Gelijkenis van de Zaaier Lees Markus 4:1-20 1. vanuit verschillende invalshoeken kijken, om dit onderwijs van Jezus te begrijpen. 2. vers 1, 2 – dit is onderwijs, niet zomaar een aardig verhaaltje. Jezus wilde wat specifieke dingen aan zijn leerlingen uitleggen en deed dat uitvoerig. Verhalen vertellen was normale onderwijsmethode – is dat in Arabische wereld nog steeds. 3. Omdat we zoveel mensen op Jezus afkwamen om naar zijn onderwijs te luisteren, ging hij in een bootje net aan de waterkant zitten. 4. LUISTER! Riep Jezus. De menigte moest stil worden, zodat allen hem kunnen horen vanuit dat bootje. LUISTER, zegt hij ook tot ons, want Hij gaat het hebben over hoe mensen naar het evangelie luisteren. Hij doet dat door een verhaal te vertellen over een zaaier – een boer, die zijn land opgaat om te zaaien. Jezus vergelijkt zichzelf met een zaaier die het Woord zaait. 5. Jezus spreekt daar bij over vier groepen mensen die het evangelie horen. We hebben de neiging om dat onmiddellijk op onszelf toe te passen met de vraag tot welke groep we horen. Dat is een goede zaak: de Bijbel is een Spiegel die we onszelf voorhouden. a) Bij dat zaaien valt een deel van het zaad op de weg. het zaad wordt door vogels opgegeten. in vs 15 zegt Jezus: LEES vs 15. Jezus spreekt hier niet over mensen die het woord van God niet horen, maar over mensen die het horen, maar er helemaal niks mee doen. Je zou kunnen zeggen: dat zijn mensen die het evangelie uitgelegd krijgen, maar vervolgens zeggen; dat is niks voor mij. Laten we maar eerlijk zijn: het overkomt ons allemaal dat we Gods woord horen, lezen, kennen, maar er niks mee doen. Natuurlijk, er zijn mensen die zich helemaal afkeren, maar we moeten allemaal opletten: we gaan soms door fases dat dit een goede omschrijving van onszelf is. b) Een tweede plek waar het zaad van de zaaier terecht kwam, was op rotsachtige plekken. Het land ziet er daar best aardig uit, maar heel kort onder oppervlak liggen de rotsen. De aarde is maar een dun laagje. Wat doet zaad dat daar valt? Het groiet snel op, maar de plantjes kunnen geen goede wortels ontwikkelen, waardoor de plantjes niet voldoende voedsel en water aan de grond onttrekken. Een beetje zon en de plantjes verdorren.
Jezus vergelijkt andere mensen met deze plantjes: lees vers 16,17. Oppervlakkige gelovigen – zodra er problemen zijn, zie je ze niet meer. Ik ben bij heel wat evangelisatiecampagnes betrokkken geweest – en daarzie je hoe makkelijk mensen soms ‘tot geloof komen’ in een fijne atmostfeer en zo, maar de volgende zondag blijven ze liever in bed. Je ziet ze nooit meer terug. Overigens vind ik dat het ook in dit opzicht goed is naar onszelf te kijken. Onze geloofsintensiteit is ook niet altijd even sublime, en ook wij kunnen soms enorm opervlakkig geloven. Op zondag allemaal prima, maar op maandag ach, t is zo moeilijk het geloof in de praktijk te brengen, het zou je zelfs wat kunnen kosten. c). Dat is eigenlijk ook het geval bij de derde groep mensen die Jezus beschrijft. Wat zaad van de zaaier valt ook tussen de distels. De plantjes schieten omhoog, maar dat doen ook de distels waardoor de plantjes nooit echt voldoende zaad vrucht gaan dragen. Ze blijven zwak, groeien niet echt mooi op, en dreigen steeds te worden overwoekerd door het onkruid. In vers 19 zegt Jezus over die mensen: Lees. Wat een slechte mensen he? Ze horen het woord van God – maar ze hebben zorgen om hun bestaan. Ze verlangen naar rijkdom en andere dingen. Daardoor heeft het woord niet het effect dat het moet hebben. Laten we maar niet net doen of we het hier over mensen van buiten de gemeente hebben he? Dit gaat gewoon over ons. Jezus waarschuwt ons dat onze zorgen over het bestaan een gevaar in zich dragen. Ze dreigen het werk van God in ons leven teniet te doen. Je kan zo bezig zijn met al die dingen, en vergeten waar het bij God om draait. Zoek eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid, en al die dingen geeft God u bovendien… Alle zorgen van het leven kunnen zo makkelijk het goede leven van Christus uit ons zuigen. d). Jezus begon zijn onderwijs met LUISTER! Luisteren wij wel? Als Jezus ons zegt dat oppervlakkig geloof, of allerlei zorgen om het dagelijks leven, een gevaar zijn voor echt geloven, doen we daar vandaag dan wat mee? Een vierde categorie mensen vergelijkt Hij met zaad dat in goede aarde valt. Dat zaad groeide op en droeg vrucht, mooie volle, zware korenaren. Daar is de boer blij mee! In vers 20 beschrijft Jezus die gelovigen: ze horen het woord, ze aanvaarden het, en dragen vrucht. Lukas 8:15 zegt over deze mensen: ‘Het zaad in de vruchtbare grond dat zijn zij die met een goed en eerlijk hart naar het woordhebben geluisterd, het koesteren, en door standvastigheid vrucht dragen.’ Hoe moeten wij dat doen?
1 – luisteren met een goed en eerlijk hart – dat is zorgen dat je het leest, het hoort in de dienst, in gemeentekringen, en dat je ook eerlijk bent om het op jezelf toe te passen. Het duidt op een bereidwilligheid om gehoorzaam te zijn. 2- het woord koesteren doe je door het VEEL te lezen en te beluisteren en het dan ook te overwegen, te overdenken, te bekijken ,te bestuderen, met de bereidheid het ook te gehorzaamen. 3- en vruchtdragen is vervolgens de kroon op het werk van Gods woord in je leven – en dat kan als je standvastig bent. Wat er ook gebeurt, wat je omstandigheden ook zijn, je koestert het Woord en past het toe. Ik vind deze gelijkenis een enorm belangrijke oproep aan mezelf om ontvankelijk te zijn, om het Woord van God te kennen en te koesteren, en om het dan ook uit te voeren. Ik vind het in dit verband belangrijk te onderstrepen dat wij als persoon en als gemeente vrucht dragen door het werk van het woord van God. Het is NIET onze preekstijl, of hoe zacht de stoelen zijn, om onze methodieken, het is niet onze vizie of dit of dat, die echte groei geven. Dat doet het woord van God. Daarom moet dat altijd centraal staan in alles wat we doen. Een gemeente die Gods woord bestudeert en uitvoert, dat is wat God wil. Maar na dit alle gezegd te hebben wil ik nog eens opnieuw naar deze gelijkenis kijken. Jezus zegt ‘LUISTER’ dus dat moeten we goed doen. Want opvallend in hoe Jezus dit verhaal vertelt: nergens lees ik dat hij ons oproept om iets toe te passen. Hij zegt niet: zorg dat je goede aarde bent…zorg dat je veel vrucht draagt. Want de gelijkenis is geen oproep aan ons om ontvankelijk te zijn voor het woord. De meeste bijbelcommentaren zeggen dan ook: deze gelijkenis is niet prescriptief maar descriptief. Het is niet een voorschrift aan ons, maar Jezus beschrijft een werkelijkheid voor ons. Voor ons? Nou ja, in de eerste plaats natuurlijk aan zijn toehoorders en in hun situatie moeten we ons verplaatsen om deze gelijkenis beter te begrijpen. Laten we nog eens goed naar de context van de gelijkenis kijken. Ik denk dat Jezus niet zomaar een vaag verhaal vertelde met een algemene les voor ons. Ja, die zit er wel in, maar het was niet de reden waarom hij op dat tijdstip aan die mensen dit onderwijs gaf. Een eerste hint over de betekenis van deze gelijkenis zit in de worden van Jezus in de versen 10-12. Hij gebruikte de onderwijsmethode van gelijkinssen om degenen
die het evangelie hadden afgewezen, het begrijpen onmogelijk te maken: Lees vs. 10-12 - voor volgelingen van Jezus is het duidelijk,, maar voor hen die buiten blijven staan, zorgen gelijkenissen dat ze hun straf niet ontlopen. Ze begrijpen de gelijkenis niet. - Jezus citeert hier woorden van Lees Jesaja 6:8-12. Waarom citeert hij juist deze woorden? Ale Joden kenden deze woorden van Jesaja heel goed. Dat ging over Israel in de tijd net voor de ballingschap. God had ze zo vaak gewaarschuwd maar nu was de maat vol. Jesaja moest preken tot Israel, maar dat was zonder hoop op bekering van het volk. Zijn preken moesten zorgen dat de oren van het volk nog meer toegesloten zouden worden voor het woord van God. - Door dat citaat van Jesaja te gebruiken herinnert Jezus zijn discipelen aan die geschiedenis van the volk Israel en Jesaja. - Zowel in geval van Jesaja als nu in de woorden van Jezus gaat het er niet om dat mensen geen kans krijgen op bekering. Het gaat om mensen die de wetten van God en het volgen van Jezus al hebben verworpen – en als ze dat doen, respekteert God dat. - In evangelisatiewerk wordt Jezus nogal eens afgeschildert als en lieve verhaaltjesverteller die ons probeert te lokken. ‘Kom toch, luister toch, volg me toch’. En inderdaad: Jezus staat aan de deur, Hij klopt. Hij roept ons Hem te volgen. Maar hij is geen bedelaar. Als we weigeren te gehoorzamen, dan heeft dat gevaarlijke consekwensties. God zou ons wel een serieus kunnen nemen. - Wie zijn degenen die buiten blijven staan? Dat kunnen we lezen in hoofdstuk drie, waar we lezen wat gebeurde in de paar dagen voor Jezus zijn gelijkenis over de zaaier vertelde. - In Markus 3:6 lezen we hoe Jezus op sabbat iemand genas, maar: Lees 3:6 - Daarna ging Jezus met een grote menigte naar het meer van Galilea, waar hij weer grote massas mensen genas van allerlei ziekten. Hij bereidde zijn disciepelen bovendien voor om uit te gaan om ook zelf te preken en mensen te genezen. Lees dan vers 3: 20-22 - Farizeen wilden Jezus doden, de familie van Jezus dacht da hij gek was, de schriftgeleerden noemden Jezus bezeten van de duivel. En dat terwijl
Hij zoveel wonderen deed en het Woord van God verkondigde. En dat terwijlHij de zoon van God was. -
Lees nu hoofdstuk 3:31-35. Familieleden van Jezus wilden niet binnenkomen toen Hij tot mensen sprak in een huis in Kapernaum. Ze stuurden iemand naar binnen om te zorgen dat hij zou buitenkomen. Ik vermoed omdat ze zich niet wilden verontreinigen met de menigte binnen in huis. Keurige Joodse gewoonte om niemand aan te raken waarvan je niet zeker was dat die niet onrein was.
- Wie waren dus degenen die buiten bleven staan? In de eerste plaats: gewoon de familie van Jezus, die hem nioet volgden of geloofden. En de Joodse religieuze leiders, de theologen van die tijd. - Jezus hield zich beslist niet aan hun regels en wetten, want hij verkoos hier voor de meute en zat gewoon bij ze. Alle onreinen, zondaren, konden hemn aanraken, met hem praten, en hij genas ze… De laatste vraag van de discipelen voor Jezus zijn gelijkenis van de zaaier ging vertellen was: ‘Heer uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken u’. Maar ze bleven buiten staan. De discipelen van Jezus, die klaar waren om er zelf op uit te gaan om door het hele land te gaan preken, moeten vol hebben gezeten met de vraag: waarom geloven ze niet Heer. U preekt, u geneest, u doet grote wonderen, u bent de geweldige Heer, en de tegenstand groeit alleen maar! De discipelen moeten zich sterk hebben afgevraagd hoe ZIJ dan zouden worden ontvangen, als Jezus zelfs door zn eigen familie voor gek werd verklaard. Door zijn onderwijs over de boer die gaat zaaien, wil Jezus zijn discipelen bemoedigen. En ook ons. Ook wij zien om ons heen hoe mensen NIET in Jezus willen geloven. We zien problemen, ellende, verdriet, mensen die Hem ongehoorzaam zijn. In mijn werk zaaien we het evagelie breeduit – elke week kijken rond de miljoen mensen naar onze programmas. Vorige maand kregen we daarop 2000 reacties. Mensen die bellen, emails sturen, smsjes sturen. Allemaal Arabieren. Maar ondanks dat we het woord breed verkondigen, komen niet alle kijkers tot geloof in Jezus Christus. ‘Heer, wat doen we fout!’ En dan vertelt Jezus over de boer die zaait. Ga eens mee in gedachten naar boeren uit die tijd. De boer moest eerst zijn land omgeploegen voor hij ging zaaien. Nou ja, niet het hele land kon hij omploegen, hij moest de paden die door de velden liepen omzeilen, en er waren ook delen in het rotsachtige Judea waar de rotsen zo dicht aan
de oppervlakte lagen, dat de ploeg daar niet doorkon. Als je als boer een mooi stuk land had, kon je de meeste grond goed ploegen, maar het was heel normal dat bepaalde stukken onaangeroerd bleven. Langs de paden en op de delen waar de rotsen te dicht bij het oppervlak lagen, groeide natuurlijk onkruid. Maar na het ploegen lag het grootste deel van het land er toch mooi bij. Dan gaat de boer zaaien. Elke hoek van zijn veld krijgt zaad, overal strooit hij het neer. Uiteraard komt er dan ook zaad op het pad, en op het ongeploegde gedeelte bij de rotsen. Als je als boer zaait, dan kijk je er toch niet raar van op, dat een deel van je prima zaad, niet het effect heeft dat waarop je hoopt? Wat op de het pad valt, nou ja, jammer, dat komt niet op. En wat tussen de distels terecht komt, en bij de rotsen, dat levert natuurlijk geen vrucht op. Maar! De boer weet ook dat het overgrote deel van zijn werk NIET vergeefs is. Wat in de omgeploegde grond terecht komt, creeert een grote oogst! Wat Jezus dus tegen zijn discipelen zegt is: De Farizeen horen mijn woord maar willen me doden. Mijn familie, die horen mijn woord, maar denken dat ik gek ben. De theologen die menen dat ik van de duivel bezeten ben, ook al horen ze mijn woord en ook al zien ze alle wonderen. Maar laat je daardoor niet ontmoedigen. Kijk eens om je heen – er is een grote oogst. Misschien duidde Jezus wel specifiek op die menigte die hem volgde. Die meute van mensen die door de Joodse leiders waren afgeschreven, maar die naar het woord van God wilden luisteren. Hij duidde in elk geval op de discipelen die Hem serieus volgeden. Die discipelen stonden op het punt zelf ook uitgezoden te worden om te gaan verkodnigen. Ze werden als zendelingen uitgezonden. Ook zij zouden met dezelfde teleurstellingen te maken krijgen. Velen zouden hun woorden horen, maar velen zouden het verwerpen. Jezus beloofde hun – een grote oogst. In mijn werk hebben we steeds te maken met veel mensen die niks van het evangelie willen weten – maar in sommige delen van de Aranische wereld, zoals in Algerije, is sprake van een grote oogst! De kerk groeit daar hard. Elk maand krijgen we 10, of 20, reacties van Algerijnen die het evangelie aanvaarden en Jezus willen volgen. Mag ik deze gelijkenis tenslotte ook bezien vanuit de wereldkerk. Ook heden ten dage is het makkelijk om teleurgesteld te raken. Kijk maar om je heen. De ellende in de wereld is groot. Slechts 15% van de Nederlanders gaat regelmatig naar een kerk. Het lijkt wel of de verkondiging geen effect heeft. Maar laat u niet ontmoedigen. Kijk naar de grote oogst. Ja, het lijkt wel ploegen op de rotsen in Europa, en het zaad wordt wel gezaaid, maar we zien zo weinig vrucht.
Maar op andere plaatsen is de grond geploegd, de stenen zijn verwijderd, en waar wordt gezaaid is de oogst groot. In Zuid Amerika, Afrika, Azie, groeit de kerk van Jezus Christus als kool. Miljoenen en miljoenen mensen hebben zich bij de kerk gevoegd. Hier is de oogst misschien klein – maar in andere delen van de wereld zijn enorme bewgeing van de Geest van God gaande. Laat uzelf dus bemoedigen! Let maar niet teveel op de rotsachtige delen van de akker, maar kijk naar het prachtige land waar Gods oogst wordt binnengehaald! Als u het woord met mensen deelt, dan weet u dat het normaal is date en deel van de mensen dat verwerpt. Maar anderen nemen het aan. En op die oogst wil Jezus onze ogen richten. Zijn werk gaat door. zijn plannen falen niet.