G ~A.
. .. ~~
BESLUIT
\;/;!9
De raad van de gemeente Woudrichem;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
d.d. 20 januari 2009, nr. II; gehoord het advies van de opinierende vergadering d.d. 17 maart 2009;
besluit:
en de Verordening 'Het Activiteitenfonds gemeente Woudrichem', met bijbehorende toelichting
vast te stell
Arel i -
Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder: a. activiteiten: het totaal van activiteiten zoals deze genoemd worden in de bijlage bij deze
verordening; b. sociaaI minimum: het bedrag van de van toepassing zijnde norm, incIusief de maximale gemeentelijke toeslag, in het kader van de Wet werk en bijstand;
c. inkomen: het totaaI van netto inkomsten, bestaande uit loon, uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, alimentatie en pensioenuitkeringen. Op het totaal van maandelijkse inkomsten wordt in mindering gebracht: het verschil tussen de verschuldigde maandelijkse woonkosten en de normhuur die van toepassing is bij de Iaagste inkomenscatergorie aIs bedoeld in de Huursubsidiewet; een twaalfde gedeelte van de verschuldigde aanslag plaatselijke belastingen, na aftek van de toegekende bijdrage in het kader van de kwijtscheldingsregeling plaatselijke belastingen; d. vermogen: het totaal van aile vermogensbestanddelen, voorzover deze meer bedragen dan de vermogensgrenzen aIs genoemd in artkeI 34, derde lid van de Wet werk en
bijstand, te verhogen met een bedrag van € 3.000,00 per persoon; e. oudere: personen van 65 jaar en ouder; f. arbeidsgehandicapte: de arbeidsgehandicapte aIs bedoeld in de Wet op de (re)ïntegratie
van arbeidsgehandicapten.
raadsbesluir nr. 2009-or8 pagina r/3
G ~A.
. .. ~~
BESLUIT
Arel 2-
\;/;!9
Doelstellng
Het doel van de verordening is: 1. het stimuleren dat inwoners van de gemeente Woudrichem met een laag inkomen actief
deelnemen aan activiteiten op het gebied van cultuur, educatie, recreatie en sport, door het verstrekken van een financiële bijdrage in de hieraan verbonden kosten; 2. het tegengaan van sociaal isolement van ouderen en arbeidsgehandicapten met een laag
inkomen, door het verstrekken van een financiële bijdrage in een aantal kosten die mede bijdragen aan het tegengaan van sociaal isolement.
Arel 3-
Hoogte bijdrage
1. De in artkel 2 bedoelde financiële bijdrage bedraagt maximaal € 125,00 per jaar per
volwassene. 2. De in lid i genoemde bijdragewordtverhoogd meteen bedragvan€ 125,00 perjaarvoor
elk kind tot en met 17 jaar dat tot het huishouden van de aanvrager behoort. 3. De bijdrage als genoemd in lid 2 wordt verhoogd met € 50,00 per jaar per kind, indien het kind deelneemt aan activiteiten van verenigingen en instellngen als genoemd onder A
van de lijst die als bijlage bij deze verordening is gevoegd. 4. Bijdragen als bedoeld in artkel 2 kunnen worden toegekend voor kosten zoals die
vermeld staan op de lijst die als bijdrage bij deze verordening is gevoegd.
Arel 4-
Doelgroep en inkomensnormen
1. V oor een volledige bijdrage als bedoeld in artkel 3 komt de aanvrager in aanmerking met
een inkomen tot maximaal iiO% van het sociaal minimum; 2. Voor een bijdrage van 50% van het bedrag als bedoeld in artke13 komt de aanvrager in
aanmerking met een inkomen tussen iiO% en 120% van het sociaal minimum; 3. De aanvrager met een inkomen vanaf 120% van het sociaal minimum komt niet voor een
bijdrage in aanmerking;
4. De aanvragerwiens vermogen hoger is dan de vermogensgrens als bedoeld in artkel i onder d., komt niet voor een bijdrage in aanmerking;
5. Inwoners met een inkomen krachtens de Wet op de Studiefinanciering (WSF) zijn van deze regeling uitgesloten; 6. Inwoners die voor hun inkomensvoorziening zijn aangewezen op de zorgvan de
rijksoverheid zijn van deze regeling uitgesloten; 7. Degene die langer dan twaalf maanden een inkomen ontving dat lager was dan de
inkomensnormen als bedoeld in lid i en lid 2 van dit artkel en wiens inkomen toeneemt als gevolg van werkaanvaarding, komt het eerste kalenderjaar na werkaanvaarding nog in
aanmerking voor een bijdrage krachtens deze verordening.
raadsbesluir nr. 2009-or8 pagina2/3
G ~A.
. .. ~~
BESLUIT
Artel 5-
\;/;!9
Voorwaarden
Een bijdrage als bedoeld in artkel 3 wordt toegekend indien aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. De aanvrager dient op het aanvraagformulier aan te geven voor welke activiteiten voor
welke gezinsleden de kosten gemaakt zijn; 2. De aanvrager dient op het aanvraagformulier gespecificeerd aan te geven welke uitgaven
per gezinsiid zijn gemaakt; 3. De aanvrager dient bewijsstukken van de gemaakte uitgaven te kunnen overieggen.
Are16-
Indiening aanvraag
1. Een aanvraag om een bijdrage wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag dient schrifteIijk te gebeuren via het daarvoor bestemde aanvraagformulier. 2. De aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend tot en met twee
maanden na het verstrijken van het betreffende kalenderjaar; 3. Binnen twee weken na de datum van indienen nemen burgemeester en wethouders een
beslissing op de aanvraag.
Are17-
Uitvoering
1. Ter uitvoering van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders nadere
werkinstrcties vaststellen. 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet nemen burgemeester en wethouders een beslissing met inachtneming van doel en strekking van deze verordening.
ring kunnen burgemeester en wethouders de uitvoering van deze regeling opdragen aan daartoe aangewezen ambtenaren.
3. In het kader van mandate
Are18-
Slotbepalingen
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Het Activiteitenfonds gemeente W oudrichem'.
De verordening treedt in werking op i januari 2004;
--
bare vergadering van
Aldus besloten door de raad van de gemeente W oudrichem in zijn open
r-
3T maart 2009.
~lA-'e,-. de voorzitter,
de griffer,
dr. F.A. Petter
drs. ing. P.A. Paulides - Ruitenberg
raadsbesluir nr. 2009-or8 pagina 3/3
BijIage als bedoeld in artkel i van de verordening 'Het Activiteitenfonds gemeente Woudrichem'. Voor onderstaande kosten kan een bijdrage verstrekt worden op basis van de verordening:
A. Lidmaatschappen, contributies en vaste bijdragen in verband met actieve, regelmatige deeIname aan activiteiten van: muziek-, toneeI- en zangverenigingen, muziekschooI, stichting Slim etc.
sporterenigingen jeugdwerk, jeugdcIubs en scouting B. Uitgaven aan sportleding, uniformen etc. die voortloeien uit het lidmaatschap van deze verenigingen en de kosten die het gevoIg zijn van het beoefenen van sportctiviteiten;
C. Abonnementen en entrees van musea, zwembaden, bibliotheken, artotheken en speeIotheken;
D. Uitgaven in verband met:
voIwassenen educatie
sociaaI-cuItureIe activiteiten voor ouderen aanschaf ouderenpas
lidmaatschap vrouwenverenigingen en ouderenbonden lidmaatschap voIkstuinverenigingen, hobby- en fotocIubs
ouderbijdrage voor kinderdagverblijven en peuterspeelzaIen cuItureeI jongerenpaspoort
schooIreisjes en vakantiekampen voor jongeren tot 18 jaar deeIname aan vrijwiIigerswerk E. Entrees (plus reiskosten) voor:
tentoonstellngen festivals
(pop)concerten theatervoorsteIIingen circusvoorstellngen bioscoopvoorsteIlingen
sportedstrijden F. UitsIuitend voor ouderen en arbeidsgehandicapten komen ook onderstaande kosten in aanmerkingvoor een
bijdrage: abonnement op dagblad of weekbIad abonnement kabeIaansIuiting
teIefoonabonnement/adsI aansIuiting NS-kortngskaart aansIuiting kerktelefoon Bovenstaande lijst is niet limitatief. Ook kosten die hier niet genoemd worden kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage. Op basis van artkeI 7, tweede lid, beoordeIen burgemeester en wethouders in hoeverre niet genoemde kosten onder de werkingssfeer van de verordening vall
en.
Bijlage bij verordening Activireirenfonds Woudrichem, januari 2009
I
Toelichting bij verordening 'Het Activiteitenfonds gemeente Woudrichem'
Arkel i Dit artkel geeft een aantaI begrippen weer zoaIs deze voorkomen in de verordening: om een opeenstapeling van eigen bijdragen tegen te gaan wordt op het inkomen een correctie toegepast indien niet de maxmaIe huursubsidie wordt ontvangen bij de Iaagste inkomenstabeI en indien geen kwijtschelding van de aansIag pIaatselijke beIastingen wordt ontvangen; inkomsten in verband met toekenning van premies c.q. inkomstenvrijIating op grond van de reïntegratieverordening Wet werk en bijstand worden niet tot het inkomen gerekend;
onder verschuIdigde woonkosten wordt verstaan: de verschuIdigde maandeIijkse woonIasten, verminderd met de toegekende huursubsidie, bijdrage vangnetregeIing ofwoonkostentoesIag.
Arel 2 Dit artkeI geeft het doeI van de verordening weer. Het doe! is tweeIedig: Voor aile inwoners geIdt dat de verordening wil stimuIeren dat inwoners met een Iaag inkomen dee!nemen aan activiteiten op het terrein van cuItuur, educatie, recreatie en sport. Voor ouderen en gehandicapten is het echter soms moeiIjk om aan de genoemde activiteiten buitenshuis deeI te nemen vanwege tysieke beperkingen. Voor hen is het echter van beIang om toch sociaaI contact te hebben met de buitenwereId. Om die reden worden de kosten van een abonnement op een krant, het abonnement van de kabel, het teIefoonabonnement/internetaansIuiting, de NS-kortngskaart en de kerkteIefoon eveneens aangemerkt aIs uitgaven
die vallen onder de doeIstelling van de verordening.
Arel 3 De bijdrage bedraagt maxmaaI € 125 per jaar per volwassene. Dit is ook het maxmale bedrag dat ouderen en
arbeidsgehandicapten kunnen ontvangen. Ouderen en arbeidsgehandicapten die uitgaven hebben die vallen onder
zoweI artkel 2 lid i als onder lid 2, ontvangen maximaal € 125 per persoon. VooraI voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens is het van belang om deel te kunnen aan activiteiten zoals genoemd in artkeI 2, eerste lid. Om die reden bedraagt de bijdrage voor kinderen € 125 per kind en wordt dit bedrag verhoogd met € 50 indien het kind lid is van een vereniging of een club waarbij sprake is van dee!name aan strcturele,
regeImatige activiteiten.
AreI 4 Voor een bijdrage komen inwoners met een laag inkomen in aanmerking. In deze verordening wordt hieronder verstaan: inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaaI minimum. Inkomens tot iiO% komen in aanmerking voor de maxmale bijdrage. Inkomens van iiO% tot 120% komen in
aanmerking voor een bijdrage van 50%. Er geldt een vermogenstoets. De vermogenscriteria zoals genoemd in art. 34, eerste lid, van de Wet werk en bijstand zijn van toepassing.
Art. 34, tweede lid, van de Wet werk en bijstand geldt in dit verband niet. Dit betekent dat de overwaarde in de eigen woning wordt aangemerkt als vermogen.
Bijlage bij verordening Activiteitenfonds Woudrichem, januari 2009
2
Hetvrij te Iaten vermogen is geIijk aan de bedragen aIs genoemd in art. 34, derde lid, van de Wetwerk en bijstand. Deze bedragen worden per persoon met € 3000 verhoogd, waardoor eventueeI gereserveerde bedragen voor de kosten van begrafenis/crematie niet gerekend worden tot het vrij te Iaten vermogen.
Studenten komen niet in aanmerking. Zij worden geacht reeds voIdoende deeI te nemen aan activiteiten waarop deze regeling zich richt
Inwoners die voor hun inkomensvoorziening zijn aangewezen op de zorg van het rijk komen evenmin in aanmerking voor een bijdrage. Om de gevoIgen van de armoedevaI tegen te gaan wordt voor Iangdurig werkIozen (in dit kader: Ianger dan 12 maanden werkIoos) het eerste kaIenderjaar na werkaanvaarding nog uitgegaan van het Iagere inkomen.
ArkeI 5
Een aanvraag moetworden ingediend via een daartoe bestemd aanvraagformulier. Op het aanvraagformulier moet worden vermeId voor welke gezinsIeden een bijdrage wordt gevraagd. Per gezinslid moet gespecificeerd worden
aangegeven wat de kosten zijn van de vermeIde activiteiten. Tevens moet aangegeven worden wat de hoogte is van het inkomen en het vermogen. Een inkomensbewijs, dit kan zijn een salaris/uitkeringsspecificatie, een dagafschrift van bank of giro etc. moet worden meegezonden indien geen Wwb-uitkering via Buro AItena voor Werk, Inkomen & Zorgwordt ontvangen
In dat Iaatste gevaI moet de aanvrager tevens een vraag beantwoorden over de hoogte van het aanwezige vermogen.
en van de aanvrager lager is dan 120% van het sociaal minimum wordt een bijdrage toegekend. De bijdrage per gezinsIid bestaat uit een bedrag voor de kosten van de activiteiten die voIdoen aan de omschrijving in artkeI i onder a. De maximaaI toe te kennen bedragen worden genoemd in artkeI 3. Indien het inkom
ArkeI 6
Inwoners die in een kaIenderjaar een aanvraag toegekend hebben gekregen, ontvangen het jaar daarop in de maand maart een aanvraagformuIiervoor het nieuwe kaIenderjaar. Deze personen worden gewezen op de mogelijkheid voor het nieuwe kaIenderjaar een aanvraag in te dienen. controIe op de besteding van de gedeclareerde bedragen vindt per steekproefpIaats.
Arel 7 In een werkinstructie stellen burgemeester en wethouders nadere uitvoeringsregels vast. De werkinstructie heeft met name betrekking op de uitwerking van de artkeIen 5 en 6, waaronder het vaststellen van een controIe-protocol'
Arel 8 De verordening treedt in werking met ingang van i januari 2004.
Toelichting op verordening Activiteitenfonds Woudrichem, januari 2009
3