Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Deelgemeente Overschie
Speciale Taken en Projecten/ Team Onderzoek, januari 2009 Claudia de Graauw (projectleider) Marco Roobol
Copyright 2009 Onderzoek
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 3 1
Inleiding........................................................................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
2
Publieke en sociale context .......................................................................................................... 9 2.1 2.2 2.3
3
Doel ............................................................................................................................................ 4 Methode...................................................................................................................................... 4 Gebiedsgericht werken............................................................................................................... 4 Speerpunten deelgemeente Overschie...................................................................................... 5 Samenvatting en aanbevelingen ................................................................................................ 5 Leeswijzer................................................................................................................................... 6
De identiteit................................................................................................................................. 9 Sociale index .............................................................................................................................. 9 Het sociale netwerk .................................................................................................................. 11
Vrijetijdsbesteding ....................................................................................................................... 12 3.1 3.2 3.3
Tijdsbesteding .......................................................................................................................... 12 Sport ......................................................................................................................................... 12 Recreatie en cultuur ................................................................................................................. 12
4
Persoonsgebonden kenmerken.................................................................................................. 15
5
Het vrijetijdsaanbod ..................................................................................................................... 17 5.1 5.2 5.3
6
Sport ......................................................................................................................................... 17 Natuur en Milieu ....................................................................................................................... 18 Wijkrecreatie............................................................................................................................. 18
Huidig beleid ................................................................................................................................. 20 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
De wijken .................................................................................................................................. 20 Deelgemeentelijke actiepunten ................................................................................................ 21 Het Rotterdamse stedelijke beleid van Sport en Recreatie...................................................... 22 Trends in vrijetijdsbesteding ..................................................................................................... 22 Toekomstige ontwikkelingen .................................................................................................... 23
1
Inleiding
Sport en Recreatie heeft in veel deelgemeenten een groot aandeel in de tijdsbesteding van Rotterdammers. Alle voorzieningen gezamenlijk ontvangen per jaar ca. 9 miljoen bezoeken. Die bezoeken worden voor het merendeel gebracht in de vrije tijd om zich te ontspannen of juist in te spannen, om er wijzer van te worden of voor de gezelligheid, om mensen te ontmoeten en plezierige dingen te doen. Hoewel er een grote diversiteit is in de voorzieningen van SenR, hebben ze allemaal gemeenschappelijk dat men er uit vrije wil naar toe gaat. De missie van SenR is “Het bieden van mogelijkheden voor sportieve en recreatieve vrijetijdsbesteding aan de burgers van Rotterdam en daarmee bij te dragen aan de sociale samenhang en leefbaarheid van de stad met als resultaat: Rotterdam attractieve stad!“ Uit vrijetijdsonderzoek blijkt echter ook dat die vrijetijdsbesteding niet voor iedereen hetzelfde is. Steeds weer blijkt dat er bepaalde groepen zijn, die veel verschillende activiteiten in hun - soms beperkte - vrije tijd doen en anderzijds groepen, die in hun ruime vrije tijd een beperkt activiteitenpatroon hebben. Ook zijn er grote verschillen in het type activiteiten per groep mensen. Om goed aan de wensen van de inwoners tegemoet te komen is het dus erg belangrijk te weten hoe mensen zich in hun vrije tijd gedragen.
1.1
Doel
Deze gebiedsanalyse dient als basis voor de begroting van 2010. Daarnaast geeft zij input allerlei beleidsdocumenten zoals de Notities van Uitgangspunten van de deelgemeente, WAPSen en IWAP, maar ook aan het overleg met de deelgemeente over de (beleids)opdrachten 2010. De gebiedsanalyse van Overschie geeft de deelgemeente informatie en advies over het vrijetijdsbeleid. Daarvoor wordt nagegaan welke factoren het uitvoeren van de SenR missie op het niveau van de deelgemeente belemmeren of vereenvoudigen.
1.2
Methode
De basis voor de gebiedsanalyse zijn gegevens over de gebieden die zijn verzameld vanuit diverse beschikbare bronnen. Dit zijn over het algemeen publiek beschikbare statistische gegevens (bijvoorbeeld over de bevolkingssamenstelling). Daarnaast zijn analyses gemaakt op bestaande bestanden (bijvoorbeeld het bestand van de vrijetijdsomnibus). Ten slotte is gebruik gemaakt van kennis over het gebied vanuit de organisatie om de gevonden gegevens te interpreteren en te verklaren. De nadruk in deze analyse ligt dus op beschikbare informatie. Voor het hoofdstuk over het vrijetijdsaanbod betekent dit dat hoofdzakelijk het Sport en Recreatie-aanbod is meegenomen. Een systematische analyse van het overige aanbod ligt niet binnen de scope van de gebiedsanalyses. Bij de interpretatie van de gegevens over het aanbod is wel gebruik gemaakt van kennis over eventuele andere aanbieders die beschikbaar is bij medewerkers die actief zijn in het gebied. In deze gebiedsanalyse worden gegevens over een gebied of de deelgemeente waar mogelijk vergeleken met het Rotterdamse gemiddelde. Bij een sterke afwijking van dit gemiddelde wordt hier melding van gemaakt en wordt eventueel een verklaring gezocht. Het doel van deze methode is om aan te tonen wat deze deelgemeente of dit gebied bijzonder maakt binnen Rotterdam. Streven naar het Rotterdamse gemiddelde is niet altijd een aan te bevelen beleidsdoel. Dat is dan ook niet de suggestie die deze analyse wil wekken. Dit gemiddelde kan bijvoorbeeld sterk afwijken van het landelijke gemiddelde. Daarnaast kan de deelgemeente als doel hebben bovengemiddeld of zo hoog mogelijk te scoren.
1.3
Gebiedsgericht werken
Het college heeft de wens gebiedsgericht te willen werken. Dit om gerichter op de vraag van de Rotterdammers in te gaan: Vraaggericht werken. Alle gemeentelijke diensten maken de omslag naar gebiedsgericht werken om zo beter in te kunnen gaan op de vraag vanuit de burgers en vanuit de deelgemeente. 4 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
In deze analyse wordt daarom zoveel mogelijk ingegaan op de twee wijken die de deelgemeente Overschie kent, namelijk Kleinpolder en Overschie.
1.4
Speerpunten deelgemeente Overschie
Het bestuur van Overschie wil de deelgemeente maken tot een ‘een bruisende voorstad’ met behoud van het dorpse karakter, dat houd in dat gewerkt moet worden aan een aantrekkelijke woon-, opgroeien werkomgeving. Ook moet gewerkt worden aan de fysieke uitstraling van de deelgemeente en de aantrekkelijkheid voor zowel eigen inwoners als toeristen en dagjesmensen. De deelgemeente heeft de weg naar gebiedsgericht werken ingezet. Het bestuur van Overschie wil de inwoners betrekken bij de deelgemeente. Om dit te verwezenlijken heeft de deelgemeente als speerpunt gesteld dat het bestuur bereikbaar moet zijn. Het bestuur wil de deelgemeente effectief besturen en wil inwoners betrekken bij de deelgemeente. Het bestuur van Overschie wil jeugd stimuleren om te gaan sporten door het verenigingsleven te versterken. Ook moet een aantrekkelijk huisvestingsplan voor sport- en verenigingsactiviteiten opgesteld worden.
1.5
Samenvatting en aanbevelingen
De bevolking van Overschie kenmerkt zich door een hoog percentage bewoners in de leeftijd 35-60 jaar, een groot scala aan inkomens en veel allochtonen. Verwacht wordt dat de komende jaren door de bouw van de nieuwe wijk Zestienhoven de bevolkingsomvang zal toenemen met 14%. Uit de sociale index komt naar voren dat in de hele deelgemeente een tekort is aan fysieke voorzieningen. Groene voorzieningen voor recreatie en openbaar gebruik, plekken voor jongeren, ouderenvoorzieningen en buitenruimten als speelplaatsen en pleinen worden door de bevolking inadequaat gevonden. Kleinpolder scoort een 5,8 op de sociale index. Dit is dezelfde score als de gemeente Rotterdam. Met deze score wordt Kleinpolder gezien als kwetsbaar. De capaciteiten (met name goede gezondheid en voldoende taalbeheersing) worden gezien als een probleem. De waardering van en deelname aan cultuur is in deze wijk relatief laag. Dit geldt ook voor de waardering van en deelname aan sport. (NB gegevens uit VTO 2007, voor de invoering van gratis sporten) De wijk Overschie doet het een stuk beter op de sociale index dan Kleinpolder. De wijk Overschie scoort een 6,7 (sociaal voldoende) op de sociale index. Als kwetsbare aspecten worden de aanwezigheid van opleiding, werk & school en adequate voorzieningen gezien. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft per deelgemeente een target vastgesteld voor het aantal inwoners dat minimaal 1 keer per maand sport. In 2007 moest in Overschie 51% van de inwoners minimaal één keer per maand sporten. Overschie heeft met 52% van de inwoners die minimaal één keer sporten per maand aan deze target voldaan. In 2007 was echter de sport frequentie van de sporters afgenomen. Deze cijfers worden dit jaar waarschijnlijk sterk beïnvloed door de gratis sportmogelijkheden die in de deelgemeente worden aangeboden. Aan het vrijetijdsgedrag van de bewoners van Overschie valt verder op dat ze weinig naar een wijkgebouw, een speeltuin of een kinderboerderij gaan. Wel worden landschappen, concerten, festivals en evenementen relatief vaak bezocht. Het aanbod van Sport en Recreatie producten in Overschie kenmerkt zich door een groot aantal sportstimuleringsactiviteiten en door de afwezigheid van een kinderboerderij en een sporthal. Verder hebben de afgelopen tijd volkstuinen en sportvelden plaats moeten maken voor nieuwbouw.
1.5.1
Aantrekkingskracht
Sport en Recreatie-producten maken een wijk aantrekkelijk om te wonen. Bij nieuwbouw moet dus gedacht worden aan ruimte voor sport, natuur en milieu en cultuur. De focus in de deelgemeente ligt 5 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
nu erg op sport, maar in een deelgemeente waar milieu-aspecten van groot belang zijn is een natuuren milieuaanbod net zo belangrijk. Dit geldt voor fysieke accommodaties, maar ook voor de buitenruimte. Plekken voor sport spel en ontmoeting dragen bij aan de aantrekkingskracht van een wijk en aan sociale aspecten in de wijk. Verder zou de deelgemeente graag zien dat een aantal gymzalen gerenoveerd wordt.
1.5.2
Focus op Kleinpolder
Kleinpolder verdient extra aandacht. Door de andere bevolkingssamenstelling is een grotere investering nodig voor hetzelfde resultaat. In de wijk is de interesse voor en deelname aan sport en cultuur relatief laag. Dit vraagt om extra impulsen. Op het gebied van sport is die impuls in 2009 gekomen. Op het gebied van cultuur is een dergelijke impuls ook aan te raden. Multifunctionele voorzieningen in en rond eventuele nieuwe scholen in Zestienhoven kunnen een dergelijke impuls geven. Daarnaast is het interessant om te achterhalen of er in de deelgemeente behoefte is aan een kinderboerderij en/of andere natuur- en milieuproducten. Park Zestienhoven of het Sidelingenpark zijn eventueel locaties om natuur- en milieuproducten aan te bieden Omdat het huidige zwembad en een aantal gymzalen in de deelgemeente gedateerd zijn, zou de deelgemeente graag zien dat een nieuw zwembad en een nieuwe sporthal gebouwd worden. Locatie hiervoor is de huidige locatie van basisschool de Zonnekorf in Kleinpolder Het nieuwe zwembad moet in de plaats komen van het huidige zwembad en de nieuwe sporthal zou twee bestaande gymzalen moeten vervangen. Wijktheater Musica moet hierin worden geïntegreerd. Sport en Recreatie wordt graag betrokken bij de visie- en planvorming hieromtrent. Ook biedt Sport en Recreatie graag technische expertise aan.
1.5.3
Gratis sporten
Het Gratis Sporten-project is een belangrijk, vernieuwend project in de deelgemeente. Vooral het sportstimuleringsteam zet zich in voor dit project, maar ook in het zwembad wordt er aandacht aan besteed. Zo wordt er in het zwembad gratis zwemmen aangeboden voor ouderen (55+). Op het terrein van sportstimulering wordt meer en meer gestreefd naar samenwerking met externe partijen. Er is behoefte aan een betere afstemming tussen alle aanbieders van sportgerelateerde activiteiten. De wens is daarbij wel dat de regierol binnen Sport en Recreatie ligt. De doelstelling is dat het aanbod beter afgestemd kan worden op de behoeften in de deelgemeente en er een betere afstemming onderling mogelijk gemaakt kan worden.
1.5.4
Dynamische deelgemeente
Binnen de deelgemeente Overschie is het afgelopen jaar veel veranderd. Het gratis sporten, het inhuren van intermediaire organisaties als de Experience Express en Sport Ambition en het verdwijnen van sportvelden en volkstuinen zijn hier voorbeelden van. Maar ook evenementen als Paradie Overschie en Camping Rotterdam zijn vernieuwingen binnen de deelgemeente. Wat de effecten van de veranderingen zullen zijn is nog onduidelijk. Daarom moet de komende jaren worden gezocht naar nieuwe manieren van werken en samenwerken. Daarbij komt de toename van bevolking en de verandering van bevolkingssamenstelling die komt kijken bij de bouw van een nieuwe wijk en de mogelijkheden voor nieuwe faciliteiten. Sport en Recreatie biedt haar expertise en ervaring aan om bij te dragen aan het succes van de ontwikkelingen op het gebied van gratis sporten op het gebied van nieuwe accommodaties.
1.6
Leeswijzer
In de volgende hoofdstukken staat de informatie waarop de resultaten uit de drie voorgaande paragraven is gebaseerd. In het volgende hoofdstuk over de publieke en sociale context worden de sfeer en de gewoontes van de deelgemeente beschreven. De achtergronden van deelgemeenten zijn hiervoor belangrijk, zoals de ontstaansgeschiedenis, typerende plaatsen, verenigingen of activiteiten, maar ook beroemde inwoners of idolen. Deze kunnen een basis zijn voor de aantrekkelijkheid van het aanbod en wellicht "content" voor belevenissen. Ook de manier waarop mensen met elkaar omgaan wordt zoveel mogelijk beschreven; is er een verenigingsleven, heeft men vaak contact met de buren, 6 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
doet de bevolking veel aan vrijwilligerswerk, etc. Deze informatie wordt onder andere verkregen vanuit de sociale index. De sociale index bestaat uit de vier aspecten ‘capaciteiten’, ‘leefomgeving’, ‘meedoen’ en ‘sociale binding’ die de sociale kwaliteit in een gebied in kaart brengen. De aspecten zijn wederom onderverdeeld in thema’s. Alle sterke en zwakke punten van de wijken zijn aan de hand van deze thema’s in kaart gebracht in dit rapport. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op de vrijetijdsbesteding van de inwoners van Overschie. Hiervoor is gebruik gemaakt van de vrijetijdsomnibus van 2007. Hierbij is voornamelijk gekeken naar activiteiten die met Sport en Recreatie te maken hebben en dan met name de activiteiten buitenshuis. Hier is een vergelijking gemaakt met de hele stad en het verleden. In het vierde hoofdstuk worden de inwoners van Overschie onder de loep genomen. Het gaat hierbij over leeftijd, opleidingsniveau, gezinssamenstelling, afkomst, en dergelijke. Deze achtergronden zijn factoren die van invloed zijn op vrijetijdsbesteding. Ook is in dit hoofdstuk aandacht voor de bevolkingprognoses. Hiervoor is gebruik gemaakt van data van het COS. In het vijfde hoofdstuk wordt gekeken naar het vrijetijdsaanbod. Het bestaande aanbod is opgesplitst naar sport (accommodatie, velden en activiteiten), natuur en milieu en wijkrecreatie. Hierbij wordt voornamelijk naar het aanbod van Sport en Recreatie gekeken. Waar mogelijk worden ook andere aanbieders genoemd. Het overige aanbod is echter niet volledig. Ten slotte wordt in het zesde hoofdstuk naar beleid gekeken. Hierbij wordt van klein naar groot gekeken. Allereerst wordt beleid in de wijken beschreven, waarbij gekeken wordt naar de Wijkactieprogramma Sociaal (WAPS), Vogelaarwijken en een jeugd veiligheidswijk. In de tweede paragraaf wordt gekeken naar de actiepunten van de deelgemeenteraad. Hierbij wordt niet het gehele bestuursprogramma bekeken, maar de punten die betrekking hebben op Sport en Recreatie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf over de stedelijke collegedoelstellingen.
7 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
2
Publieke en sociale context
Vrije tijd kan op vele manieren ingevuld worden. Wat mensen doen in hun vrije tijd heeft vaak te maken met een bepaalde sfeer (de identiteit) en bepaalde gewoontes (het sociale netwerk). Deze twee aspecten kunnen belangrijk zijn voor het gedrag en zullen in dit hoofdstuk aan de orde komen.
2.1
De identiteit
Overschie is een voormalige gemeente in Zuid-Holland. In de tiende eeuw was het dorp een kleine nederzetting in een groot moerasgebied en stond het bekend onder de naam ‘Ouwe Schie’. In Overschie komen de vier waterroutes Delfshavense Schie, Delftse Schie, Rottedamse Schie en Schiedamse Schie samen. Kortweg worden deze vier wateren Schie genoemd. In de dertiende eeuw was de Schie een belangrijke transportroute. Tot 1941 was Overschie een zelfstandige gemeente. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Overschie geannexeerd door Rotterdam. Vanaf 1982 is Overschie een Rotterdamse deelgemeente. Twee belangrijke kenmerken van de deelgemeente Overschie zijn Kleinpolderplein en Rotterdam Airport. Een logisch gevolg van twee grote transportknelpunten is de discussie over de luchtkwaliteit. Eind vorig eeuw is de slechte luchtkwaliteit vastgesteld. Het instellen van een 80-kilometerzone heeft wel gezorgd voor een verbeterde luchtkwaliteit. Het contrast is groot in Overschie. Naast twee grote vervoersknelpunten, ligt in Overschie ook het natuurgebied Noord Kethel. Dit natuurgebied ligt aan de rand van Overschie en Schiedam en wordt onderhouden door Natuurmonumenten. Op dit moment kunnen mensen hier wandelen, fietsen en aan excursies deelnemen. In de toekomst komt er ook een kanoroute.
In Overschie is de ‘nachtburgemeester van Rotterdam’, Jules Deelder, geboren. Jules Deelder is in 1944 geboren en hij is een bekend dichter. Daarnaast is hij een groot jazz liefhebber.
2.2
Sociale index
In de sociale index wordt de sociale kwaliteit van een deelgemeente uitgedrukt aan de hand van vier aspecten: Capaciteiten, Leefomgeving, Meedoen en Sociale binding. Bij capaciteiten gaat het om vragen als hoe hoog de opleiding en de beheersing van de Nederlandse taal is. Verder komen in de sociale index aspecten aan de orde over gezondheid, of het schoon is op straat, of er voldoende voorzieningen zijn en of discriminatie wordt ervaren. Maar ook wordt duidelijk hoe het staat met de sociale contacten onderling, of men zich inzet voor de buurt met vrijwilligerswerk en of men er met plezier woont.
Tabel 2.1 Legenda sociale index
Overschie scoort met een 6,2 op de sociale index sociaal voldoende. Hiermee scoort Overschie 0,5 punt hoger dan het Rotterdamse gemiddelde op de sociale index. Figuur 2.2 Sociale index Overschie
2.2.1
Overschie en Kleinpolder
Figuur 2.3 Sociale index Overschie en Kleinpolder
10 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
In Kleinpolder worden gezondheid en taalbeheersing als problemen gezien. Werk en school en sociale en culturele activiteiten vormen ook een probleem. Op leefomgeving scoort De wijk Overschie daarentegen wel sociaal voldoende. In Kleinpolder doet 45% van de inwoners aan sport en 39% van de inwoners doet iets aan cultuur. In Rotterdam zijn deze percentages respectievelijk 54% en 52% gemiddeld. Het gemiddeld rapportcijfer dat gegeven is voor de cultuur in Kleinpolder is een 3,9. Dit is relatief laag ten opzichte van het Rotterdamse gemiddelde van 6,2 en het gemiddelde van de deelgemeente (5,3). De wijk Overschie scoort een 6,7 op de sociale index. Dit is 0,5 punt hoger dan de deelgemeente Overschie. In de wijk Overschie zijn geen aspecten die worden gezien als een probleem of als sociaal zeer zwak. De sociale inzet, mutaties, voldoende taalbeheersing en het ontbreken van discriminatie worden als sociaal sterk gezien. In de wijk Overschie doet 57% van de inwoners aan sport en 52% van de inwoners doet iets aan cultuur. Het gemiddelde rapport cijfer voor cultuur is een 6,3.
2.3
Het sociale netwerk
In Overschie zijn 28 sportverenigingen gevestigd. Dit is 7% van het totaal in Rotterdam, terwijl in Overschie 2,7% van de inwoners van Rotterdam woont. In Overschie is één sportvereniging per 536 inwoners. De volgende sporten kunnen beoefend worden in Overschie (tussen haakjes het aantal verenigingen van deze sport). Voetbal (12) Tafeltennis (1) Luchtsport (5) Schaken (1) Ruitersport (3) Gymnastiek / Turnen (1) Wielersport (2) Cricket (1) Tennis (2) In het vitaliteitsonderzoek van Rotterdam Sportsupport is de verenigingen gevraagd naar het aantal leden dat de club telt. De elf verenigingen in Overschie die mee hebben gedaan aan het vitaliteitsonderzoek hebben gemiddeld 262 leden. Het gemiddeld aantal leden in Rotterdam ligt op 313 leden per vereniging. Naast sportverenigingen zijn voor kinderen ook andere mogelijkheden van vrijetijdsbesteding. In Overschie zijn ook drie speeltuinverenigingen aanwezig:
Buurt- en Speeltuinvereniging Levenslust Natuurspeeltuin de Speeldernis Speeltuinvereniging Schiewijk
Scholen zijn een belangrijke plek in het sociale netwerk. De deelgemeente kent vier basisscholen. Overschie kent geen ‘Lekker Fit!’ scholen. De Zonnekorf en CBS Overschie basisscholen zijn breed ingericht. In Overschie is één voortgezet onderwijsschool en dit is speciaal onderwijs. Deze school komt niet in aanmerking voor het Super Fit programma en is ook niet breed ingericht. In Overschie doet gemiddeld 47% van de inwoners iets aan vrijwilligerswerk. Het gaat hier om informele hulp, vrijwilligerswerk of beide. In de gehele stad doet gemiddeld 44% iets aan vrijwilligerswerk. In Overschie is een groot aantal welzijnsorganisaties actief. Grote welzijnsorganisaties in de deelgemeente zijn CVD Stedelijk Maatschappelijk Werk, Humanitas Thuiszorg & Maatschappelijke dienstverlening en Thermiek Welzijnsorganisatie. De Nationale Vereniging Zonnebloem heeft ook twee afdelingen in Overschie. De inwoners van Overschie hebben gemiddeld iets meer contact met de buren dan in de rest van Rotterdam. In Overschie heeft gemiddeld 33% van de inwoners één of meer keer per week contact met de buren en 22% van de inwoners heeft vrijwel iedere dag contact. In Rotterdam liggen deze percentages op respectievelijk 32% en 20%. Met een score van 8,8 op de veiligheidsindex wordt Overschie gezien als een veilige wijk.
11 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
3
Vrijetijdsbesteding1 2
De deelgemeente Overschie heeft 15.768 inwoners . Dat is 2,7% van alle inwoners in Rotterdam.
3.1
Tijdsbesteding
Evenals vorig jaar valt op dat relatief minder tijd aan studie wordt besteed (vier uur in Overschie versus vijf uur in Rotterdam). Daarentegen wordt gemiddeld wel één uur per week meer aan betaald werk besteed dan het gemiddelde van Rotterdam (23 uur in Overschie versus 22 uur in Rotterdam). Vier op de tien inwoners van Overschie vinden dat zij te weinig vrije tijd hebben. Het percentage van de gemeente Rotterdam is 37%. Dit valt op omdat het gemiddeld aantal uren voor vrije tijd en zorg gelijk ligt aan het gemiddelde van de gemeente Rotterdam.
3.2
Sport
De inwoners van Overschie zijn in vergelijking met 2005 minder frequent gaan sporten. Waar in 2005 nog 38% minimaal één keer per week sportte, is dat nu nog 33%. Met deze 33% zit Overschie 2% onder het gemiddelde van de gemeente Rotterdam. Hier staat wel tegenover dat het aantal ‘nietsporters’ onder het gemiddelde ligt van de gemeente Rotterdam (32% in Overschie versus 34% in Rotterdam). Van de inwoners van twaalf jaar en ouder is 1% meer gaan sporten ten opzichte van 2005. Geconcludeerd kan worden dat meer mensen zijn gaan sporten in Overschie, maar dat zij dit minder frequent doen. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft per deelgemeente een target vastgesteld voor het aantal inwoners dat minimaal 1 keer per maand sport. In 2007 moest in Overschie 51% van de inwoners minimaal één keer per maand sporten. Overschie heeft met 52% van de inwoners die minimaal één keer sporten per maand aan deze target voldaan. De sport die het meest in trek is bij de inwoners van Overschie is fitness. Zowel conditietraining (24%) als de krachttraining (12%) worden veel gedaan. Wat opvalt is dat in Overschie evenveel sporten worden beoefend als in de totale gemeente Rotterdam, maar dat alle sporten in Overschie door relatief net iets minder mensen worden beoefend dan in de rest van Rotterdam. Dit is opvallend, omdat het aantal ‘niet-sporters’ in Overschie lager is dan het gemiddelde van de gemeente Rotterdam. Het lijkt er dus op dat in Rotterdam meer mensen zijn die twee of meer sporten combineren dan in Overschie. Een ander opvallend gegeven met betrekking tot de beoefende sporten in de deelgemeente Overschie is de populariteit van de sporten hardlopen, zwemmen en bowling/kegelen in de wijk Overschie. De meeste sportende inwoners in Overschie gaan naar de sportschool (20%) of sport via een vereniging (18%). Voor de gemeente Rotterdam zijn deze percentages juist omgedraaid. 29% van de inwoners van Overschie ziet zich helemaal niet als sporter en 31% ziet zichzelf nauwelijks als sporter. Het percentage mensen dat zich nauwelijks als sporter ziet is hoger dan het gemiddelde van de gemeente Rotterdam. Dit valt te verklaren door het gegeven dat er minder frequent wort gesport. In de wijk Overschie zien relatief iets meer mensen zichzelf als sporter dan in de wijk Kleinpolder.
3.3
Recreatie en cultuur
Evenals in 2005 worden in Overschie meer auto- en fietstochten dan gemiddeld gemaakt. Ook worden in Overschie meer buurtvoorzieningen en landschappen bezocht. Het aantal inwoners dat wel eens een landschap bezoekt ligt in Overschie zelfs ruim hoger dan in de rest van Rotterdam (39% in Overschie versus 31% in Rotterdam). 1 2
De gegevens in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit het databestand van het VTO 2007. Bron: Kerncijfers Rotterdam 2008
De buurt- en wijkvoorzieningen zijn in Overschie duidelijk minder in trek. Zowel het wijkgebouw, het buurthuis/clubhuis als het clubhuis van de sportvereniging worden relatief minder bezocht dan in de rest van Rotterdam. Nota Bene: deze cijfers zijn uit 2007, in 2008 trok het wijkgebouw in Overschie (veel) meer bezoekers dan het jaar ervoor. Relatief meer inwoners van Overschie gaan uit eten dan de andere inwoners van Rotterdam (51% in Overschie versus 47% in Rotterdam). Het theater en/of een concert en festivals en/of evenementen worden relatief meer bezocht door inwoners van Overschie. Het bioscoopbezoek blijft daarentegen achter (26% in Overschie versus 30% in Rotterdam). De inwoners van Overschie geven gemiddeld 182 euro per maand uit aan zaken als uit horeca, uitgaan en sporten. Dit bedrag is precies gelijk aan het gemiddelde in de gemeente Rotterdam. Deze 182 euro is echter wel anders opgebouwd dan in de gehele gemeente Rotterdam. In vergelijking met de totale gemeente geven de inwoners van Overschie meer geld uit aan uit eten gaan, horeca en kansspelen en minder geld aan zelf sporten en funshoppen. Het meeste geld geven de inwoners uit aan uit eten gaan. Maandelijks geven de inwoners van Overschie hier 49 euro aan uit. Bijna een kwart (24%) van de inwoners bezoekt de speeltuin één of meer keer per jaar. In Rotterdam bezoekt 22% van de inwoners de speeltuin. Het gemiddeld aantal bezoeken ligt in Overschie op 8,3. Het percentage bewoners dat wel eens een kinderboerderij bezoekt is lager dan gemiddeld in Rotterdam (respectievelijk 19% en 25%). In Overschie is dan ook geen kinderboerderij. Ook bezoeken deze mensen de kinderboerderij gemiddeld minder vaak (3,9 keer per jaar tegenover 5,8 keer in Rotterdam).
13 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
4
Persoonsgebonden kenmerken3
De deelgemeente Overschie telt 2,7% van de Rotterdamse bevolking. Het grootste deel van de bevolking is tussen de 35 en 60 jaar oud en het aantal inwoners tussen de 20 en 30 jaar is relatief minder vertegenwoordigd dan in de gemeente Rotterdam. 54% van de inwoners van Overschie is middelbaar of hoger opgeleid. Voor de gemeente Rotterdam ligt dit percentage 2% hoger. In Overschie is het aantal alleenstaanden 6% lager dan in de rest van Rotterdam. 40% van de inwoners van Overschie is alleenstaand. Het aantal echtparen met en zonder kinderen komt overeen met het stedelijk gemiddelde en het aantal middelbaar- en hoger opgeleiden ligt iets lager dan in de rest van Rotterdam. In Overschie bestaat tweederde van de bevolking uit autochtonen en dat is ruim boven het gemiddelde in Rotterdam (54%). Alle andere nationaliteiten in Overschie zijn ondervertegenwoordigd ten opzichte van Rotterdam. Het gemiddeld huishoudinkomen ligt in Overschie 800 euro hoger dan het gemiddelde van 25.000 euro per jaar in Rotterdam. Binnen Overschie zijn grote verschillen te merken in inkomen. In de wijk Landzicht verdient men gemiddeld 21.000 euro per jaar. In de wijk Schieveen is dit gemiddeld 30.000 euro per jaar. Overschie heeft 10% meer gezinswoningen dan het Rotterdamse gemiddelde. Het aantal portiek/galerijwoningen is daarentegen relatief laag ten opzichte van het gemiddelde in Rotterdam. De gemiddelde waarde van de huurwoningen en koopwoningen in Overschie liggen op respectievelijk 90% en 98% van het gemiddelde. 33% van de woningen in Overschie is een eengezinswoning. Tot aan 2010 heeft Overschie te maken krijgen met een lichte daling van het aantal inwoners. In 2010 verwacht men dat het aantal inwoners met ongeveer 2% is gedaald ten opzichte van nu. Na 2010 zal Overschie relatief gezien één van de snelst groeiende deelgemeenten zijn van Rotterdam en in 2025 wordt verwacht dat Overschie 18.980 inwoners telt. Tussen 2015 en 2025 zal de bevolking van Overschie naar verwachting met 14% stijgen. Dit komt neer op een toename van ongeveer 2.200 inwoners. Net als de meeste andere deelgemeenten heeft ook Overschie meer huurwoningen dan koopwoningen. Wel is het verschil tussen het aantal huur- en koopwoningen een stuk lager dan het gemiddelde in de gemeente Rotterdam. In Overschie is 56% van woningen een huurwoning en 39% een koopwoning. In de totale gemeente Rotterdam is 66% van de woningen een huurwoning en 28% een koopwoning. Er zijn dus relatief weinig huur- en relatief veel koopwoningen in Overschie.
3
Bron: COS 2006
5
Het vrijetijdsaanbod
In Overschie is een breed sport- en recreatieaanbod. Hieronder wordt dit vergeleken met het gemiddelde van Rotterdam. Uitgangspunt hierbij is dat de deelgemeente ongeveer 3% van de Rotterdamse bevolking telt en er dus een aanbod van ongeveer die omvang verondersteld mag worden.
5.1
Sport
Overschie biedt diverse faciliteiten voor de inwoners om te sporten. In deze paragraaf zullen de sportaccommodaties en de sportterreinen besproken worden.
5.1.1
Sportaccommodaties
In Overschie zijn geen sporthallen. Wel zijn er vier gymzalen en is er een zwembad in de deelgemeente. Het zwembad in Overschie heeft een zwemoppervlakte van 260m2 zwemwater en heeft het afgelopen jaar 64.789 bezoeken gehad. Dit komt neer op 4,1 bezoeken per inwoner, wat bijna het dubbele is van het gemiddelde in de gemeente Rotterdam (2,3 bezoeken per inwoner). De werkgroep BABO4 (Beschikbaarheid Accomodaties Bewegingsonderwijs) heeft onderzocht of er voldoende gym- en sportaccommodaties aanwezig zijn om de komende jaren uitvoering te kunnen geven aan stedelijke beleidsinitiatieven en –programma’s. Voor Overschie betekent dit dat er geen behoefte is aan uitbreiding. Zwembad Overschie heeft een zwemoppervlakte 260 m2 en is voornamelijk een instructiebad. Het zwembad is ten opzichte van het Rotterdamse gemiddelde een relatief klein bad. Het heeft in 2006 een aantal aanpassingen gedaan waarmee het nu voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het zwemmen met gehandicapten. Het bezoek aan het zwembad is in 2008 sterk toegenomen. In het kader van het Gratis Sporten-project wordt vanaf 2009 gratis zwemmen aangeboden aan ouderen (55+).
5.1.2
Sportterreinen
In Overschie zijn vijf verenigingscomplexen met gezamenlijk dertien speelvelden, die worden bespeeld door zes voetbalverenigingen. Verder is er een schoolsportcomplex (één speelveld), dat wordt gebruikt voor training en onderkomen van één voetbalvereniging. In het kader van de Voetbal Visie Totaal 2010 zijn er diverse ontwikkelingen. Zo is bij de voetbalvereniging HWD een kunstgrasveld gerealiseerd en is de aanleg van twee kunstgrasvelden bij de nieuwe locatie van Zestienhoven voltooid. Volgens planning zal AVS/Germinal samen met Zestienhoven met ingang van het seizoen 2009/2010 de nieuwe accommodatie van Zestienhoven gaan bespelen. Er wordt een nieuw clubgebouw voor beide verenigingen gerealiseerd; in oktober 2008 is de bouw hiervan gestart. Het complex van AVS/Germinal zal daarna een andere bestemming krijgen.
5.1.3
Sportstimulering
Rotterdam is van oudsher bekend om zijn actieve aanpak van sportstimulering. In wijken en buurten heeft Sport en Recreatie een belangrijke sociale functie, als katalysator voor het aangaan en onderhouden van relaties en als sportief vangnet voor Rotterdammers die anders niet zouden sporten. Sport en Recreatie stelt per deelgemeente jaarlijks een Activiteitenplan op. In dit plan worden alle sportactiviteiten beschreven die komend kalenderjaar zullen worden uitgevoerd. Bij de bepaling van het activiteitenaanbod is rekening gehouden met ontwikkelingen in het werkgebied (gebiedsanalyse), de Notitie van Uitgangspunten van de deelgemeente (speerpunten in het beleid), het stedelijke beleid (collegeprioriteiten), de financiële kaders, eventueel ingediende (bestaande) beleidswensen èn wensen van de bewoners zelf. In de deelgemeente Overschie streeft Sport en Recreatie vanuit het Gratis Sporten-project naar een maximale inzet van de producten die zijn gegroepeerd onder Buurtsport, Schoolsport, Stedelijke 4
Beschikbaarheid Accommodaties Bewegingsonderwijs (2008), Gezamenlijke Werkgroep BABO van SenR en JOS
Projecten, Brede School en het Actieprogramma Voeding en Beweging (Lekker Fit en Super Fit). In wijken en buurten vervult Sport en Recreatie, als katalysator voor het aangaan en onderhouden van relaties, een belangrijke sociale functie. Het biedt tevens een sportief vangnet voor Rotterdammers die anders niet zouden sporten. Het aanbod bestaat onder meer uit sportinstuiven, sportmarkten, clinics, programma’s op pleinen en veldjes, activiteiten aansluitend op het onderwijs en in de Brede School, toernooien, activiteiten voor speciale doelgroepen (vrouwen, gehandicapten, ouderen), het uitlenen van materialen en vakantieactiviteiten voor de jeugd. Deze activiteiten spelen zich af op straten, (school-) pleinen, parken, trapveldjes en in sportaccommodaties, zoals gymzalen. Daarnaast voert Sportstimulering de projecten Lekker Fit! (op het basisonderwijs) en Superfit (in het voortgezet onderwijs) uit om bewegingsarmoede en overgewicht te bestrijden. Doelstelling van Sport en Recreatie is: de bewoners op buurtniveau stimuleren tot sportief bewegen of actieve sportbeoefening waarbij wordt uitgegaan van de wensen die bewoners zelf aangeven. De ruimtelijke mogelijkheden in de woonomgeving optimaal benutten voor sport en spel en daarmee tevens bijdragen aan een aantrekkelijk leefklimaat (schoon, heel, veilig) en sociale cohesie (samenspraak en interactie tussen jong en oud, tussen autochtoon en allochtoon) in de deelgemeente. Om meer jeugd aan het sporten te krijgen, is het project Gratis Sport in Overschie opgezet. Jongeren t/m 18 jaar kunnen hier gebruik van maken, indien zij wel echt gaan sporten en minimaal een jaar lid blijven. In Overschie wordt gemiddeld voor elke veertien bewoners één activiteit georganiseerd, in Rotterdam gemiddeld voor elke 33 bewoners. In Overschie is dus een relatief groot aanbod van Sportstimulering. Wel moet de kanttekening geplaatst worden dat dit gaat om structurele activiteiten. Activiteiten die incidenteel gehouden worden, zijn niet in deze berekening meegenomen.
5.2
Natuur en Milieu
In Overschie is geen kinderboerderij. 19,4% van de inwoners bezoekt gemiddeld één of meer keer per jaar een kinderboerderij. In Rotterdam bezoekt gemiddeld een kwart van de inwoners één of meer keer per jaar een kinderboerderij. Het gemiddeld aantal bezoeken in Overschie is 3,9 keer. Er is wel een educatieve tuin gevestigd in Overschie, maar daar worden geen educatieve lessen gegeven. De kinderen uit Overschie volgen hun natuur en milieu educatie in Delfshaven. De deelgemeente betaalt hiervoor aan de deelgemeente Delfshaven.
5.3
Wijkrecreatie
In Overschie is één wijktheater gevestigd: Musica. Het theater kende een dalende lijn in bezoekersaantallen, maar met de komst van een nieuwe bedrijfsleider zijn deze aantallen in 2008 sterk gestegen. Buiten het wijkgebouw zijn in Overschie ook twee speelterreinen en elf jeugdterreinen aanwezig. In de deelgemeente zijn ten slotte tien volkstuincomplexen en 1.427 volkstuinen aanwezig. Deze 2 volkstuinen hebben samen een oppervlakte van 365.883m . Dit is ver boven het gemiddelde van de andere deelgemeenten. De komende jaren zal dit echter veranderen. Vanwege de bouw van Park Zestienhoven worden drie volkstuincomplexen gesaneerd. Er zijn in Overschie twee speeltuinen. Speeltuin Levenslust wordt na een brand opnieuw opgebouwd. Hierbij wordt ook een trapveldje aangelegd. Per 1 november 2008 is het beheer van alle onbemande voorzieningen waaronder volkstuinen, speeltuinen, welzijnsaccommodaties, jachthavens en recreatieterreinen overgaan naar het OBR. Hoewel het beheer is overgegaan, blijft SenR op beleidsvlak actief en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen.
18 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
6
Huidig beleid
In dit hoofdstuk wordt het deelgemeentelijke en gemeentelijke beleid uiteengezet. Eerst wordt gekeken op wijkniveau. Allereerst wordt Kleinpolder als Vogelaarwijk besproken. Vervolgens wordt het Wijk Actieprogramma Sociaal (WAPS) voor de wijk Kleinpolder besproken. In de tweede paragraaf worden de deelgemeentelijke actiepunten besproken. In de derde paragraaf is er aandacht voor het Rotterdamse stedelijke beleid. In paragraaf vier wordt hier verder op ingegaan voor de dienst Sport en Recreatie. In paragraaf vijf passeren trends in vrijetijdsbesteding de revue. Tot slot worden in paragraaf zes de toekomstige ontwikkelingen besproken.
6.1
De wijken
In Overschie behoort Kleinpolder tot de zogeheten Vogelaarwijken. Ook is een Wijk Actie Plan Sociaal (WAPS) opgesteld voor Kleinpolder.
6.1.1
Vogelaarwijken
Op 22 maart 2007 maakte de minister van Wonen, Wijken en Integratie, Ella Vogelaar, een lijst van 40 probleemwijken bekend. In deze zogenoemde Vogelaarwijken worden tijdens de kabinetsperiode Balkenende IV extra investeringen gedaan vanwege de stapeling van sociale, fysieke en economische problemen die deze wijken hebben. In de deelgemeente Overschie behoort Kleinpolder tot de Vogelaarwijken. Voor deze wijk is een actieprogramma ontwikkeld, waaruit diverse speerpunten naar voren zijn gekomen. WWI-speerpunten voor Kleinpolder: • Mogelijk maken van wooncarrière (op gang brengen van de fysieke ontwikkelingen) binnen de wijk door het opheffen van de knelpunten op het gebied van milieu. • Basisschool Zonnekorf omvormen tot een brede wijkvoorziening. • Stimuleren van de arbeidsparticipatie. • Sociale activering. • Sociale cohesie in de wijk versterken.
6.1.2
WAPS
Een belangrijk onderdeel van het collegebeleid zijn de Wijkactieplannen Sociaal. (WAPS). De deelgemeenten hebben hierbij de regie. De WAPS worden opgesteld na een wijkanalyse op basis van factoren uit de sociale index op CBS-buurtniveau. De gebiedsanalyse van Sport en Recreatie gaat per deelgemeente en is te gebruiken als een achtergronddocument bij de WAPS. Voor alle wijken binnen de deelgemeente wordt in 2007 en 2008 een integraal wijkactieprogramma ontwikkeld. Zo’n wijkactieprogramma omvat alle vier pijlers van het collegeprogramma: sociaal, veiligheid, wonen (en overige fysieke elementen) en economie. Bij alle wijkactieprogramma’s wordt het sociale programma ter verantwoording afgelegd aan de stad; ter ontwikkeling van de sociale index. De bijdrage van de activiteiten van Sport en Recreatie in deze plannen kan op verschillende manieren. Vrije tijd biedt behalve plezier ook mogelijkheden om informeel te leren over natuur, ecologie, cultuur, sport en onderling respect, mogelijkheden voor sociale contacten tussen bewoners met verschillende sociale achtergronden, om de gezondheid te bevorderen en om de betrokkenheid bij de buurt en de maatschappij op een aantrekkelijke manier vorm te geven. In de WAPS dient een analyse van de wijk gegeven te worden, een beschrijving van de belangrijkste problemen en ontwikkelingen in de wijk en een nadere analyse van de knelpunten, kansen en bedreigingen. Verder moet een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen en een financiële paragraaf gegeven worden. In de deelgemeente is voor de wijk Kleinpolder één WAPS gemaakt.
De belangrijkste doelstellingen die voortkomen uit de WAPS voor Kleinpolder zijn:
6.2
Uitstraling en aantrekkingskracht Overschie vergroten; entrees Overschie bij Kleinpolder aanpakken. Bereikbaar bestuur, betrokken burger; contactmomenten zoals de wijkgesprekken, aanvullen met huiskamerbijeenkomsten. Vraaggerichte huisvesting realiseren; planontwikkeling Kleinpolder-Oost, herstructurering van met name het gebied rond de Abtsweg. Maatschappelijke ondersteuning bieden met de nadruk op zelfredzaamheid; Opvoedingsondersteuning, convenant Jeugd & Onderwijs (Brede school) sport, spel, taalvaardigheid en huiswerkbegeleiding. Meer jeugd aan het sporten; onderzoek naar de mogelijkheid om lidmaatschap sportvereniging gratis aan te kunnen bieden aan schoolgaande kinderen. Verkeersdruk verminderen Veiligheidsniveau behouden
Deelgemeentelijke actiepunten
Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan het de besturen van de diverse deelgemeenten. Deze bevoegdheden hebben onder andere betrekking op wijkveiligheid, verkeer, maatschappelijke dienstverlening, cultuur, sport en recreatie subsidies, ruimtelijke ordening, vergunningen (o.a. rooien, bouwen, evenementen en collectes), buitenruimte, wijkeconomie & werkgelegenheid en winkelvoorzieningen. Verder vertalen de deelgemeentebesturen het stedelijk beleid naar de deelgemeenten en treden zij op als ambassadeur van de wijk om de deelgemeentelijke belangen te behartigen op de Coolsingel.
6.2.1
Sportstimulering
De deelgemeente Overschie wil zich profileren als sportief bruisend gebied. Om dit te verwezenlijken zet de deelgemeente alle middelen in om meer mensen aan het sporten te krijgen. Een voorbeeld van deze inspanningen is het project Gratis Sport.
6.2.2
Bouwprojecten
Op dit moment wordt Park Zestienhoven omgebouwd naar een woonwijk. Een deel van de polder zal gaan dienen als woongebied en een ander deel zal dienen om onder andere kantoren, bedrijven en diverse voorzieningen te huisvesten. In totaal komen in Park Zestienhoven ongeveer 2.000 woningen en 43.000 m2 aan bedrijfsruimte en diverse voorzieningen. Dit project is gestart in 2006.
6.2.3
Jeugd
De deelgemeente heeft geld voor het aanbod van sociaal-culturele en sportactiviteiten. Van dit geld worden speeltuinen gesubsidieerd en worden speelplaatsen ingericht en onderhouden. Ook worden activiteiten op de basisscholen aangeboden en wordt geld besteed aan schoolsport en pleinensport.
6.2.4
Veiligheid en leefbaarheid
Overschie scoort met een 8,8 uitstekend op de veiligheidsindex. Overschie doet, om dit zo te houden, o.a. veel aan inbraakpreventie. Overschie bestrijdt ook de jeugdoverlast en het schoolverzuim. Dit wordt gedaan door bijvoorbeeld wijkgesprekken te houden met de bewoners van Overschie.
6.2.5
Vrijwilligers
In Overschie zijn vele vrijwilligers actief. Deze vrijwilligers zijn actief in het verenigingsleven, maar ook in bijvoorbeeld de mantelzorg. Om haar waardering te laten blijken voor deze vrijwilligers reikt Overschie jaarlijks de vrijwilligersprijs uit. Ook kunnen vrijwilligers de ‘Overschiese Penning’ verdienen als zij lange tijd bijzonder verdienstelijk voor de Overschiese samenleving zijn geweest.
6.2.6
Werkgelegenheid en economie
Twee belangrijke bedrijventerreinen die bij Overschie liggen zijn de Spaanse Polder en Rotterdam Noord-West. Als hier de werkgelegenheid van Rotterdam Airport bij opgeteld wordt zijn daar 20.000 21 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
arbeidsplaatsen. Overschie probeert de vraag en het aanbod op deze drie plaatsen zoveel mogelijk te stimuleren en op elkaar af te stemmen.
6.3
Het Rotterdamse stedelijke beleid van Sport en Recreatie
Het stedelijk sportbeleid heeft twee doelen. Het collegedoel 6c “Lekker fit” is dat in 2010 op 23% van de Rotterdamse basisscholen elke schooldag 1 uur sport en bewegen aanbiedt en dat op minstens de helft van het aantal basisscholen de kinderen hebben deelgenomen aan het programma Lekker Fit!. Het andere collegedoel, 6d “Meer sportparticipatie”, is dat de sportparticipatie in de gebieden waar het aandeel sporters in 2005 het kleinst is, in november 2009 met tenminste 5% is gestegen en in de overige gebieden tenminste gelijk is gebleven. De belangrijkste acties voor het vergroten van sportparticipatie zijn stadsbreed de aanleg van extra trapveldjes, de ontwikkeling van Lokale Activiteiten Centra (LAC’s) met een actieve programmering. Het beleidsdoel van Sport en Recreatie op het gebied van wijkrecreatie is het stabiliseren van het aantal bezoeken aan wijkaccommodaties: in 2010 bezoekt 20% van alle Rotterdammers minimaal eens per jaar een wijkaccommodatie. In het programma Sociaal zijn middelen beschikbaar gesteld voor een kwaliteitsimpuls op het gebied van wijkrecreatie zoals het transformeren van de huidige wijkgebouwen in zogeheten Lokale Activiteiten Centra en Lokale Culturele Centra. Ook bij andere recreatieve vormen, zoals volkstuinen, speeltuinen en openbare ruimten is verder beleid ontwikkeld. Sport en Recreatie heeft als beleidsdoel voor natuur- en milieuvoorzieningen een grotere bekendheid en inzetbaarheid in het beleid. De voorzieningen en educatieve programma’s op het gebied van natuur en milieu lenen zich uitstekend voor het bijdragen aan diverse collegedoelen op het gebied van gezondheid (overgewicht), onderwijs en leefbaarheid. Duurzaamheid, met onder andere het Cradle to Cradle principe, klimaatsverandering, CO2-uitstoot, luchtkwaliteit en groene (speel)ruimten is een actueel thema. Natuur- en milieueducatie kan een belangrijke educatieve rol vervullen en een rol om van Sport en Recreatie een CO2 vrije dienst te maken. Om de mogelijkheden voor kinderen en jongeren actief te worden bij een groene organisatie te verbeteren is Sport en Recreatie in samenwerking met enkele andere organisaties het project Jong Groen gestart. Jong Groen stelt zich ten doel jongeren te laten deelnemen aan activiteiten, hen te activeren en dat in iedere deelgemeente één natuurvereniging wordt gevestigd
6.4
Trends in vrijetijdsbesteding
Tijdsdruk bij de burger Vrije tijd is belangrijk voor het individu en de maatschappij. Vrije tijd geeft het individu de mogelijkheid de eigen identiteit te ontwikkelen, competenties te ontdekken en te leren kiezen. Maar volgens de Vrijetijdsomnibus van 2007 krijgen de Rotterdammers het steeds drukker. Bijna twee vijfde van de Rotterdammers zegt te weinig vrije tijd te hebben. Een dag heeft maar 24 uur. Overheidsbeleid zoals de WMO, het cultuurbeleid, het sportbeleid en de sociale cohesie kosten de burger (extra) tijd. Andere vormen van tijdsbesteding worden steeds aantrekkelijker. Er is dus sprake van een verdringingsmarkt in de tijdsbesteding. Het aanbod van Sport en Recreatie zal meer rekening moeten houden met de tijdsdruk van de doelgroep door aangepaste openingstijden (weekend open en ’s avonds), arrangementen voor bepaalde groepen (ouders en kinderen), etc. Ook activiteiten die verschillende beleidsdoelen dienen kunnen hiervoor gebruikt worden. Maar ook dat is extra lastig omdat als motief om te sporten steeds meer gezondheid genoemd wordt en sociale motieven zoals gezelligheid naar de achtergrond verdrijven. Driedeling in de sportmarkt Steeds duidelijker wordt het dat de sportmarkt zich splitst zich in drie delen, namelijk: commerciële sporten veelal in sportscholen; verenigingssporten in gemeentelijke sportaccommodaties en ongeorganiseerde sporten veelal in de openbare ruimten. Deze deling dwingt het sportbeleid zich niet alleen te richten op de verenigingssporten, maar ook met de andere twee soorten sport rekening te houden. Dalend gebruik voorzieningen in de wijk Het huidige collegebeleid focust met gebiedsgericht werken op wijken en buurten. Zwembaden, bibliotheken, wijkgebouwen, club- en buurthuizen en NME-voorzieningen kunnen een belangrijke rol vervullen in gebiedsgericht werken. Het bezoek aan deze voorzieningen in de wijken daalt echter al enkele jaren. Het nieuwe LCC-concept lijkt volgens de cijfers van de vrijetijdsomnibus aan te slaan. De 22 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
invoering van dit soort nieuwe concepten (LCC, LAC, etc.) moet krachtiger doorgezet worden. Nu volgens de vrijetijdsomnibus in Rotterdam al 75% van de bevolking op internet zit is het belangrijk de positionering van deze voorzieningen op het internet goed te regelen, want internet wordt als medium steeds belangrijker. Meer onderlinge samenhang van deze voorzieningen is gewenst.
6.5
Toekomstige ontwikkelingen
6.5.1. Trends Vrijetijdsbesteding is een breed terrein dat vanuit allerlei velden beïnvloed wordt. Het trendboekje van 5 de Belgische website “Flandersdc.be” beschrijft alleen al 30 trends. De trendwatcher Marcel Bullinga voorziet in 2020 onder andere de volgende ontwikkelingen “Sporttoerisme is in”, “Verenigingen zijn uit”, “Dikke kinderen zijn uit”, “Paralympics worden Bionolympics” en “de Aziatische coach is in” en de overheid verdwijnt achter een computerscherm, zoals dat nu al bij de banken is. Transformaties Huidige trends zoals “belevenissen” en “individualisering” maken al min of meer onderdeel uit van het beleid. De nieuwste producten zijn “transformaties”, waarbij de deelnemer een garantie krijgt dat zijn gedrag zal veranderen. Bijvoorbeeld bij fitness wordt niet alleen bijgehouden hoeveel calorieën je verbruikt, maar je krijgt een garantie dat je lijf verandert. Het personeel krijgt daarin een andere rol, meer als coach, vertrouwenspersoon, pedagoog en/of intermediair. Door technologie meer aandacht voor symboliek en spel Fundamentele veranderingen komen als gevolg van de veranderingen in de technologie; denk aan robots, nieuwe materialen, nog snellere communicatie. De overheid verdwijnt door deze technologie achter een computerscherm. De verwachting is dat daardoor de symbolische functie van de overheid sterker op de voorgrond treedt. Dat betekent meer aandacht voor thematische jaren zoals Sportjaar, Jongerenjaar, etc. Bij deze verandering worden de methoden en de emoties uit de vrijetijdssector steeds belangrijker. De Amerikaanse presidentsverkiezingen lijken steeds meer op een grote “Idols verkiezing”. Meer ruimte voor vrije tijd nodig Ook is de komende jaren steeds meer ruimte nodig voor vrijetijdsbesteding. Delen van de stad en platteland worden steeds meer vrijetijdsland. En vrije tijd heeft zijn onschuld verloren. Er komen meer 6 regels, er kan meer aan verdiend worden en de eisen aan de kwaliteit worden strenger. Een ander belangrijk aspect is het huidige ressentiment onder de bevolking. Het merendeel van de bevolking wil een lokale verzorgingsmaatschappij, verwacht een mondiale prestatiemaatschappij en ziet dat niemand er iets aan kan doen. 6.5.2. Ander perspectief Toekomstige veranderingen zijn door hun verwevenheid van de verschillende aspecten, maar vooral door de nieuwe technologische mogelijkheden, moeilijk voorspelbaar. Ze zijn soms paradoxaal. Een ander perspectief, gevormd door de 5-E’s helpt om nieuwe ontwikkelingen beter te begrijpen en er mee om te gaan. Die 5 E’s zijn: e-technologie, emoties, ecologie, evenementen en educatie. Deze aspecten zullen bij activiteiten, voorzieningen, belevenissen, et cetera steeds op nieuw bekeken moeten worden. 1. E-technologie (d.w.z. elektronica, nanotechnologie, sociale technologie, etc.) verandert de meeste vrijetijdsactiviteiten en raakt elk aspect van het functioneren en het welbevinden als mens. Hyves weblogs, you-tube en websites als “Independer”, “Geen stijl” of WIKIpedia en Linux zijn het begin van een nieuwe massale vorm van creativiteit. Van een internationale website als “Stitch ’n bitch” (een breiclub via internet), komt een groep bij elkaar in LCC de Castagnet. 7 2. Emotie is het snelst groeiende product in de welvarende economie. De emotiemarkt is leven in een samenleving doordrenkt met adrenaline ('druk, druk, druk') en geteisterd door verveling. Emoties spelen een belangrijke rol bij de aanschaf van producten, het meedoen met activiteiten, belevenissen en transformaties. Het bespelen van die emoties is een nieuwe vaardigheid, die geleerd en gebruikt moet worden.
5 http://www.futurecheck.nl/ 6 De Nota Ruimte van de rijksoverheid streeft naar 75 vierkante meter openbaar recreatiegroen per nieuwbouwwoning. Dit streven is erg ambitieus, aangezien er tussen 1990 en 1996 slechts 21 vierkante meter per woning werd gerealiseerd. Daarnaast ligt er een provinciale opgave van 80 vierkante kilometer groen in en om de steden (GIOS), vooral in Gelderland en de Randstad. 7 Bron o.a. De emotiemarkt van Susanne Piet
23 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie
3. Ecologie impliceert niet alleen respect voor natuur, milieu, cultuur maar ook immaterieel erfgoed en samendoen, moraliseren, ethisch werken en tijdsparen. Vrije tijd kan erg milieubelastend worden of juist bij dragen aan milieubesparing. Hierop inspelen en nagaan welke effecten producten of diensten hierbij hebben is belangrijk. 4. Evenementen kunnen, meer dan accommodaties, inspelen op subjectieve waarden, zoals emoties, collectieve verhalen, ethiek, et cetera. De vrijetijdssector is steeds op zoek naar nieuwe waarden, onderwerpen en activiteiten. Wat voorheen werk was (zoals ambachten) wordt vrije tijd 8 en nieuwe vormen vrije tijd worden later commercieel. Evenementen zijn voor deze vernieuwing een goed podium. 5. Educatie is een belangrijk aspect van vrije tijd in de vorm van informeel leren, experimenteren, zelf ontplooien, etc. Het leren verantwoorde keuzes te maken, dat hierbij nodig is, is cruciaal voor een verdere persoonlijke ontwikkeling. De bestaande vormen van educatie zoals sportstimulering, natuur- en milieueducatie en cultuureducatie worden aangevuld met andere onderwerpen zoals techniek en elektronica (bijvoorbeeld gaming, robotwedstrijden, etc.).
8 De gegevens van weeramateurs worden door de klimaatverandering en de lokale effecten daarvan nu ook voor het KNMI belangrijk.
24 Gebiedsanalyse 2008 naar perspectief 2010 Overschie