Frequently Asked Questions Thema’s: Concept Algemene voorwaarden Doelgroep - Inclusiecriteria Honorarium -Tarificatie Webtool BNM Concept Wat is een begeleidingsgesprek nieuwe medicatie (BNM)? Een begeleidingsgesprek nieuwe medicatie is een nieuwe farmaceutische dienst om de zorg voor de chronische patiënt te verbeteren. Het is een gepersonaliseerde opvolging van de patiënt om het veilig en doeltreffend gebruik van het geneesmiddel te verzekeren en zo het effect van zijn behandeling te verbeteren. Een BNM wordt aan de patiënt aangeboden bij de opstart van een nieuw geneesmiddel voor een chronische aandoening. Een BNM bestaat minstens uit een informatiegesprek, dat zo snel mogelijk plaats heeft nadat het geneesmiddel voor de eerste keer wordt afgeleverd. Bij voorkeur wordt hiervoor een afspraak vastgelegd. Bij die informatieverstrekking houdt men rekening met de mate waarin de patiënt zijn ziekte en behandeling kent. De bedoeling is ervoor te zorgen dat het geneesmiddel correct wordt gebruikt en dat de behandeling strikt wordt gevolgd. Afhankelijk van de doelgroepen kunnen een of meer opvolggesprekken het eerste gesprek aanvullen; de ervaringen van de patiënt worden dan geanalyseerd en eventuele problemen worden besproken. Wat is gestructureerde en gedocumenteerde informatieverstrekking? Om elke patiënt bij zijn behandeling met geneesmiddelen optimaal te begeleiden, bepaalt een werkgroep vooraf welke informatie tijdens een BNM moet worden verstrekt. De apotheker past de informatie echter aan in functie van de kennis en behoeften van de patiënt. Er moet ook een verslag gemaakt worden van het gesprek. Dit verslag rechtvaardigt de prestatie en laat toe om de patiënt op een doeltreffende wijze op te volgen. Wat is mijn rol als apotheker ten opzichte van de informatie die de arts reeds gaf aan mijn patiënt? Het informatiegesprek heeft als doel om de doeltreffendheid van de behandeling te verhogen door de boodschap van de voorschrijver over het goed gebruik van geneesmiddelen en het belang van de therapietrouw te onderstrepen en te versterken. 1 © APB, oktober 2013
Ben ik verplicht een BNM gesprek te voeren wanneer men het me vraagt? Twee situaties zijn mogelijk: Het gesprek werd voorgeschreven door de arts samen met het inhalatiecorticoïde: de apotheker die het inhalatiecorticoïde aflevert, is ook verplicht om het BNM-gesprek te voeren. Het BNM werd aangevraagd door de patiënt: indien de patiënt voldoet aan de inclusiecriteria en de apotheker wenst het BNM niet uit te voeren, dan moet hij de patiënt doorsturen naar een collega die het inhalatiecorticoïde zal afleveren en het BNM-gesprek zal uitvoeren. Die apotheker wordt dan de huisapotheker van de patiënt. Hoeveel astmapatiënten per jaar en per apotheek zullen een BNM-gesprek kunnen genieten? Per apotheek bieden er zich jaarlijks gemiddeld 23 "nieuwe" astmapatiënten onder behandeling met een inhalatiecorticoïde aan. Goed voor jaarlijks 46 begeleidingsgesprekken per apotheek, of 4 gesprekken per maand. Uiteraard zullen niet alle patiënten in het verhaal mee stappen. Men schat dat in een gemiddelde apotheek er maandelijks twee gesprekken zullen plaatsvinden. Ik werk alleen in de apotheek. Hoe moet ik deze BNM-gesprekken organiseren? Men schat dat er ongeveer 2 gesprekken per maand zullen plaatsvinden. Deze gesprekken zouden dus kunnen plaatsvinden op minder drukke momenten of buiten de openingsuren van de apotheek. Hoe wordt de haalbaarheid en de doeltreffendheid van deze BNM-gesprekken gemeten? Een groep van 50 apothekers werd bereid gevonden om hun bevindingen over de haalbaarheid van de gesprekken in de apotheek gedurende 3 maanden bij te houden. Nadien zullen deze gegevens verwerkt worden en wordt nagegaan of bijkomende ondersteuning noodzakelijk is. Begin november komt een werkgroep samen die belast is met het uitwerken van een methodologie om de implementatie en de doeltreffendheid van deze begeleidingsgesprekken te evalueren.
Algemene voorwaarden Hoeveel tijd moet ik aan een BNM besteden? Dat hangt van patiënt tot patiënt af, van de mate waarin hij zijn ziekte en zijn behandeling kent en van de problemen waarmee hij kampt. Algemeen gesproken zou een gesprek niet meer dan 20 minuten (voorbereiding inbegrepen) in beslag mogen nemen. De eerste maal dat u een BNM voert, vraagt dit ongetwijfeld meer tijd, naarmate de gewoonte er inkomt, zal ook de tijdsinvestering verminderen.
2
© APB, oktober 2013
Hoe snel nadat ik het geneesmiddel voor het eerst heb afgeleverd, moet ik dit gesprek voeren? Het eerste gesprek is een informatiegesprek en vindt plaats bij het begin van de behandeling, liefst zo snel mogelijk nadat het geneesmiddel werd afgeleverd. Omwille van praktische redenen zoals voorbereiding van het gesprek, analyse van de medicatiehistoriek, beschikbaarheid van personeel en/of patiënt, een druk tijdstip in de apotheek, ... is het vaak aangewezen het informatiegesprek te voeren, los van de aflevering van het geneesmiddel. Toch heeft het gesprek bij voorkeur plaats binnen de 7 dagen nadat de patiënt het geneesmiddel heeft ontvangen. Een BNM-gesprek maakt overigens de eerste uitgifte informatie op het moment van de aflevering niet overbodig (= basis farmaceutische zorg). Het opvolggesprek vindt plaats als de medicatie wordt verlengd of na een afspraak met de patiënt, bij voorkeur binnen een periode van 3 tot 6 weken na het informatiegesprek. Moet een apotheker die een BNM wenst te voeren, aan specifieke voorafgaande eisen voldoen? Opleiding: om een BNM te voeren is geen specifieke opleiding noodzakelijk. Toch raden wij u aan om uw kennis even op te frissen voor u een dergelijk gesprek aanvat (apotheekrichtlijnen, voortgezette vorming, ...). Intieme hoek: het BNM wordt gehouden in een daarvoor aangepaste ruimte in de apotheek, waar een vertrouwelijk gesprek met de patiënt mogelijk is. Volstaat mondelinge toestemming om een BNM te houden? Neen. Het BNM is een concretisering van de voortgezette farmaceutische zorg. Het is een gepersonaliseerde begeleiding van een patiënt onder medische behandeling die nood of baat heeft bij deze doorgedreven begeleiding. Deze voorgezette farmaceutische zorg vraagt een eenmalige schriftelijke toestemming van de patiënt. Ze is voor onbepaalde duur geldig en ook van toepassing voor andere acties die kaderen in voortgezette Farmaceutische Zorg. Moet de arts hiervan op de hoogte worden gebracht? De arts hoeft niet formeel op de hoogte te worden gebracht. Uiteraard kaderen de prestaties van een BNM wel in het medisch-farmaceutische samenwerkingsverband, dat onmisbaar is om de behandeling nog beter op te volgen. Kan ik een BNM voeren buiten de apotheek? Er werd bepaald dat deze prestatie wordt uitgevoerd door een apotheker in een aangepaste plaats in de officina. Uitzonderlijk, wanneer de patiënt zich niet kan verplaatsen, kan een apotheker echter ook bij de patiënt thuis een BNM voeren. De patiënten in een rusthuis etc... , die omkaderd worden door verzorgend personeel, vormen geen uitzondering. 3
© APB, oktober 2013
Moet men elk gesprek starten met het inlezen van de e-ID? De apotheker dient de identiteit van de patiënt na te gaan. De e-ID van de patiënt moet gelezen worden alsof het een aflevering van een terugbetaald geneesmiddel betreft. Wat moet ik registreren als ik een BNM voer?
Na elk begeleidingsgesprek moeten twee verslagen worden opgesteld: één samenvatting voor de patiënt, het andere voor de apotheker. Beide verslagen worden gehandtekend door zowel patiënt als apotheker. Beide verslagen vermelden naast de prestaties, de data van de gesprekken, het betrokken geneesmiddel en de posologie, eventueel andere geneesmiddelen gebruikt voor astma en de folders die aan de patiënt werden meegegeven. Het verslag van de apotheker vermeldt tevens de ACT-score, het eventueel contact met de huisarts, aandachtspunten die tijdens het gesprek tot uiting kwamen en oplossingen die aan de patiënt werden voorgesteld. Het wordt toegevoegd aan het farmaceutische dossier van de patiënt. U vindt een voorbeeldverslag op de APB-website in de toolbox “Begeleidingsgesprek” onder praktische documenten, of worden u door de BNM-tool aangereikt op het einde van het gesprek.
Doelgroep - Inclusiecriteria Hoe weet ik met zekerheid dat mijn patiënt astma heeft? De combinatie van onderstaande elementen doen vermoeden dat een patiënt astma heeft: - Analyse van medicatiehistoriek: combinatie van inhalatiecorticosteroïde met eerdere aflevering van een snelwerkend bronchodilatator (kortwerkend sympaticomimeticum). - Klachtenpatroon: kortademigheid, piepende ademhaling, weerkerende hoest vooral ’s nachts en in de vroege ochtend. - Vaak heeft de patiënt ook last van allergie of atopie. - Vaak is er ook een familiale voorgeschiedenis. Bij twijfel, vraag na bij patiënt of arts. Als mijn patiënt me zegt dat hij astma heeft, moet ik dat controleren? Neen, dat is niet nodig. De patiënt kan dan genieten van een BNM op voorwaarde dat hij ook aan de andere criteria voldoet (eerste aflevering van een inhalatiecorticoïde in de afgelopen 12 maanden).
4
© APB, oktober 2013
Komen alle patiënten die een inhalatiecorticoïde voor de eerste keer voorgeschreven krijgen in aanmerking voor een BNM? Neen, alleen astmapatiënten komen in aanmerking. Wanneer de arts een BNM voorschrijft, moet de apotheker de terugbetalingscriteria niet controleren. Indien je als apotheker overtuigd bent dat een astmapatiënt baat heeft bij een BNM, maar reeds eerder een inhalatiecorticosteroïde gebruikte, kan de arts dit BNM voorschrijven. U vindt een voorbeeldbrief om de artsen uit uw regio te informeren over deze dienst op de website van APB in de toolbox “Begeleidingsgesprek”. Mijn patiënt stapt over naar een ander inhalatietoestel. Heeft hij recht op een nieuw BNM? Neen, het gaat hier niet over een nieuw geneesmiddel. De informatie over het goed gebruik van een geneesmiddel behoort tot de basis farmaceutische zorg en wordt dus gegeven op het moment van de geneesmiddelverstrekking. De informatie over de rol van het geneesmiddel in de behandeling, het belang van therapietrouw en de bijwerkingen wijzigt niet. Als de patiënt meerdere officina’s bezoekt, hoe moet men dan weten of het over een eerste aflevering gaat (<12 maand)? Deze dienst wordt bij voorkeur voorbehouden voor patiënten die behoren tot het trouw patiëntenbestand of cliënteel van de apotheek. In ieder geval zal u niets ten laste gelegd worden indien u een BNM voert bij een patiënt indien achteraf blijkt dat dit geen nieuwe geneesmiddel was. Het gedeeld farmaceutisch dossier kan in de toekomst dergelijke situaties voorkomen. Komen kinderen in aanmerking voor een BNM? Alle patiënten komen in aanmerking voor een BNM. Bij jonge kinderen is het aanbevolen dat een van de ouders bij het gesprek aanwezig is, om een optimale toepassing en opvolging van de behandeling te kunnen garanderen. Kan ik een BNM houden met een gevolmachtigde van de patiënt? Bij voorkeur neemt de patiënt zelf aan het BNM deel. In sommige omstandigheden (jeugdige leeftijd, onvermogen van de patiënt, ...) heeft een BNM met een gevolmachtigde meer zin, wil men een optimale behandeling van de patiënt kunnen garanderen.
5
© APB, oktober 2013
Honorarium - Tarificatie Welk honorarium ontvangt een apotheker voor deze dienst? Het honorarium dat het RIZIV voor deze prestatie betaalt, bedraagt 20 euro (inclusief 6% BTW) per gesprek, op voorwaarde dat de patiënt aan de terugbetalingsvoorwaarden voldoet. Zullen de honoraria voor BNM deze van het "forfait eerste afgifte" vervangen? Voor 2013 wordt het forfait eerste afgifte integraal gestort. Vanaf 2014 zal dit forfait inderdaad vervangen worden door de honoraria voor BNM. Hoe moet men deze prestatie tariferen? Het RIZIV neemt de vergoeding volledig voor zijn rekening. De patiënt betaalt niets. Zowel de prestatie als het bedrag dat het RIZIV betaalt, worden op het kasticket vermeld. Hiertoe werden twee CNK codes gecreëerd (CNK 5520-382: BNM informatiegesprek inhalatiecorticoïden en CNK 5520-390: BNM opvolggesprek inhalatiecorticoïden). De begeleidingsgesprekken worden getarifeerd (m.b.v. de bovenstaande CNK codes) als "Farmaceutische Zorg Prestatie", dus onafhankelijk van het voorschrift met het geneesmiddel. De apotheker registreert de prestatie (CNK) zodat deze opgenomen wordt in het tariferingsbestand. Noodzakelijkerwijs wordt hiervoor een voorschriftnummer toegekend aan de prestatie. Dit wordt dan vervolledigd met de identiteit van de patiënt en zijn arts. De apotheker noteert dit voorschriftnummer eveneens op zijn samenvatting van het gesprek. Wat moet men doen wanneer de patiënt een tweede gesprek weigert? Een patiënt kan niet verplicht worden tot een opvolggesprek. Het honorarium van het eerste gesprek blijft verworven. De weigering van de patiënt kan worden geregistreerd door middel van de CNK 5520-408 op een fictief voorschrift.
Webtool BNM Wat is de BNM-webtool? Deze website kunt u raadplegen om een BNM voor te bereiden, te voeren en de gesprekken te documenteren. Voor elk thema geeft de BNM-webtool de gestructureerde informatie weer die aan de patiënt moet worden verstrekt. De website laat u ook toe de belangrijke punten van het gesprek te registreren, zo kunt u de patiënt een samenvatting van het gesprek overhandigen en is deze informatie ter beschikking voor het tweede gesprek.
6
© APB, oktober 2013
Hoe maak ik de link tussen mijn patiënt en het identificatienummer dat de BNM webtool toekent? In de webtool wordt de patiënt geïdentificeerd aan de hand van een nummer, toegekend door het systeem. Dit nummer kan u niet wijzigen. De link met de naam van de patiënt maakt u via de samenvattingen op het einde van het gesprek. Deze laatste moeten de naam van de patiënt en het volgnummer van het voorschrift weergeven. Het is ook aanbevolen om dit nummer te vermelden in het farmaceutisch dossier van de patiënt (afleverings-software) en/of een lijst van de patiënten bij te houden (papier of digitaal). Hoe moet ik de prestatie registreren en de samenvatting van het gesprek bewaren? De prestatie wordt geregistreerd in het digitaal farmaceutisch dossier van de patiënt door middel van een specifieke CNK. De samenvatting zelf wordt bewaard op papier aangezien ze moet gehandtekend worden door zowel de patiënt als de apotheker. Elke partij krijgt 1 exemplaar. Elke samenvatting die gerealiseerd werd met de webtool BNM blijft raadpleegbaar op de website en kan afgedrukt of bewaard worden in pdf formaat. Enkele softwarehuizen bieden reeds de mogelijkheid om deze samenvattingen in pdf formaat op te slaan in het patiëntendossier. Voor meer info hierover neemt u best contact op met uw softwarehuis. Hoe start men een tweede gesprek (opvolggesprek)? U start een tweede gesprek door op de blauwe knop "Start een nieuw gesprek" te klikken. Daarna kiest u voor een "Bestaande patiënt" en selecteert u de betreffende patiënt via zijn identificatienummer. Om alle gegevens van het eerste gesprek terug te vinden in dit tweede gesprek, moet het eerste gesprek met de desbetreffende patiënt gevalideerd zijn (knop "Valideren" rechts onderaan in het laatste scherm "Samenvatting voor de apotheker"). Wie kan de via de BNM-webtool geregistreerde gegevens raadplegen? Alleen de leden van het apotheekteam hebben toegang tot de gegevens die via de BNM-webtool worden geregistreerd. Ter optimalisatie van de toegankelijkheid en de performantie van de website, worden er algemene gegevens van de gebruikers geregistreerd, zoals o.a. aantal bezoeken, duur van de bezoeken, gebruikte Operating Systems en Browsers, enz. De registratie van deze gegevens gebeurt anoniem en wordt derhalve niet gelinkt aan een gebruiker of zijn logingegevens. APB behoudt zich het recht voor om tellingen te houden om het websitegebruik te kunnen evalueren (bv. hoeveel BNM's werden gehouden,…). Deze tellingen worden verricht op nationaal vlak, per provincie en per arrondissement. De gegevens zijn anoniem en worden uitsluitend gebruikt om het vak te verdedigen en nooit om het te controleren. Elke patiënt wordt geïdentificeerd aan de hand van een uniek, door de BNM-webtool gegenereerde nummer. Om te kunnen garanderen dat de persoonlijke levenssfeer wordt gerespecteerd, mogen de naam en voornaam van de patiënt niet worden vermeld. 7
© APB, oktober 2013
Hoe moet ik printen vanop een tablet? Verschillende opties zijn mogelijk: Printen vanuit een applicatie specifiek voor uw printer Het merendeel van de fabricanten van printers (HP, Epson, Samsung, Canon, Brother, ...) bieden gratis applicaties voor iOS en Android aan. Download de applicatie die overeenstemt met uw printer en sluit daarna uw toestellen (printer en tablet) aan op uw internetmodem (via Wi-Fi). Uw printer wordt automatisch herkend wanneer u de applicatie start. Printen via een iPad Dit is mogelijk danzij AirPrint. Dit Apple-systeem gebruikt Wi-Fi om documenten naar uw printer te sturen. Het volstaat om uw iPad aan te sluiten via Wi-Fi en uw printer aan te sluiten op de internetmodem. Zorg ervoor dat u de laatste versie van iOS op uw iPad hebt. Let op: niet alle printers zijn al compatibel met dit systeem. U kunt dit hier nakijken. Printen via een Android tablet Google Cloud Print laat toe om documenten te printen via een Android tablet. Om deze optie te gebruiken moet u een Google-account aanmaken en een compatibele printer registreren op de Google Cloud Print service via de internetbrowser Google Chrome. Printer compatibel met Google Cloud Print: klik hier.
8
© APB, oktober 2013