Functieprofiel leden Algemeen Bestuur In dit document worden de vereiste kennis, ervaring en competenties voor een lid van het Algemeen Bestuur in het algemeen omschreven. De vereiste competenties hebben betrekking op de competenties die nodig zijn om alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden adequaat te kunnen invullen. Bij een vacature wordt op basis van onderstaande generieke competenties een specifieke profielschets opgesteld in samenhang met de bezetting van het Bestuur, de weggevallen kennis, vaardigheden en competenties en de benodigde kennis, vaardigheden en competenties. Voorts wordt dan rekening gehouden met de gewenste diversiteit binnen het bestuur. Aan kandidaat-bestuursleden zal gevraagd worden om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG, een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie) te overleggen. Gezien haar paritaire oorsprong vindt het bestuur het van groot belang dat bestuursleden affiniteit hebben en behouden met de achterban van werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden. Omdat Pensioenfonds Vervoer een fonds is voor en door de sector is het naast geschiktheid, daarom heel belangrijk dat een bestuurslid affiniteit heeft met de vervoerssector.
1.1
Algemeen Missie, visie en strategie van het pensioenfonds De missie en visie van Pensioenfonds Vervoer luiden als volgt. Missie Pensioenfonds Vervoer wil voor huidige en voormalige werknemers (waaronder gepensioneerden) in het beroepsgoederenvervoer, het besloten bus- en taxivervoer, het binnenbeurtvaartbedrijf en het kraanverhuurbedrijf op betrouwbare, transparante, professionele en kostenefficiënte wijze een zo goed mogelijk pensioen verzorgen. Pensioenfonds Vervoer belegt en beheert de pensioenpremies tegen verantwoorde risico’s en wil dit ook op een maatschappelijk verantwoorde wijze doen. Pensioenfonds Vervoer communiceert helder met alle belanghebbenden. Visie Pensioenfonds Vervoer wil hèt pensioenfonds zijn voor alle werkenden in de verschillende vervoerssectoren.
De strategie van het fonds voor de komende jaren wordt in 2015 vastgesteld.
Organisatie van het Pensioenfonds De rollen binnen Pensioenfonds Vervoer zijn kernachtig als volgt weer te geven:
Algemeen Bestuur: beleidsbepalend, besluitvormend, controlerend en dragen eindverantwoordelijkheid;
Bestuursgremia: adviserend, controlerend, beleidsvoorbereidend en /of besluitvormend binnen het verkregen mandaat;
Raad van Toezicht: intern toezicht;
Verantwoordingsorgaan: geeft een oordeel over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het intern toezicht, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over de beleidskeuzes over de toekomst. Het Verantwoordingsorgaan heeft daarnaast adviesrecht;
Bestuursbureau: regievoering, adviserend, beleidsvoorbereidend, controlerend en monitorend;
Uitvoeringsorganisatie: uitvoerend, adviserend en controlerend;
Externe dienstverleners: adviserend en/of controlerend.
Taken Het Algemeen Bestuur heeft de volgende taken:
Het besturen en vertegenwoordigen van het pensioenfonds;
Het dragen van eindverantwoordelijkheid voor het beleid van het pensioenfonds, bestuursleden treden besluitvormend en controlerend op;
Het zorgdragen dat alle belanghebbenden van het pensioenfonds zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen en dat de benodigde competenties t.b.v. het besturen van het fonds aanwezig zijn;
Het beschouwen van de verplichtingen en bezittingen van het pensioenfonds;
Het uitzetten en evalueren van strategisch beleid, waarbij samenhang tussen deelgebieden wordt bereikt en waarbij de belangen van alle belanghebbenden zorgvuldig worden afgewogen;
Het beheersen van risico’s (beleggingen, continuïteit/uitvoering, verzekeringstechnisch);
Het verlenen van mandaten, inclusief organiseren checks & balances op vergeven mandaten; 2
Het vaststellen van de wijze waarop over de door het fonds uitgevoerde regeling(en) naar buiten wordt gecommuniceerd;
Het uitvoeren van de taken die in de statuten zijn opgedragen aan het bestuur;
Het delegeren van taken aan het bestuursbureau en initiëren van beleidswijzigingen;
Het onderhouden van contact met de actuaris, de accountant, de toezichthouders (DNB en AFM) en andere externe partijen.
Kenmerken pensioenfonds Pensioenfonds Vervoer is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds dat in 1964 in het leven is geroepen. De door het fonds uitgevoerde regelingen bieden werknemers in de sectoren beroepsgoederen-, besloten bus- en taxivervoer, het binnenbeurtvaartbedrijf en het kraanverhuurbedrijf een goede (pre)pensioenregeling en, indien van toepassing, VUTregeling. Alle voor de financiering benodigde middelen worden via premies door werkgevers en werknemers gezamenlijk opgebracht. De netto premieopbrengsten die niet direct worden gebruikt voor de uitkeringen, worden belegd conform het door het bestuur vastgestelde beleggingsbeleid. Afhankelijk van de financiële situatie van het fonds en de loonontwikkeling in de bedrijfstak, wordt per jaar door het bestuur een besluit genomen over de vraag of de opgebouwde aanspraken en al ingegane worden geïndexeerd.
Pensioenfonds Vervoer beheert en verzorgt de pensioenen:
van meer dan 161.000 werknemers
van ruim 84.000 gepensioneerden
van ruim 377.000 ex-deelnemers (mensen die uit dienst gingen en voor een andere bedrijfstak kozen of stopten met werken)
Er zijn circa 8.200 werkgevers aangesloten bij Pensioenfonds Vervoer. Het fonds heeft ultimo 2013 een belegd vermogen van € 14,7 mrd. Samenstelling bestuur Het bestuur van het fonds bestaat vanaf 1 juli 2014 uit acht leden, vier leden van werkgeverszijde, drie leden van werknemerszijde en één lid namens pensioengerechtigden. De benoeming van de diverse bestuursleden vindt als volgt plaats: 1. vier vertegenwoordigers namens werkgevers worden benoemd door het bestuur op voordracht van: o
Transport en Logistiek Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer (3 leden);
o
Koninklijk Nederlands Vervoer, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage (1 lid).
2. drie vertegenwoordigers namens werknemers worden benoemd door het bestuur op voordracht van: 3
o
FNV Bondgenoten, statutair gevestigd te Utrecht (2 leden);
o
CNV Vakmensen, statutair gevestigd te Utrecht (1 lid).
3. de vertegenwoordiger namens pensioengerechtigden wordt benoemd door het bestuur na directe verkiezingen. Duur zittingstermijn De bestuursleden hebben zitting voor een tijdvak van vier jaren, doch kunnen na afloop van deze periode in beginsel ten hoogste twee keer terstond opnieuw worden benoemd.
Benoemingsprocedure Bestuursleden, die geen specifieke vertegenwoordiger zijn van pensioengerechtigden, worden door het bestuur benoemd op voordracht van de hiervoor genoemde werknemersen werkgeversverenigingen. De leden van het bestuur worden, na het horen van de Raad van Toezicht benoemd. Benoeming van het bestuurslid namens pensioengerechtigden geschiedt na verkiezingen en het horen van de Raad van Toezicht. Kiesgerechtigde voor de bestuurszetel namens pensioengerechtigden is de persoon die op voordracht van de verenigingen FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen, danwel elke vereniging als bedoeld in artikel 115 lid 6 Pensioenwet zoals deze luidt vanaf 1 juli 2014, kandidaat wordt gesteld, met dien verstande dat deze vereniging ten minste 500 leden heeft die pensioengerechtigden zijn van Pensioenfonds Vervoer. De verkiezingsprocedure is vastgelegd in een verkiezingsreglement. Voorbehouden Het bestuur heeft de mogelijkheid een kandidaat af te wijzen, indien deze kandidaat niet voldoet aan het opgestelde profiel. Voorts is benoeming van het bestuurslid onder voorbehoud van instemming van DNB. Vergoedingsregeling Voor de werkzaamheden ontvangt het bestuurslid, uitgaande van een gemiddelde tijdsbesteding van 1 dag in de week, een vaste vergoeding conform de richtlijnen van de Pensioenfederatie.
1.2
Generieke kennis en ervaring bestuursleden Algemeen Bestuur Bestuursleden beschikken (in meerdere of mindere mate) over de volgende kennis en ervaringsvereiste:
4
HBO werk- en denkniveau;
Aantoonbare werkervaring in gelijksoortige bestuursfuncties;
Ruime kennis inzake (het uitvoeren van) pensioen- en vermogensbeheer en de risico’s die hiermee gepaard gaan. Ervaring op dit gebied is een pre. Op de hoogte van actuele ontwikkelingen en trends in pensioen-/vermogensbeheer en relevante wet- en regelgeving;
Aantoonbare affiniteit met de pensioensector en bekend met de actuele ontwikkelingen in de pensioensector en de oudedagsvoorziening;
Aantoonbare bestuurlijke ervaring en goed gevoel voor politieke verhoudingen.
Deskundigheids-/geschiktheidseisen: Bestuursleden hebben bij aantreden minimaal kennisniveau A op de volgende gebieden:
Besturen organisatie’
Relevante (pensioen) wet- en regelgeving
Pensioenregelingen en -soorten
Financieel technische en actuariële aspecten
Administratieve organisatie en interne controle
Communicatie
Uitbesteding
Het bestuur streeft naar kennisniveau B voor alle individuele bestuursleden.
1.3
Generieke competenties bestuursleden Algemeen Bestuur Bestuursleden beschikken (in meerdere of mindere mate) over de volgende competenties:
Analytisch vermogen: herkent belangrijke informatie en signaleert belangrijke ontwikkelingen. Is zich bewust van de hoofdlijnen, problemen en oplossingen die pas op langere termijn zullen spelen en houdt daar rekening mee. Komt snel tot de kern van complexe materie. Draagt bij aan een organisatie waarin waarde wordt gehecht aan een heldere probleemanalyse als basis voor meningsvorming en/of beslissingen;
Communicatief en sociaal vaardig: is in staat zijn oordeel zowel mondeling als schriftelijk helder te communiceren;
Integriteit: leeft de waarden van Pensioenfonds Vervoer en heeft zelf ook duidelijke en uitgesproken normen en waarden. Vertoont voorbeeldgedrag. Stelt het belang van Pensioenfonds Vervoer boven het eigen belang. Is open en eerlijk ten opzichte van
5
anderen, is betrouwbaar in het nakomen van afspraken. Gaat correct om met gevoelige informatie. Committeert zich alleen als hij het ook waar kan maken;
Kwaliteitsbewustzijn: stelt hoge eisen aan eigen werk en aan dat van anderen op het gebied van kwaliteit en nauwkeurigheid. Stimuleert kwaliteitsbewustzijn als vast onderdeel van het beleid;
Organisatie- en omgevingsbewustzijn: is zich bewust van de relaties en (politieke) verhoudingen en doorziet deze. Is alert op ontwikkelingen, legt contacten en maakt gebruik van bruikbare ondersteunende netwerken. Maakt keuzes en stelt prioriteiten die aansluiten bij de organisatiedoelstellingen en waarden;
Resultaatgerichtheid: is gericht op het behalen van afgesproken doelstellingen. Stelt duidelijke prioriteiten;
Beheersing werk: bepaalt prioriteiten.
Zelfstartend vermogen: initieert uit eigen beweging beleid. Onderkent verbeteringen ten aanzien van het pensioenbeheer en handelt daarnaar. Draagt uit eigen beweging oplossingen aan;
Kritische instelling: denkt met diepgang, bekijkt zaken vanuit verschillende invalshoeken, accepteert beweringen of feiten niet klakkeloos, maar overweegt rijkelijk;
Besluitvaardigheid: neemt beslissingen door middel van het ondernemen van acties of legt zich vast door het uitspreken van meningen.
Oordeelvorming: is in staat om afhankelijkheden tussen en consequenties van beleidsvoorstellen te overzien, kan oordelen vormen over beleidsvoorstellen en kan toetsen of beleidskeuzes een deugdelijk bestuurlijk proces hebben ondergaan;
Slagvaardigheid: handelt effectief in een dynamische of snel wisselende omgeving;
Inlevingsvermogen: kan zich verplaatsen in anderen en zich bewust tonen van de invloed van het eigen handelen op anderen;
Netwerkvaardigheid: ontwikkelt en is in staat externe contacten met overkoepelende organisaties te onderhouden, pensioenfondsen en andere instellingen en benut deze voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking;
Betrouwbaarheid;
Reflecterend vermogen;
Multidisciplinair denken;
6
Samenwerken;
Kennis en ervaring met vermogensbeheer, de diverse vermogenscategorieën en financiële instrumenten. Op de hoogte van actuele ontwikkelingen en trends in vermogensbeheer en beleggingen en relevante wet- en regelgeving. Kan beide zijden van de pensioenfondsbalans met elkaar in verband brengen.
Kennis en ervaring met pensioenbeheer, op de hoogte van actuele ontwikkelingen en trends in pensioenbeheer en relevante wet- en regelgeving.
Kennis en ervaring op het gebied van faillissementen;
Kennis van relevante wet- en regelgeving;
Het ophalen van kennis uit de sector en kunnen vertalen naar beleidsadvies aan het bestuur.
1.4
Onafhankelijkheid bestuursleden Onafhankelijke opstelling bestuursleden: In mind
Zelfstandig in gedrag;
Eigen standpunt naar voren durven te brengen;
Standpunten verdedigen in belang pensioenfonds;
Kritisch;
Objectiviteit;
Onafhankelijk van uitvoeringsorganisatie.
In appearance
1.5
Nevenfuncties mogen geen schijn van belangenverstrengeling wekken.
Transparant zijn.
Diversiteit bestuur Het bestuur streeft naar de diversiteit zoals omschreven in de code pensioenfondsen. Bij vacatures in het bestuur zal het bestuur de samenstelling (qua leeftijdsopbouw en geslacht) van het bestuur betrekken in het gewenste profiel van het kandidaat-bestuurslid. Het bestuur houdt bij het opstellen van de profielschets rekening met het diversiteitsbeleid.
In het bestuur zitten ten minste één man en één vrouw; 7
In het bestuur zitten ten minste één lid boven en één lid onder de veertig jaar.
Bij de vervulling van een vacature wordt actief gezocht (en/of actief opgeroepen om te zoeken) naar kandidaten die passen in de diversiteitsdoelstellingen. Het bestuur neemt hierover tijdig contact op met degenen die betrokken zijn bij het voordragen of de verkiezing van kandidaten. Het bestuur toetst voorgedragen kandidaten mede aan de hand van de diversiteitsdoelstellingen.
1.6
Tijdsbeslag bestuur Een belangrijke randvoorwaarde voor de kwaliteit van het bestuurlijk functioneren is de beschikbaarheid van tijd van bestuursleden. Jaarlijks zijn er circa 19 bestuursvergaderingen die ruim een dagdeel duren. Daarnaast vergaderen de drie commissies die het bestuur adviseren gemiddeld 5 keer per jaar. Bovendien wordt jaarlijks tijd geserveerd (voor 2015 minimaal 8 dagen) voor opleiding en het bijwonen van seminars en bijeenkomsten.
Binnen het bestuur van Pensioenfonds Vervoer worden drie rollen onderscheiden, namelijk die van voorzitter, die van secretaris en die van regulier bestuurslid. Om de functie van voorzitter, secretaris en regulier bestuurslid van Pensioenfonds Vervoer goed te kunnen uitoefenen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
Voor de werkzaamheden van de voorzitter van het bestuur dient naar de normering van DNB met gemiddeld 3 werkdagen per week gerekend te worden.
•
Voor de werkzaamheden van de secretaris en van een regulier bestuurslid (die ook in één of meerdere bestuurscommissies participeert) dient naar de normering van DNB gemiddeld met 2 werkdagen per week gerekend te worden;
Voor kandidaten die vanaf 1 juli 2014 benoemd worden tot bestuurder van het fonds, geldt eveneens de normering inzake het tijdsbeslag van DNB. Het tijdsbeslag wordt bepaald aan de hand van een zogenaamde ‘voltijd equivalent score’ (‘VTE score’). Daarin is het tijdsbeslag opgeteld van de beoogde functie en andere bestuurs- en toezichtfuncties die de kandidaat heeft. De VTE score mag maximaal 1 zijn. Tot bestuurder van het pensioenfonds kunnen in ieder geval niet worden benoemd personen die door deze benoeming meer dan 1 voltijd equivalent (VTE) aan werkzaamheden als bestuurder of in een toezichthoudend orgaan zouden verrichten.
8