www.standaard.biz
GELD
13
12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 2 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 2 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4 5 6 7 8 9 12 3 4
www.standaard.biz/economievandaag 2 9
m a a r t
2 0 0 6
-
G R AT I S
B I J L A G E
B I J
D E
S T A N D A A R D
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
E S
G E L D
S
-
G E L D
-
G E L D
-
A Y
De geschiedenis van het geld: van de os tot de euro De geschiedenis van het geld begint in lang vervlogen tijden en is nauw verbonden met de beschavingen die munten als betaalmiddel hebben geintroduceerd. Nico Tanghe, illustratie Dirk Huyghe
G
ELD heeft niet altijd bestaan in de vorm die we kennen: munten, biljetten en elektronisch geld. De Grieken en de Romeinen betaalden met runderen. Het Latijnse woord voor geld, pecunia, is trouwens afgeleid van pecus, vee. Andere volkeren gebruikten zout, schelpen, kralen en duizenden andere voorwerpen en dieren om handel te drijven. Niet om het even wat was geschikt als ruilmiddel. Neem de os: in de tijd van de Griekse dichter Homeros gold die algemeen als betaalmiddel en ook in vele Afrikaanse culturen was vee een geliefd ruilmiddel. Er was één probleem. Reizende handelaren konden er weinig mee aanvangen. Zij hadden behoefte aan een algemeen aanvaard ruilmiddel dat weinig plaats innam en niet kon bederven. In eerste instantie werd gekozen voor zout. In het oude Rome werden soldaten en officieren ermee betaald en overal ter wereld fungeerde het als koopwaar, statussymbool, waardemeter en betaalmiddel. Veertien eeuwen later vermeldt Marco Polo in zijn reisverslag het gebruik van geperst en officieel gestempeld zout als betaalmiddel tegen een wisselkoers van veertig baren zout per goudstaaf. In de geschiedenis van het geld heeft metaal al snel een hoofdrol gespeeld. Dankzij hun intrensieke eigenschappen — zoals
2
DE STANDAARD 29 m aart 2006
verdeelbaarheid en duurzaamheid — was het een ideaal en wijdverspreid betaalmiddel. Door de tijd evolueerde het van primitieve grillige vormen naar de munten zoals we ze nu kennen. Het duurt tot de vijfde en zesde eeuw voor Christus voor de munt doorbrak als betaalmiddel. In die tijd sloegen niet minder dan 1.400 stadstaten en 500 staatshoofden in de Griekse wereld eigen munten, maar het waren de ,,zilveren uilen’’ van Athene die de geldmarkt beheersten. Daarna duurde het tot Alexander de Grote voor er eenheidsmunten ingevoerd werden en tot zijn opvolgers voor de portretmunt zijn intrede deed. Daarop prijkte een vergoddelijkte Alexander. Bij de Romeinen was Julius Caesar de eerste die op een munt voorkwam. In onze contreien sloegen de Gallische stammen in de derde eeuw voor Christus gouden munten naar Griekse voorbeelden. Na de Gallische oorlog kwam daar een eind aan. Er werd overgeschakeld op zilveren en bronzen munten, die later verdrongen werden door Romeinse munten. Sommige daarvan zijn vandaag nog te bewonderen in het museum van de Nationale Bank. Uit de Frankische tijd werden alleen de door muntambtenaren uitgegeven goudstukken met zekerheid aan ons land toegeschreven, maar daarnaast circuleerden ook bronzen
en zilveren munten. Het waren deze laatste, de denarii, die het Karolingische muntstelsel vastlegden en gedurende vijf eeuwen de muntomloop bepaalden. Met de toenemende handel en verstedelijking ontstond vanaf de twaalfde eeuw een toenemende behoefte aan geld. Om daaraan tegemoet te komen, werden in de loop van de dertiende en veertiende eeuw munten met internationale uitstraling geslagen. De Bourgondische hertogen zetten later ook een grote stap naar de eenmaking van ons muntwezen. Filips de Goede sloeg vanaf 1434 voor vier gewesten munten van gelijk type, gewicht en gehalte. Om ze van elkaar te kunnen onderscheiden, droegen ze provinciale symbolen. Op papiergeld was het in ons land veel langer wachten. Terwijl de Chinese vorsten al eeuwen hun eigen biljetten drukten, duurde het tot de zeventiende eeuw voor papiergeld bij ons opduikt. Al waren er wel al voorlopers: de certificaten of depositobewijzen, die al van voor de Middeleeuwen dateren. Ze werden door particulieren, edelsmeden, wisselaars of instituten overhandigd aan deponenten van edelmetaal en gingen na verloop van tijd in de plaats daarvan circuleren. Het bankbiljet zelf verscheen in de loop van de zeventiende eeuw, verspreidde zich
G E
E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
Het jonge België had dan in de achttiende eeuw en wel een eigen munt, maar kwam tot volle ontplooivan een coherent monetair et leven van de ing in de negentiende eeuw. Aanvankelijk werd Belgische frank begon beleid was nog geen sprake. Dat kwam vooral omdat er het uitgegeven door privéin 1832, twee jaar nog geen nationale bank banken, later vooral door nadat het koninkrijk was. Zowel het slaan van de centrale banken. Dat België het levenslicht munten als het uitgeven uitgifteproces verliep met had gezien. Bij een van bankbiljetten werd aan de nodige schokken. In de privé-sector overgelaBelgië bijvoorbeeld, gaf de nieuwe staat hoorde ten. Het gevolg was dat vier Banque d’Ostende et de een nieuwe munt banken hun eigen biljetten Bruxelles op het einde van gingen uitgeven. Een daarde Oostenrijkse periode van was de Algemeene Nederlandsche biljetten uit die spoedig het vertrouwen verMaatschappij voor Volksvlijt, ook wel beloren en kort daarna stortten de niet-gekend als Société Générale. De maatschappij dekte assignaten van de Franse overheerser was al voor de Belgische onafhankelijkheid de bevolking in een rampzalig avontuur. opgericht en gaf al bankbiljetten uit. Om Het leven van de Belgische frank begon in een einde te maken aan de onderlinge con1832, twee jaar nadat het koninkrijk België currentie en de daaruit voorvloeiende chahet levenslicht had gezien. Bij een nieuwe os, werd in 1850 de Nationale Bank opgestaat hoorde een nieuwe munt, maar de richt, die het monopolie kreeg op de uitgifte machthebbers hadden twee jaar nodig om van bankbiljetten. In die tijd werd ook een te bepalen welke het moest worden. Het papieren muntstandaard geïntroduceerd werd uiteindelijk, naar Frans voorbeeld, de die het nog meer dan een eeuw zou volhoufrank. Andere mogelijkheden die in die tijd den: er werden biljetten van 20, 50, 100 en geopperd werden, waren gulden, pond of 1.000 frank uitgegeven. zelfs het curieuze pentagram. Niet alleen de Hoewel orde op zaken was gesteld wat de naam werd aan de Franse munt ontleend, biljetten betreft, was dat bij het muntgeld maar ook de nominale waarde en het gehalnog geenszins het geval. Voor het aanmate zilver of goud dat de munten volgens de ken van munten bestond nog geen monowet moesten bevatten.
H
-
G E L D
-
G E L
polie: iedereen die dat wilde, kon van zilver of goud munten laten slaan. Toen de zilverprijs fors daalde, werd dat een lucratieve bezigheid, omdat een munt veel meer waard was dan het zilver dat erin verwerkt was. Nieuwe speculatie was het gevolg, tot de overheid in 1878 het vrij aanmaken van munten verbood. Sinds die datum vormen niet de zilver-, maar de goudvoorraden de basis voor de Belgische munt. Tot 1886 stonden op biljetten en munten geen Nederlandstalige opschriften. Het was senator baron De Coninck die in het parlement pleitte voor het gebruik van het Nederlands. Het kostte hem niet minder dan acht jaar om het voorstel goedgekeurd te krijgen. Het eerste Nederlandstalige opschrift prijkte op een munt, twee jaar later volgden de eerste biljetten. Het bedrag werd telkens op de voorzijde in het Frans vermeld, op de keerzijde in het Nederlands. In 1926 werd de frank voor het eerst gedevalueerd. Om de breuk met het verleden te benadrukken, werd meteen een nieuwe munteenheid ingevoerd: de belga, die goed was voor 5 frank. Op biljetten werden beide munteenheden naast of onder elkaar vermeld, een praktijk die tot na de Tweede Wereldoorlog zou voortduren. Toen stierf de belga een stille dood. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de regering vastbesloten om niet dezelfde fouten te maken als in WO I, toen de bevolking voor het eerst kennismaakte met hyperinflatie. Om dat scenario te vermijden, had de toenmalige minister van financiën Camille Gutt een grootschalig plan bedacht. Zijn idee was de volledige geldhoeveelheid te vervangen en zo een muur te bouwen tussen de oorlogs- en de vredeseconomie. De Gutt-operatie, die met militaire precisie werd uitgevoerd, slaagde op zowat alle fronten. Het enige lek was de uitzonderingspositie die liefdadigheidsinstellingen kregen. Veel rijke, goedgeïnformeerde Belgen brachten hun overtollige, ongeldig geworden bankbiljetten naar kloosters en kerken, die soms miljoenenbedragen in ontvangst namen. De verdere naoorlogse monetaire geschiedenis stond eerst in het teken van het verdrag van Bretton Woods, dat in 1944 werd afgesloten, en daarna van de Europese monetaire eenwording. Daarvoor werd al in 1958 een eerste basis gelegd, later gevolgd door de oprichting van de Europese muntslang, het Europees Monetair Stelsel en de Europese Monetaire Unie. Daarmee werd onherroepelijk het doodvonnis getekend van de Belgische frank, die op 28 februari 2002 moest plaatsmaken voor de Europese eenheidsmunt: de euro. Maar dat is een verhaal apart.
DE STANDAARD 29 m aart 2 0 0 6
3
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
Naar een samenleving zonder
cash? DE STORMACHTIGE ONTWIKKELING VAN ELEKTRONISCHE BETALINGEN
W
IE op de voorbije decennia terugblikt, staat ervan versteld hoe ingrijpend en hoe vlug het betaalgedrag van de Belgische consument is veranderd. Vandaag lijkt het gebruik van elektronisch betaalverkeer doodgewoon. Geld afhalen, rekeninguittreksels afdrukken, een tankbeurt of de boodschappen betalen, de meesten onder ons doen het elektronisch of via een automaat. Je zou haast vergeten dat niet eens zo lang geleden de doorsnee consument zijn transacties uitsluitend cash betaalde. Het duurde tot de jaren zestig vooraleer de zichtrekening in België algemeen verspreid raakte. Tot die tijd was de zichtrekening een privilege dat enkel werd toegekend aan de hogere sociale klassen, die hun rekening dan nog hoofdzakelijk gebruikten voor professionele doeleinden. Het eerste alternatief voor contante betalingen was de cheque, maar net als de zichtrekening was die lange tijd het privéterrein van de elite. Pas aan het einde van de jaren zestig raakten de cheque en de overschrijving in België goed ingeburgerd. Daarna ging het snel. De explosieve groei van het aantal bankverrichtingen dwong de banken te automatiseren, wat in 1968 leidde tot een eerste grote doorbraak. Dan lanceerde de toenmalige Generale Bank haar eerste automatische geldverdeler Paymatic. Enkele maanden later startten ook de Bank van Brussel en de Krediet Bank met een eigen project, het Bankomaat-netwerk. Die apparaten verdeelden louter biljetten van 1.000 Belgische frank — destijds een belangrijk bedrag — en maakten daarbij gebruik van een geperforeerde kaart en een identificatiecode. De nieuwe toestellen bleken voor de banken al snel de ideale oplossing voor hun klanten, die nu ook buiten de openingsuren toegang tot hun rekening hadden. Installa-
4
DE STANDAARD 29 maart 2006
tie, onderhoud en beheer van de eerste apparaten bleken echter peperduur. Bovendien waren er nog talloze aspecten voor verbetering vatbaar, wat de Belgische banken ertoe aanzette de handen in elkaar te slaan. Op zoek naar schaalvoordelen gingen zij onderhandelen over de uitbouw van een gemeenschappelijk systeem van automatische loketten. Kaarthouders konden er behalve geld afhalen ook het saldo van hun rekening raadplegen, geld overzetten van hun zichtrekening naar hun spaarrekening, geld storten en cheques en overschrijvingsformulieren bestellen. Door commerciële meningsverschillen ontstonden echter twee concurrerende netwerken: Mister Cash en Bancontact. Na de inburgering van de kaart met magneetstrook in de bankwereld kon de automatisering ook doorzetten in andere sectoren. De petroleumsector was de eerste om de nieuwe technologie te verwelkomen, kort daarna gevolgd door de grootdistributie. In 1984 werden niet minder dan 1.500 tankstations uitgerust met biljettenlezers, waardoor de klanten ook buiten de openingsuren konden tanken. In de grootdistributie verliep de intrede minder vlot. Toch namen elektronische betalingen een hoge vlucht en nestelden ze zich definitief in de gewoonten van de Belgische consument. Ondertussen kwam de commerciële veldslag tussen Mister Cash en Bancontact de technologische vooruitgang zeker ten goede. Maar het gebrek aan compatibiliteit riep ook ongenoegen op bij handelaars en consumenten. De harmonisering van de twee systemen liet dan ook niet lang op zich wachten. De aandeelhoudende banken begonnen onder impuls van hun informaticaverantwoordelijken de onderhandelingen om de hoge exploitatiekosten van de twee netwerken onder elkaar te verdelen. Dat
leidde in 1989 tot een fusie van de twee systemen. De onderneming Banksys werd in het leven geroepen om de nieuwe gemeenschappelijke infrastructuur te beheren. De meest dringende opdracht van het fusiebedrijf was de integratie van alle terminals van Mister Cash met de centrale computer van Bancontact, die door Banksys werd overgenomen. Na de technische aanpassingen raakte het elektronisch betaalverkeer in België in een nieuwe stroomversnelling. De betaalterminals verschenen in zowat alle handelszaken, groot en klein. De grote doorbraak viel samen met de democratisering van een ander belangrijk betaalmiddel: de kredietkaart. Hoewel de eerste kredietkaart al in de jaren vijftig in de VS was gelanceerd, was het wachten tot de lancering van Visa op de Belgische markt — eind de jaren tachtig –— alvorens de Belgische banken de kredietkaart democratiseerden. Het succes was er meteen: in enkele jaren tijd werden meer dan twee miljoen
G E
E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L
De Nationale Bank DE TAKEN VAN EEN CENTRALE BANK IN HET EUROSYSTEEM
© an
D
D e eerste bankautomaten verdeelden enkel biljetten van 1.000 Belgische frank — destijds een belangrijk bedrag — en maakten daarbij gebruik van een geperforeerde kaart en een identificatiecode
kaarten uitgegeven en richtten de banken Bank Card Company op om het nieuwe volume aan transacties te verwerken. Een volgende mijlpaal volgde in het midden van de jaren negentig. Dit keer lanceerde Banksys een volledig nieuw product: de elektronische portemonnee Proton. Het betaalmiddel was volledig gebaseerd op de chipkaarttechnologie, die in die tijd vooral gebruikt werd als beveiligingsmechanisme. Maar de Belgische banken vonden hun onlinebeveiliging ruim voldoende en zochten een andere toepassing voor de chipkaart en dat werd dus Proton. Hoewel Proton een technologische krachttoer was, beantwoordde het commerciële succes niet aan
© Bart Dewaele
de verwachtingen. Het gebruik kende een piek bij de overgang naar de euro, maar viel daarna terug. Eveneens in de jaren negentig ontdekten de Belgische banken het internet. Hoewel de verwachte explosie van e-commerce uitblijft, werden de betaalsystemen op het internet continu verfijnd. In 2000 lanceerde Banksys een eigen product, het banxafeconcept. Tegelijkertijd werkten de banken aan hun eigen internetsystemen. Ze lieten zich daarbij inspireren door de principes die eerder werden gebruikt bij de lancering van selfbanks in de jaren tachtig en telefoonbankieren in het begin van de jaren negentig. Vandaag beschikken de consumenten over een ruime waaier aan mogelijkheden om hun banktransacties van op afstand uit te voeren. Maar de technologie verschilt van bank tot bank. Volgens een recent onderzoek bankiert vandaag één Belg op de vier via het internet. En dat aantal stijgt met de dag. NICO TANGHE
E Nationale bank van België is de centrale bank van ons land. Sinds de invoering van de euro op 1 januari 1999 maakt ze deel uit van het Eurosysteem. Hiertoe behoren de Europese Centrale Bank (ECB), die in Frankfurt is gevestigd, en de nationale centrale banken van de twaalf Europese lidstaten die zijn overgestapt naar de euro. De ECB voert één gemeenschappelijk monetair beleid voor dit hele gebied. De beleidsbeslissingen worden genomen door de raad van bestuur van de ECB, waarin ook de gouverneur van de Nationale Bank zetelt. De voorbereiding en de uitvoering gebeuren echter door de nationale centrale banken. De Nationale Bank drukt de biljetten, de munten worden geslagen door de Koninklijke Munt, een afdeling van het ministerie van Financiën. Zowel munten als biljetten worden in omloop gebracht door de Nationale Bank. Het uitgifterecht wordt gedeeld tussen de ECB en de twaalf nationale banken. Elke centrale bank waakt over de prijsstabiliteit. De koopkracht van de munt die ze uitgeeft, moet gevrijwaard blijven. Ze probeert met andere woorden een algemene prijsstijging (inflatie) of een algemene prijsdaling (deflatie) te voorkomen. In het eurogebied komt dat erop neer dat de ECB de stijging van de prijzen lager probeert te houden dan twee procent per jaar. Verder waakt de Nationale Bank ook over het systeemrisico. Dat is het goed functioneren van het financiële systeem. Als een financiële instelling haar verplichtingen niet kan nakomen, mag dit geen sneeuwbaleffect veroorzaken dat het ganse systeem in gevaar brengt. Tenslotte wijdt de Nationale Bank een groot deel van haar tijd aan het verzamelen en verspreiden van financiële en economische informatie. DE STANDAARD 29 m aart 2 0 0 6
5
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
M E N S E N CAMILLE GUTT minister van financiën en eerste voorzitter van het IMF De Belg Camille Gutt (1884-1971) heeft tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een zware stempel gedrukt op de sanering van de Belgische financiën. Zijn naam blijft verbonden met de omstreden Gutt-operatie van 1944 waarbij de Belgen al hun bankbiljetten moesten inleveren voor nieuwe. Dat was nodig om de inflatie opnieuw onder controle te krijgen. Bovendien wou de overheid het geld van collaborateurs en van de zwarte markt weer boven water krijgen. Maar omdat er lekken waren in het systeem, zakte de populariteit van Gutt naar een dieptepunt. Gutt nam ook deel aan de onderhandelingen die leidden tot de naoorlogse monetaire orde. Op 1 juli 1944, nog voor het einde van WO II, organiseerden de VS in het stadje Bretton Woods een internationale monetaire conferentie. De deelnemende landen richtten er het Internationaal Muntfonds (IMF) op. Camille Gutt werd de eerste voorzitter en zag hoe de grenslijnen werden uitgetekend van een nieuw internationaal monetair stelsel. Maar in 1971 werd de convertibiliteit van de dollar opgezegd, waarna men besliste de dollar te laten zweven. Van de akkoorden van Bretton Woods schiet niets meer over.
PAUL WOLFOWITZ voorzitter van de Wereldbank Paul Wolfowitz was tot begin 2005 Amerikaans vice-minister van Defensie, onder minister Donald Rumsfeld en president George W. Bush. Begin vorig jaar werd Wolfowitz, die bekend staat als een neoconservatief, benoemd als voorzitter van de Wereldbank en dit als opvolger van James Wolfensohn, die de bank tien jaar leidde. De Wereldbank is een internationale organisatie die — net als het Internationaal Muntfonds (IMF) — werd opgericht in het kader van het Marshallplan. De bank probeert via leningen, giften en technische ondersteuning de economische ontwikkeling in arme landen te bevorderen.
© ip
6
DE S TA N D A A R D 2 9 m a a rt 2 0 0 6
© rr
JACQUES VAN YPERSELE DE STRIHOU ex-voorzitter van het monetair comité van de EEG en medeoprichter van het EMS Jacques van Ypersele de Strihou zal altijd bekend blijven als de kabinetschef van wijlen koning Boudewijn en van zijn broer Albert II. Minder bekend is dat hij in 1979 — als voorzitter van het Monetair Comité van de EEG — mee aan de wieg stond van het Europees Muntstelsel (EMS). Het EMS moest zorgen voor stabiliteit van de onderlinge wisselkoersen doordat de deelnemende landen beloofden elkaar bij te springen met kredieten. De belangrijkste vernieuwing is echter de creatie van de ECU (European Currency Unit).
© blg
PHILIPPE MAYSTADT voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB) Philippe Maystadt is sinds 1 januari 2000 voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB). Deze grote Europese instelling speelt een belangrijke rol in het Europese eenwordingsproces door projecten te financieren die de economische ontwikkeling bevorderen en handel tussen de lidstaten vergemakkelijken. De EIB is ook zeer actief in de nieuwe lidstaten, waardoor hun toetreding tot de EU vergemakkelijkt is. Voor zijn benoeming bij de EIB was Maystadt gedurende twintig jaar minister en zelfs vice-premier, waarvan tien jaar minister van Financiën (1988-1998).
© blg
G E
E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
JEAN-CLAUDE TRICHET voorzitter van de Europese centrale Bank ( ECB) De Fransman Jean-Claude Trichet (1942) is sinds 2003 president van de Europese Centrale Bank. Eerder was hij onder meer kabinetschef van de Franse minister van Economie, Edouard Balladur, en gouverneur van de Franse centrale bank. De doelstelling van de Europese Centrale Bank bestaat erin het vertrouwen van de economische agenten en de prijsstabiliteit op middellange termijn te handhaven. Trichet was van april 2000 tot juni 2003 onderwerp van een gerechtelijke onderzoek in Frankrijk naar boekhoudfraude. Trichet werd vrijgesproken en volgde de Nederlander Wim Duisenberg op aan het hoofd van de ECB.
W
© blg
ALAN GREENSPAN
FONS VERPLAETSE
ex-voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve). De 79-jarige bankier Alan Greenspan heeft negentien jaar lang aan het hoofd gestaan van de Federal Reserve, het stelstel van Amerikaanse centrale banken. Greenspan wordt alom geroemd voor zijn optreden in moeilijke economische tijden. Handelsmerk van Greenspan — die onder vier presidenten diende (Reagan, Bush sr., Clinton en Bush jr.) — was zijn beleid om geld te laten rollen door de rente te verlagen. Elke economische schok ving hij op met een nieuwe rentedaling en daarin ging hij verder dan de financiële markten voor mogelijk hielden. Hij werd opgevolgd door Ben Bernanke.
ere-gouverneur van de Nationale Bank (NBB). Eerst als kabinetschef van premier Wilfried Martens, daarna als gouverneur van de Nationale Bank heeft Fons Verplaetse een bijzonder grote rol gespeeld in de sanering van de Belgische overheidsfinanciën. Verplaetse zal altijd verbonden blijven met het Waalse dorpje Poupehan, waar hij een buitenverblijf had. Daar was Verplaetse de feitelijke spil van de beruchte werkgroep die de devaluatie van de Belgische frank in 1982 voorbereidde. Verplaetse is ook verantwoordelijk voor de koppeling van de frank aan de Duitse mark in 1990 en stoomde daarmee België klaar voor de invoering van de euro.
© afp
-
G E L D
-
G E L
ERELDSPELER
BEN BERNANKE is de nieuwe
© rtr
GUY QUADEN gouverneur van de Nationale Bank De Luikenaar Guy Quaden staat sinds 1 maart 1999 aan het hoofd van de Nationale Bank van België (NBB). Als gouverneur van de NBB zit hij mee aan de knoppen van het Europese rentebeleid. Quaden is lid van de raad van bestuur van de algemene raad van de Europese Centrale Bank (ECB). Daarnaast is Quaden onder meer ook bestuurder van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) en gouverneur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Aan de universiteit van Luik is hij hoogleraar aan de faculteit economie, management en sociale wetenschappen.
G E L D
voorzitter van de Federal Reserve, de federale centrale bank van de VS. Op 31 januari 2006 volgde hij de legendarische Alan Greenspan op, die in totaal negentien jaar voorzitter was geweest van de ‘Fed’. Greenspan werd algemeen erkend als de architect van het huidige Amerikaanse economische beleid. Hij was daardoor de machtigste centrale bankier ter wereld. Door Bernanke als opvolger voor te dragen, maakte Bush vooral een veilige keuze. Bernanke is net zoals Bush een Republikein, maar hij is politiek onbesproken. Vanuit de Amerikaanse beurs kwamen er hoofdzakelijk positieve reacties op Bernankes aanstelling, omdat ze de man kennen en dus weten wat ze kunnen verwachten. Bernanke houdt er wel een andere monetaire filosofie op na dan zijn voorganger. Terwijl Bernanke, zoals zijn tegenhangers van de Europese Centrale Bank, vindt dat de inflatie of muntontwaarding zo laag mogelijk gehouden moet worden, primeerde voor Greenspan de groei van de economie. Bernanke wachten enkele aartsmoeilijke uitdagingen: op de korte termijn moet hij de juiste beslissingen nemen om de Amerikaanse economie opnieuw te laten herstellen na de orkaan Katrina. Op de lange termijn dreigt de dollar nog in waarde af te nemen door het groeiende handelstekort tegenover bijvoorbeeld China en het nu al bijna traditionele tekort op de overheidsbegroting. Zijn carrière begon de 53-jarige Bernanke als professor economie aan de universiteit van Stanford. Tot 2002 was hij decaan van de faculteit economie aan de universiteit van Princeton. Zijn fascinatie ging vooral uit naar de oorzaken van de Grote Depressie die Amerika trof na de beurscrash van Wall Street in 1929. In 2002 werd hij lid van de raad van commissarissen van de Federal Reserve. Toen president George W. Bush hem in oktober 2005 voordroeg als kandidaatvoorzitter van de ‘Fed’, had hij nog maar net promotie gemaakt als hoofdadviseur voor het economisch beleid van de Amerikaanse president. (jvp)
© bdw
DE S TA N D A A R D 2 9 m a a rt 2 0 0 6
7
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
TIJDLIJN Geld
-323 vc.
1434. 1957. © rr
-323 vc
1832
1957
Onder de Griek Alexander de Grote werden de eerste eenheidsmunten ingevoerd. En na zijn dood verschenen de eerste munten met een beeltenis: die van een vergoddelijkte Alexander.
Twee jaar na het ontstaan van het koninkrijk België werd de Belgische frank geboren. Niet alleen de naam werd aan de Franse munt ontleend, maar ook de nominale waarde en het gehalte zilver of goud dat de munten volgens de wet mochten bevatten.
Het Verdrag van Rome, dat op 25 maart 1957 door zes landen werd ondertekend (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Italië), had als doel de instelling van een gemeenschappelijke markt en een Economische en Monetaire Unie.
ALEXANDER DE GROTE
1434
FILIPS DE GOEDE
Onder de Bourgondische vorsten werd een grote stap gezet in de eenmaking van ons muntstelsel. Filips de Goede liet voor vier gewesten munten slaan van een gelijk type, gewicht en gehalte. Om ze van elkaar te kunnen onderscheiden droegen ze provinciale symbolen.
8
DE STANDAARD 29 maart 2006
BELGISCHE FRANK
VERDRAG VAN ROME
1926
1972
De eerste devaluatie van de frank. Om de breuk met het verleden te kenmerken, werd een nieuwe munt ingevoerd: de belga, die goed was voor 5 frank. Op biljetten werden beide munteenheden naast of onder elkaar vermeld. Na WOII stierf de belga een stille dood.
Op 24 april 1972 besloten België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland dat de koersen van hun valuta’s niet meer dan 2,25 procent van elkaar mochten afwijken. Dit systeem staat bekend als de ‘muntslang’.
BELGA
EUROPESE MUNTSLANG
G E
E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L
l
EXICON
❚ ❚ ❚ BANK VOOR INTERNATIONALE BETALINGEN (BIB) Internationale financiële instelling met als hoofddoel de bevordering van de samenwerking tussen de centrale banken van de industrielanden. De BIB fungeert als ‘bank van de centrale banken’.
❚ ❚ ❚ CHARTAAL
GELD
Som van alle biljetten en muntstukken die door de centrale bank worden uitgegeven en door de economische subjecten worden aangehouden. 2002.
De ECU was een ,,korf ’’ van Europese munten, waarvan de samenstelling werd bepaald door het aandeel dat elke lidstaat had in de productie en de handel binnen de Gemeenschap. De waarde van de ECU, die in 1979 zijn verschijning maakte, schommelde mee naarmate de wisselkoersen van de munten in de korf schommelden. De samenstelling van deze korf lag vast, maar kon indien nodig worden aangepast. Eind 1994 werd de samenstelling van de ECU-korf bevroren.
1957. © mhb
1982
1999
De laatste devaluatie van de frank. In het Waalse dorpje Poupehan besliste een select groepje beslissingsmakers onder leiding van Fons Verplaetse tot een veelbesproken devaluatie van de Belgische frank.
De derde fase van de EMU ging van start op 1 januari 1999 met de overdracht van de monetaire bevoegdheden aan de ECB en de invoering van de euro.
DEVALUATIE BELGISCHE FRANK
DERDE FASE EMU
1989
2002
Het verslag-Delors (genoemd naar de Franse voorzitter van de Europese Commissie) werd in april 1989 ingediend en legde de fundamenten voor de euro vast en vatte de overgang naar de EMU op als een proces in drie fasen.
De vorming van de EMU werd voltooid met de overgang naar de chartale euro op 1 januari 2002.
VERSLAG DELORS
1992
VERDRAG VAN MAASTRICHT
Het verdrag betreffende de Europese Unie, op 7 februari 1992 ondertekend te Maastricht en op 1 november 1993 in werking getreden, voert met name de Economische en Monetaire Unie in drie fasen in.
❚ ❚ ❚ ECU
INVOERING EURO
❚ ❚ ❚ EMU Het Verdrag van Maastricht beschrijft het proces dat in drie fasen moet leiden tot de Europese en Monetaire Unie binnen de Europese Unie (EU). De eerste fase van de EMU begon in juli 1990 en eindigde op 31 december 1993; ze werd hoofdzakelijk gekenmerkt door de ontmanteling van alle interne belemmeringen op de vrijheid van kapitaalverkeer binnen de EU. De tweede fase van de EMU begon op 1 januari 1994 en voorzag onder meer in de oprichting van het Europees Monetair Instituut (EMI), in een verbod op monetaire financiering van de overheidssector en op diens bevoorrechte toegang tot de financiële instellingen, en in het vermijden van buitensporige overheidstekorten. De derde fase is van start gegaan op 1 januari 1999 met de overdracht van de monetaire bevoegdheden aan de ECB en de invoering van de euro. De vorming van de EMU werd voltooid met de overgang naar de chartale euro op 1 januari 2002.
DE S TA N D A A R D 2 9 m a a rt 2 0 0 6
9
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
STAT I ST I E K E N Belgische bankkosten behoren tot de laagste ter wereld 3,5 totale kost van bankdiensten t.o.v. het bbp per inwoner in %
3,30
3,0 2,5 2,10
2,0 1,5 1,01
1,0 0,5
0,58
0,39
0,55 0,26
0,42
0,49
0,37
0,30
0,0
d
rlan
tse Zwi
ë trali Aus
ë
Itali
ten and gen rwe Duitsl Ver. Sta o o N
n jk Pole Frankri
0,60 0,31
0,35
0,27
nje rijk anada rtugal jechië inkrijk Spa Oosten C Ts Po Kon Ver.
Indexcijfers van consumptieprijzen, historisch overzicht
0,24
0,18
ië
Belg
0,10
a d Chin ederlan N
kije den Zwe Slova
Bron: Febelfin
Goudkoers te Brussel
25.000 Indexcijfer - basis april 1914 = 100 20.000
0,98
11.532
12.000 euro/kg
18.775 19.298 17.809 18.102 18.390 17.380 16.336 16.602 16.761 16.948
10.000
9.719
9.736
2000
2001
10.538
10.349
10.586
2002
2003
2004
8.412
8.000
15.000 6.000 10.000 4.000 5.000
2.000
0
0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
1999
Bron: NBB
Historische wisselkoers Belgische franken per US dollar
Bron: NBB
Voornaamste rentevoeten van de Europese Centrale Bank (ECB) 5 %
70 Belgische franken per US dollar 60
4
50
3
40
2
30
1
Rente op de depositofaciliteit Rente op de marginale beleningsfaciliteit Rente op langerlopende herfinancieringstransacties Gewogen gemiddelde rentevoet Vaste rentevoet of minimale inschrijvingsrente
0
20 1948 >
< 2001 Bron: NBB
10
2005
DE STANDAARD 29 maart 2006
feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2006 feb Bron: NBB
G E
E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
G E L D
-
l
EXICON
Inflatie 3 % België Eurogebied
❚ ❚ ❚ EUROPESE MUNTSLANG Op 24 april 1972 besloten België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland dat de koersen van hun valuta’s niet meer dan 2,25 procent van elkaar mochten afwijken. Dit systeem staat bekend als de ,,muntslang’’.
2
1
❚ ❚ ❚ EUROSYSTEEM
0 2001
2002
2003
2004
2005 Bron: NBB
Referentiewisselkoers
Omvat de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie de euro hebben aangenomen. Momenteel behoren twaalf NCB’s tot het Eurosysteem. Het Eurosysteem wordt bestuurd door de Raad van Bestuur en de Directie van de ECB.
1,5
❚ ❚ ❚ GELD-
1,4 1,3
HOEVEELHEID
1,2
In enge zin, het geheel van de tegoeden die als betaalmiddel worden gebruikt, zoals bankbiljetten en munten en zichtdeposito’s. In ruime zin bevat de geldhoeveelheid ook de tegoeden die vrij snel en goedkoop kunnen worden omgezet in betaalmiddelen, zoals spaardeposito’s.
1,1
Dollar van de Verenigde Staten / euro Pond sterling / euro Japanse yen (100) / euro
1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 2003
2004
❚ ❚ ❚ PRIJSSTABILITEIT
2005 Bron: NBB
Aantal bankkantoren per miljoen inwoners 800 bankkantoren/miljoen inwoners 700
Het handhaven van de prijsstabiliteit is de voornaamste doelstelling van het Eurosysteem. De ECB definieert prijsstabiliteit als een jaarlijkse stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex voor het eurogebied met minder dan twee procent.
611
600
537
514
500 371
400 300
219
200
200
245
275
❚ ❚ ❚ INTER-
NATIONAAL MUNTFONDS (IMF)
427
289
100 0
nd
erla
Ned
den krijk aten onin Ver. St K . r Ve
Zwe
n
Japa
land
tser
Zwi
krijk
Fran
ë
Itali
ië
Belg
d
slan
Duit
Bron: KBC Investor Day
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werd in 1944 samen met de Wereldbank opgericht in Bretton Woods in de Verenigde Staten. Als een van deze zogenaamde Bretton Woods-instellingen streeft het IMF naar bevordering van internationale samenwerking op monetair gebied en een evenwichtige groei van de internationale handel.
DE S TA N D A A R D 2 9 m a a rt 2 0 0 6
11
G E L
l
FAQ
iteratuur
VEEL GESTELDE VRAGEN
BELGIE
❚ Banksys, VAN KAARTEN EN AUTOMATEN.
25 JAAR ELEKTRONISCH BETALEN IN BELGIE, 2004
❚ M. Danneel, Y. Randaxhe, B. te
Boekhorst, ADIEU FRANK, HET BOEIENDE VERHAAL VAN BELGIE EN ZIJN GELD, Brussel, 2002
❚ Frederik Marain, VAN FRANK TOT EU-
RO. DE BELGISCHE FRANK VAN 1830 TOT NU, Tielt, Lannoo, 1999
❚ OKV, HET MUSEUM VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, Brussel, 2000
❚ Gerrit Komrij, HET GELD DAT SPANT DE KROON.250 JAAR PECUNIAIRE POEZIE, ’s Hertogenbosch, F. Van Lanschot bankiers, 1987 ❚ B. Lietaer, HET GELD VAN DE TOEKOMST. EEN NIEUWE VISIE OP WELZIJN, WERK EN EEN HUMANERE WERELD, Amsterdam, 2001. ❚ Ewoud Sanders, VOOR EEN DUBBELTJE
OP DE EERSTE RANG. 1001 SPREEKWOORDEN EN ZEGSWIJZEN OVER NEDERLANDS GELD, Amsterdam, Prometheus/NRC Handelsblad, 2002 GROOT-BRITTANNIE
❚ HET BELGISCHE BANKBILJET, cd-rom,
❚ Roy Davies & Glyn Davies, A COMPARATIVE CHRONOLOGY OF MONEY FROM ANCIENT TIMES TO THE PRESENT DAY, 1996
❚ DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, infobrochure, Brussel, 2000
❚ Jack Weatherford, THE HISTORY OF MONEY, Londen, Random House, 1997
Brussel, 2002
NEDERLAND
❚ Marloes Huiskamp en Cor de
Graaf, GEWOGEN OF BEDROGEN: HET WEGEN VAN GELD IN DE NEDERLANDEN, Leiden, Rijksmuseum Het Koninklijk Penningkabinet, 1994
❚ J. Williams (ed), MONEY, A HISTORY, Londen, 1997
1. Wat is inflatie ? Inflatie (letterlijk ‘opblazen’) of geldontwaarding is in de economie het verschijnsel dat geld steeds minder waard wordt. Dat komt omdat de vraag naar een product sneller groeit dan het aanbod ervan. Een inflatie van twee of drie procent per jaar wordt als acceptabel beschouwd. Een product dat dit jaar honderd euro kost, zal volgend jaar 102 tot 103 euro kosten. Als de lonen gelijklopend met de inflatie stijgen, blijft de koopkracht gelijk. In het andere geval stijgt of daalt de koopkracht. De inflatie wordt gemeten met de index: een lijst van producten en hun prijs, die centraal wordt bijgehouden, en de evolutie van de prijs over de tijd bepaalt de inflatie.
2. Wat is deflatie en hyperinflatie ? Een normale inflatie (kleiner dan twee procent) is gunstig voor de economie: het spoort de consument aan goederen te kopen. Uitstel betekent immers dat men meer zal betalen voor hetzelfde product. Het maakt ook lenen interessant, want inflatie knabbelt aan de interest die je op de lening moet betalen. En een economie draait goed als er gekocht wordt. Deflatie is het omgekeerde van inflatie en heeft het omgekeerde effect: de consument zal zijn aankoop uitstellen, omdat hij er later minder voor zal betalen. In een aantal gevallen verloopt inflatie zo snel, dat men kan spreken van hyperinflatie. Het meest sprekende voorbeeld hiervan was de monetaire crisis in Duitsland, waar in november 1923 een brood miljarden mark kostte. In een maand tijd was de inflatie 2.500 procent!
3. Hoeveel eurobiljetten zijn er in omloop ?
s
ites EUROPESE UNIE
BELGIE www.nbb.be Nationale Bank van België (NBB) www.koninklijkemunt.be Koninklijke Munt www.banksys.be Banksys www.euro.fgov.be Belgische portaalsite invoering euro www.febelfin.be Belgische financiële instellingen www.minfin.fgov.be Ministerie van financiën
www.euro.ecb.int Europese Centrale Bank www.europa.eu.int/euro of www. euro.eu.int officiële site van euro INTERNATIONAAL www.imf.org Internationaal Muntfonds www.worldbank.org Wereldbank www.eib.org Europese Investeringsbank
COLOFON / Redactie: Nico Tanghe, Jonas Van Puymbroeck / Eindredactie: Rein Verhoeven / Fotoredactie: An Nelissen, Wouter Van Vooren / Infografiek: Bart De Neve / Vormgeving: Grafische redactie
12
DE STANDAARD 29 maart 2006
Op 1 januari 2002 hadden twaalf drukkerijen uit het hele eurogebied — op Luxemburg na — 14,25 miljard eurobiljetten gedrukt, waarvan er 4,2 miljard als strategische voorraad werden aangehouden. De deelnemende landen namen tussen de 46 miljoen coupures (Luxemburg) en 4,32 miljard coupures (Duitsland) op. België had er 530 miljoen nodig.