Keuzesessie 1 Onderwerp
Winst met werkgeheugentraining? Cogmed, effectieve behandelmethode in de kinder- en jeugdpsychiatrie?
Door Categorie Samenvatting
Sammy Roording en Dorine Slaats-Willemse verstand Met de toegenomen kennis over het brein en diens plasticiteit, neemt ook de interesse én de vraag naar innovatieve en effectieve behandelmethoden van neurocognitieve- en psychiatrische stoornissen toe. Deze ontwikkeling staat nog in de kinderschoenen, maar door nieuwe inzichten vanuit de neurowetenschappen neemt het wetenschappelijk onderzoek naar effectieve behandelmethoden bij psychiatrische stoornissen een hoge vlucht. Zo zijn de afgelopen jaren behandelmethoden ontwikkeld om het werkgeheugen te verbeteren, vanuit de bevinding dat werkgeheugenproblematiek een centrale rol speelt bij psychiatrische stoornissen zoals ADHD en leerstoornissen. In deze workshop zal duidelijk worden wat het werkgeheugen is, hoe dit wordt gemeten in neuropsychologisch onderzoek, en welke rol het werkgeheugen speelt in het beloop van kinderpsychiatrische stoornissen. Er zal een demonstratie van de Cogmed werkgeheugentraining gegeven worden, waarbij het publiek wordt uitgenodigd zijn/haar eigen werkgeheugen op de proef te stellen. Daarnaast wordt stilgestaan bij de zin en onzin van het trainen van het werkgeheugen en worden de (binnen Karakter) lopende wetenschappelijke studies naar het effect van Cogmed werkgeheugentraining besproken: onderzoek bij kleuters met ADHD; onderzoek bij kinderen van 10-14 jaar met een licht verstandelijke beperking (IQ 70-85) en neuropsychiatrische stoornissen; een interventiestudie die het effect van Cogmed vergelijkt tussen drie groepen kinderen met respectievelijk ADHD, leerstoornissen (oa. dyslexie en dyscalculie) en leerproblemen.
Keuzesessie 2 Onderwerp
Fysieke en mentale rigiditeit bij High Functioning Autism Hoe buigzaam kan een kind zijn?
Door Categorie Samenvatting
Wouter Staal en Mandy Kerckhoffs-Mosterd Gedrag Autisme spectrum stoornissen hebben als belangrijk kenmerk dat zij gepaard gaan met rigide en stereotype gedragingen. Bij hoog functionerend autisme (HFA) is recentelijk onderzocht in hoeverre mentale inflexibiliteit en impulsiviteit een rol spelen. Tevens is meer bekend over het voorkomen van fysieke rigiditeit bij HFA. In de workshop wordt u op de hoogte gebracht van de laatste inzichten op het gebied van fysieke en mentale rigiditeit bij HFA, en worden klinische consequenties hiervan besproken. Wouter Staal is opleider voor kinder- en jeugdpsychiatrie bij Karakter. Hij is tevens aangesteld als onderzoeker bij de Radboud Universiteit Nijmegen (afd. Cognitive Neuroscience), waar hij onderzoek doet naar neurobiologische aspecten van ontwikkelingsstoornissen, met bijzondere aandacht voor autisme spectrum stoornissen. Daarnaast is hij als kinder- en jeugdpsychiater werkzaam als hoofd van het zorgpad voor autisme spectrum stoornissen.
Keuzesessie 3 Onderwerp
Borderline; diagnose en behandeling bij adolescenten De subtiele balans tussen milde flexibiliteit en rotsvaste doelgerichtheid
Door Categorie Samenvatting
Trude Nieuwenhuis Cognitie Subtitel: Is de Borderline persoonlijkheidsstoornis bij adolescenten een valide diagnose? En hoe wordt de behandeling van deze persoonlijkheidsproblematiek vormgegeven op de klinische en poliklinische jeugdpsychiatrische afdeling van Karakter Zetten? De persoonlijkheidstoornissen worden in de DSM-IV gedefinieerd door een diepgaand patroon van denken, handelen en voelen, dat star en stabiel over de tijd is. Hoewel uit onderzoek blijkt dat persoonlijkheidskenmerken onder het 18e levensjaar, evenals bij volwassenen, minder stabiel zijn dan vroeger werd aangenomen, kan volgens de meeste auteurs een valide diagnose worden gesteld. In deze workshop wordt de huidige visie betreffende diagnostiek en behandeling van de borderline persoonlijkheidsstoornis bij adolescenten kort belicht evenals de daaruit volgende keuze voor de dialectische gedragstherapie als behandelvorm voor deze jongeren. Vervolgens wordt er nader ingegaan op deze therapie en de vormgeving daarvan op de behandelgroep. Trude Nieuwenhuis is kinder- en jeugdpsychiater en heeft met haar team de DGT (dialectische gedragstherapie) geïmplementeerd op de kliniek en de polikliniek van Karakter (locatie Zetten) en heeft daarmee de behandeling van persoonlijkheidsproblematiek binnen Karakter een duidelijke plek gegeven. Momenteel is zij actief in de ambulantisering van het Universitair Cluster. Zij is werkzaam op de adolescentenkliniek, de polikliniek en op de OGHeldringstichting (jeugdzorg-plus) als consulterend kinder- en jeugdpsychiater. Daarnaast verzorgt ze het onderwijs binnen Karakter gericht op persoonlijkheidsproblematiek.
Keuzesessie 4 Onderwerp
Idefix, de flexibele kliniek Succes van flexibele kinderpsychiatrische jeugdzorg
Door Categorie Samenvatting
Marco Braam Toekomst Ambulantiseren is het toverwoord in de moderne kinder- en jeugdpsychiatrie, ingegeven door visie op zorg maar ook door minder financiële middelen die tot onze beschikking zijn. Deze combinatie van factoren maakt creatief en vindingrijk. Een voorbeeld van creativiteit is het project Idefix, waar behandeling op maat wordt geboden hand in hand met patiënt en ouders. Daar waar Idefix eerder een klassieke klinische behandelgroep was met 8 bedden voor kinderen van 4-8 is het nu omgebouwd tot een soort bijenkorf van verschillende behandelvormen. Klinische opname, dagbehandeling, deeltijdklinisch, dagbehandeling plus thuisbehandeling, ouders die meedraaien op de groep, het wordt allemaal geboden. En dit ook nog voor dezelfde kostprijs als in de volledig klinische variant. Wekelijks wordt samen met ouders bekeken welke hulpvorm het beste aansluit bij de ontwikkeling van kind en ouders, en vervolgens wordt geschoven van bijvoorbeeld klinisch naar deeltijdklinisch, of klinisch naar dagbehandeling, en soms -als het nodig is- bijvoorbeeld van dagbehandeling naar klinisch. In deze workshop hoort u hoe we dit gedaan hebben met elkaar, wat de effecten zijn en hoe je het financieel voor elkaar krijgt. Hoe krijg je het team klaar voor deze veranderingen, wat doe je in de cultuur, hoe ontwikkel je deze verschuiving van zorg, en hoe organiseer je de boel. Idefix is winnaar van de Spieringprijs 2012
Keuzesessie 5 Onderwerp
Klinische syndromen bij Licht Verstandelijke Beperking Bijzondere beelden en symptomatologie
Door Categorie Samenvatting
Hanneke Rensen Verstand Een licht verstandelijke beperking op zich kan al leiden tot gedragsproblematiek zoals stereotypieën, dwangmatige rituelen en stressgerelateerde klachten zoals automutilatie, agressie en impulsiviteit. Daarnaast is bekend dat door de verstandelijke beperking psychiatrische stoornissen zich met meer atypische symptomatologie kunnen manifesteren. De diagnostiek en behandeling van de psychiatrische stoornissen bij licht verstandelijk beperkten wordt verder gecompliceerd doordat sommige genetisch bepaalde syndromen gepaard kunnen gaan met een voor dit syndroom specifieke psychiatrische aandoening. De ontwikkelingen en onderzoeksmogelijkheden binnen de genetica bieden steeds meer kennis over deze specifieke relatie. In de workshop wordt aan de hand van beelden en symptomatologie stilgestaan bij deze ontwikkelingen. Op basis van casuïstiek zal geïllustreerd worden wat dit betekent voor diagnostiek en behandeling van de specifieke syndroomgerelateerde psychopathologie.
Keuzesessie 6 Onderwerp
Klinisch en wetenschappelijk gebruik van de ADOS bij kinderen en jongeren Vroegdiagnostiek met behulp van Autism Diagnostic Observation Schedule
Door Categorie Samenvatting
Sascha Roos-Staal en Marloes Rikken Gedrag Algemene informatie Het Autisme Diagnostisch Observatie Schema (ADOS) is een observatieinstrument waarmee verschillende communicatieve en sociale gedragingen op semigestandaardiseerde wijze worden uitgelokt. De afname vindt plaats in een 1-op-1 situatie van ongeveer 45 tot 60 minuten. Op basis van de observatie wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn voor een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) bij het onderzochte kind, de adolescent of de volwassene. De ADOS levert een bijdrage aan de vaststelling van de diagnose in het Autisme Spectrum. De ADOS bestaat uit vier modules. Iedere module is geschikt voor een specifieke doelgroep, namelijk: Module 1 voor kinderen zonder taal of met enkele woordjes. Module 2 voor kinderen die in korte zinnen spreken. Module 3 voor kinderen en jongere adolescenten met vloeiend taalgebruik. Module 4 voor oudere adolescenten en volwassenen met vloeiend taalgebruik. De ADOS is bruikbaar op alle ontwikkelingsniveaus vanaf een mentale leeftijd van ongeveer 24 maanden. De ADOS kwantificeert vaardigheden en beperkingen op twee domeinen van Autisme Spectrum Stoornissen, namelijk wederkerige sociale interactie en communicatie. De ADOS is sinds 2008 verkrijgbaar in een Nederlandse uitgaven.
Keuzesessie 7 Onderwerp
Hoe lenig is het brein van een jongere met psychopathische trekken? Ervaringen met callous-unemotional (CU) traits
Door Categorie Samenvatting
Pierre Herpers Cognitie Callous-unemotional (CU) traits is een relatief nieuw begrip binnen de psychiatrie. Sinds een twintigtal jaar wordt hier in sterk toenemende mate onderzoek naar gedaan. Hoewel CU traits naar alle waarschijnlijkheid in de nieuwe DSM zullen worden opgenomen als subtypering bij de (antisociale) gedragsstoornis, blijven er nog veel onderzoeksvragen over. Een belangrijke vraag in het onderzoek naar psychopathie blijft bijvoorbeeld: ‘Kunnen ze zich niet socialer gedragen of willen ze het niet?’. Met andere woorden: hoe flexibel is het brein van een jongere met psychopathische trekken? Het nadenken over dit soort vragen vergt ook flexibiliteit van ons eigen brein. De aanwezigheid van CU traits bij jongeren lijkt een complicerende factor voor de prognose en behandeling. De aanpak van deze problematiek vergt zowel een goed begrip als creativiteit. De workshop heeft een interactief karakter. Er zal kort stil worden gestaan bij etiologische factoren, diagnostiek en behandeling van CU traits bij jongeren. Pierre Herpers is kinder- en jeugdpsychiater en sinds 2007 werkzaam bij Karakter als manager behandelzaken op de polikliniek van het Universitair Cluster. Daarnaast is hij werkzaam als onderzoeker. Zijn onderzoek richt zich op de waarde van callous-unemotional traits (‘psychopathische kenmerken’) voor diagnostiek en behandeling bij jongeren met psychiatrische problematiek.
Keuzesessie 8 Onderwerp
Niet opnemen, tenzij… Knelpunten van intensieve behandeling, effectiviteit en tevredenheid van patiënt en systeem
Door Categorie Samenvatting
Maartje de Kanter Toekomst Waar je weinig twijfel hoeft te hebben over het positieve effect van een opname binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie, moet deze twijfel er wel degelijk zijn als de vraag gesteld wordt: wat is de beste (plaats van) behandeling voor deze jongeren? Immers in dat geval is -gekeken naar effectiviteit en tevredenheid van patiënt en systeem- een klinische opname ineens niet meer zo zaligmakend. Ook het overwegend klachtgericht behandelen biedt dan ineens niet meer voldoende houvast. Na een korte uiteenzetting van de ambulantisering bij Karakter, gaan we in de workshop zoeken naar de knelpunten van de intensieve behandelunit (IBU) aan de hand van casuïstiek. Dus kom meepraten, discussiëren en vragen. Wees enthousiast, maar kritisch. Kom als collega uit het veld, maar vooral als onze partner binnen de zorg voor kinderen en jongeren.
Keuzesessie 9 Onderwerp
ROM: meten per sessie, meerwaarde of belasting? Pilotonderzoek naar frequent evalueren van behandelingen
Door Categorie Samenvatting
Ingrid van den Berg Toekomst Routine Outcome Monitoring (ROM) is de systematische evaluatie van de reactie van een patiënt op behandelingen gedurende het behandelingstraject. Deze evaluatie biedt behandelaren informatie over het behandelproces van patiënten die zij kunnen gebruiken in de behandeling. Al enige tijd bestaat de mogelijkheid om met de Outcome Rating Scale (ORS) en de Session Rating Scale (SRS) de behandeling van patiënten per sessie te evalueren. Deze vragenlijsten bestaan uit slechts vier visuele schalen die bij patiënten het effect van de behandeling (ORS) en beleving van de sessie (SRS) meten. Een mogelijk voordeel van deze vragenlijsten is dat door nauwkeurig meten en het bespreekbaar maken van deze uitkomsten, de behandelresultaten binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie verbeteren. Als mogelijk nadeel wordt de belasting van patiënten en behandelaren genoemd. Karakter is recent een pilot gestart naar de voor- en nadelen van de ORS en SRS binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. De workshop zal ingaan op de achtergronden van dergelijke vragenlijsten en de bestaande ervaringen en onderzoeken binnen de psychiatrie en psychotherapie. Daarnaast worden de eerste resultaten van de pilot aan u voorgelegd en is er ruimte voor discussie over de meerwaarde en/of de belasting van dergelijke vragenlijsten in de behandeling van kinderen met psychiatrische problematiek en hun ouders.