Definities m.b.t. de termen “beheer” en “management”. Bron: “DE ISM-Methode, Verleden, heden en toekomst van ITservicemanagement”. W. Hoving & J. van Bon. Academic Service, 2010, ISBN 9789012582308
Applicatiebeheer
[activiteit] Het deel van IT-management dat zich richt op het beheren van applicaties. [functie] De functie die verantwoordelijk is voor het beheren van applicaties. Onder de activiteit applicatiebeheer valt de ontwikkeling, het onderhoud, en het in stand houden van applicaties. Applicatiebeheer is een onderdeel van het IT-domein, en onderscheidt zich daarmee van functioneel beheer dat deel uit maakt het informatie-domein. Zie negenvlaksmodel. De functie applicatiebeheer is een mix van People, Process en Product. Zie ook facilitair beheer en systeembeheer.
Beheer (beheren)
Het in stand houden van een informatiesysteem, overeenkomstig de daaraan gestelde eisen en rekening houdend met de situationele factoren. Synoniem: management (managen).
Control
[werkwoord] Beheersing. [zaak] Een methode of maatregel om een risico te managen. Het werkwoord control betreft het uitoefenen van sturende invloed op een object of werkwijze. Voorbeelden van controls (zaken) zijn richtlijnen, procedures, rollen, RAID, sloten, et cetera. Een control wordt soms een tegenmaatregel genoemd.
Drievoudig Model van Beheer
Het model dat ontwikkeld is door prof. Maarten Looijen, en waarbij onderscheid wordt gemaakt naar Functioneel Beheer, Applicatiebeheer en Technisch Beheer. Applicatiebeheer en Technisch Beheer vallen samen onder het domein ITbeheer.
Facilitair beheer
[activiteit] Het deel van IT-management dat zich richt op het beheren van de technische voorzieningen in de (fysieke) omgeving van de IT-infrastructuur. [functie] De functie verantwoordelijk voor het managen van de (fysieke) omgeving van de IT-infrastructuur. De activiteit facilitair beheer houdt zich bezig met zaken zoals elektriciteit, koeling, huisvesting. NB: Facilitair beheer heeft buiten de IT een bredere betekenis, in de zin van meer (non-IT) objecten die worden beheerd: denk aan gebouwbeheer, zaalverhuur, catering, kantoren, stoelen en tafels, telefonie, transport, postbehandeling, etc. De functie Facilitair Beheer is een mix van People, Process en Product. Engels: Facility Management. Zie ook applicatiebeheer en systeembeheer, en technische voorzieningen.
Functioneel beheer
Dat deel van het beheer dat zich richt op het specificeren van de door de gebruikers benodigde functionaliteit, het aansturen van IT-beheer, en het ondersteunen van de gebruikers.
Definities m.b.t. de termen “beheer” en “management”. Bron: “DE ISM-Methode, Verleden, heden en toekomst van ITservicemanagement”. W. Hoving & J. van Bon. Academic Service, 2010, ISBN 9789012582308
Governance
De wijze waarop een organisatie wordt bestuurd en beheerst. Governance betreft het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden, het meten en rapporteren, het leiden, en het actief reageren om elke gedefinieerde kwestie op te lossen.
Informatiemanagement
Het managen van informatie en informatiesystemen, gedurende de gehele levenscyclus. Informatiemanagement is feitelijk het managen van de informatievoorziening. In het kader van functiescheiding is informatiemanagement vaak gesplitst in functioneel beheer en IT-beheer. De term informatiemanagement wordt in de praktijk nog wel eens gelijk gesteld met functioneel beheer, maar heeft dus een bredere scope.
Informatievoorziening (IV)
Het geheel van People, Process en Product, waarmee wordt voorzien in de informatiebehoefte van een organisatie. In het negenvlaksmodel is de informatievoorziening opgedeeld in de domeinen Informatie en IT.
IT-beheer
[activiteit] Het beheren (managen) van het verantwoordelijkheidsdomein IT. [functie] Synoniem voor IT-beheerorganisatie. De activiteit IT-beheer bestaat o.a. uit het bouwen van informatiesystemen en het leveren van IT-services. Daartoe worden verschillende activiteiten uitgevoerd, waaronder systeembeheer, netwerkbeheer, applicatiebeheer, ITservicemanagement, facilitair beheer, Human Resource Management, documentbeheer.
IT-beheerorganisatie
De organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van de IT. De IT-beheerorganisatie is de Supply-organisatie die de IT-services aan de Demand-organisatie levert. De Demand-organisatie wordt in het negenvlaksmodel vertegenwoordigd door Functioneel Beheer, dat tussen de IT-beheerorganisatie en de Business zit. Een IT-beheerorganisatie is een functie, en dus een mix van People, Process en Product. Ook: IT-serviceprovider.
IT-dienst IT-dienstverlening IT-management IT-service
Zie (IT-)service Het verrichten van IT-services. Synoniem voor IT-beheer Een IT-service is de levering van functionerende functionaliteit. IT-services worden door IT-beheerorganisaties beschikbaar gesteld aan gebruikersorganisaties, ten behoeve van hun informatievoorziening. Met een IT-service is een gebruiker in staat geautomatiseerde gegevens te verwerken en te ontsluiten. Een IT-service is niet tastbaar of houdbaar, in tegenstelling tot producten die na productie nog steeds bestaan. Een IT-service wordt bepaald door haar functionaliteit en haar functioneren. Het functioneren (gedrag) van een IT-service wordt vooral uitgedrukt in
Definities m.b.t. de termen “beheer” en “management”. Bron: “DE ISM-Methode, Verleden, heden en toekomst van ITservicemanagement”. W. Hoving & J. van Bon. Academic Service, 2010, ISBN 9789012582308 termen van snelheid, capaciteit en beschikbaarheid. Het Engelse begrip ‘service’ is in het Nederlands te vertalen naar dienst (een individuele dienst), dienstverlening (een breed pakket aan diensten), maar ook blijft de term vaak onvertaald (service is ook een Nederlands begrip). Service is dus een breder begrip dan ‘ondersteuning’ ‘support’, of ‘onderhoud’. Er zijn in het Nederlands nuanceringen uit te drukken, die er in het Engels niet in zitten. Synoniem: dienst.
IT-servicemanagement (ITSM)
[activiteit] Het managen van de IT-dienstverlening. [functie] De functie binnen het IT-domein die verantwoordelijk is voor het managen van de ITdienstverlening. De activiteit ITSM is dus iets anders dan systeembeheer of applicatiebeheer. ITSM houdt zich uitsluitend bezig met het managen van de IT-dienstverlening, niet met de technische uitvoering daarvan. De functie ITSM organiseert procesmatig de totstandkoming van SLA’s, het bouwen en onderhouden van het informatiesysteem en de levering van ITservices. Binnen het IT-domein werkt ITSM samen met o.a. systeem- en applicatiebeheer. ITSM is een mix van People, Process en Product. Engels: IT Service Management.
IT-serviceprovider Lijnorganisatie
Zie IT-beheerorganisatie. De structuur die de organisatie aanstuurt langs de weg van organisatorische eenheden. De lijnorganisatie vormt samen met de procesorganisatie de matrixorganisatie.
Management
Managen Matrixorganisatie
[activiteit] Zie beheer [functie] Het (virtuele) team dat leiding geeft aan een organisatie. Zie beheer Een organisatie die in enige mate invulling heeft gegeven aan zowel lijn- en procesmatig werken. De uitvoering van activiteiten wordt in zulke organisaties aangestuurd vanuit zowel de lijn als vanuit het proces, waarbij de verdeling van de macht langs die beide lijnen kan variëren. Matrixorganisaties staan bekend als ‘moeilijke organisaties’. Zie lijnorganisatie en procesorganisatie.
Ontwikkeling
[activiteit] Het creëren of aanpassen van een IT-service of een component daarvan. [functie] De functie die zich bezig houdt met ontwikkeling. Als functie is Ontwikkeling een mix van People, Process en Product.
Organisatie
Een bedrijf of instelling.
Definities m.b.t. de termen “beheer” en “management”. Bron: “DE ISM-Methode, Verleden, heden en toekomst van ITservicemanagement”. W. Hoving & J. van Bon. Academic Service, 2010, ISBN 9789012582308 Voorbeelden van organisaties die geen bedrijven zijn, zijn bijvoorbeeld overheidsinstellingen, een internationale organisatie voor standaardisatie (ISO), of een vereniging zoals itSMF. De term organisatie wordt soms gebruikt om te verwijzen naar een entiteit die mensen, middelen en begrotingen heeft. Bijvoorbeeld een project of business-unit.
Procesmanager
De rol of functie die verantwoordelijk is voor het managen van het proces. De procesmanager is verantwoordelijk voor de procesinrichting en – uitvoering, dus voor de planning en coördinatie van alle activiteiten die moeten worden uitgevoerd, het monitoren van het proces en de rapportage over het proces. Een procesmanager heeft vaak gedelegeerde taken en bevoegdheden van de proceseigenaar, en kan zelf taken en bevoegdheden delegeren naar een procescontroller en een procescoördinator. Een proces kan meerdere procesmanagers hebben, bijvoorbeeld regionale changemanagers. De rol van procesmanager wordt vaak belegd bij de persoon die de rol van proceseigenaar uitvoert, maar in grotere organisaties kunnen de twee rollen gescheiden zijn.
Procesorganisatie
De structuur die de organisatie aanstuurt langs de weg van de processen. De procesorganisatie vormt samen met de lijnorganisatie de matrixorganisatie.
Service Service Delivery Servicemanager
Zie IT-service. De levering van IT-services. Rol of functie verantwoordelijk voor het managen van een service. Een servicemanager kan bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor het managen van een SLA, het aansturen van de levering van de daarin vastgelegde service, het samenstellen van de servicerapportage, en het bespreken van deze rapportage met de klant. De servicemanager maakt daarbij gebruik van de zes ISM-processen, de organisatie die hem daarbij ondersteunt, en de producten die hem daarvoor ter beschikking staan . Ook wel productmanager genoemd. Zie accountmanager.
Systeembeheer
[activiteit] Het deel van IT-management dat zich richt op het beheren van hardware- en de bijbehorende systeemprogrammatuur.
[functie] De functie die zich richt op het beheren van hardware- en de bijbehorende systeemprogrammatuur. Zie ook applicatiebeheer en facilitair beheer.
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijkheden (TBV)
Een indeling waarmee de relatie tussen mensen en activiteiten wordt vastgelegd. TBV wordt gebruikt om antwoord te geven op de vraag “Wie doet wat?”. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden kunnen worden vastgelegd met hulpmiddelen zoals RACI. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van rollen en functies.
Technisch beheer
Dat deel van het beheer dat zich richt op de technische
Definities m.b.t. de termen “beheer” en “management”. Bron: “DE ISM-Methode, Verleden, heden en toekomst van ITservicemanagement”. W. Hoving & J. van Bon. Academic Service, 2010, ISBN 9789012582308 infrastructuur. Hieronder valt de ontwikkeling, het onderhoud, en het in stand houden van de technische infrastructuur.