Geestelijke gezondheidsbevordering en de preventie van eenzaamheid, depressie en zelfdoding bij ouderen
Versie september 2011
Inhoud
Inleiding
2
Achtergrond
3
1. Vlaams actieplan suïcidepreventie
3
2. Ouderen en geestelijke gezondheid
5
3. Geestelijke gezondheidsbevordering en de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen
7
4. Algemene principes
9
Welbevinden, eenzaamheid, depressie en zelfdoding bij ouderen
10
1. Welbevinden bij ouderen
14
2. Ouderen en eenzaamheid
18
3. Depressie bij ouderen
20
4. Zelfdoding bij ouderen
25
Tot slot…
28
Referenties
29
1
Inleiding Dit document is één van de resultaten van het project "locoregionale uitvoering Vlaams actieplan suïcidepreventie" in Oost-Vlaanderen. Het bevat een overzicht van aanbevelingen, good practices en voorbeelden voor het werken rond het bevorderen van de geestelijke gezondheid en de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen bij ouderen. In een eerste deel wordt kort stilgestaan bij het kader waarbinnen dit project zich situeert: het Vlaams actieplan suïcidepreventie. Binnen dit actieplan worden de krachtlijnen van het beleid in verband met de preventie van depressie en suïcide in Vlaanderen uitgetekend. Daarnaast wordt dieper ingegaan op de situatie van de ouderen in Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, in het bijzonder wat betreft geestelijke gezondheid. Tenslotte wordt in het eerste deel het onderscheid tussen geestelijke gezondheidsbevordering en de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen toegelicht. In een tweede deel worden vier onderwerpen belicht: -
Het welbevinden bij ouderen;
-
Eenzaamheid bij ouderen;
-
Depressie bij ouderen;
-
Zelfdoding bij ouderen.
Bij elk van deze onderwerpen wordt een korte schets gegeven van de problematiek, gevolgd door een aantal voorbeelden van mogelijke preventieve interventies. Bij elk van deze interventies wordt ook informatie gegeven over de effectiviteit ervan. Wilt u graag meer informatie over dit document, of hebt u een vraag rond advies of ondersteuning bij het opzetten van een initiatief, aarzel dan niet om gebruik te maken van de contactgegevens achteraan het document.
2
Achtergrond 1. Vlaams actieplan suïcidepreventie Vlaanderen doet het slecht als het op het aantal zelfdodingen aankomt. Jaarlijks sterven 17 per 100.000 inwoners aan zelfdoding, het gemiddelde in de Europese Unie ligt op 11,5 per 100.000 (wat ook al erg hoog is). Zelfdoding is de belangrijkste doodsoorzaak bij twintigers en dertigers, bij mannen ook bij veertigers.1 Toch is het bij de oudere mannen dat het aantal suïcides het hoogst is in Vlaanderen (bij de 80-plussers bijvoorbeeld sterven 43,98 mannen per 100.000 door zelfdoding). In 2002 vond een gezondheidsconferentie in verband met de preventie van depressie en zelfdoding plaats. Hieruit kwam de 6de gezondheidsdoelstelling2 naar voren: "De sterfte door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000." Ook werden 3 subdoelstellingen geformuleerd: de daling van het aantal suïcidepogingen, de daling van de suïcidale ideatie3 en de daling van het aantal depressies. In 2006 werd het Vlaams actieplan suïcidepreventie4 uitgeschreven, dat een pakket initiatieven omvat die de realisatie van de 6de gezondheidsdoelstelling mogelijk moet maken. Het Vlaams actieplan suïcidepreventie bestaat uit 5 strategieën: 1.
Het bevorderen van de geestelijke gezondheid met betrekking tot individu en maatschappij
2.
Het bevorderen van laagdrempelige telezorg
3.
Het bevorderen van de deskundigheid van professionelen en het optimaliseren van de netwerking
4.
Het uitlokken van zelfdoding tegen gaan
5.
De aandacht voor specifieke doelgroepen
Rond de preventie van zelfdoding liepen voorafgaand aan het Vlaams actieplan suïcidepreventie al heel wat initiatieven op locoregionaal niveau. Om deze activiteiten en het Vlaams actieplan meer op elkaar af te stemmen, werd in elke provincie een project opgestart voor de locoregionale uitvoering van het Vlaams actieplan suïcidepreventie. In Oost-Vlaanderen bestaat dit project uit de volgende partners:
1
Meer cijfergegevens in verband met zelfdoding vindt u op de site van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: http://www.zorg-en-gezondheid.be/topPage.aspx?id=638. 2 Gezondheidsdoelstellingen zijn specifieke, meetbare en algemeen aanvaarde doelstellingen die men in een bepaalde periode wil realiseren waardoor er accenten gelegd worden binnen het preventieve gezondheidsbeleid. Momenteel zijn er in Vlaanderen 6 gezondheidsdoelstellingen (rond infectieziekten en vaccinatie, borstkankeropsporing, tabak, alcohol en drugs, ongevallen, voeding en beweging en zelfdoding en depressie). 3 Suïcidale ideatie: het hebben van actieve gedachten over zelfdestructief gedrag, waarbij al dan niet de dood wordt beoogd (suïcidegedachten, suïcidewens, suïcideplan/dreiging). 4 Meer informatie over het Vlaams actieplan suïcidepreventie is terug te vinden op http://www.zorg-engezondheid.be/preventiezelfdoding.aspx. 3
De 6 Oost-Vlaamse LOGO (lokaal gezondheidsoverleg): LOGO Regio Aalst vzw, LOGO Meetjesland vzw, LOGO Waasland vzw, LOGO Schelde-Dender vzw, LOGO Gent vzw, LOGO Zuid-Oost-Vlaanderen vzw
De 2 Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) met een suïcidepreventiemedewerker: CGG Groot Gent Eclips vzw en CGG Zuid-Oost-Vlaanderen vzw
Het Oost-Vlaams overlegplatform geestelijke gezondheidszorg (PopovGGZ vzw)
De Eenheid voor Zelfmoordonderzoek van de Universiteit Gent
Deze partners hebben zich geëngageerd om samen de doelstellingen van het Vlaams actieplan suïcidepreventie te ondersteunen, rekening houdend met de lokale context in Oost-Vlaanderen. De contactgegevens van de partners zijn in bijlage terug te vinden.
Eind 2011 vindt opnieuw een gezondheidsconferentie rond suïcidepreventie plaats. Tijdens deze gezondheidsconferentie zal een nieuwe gezondheidsdoelstelling geformuleerd worden, en zullen nieuwe strategieën voorgesteld worden. Vermoedelijk zal dit ook uitmonden in een nieuw actieplan. Tot eind 2011 worden de bestaande strategieën verder geïmplementeerd.
4
2. Ouderen en geestelijke gezondheid 2.1.
Definitie ouderen
Het is niet eenvoudig om "ouderen" eenduidig te definiëren. Algemeen wordt gesteld dat ouderen mensen met veel levenservaring zijn, die een rijkdom betekenen voor de samenleving. Als de leeftijd als criterium gebruikt wordt, dan hangt het vaak van de sector of het beleidsdomein af welke grens gebruikt wordt. Zo hanteert de Vlaamse overheid de leeftijd van 60 jaar als leeftijdsgrens, terwijl de federale overheid pas van ouderen spreekt vanaf 65 jaar. Binnen het domein "sport en bewegen" worden mensen vanaf 50 of 55 als ouderen beschouwd. Naast het feit dat er geen eenduidige leeftijdsgrens is, geeft het definiëren van "ouderen" enkel op basis van de leeftijd een (te) eenzijdig en eendimensioneel beeld.5 In dit document wordt geen duidelijke leeftijdsgrens voor ouderen gehanteerd. Afhankelijk van het beschreven onderzoek zal waar mogelijk aangegeven over welke groep het gaat.
2.2.
Aantal ouderen
In Oost-Vlaanderen waren er op 1 januari 2007 325.802 ouderen boven de 60 (23,3% van de totale bevolking). In de bestuurlijke arrondissementen Eeklo (25,2%), Oudenaarde (24,1%) en Aalst (24,0%) is het aantal ouderen het hoogst. Naar verwachting zal het aandeel van de ouderen (60+) in 2015 stijgen naar 26,31% van de totale bevolking, in 2025 zelfs tot 31,10%. 4,61% van de Oost-Vlaamse bevolking is ouder dan 80 jaar.6
2.3.
Levenssituatie
Wat betreft de levenssituatie, blijkt uit de gezondheidsenquête van 2008 dat: -
40% van de ouderen (65+) alleen thuis woont
-
40% zou samen met iemand thuis wonen
-
11% woont in een instelling voor ouderen.
5 6
VLAAMSE OUDERENRAAD – OOK vzw, Beeldvorming over ouderen, www.vlaams-ook.be, s.d. MEYFROODT, F., PYRA, C. & VAN OPSTAL, M., Ouderen in beeld – Oost-Vlaamse ouderencahier, Provincie OostVlaanderen, Directie Welzijn en Gezondheid, 2008. 5
Naargelang de leeftijd stijgt ook het aantal ouderen dat in een instelling voor ouderen verblijft.7 Wat de Oost-Vlaamse ouderen betreft, blijkt dat 13,66% (t.o.v. het totale aantal huishoudens in Oost-Vlaanderen) alleen te wonen. In Oudenaarde (14,49%) en Eeklo (14,33%) wonen het grootste percentage ouderen alleen. Ook deze aantallen liggen in dezelfde lijn als het Vlaamse gemiddelde.8
2.4.
Gezondheid9 De meerderheid van de ouderen is actief en in goede gezondheid. Toch ervaart een aantal ouderen problemen zoals een zwakke gezondheid, eenzaamheid of onveiligheidsgevoelens. Uit een Oost-Vlaams behoeftenonderzoek bij ouderen bleek dat de overgrote meerderheid van de ouderen frequent contact heeft met allerlei mensen: met kinderen of schoonkinderen (84,7% wekelijks), of met kleinkinderen (72,6% wekelijks). Ook met buren, vrienden en kennissen, broers en zussen is er frequent contact.
Eenzaamheid is een problematiek die vaak met ouder worden geassocieerd wordt. 81,5% van de Oost-Vlaamse ouderen geeft aan geen of matige eenzaamheidsgevoelens te ervaren. 18,5% kampt wel met ernstige eenzaamheidsgevoelens. Geëxtrapoleerd naar de reële cijfers gaat het hier om 60.000 Oost-Vlaamse ouderen. Tenslotte wat betreft psychisch welbevinden geeft 93% van de ouderen aan over het geheel genomen tevreden te zijn met zichzelf. Wanneer gevraagd wordt naar de "negatieve psychologische beleving", dan blijkt dat 15,7% van de ouderen wakker te liggen en slecht te slapen door kopzorgen. Daarnaast geeft 9,7% aan onder spanning te staan, 8,2% geeft aan het gevoel te hebben niks waard te zijn, 6,9% voelt zich ronduit ongelukkig of depressief. 39,8% van de Oost-Vlaamse ouderen heeft het gevoel niet meer mee te tellen.
2.5.
Conclusie
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat het merendeel van de ouderen zich goed voelt. Toch is er ook een groep die zich niet goed voelt. Het is belangrijk deze groep te ondersteunen en te helpen zich beter te voelen. Daarnaast moet ook de groep die zich wel goed voelt, ondersteund worden, zodat zij zich ook op langere termijn goed blijven voelen.
7
DEMAREST S. e.a., Gezondheidsenquête België, 2008, Rapport V – de gezondheid van de ouderen, Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance, 2010, Brussel, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. 8 MEYFROODT, F., PYRA, C. & VAN OPSTAL, M., Ouderen in beeld – Oost-Vlaamse ouderencahier, Provincie OostVlaanderen, Directie Welzijn en Gezondheid, 2008. 9 MEYFROODT, F., PYRA, C. & VAN OPSTAL, M., Ouderen in beeld – Oost-Vlaamse ouderencahier, Provincie OostVlaanderen, Directie Welzijn en Gezondheid, 2008. 6
3. Geestelijke gezondheidsbevordering en de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen Veel mensen vereenzelvigen de preventie van psychische problemen en de zorg voor de geestelijke gezondheid met de psychiatrie. Dit is echter niet juist. Geestelijke gezondheidszorg en – preventie omvatten veel meer. Geestelijke gezondheidszorg omvat zowel de studie als de preventie en hulpverlening van lichte, milde en ernstige psychiatrische problemen of stoornissen (terwijl de psychiatrie zich enkel op ernstige psychische stoornissen richt). De preventie van geestelijke gezondheidsproblemen richt zich op het voorkomen van specifieke psychische problemen of het verhinderen dat deze zich verder zouden kunnen ontwikkelen.10 Geestelijke gezondheidsbevordering richt zich op: -
het optimaliseren van de geestelijke gezondheid
-
het verbeteren van het algemene welbevinden
-
het verschuiven van de waarde die de maatschappij hecht aan geestelijke gezondheid
Geestelijke gezondheidsproblemen zijn bijna steeds het gevolg van een complex geheel aan factoren, zodat het bevorderen van de geestelijke gezondheid een ingrijpen vraagt in diverse aspecten. Hierdoor zijn de effecten ook veel minder voorspelbaar dan bijvoorbeeld bij de preventie van lichamelijke aandoeningen.11 De preventie van geestelijke gezondheidsproblemen en geestelijke gezondheidsbevordering zijn complementair maar niet identiek.
Geestelijke gezondheidsbevordering
Preventie van eenzaamheid, depressie en suïcide
Positieve geestelijke gezondheid
Universele preventie: voorkomen van geestelijke gezondheidsproblemen, gericht op de volledige bevolking
Richt zich primair op de beïnvloeding van de belangrijke determinanten van gezondheid
Selectieve preventie: acties gericht op doelgroepen die een verhoogd risico hebben om bepaald gedrag of probleem te ontwikkelen
Bevorderen van levenskwaliteit
Geïndiceerde preventie: acties gericht op mensen die al bepaald gedrag vertonen
Zowel individuele als maatschappelijke deteminanten "Empowerment" als centraal concept Vergt inspanning van de volledige maatschappij Niet eenvoudig van elkaar te onderscheiden! Beide zijn nodig om een substantiële verbetering te realiseren in de geestelijke gezondheidssituatie van een bevolking. 10
VAN DEN BROUCKE, S. (red), e.a., Geestelijke gezondheid en preventie – bouwstenen voor beleid en praktijk, Wolters Kluwer Belgium, 2008. 11 Ibid. 7
4. Algemene principes Bij het plannen en implementeren van activiteiten gericht op de bevordering van de geestelijke gezondheid bij ouderen, en de preventie van tal van geestelijke gezondheidsproblemen, is het belangrijk rekening te houden met een aantal algemene principes. Deze zijn van toepassing ongeacht de doelgroep, setting of doelstelling van de activiteit12:
1.
Zorg voor specifieke programma's op maat die aangepast zijn aan de noden en mogelijkheden van de doelgroep. Een aanbeveling hierbij kan zijn aan te sluiten bij bestaande groepen.
2.
Erken de verschillen binnen de doelgroep: rekening houden met geslacht, sociale en religieuze achtergrond, …
3.
Betrek de doelgroep, dit maakt hen mee verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. Empowerment13 van de doelgroep om ze te motiveren initiatieven te nemen voor hun eigen gezondheid en welbevinden.
4.
Maak gebruik van de bestaande evidentie en bewezen-effectieve technieken (evidence based werken). Maak gebruik van strategieën en methodieken die geschikt en betrouwbaar zijn om de beoogde doelgroep te bereiken en de vooropgestelde doelstellingen te behalen.
5.
Kies voor een holistische benadering waarbij zowel de fysieke, sociale als mentale noden van de oudere aan bod komen.
6.
Zorg voor een goed bereikbare en toegankelijke setting (zowel fysiek als geografisch). De keuze van de setting is cruciaal om de beoogde doelgroep effectief te bereiken. Aangezien eenzaamheid en sociale isolatie belangrijke risicofactoren zijn voor tal van problemen, is het belangrijk dat de setting makkelijk toegankelijk is. Hiervoor kan best gebruik gemaakt worden van bestaande structuren. Ook wordt aanbevolen het eerste contact bij de oudere thuis te leggen. Tenslotte moet vermeden worden dat ouderen moeten reizen.
7.
Betrek stakeholders in de planning en implementatie van ee project. Daarnaast is het belangrijk te zorgen voor een interdisciplinair team met een gevarieerde expertise, ervaring en verschillende werkwijzen om met de ouderen in interactie te gaan.
12 13
LIS, K., e.a. (eds.), Evidence-based guidelines on health promotion for older people, Health Pro Elderly, 2008. Empowerment is een proces waardoor mensen een grotere controle verwerven over beslissingen en acties die hun gezondheid kunnen beïnvloeden. (WHO, Health Promotion Glossay, 1998) 8
8.
Het betrekken van vrijwilligers in de planning en uitvoering van een programma kan de moeite lonen. Senioren zoeken steeds vaker naar nieuwe uitdagingen en kunnen een belangrijke rol spelen in het bereiken van geïsoleerde of kwetsbare groepen.
9.
Evalueer het project op basis van duidelijke doelstellingen die al van in het begin van het project geformuleerd worden.
10. Uit onderzoek blijkt dat langdurige initiatieven meer effect hebben dan eenmalige zaken. Kies dus bij voorkeur voor acties gespreid over een langere tijdsperiode dan voor "one-shot initiatieven".
9
Welbevinden, eenzaamheid, depressie en zelfdoding bij ouderen Welbevinden, eenzaamheid, depressie en zelfdoding zijn met elkaar gerelateerd. Toch wil dit niet zeggen dat er een lineair verband bestaat tussen deze concepten. Het zijn alle complexe fenomenen, die bepaald worden door een geheel van factoren. Het is niet omdat iemand een verminderd welbevinden heeft, dat deze per definitie eenzaam is; of omdat iemand depressief is dat deze per definitie tot zelfdoding zal overgaan. Het is wel zo dat preventieve interventies of interventies ter bevordering van de geestelijke gezondheid mogelijk effect hebben op zowel welbevinden, eenzaamheid, depressie als zelfdoding. Op de volgende pagina's vindt u een overzicht van de verschillende onderwerpen en interventies die verder in dit document opgenomen zijn. Daarna volgt per deelonderwerp een bespreking gekoppeld aan een aantal good practices. Bij de genoemde voorbeelden zal opvallen dat heel wat interventies uit Nederland komen. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat niet voor elk onderdeel een overeenkomstige Vlaamse interventie bestaat. Anderzijds is het zo dat interventies in Nederland op een veel systematischer wijze aan effectevaluaties onderworpen worden. Hierdoor is de meeste informatie met betrekking tot de effectiviteit van de interventies gebaseerd op Nederlanse informatie.
10
Welbevinden Geestelijke gezondheid
Eenzaamheid
Depressie
Zelfdoding
Zorgen voor veilige en ondersteunende relaties.
Voorlichting door middel van brochures, films, … waarbij de focus op beschermende factoren ligt.
Universeel preventieve activiteiten kunnen werken bij ouderen, op voorwaarde dat de focus niet te veel ligt op jongeren of andere specifieke doelgroepen.
Wegwerken discriminatie op basis van leeftijd wat versterkt wordt door het stigma dat heerst op geestelijke gezondheidsproblemen. Promotie gelijkheid van leeftijd, beter beeld van ouderen in de media, promoten van intergenerationele activiteiten, etc. Bevorderen geestelijke gezondheid
Zorgen voor (deelname van ouderen aan) zinvolle activiteiten. Levenslang leren, vrijwilligerswerk, sociale activiteiten, etc. Link tussen fysieke en geestelijke gezondheid: holistische benadering. Fysieke activiteiten, promoten gezonde voeding en matige alcoholconsumptie, etc. Verhogen van het publieke bewustzijn in verband met ouderen en geestelijke gezondheid.
Universele preventie
Voorlichtingsfilms
Ondersteunen, erkennen en versterken van bestaande positieve relaties, erkennen van het belang van geloof, ondersteunen houden van huisdieren, uitbouw community initiatieven samen met ouderen, etc.
11
Brochures
Welbevinden Geestelijke gezondheid
Eenzaamheid
Universele preventie
Depressie
Zelfdoding
Bevorderen van hulpzoekend gedrag en voorlichting over behandelmogelijkheden.
"Verbondenheid" en "zingeving" als belangrijke aspecten (aanspreken van ouderen in hun verantwoordelijkheid).
Huiskamerbijeenkomsten
Bewustmaken van de algemene bevolking in verband met ouderen en zelfdoding. Educatie over chronische medische condities.
Preventie gericht op groepen die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van geestelijke gezondheidsproblemen zoals weduwen en weduwnaars, ouderen die kampen met eenzaamheid, ouderen met een chronische ziekte.
Protectieve factoren essentieel voor preventie!
Rouwgroepen, cursussen, bezoekdiensten. Selectieve preventie
Versterken van het sociaal netwerk; bieden van gelegenheden en informeren van ouderen over diverse sociale activiteiten rekening houdend met de eigen behoefte van de oudere.
Belang van sociale ondersteuning en netwerking: isolement en weinig sociale ondersteuning vermindert de kans om suïcidale ideatie te uiten.
Telefoonster, telefooncirkel, (activerend) huisbezoek, gezelschap voor senioren, etc. Wegwerken van armoede bij pensionering, praktische en financiële hulp aan ouderen om de kwaliteit van de huisvesting te verbeteren.
12
Strategieën die communicatie en het uiten van gevoelens door ouderen faciliteren.
Welbevinden Geestelijke gezondheid
Eenzaamheid
Geïndiceerde preventie
Depressie
Zelfdoding
Ouderen zijn minder geneigd om hulp te zoeken bij psychische problemen. Daarom is het belangrijk ouderen met depressieve klachten en stoornissen zo vroeg mogelijk te identificeren en het zoeken van hulp te stimuleren.
Ouderen doen vaker "drastische" suïcidepogingen. Daarom is het fundamenteel om de suïcidale intentie bij ouderen te herkennen.
Cursussen, screening en deskundigheidsbevordering.
13
Training van huisartsen en sleutelfiguren in het herkennen van signalen.
1. Welbevinden bij ouderen
1.1.
Wat is welbevinden? Welbevinden is een positieve gemoedstoestand, het is zich "goed" of "tevreden" voelen. Actueel welbevinden is de mate waarin men zich goed voelt en dit gebonden aan een concrete situatie. Duurzaam welbevinden is gelinkt aan de persoonlijkheid en gaat over tevredenheid op lange termijn. Welbevinden gaat over de interne hulpbronnen waarop een individu een beroep kan doen voor het behoud en de vrijwaring van de eigen gezondheid.14
Hoe mensen zich voelen heeft een belangrijke invloed op hun lichamelijke gesteldheid. Een goede geestelijke gezondheid is doorslaggevend voor de algemene gezondheid. Geestelijke gezondheidsbevordering is er op gericht mensen en groepen in staat te stellen zelf zorg te dragen voor hun geestelijke welbevinden. Hiervoor richt men zich best zowel op risico- als op beschermende factoren.
1.2.
Situatie ouderen
Uit onderzoek blijkt dat 79% van de 45-54-jarigen zich goed tot zeer goed voelt. Bij de 55-64jarigen is dit 75%. Opmerkelijk is dat bij de 65-plussers dit aantal zakt tot 52%. Met name het subjectief welbevinden daalt sterk bij deze laatste groep. 9% van de ouderen zegt zich regelmatig tot vaak depressief te voelen.15 Geestelijke gezondheidsproblemen en verminderd welbevinden zijn echter geen normaal en onoverkomelijk onderdeel van het verouderingsproces. Integendeel, uit de literatuur blijkt dat het "geluk" gemiddeld toeneemt bij het ouder worden. Met een stijgende leeftijd, staan mensen wel bloot aan een aantal extra risicofactoren die hun welbevinden kunnen beïnvloeden (zoals geconfronteerd worden met verlies, moeten leren omgaan met beperkingen, transportproblemen, behoeften aan meer zorg of ondersteuning, …).
Factoren van invloed op het welbevinden bij ouderen Risicofactoren
Beschermende factoren
Vervreemding van de omgeving
Positief zelfbewustzijn
Armoede
Realistische inschatting van de eigen capaciteiten
Overstap naar residentiële zorg
Sociale ondersteuning en netwerkvorming
Ervaringen van verlies en rouw
Autonomie
14
ENGELS, N., e.a., Representatief onderzoek naar de factoren die het welbevinden van leerlingen in Vlaamse secundaire scholen beïnvloeden., VUB, 2003. 15 STEVENS, V., Paper effectieve methoden voor meer welbevinden bij 55plussers, VIG, s.d. 14
Ziekte
Empowerment Gevoelens van veiligheid Gezonde levensstijl: niet roken, goed gewicht, lichamelijke activiteiten Het hebben van een doel / zinvolle bezigheid
1.3.
Bevorderen van geestelijke gezondheid bij ouderen
Zoals al eerder aangegeven is verminderd welbevinden geen onvermijdelijk en onoverkomelijk onderdeel van het verouderingsproces. Integendeel, gemiddeld verhoogt het welbevinden op latere leeftijd. Het bevorderen van geestelijke gezondheid vertrekt vanuit een positieve insteek. Er zijn dan ook tal van mogelijkheden en strategieën om het welbevinden van ouderen te verbeteren. Hierna worden een aantal voorbeelden gegeven van mogelijke interventies met betrekking tot het bevorderen van de geestelijke gezondheid bij ouderen. Dit is slechts een greep uit het aanbod, in de praktijk worden heel wat initiatieven ontwikkeld.
Soort interventie
Effectiviteit
Voorbeeld
Omschrijving
Meer informatie
Intergenerationele activiteiten
Intergenerationele activiteiten hebben verschillende positieve effecten op de ouderen: ouderen krijgen een zorgzame rol, worden rustiger en oplettender, worden communicatiever, gaan meer deelnemen aan activiteiten en krijgen meer beweging.
"In de pen voor oma"
Een klas (eerste jaren basisschool) adopteert een oudere en schrijft brieven. De oudere bepaalt zelf hoe ver het contact met de kinderen gaat.
FedOS Warmoesstraat 13 1210 Brussel 02/218 27 19
[email protected]
Vrijwilligerswerk verhoogt het psychisch welbevinden bij vrijwilligers. Daarnaast reduceert het depressie bij ouderen die steun van vrijwilligers krijgen.
Vrijwilligerswerk door ouderen
Activiteiten waarbij over de generaties heen contacten worden gelegd, kennis en ervaringen worden uitgewisseld. 16
Zinvolle activiteiten voor ouderen Het is belangrijk dat ouderen een doel of missie hebben. Hierbij is het belangrijk dat de oudere zelf de keuze kan en mag maken en dat rekening gehouden wordt met de eigen behoefte van de oudere aan sociaal contact en de
16
Sociale activiteiten worden positief geassocieerd met succesvol ouder worden en zorgen
www.fedos.be (activiteiten) Meer inspiratie voor dit soort activiteiten: www.wijsheidverjaart niet.be
Seniorenambassadeurs Vrijwilligerswerk
Dit kan gaan van boodschappen doen voor een zieke buur, de kinderen van de buren naar school brengen, zieken bezoeken, administratieve taken vervullen voor verenigingen, etc.
Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk Amerikalei 164 2000 Antwerpen 03/218 59 01
[email protected]
Seniorenambassadeurs zijn opgeleid om groepen senioren laagdrempelige infor-
Steunpunt Vrijwilligerswerk OostVlaanderen PAC Het Zuid
www.vrijwilligerswerk .be
Tal van andere intergenerationele projecten worden beschreven in TELLER, M. & VAN DORSSELAER, I., Met zijn allen, niet alleen – 20 projecten die het isolement van ouderen doorbreken, Koning Boudewijnstichting, 2007. 15
kwaliteit van dit contact.
Activiteiten die fysieke en geestelijke gezondheid samen promoten
voor een goede kwaliteit van leven. 17
Uit onderzoek blijkt dat ouderen die deelnemen aan fysieke activiteiten en lichaamsbeweging hogere scores halen op geluk en onbezorgdheid. Er is ook enige evidentie dat fysieke activiteit het psychisch welbevinden verhoogt. Voor een goede geestelijke gezondheid op latere leeftijd is het belangrijk dat een gezonde levensstijl gepromoot wordt.18
matie te verschaffen aan senioren over vrijwilligerswerk en hen aan te sporen zelf de stap te zetten naar vrijwilligerswerk.
W. Wilsonplein 2 9000 Gent 09/267 75 44
Bewegen voor 50plussers, waarbij de klemtoon meer komt te liggen op het genieten van de activiteit dan op de prestatie. Sportelen is samen van het leven en van sporten genieten. Naast het feit dat sportelen gezond is, wordt ook veel aandacht besteed aan het samen-zijn met anderen.
Bloso Sportpromotie Arenbergstraat 5 1000 Brussel 02/209 45 14
[email protected]
"10 stappen om geestelijk gezond oud te worden en te blijven" (Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie)
10 stappen specifiek toegespitst op ouderen waarbinnen zowel geestelijke als fysieke gezondheid een plaats krijgen (1. Doelen stellen / 2. Bewaar uw gevoel voor humor en wees niet lang boos / 3. Zorg voor voldoende beweging / 4. Zorg voor voldoende slaap / etc.).19
Nederlands kenniscentrum ouderenpsychiatrie info@ ouderenpsychiatrie.nl
Cursus "10 tips voor een goede oude dag" (CGGZ Brussel)
Cursus bestaande uit 10 sessies zowel voor ouderen algemeen als voor ouderen die risico op depressie hebben. In elke sessie wordt stilgestaan bij één van de tips. De cursus is gebaseerd op de 10 tips van het Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie.
CGGZ Brussel Ouderenteam R. Vandendriesschelaan 11 1050 Brussel 02/771 92 03 ouderenteam@ cggz-brussel.be
Workshop rond de 10 stappen van "Fit in je hoofd, goed in je vel" waarbij aan de hand van specifieke voorbeelden ook bij ouderen het belang van
Oost-Vlaamse Logo's Logo Dender
[email protected]
Sportelen (Bloso)
"Fit in je hoofd, goed in je vel voor ouderen" (Oost-Vlaamse Logo's)
17
vrijwilligerswerk@ oost-vlaanderen.be
www.sportelen.be
www.ouderen psychiatrie.nl
www.cggz-brussel.be
Logo Gezond+
[email protected]
STEVENS, V., Paper effectieve methoden voor meer welbevinden bij 55plussers, VIG, s.d. STEVENS, V., Paper effectieve methoden voor meer welbevinden bij 55plussers, VIG, s.d. 19 BUIJSSEN, H., 10 tips om geestelijk gezond oud te worden en te blijven, Nederlands kenniscentrum ouderenpsychiatrie, www.ouderenpsychiatrie.nl. 18
16
Verhogen van het publieke bewustzijn in verband met ouderen en geestelijke gezondheid
Algemene publieksvoorlichting kent wel een groot bereik, maar het (veranderings) effect van dit soort interventies is moeilijk te bepalen. Dit soort interventies richten zich vooral op bewustwording en kennisoverdracht.
"De kunst van het ouder worden" (voorlichtingsfilm Trimbos, 2003).
17
het onderhouden van de geestelijke gezondheid wordt aangekaart.
Logo-Waasland info@ logowaasland.be
Film met als doel ouderen bewust te maken van hun eigen mogelijkheden bij het omgaan met moeilijke gebeurtenissen. De nadruk ligt hierbij op beschermende factoren.
Trimbosinstituut
[email protected]
www.vlasp oostvlaanderen.be
www.trimbos.nl
2. Ouderen en eenzaamheid
2.1.
Wat is eenzaamheid?
Eenzaamheid is een subjectieve waardering en staat voor de negatieve gevoelens die te maken hebben met het gebrek aan sociale contacten. Eenzaamheid staat niet gelijk aan feitelijk alleen zijn, maar ontstaat wanneer er niet tegemoet gekomen wordt aan de individuele behoefte aan sociaal contact. Aanhoudende eenzaamheid kan leiden tot depressie.
2.2.
Situatie ouderen
De meerderheid (63%) van de 55-plussers in Vlaanderen kampt nooit of eerder sporadisch met eenzaamheidsgevoelens. Uit de gezondheidsenquête van 2008 blijkt dat 7,5% van de ouderen ontevreden is over zijn sociale contacten. 47% van de 65-plussers geeft ook aan nooit deel te nemen aan groepsactiviteiten, alleenstaanden blijken hierbij hoger te scoren dan mensen die samenwonen of in een instelling verblijven.20 In Oost-Vlaanderen geeft 81,5% van de ouderen (60+) aan geen of weinig eenzaamheidsgevoelens te ervaren. Daartegenover staat dat 18,5% wel aangeeft met ernstige eenzaamheid te maken te hebben. De oudste categorie scoort het slechtst inzake vereenzaming (minder vlotte contactname met anderen). Een belangrijke invloed gaat –logischerwijs - uit van het al dan niet samenwonen met een ander (gemis van een inwonende partner om dagdagelijks mee te communiceren).21
Factoren van invloed op eenzaamheid bij ouderen Risicofactoren
Beschermende factoren
Verlies van belangrijke relatie(s)
Zelfredzaamheid
Persoonlijkheidskenmerken zoals verlegenheid, weinig sociale vaardigheden
Interactie met anderen / goede sociale contacten / hechte banden met betekenisvolle anderen, positieve interacties en de steun ervan
Lichamelijke of geestelijke achteruitgang
Positieve en altruïstische houding, mogelijkheden tot delen van geluk
Slechte financiële omstandigheden
Weerbaarheid
Slechte woonomstandigheden
Positieve gezondheidsbeleving
Eenzame mensen blijken meer last te hebben van aangetast zelfvertrouwen, pessimisme, depressie, angsten en lichamelijke klachten zoals slapeloosheid, gebrek aan eetlust en overmatig drankgebruik. 20
DEMAREST S. e.a., Gezondheidsenquête België, 2008, Rapport V – de gezondheid van de ouderen, Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance, 2010, Brussel, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. 21 MEYFROODT, F., PYRA, C. & VAN OPSTAL, M., Ouderen in beeld – Oost-Vlaamse ouderencahier, Provincie OostVlaanderen, Directie Welzijn en Gezondheid, 2008. 18
Ook blijkt er een verband te bestaan tussen eenzaamheidsgevoelens en levenstevredenheid. Ouderen die dikwijls eenzaam zijn spreken zich vaker in negatieve zin uit over het leven in het algemeen. Daarnaast bevorderen de aanwezigheid van hechte banden met betekenisvolle anderen, de positieve interacties en de steun ervan de zelfwaardering en het subjectief welbevinden van ouderen.
2.3.
Preventie van eenzaamheid bij ouderen
Om eenzaamheid bij ouderen te voorkomen werden tal van interventies ontwikkeld. Hierna vindt u een overzicht van een aantal interventies, een korte beschrijving en de beschikbare informatie in verband met de effecititeit ervan. De interventies beschreven in het vorige deel (rond welbevinden) kunnen eveneens een preventief effect hebben op eenzaamheidsproblemen (bv. deelname aan zinvolle activiteiten, vrijwilligerswerk, etc.). De hierna beschreven interventies richten zich specifiek op eenzame ouderen of op ouderen met een verhoogd risico op eenzaamheid.
Soort interventie
Effeciviteit
Voorbeeld
Omschrijving
Meer informatie
Selectieve preventie: versterken sociaal netwerk
Acties die zich richen op het versterken van het sociaal netwerk of opbouwen van vriendschapsbanden hebben een positieve invloed op het mentaal welbevinden van ouderen.
"Telefooncirkel"
Vrijwilliger belt een oudere, die op zijn beurt weer iemand belt tot het einde van de ketting weer bij de vrijwilliger terecht komt.
Verschillende steden, gemeenten, lokale dienstencentra, OCMW's, … bieden dit soort dienst aan.
"Telefoonster"
Elke dag belt een vrijwilliger de ouderen die aangesloten zijn bij de telefoonster.
Acties die zich richen op het versterken van het sociaal netwerk of opbouwen van vriendschapsbanden hebben een positieve invloed op het mentaal welbevinden van ouderen.
"Kontaktbejaarden"
Vrijwilligers doen aan individueel huisbezoek. Doelgroep is de groeiende groep vereenzaamde bejaarden. Naast de individuele bezoeken organiseert men ook soms groepsactiviteiten.
Kontakt-Bejaarden Prinsenhof 56 9000 Gent 09/224 07 97 kontakt.bejaarden@ artevelde.be
Getrainde vrijwilligers bezoeken ouderen die het niet meer goed redden. Doel is het bieden van praktische hulp, socio-emotionele steun en activeren van de ouderen.
Movisie
[email protected]
Selectieve preventie: versterken sociaal netwerk
Dit soort bezoek blijkt effect te hebben op de klachten van de ouderen. Vooral bij Marokkaanse oudere vrouwen werd een gunstig effect vastgesteld.
"Activerend huisbezoek"
19
www.kontakt bejaarden.be Ook andere organisaties bieden gelijkaardige diensten aan.
www.movisie.nl
3. Depressie bij ouderen
3.1.
Wat is depressie?
Iedereen is wel eens somber of treurig. Meestal trekt zo'n sombere bui vanzelf weg. Maar er zijn ook mensen bij wie deze stemming blijft aanhouden. Ze hebben nergens meer zin in of belangstelling voor. Hun hele bestaan wordt beheerst door somberheid. Mensen die weken- of maandenlang last hebben van dit soort stemming kunnen aan een depressie lijden.
Depressie is een psychiatrische stoornis, niet te verwarren met een dip. Om over een depressie te kunnen spreken, moet deze voldoen aan een aantal kenmerken, zoals omschreven in de DSM-IV (diagnostic and statistical manual of mental disorders).
In de DSM worden drie soorten depressie onderscheiden22,23: -
Depressieve stoornis, eenmalige episode: de persoon maakt een eenmalige depressieve episode door, waarbij in twee opeenvolgende weken minstens 5 van de onderstaande symptomen heeft, waaronder in elk geval één van de eerste 2. De symptomen moeten ook op een verandering wijzen ten opzichte van het eerdere functioneren:
Depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag;
Duidelijke vermindering van interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag;
Duidelijke gewichtsvermindering (zonder dieet) of gewichtstoename, of bijna elke dag verminderde of toegenomen eetlust;
Slapeloosheid of overdreven slapen, bijna elke dag;
Psychomotorische agitatie of remming, bijna elke dag (rusteloosheid of vertraagdheid);
Moeheid of verlies van energie, bijna elke dag;
Gevoelens (die het karakter van een waan kunnen hebben) van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens (niet alleen maar zelfverwijten of schuldgevoel over ziek zijn), bijna elke dag;
Verminderd vermogen tot nadenken of concentratie of besluiteloosheid, bijna elke dag;
Terugkerende gedachten aan de dood (niet alleen angst om dood te gaan), terugkerende zelfdodingsgedachten zonder dat er specifieke plannen zijn gemaakt, of een zelfdodingspoging of een specifiek plan om zichzelf te doden.
Deze symptomen moeten in belangrijke mate lijden of beperkingen in het sociale of beroepsmatig functioneren tot gevolg hebben. Ze mogen niet het gevolg zijn van de directe effecten van een middel (drugs, geneesmiddel) of van een lichamelijke aandoening (vb. gestoorde werking van de schildklier). Ze mogen ook niet toe te schrijven zijn aan een normaal rouwproces (rouw als een normale reactie op het 22
AMERICAN PSYCHIATRIC ASSOCIATION, Beknopte handleiding bij de Diagnostische Criteria van de DSM-IV, Swets & Zeitlinger bv., 1995. 23 VIGeZ, Fit in je hoofd, goed in je vel: een depressie, wat is het?, http://www.fitinjehoofd.be/defaultSubsite.aspx? id=13628, 2008. 20
verlies van een geliefde persoon). -
Depressieve stoornis, recidiverend: twee of meer depressieve episodes.
-
Dysthyme stoornis: de persoon heeft een depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet, en dit gedurende ten minste 2 jaar. Tijdens de depressieve stemming moeten minstens twee van de volgende symptomen voorkomen:
Slechte eetlust of te veel eten
Slapeloosheid of te veel slapen
Weinig energie of moeheid
Gering gevoel van eigenwaarde
Slechte concentratie of moeilijkheden om tot een besluit te komen
Gevoelens van hopeloosheid
Gedurende de periode van 2 jaar is de persoon in kwestie nooit langer dan twee maanden achtereen zonder deze symptomen geweest. Depressie bij ouderen is moeilijk te herkennen. Ouderen met een depressie hebben niet zozeer last van extreme somberheid. Hun stemming is eerder mat, gelaten en lusteloos. Als ze in gezelschap zijn, voelen ze zich vaak beter, waardoor hun vlakke stemming niet herkend wordt. Ouderen praten niet zo snel over hun gevoelens en zijn nog minder dan jongeren geneigd om hulp te zoeken bij dit soort problemen. Ze vertalen dit soort klachten bovendien sneller naar lichamelijke klachten of ze zien dit als een onlosmakelijk aspect van het ouderwordingsproces. Daarnaast wordt depressie bij ouderen vaak verward met (beginnende) dementie. Tijdens het begin van Azheimerdementie is men ook vaak depressief, depressieve ouderen hebben dan weer vaak last van een cognitieve achteruitgang.
3.2.
Situatie ouderen
In Vlaanderen zou 15-30% van de ouderen last hebben van depressieve symptomen, 5% van de ouderen zou lijden aan een ernstige depressie. Bij de rusthuisbewoners zou dit aantal nog hoger liggen: 21% heeft last van depressieve symptomen, 10% maakt een ernstige depressie door. Ook zou 50% van de dementerenden depressieve symptomen vertonen, 15-20% van de Alzheimerpatiënten maakt een ernstige depressie door.24 Leeftijd op zich zou geen verhoogd risico op depressie met zich meebrengen. Ouderen worden wel, meer dan anderen, geconfronteerd met gebeurtenissen die aan de oorsprong kunnen liggen van een depressie (bv. verliessituaties, …).
24
VAN BRAECKEL, L., Uitkijken voor de zwarte wolk – depressie bij ouderen is moeilijk te herkennen, Weliswaar, junijuli 2005. 21
Factoren van invloed op depressie bij ouderen Risicofactoren
Beschermende factoren
Eenzaamheid
Goede sociale contacten / uitgebouwd netwerk
(Chronische) ziekte (verlies van mogelijkheden en verandering van levensperspectief)
Gezonde leefstijl: gezonde voeding, voldoende slaap, matig zijn met alcohol en koffie, etc.
Verdrietige of schokkende gebeurtenissen: overlijden van een partner, familielid of vriend(in)
Voldoende lichaamsbeweging
Lichamelijke gezondheidsproblemen
Persoonlijke vaardigheden zoals het vermogen om problemen op te lossen, verdriet te verwerken en steun te vragen
Plotse veranderingen in de sociale omgeving
Sociale participatie
Verslechtering van de sociaal-economische situatie van de oudere
3.3.
Preventie van depressie bij ouderen
Depressie bij ouderen komt relatief frequent voor (zie hoger). Hierbij komt nog dat depressie bij ouderen vaak niet als dusdanig herkend wordt, en dat ouderen minder snel geneigd zijn om hulp te zoeken bij psychische problemen. Toch zijn er verschillende preventieve interventies die hun effectiviteit naar ouderen toe bewezen hebben. In onderstaand overzicht vindt u een aantal interventies, een korte omschrijving van deze interventie en een indicatie van de effectiviteit ervan.
Soort interventie
Effectiviteit
Voorbeeld
Omschrijving
Meer informatie
Universele preventie: voorlichting door middel van brochures, films, … waarbij de focus op de beschermende factoren ligt
Algemene publieksvoorlichting zoals brochures kennen wel een groot bereik, maar de preventieve effecten ervan zijn moeilijk te bepalen.
"Depressie bij ouderen" (Fonds psychische gezondheid / VVGG)
Folders met informatie over depressie specifiek bij ouderen.
Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid (VVGG) Tenderstraat 14 9000 Gent 09/221 44 34
[email protected]
Universele preventie: bevorderen van
Uit de procesevaluatie in Nederland blijkt dat deze
Brochures richten zich vooral op kennisoverdracht en bewustwording. Ze zorgen niet voor een verandering in het gedrag.
www.vvgg.be (publieksbrochures)
"Huiskamerbijeenkomsten geestelijke gezondheid en
22
Nederlandse preventiemethode die zich specifiek naar alloch-
Trimbosinstituut
[email protected]
hulpzoekend gedrag en het geven van voorlichting over behandelmogelijkheden
methodiek de beoogde doelgroep bereikt en dat vrouwen gestimuleerd worden ervaringen uit te wisselen over psychische klachten en oplossingen.
ouder worden" (Trimbos)
tone vrouwen richt. Tijdens de huiskamerbijeenkomsten krijgen de vrouwen informatie en worden ze gestimuleerd tot het uitwisselen van ervaringen in een veilige omgeving (thuis bij een gastvrouw). Er wordt gewerkt met 2 of 3 opeenvolgende sessies van 2 uur.
www.trimbos.nl
Selectieve preventie: gericht op groepen die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van geestelijke gezondsheidsproblemen (weduwen/-naars, ouderen met chronische ziekte, etc.)
Effecten: verbetering sociale vaardigheden, meer zin om plannen te maken voor de toekomst, minder dan voorheen een beroep doen op hulpverleners. In het algemeen is er ook sprake van toegenomen welbevinden en reductie van depressieve klachten.
Cursus voor weduwen "Verlies en dan verder" (RIAGG Nederland)
Cursus richt zich op oudere vrouwen (60 – 70 jaar) die minstens een jaar weduwe zijn. Preventieve interventies gericht op sociale vaardigheden, probleemoplossend vermogen, sociaal isolement en sociale steun.
Cursus wordt door verschillende ggzinstellingen in Nederland georganiseerd.
Cursus voor weduwen "Verder na verlies" (CGGZ Brussel)
Cursus voor weduwen en weduwnaars van 55+, waarbij 2wekelijks samengekomen wordt. Er wordt gewerkt en uitgewisseld rond verschillende thema's.
CGGZ Brussel Ouderenteam R. Vandendriesschelaan 11 1150 Brussel 02/771 92 03 verdernaverlies@ cggz-brussel.be
Geïndiceerde preventie: interventies die zich richten op het opsporen van depressieve klachten en het vroegtijdig helpen van ouderen met deze klachten
www.cggz-brussel.be
Uit onderzoek blijkt dat bij de bewoners van de verzorgingstehuizen waar het programma werd toegepast de depressieve klachten iets verminderd zijn, in de controlehuizen namen de klachten iets toe. Dit verschil is significant. Ook de zelfwaardering van de ouderen verbetert. Er zijn geen effecten op tevredenheid en welbevinden aangetoond.
"Preventie van depressie bij bewoners van rusten verzorgingstehuizen" (Trimbos)
Preventieprogramma met als doel het voorkomen of verminderen van depressieve klachten bij bewoners en aspirant-bewoners. Hiervoor worden verschillende risicofactoren door meerdere interventies beïnvloed: het competenter maken van de verzorgende, cursus voor de bewoners om het zelfbeeld te verbeteren, voorlichting van de familie.
Trimbosinstituut
[email protected]
Deze cursus is bewezen-effectief in het reduceren van de risicostatus.
"In de put, uit de put" (Trimbos)
Cursus voor 55-plussers met licht-depressieve klachten. (6 sessies van 2 uur) Doel is het vergroten van het inzicht in de depressieve klachten het aanleren van vaardigheden om de neerwaartse spiraal te doorbreken.
Trimbosinstituut
[email protected]
23
www.trimbos.nl
www.trimbos.nl
Niet-gerandomiseerde studie liet zien dat deelnemers meer greep hebben op hun leven, minder depressieve klachten hebben en meer tevreden zijn over hun leven.
"Op zoek naar zin" (Trimbos)
Groepscursus voor mensen vanaf 55 jaar met depressieve klachten die bezig zijn met vragen over zingeving. Aan de hand van het eigen levensverhaal wordt geprobeerd de depressieve klachten te verminderen
Trimbosinstituut
[email protected] www.trimbos.nl
Deze cursus wordt ook gegeven door het Ouderenteam van CGGZ Brussel R. Vandendriesschelaan 11 1050 Brussel 02/771 92 03 ouderenteam@ cggz-brussel.be www.cggz-brussel.be
Geïndiceerde preventie: screening en deskundigheidsbevordering
Ouderen zijn minder geneigd om hulp te zoeken bij psychische problemen. Daarom is het belangrijk om ouderen met depressieve klachten en stoornissen zo vroeg mogelijk te identificeren en het zoeken van hulp te stimuleren. Dit kan door middel van voorlichting, cursussen, screening en deskundigheidsbevordering van hulpverleners buiten de GGZ die in hun werk te maken kunnen hebben met ouderen met depressieve klachten.
Vormingen "ouderen en depressie"
24
Vormingen voor eerstelijnsprofessionals waarbij stilgestaan wordt bij de signalen van depressie bij ouderen en hoe hiermee om te gaan.
Verschillende organisaties bieden dit soort trainingen aan. Er zijn echter grote verschillen wat betreft kwaliteit en / of kostprijs.
4. Zelfdoding bij ouderen
4.1.
Wat is zelfdoding?
Suïcide of zelfdoding is "een gewilde, aan zichzelf toegebrachte handeling die tot de dood heeft geleid. Hierbij geldt dat er minstens enige aanwijzing (bijvoorbeeld in de vorm van een afscheidsbrief) moet bestaan dat de betrokkene ook daadwerkelijk de fatale afloop wenste".25 Poging tot zelfdoding is "een handeling met niet-fatale afloop, waarbij een individu opzettelijk en weloverwogen een ongewoon gedrag stelt of initieert, dat zonder de interventie van anderen zal leiden tot zelfdoding, of waarbij een individu opzettelijk een stof inneemt in een grotere dan de voorgeschreven of algemeen aanvaarde dosis met de bedoeling verlangde verandering te bewerkstelligen".26 Depressie speelt vaak een cruciale rol in het suïcidale proces van ouderen. 10 à 15% van de patiënten met depressie pleegt zelfmoord, het risico op zelfmoord bij depressieven is 30 keer groter dan bij niet-depressieven. Daarnaast brengt ook sociale isolatie een grote kwetsbaarheid voor depressie en zelfdoding met zich mee.
4.2.
Zelfdoding en suïcidaal gedrag bij ouderen
Figuur: Leeftijdsspecifieke sterftecijfers voor suïcide (per 100.000 inwoners) voor mannen en vrouwen, Vlaams Gewest, 2008 (Bron: http://www.zorg-engezondheid.be/Cijfers/ Sterftecijfers/Cijfers-oorzakenvan-sterfte/Zelfdoding-perleeftijd).
25 26
VAN HEERINGEN, C., Handboek suïcidaal gedrag, De Tijdstroom Utrecht, 2007. PORTZKY, G. & VAN HEERINGEN, C., Het stillen van de pijn – over de preventie van suïcide, Kluwer, 2002. 25
Oudere volwassenen (vooral mannen) plegen vaker zelfmoord dan andere leeftijdsgroepen. Deze daad is vaak minder impulsief, en wordt minder vaak vooraf gegaan door een of meerdere pogingen. Deze factoren zorgen er mee voor dat deze groep minder vaak te redden is. Eén of meerdere suïcidepogingen zijn bij de jongere leeftijdsgroepen de belangrijkste risicofactor voor nieuw suïcidaal gedrag. Bij ouderen wordt een fatale suïcide minder vaak vooraf gegaan door een poging. Dit heeft belangrijke implicaties naar preventie.
Factoren van invloed op zelfdoding bij ouderen Risicofactoren
Beschermende factoren
Isolement
Goede sociale relaties / sociaal netwerk / "verbondenheid"
Verlies (bv. financieel verlies, scheiding, verminderde fysieke gezondheid, overlijden van partner, autonomie)27
Beschikken over voldoende sociale vaardigheden en zelfvertrouwen
Fysieke ziekte
Hulp zoeken bij moeilijkheden
Psychische ziekte28
Geloven dat het leven de moeite waard is en betekenisvol
Vroeger suïcidaal gedrag
Kennis over de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg
70% van de ouderen die suïcide plegen, hadden in de maand voor hun dood nog contact met een hulpverlener, 20% de dag zelf, 40% in de week voor hun dood.
4.3.
Preventie van suïcide bij ouderen
Net zoals bij alle andere leeftijdsgroepen wordt suïcide steeds bepaald door een complex geheel aan factoren. Preventie vereist dan ook een multidimensionele benadering, waarbij de verschillende preventieniveaus ingevuld worden. De preventieve interventies die in de vorige hoofdstukken omschreven werden, kunnen hierbij al een groot stuk van deze verschillende niveaus vorm geven. 27
Verlies komt vaak voor en is in zekere zin "normaal" op middelbare leeftijd, maar vooral de frequentie en de timing van de verlieservaringen onderscheiden een suïcidale van niet-suïcidale reactie op dit verlies. Essentieel hierbij is de (on)mogelijkheid om rouw te beleven of het verlies te kunnen verwerken vooraleer geconfronteerd te worden met een nieuw verlies. Ouderen krijgen vaker te maken met opeenvolgende verlieservaringen die kunnen leiden tot isolatie door het gebrek aan sociale vaardigheden bij ouderen om zich terug te integreren in de samenleving. Uit onderzoek blijkt dat 13 – 44% van de suïcidepogingen bij ouderen geassocieerd kunnen worden met het verlies van een partner. Suïcidaal gedrag (suïcidepogingen of het hebben van suïcidegedachten) wordt dan weer geassocieerd met pensionering en het verlies van autonomie. Ouderen in rusthuizen blijken tenslotte minder suïcidepogingen te doen, maar bij hen worden wel hoge levels van suïcidale ideatie27 vastgesteld.
28
Wat betreft psychische ziekte hebben bijna alle psychische ziektebeelden een verhoogd risico op suïcide. Naargelang de leeftijd zijn het andere ziektebeelden die het vaakst voorkomen in associatie met suïcide. Voor ouderen gaat het vooral om stemmingsstoornissen. Van de ouderen die een suïcidepoging deden, bleek uit onderzoek slechts 0 – 13% geen psychiatrische diagnose te hebben. Suïcidaal gedrag onder ouderen met een goede geestelijke gezondheid komt zelden voor.
26
De belangrijkste risicofactor op suïcidaal gedrag bij "jongere" leeftijdsgroepen is het voorkomen van eerdere suïcidepogingen. Ook bij ouderen is een vroegere suïcidepoging een belangrijke risicofactor, maar ouderen hebben minder dan jongeren een voorgeschiedenis van suïcidepogingen. Daar komt nog bij dat ouderen het hoogst scoren wat betreft suïcidale intentie29. De suïcidale daden die door ouderen gesteld worden zijn minder impulsief, er worden meer gewelddadige methoden gebruikt en er zijn bijgevolg minder mogelijkheden om gered te worden. Bovendien praten ouderen, nog minder dan andere doelgroepen, over hun suïcidale intenties en zijn ze minder geneigd tot het zoeken van hulp. Factoren zoals sociaal isolement of het ontbreken van sociale steun kunnen dit nog versterken. Het is dan ook fundamenteel om de suïcidale intentie bij ouderen te identificeren.
Soort interventie
Effectiviteit
Voorbeeld
Omschrijving
Meer informatie
Geïndiceerde preventie: deskundigheidsbevordering sleutelfiguren
Ouderen zijn minder geneigd om hulp te zoeken bij psychische problemen. Zelfdoding bij ouderen is vaak minder impulsief dan bij andere leeftijdsgroepen. Daarnaast is de methode vaak gewelddadiger. Het is dan ook belangrijk suïcidale ouderen tijdig te identificeren. Dit kan door middel van voorlichting, cursussen, screening en deskundigheidsbevordering van hulpverleners buiten de GGZ.
"Deskundigheidsbevordering professionelen ouderen- en thuiszorg" (CGG suïcidepreventiewerking)
Sleutelfiguren uit de ouderen- en thuiszorg worden gevormd in het herkennen van signalen van suïcidaliteit bij ouderen, en hoe hier gepast op te reageren.
CGG Eclips Eveline Indemans en Ilse Conserriere 09/233 58 58 e.indemans@ cggeclips.be
29
CGG Zuid-OostVlaanderen Sofie Wybo en Nele Van Daele 0473/54 67 89 suicidepreventie@ zov.be www.vlaspoost vlaanderen.be www.suicidepreventie vlaanderen.be
Suïcidale intentie is de wens of het verlangen om te sterven; de mate waarin de patiënt leek te willen sterven. 27
Contactgegevens Suïcidepreventiewerking van de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Regio Gent – Eeklo – Deinze
Suïcidepreventiewerkers
CGG Regio Groot Gent Eclips Elyzeese Velden 74 9000 Gent
Ilse Conserriere & Eveline Indemans 09 / 233 58 58
[email protected]
Regio Zuid-Oost-Vlaanderen – Dender – Waasland
Suïcidepreventiewerkers
CGG Zuid-Oost-Vlaanderen Abdijstraat 22 9400 Ninove
Sofie Wybo en Nele Vandaele 078 / 15 55 70 0473 / 54 67 89
[email protected]
Oost-Vlaamse Logo's (Lokaal Gezondheidsoverleg)
Logo Dender
Contactpersoon geestelijke gezondheid
Korte Nieuwstraat 12 9300 Aalst www.logodender.be
Sophie Goetghebuer, coördinator 053 / 41 75 58
[email protected]
Logo Gezond+
Contactpersoon geestelijke gezondheid
Baudelokaai 8 9000 Gent www.logogezondplus.be
Werner De Wael 09 / 235 74 20
[email protected]
Logo-Waasland
Contactpersoon geestelijke gezondheid
Onze-Lieve-Vrouwstraat 26 9100 Sint-Niklaas www.logowaasland.be
Katia De Busscher, coördinator 03 / 766 87 78
[email protected]
Provinciale medewerker
Projectmedewerker locoregionale uitvoering Vlaams actieplan suïcidepreventie Oost-Vlaanderen P/a PopovGGZ Drongenplein 26 9031 Drongen
Kirsten Pauwels 09 / 216 74 71
[email protected]
www.vlaspoostvlaanderen.be
28
Referenties BAERT, H. e.a., Cursus 10 tips voor een goede oude dag, Ouderenteam CGGZ Brussel, s.d. BOHLMEIJER, E. e.a., Preventie van depressie bij ouderen; introductie en onderbouwing, Trimbos-instituut, 2005. BOLLEN, J. e.a., Depressie en ouder worden, Belgische Liga van de Depressie, 2006. BUIJSSEN, H., 10 tips om geestelijk gezond oud te worden en te blijven, Nederlands kenniscentrum ouderenpsychiatrie, www.ouderenpsychiatrie.nl. CUIJPER, P. & WILLEMSE, G., Preventie van depressie bij ouderen. Een overzicht van interventies, Trimbos, 2005. DE LEO, D., e.a., Ageing and suicide, Australian institute for suicide research and prevention, 2001. DEMAREST, S. e.a., Gezondheidsenquête België 2008, Rapport V – de gezondheid van de ouderen, Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance, Brussel, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, 2010. FOKKEMA, T. & VAN TILBURG, T., Eenzaam en dan? De (on)mogelijkheden van interventies bij ouderen, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, 2005. HERRMANN, H., SAXENA, S. & MOODIE, R. (eds.), Promoting mental health: concepts – emerging evidence – practice, WHO, 2005. KERKHOF, A. & VAN LUYN, B. (red.), Suïcidepreventie in de praktijk, Bohn Stafleu van Loghum, 2010. LEE, M., Promoting mental health and well-being in later life. A first report from the UK inquiry into mental health and well-being in later life, Age Concern England, 2006. LIS, K., e.a. (eds.), Evidence-based guidelines on health promotion for older people, Health Pro Elderly, 2008. MEYFROODT, F., PYRA, C. & VAN OPSTAL, M., Ouderen in beeld – Oost-Vlaamse ouderencahier, Provincie Oost-Vlaanderen, Directie Welzijn en Gezondheid, 2008. NFGV, Depressie bij ouderen, als grijstinten de oude dag beheersen, Utrecht, 2004. NFGV, Depressie bij ouderen: als grijstinten de oude dag beheersen, 2004. NFGV, Depressie, meer dan zomaar een dip, Utrecht, 2001. PORTZKY, G. & VAN HEERINGEN, K., Het stillen van de pijn – over de preventie van suïcide, Kluwer, 2002. ROELANDTS, M. & LEDEWYN, C., De beleving van eenzaamheid door de oudere en zijn omgeving, 2006.
29
STEVENS, V., Paper effectieve methoden voor meer welbevinden bij 55plussers, VIG, s.d.
TELLER, M. & VAN DORSSELAER, I., Met zijn allen, niet alleen – 20 projecten die het isolement van ouderen doorbreken, Koning Boudewijnstichting, 2007. VAN BRAECKEL, L., Uitkijken voor de zwarte wolk – depressie bij ouderen is moeilijk te herkennen, Weliswaar, juni-juli 2005. VAN DEN BROUCKE, S. (red), e.a., Geestelijke gezondheid en preventie – bouwstenen voor beleid en praktijk, Wolters Kluwer Belgium, 2008. VAN HEERINGEN, C., Handboek suïcidaal gedrag, De Tijdstroom Utrecht, 2007. VAN HECKE, M. (red.), Verslagboek: gezondheidsconferentie – preventie van depressie en zelfmoord, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2002. VANDEN BOER, L. & PAUWELS, K., Eenzame ouderen: mythe of realiteit?, www.cbgs.be, bijdragen onderzoek, 2005. VANLAERE, L., De zin van zomaar zijn. Preventie van zelfdoding bij ouderen, Rondom gezin, nr. 3, 2007. VANLAERE, L., Zelfdoding bij ouderen: nood aan een zorgethisch perspectief, Ethische perspectieven, nr. 14, 2004. VLAAMSE OUDERENRAAD – OOK vzw, Beeldvorming over ouderen, www.vlaams-ook.be, s.d. WALBURG, J.A., Mentaal vermogen – investeren in geluk, Nieuw Amsterdam, 2008. www.eenheidvoorzelfmoordonderzoek.be www.lsp-preventie.nl www.wijsheidverjaartniet.be www.zelfmoordpreventie.be www.zorg-en-gezondheid.be
30