JAARVERSLAG 2008
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag 2008 van Stichting De Zaaier. Dit jaar is gekozen voor een wat uitgebreider verslag waarin ook meer over de achtergrond en het beleid van Stichting De Zaaier is opgenomen. Vermogensfondsen spelen een steeds grotere en meer zichtbare rol in de samenleving en organiseren zich krachtiger, onder meer via de eigen brancheorganisatie, de FIN, waarvan Stichting De Zaaier actief lid is. Het bestuur van Stichting De Zaaier is van mening dat ook kleine vermogensfondsen zoals het onze, zich transparant moeten presenteren. Dit jaarverslag in uitgebreide vorm draagt daartoe bij. Het bestuur, Mei 2009
Contactgegevens Stichting De Zaaier Springweg 7 3511 VH Utrecht T (030) 276 7953 E
[email protected]
1
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Hoofdstuk 1
1.1
Algemeen
GESCHIEDENIS VAN STICHTING DE ZAAIER
Stichting De Zaaier is op 2 juli 1985 opgericht door mevrouw Dieuwke Honig-Prager (1914), die bij haar overlijden op 19 juli van dat jaar een belangrijk deel van haar vermogen, ruim 5 miljoen gulden, aan de Stichting heeft gelegateerd. Dieuwke Prager werd opgeleid als maatschappelijk werkster in Amsterdam. Als inspecteur van Arbeid ontmoette zij haar latere echtgenoot C.J. Honig, de sociaal bewogen Zaanse fabrikant uit de bekende ondernemersfamilie Honig. Kees Honig heeft veel gedaan om de leefomstandigheden van de werkende bevolking in de Zaanstreek in materiële en geestelijke zin te verbeteren. In 1952 heeft hij het fonds Honig-Laan opgericht, genoemd naar zijn moeder M.A. Honig-Laan. Het Honig-Laanfonds bestaat ook nu nog en verleent financiële steun aan instellingen in de Zaanstreek die actief zijn op sociaal-maatschappelijk terrein, in de sport of op cultureel gebied. Toen Dieuwke Prager trouwde met Kees Honig werd zij, zoals gebruikelijk in die tijd, als getrouwde vrouw ontslagen. Het paar kreeg geen kinderen. Dieuwke Honig-Prager had net als haar man grote belangstelling voor alle aspecten van de mens.
Dieuwke en Kees Honig
Zij hield zich bezig met de ontwikkeling van de mens, met vrouwenemancipatie, parapsychologie en het wereldburgerschap. Zo vatte zij grote belangstelling op voor de internationale leefgemeenschap Auroville in India, die gebaseerd is op het werk en de visie van Sri Aurobindo en De Moeder en gewijd is aan de eenheid van de mensheid. Vanuit deze brede belangstelling en betrokkenheid bij de mens heeft Dieuwke Honig-Prager Stichting De Zaaier de volgende doelstelling meegegeven: het bevorderen van studie van de mens in zijn psychologische en sociale aspecten en van zijn innerlijke belevings-mogelijkheden.
2
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
1.2
BELEID
Het bestuur heeft steeds getracht deze doelstelling zo goed mogelijk te vertalen en in de geest van de stichtster te handelen. Dit betekent dat bij het beoordelen van projectaanvragen de ontwikkeling en de emancipatie van de mens in alle facetten centraal staat, waarbij wereldburgerschap een belangrijk uitgangspunt is. De inspiratie van Dieuwke Honig-Prager leeft nog steeds voort in de banden met de Zuid-Indiase Township Auroville, dat mede gesteund wordt door de UNESCO en de Indiase regering, en met het Parapsychologisch Instituut te Utrecht dat nauw samenwerkt met de bijzondere leerstoel parapsychologie aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Uitgaande van de doelstelling zijn de afgelopen jaren banden aangeknoopt met het opleidings- en researchinstituut van de Pakistaanse vakorganisatie PILER in Karachi, dat mede gesteund wordt door NOVIB en FNV en onder meer actief is bij de organisatie van het World Social Forum. Deze drie organisaties zijn partners van Stichting De Zaaier geworden en konden ook in dit verslagjaar rekenen op onze steun. In 2006 is een begin van een meer structurele samenwerking ontstaan met de Academie der Kunsten in Leiden. Deze Academie is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden, het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten met als doel het simultaan aanbieden van een academisch gerichte studie en een studie op het terrein van muziek of beeldende kunsten. Studenten die een dergelijke combinatie wensten, waren tot voor kort geheel op het buitenland aangewezen en kunnen nu dus ook in eigen land terecht. Voor alle partners geldt overigens dat de financiële ondersteuning gericht moet zijn op concrete projecten die niet binnen reguliere geldstromen vallen en niet het karakter moet krijgen van een langetermijnsubsidie. Verder staan vanaf de oprichting van Stichting De Zaaier ook hoog genoteerd: -
vrouwvriendelijke projecten, met name in ontwikkelingslanden;
-
studiebeurzen (voorbereiding op een PhD-studie, congresbezoek, deskundigheidsbevordering, etc.) voor individuele studenten of professionals op terreinen van de doelstelling van Stichting De Zaaier;
-
bijdragen aan onderzoek op terreinen van de doelstelling van Stichting De Zaaier.
Belangrijk voor het bestuur is de naam van Stichting De Zaaier eer aan te doen door ‘seed money’ te geven aan projecten die daardoor een start kunnen maken en andere fondsen en subsidiegevers kunnen aantrekken. In dit kader wordt gekeken naar de groeipotentie van een project of studie en de impact die deze kan hebben op andere of op z’n omgeving.
3
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Ook in het verslagjaar heeft het bestuur van Stichting De Zaaier zich geconcentreerd op een beperkt aantal institutionele partnerorganisaties en op innovatieve projecten, vooral gericht op ontplooiing van individuele personen met een potentie tot verankering van de resultaten in een bredere maatschappelijke ontwikkeling.
1.3
HET BESTUUR
Stichting De Zaaier kent een uitvoerend bestuur met projecthouders, die de contacten met langduriger relaties onderhouden. De secretaris onderhoudt de contacten met de ‘eenmalige’ relaties. De secretaris bereidt de projectaanvragen met de betreffende portefeuillehouders voor. De projectaanvragen worden in de vergadering door alle bestuursleden beoordeeld. Het bestuur hecht aan persoonlijke betrokkenheid bij de projecten, zeker bij die van de partnerorganisaties, en ontvangt derhalve (tussen)rapportages, voert zonodig voortgangs- en evaluatiegesprekken en heeft (twee-)jaarlijks een meer algemeen gesprek met vertegenwoordigers van de partnerorganisaties over ontwikkelingen en beleid. Het bestuur van Stichting De Zaaier bestaat in het verslagjaar uit drie personen: -
Mevrouw Mr. C. Zeyl-Terzol, voorzitter (benoemd van 19 december 2006 tot december 2009)
-
De heer dr. H. Thomas, penningmeester (benoemd van 1 november 2006 tot november 2009) o
-
Nevenfuncties:
Directeur (mede) Veyboard International bv.
Enkele onderzoeksactiviteiten als prof.em.
Mevrouw M.E.H. Busch MA, secretaris (benoemd van 4 oktober 2007 – oktober 2010) o
Nevenfuncties
Directeur Van Praag Instituut (betaald)
Bestuurslid Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN)
In het verslagjaar heeft het bestuur 6 keer vergaderd (in januari, maart, juli, september, november en december). De voorjaars- en najaarsvergaderingen waren ook dit jaar voornamelijk gewijd aan de projectcatalogus van Auroville. Tussen de vergaderingen door heeft het bestuur veelvuldig onderling contact gehad via telefoon en e-mail, ook over lopende projecten en projectaanvragen.
4
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Bij haar werkzaamheden sluit het bestuur van Stichting De Zaaier aan bij de gedragscode van de Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN). Daarnaast participeerden bestuursleden in externe werkgroepen of overleg gerelateerd aan het werkgebied van Stichting De Zaaier, zoals de werkgroep ‘Return on Investment’ van de FIN, het periodiek overleg van fondsen die studiebeurzen verstrekken, en de symposiumcommissie van de FIN. De secretaris van Stichting De Zaaier is tevens bestuurslid bij de FIN. De financiële administratie wordt deels uitbesteed aan Administratieservice Loosduinen. In overeenstemming met de statuten maakt Stichting De Zaaier gebruik van de adviezen van een onafhankelijk financieel adviseur, Financiële Diensten Amsterdam (FDA). Na overleg met de Stichting ten behoeve van Culturele en Maatschappelijke Beschikkingen, statutair toezichthouder, werd dit jaar voor het laatst naast het jaarverslag ook een halfjaarverslag door accountant Ernst&Young beoordeeld.
1.4
ALGEMEEN
Stichting De Zaaier heeft jarenlang het persoonlijk archief van Dieuwke Honig-Prager in beheer gehad; het betreft boeken, brieven en vooral foto’s. Informatiemateriaal over haar echtgenoot en diens zakelijke activiteiten was al eerder ondergebracht bij het Gemeenteacrhief Zaanstad. De Belgische historica Chantal Vancoppenolle promoveerde in 1993 op basis van dit materiaal op het sociaal ondernemersgedrag van C.J. Honig binnen en in de periferie van het familiebedrijf de N.V. Stijfselfabriek ‘De Bijenkorf’. In dit verslagjaar 2008 is ook het archiefdeel van Dieuwke Honig-Prager definitief overgedragen aan het Gemeentearchief Zaanstad.
5
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Hoofdstuk 2
Jaaroverzicht projecten
In 2008 heeft Stichting De Zaaier 49 projectaanvragen ontvangen. Drieëntwintig daarvan zijn afgewezen, de overige zijn geheel, dan wel gedeeltelijk toegekend voor een totaalbedrag van €128.000. Hierbij moet worden aangetekend dat enkele projecten zijn ingediend maar onverhoopt door omstandigheden niet in dit verslagjaar zullen kunnen plaatsvinden, waardoor een grote daling van de projectallocatie plaats heeft gevonden. Deze zal in belangrijke mate in de eerste maanden van 2009 naar verwachting alsnog geschieden, zodat er nog steeds van kan worden uitgegaan dat gemiddeld ongeveer 4% wordt besteed ten opzichte van het streefvermogen van €4.000.000 (i.c. € 160.000). Met betrekking tot de drie partnerorganisaties zijn in 2008 de volgende projecten financieel gesteund.
2.1
PILER Het Pakistan Institute of Labour Education and Research (PILER), opgericht in 1982, is een non-profit, non-governementele organisatie die zich richt op onderzoek, training en ondersteuning op het gebied van arbeidsrechten en arbeidsrecht, sociale rechtvaardigheid en menselijke ontwikkeling, en regionale solidariteit en vrede (zie: www.piler.org.pk). PILER stimuleert een democratische en effectieve vakbeweging en richt zich vooral op het ondersteunen van plaatselijke organisaties en verenigingen van arbeiders, zowel op het werk als in de eigen gemeenschap. Het jaar 2008 is voor PILER een overgangsjaar geweest waarin een nieuw managementteam is aangetreden. De heer Karamat Ali, tot voor kort directeur van PILER en nestor van de vak- en vredesbeweging in Pakistan, bouwt zijn begeleidingsactiviteiten voor dit nieuwe management geleidelijk af, maar blijft langs de zijlijn wel betrokken bij de doorgaande strijd voor meer democratie. Dit is overigens niet zonder risico voor zijn persoonlijke veiligheid. Hij is nog altijd zeer betrokken bij de Vredesbeweging op het subcontinent en heeft samen met zijn collega B.M. Kutty, voormalig directiesecretaris van PILER, daarvoor de prestigieuze vredesprijs 2008 van de Association for Communal Harmony (ACHA) gewonnen. Verder is hij persoonlijk en via PILER één van de motoren achter een Zuid-Aziatische overkoepelende vakorganisatie naar Europees model.
6
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Vanwege de overgangssituatie bij PILER waarin veel aandacht is gegaan naar herstructuring van de organisatie, is in dit jaar geen gerichte projectaanvraag ingediend bij Stichting De Zaaier, maar is in onderling overleg alleen in algemene zin om onze betrokkenheid gevraagd voor de komende jaren. Daarvoor hebben twee uitgebreide gesprekken plaatsgevonden met vertegenwoordigers van PILER. Eenmalig heeft Stichting De Zaaier wel een bedrag van €1.000 toegekend voor de slachtoffers van de aardbeving in Baluchistan op 29 oktober 2008, met meer dan 300 doden en
100.000 daklozen. PILER organiseerde samen met andere organisaties hulp voor de slachtoffers. In samenwerking met PILER heeft de Pakistan Labour Trust een eerste opzet gemaakt voor de ontwikkeling van een Zuid-Aziatisch radiostation, dat sociaaleconomische kwesties aan de orde kan stellen voor de grote massa die niet bereikt kan worden met gedrukt materiaal. Tevens lijkt een dergelijk medium een optimaal instrument te zijn om naast internet de genoemde thematiek aan de orde te stellen. Het projectvoorstel was nog niet volledig uitgewerkt, maar Stichting De Zaaier steunt het initiatief van harte en heeft hiervoor een bedrag van €15.000 geoormerkt en verwacht een definitief voorstel in 2009.
2.2
PARAPSYCHOLOGISCH INSTITUUT Het Parapsychologisch Instituut werd opgericht in 1953 in een samenwerkingsverband van de Studievereniging voor Psychical Research (SPR) en de Universiteit Utrecht en was toen gekoppeld aan de bijzondere leerstoel parapsychologie. Het was wereldwijd het eerste instituut op het gebied van de wetenschappelijke parapsychologie. Intussen is het Parapsychologisch Instituut (PI) een onafhankelijke stichting, met Prof. dr. J.L.F. Gerding als directeur (zie: www.parapsy.nl). Het PI werkt nog steeds nauw samen met de SPR, de bijzonder hoogleraar parapsychologie, en de Universiteit voor Humanistiek waar de leerstoel sinds 2007 is ondergebracht. Het Parapsychologisch Instituut wil door middel van wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan het verdiepen van de kennis van paranormale verschijnselen. Daarnaast beheert het PI een collectie boeken op dit gebied in zijn op afspraak toegankelijke bibliotheek en geeft het cursussen voor professionals en algemeen publiek over paranormale en andere bijzondere bewustzijnservaringen.
7
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Sinds 2006 steunt Stichting De Zaaier een onderzoekslijn van het Parapsychologisch Instituut waarbij middels enquête-onderzoek inzicht gezocht wordt naar het optreden en beleven van paranormale/bijzondere bewustzijnservaringen. Het eerste onderzoek betrof ervaringen van contact met overledenen en de rol van hulpverlening, dat onder meer gepubliceerd is in het Tijdschrift voor Parapsychologie. Een van de uitkomsten is dat 1 op de 4 Nederlanders contactervaringen met een overledene rapporteert. In een kwalitatieve vervolgstudie diepen de onderzoekers deze thematiek verder uit, in samenwerking met de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Steun voor dit onderzoek is door Stichting De Zaaier reeds in 2007 toegekend, maar de studie is voornamelijk in 2008 uitgevoerd. Vanuit didactisch oogpunt is het een aanvulling als de betrokkenen zelf aan het woord komen en gefilmd worden terwijl ze over hun ervaring vertellen. Daar kunnen ook studenten en cursisten van profiteren. Het PI heeft voor de aanschaf van een professionele filmcamera een beroep gedaan op Stichting De Zaaier. De aanvraag is toegekend voor €1.200 euro.
2.3
AUROVILLE Vanaf haar oprichting in 1986 heeft Stichting De Zaaier zich verbonden gevoeld met Auroville in Zuid-India. Auroville startte in 1968 met de bouw van enkele kleine nederzettingen en is intussen uitgegroeid tot een groot gebied, waar zo’n 2000 mensen van 35 nationaliteiten en verschillende sociale en culturele achtergrond samenleven. De visie van Auroville is gebaseerd op het gedachtengoed van De Moeder en Sri Aurobindo; het wil een stad van de toekomst zijn waar mensen in eenheid én verscheidenheid kunnen leven. Dat kan alleen als mensen zich richten op bewustzijnsontwikkeling, een centraal thema in alle activiteiten in Auroville. Tegelijkertijd leidt deze visie tot veel creatieve en innovatieve oplossingen voor dagelijkse maatschappelijk problemen; Auroville is een doorlopend experiment op het gebied van bestuur, economie, bedrijfsvoering, culturele diversiteit en milieu; de website www.auroville.org.in geeft een bijna encyclopedische informatie over deze unieke beweging. Stichting De Zaaier ontvangt projectaanvragen uit Auroville via de Project Coordination Group (PCG). Deze doet tweemaal per jaar een oproep voor projecten en maakt een eerste schifting op grond van door ons gezamenlijk opgestelde criteria en de door Auroville ervaren prioriteiten. De PCG is ook mediator voor projectaanvragen die in aanmerking komen voor steun door de Foundation for World Education.
8
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Eens per 2 à 3 jaar is er uitvoerig overleg tussen de Project Coordination Group en Stichting De Zaaier ten aanzien van de ontwikkelingen en behoeften in Auroville en de doelstellingen van Stichting De Zaaier. Stichting De Zaaier mengt zich daarbij niet in beleidszaken van Auroville, maar kan vanwege de langdurige en nauwe betrekkingen wel adviseren en daarmee initiatieven in Auroville versterken. In 2008 heeft een dergelijk overleg plaatsgevonden, waarna de aanvraagprocedure en de doelstellingen opnieuw geformuleerd zijn (zie 2.5.1). Voor dit overleg heeft de penningmeester vele projecten in Auroville bezocht waarbij Stichting De Zaaier betrokken is (geweest) en heeft vele gesprekken gevoerd met projecthouders en beleidsmakers in Auroville. In het verslagjaar heeft Stichting De Zaaier in totaal €84.679 aan projecten in Auroville toegekend. Het gaat om 20 projecten. Twintig andere projecten zijn afgewezen. De projecten zijn in verschillende categorieën ingedeeld.
2.3.1
CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Archeological Works Auroville
Archeologische opgravingen uit de
4.183
Tamilcultuur tot 500 v.Chr. Bijdrage om meer en sneller te kunnen werken i.v.m. geplande bouwactiviteiten. Tweemaal eerder een bijdrage gegeven; dit is de laatste. Herstel Mohanam Cultural
Herstel na brand van het Centrum
5.000
Vervolg op klassieke dans workshop,
5.000
Centre Unity in Diversity (geoormerkt)
gesteund door SDZ, nu voor een groter publiek, ook buiten Auroville Study Lectures in Aurobindu
Verzamelen van ruw videomateriaal van
Works
mensen die Sri Aurobindo nog gekend hebben, ten behoeve van archief en toekomstige onderzoeksdoeleinden 9
4.000
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
toekomstige onderzoeksdoeleinden Boek over ‘Gnosticisme’
Financiële steun aan schrijver Georges
1.500
van Vreckhem Totaal toegekend (in euro’s)
19.683
Mohanam Cultural Centre. Stichting De Zaaier heeft eerder een bijdrage gegeven voor het project waarbij Tamil-jongeren opgeleid worden tot instrumentbouwer van traditionele muziekinstrumenten.
2.3.2
EDUCATIE Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Asset (Auroville Schools Science
Ontwikkelen van tentoonstelling over de
Educational Training) Centre
natuurwetenschappen door kinderen van
Program and Development
basisscholen in Auroville e.o. om hen ervaringsgericht natuur-wetenschappelijke kennis op 10te laten doen. Oprichten ‘science club’ voor leerlingen.
3.126
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
ervaringsgericht natuur-wetenschappelijke kennis op te laten doen. Oprichten ‘science club’ voor leerlingen. Individual Progress Trial,
Introduceren van individuele lesmethode
Kuyilapalayam School
in een pilotklas van deze Tamilschool en
2.000
het volgen van deze klas gedurende vijf jaar. Steun van SDZ voor € 2.000 per jaar gedurende drie jaar. 2008 is het eerste jaar. Management & Training
Financiële ondersteuning voor
Development Program
Aurovillianen bij scholing relevant voor
2.000
beroep of gemeenschap. SDZ geeft een jaarlijkse bijdrage. New Era After School Program
Ontwikkeltraject voor vervolgonderwijs in
4.088
Auroville, voornamelijk voor Tamiljeugd. SDZ geeft steun voor 3 jaar, bij voldoende voortgang per jaar. 2008 is het tweede jaar. Engaging with Biodiversity
Deelname High School leerlingen aan
4.400
internationaal jeugdcongres over biodiversiteit in Canada Sikkim: A research project on
Studiereis naar het Rumtek klooster in
interdisciplinaire studies
Sikkim voor 7 leerlingen en 2 leraren van
1.500
Future School als onderdeel van een groter project. Beurzen Future School
Kleine beurzen voor buitenschoolse
1.933
activiteiten Ph.D.-beurs Vladimir Yatsenko
Afronding Ph.D. aan de Barooda
1.284
University, titel: The Concept of Agni in the Veda in the light of Sri Aurobindo Portfolio Educatie
Microprojecten op het gebied van
7.500
informele scholing. Totaal toegekend (in euro’s)
11
27.831
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Een klaslokaal in Kuyilapalayam School
2.3.3
VROUWENEMANCIPATIE Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Portfolio Women
Kleine projecten voor (Tamil-)
7.500
vrouwenactiviteiten
2.3.4
INNOVATIE Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Quiet Transport (E-bikes)
Het ontwikkelen van elektrische fietsen, op te laden met zonne-energie. Pilot met 2 typen fietsen en oplaadstation. 12
2.629
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Elektrische fietsen van Saracon’s Quiet Transport
2.3.5
MILIEU Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Natural Evolution in a man-
Inventarisatie van 25 jaar milieu-inzet in
made Forest
Auroville
13.146
Auroville in de jaren ’60 van de vorige eeuw…
… en ruim 40 jaar later. 13
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
2.3.6
ONDERZOEK Project
Omschrijving
Toegekend bedrag
Social Research Centre Survey
Follow-up (vervolg en uitbreiding) van
of Auroville Employees
onderzoek naar de arbeiders in Auroville
Social Research Centre
Algehele financiële ondersteuning
10.000 3.890 13.890
2.4
OVERIGE PROJECTEN
In de samenwerkig met de Academie der Kunsten in Leiden werd voor het tweede jaar steun verleend aan de musici Tomma Wessel en Kathryn Cok voor hun respectievelijke promotiestudies. Beiden ontvangen voor de duur van hun onderzoek (met een maximimum van 3 jaar) jaarlijks een aanvullende studiebeurs van €7.500. De blokfluitiste Tomma Wessel legt zich vooral toe op analyse en uitvoering van hedendaagse muziek. Ze is regelmatig te horen op belangrijke podia en festivals. Zij is docente voor hedendaagse blokfluitmuziek aan de conservatoria van Brussel en Gent en lerares blokfluit en kamermuziek aan het muziekconservatorium van Brugge. In haar promotiestudie maakt zij een ‘Instrumentenporträt Blockflöte’, waarin zij een overzichtelijke instrumentatieleer ter ondersteuning van het compositieproces voor blokfluit als eigentijds instrument samenstelt. Het eindresultaat zal bestaan uit zowel een boek als een CD met klankvoorbeelden. De van origine Amerikaanse Kathryn Cok is klaveciniste en fortepianiste. Zij speelt met orkesten als The Amsterdam Baroque Orchestra, Musica Ad Rhenum en andere gerenommeerde oude muziek ensembles in Europa, en treedt regelmatig op als soliste op belangrijke festivals zoals het Festival Oude Muziek (Nederland), The Tudeley Festival (Engeland), en de Brunnenthaler Konzert Sommer (Oostenrijk). Haar promotiestudie betreft ‘The role of the Dutch Republic in the development of and instruction in the art of basso continuo, Including an anonymous Dutch manuscript treatise and its significance.’ Eenmalig heeft Stichting De Zaaier een bedrag van €2.212 toegekend aan fluitist Jed Wentz voor studiereizen naar het buitenland ten behoeve van zijn promotieonderzoek. In principe is het niet ons beleid om reeds gemaakte kosten achteraf te helpen dekken en in het kader van de samenwerking met de Academie der Kunsten gaat onze voorkeur uit naar het steunen van veelbelovende dubbelstudenten. Toch is besloten een uitzondering te maken omdat het bestuur onder de indruk is van de keuze van de heer Wentz om op deze leeftijd zijn hart te volgen en een 14
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
promotietraject in te gaan, met verstrekkende consequenties voor zijn dagelijks bestaan waarin hij al een mooie carrière had opgebouwd. Een project dat eenmalig steun heeft ontvangen is de nieuwe uitgeverij Octavo Publicaties van Solange de Boer. Octavo Publicaties specialiseert zich in het vertalen en initiëren van publicaties op het gebied van esthetica en kunsttheorie. Het fonds richt zich op een publiek dat geïnteresseerd is in de reflectie op de betekenis van kunst als verbindend en analyserend systeem in de maatschappij. Dit publiek loopt uiteen van kunstenaars, kunstcritici, filosofen, sociologen, politicologen en studenten in de geesteswetenschappen tot geïnteresseerde leken. Deze doelgroep zoekt zijn weg voornamelijk via internet. Daarom moet de uitgeverij niet alleen een duidelijk signatuur hebben in de samenstelling van het fonds, maar zich ook scherp profileren met een website. Stichting De Zaaier heeft voor de professionele ontwikkeling van de website een startbedrag van €7.500 toegekend. Het in Mumbai, India, gevestigde The Sound & Picture Archives for Research on Women (SPARROW) is een centrum voor vrouwenstudies dat zich richt op het vastleggen in beeld en geluid van de geschiedenis en levens van vrouwen in India. De ‘oral history’ collectie omvat levensverhalen van vrouwelijke schrijvers, activisten, vrijdheidsstrijders, vredesactivisten, en kunstenaars in verschillende Indiase talen. SPARROW is het enige vrouwenarchiefcentrum in heel India en wordt geleid door gedreven academici. Bij Stichting De Zaaier heeft SPARROW het project ‘Dealing with words and silences’ ingediend, dat als doel heeft de huidige collectie zo te verwerken dat ze meer toegankelijk wordt voor een breder dan alleen academisch publiek. SPARROW wil dit doen middels website postings, boekjes, nieuwsbrieven en digitale films en presentaties voor scholen en opleidingen in India. Daarnaast dient de aldus toegankelijk gemaakte collectie als basis voor een in de toekomst in te richten museum. Stichting De Zaaier heeft een bedrag van €7.000 per jaar gedurende twee jaar toegekend. Hoewel aangevraagd (en toegekend) in 2007, is het archiefproject van de Evangelische Broeder Gemeente in Suriname (EBGS) pas begin 2008 van start gegaan. In dit project wordt het unieke, ruim 250 jaar oude archiefmateriaal van de EBGS (500 strekkende meters) digitaal gefotokopieerd. Dit archief is belangrijk voor de geschiedenis van het land, de Surinaamse gemeenschap en met name de afstammelingen van de slaven. Het behoort tot het culturele erfgoed van Suriname. Het archiefmateriaal mag als uniek worden beschouwd, omdat veel van het materiaal alleen in het archief van de EBGS beschikbaar is. Dat geldt onder meer voor de ca. 20 doopboeken die elk
15
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
betrekking hebben op een van de 20 zendingsposten. Zij bevatten veel informatie over de lidmaten van de 20 gemeenten voor een lange periode, sinds 1735. Met name deze archivalia bieden de mogelijkheid voor het verrichten van genealogische studies. Door het digitaliseren van deze bronnen wordt het genealogische materiaal voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. Verschillende van deze archivalia zijn van minder goede kwaliteit. Door de vochtigheid in Suriname en de slechte staat van het archief dient het digitaal verwerken op korte termijn te gebeuren. Het project staat onder leiding van Prof. Dr. H.E. Lamur van de Universiteit van Amsterdam.
De geavanceerde boekscanner
Gescande pagina’s uit de Catalagus A, Salem Coronie en het register van Surinaamse medewerkers tot en met 1952. 16
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Het project wordt gedurende drie jaar door Stichting De Zaaier gesteund in de volgende vorm: in het eerste jaar (2007) middels een bijdrage voor apparatuur van €12.257,50 en €12.523,19 voor personeelskosten; in het tweede en derde jaar het equivalent van US$10.000 per jaar voor personeelskosten.
2.5
AANVRAAGPROCEDURE
Stichting De Zaaier heeft er bewust voor gekozen de contacten met aanvragers en projecthouders persoonlijk te houden en maakt geen gebruik van standaardaanvraagformulieren en rapportageformulieren. Aanvragen kunnen per brief, al dan niet digitaal, ingediend worden bij de secretaris. Deze laat de aanvrager op korte termijn weten of de aanvraag enige kans maakt op grond van de doelstelling. Zo ja, dan kan eventueel aanvullende informatie gevraagd worden (meestal mondeling) en wordt de aanvraag op de agenda van de eerstvolgende vergadering gezet en besproken. Is de aanvraag eenmaal toegekend, dan wordt de begunstigde daarvan op de hoogte gesteld en gevraagd om bij afronding van het project schriftelijk verslag te doen. Bij langlopende projecten wordt ook om tussenrapportages gevraagd. Bij projecten die onder tijdsdruk verkeren – hetzij vanwege de voorgenomen startdatum of bijvoorbeeld toezeggingen van andere fondsen – neemt het bestuur via e-mail kennis van het project en wordt er telefonisch vergaderd over toewijzing. Indien mogelijk gaat het bestuur in op uitnodigingen van presentaties of voorstellingen om op deze wijze het contact met de begunstigden te versterken en kennis te kunnen nemen van de voortgang. Bij afwijzing van een project wordt de aanvrager schriftelijk bericht met een korte toelichting op het besluit van het bestuur de aanvraag niet te honoreren. Waar mogelijk wordt de aanvrager gewezen op andere fondsen.
2.5.1
AANVRAAGPROCEDURE VOOR AUROVILLE-PROJECTEN
In overleg met de Project Coordination Group (PCG) worden alleen projecten ingediend die: -
onderzoek, toekomstgerichte studies en experimenten betreffen op het terrein van sociologie, economie, cultuur, psychologie en innerlijke ontwikkeling. Met name projecten die een innovatieve benadering kennen of gericht zijn op persoonlijke, danwel professionele ontwikkeling;
17
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
-
gericht zijn op organisatie van of deelname aan seminars, workshops, conferenties of exposities op bovengenoemde terreinen;
-
publicatie beogen van onderzoeksrapporten en verspreiding van informatie op bovengenoemde terreinen;
-
‘seed money’ behoeven voor innovatieve informele educatieve en trainingstrajecten;
-
langere- of korte-termijnsubsidies betreffen voor persoonlijke studie, fellowships, stages, e.d.
Niet in aanmerking komen projecten op het gebied van infrastructuur, gebouwen en transport. Preselectie vindt plaats door de PCG. De PCG vergadert in november/december en in juli/ augustus en stuurt de geselecteerde aanvragen door naar Stichting De Zaaier. Jaarlijks ontvangt Stichting De Zaaier ook een lijst van bij de PCG afgevallen projecten. Stichting De Zaaier informeert zowel de projecthouders individueel als de PCG over haar besluit een projectaanvraag wel of niet te honoreren. In beide gevallen wordt een korte toelichting op het besluit gegeven. Het totaalbedrag voor de Aurovilleprojecten wordt overgemaakt aan het centrale Auroville Fund, dat voor verdere afhandeling met de projecthouders zorgt. Projecten die door Stichting De Zaaier worden afgewezen, worden niet opnieuw ingediend, tenzij de projecthouders daartoe uitgenodigd worden na herziening van het projectvoorstel. In de dit jaar gehouden evaluatie zijn ook de drie portfolio’s tegen het licht gehouden. Deze zijn op advies van Stichting De Zaaier vorig jaar ingesteld en betreffen kleine projecten op het gebied van ‘informele scholing’, ‘vrouwenemancipatie’ en ‘jeugd’ tot maximaal €100 die door de PCG in overleg met portfoliocoördinator toegewezen kunnen worden. De portfolio’s krijgen elk €5.000 voor dit doel. De ervaringen zijn tot nu toe positief. Veel kleine projecten, met name uit de eerste twee portfolio’s zijn ingediend. Alleen jeugdprojecten worden weinig aangeboden. Daarom is nu besloten de portfolio ‘jeugd’ op te heffen als aparte portfolio en de bedragen voor de beide andere te verhogen tot elk €7.500. Dienen zich jeugdprojecten aan, dan kunnen deze bij een van de twee andere portfolio’s ondergebracht worden.
2.6
MONITORING EN EVALUATIE
Monitoring en evaluatie vormen voor het bestuur fasen die logisch volgen op een besluit tot financiële steun. Hiervoor worden geen uniforme criteria gehanteerd, omdat de projecten zeer van elkaar kunnen verschillen in zowel inhoud, omvang als duur. Het bestuur heeft ervoor gekozen om bij evaluatie in eerste instantie te kijken naar het eindproduct, het uitstralingseffect of in sommige gevallen het proces in plaats van te vragen naar
18
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
louter de financiële eindafrekening. Daarvoor is het giftenbedrag per project vaak te gering of is gedetallieerde (financiële) rapportage door omstandigheden niet altijd haalbaar en effectief, zoals bij een aantal van de buitenlandse projecten waar projecthouders onder vaak administratief en organisatorisch moeizame omstandigheden werken. Voor alle projecten die geëntameerd zijn in overleg met de drie partnerorganisaties geldt dat het bestuur steeds een adequaat inzicht heeft in de stand van zaken met betrekking tot de feitelijke projecten, de impact van de projecten en in het beleid van de betreffende organisaties. Dit inzicht komt tot stand door overleg dat minimaal jaarlijks plaatsvindt in de vorm van persoonlijke gesprekken, e-mailcontact, tussen- en eindrapportages van projecten en jaarverslagen en/of beleidsdocumenten. Ook de projecthouders van de incidentele projecten houden het bestuur op de hoogte van vorderingen en resultaten. Dit kan zijn in de vorm van een tussentijds (studie/reis-)verslag, een ontwerptekst van een artikel of hoofdstuk, of in de vorm van een uitnodiging – zoals in het geval van de beurzen aan studenten van de Faculteit der Kunsten – om een voorstelling bij te wonen. Met zekere regelmaat vindt overleg plaats over de meer procesmatige kant van een project, bijvoorbeeld over vertraging van de geplande uitvoering. Een dergelijke vertraging hangt vaak samen met de complexiteit van het betrokken project of omdat de bijdrage van Stichting De Zaaier geacht wordt een katalyserende werking te hebben voor de besluitvorming van complementaire subsidiegevers, bij wie soms een langer traject bewandeld moet worden. Direct contact tussen het bestuur en projecthouders in Nederland is vanzelfsprekend gemakkelijk te realiseren en vindt dan ook regelmatig plaats. Voor de buitenlandse partners geldt dat soms gebruik wordt gemaakt van enerzijds de mogelijkheid om overleg in te passen in een reisschema van een contactpersoon, dan wel – met geringe frequentie – een bezoek te brengen aan een partnerorganisatie. De laatste jaren is dit alleen van toepassing geweest op de Aurovilleprojecten.
19
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Hoofdstuk 3
3.1
Vermogensbeheer en financieel overzicht
INLEIDING
Vanaf de oprichting van Stichting De Zaaier in 1986 is het beheer van het vermogen in belangrijke mate uitbesteed geweest aan derden. Tot 1999/2000 werd steeds gehandeld op advies van een externe specialist die daartoe met enige regelmaat een deel van een bestuursvergadering bijwoonde terwijl de uitvoering lag bij de bank waar de rekeningen van Stichting De Zaaier waren ondergebracht. Gezien de toegenomen complexiteit van de beleggingsproblematiek en op advies van de specialist van dat moment werd in 1999 besloten contact te zoeken met een zo onafhankelijk mogelijk instelling als adviseur. Gekozen werd voor Financiële Diensten Amsterdam (FDA); bij Schretlen&Co, de vermogensbank van de Rabobank, kwam het vermogen voor bewaring en operationele uitvoering van mutaties, met de mogelijkheid van incidenteel advies. Met beide instellingen is de structuur van overleg en handelen steeds helder geweest en de resultaten met betrekking tot instandhouden van vermogen en uitkeren van behaalde rendementen zijn zonder meer – in acht nemende twee ernstige crises en refererend aan benchmarkgegevens – zeer solide te noemen.
3.2
BELEID
Gedurende een aantal jaren is in grote lijnen een verdeling 47,5 : 47,5 : 5 nagestreefd tussen obligaties, aandelen en liquide middelen. Ten aanzien van elk van deze categorieën is in overleg met FDA besloten een ruime bandbreedte van ongeveer 20% aan te houden. Grote volatiliteit in aandelenkoersen alsook de onduidelijkheid over inflatoire ontwikkelingen betekenen dat nieuwe patronen van risico zijn ontstaan die om flexibel beleid in deze verhouding vragen. Tijdens de aanloop van de internetcrisis omstreeks het jaar 2000 ontstond een zeer gunstige situatie, omdat besloten werd 25% liquide middelen aan te houden; in de hierop volgende jaren van herstel kon hiervan geprofiteerd worden. Stichting De Zaaier heeft vanaf de oprichting een belegging nagestreefd van hoogwaardige obligaties en een beperkt aantal fondsen waarover de adviseur veel kennis heeft opgebouwd. Zowel private equity als investering in zogenaamde ‘alternatieven’, zoals hedgefunds, wordt vermeden (zie ook het beleggingsstatuut in de bijlage). Toen de euro een succes bleek te zijn en 20
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
een langdurige waardedaling van de Amerikaanse dollar steeds waarschijnlijker werd, was de consequentie dat dollarfondsen werden gemeden omdat het vermogen van Stichting De Zaaier te gering is om valutarisico’s tegen een redelijke kosten-batenverhouding af te dekken. Medio 2007 werd opnieuw – in anticipatie op een forse beurscorrectie – het percentage liquide middelen enigszins opgevoerd, ditmaal tot 10%. Een geleidelijke reductie van de aandelen kon helaas niet meer worden gerealiseerd door de abrupte ontwikkelingen gedurende 2008 die in heftigheid en tempo niet te voorzien waren. De uitkomst was dat een terugval van het netto rendement met ruim 23% moest worden genoteerd – ongeveer gelijk aan het gemiddelde van een groot aantal bij de FIN aangesloten vermogensfondsen. Het bestuur streeft een jaarlijkse uitkering na van gemiddeld 5% van een jaarlijks (target)vermogen, dat voorlopig op €4.000.000 wordt (bij)gesteld. Tevens wordt ernaar gestreefd om de jaarlijkse kosten te beperken tot maximaal 15% van de bruto projectuitgaven; de netto projectuitgavendoelstelling is derhalve minimaal € 170.000). Dit verslagjaar gaf een onverwachte daling te zien in het giftenbudget door verschuiving van projecten naar een later tijdstip, terwijl het bestuur aan het begin van dit jaar nadrukkelijk had gesteld het giftenbudget niet te willen aanpassen aan een daling van het vermogen om projecten juist in financieel moeilijke tijden te blijven steunen. Te verwachten is derhalve dat in 2009 het streefbudget overstegen zal worden.
3.3
PERFORMANCE VAN 1994-2008
In deze paragraaf wordt een analyse gepresenteerd van de financiële ontwikkeling met betrekking tot vermogen, rendement, projectuitgaven en daarmee verbonden kosten van Stichting De Zaaier vanaf 1994. Een zo lange periode biedt een interessant inzicht in het spanningsveld tussen een fluctuerend vermogen en een zo constant mogelijk patroon van bestedingen en werpt licht op de reële koopkracht van deze middelen. In Tabel 1 wordt het vermogen (nominaal in euro’s, in duizendtallen) vermeld in de tweede kolom. Nadat eind jaren tachtig het vermogen was gestart met ruim 5 miljoen gulden werd dankzij een bijzonder voorspoedig beursklimaat begin 1994 een bedrag van 4 miljoen euro bereikt. Toen al werd door het bestuur besloten dat de omvang van de Stichting vrij beperkt diende te blijven en niet verder behoefde toe te nemen; of hierbij aan inflatiecorrectie gedacht werd, is nu niet meer na te gaan. Aan het begin van 2008 kon worden geconstateerd dat in de praktijk in elk
21
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
geval geen rekening is gehouden met inflatiecorrectie; men zou hier kunnen spreken van ‘money illusion’, zeker met de kennis van nu ten aanzien van de (rampzalige) ontwikkelingen in de loop van 2008. Het gemiddelde rendement over de gehele periode van 15 jaar is 5.0% (kolom 3); hierbij mag aangetekend worden dat ‘het toeval’ een uitkomst geeft die zowel voor het eerste jaar 1994 (–13.5%) als het laatste jaar 2008 (–23.6%) de meest extreme negatieve uitkomsten laten zien. Zou uitgegaan worden van de periode 1995 tot en met 2009 (uitgaande van een geschat rendement van 7% – eind augustus stond dit op 16.3% – voor geheel 2009), dan zou een lange termijn (netto/netto) rendement van 7.0% de rekenuitkomst zijn geworden. In dit licht lijkt het raadzaam als evaluatie van de vermogensbasis en voor de vaststelling van beleid een 3-jarig of zelfs 5-jarig voortschrijdend gemiddelde aan te houden. TROV analyse 1994-2008 1
2
Jaar
Vermogen in euro (x 1000) 4.026 3.316 3.879 4.838 5.483 5.303 5.243 5.580 4.900 4.195 4.039 4.136 4.467 4.746 4.509
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
3 4 5a 5b 6 7 Netto rendement op Bruto Kosten Kosten Netto vermogen projectuitgaven projecten projecten projectuitgaven Vermogen in % in % in % in % in % in % t.o.v. (2) t.o.v. (2) t.o.v. (2) (5a)/(4) t.o.v. (2) jaar t / jaar t-1 -13,5 3,5 0,3 8,6 3,2 -17,0 17,0 3,9 0,3 7,7 3,6 13,1 24,7 3,8 0,3 7,9 3,5 20,9 29,8 13,8 0,3 2,2 13,5 16,0 11,4 5,5 0,3 5,5 5,2 5,9 4,4 5,2 0,3 5,8 4,9 -0,8 9,2 3,7 0,4 10,8 3,3 5,5 -4,5 4,0 0,5 12,5 3,5 -8,5 -9,1 4,7 0,6 12,8 4,1 -13,8 0,6 3,6 0,6 16,7 3,0 -3,0 5,6 3,7 0,6 16,2 3,1 1,9 12,5 5,0 0,7 14,0 4,3 7,0 15,7 5,4 0,6 11,1 4,8 10,3 2,4 5,0 0,5 10,0 4,5 -2,6 -23,6 3,4 0,6 17,6 2,8 -27,0
NB: Gegevens van het vermogen per 1 januari van de desbetreffende jaren.
Kolom 4 geeft de cijfers voor de bruto projectuitgaven aan, die gemiddeld uitkomen op 4.95%, en voor de laatste 10 jaar op 4.4%. Voor deze berekening is uitgegaan van de methodologie die door de werkgroep Total Return op Vermogen (TROV) van de FIN wordt geadviseerd. Stichting De Zaaier heeft vanaf de instelling van deze werkgroep actief hierin geparticipeerd. De gehanteerde methodologie houdt onder meer in dat bestuurskosten aan de vermogenskosten zijn toegeschreven dan wel onder de bruto projectuitgaven vallen; er is dus geen ruimte voor een categorie autonome post ‘overige kosten’. 22
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
De bovengenoemde rendementen (van resp. 5.0% en 7.0%) geven dan ook netto/netto-rendementen aan (alle kosten van beleggen door vermogensbeheerder, inclusief transactie- en bewaarkosten, alsook die gemaakt voor advisering, accountancy en interne administratie zijn verrekend); zodat alle resterende bestuursuitgaven aan de projecten dienen te worden toegerekend. Kolom 5a geeft het kostenpercentage per jaar aan. Worden deze cijfers bezien in verhouding tot de bruto kosten van projecten dan resulteren de jaarlijkse percentages die aan kosten in rekening moeten worden gebracht – zie kolom 5b. Na een reeks van lage percentages vond een toename van kosten plaats, nadat op verzoek van de SCMB besloten moest worden om halfjaarlijkse beoordelingen door de accountant op te doen stellen, terwijl tegelijkertijd de introductie van een bescheiden kostenvergoeding voor de bestuursleden werd ingesteld; gemiddeld voor de periode van 15 jaar bedragen de kosten 10.6% en voor de laatste 10 jaar 12.7%. Na verloop van tijd kon dit percentage weer teruggebracht worden tot ruim 10% met een onverwachte ontwikkeling in 2008, die het logisch gevolg is van de al eerder genoemde plotselinge terugval in projectuitgaven. Kolom 6 geeft een beeld van de werkelijke projectperformance: een gemiddeld jaarlijks cijfer van 4.5%; en voor de laatste 10 jaar en 5 jaar respectievelijk 3.9% en 3.8%. Kolom 7 geeft de cijfers in percentage voor de jaarlijkse berekende mutaties van het vermogen, 1
zijnde de resultante van de berekende netto-rendements- en bruto-projectuitgavenpercentages.
Heel concreet kan het jaarlijkse beleid inzichtelijk worden gemaakt in Grafiek 1 op de volgende pagina, waar de jaarlijkse fluctuaties in vermogen worden getoond in relatie tot de jaarlijkse netto projectuitgaven. Het lijkt de moeite waard om een dergelijke lange reeks van cijfers op te stellen en als een 15jaarsreeks jaarlijks te presenteren. Alle belangrijke beleidscontouren zijn eigenlijk in deze tabel beknopt weergegeven.
1
Interessant is dat door het berekenen van percentages t.o.v. beginwaarden per jaar volgens de TROV-methode een systematische, positieve ‘bias’ ontstaat. Gemakkelijk valt na te gaan dat dit gemiddeld ruim 1.8% per jaar is; oftewel het netto rendement wordt in werkelijkheid te hoog of de projectuitgaven te laat ingeschat. Ten opzichte van een gemiddeld rendement van 5 danwel 7 procent is dit een aanzienlijk percentage. Ernstiger is dat de spreiding in afwijkingen aanzienlijk kan zijn. In 7 van de 15 jaar bedroeg de jaarlijkse afwijking meer dan 2% met uitschieters van een onderschatting van 3.1% in 1996 en een overschatting van 4% in 2006. 23
Jaarverslag 2008 - Stichting De Zaaier
Vermogensmutaties per jaar
Netto projectuitgaven per jaar 2000
1500
500
0
in euro's x 1000
1000
-500
-1000
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
-1500
jaren
3.4
CONCLUSIES
Het gemiddelde rendement van ongeveer 7 procent ligt ruim boven de doelstelling van 6 procent – zoals vastgelegd in het beleggingsstatuut; niet vergeten dient te worden dat een daling voor een aanmerkelijk hogere stijging gecompenseerd dient te worden om weer op hetzelfde nominale niveau uit te komen. Een betrekkelijk klein fonds kan over een lange termijn een aantrekkelijk netto rendement op het vermogen verkrijgen, mits toegang beschikbaar is tot advisering van hoge kwaliteit en geen compensatie wordt gezocht voor ‘money illusion’. Een betrekkelijk klein fonds – zie achtergrondinformatie zoals beschikbaar voor TROVberekeningen – kan een dergelijk rendement behalen op basis van een portefeuille die bestaat uit obligaties en een gering aantal zorgvuldige geselecteerde aandelen, die onder permanent en deskundig toezicht staan. Afdekking tegen wisselkoersfluctuaties, of koersdalingen, noch investeringen in hedge-funds of private equity of grondstoffen zijn hierbij in het geding geweest.
24