Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
Functiegegevens Functie: Periode van - tot: Graad: Niveau: Dienst: Departement: Hoofddepartement:
E1 E
SCHOONMA(A)K(ST)ER LOGISTIEK 01/01/2013 Aanvangsgraad niveau E Niveau E 011902 - LOGISTIEK HOOFDDEP. ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Doel van de functie De schoonma(a)k(st)er logistiek staat in voor de dagelijkse schoonmaak van het administratief centrum, de technische dienst, het woon- en zorgcentrum, lokaal dienstencentrum t Dorp, het dagverzorgingscentrum en de niet-bewoonde ruimten van de zorgflats en assistentiewoningen, inclusief de buitenruimten, en dit volgens de gangbare schoonmaakmethode. Hij/zij is tevens verantwoordelijk voor een aantal huishoudelijke taken.
Plaats in de organisatie De schoonma(a)k(st)er logistiek staat onder de directe verantwoordelijkheid van de teamleider schoonmaak, maar wordt geëvalueerd door het diensthoofd logistiek.
Beoordelaars Eerste beoordelaar
10/02/2015
DIENSTHOOFD LOGISTIEK MICHIELS CORNEEL
Functiebeschrijving
Pagina :
1/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
TAKEN 1.
TAKENPAKKET SCHOONMAAK LOGISTIEK UITVOEREN VAN DAGELIJKSE SCHOONMAAKTAKEN -Afstoffen/afwassen van het in de ruimte aanwezige meubilair, vensterbanken, radiatoren, ventilatiesystemen, verlichting, plinten, deurlijsten, richeltjes, brandblusapparaten, trapleuningen, toestellen, ... -Deuren afkuisen/afwassen. -Moppen/dweilen, boenen en/of schuren van de vloeren volgens afspraak. -Stofzuigen van matten -Ontsmetten van kamers bewoners woon- en zorgcentrum ingeval van besmettelijke ziekte (tegen MRSA). . -Poetsen van de toiletten, lavabos, spiegels, bad- en doucheruimtes. -Afwassen van tegelwanden. UITVOEREN VAN REGELMATIG WEERKERENDE SCHOONMAAKTAKEN -Ontsmetten van bedden. -Ramen kuisen. -Grondig poetsen van de liften (van binnen en van buiten). -Grondige opkuisen van vrijgekomen kamers in het woon- en zorgcentrum. -Periodieke grote schoonmaak volgens planning van vloeren, meubilair, plafonds, e.a., of in uitdrukkelijke opdracht van het diensthoofd logistiek. SCHOONMAKEN VAN BUITENRUIMTEN -Opkeren en schuren van terrassen, buitentrappen en opritten. -Afkuisen van de fietsenrekken en fietsenstalling. -Afkuisen/afwassen van brievenbussen, poorten, ... HUISHOUDELIJKE TAKEN IN GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTEN -Klaarzetten en/of opruimen vergaderzalen. -Bedienen afwasmachines in de administratieve gebouwen. -Spoelen van koffiemachines. -Voorraden frisdranken koelkasten in vergaderzalen controleren en aan diensthoofd logistiek signaleren dat aanvulling door TD nodig is -Verzamelen en wegvoeren van het afval. VERZORGEN VAN DE WAS -Verzorgen van de was (inladen, opstarten en uitladen wasmachine en droogkast). -Ophalen van het vuile linnen van het woon- en zorgcentrum en afleveren bij de verzamelruimte. -Opbergen van het propere linnen in de individuele opbergrekken. -Neerhalen, wassen en ophangen van gordijnen. OVERIGE HUISHOUDELIJKE TAKEN -In de sanitaire ruimten aanvullen van WC-papier, papieren handdoekjes, handzeep, enz. -Nazicht van legionella. -Planten en bloemen verzorgen. -Asbakken leegmaken. -Waterbakjes verwarming bijvullen. -Vuilbakken ledigen. -Papierbakken en PMD buiten zetten. -Vuil afhalen en deponeren op afhaalplaats (pamperzakken, grijze zakken, groencontainers uit de keuken, glas, ..). ONDERHOUD MATERIAAL EN VOORAADBEHEER -Poetskarren op orde houden en regelmatig afwassen. -Aanvullen materiaal op de poetskarren. -Onderhoud van was- en droogkasten. -Onderhoud van boen- en schuurmachines. -Voorraden schoonmaakproducten opvolgen en signaleren aan de teamleider schoonmaak of het diensthoofd logistiek indien bestelling nodig is. -Binnengekomen bestellingen weg zetten.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
2/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
OVERIGE -Signaleren aan de teamleider schoonmaak of het diensthoofd logistiek van mankementen. -Occasioneel, en slechts in uitdrukkelijke opdracht van het diensthoofd logistiek , bepaalde schoonmaaktaken in een flat, doorgangswoning of elders verrichten. -Deelnemen aan de overlegmomenten met collegas. -Volgen van opgelegde bijscholingen. -Verrichten van overige werkzaamheden passend binnen de doelstelling van de afdeling.
GEDRAGSCOMPETENTIES 1.
KERNCOMPETENTIES LOYALITEIT Je voelt je verbonden met en bent toegewijd aan de organisatie en het werk. Je bent bereid om het eigen gedrag aan te passen aan de behoeften, prioriteiten en doelen van de organisatie. LOYALITEIT NIVEAU 1 Je staat achter de doelen en waarden van de organisatie. a)Je verbindt je aan de werkwijzen van de organisatie en handelt daarnaar. b)Je handelt voor het eigen werkgebied in overeenstemming met het belang van de organisatie. c)Je bent fier dat je door je werk kan bijdragen tot het doel van de organisatie. d)Je voelt je verbonden met de belangen van de organisatie en de eigen rol of opdracht hierin. e)Je bent toegewijd aan en hebt respect voor het bestuur (Raad voor maatschappelijk welzijn, voorzitter, ...) en voor de bestaande regelgeving en richtlijnen. f)Je voert de beslissingen van de Raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau of het bijzonder comité op een collegiale wijze, snel, efficiënt en plichtsbewust uit. g)Je handelt politiek neutraal. h)Je vermijdt alles wat het vertrouwen van het publiek zou kunnen schaden of de eer of de waardigheid van het ambt in gedrang zou kunnen brengen. i)Je stelt je expliciet achter genomen beslissingen en verdedigt deze waar nodig. j)Je praat over wij in plaats van zij als je het over de eigen organisatie hebt. KLANTGERICHTHEID Je stemt je gedrag en acties af op de gevoeligheden, behoeften en wensen van de klanten, ook wanneer die niet rechtstreeks geuit worden. Je hebt hierbij zowel oog voor de interne klanten (departementen, diensten of medewerkers) als voor de externe klanten (de burgers). KLANTGERICHTHEID NIVEAU 1 Je reageert professioneel, vriendelijk en correct op vragen van klanten. a)Je behandelt de klant op een vriendelijke en hulpvaardige manier, ook als het een veeleisende klant is, het een klacht betreft, of als het druk is. b)Je houdt in de manier van vragen stellen, woorden gebruiken, zaken uitleggen, .... rekening met het begripsvermogen / de intelligentie van de klant. c)Je opent en sluit elk gesprek met een klant af op een vriendelijke manier. d)Je luistert aandachtig naar vragen en problemen van klanten. e)Je geeft zelf een antwoord op een suggestie, vraag of klacht, of brengt de klant, indien je zelf geen antwoord hebt, snel en correct in contact met de juiste dienst of persoon. Je schakelt desnoods collegas in om samen snel en efficiënt de klant te helpen. f)Je behandelt de klant in gelijke omstandigheden op dezelfde manier. g)Je vertelt duidelijk en vriendelijk wat de klant wel en niet kan verwachten. RESULTAATGERICHTHEID Je zet op tijd concrete resultaten neer die bijdragen tot de doelstellingen van de dienst, het departement en zodoende de organisatie in het algemeen. Je onderneemt concrete en gerichte acties met het oog op het behalen van doelstellingen.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
3/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
RESULTAATGERICHTHEID NIVEAU 1 Je werkt gericht en actief aan het bereiken van de vooropgestelde doelen. a)Je weet wat er verwacht wordt en voert deze taken op tijd en juist uit. b)Je gaat op tijd en regelmatig na of het verwachte eindresultaat zal behaald worden. c)Je zoekt spontaan naar oplossingen wanneer de taken en verwachtingen niet behaald werden. d)Je werkt steeds eerst de prioriteiten af en verliest jezelf niet in minder belangrijke details. e)Je werkt op een doeltreffende manier door bezig te zijn met de juiste zaken (cfr. de gestelde prioriteiten). f)Je voelt je betrokken bij de taken, aanvaardt opgedragen werk en bent bereid zo nodig een extra inspanning te leveren. g)Je stelt alles in het werk om afspraken met collegas en klanten na te komen. h)Je handelt rechtlijnig en voert genomen beslissingen loyaal uit. i)Je neemt de verantwoordelijkheid voor eigen handelingen, gedragingen en woorden. Je doet bijgevolg niet aan "paraplupolitiek". j)Je communiceert op regelmatige basis over de stand van zaken aan de andere betrokkenen. 2.
ZELFINZICHT EN ZELFONTWIKKELING BETROUWBAARHEID Je komt de gemaakte afspraken na en handelt volgens de waarden en de doelstellingen van het bestuur met aandacht voor de werking van de eigen dienst en de andere diensten van het bestuur. Je handelt correct in alle omstandigheden met respect voor anderen. BETROUWBAARHEID NIVEAU 1 Je respecteert mensen en de regels. a)Je respecteert reglementen, wetgeving, veiligheidsvoorschriften, het materiaal en de werkvoorschriften. b)Je respecteert de procedures en de gemaakte afspraken binnen de dienst en komt deze na. c)Je kent de gangbare waarden en normen van het bestuur en past die steeds toe. d)Je handelt overeenkomstig de doelstellingen van het bestuur. e)Je bent eerlijk tegenover jezelf, je collegas, diensthoofd, en het bestuur. f)Je gaat discreet om met vertrouwelijke en gevoelige informatie. g)Je gaat zorgvuldig om met de bevoegdheden en de middelen waarover je beschikt. h)Je geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten. i)Je toont respect voor en houdt rekening met de waardigheid van andere personen. MOTIVATIE VOOR HET WERK Je wil bijblijven en jezelf ontplooien in de functie. Je ziet werk. Je zet je in om opdrachten tijdig en degelijk uit te voeren om een behoorlijk resultaat te halen. Je voelt je verantwoordelijk voor het goed functioneren van de dienst. MOTIVATIE VOOR HET WERK NIVEAU 1 Je stimuleert jezelf om productief te werken en hebt zelfvertrouwen. a)Je toont spontaan belangstelling en inzet voor je werk. b)Je signaleert tekorten in de eigen kennis en vaardigheden en onderneemt actie om deze aan te vullen. c)Je bent bereid om je nieuwe werkmethodes eigen te maken en hiervoor eventueel vorming te volgen. d)Je verbetert uit eigen beweging voortdurend de eigen prestaties. e)Je aanvaardt opdrachten. f)Je bent bereid een extra inspanning te leveren. g)Je bent zelf verantwoordelijk voor een correcte uitvoering van je werk. h)Je wacht, als je een taak of een onderdeel ervan afgewerkt hebt, niet tot iemand zegt iets anders te doen. i)Je helpt en/of ondersteunt collegas als dit nodig is of als ze hier zelf om vragen. STRESSBESTENDIGHEID Je blijft normaal functioneren : -in situaties met hoge tijd- of werkdruk. -In onverwachte of moeilijke situaties. -Bij tegenslag, teleurstelling of kritiek.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
4/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
STRESSBESTENDIGHEID NIVEAU 1 Je blijft kalm en rustig bij tijdelijk verhoogde druk, tegenstand en negatieve commentaar. a)Je blijft kalm en rustig bij tijdelijke verhoging van druk. b)Je bewaakt je eigen grenzen van kennen en kunnen. c)Je signaleert problemen aan je diensthoofd. d)Je behoudt bij confrontaties, tegenstand en negatieve commentaar een correcte en tactvolle houding : je vermijdt woordenwisselingen en je reageert respectvol. e)Je blijft doorzetten in geval van tegenslagen en teleurstellingen op het werk. Je geeft niet te snel op. f)Je blijft resultaat- en kwaliteitsgericht werken onder tijdsdruk of in moeilijke omstandigheden. g)Je blijft onder moeilijke werkomstandigheden op de juiste manier reageren en hoofd- en bijzaak onderscheiden. Je houdt het hoofd koel. h)Je kan in stresssituaties de rust behouden bij jezelf en in de groep. 3.
SOCIALE EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN SAMENWERKEN Je werkt actief en gemotiveerd samen, zowel binnen de dienst als voor een onderwerp buiten de dienst, dat niet direct voor eigen belang is. Je zorgt ervoor dat verworven kennis aan de juiste personen doorgezegd wordt of terug te vinden is op de afgesproken plaats. SAMENWERKEN NIVEAU 2 Je werkt spontaan samen en stimuleert anderen tot samenwerking om zo tot een beter resultaat te komen. Je geeft informatie door aan de juiste personen. a)Je houdt rekening met de mening en inbreng van de andere, zonder dat je deze evenwel zonder meer moet overnemen. Indien je over bepaalde zaken een andere mening hebt, ga je hier met de andere dieper op in. b)Je komt gemaakte afspraken na. c)Je raadpleegt de juiste collegas en helpt minder ervaren collegas. d)Je bent bereid om taken en kennis te delen of over te nemen. e)Je geeft alle info die ook de collegas aanbelangt direct door. f)Je staat open om samen te werken met personen zowel binnen de eigen dienst als erbuiten. Als je enkel aan de indicatoren, hierboven vermeld, voldoet, dan heb je hoogstens een score 'onvoldoende'. g)Je zorgt voor een positieve bijdrage aan de teamgeest. h)Je kan je eigen mening uiten, maar opzij zetten in het belang van de dienst. i)Je hebt waardering voor ieders werk, inzicht en ervaring. j)Je komt met ideeën om het gezamenlijk resultaat te verbeteren. k)Je stelt het eigen kennen en kunnen in functie van het team. l)Je moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden. m)Je geeft opbouwende kritiek en commentaar. n)Je overlegt bij problemen spontaan met collegas en/of leidinggevende om samen een oplossing te vinden. o)Je werkt open en opbouwend ten aanzien van elkaar. p)Je werkt niet op een eilandje en houdt door te geven informatie niet voor jezelf. q)Je brengt collegas en leidinggevende meteen op de hoogte van wat er besproken is.
4.
PROBLEEM OPLOSSEN FLEXIBILITEIT Je past je eigen aanpak en handelingswijze aan in functie van de situatie of personen om een gesteld doel te bereiken.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
5/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
FLEXIBILITEIT NIVEAU 2 Je past je aanpak en/of handelingswijze aan om de gestelde doelstellingen beter (sneller, efficiënter, ) te kunnen bereiken. a)Je bent bereid taken te doen die niet tot het normale pakket behoren, indien de omstandigheden dit vereisen. b)Je bent bereid om een nieuwe taak te aanvaarden en begrip te tonen voor de situatie. c)Je bent bereid om op verschillende locaties te werken. d)Je presteert in principe geen overuren, maar bent bereid om onregelmatige prestaties te leveren. e)Je verhoogt tijdelijk het werktempo, indien de omstandigheden dit vragen (vb. wijzigende deadline, tegenslagen, plots bijkomende taken, ) f)Je zoekt tijdig een alternatieve oplossing/aanpak indien blijkt dat de gekozen aanpak niet geschikt is. Als je enkel aan de indicatoren, hierboven vermeld, voldoet, dan heb je hoogstens een score 'onvoldoende'. g)Je kan omgaan met een wijzigende deadline, tegenslagen, plots bijkomende taken, h)Je evalueert kritisch en regelmatig het (te verwachten) resultaat, met als doel de gekozen aanpak tijdig te kunnen bijsturen. i)Je reageert alert op nieuwe informatie die het bijsturen van een gekozen aanpak noodzakelijk maakt (je merkt dit op, schat de gevolgen in en overloopt alternatieven) j)Je bent bereid om overuren te presteren op uitdrukkelijke vraag van je directe leidinggevende. k)Je formuleert meerdere concrete alternatieven om de doelstellingen beter en efficiënter te kunnen bereiken. l)Je past je agenda en planning aan in functie van tijdsdruk, nieuwe prioriteiten, dringende vragen of behoeften. m)Je bent creatief en kunt snel oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. 5.
ORGANISATIE ZELFSTANDIG WERKEN Je denkt en werkt zelfstandig, met minimale ondersteuning van anderen waarbij men goede resultaten haalt. ZELFSTANDIG WERKEN NIVEAU 2 Je oefent je functie uit op een zelfstandige manier. a)Je werkt zelfstandig taken af volgens duidelijke instructies, regels en/of procedures. b)Je voert taken uit buiten het normale takenpakket indien nodig. c)Je vraagt informatie wanneer de opdracht niet begrepen is. d)Je kijkt je eigen werk na en corrigeert de mogelijke fouten zelf. Als je enkel aan de indicatoren, hierboven vermeld, voldoet, dan heb je hoogstens een score 'onvoldoende'. e)Je oefent je functie uit op een zelfstandige manier, met respect voor de richtlijnen. f)Je werkt zelfstandig de eigen taken af, maar hebt ondersteuning nodig in onbekende situaties. g)Je onderneemt pogingen om ook een onbekend probleem op te lossen vooraleer hulp in te roepen. h)Je hebt zelden toezicht nodig van de leidinggevende. i)Je hoeft slechts af en toe beroep te doen op collegas voor taken die binnen hetzelfde takenpakket liggen. j)Je kan buiten eenvoudige routinezaken ook moeilijkere opdrachten aan. k)Je gaat zelfstandig op moeilijkheden af en lost ze op.
6.
TAAKGERICHTE COMPETENTIES VEILIG EN ORDELIJK WERKEN Je voert je taken nauwgezet en ordelijk uit. Je gaat veilig om met materialen.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
6/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
VEILIG EN ORDELIJK WERKEN NIVEAU 3 Je blijft ook onder verhoogde druk veilig en ordelijk werken a)Je vindt snel terug wat gevraagd wordt. b)Je houdt je gegevens ordelijk bij. c)Je levert verzorgd en correct werk af (opmaak documenten, geen slordigheid,..). d)Je aanvaardt controle door anderen. e)Je vult formulieren correct en zorgvuldig in. f)Je onderhoudt je materialen conform de voorschriften. g)Je houdt je werkplaats netjes en houdt geen overbodige dingen bij. h)Je gebruikt de ter beschikking gestelde beschermingsmiddelen en dit op de juiste manier. i)Je gebruikt machines op een veilige manier en enkel waarvoor ze bestemd zijn. j)Je signaleert onveilige situaties. k)Je hebt oog voor de veiligheid van anderen. Als je enkel aan de indicatoren, hierboven vermeld, voldoet, dan heb je een score 'absoluut ontoereikend'. l)Je toetst je eigen werk aan de geldende regels. m)Je overlegt met je diensthoofd in geval er wordt afgeweken van geldende regels. n)Je past de procedures en veiligheidsvoorschriften goed toe. Als je enkel aan de indicatoren, hierboven vermeld, voldoet, dan heb je hoogstens een score 'onvoldoende'. o)Je levert steeds ordelijk werk af in functie van de beschikbare tijd. p)Je weet snelheid met ordelijkheid te combineren. q)Je combineert kwantiteit met kwaliteit. r)Je gaat gepast met details om, ook onder tijdsdruk. s)Je ziet en meldt zaken waar anderen misschien overheen kijken. t)Je neemt structurele maatregelen ter voorkoming van ongevallen.
TOELICHTING TECHNISCHE COMPETENTIES 1.
TECHNISCHE COMPETENTIES SCHOONMA(A)K(ST)ER LOGISTIEK WERKMIDDELEN De werkmiddelen eigen aan de functie betreffen : - poetskar - boenmachine - schuurmachine - stofzuiger - wasmachine - droogkast - afwasmachine PROCEDURES De procedures eigen aan de functie betreffen : - schoonmaakmethodiek - volgorde van werkplanning - invullen werklijsten FYSIEKE VEREISTEN Beschikken over een goede algemene fysieke conditie.
ALGEMENE TECHNISCHE COMPETENTIES 1.
10/02/2015
WETGEVING, WERKING EN WERKMIDDELEN
Functiebeschrijving
Pagina :
7/
8
Functiebeschrijving
OCMW SCHOTEN
WERKMIDDELEN Je kan werken met de beschikbare werkmiddelen, hebt achtergrondkennis van de werkmiddelen om de opdracht tot een goed einde te brengen. WERKMIDDELEN NIVEAU 1 Je hebt voldoende kennis van de werkmiddelen, eigen aan de functie, om de opdracht tot een goed einde te brengen. a) Je kan werken met de werkmiddelen eigen aan de functie. b) Je kent de veiligheidsvoorschriften en past ze toe. c) Je kent de werking van de werkmiddelen eigen aan de functie in grote lijnen. PROCEDURES EN PROCESBEHEER Je kent de werking van de dienst. Je kent de procedures die gevolgd moeten worden om de eigen opdracht te vervullen. PROCEDURES EN PROCESBEHEER NIVEAU 1 Je hebt voldoende kennis van de procedures die moeten gevolgd worden om de eigen opdracht te vervullen. a) Je kan een procedure lezen en toepassen. b) Je kent de procedures van de dienst in grote lijnen en weet waar ze terug te vinden zijn. c) Je hebt goede kennis van de werkvoorschriften eigen aan de functie en kan deze toepassen.
SPECIFIEKE TECHNISCHE COMPETENTIES 1.
SPECIFIEKE COMPETENTIES SCHOONMAAK LOGISTIEK ALGEMENE KENNIS a) Je spreekt verstaanbaar Nederlands, b) Je kan Nederlands lezen (instructies op verpakkingen van schoonmaakproducten kunnen lezen) en schrijven. VAKTECHNISCHE KENNIS a) Je hebt een goede kennis van de gangbare schoonmaakmethoden. b) Je hebt een goede kennis van schoonmaakproducten en schoonmaakmateriaal en hun gebruik.
TE TESTEN TECHNISCHE COMPETENTIES BIJ AANWERVING/BEVORDERING 1.
TECHNISCHE COMPETENTIES SCHOONMA(A)K(ST)ER LOGISTIEK ALGEMENE KENNIS - Je spreekt verstaanbaar Nederlands. - Je kan Nederlands lezen (instructies op verpakkingen van schoonmaakproducten kunnen lezen) en schrijven. VAKTECHNISCHE KENNIS - Je hebt basiskennis van de gangbare schoonmaakmethoden. - Je hebt een goede basiskennis van schoonmaakproducten en schoonmaakmateriaal en hun gebruik.
10/02/2015
Functiebeschrijving
Pagina :
8/
8