Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
DOCUMENT Datum: 2007-03-01 CODIS/DOC/07/12
Functiebeschrijving, functioneringsgesprek en evaluatie 1
Functiebeschrijving
1.1
Tekst van het voorontwerp van decreet
Rekening houdend met de algemene afspraken leggen het personeelslid en de evaluator een geïndividualiseerde functiebeschrijving vast. Personeelslid en evaluator leggen in de functiebeschrijving de taken en instellingsgebonden opdrachten van het personeelslid vast en de wijze waarop het personeelslid deze taken en opdrachten moet uitvoeren. In de functiebeschrijving worden ook de instellingsspecifieke doelstellingen opgenomen. Tenslotte worden aan de functiebeschrijving de persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen toegevoegd, naar aanleiding van de afspraken gemaakt op het einde van de vorige evaluatieperiode. De functiebeschrijving bevat rechten en plichten in zake permanente vorming en nascholing. Voor de wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs wordt bij het vastleggen van de functiebeschrijvingen rekening gehouden met volgende principes: 1° de hoofdtaak van de leraar is de geïntegreerde lerarenopdracht, die betrekking heeft op alles wat als vanzelfsprekend bij het lerarenberoep hoort, vertrekkend vanuit de brede professionaliteit van de lesgever. Tot deze geïntegreerde lerarenopdracht behoren de volgende taken: -
de planning en voorbereiding van lessen; het lesgeven zelf; de klaseigen leerlingenbegeleiding; de evaluatie van de leerlingen (toetsen, taken, examens, proeven); de nascholing; het overleg en de samenwerking met directie (personeelsvergaderingen en pedagogische studiedagen), collega’s (klassenraden en vakverenigingen) en ouders (oudercontacten);
2° naast de hoofdtaak kan van de leraar ook een beperkt aantal instellingsgebonden taken worden gevraagd.
2 CODIS/DOC/07/12
§2. De lijst van de instellingsgebonden opdrachten wordt opgemaakt door de directeur en onderhandeld in het lokaal comité. Binnen de instellingsgebonden opdrachten wordt bepaald welke eerder beleidsondersteunend zijn, waartegenover in principe ondersteunende omkaderingselementen worden geplaatst. De criteria die zullen worden gebruikt om deze opdrachten te kwalificeren en ze te verdelen onder alle personeelsleden, alsook de criteria voor de verdeling van de omkaderingselementen worden onderhandeld in het lokaal comité.
1.2
Vragen en standpunten
1.2.1
Functiebeschrijving en andere documenten
Hoe verhoudt een functiebeschrijving zich ten aanzien van de rechten en plichten die voortvloeien uit -
het decreet rechtspositie;
-
de opdrachtsverklaring van het katholiek onderwijs;
-
het opvoedingsproject van het schoolbestuur;
-
het algemeen reglement;
-
specifieke arbeidsreglementen van de scholen;
-
de arbeidsovereenkomst?
De bovengenoemde documenten vormen een ondeelbaar geheel met de arbeidsovereenkomst. Sommige bepalingen in deze documenten vermelden verwachtingen ten aanzien van het functioneren van personeelsleden. Omdat de bovengenoemde documenten een ondeelbaar geheel met de arbeidsovereenkomst vormen, gingen de personeelsleden akkoord met de bepalingen die in deze documenten vervat liggen. De naleving van de rechten en plichten die uit deze documenten voortvloeien zijn bijgevolg niet onderhandelbaar. We pleiten ervoor om op de functiebeschrijving te verwijzen naar de bovengenoemde documenten. De reglementering stelt immers heel duidelijk dat een evaluatie enkel kan uitgesproken worden op basis van de functiebeschrijving.
1.2.2
Instellingsspecifieke doelstellingen
De invulling van de instellingsspecifieke doelstellingen is niet duidelijk. Zijn dit de documenten van punt 1.2.1 hierboven?
1.2.3
Geïntegreerde lerarenopdracht en de instellingsgebonden taken van de leraar
De taken van de geïntegreerde lerarenopdracht worden exhaustief opgesomd in het decreet. Deze opsomming moet alle taken omvatten die inherent zijn aan het leraar zijn. Dit is afwijkend ten aanzien van de CAO. De vermelding “zoals” in de CAO sluit bijkomende taken niet uit. We gaan ervan uit dat over de taken van de geïntegreerde lerarenopdracht niet onderhandeld dient te worden. Het lijkt opportuun om dit expliciet in het decreet op te nemen. Indien we deze lijst be-
3 CODIS/DOC/07/12
schouwen als een lijst die niet exhaustief is, zullen we onderhandelingen tussen personeelslid en evaluator niet kunnen vermijden. In dit geval lijkt het opportuun om met een exhaustieve lijst in te stemmen, indien deze volledig is. We denken wel dat de voorbeelden bij de vormen van overleg en samenwerking, nl. met directie (personeelsvergaderingen en pedagogische studiedagen), collega’s (klassenraden en vakverenigingen) en ouders (oudercontacten) beter geschrapt kunnen worden omdat ze te beperkend zijn. Overleg en samenwerking met externe instanties zou moeten worden toegevoegd.
De instellingsgebonden taken worden niet opgesomd in het decreet, enkel vermeld in de memorie van toelichting. Dit lijkt logisch omdat over de lijst in het LOC onderhandeld dient te worden. Over deze taken dienen personeelslid en evaluator te overleggen. Als bijlage bij dit document vindt u een voorbeeld van een mogelijke lijst. Deze lijst kan eventueel als een bruikbaar instrument worden opgenomen in een mededeling van het VVKSO.
1.2.4
Individueel karakter van een functiebeschrijving
Het decreet rechtspositie legt bij de algemene afspraken inzake functiebeschrijvingen de link naar de scholengemeenschap. De dimensie van de scholengemeenschap mag dus niet uit het oog verloren worden. We pleiten er voor dat men in het OCSG tot een consensus komt over het model van functiebeschrijving dat de scholengemeenschap wenst te hanteren. Dit algemeen model van functiebeschrijving dient daarna getoetst te worden door de individuele schoolbesturen. Elk schoolbestuur verfijnt op haar beurt het model, na onderhandeling in het LOC. In OD XVII is de verplichting opgenomen te werken met een geïndividualiseerde functiebeschrijving. Met het oog op de beroepsmogelijkheid tegen een evaluatie onvoldoende zal ook de procedure van het opstellen van de functiebeschrijving correct moeten worden gevoerd. We denken dat de werkwijze waarbij men in het LOC/ondernemingsraad over het model tot een consensus komt, de individuele opmaak grotendeels kan ondervangen omdat de taken en de meeste instellingsgebonden opdrachten voor alle personeelsleden gelijklopend zijn. We baseren ons hiervoor op de decretale teksten die duidelijk stellen dat de functiebeschrijving tot stand komt “rekening houdende met de algemene afspraken”. Ons inziens zijn de bestaande modellen conform de decretale bepalingen en kunnen dus verder gebruikt worden. Wanneer een welbepaald personeelslid en de evaluator overeenkomen dat het personeelslid een specifieke instellingsgebonden opdracht zal opnemen (zoals graadcoördinator, mentor, zorgcoördinator…), moet deze opdracht toegevoegd worden aan de functiebeschrijving van de betrokkene. De functiebeschrijving zal naar aanleiding van functioneringsgesprekken in onderling overleg aangepast worden en meer en meer een individueel karakter krijgen. Op termijn wordt de functiebeschrijving een dynamisch geheel waarin personeelslid en evaluator samen aanpassingen aanbrengen zodanig dat de functiebeschrijving een belangrijk onderdeel wordt van het personeelsbeleid maar ook een grote hefboom voor de kwaliteitszorg van het geboden onderwijs.
2
Evaluatie
2.1
Evaluatie en rol van het schoolbestuur
Het decreet is niet duidelijk over wie finaal de evaluatie uitspreekt. Gebeurt dit door de evaluator of door het schoolbestuur. Het lijkt logisch dat het schoolbestuur als verantwoordelijke voor het personeelsbeleid hierin een rol speelt. Dit zou kunnen betekenen dat de evaluatie door het schoolbestuur bekrachtigd dient te worden. Het is niet de bedoeling om deze bekrachtiging via een procedure op tegenspraak
4 CODIS/DOC/07/12
te laten verlopen. Het is wel de bedoeling om de evaluator (die alleen optreedt) de nodige dekking te geven en de objectiviteit te garanderen. We opteren ervoor dat ( enkel) een evaluatie “onvoldoende” door het schoolbestuur bekrachtigd dient te worden.
2.2
De inhoud van het evaluatiegesprek
We merken op dat het voorontwerp van decreet enkel melding maakt van een evaluatie en nergens van een evaluatiegesprek. De memorie van toelichting neemt de teneur van de CAO over. Het doel van een evaluatiegesprek wordt in de memorie omschreven als zijnde het functioneren van het personeelslid waar nodig te verbeteren en het personeelslid te ondersteunen. Deze functie dichten wij toe aan een functioneringsgesprek. In onze visie beperkt het evaluatiegesprek zich tot een toelichting bij het evaluatieverslag; er wordt niet meer gediscussieerd over het evaluatieverslag. Na het gesprek moeten dus niet enkel de goede en sterke punten, maar ook de te verbeteren punten voor het personeelslid duidelijk zijn.
2.3
Evaluatie in verschillende scholen
Een personeelslid met 2 opeenvolgende onvoldoendes of 3 onvoldoendes over de ganse loopbaan binnen het schoolbestuur en binnen de scholengemeenschap krijgt ontslag. Hoe moeten we dit interpreteren? Dit is niet duidelijk indien het personeelslid presteert in 2 verschillende instellingen. Voorbeeld: School 1 onvoldoende maart 2008 School 2 voldoende juni 2008 School 1 onvoldoende maart 2009 Zijn dit 2 opeenvolgende onvoldoendes? Ja, indien we de evaluatie strikt zien per school en dan volgt ontslag uit school 1. Kan het personeelslid blijven presteren in school 2 (= SG) wanneer het daar TADD of VB is? We moeten dit lezen in combinatie met artikel 23 bis §3 en artikel 31 § 1 van DRP: het recht op TADD / VB blijft als het personeelslid als laatste evaluatie geen onvoldoende heeft gekregen of niet werd ontslagen. Er staat niet bij waar de laatste evaluatie moet uitgesproken zijn m.a.w heeft de tweede onvoldoende van school 1 ook ontslag tot gevolg in school 2 (waar het personeelslid wel voldoende presteerde)?
5 CODIS/DOC/07/12
Een lijst van mogelijke instellingsgebonden opdrachten kan volgens ons volgende verantwoordelijkheden bevatten: Graadcoördinatie Vertrouwensleraar Leerlingenbegeleiding Mentorschap ICT-coördinatie GOK-coördinatie Vakverantwoordelijke GIP-coördinatie Klassedirectie Preventieadviseur Vervanging zieke collega’s Organisatie culturele activiteiten Organisatie pastoraal Begeleiding leerlingenraad Vertegenwoordiging in participatieorganen LOC OCSG Medezeggenschapscollege Schoolraad LOP Leerplancommissie Contact leggen met bedrijven Prospectie stageplaatsen Organisatie promotie Webmaster Verantwoordelijke schooltijdschrift Organisatie informatieavonden Begeleiding vernieuwingsprocessen
6 CODIS/DOC/07/12
Sportverantwoordelijke Verantwoordelijke werkgroepen ad hoc Begeleiding busvervoer Begeleiding van meerdaagse activiteiten …………….