatregelen moeten worden getoetst aan “Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder” is een dergelijk scherm niet “doelmatig”. Daarmee wordt bedoeld dat deze maatregel te duur is in vergelijking met het eventueel isoleren van de betreffende woningen. Om die reden komt formeel ook het aanbrengen van geluidreducerend asfalt op de gehele weg niet in aanmerking als maatregel. Toch stelt de provincie voor om enkele “bovenwettelijke” maatregelen te nemen: - Geluidreducerend asfalt op alleen het zuidelijk deel van de weg (vanaf Houten tot de Achterdijk); - Een geluidscherm van 1 m. hoog met een lengte van 455 m. Ondanks deze maatregelen blijven er in Bunnik nog 4 locaties over waarvoor een “hogere grenswaarde” moet worden aangevraagd. De gecumuleerde geluidsniveaus voor deze locaties variëren van 53 tot 64 dB. 3. Commentaar wijkverenigingen
3
In de zienswijze van de wijkverenigingen is commentaar geleverd op dit onderzoek en de voorgestelde maatregelen. Samengevat betreft het commentaar het volgende: - Onduidelijk is wat de geluidreductie is van een scherm van 1 m. hoog in plaats van 2 m. hoog voor de betreffende kritische locaties. - Een scherm van 2 m. hoog heeft ook effect op andere locaties die ook hoge geluidsniveaus hebben. - De meerkosten van een scherm van 2 m. in plaats van 1 m. (lengte 455 m.) bedragen ca. € 125.000 In vergelijking met de kosten van woningisolatie, voor 4 woningen is dit ca. € 120.000 zijn de meerkosten dus vrijwel nihil. Maar de winst is veel groter. Door een hoger scherm hebben veel meer woningen dan alleen de kritische profijt door een lager geluidsniveau. - Eenzelfde financieel argument is gebruikt om op het noordelijke deel (lengte ca. 1 km.) van de weg geen geluidarm asfalt toe te passen. Echter de meerkosten daarvan, in vergelijking met normaal asfalt, zijn bij aanleg vrijwel nihil en in onderhoud slechts ca. € 1.500/jaar duurder - Het argument dat er geen geluidarm asfalt in bochten mag worden toegepast geldt niet in deze situatie. De bocht in de fly-over is dermate flauw en de snelheid beperkt zodat er geen extra schade aan het asfalt door het (vracht)verkeer mag worden verwacht. Bovendien is door toevoeging van rubber of kunststoffen dit asfalt stabieler te maken zodat geen extra schade optreed. - Vanwege de hoge geluidsniveaus in het dorp Bunnik (zie hoofdstuk 5, Resultaten van de metingen), zullen de hiervoor voorgestelde maatregelen een groter effect hebben dan door de provincie is berekend en zijn daarmee zeker gerechtvaardigd. - De werkelijk optredende geluidhinder is hoger dan berekend om de volgende redenen: o Er is geen rekening gehouden met de doortrekking van de baan van Fectio; o Er is geen rekening gehouden met het feit dat een groot deel van de toerit bestaat uit een fly-over om de spoortunnel in de baan van Fectio te kruisen. In de “Handleiding Akoestisch Onderzoek Wegen” van RWS, blz. 157 staat dat “rekenmethoden niet tot een aanvaardbaar resultaat leiden”, onder andere “ter hoogte van bruggen en viaducten waar zich dilatatievoegen bevinden en waar het kunstwerk zich gedraagt als een afzonderlijke geluidsbron”. o Er is uitgegaan van een groei van 1% per jaar van het verkeer op de RBW over de periode 2020-2025, terwijl voor de groei van het verkeer vanuit Houten (via de Staart) is gerekend met een groei van ca. 4% per jaar in de periode 2010-2020. De RBW wordt ook alleen maar gebruikt door verkeer vanuit Houten richting Utrecht evenals de Staart. Waarom daalt in 2020 de groei plotseling met een factor 4? o Volgens onderzoek van het RIVM (http://www.nsg.nl/file/132/NSG091211_RIVM_Jan%20Jabben.pdf), zijn de berekende geluidsniveaus in het algemeen 2-3 dB lager dan de werkelijke niveaus. Dit als gevolg van imperfecties van het model.Een belangrijke factor hierbij is dat de in het model aangenomen reductie door geluidarm asfalt, in de praktijk lager is door vervuiling en slijtage
4 van het asfalt. Ook wordt in het model geen rekening gehouden met het extra geluid dat een nat wegdek veroorzaakt en de hogere gemiddelde snelheid van het verkeer dan wordt aangenomen in het model. In de toekomst zullen enkele ontwikkelingen zorgen voor een nog grotere toename van de geluidhinder in 2025 dan in de berekeningen is meegenomen. o Als gevolg van de oostelijke ontsluiting van Houten, via een zuidelijke parallelweg langs de A12, zal het verkeer op de RBW ook toenemen. Hiermee is in de berekening ook geen rekening gehouden. o Een eventuele toename van de maximum snelheid op de A12 van 100 naar 130 km/h veroorzaakt een toename van de geluidsniveaus met 3 dB. o Zowel de gemeente Houten (Ruimtelijke visie 2015) als de provincie hebben in hun lange termijn visies ideeën over woningbouw 5000 woningen) in de driehoek Bunnik-Houten-Werkhoven. Ook dit zal resulteren in een grote toename van het verkeer en dus van de geluidshinder in Bunnik. Kan de provincie garanderen dat deze woningbouw in de toekomst niet zal plaatsvinden? 4. Uitvoeren van geluidsmetingen Om te onderbouwen dat de hiervoor voorgestelde extra maatregelen ter beperking van de geluidhinder gerechtvaardigd zijn, is door de wijkverenigingen het initiatief genomen om geluidsmetingen uit te voeren. Uitgangspunt van dit initiatief was dat er metingen zouden moeten worden uitgevoerd: - op een groot aantal locaties in het hele dorp; - waaronder ook de kritische locaties die in het Akoestisch onderzoek zijn genoemd; - op verschillende tijdstippen van de dag; - op verschillende dagen van de week; - gedurende minimaal 1 minuut zodat een gemiddelde waarde kan worden afgelezen; - bij verschillende weersomstandigheden; Op die manier kan een zo betrouwbaar en volledig beeld worden verkregen van de huidige geluidhinder in Bunnik. Om dit te realiseren is ervoor gekozen om de bewoners op te roepen om metingen uit te voeren met apps die op Iphone en Ipad kunnen worden gedownload. Om de resultaten van de verschillende apps met elkaar te kunnen vergelijken, zijn de gebruikte apps gekalibreerd met behulp van een professionele geluidmeter, de BG-5 (bijlage 2). Ook met deze geluidmeter zijn metingen uitgevoerd. Totaal zijn: - 104 metingen uitgevoerd; - op 50 verschillende locaties; - op totaal 30 verschillende dagen;
5 -
variërend van s’morgens 7.45 tot s’avonds 23.20.
De meetresultaten zijn door de bewoners zelf in een bestand gezet dat op internet beschikbaar was. Naast het meetresultaat, moest men ook de locatie, de datum en het tijdstip van de meting opgeven. 5. Meetresultaten De metingen registreren het totale geluidvolume veroorzaakt door alle wegen. Met degenen die de metingen uitvoerden is afgesproken dat spoorgeluid, dat een piek in geluidniveau veroorzaakt, niet moet worden meegenomen in de metingen. Uit het Akoestisch onderzoek van het OIP blijkt dat het spoorgeluid ca. 1,5 dB veroorzaakt in de geluidzone rondom het spoor. Hiermee is dus nog geen rekening gehouden bij de bewerking van de in de meetresultaten. Volgens het Standaard Meet en Rekenvoorschrift (SMR) wordt voor de avond en nachtperiode gerekend met een hogere gewichtsfactor vanwege de grotere hinder die mensen in die perioden ondervinden van geluid. Op basis van informatie over de verkeersintensiteiten overdag, in de avond en in de nachtperiode uit het geluidonderzoek van RWS ten behoeve van de verbreding van de A12, is berekend dat de nacht periode in de situatie van Bunnik maatgevend is. Op basis daarvan is berekend dat de “gewogen” geluidniveaus 2 dB hoger liggen dan welke zijn gemeten overdag. De meetresultaten die op eenzelfde locatie op verschillende dagen zijn gemeten zijn gemiddeld. De resultaten van de metingen zijn op een kaart aangegeven. Op basis daarvan is een kaart gemaakt met geluidscontouren. In bijlage 3 is deze kaart weergegeven. Uit deze resultaten blijkt dat vrijwel het gehele dorp geluidsniveaus ondervindt die hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Deze voorkeursgrenswaarde is gebaseerd op het aantal mensen dat hinder respectievelijk gezondheidsproblemen ondervindt van het geluid. Naarmate het geluidniveau toeneemt zal het aantal gehinderden en mensen met gezondheidsproblemen toenemen. In bijlage 4 is informatie gegeven over de relatie tussen het geluidsniveau en de hinder en kans op het krijgen van gezondheidsproblemen. 6. Vergelijking met RIVM en RWS De meetresultaten zijn vergeleken met; a. De berekende geluidniveaus in het rapport A12 Utrecht Maarsbergen, Akoestisch onderzoek van RWS. Deze waarden gelden voor 2009 en vergeleken zijn de waarden voor een hoogte van 1,50 m. b. De gemeten en berekende waarden die op de website van RIVM te vinden zijn (http://cerberus.rivm.nl/geluid/geluidbel.php?ix=141&iy=452&x=362&y=11 ). De waarden gelden voor 2008, en hierin is ook het spoorgeluid meegenomen. Een vergelijking met de berekende waarden in het akoestisch onderzoek van het OIP is niet reëel omdat daarin alleen de geluidhinder van de nieuw aan te leggen weg is berekend. Wel is daarin voor enkele locaties ook het gecumuleerde (van alle
6 geluidbronnen samen) geluidsniveau aangegeven. Deze komen wel overeen met de niveaus welke op de geluidkaart (bijlage 3) zijn aangegeven. In bijlage 5 is de vergelijking van de geluidsniveaus grafisch weergegeven. De waarden van het RIVM betreffen steeds een bandbreedte van 5 dB. In de vergelijking is hiervan het midden genomen, dus in plaats van 50-55 dB is voor de vergelijking de waarde 52,5 dB genomen. Uit de vergelijking met de meet- en rekenresultaten van RWS en RIVM blijkt dat de meetwaarden van de bewoners tussen de waarden van RWS en RIVM in liggen. Ondanks het feit dat de metingen en berekeningen voor een verschillend jaar gelden en dat de wijze van meten en berekening verschillen, geeft de vergelijking aan dat de door de bewoners gemeten waarden een betrouwbaar beeld geven van de geluidsniveaus in het dorp Bunnik. Vooral het grote aantal metingen op verschillende dagen tijdstippen en locaties maakt dat de resultaten als reëel bestempeld kunnen worden. In de meetresultaten is ook duidelijk de relatie te zien tussen geluidniveaus en de afstand met belangrijke verkeerswegen. Ook dat geeft vertrouwen aan de waarde van de meetresultaten. 7. Conclusies De geluidsniveaus die in het dorp Bunnik zijn gemeten geven aan dat in het grootste deel van het dorp het niveau hoger is dan de voorkeursgrenswaarde volgens de wet van 48 dB. In grote delen komen zelfs waarden voor van hoger dan 58 dB, wat volgens de wet als onacceptabel wordt beschouwd. De aanleg van de Rijsbruggerweg zal het geluidniveau alleen maar doen toenemen, zeker in het gebied waar de geluidbelasting al hoog is. De door de provincie voorgestelde maatregelen zijn onvoldoende en alleen gebaseerd op een financiële afweging en niet op een afweging op basis van hinder en gezondheid van de inwoners van Bunnik. Bunnik heeft geen enkel voordeel van de RBW, alleen maar hinder. Ook het fijnstof gehalte, dat al hoog is, zal daardoor nog meer toenemen. Het is daarom een reële wens om de toename van de geluidhinder te beperken door het aanbrengen van een scherm van 2 m. in plaats van 1m. hoog en het aanleggen van geluidarm asfalt ook op het noordelijke deel van de RBW, inclusief de fly-over.
7
Bijlagen (zijn los toegevoegd) 1. 2. 3. 4. 5.
Zienswijze wijkverenigingen Bunnik Specificaties van de geluidmeter BG 5. Geluidkaart Bunnik Achtergronden geluidsnormen Vergelijking van geluidsniveaus