Frequently asked questions.
NCTS phase 3.2.1a
B/CPP en Relatiebeheer douane Versie: 3 Datum: 25 juli 2005
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
Inhoudsopgave: 0. 1.
Inleiding.................................................................................................................................................. 3 Algemeen............................................................................................................................................... 4 1.001 Meer douane technische info...................................................................................................... 4 1.002 Geen zekerheid status T2?......................................................................................................... 4 1.003 Opvragen gegevens t.b.v. Borg .................................................................................................. 4 1.004 Accijnsgoederen via NCTS ......................................................................................................... 4 1.005 Verwijzing naar aangifte in IE55 ................................................................................................. 5 1.006 Toegangscode / pincode............................................................................................................. 5 1.007 Jaarlijkse controle op het referentiebedrag................................................................................. 5 1.008 Meerdere goederen in één verpakking ....................................................................................... 6 1.010 Gebruik van de bijzondere vermelding CAL ............................................................................... 7 1.011 Begeleidend document of de LOI ............................................................................................... 8 1.012 Korting toegestaan bij de bepaling van de zekerheid ................................................................. 8 1.013 Werking van NCTS binnen de EU .............................................................................................. 9 1.014 Begeleidend document met 99 containers ................................................................................. 9 1.015 Valuta codes zekerheidsbedragen............................................................................................ 10 1.016 Vergunning Hoofdbedrijf en of filialen / vestigingen.................................................................. 11 1.017 Borgregistratie........................................................................................................................... 11 2. Zekerheidscontrole .............................................................................................................................. 13 2.001 Zekerheidsbedrag bij GRN ....................................................................................................... 13 2.002 Berekening totaal bedrag zekerheid ......................................................................................... 13 2.003 Betekenis GRN in de IE55 ........................................................................................................ 13 2.004 Vrijgave gestelde zekerheid...................................................................................................... 14 2.005 Bijhouden zekerheidsbedrag in GMS ....................................................................................... 14 2.006 Werkwijze zekerheid. Hoe gaat dit?.......................................................................................... 14 2.007 Gestelde zekerheid corrigeren / aanvullen ............................................................................... 14 2.008 Ongeldige aanvulling / correctie zekerheid............................................................................... 15 2.009 Zekerheid vereenvoudigde procedure ...................................................................................... 15 2.010 Valuta code ............................................................................................................................... 16 2.011 Het GRN nummer ..................................................................................................................... 16 2.012 GRN gekoppeld aan één fiscaalnummer.................................................................................. 16 2.013 Overgangssituatie voor en na productiedatum ......................................................................... 16 2.014 Moment van controle zekerheid................................................................................................ 17 2.015 Kantoor van zekerheidsstelling in andere EU lidstaat .............................................................. 17 3. In relatie tot MIG 3.2.1a ....................................................................................................................... 19 3.001 Vervallen IE60?......................................................................................................................... 19 3.002 Op IE51 volgt geen IE09 meer.................................................................................................. 19 3.003 Vulling PCI segment in de IE55 ................................................................................................ 19 3.004 Formaat zekerheidsbedrag ....................................................................................................... 20 3.005 Controle zekerheid in normale en vereenvoudigde procedure................................................. 20 3.006 Berichtscenario 0023 ................................................................................................................ 20 3.007 Gebruik bijzondere vermelding CAL ......................................................................................... 21 3.008 Taalindicator bij NAW-gegevens............................................................................................... 21 3.009 VAK 7 (referentie) printen ......................................................................................................... 22 4. Coderingen .......................................................................................................................................... 23 4.001 Tabel currency codes............................................................................................................... 23
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 2
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
0.
Inleiding
In verband met de aanstaande release Transit Phase 3.2.1 is een lijst van Frequently Asked Questions (FAQ) vervaardigd. De vragen zijn in 4 categorieën onderverdeeld te weten: 1 Algemeen v.a. 1-001 2 Zekerheidscontrole v.a. 2-001 3 In relatie tot MIG 3.2.1 v.a. 3-001 4 Coderingen v.a. 4-001
Vragen en antwoorden worden centraal gecoördineerd door het relatiebeheer douane Johan de Groot tel. 055 5283563 Mariët Huisman tel. 055 5283948
Om de vragen juist te kunnen beoordelen, geeft het relatiebeheer douane er de voorkeur aan om de vragen per e-mail te zenden aan:
[email protected] en / of
[email protected]
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 3
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1.
Algemeen
1.001 Meer douane technische info Is het mogelijk om wat meer douane technisch informatie te verkrijgen rondom invoering van de zekerheid, invulling en uitvoering binnen Transit. Antwoord: 7-2-05 Momenteel is er een implementatieteam bezig met het samenstellen van alle benodigde informatie voor aangevers. Deze informatie zal z.s.m. per brief aan de aangevers worden toegezonden. Ook zal deze informatie terug te vinden zijn op www.douane.nl.
1.002 Geen zekerheid status T2? Onderkent NCTS dat ingeval een aangifte met status T2 wordt opgemaakt dat geen zekerheid is vereist? Antwoord: 7-2-05 NCTS maakt geen onderscheidt naar aangiftestatus. Op welke wijze NCTS omgaat met de genoemde situatie moet procedureel en technisch nader onderzocht worden.
1.003 Opvragen gegevens t.b.v. Borg "Voorziet de douane in Nederland ook berichten voor het opvragen van de gegevens m.b.t. de borg (IE34 - IE37, BANSTA bericht)?" Antwoord: 3-2-05 Alleen de berichten welke worden vermeld in de MIG Transit worden gebruikt in de communicatie met de externe partijen. De IE34 en IE37 zijn berichten welke worden gebruikt in het Common Domain en niet uitgewisseld met het external domain. Een aangever kan over de actuele status van zijn zekerheid navraag doen bij de douane (klantcoördinator).
1.004 Accijnsgoederen via NCTS Voor het onder schorsing van accijns vervoeren van alcohol worden nu AGDs (administratief geleide documenten) gebruikt; het betreft als het ware T2 documenten voor accijnsvervoer. Het vermoeden bestond dat het nieuwe EMCS systeem in 2006 of 2007 verplicht werd maar dat dit nu is voorzien in 2009. Kunnen dit soort aangiften voor vervoer van alcohol in NCTS nu al gedaan worden of kan dit pas in 2009 met EMCS? Antwoord: 22-02-05 De implementatie van EMCS staat gepland voor 2009. Het vervoer van accijnsgoederen valt onder een totaal ander regime (Accijnswetgeving) en kan dus niet via NCTS worden gedaan. Het gaat wel om vervoer van goederen maar er hangen toch wel wat andere regels aan. Deze zijn niet opgenomen in NCTS en we kunnen dus niet dergelijke aangiften accepteren. Als voorbeeld; Het Begeleidend document (AccDoc) uit Transit is niet gelijk aan een AGD.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 4
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1.005 Verwijzing naar aangifte in IE55 Hoe kan ik zien naar welke aangifte het IE55 bericht verwijst ? Is dat het referencenumber in het BGM segment (LRN nummer ?). Antwoord: 23-02-05 In het IE55 bericht wordt het MRN als reference number meegezonden. Het MRN is na de aanvaarding via het bericht IE28 al aan de aangever gemeld.
1.006 Toegangscode / pincode Hoe werkt de toegangscode / pincode ? Wordt deze eenmalig aan de aangever verstrekt ? Zijn de huidige gebruikers al op de hoogte van hun code ? Antwoord: 23-02-05 Bij de initiële vulling van het zekerheidsubsysteem door de douane worden ook de PIN-codes vastgelegd. Deze Pin-codes worden schriftelijk medegedeeld aan de aangever. Afhankelijk van het type zekerheid kunnen dit één of twee PIN-codes zijn. Voor de type 2, 4 en 9 is dit één PIN-code en voor de types 0 en 1 krijgt de aangever twee PIN-codes. De twee PIN-codes hebben een verschillende functie. De eerste initiële PIN-code is bedoeld om de aangever wijzigingen door te kunnen laten voeren op de andere PIN-code. Deze laatste ook wel Aanvullende PIN-code wordt in de aangifte gebruikt en is onlosmakelijk verbonden aan het GRN. 1.007 Jaarlijkse controle op het referentiebedrag Bedrijven (in de regio Rotterdam) moeten jaarlijks een overzicht vanuit hun administratie presenteren i.v.m. de jaarlijkse controle op het referentiebedrag. Minihouse heeft contact gehad met kantoor Laan op Zuid in Rotterdam. Daar werd hen verteld dat in de regio Rotterdam zeker 360 bedrijven hier aan moeten voldoen. Minihouse begreep ook dat er binnenkort een redelijk uitgebreide brief van de douane naar de aangevers toe gaat over dit onderwerp. Aangezien in oktober 2005 de nieuwe NCTS module voor zekerheidstelling in gebruik wordt genomen is de vraag of de bedrijven dit dan nog steeds moeten of dat de controles dan door de douane worden gedaan. De informatie is dan ook in het douane systeem beschikbaar. Antwoord: 23-02-05 Aangevers blijven verantwoordelijk voor hun eigen administratie. Transit geeft de douane wel zicht op wat er allemaal heeft plaatsgevonden. Maar ook controles a.d.h.v. de administratie van een bedrijf blijven van belang. Juridisch gezien blijft de aangever dus nog steeds verantwoordelijk voor het bijhouden van een administratie.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 5
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1.008
Meerdere goederen in één verpakking
Transit kent de mogelijkheid om aangiften met meerdere artikelen, waarvan de goederen samen zijn verpakt in 1 soort verpakking, te verwerken met de clausule "Ondermeer inhoudende". Hoe moet dit in Transit aangegeven worden? Antwoord op douanesite: Hiervoor moet als volgt te werk worden gegaan: Stel er is 1 doos met 4 verschillende soorten goederen. De aangifte kan ingediend worden door in vak 5 te vermelden dat er 4 artikelen zijn. In vak 6 wordt het aantal colli op 1 gezet. Vervolgens wordt in vak 31 de vermelding gedaan "Zie lijst van artikelen". Verder wordt het totaal brutogewicht (vak 35) vermeld. Vervolgens wordt op artikelniveau bij artikel 1 het merk en nummer van de doos opgenomen en wordt aantal 1 en soort "doos" opgenomen bij colli. In de omschrijving van de goederen wordt vermeld "1 colli ondermeer inhoudende
". Het bruto en evt. netto gewicht worden bij het artikel opgenomen. Bij artikel 2 t/m 4 wordt hetzelfde gedaan m.u.v. het aantal colli en het brutogewicht. Dit wordt op "0" gezet. Het resultaat hiervan is dat op de List of Items (Lijst van artikelen) de 4 artikelen apart zijn opgenomen, dat er uiteindelijk 1 soort colli is en dat de som van het brutogewicht van de 4 artikelen overeenkomt met het in de aangifte vermelde totaal brutogewicht. Vervolgvraag: Je dient dus op artikel 1 het aantal colli te vermelden. Een klant van ons heeft een aangifte ontvangen ( 43 bericht ) waarin het aantal colli op artikel 14 en 15 staat. In die aangifte zaten 15 artikelen in 2 colli. Antwoord: Het is niet verplicht om het aantal colli te vermelden bij artikel 1. Het gaat erom dat bij de artikelen met dezelfde omschrijving van de merken en nummers op één na allemaal het aantal colli op 0 staat. Er moet er dus 1 > dan 0 zijn!!
1.009 Borgstelling bij T2 T.a.v. de borgstelling de vraag hoe NCTS reageert als ik een T2 instuur. Hier zijn immers al rechten op afgedragen dus is daar dan wel een borgstelling voor nodig? Antwoord: 20-07-05 Uitgangspunt bij NCTS is dat voor elke aangifte er een zekerheid gesteld moeten zijn. NCTS controleert niet aan de hand van het aangiftetype of er wel of geen zekerheid gesteld moet worden. Ook bij een T2ICT aangifte zal er een douaneschuld groter dan € 0,00 opgegeven moeten worden. Als dit door de aangever in de aangifte wordt opgegeven wordt de zekerheidscontrole automatisch uitgevoerd. Doet de aangever dit niet zal de douane de schuld moeten berekenen en vervolgens de zekerheidscontrole uitvoeren. Noot: In de vergadering van de Kennisgroep CDW van 18-12-2003 is gediscussieerd over het wel of niet vereist zijn van het stellen van zekerheid bij vervoer van communautaire goederen via CH naar IT. Onduidelijkheid was er m.b.t. de toepassing van art. 379, lid 2, 3e alinea TVo., waarin staat dat goederen voor de berekening van de zekerheid altijd als niet-communautaire goederen moeten worden beschouwd. Inmiddels is wederom bevestigd door de Kennisgroep CDW dat die alinea van art. 379 geen toepassing kan vinden, kortweg omdat de overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer geen basis daarvoor bevat.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 6
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a In het systeem GMS (Guarantee Management System) van Transit NCTS 3.2.1a. wordt een bedrag groter dan € 0,00, gevraagd. Vóór 2 oktober 2005 zal de geschetste problematiek, na en in juridisch overleg met 'Brussel' moeten worden opgelost. Aanvulling: in het Handboek Douane, onderdeel 27.00.00 komt een overzicht van de latente douane- en belastingenschulden per aangiftetype (zoals T1, T2, T2F, etc.) Op basis daarvan kan per aangiftetype worden vastgesteld met welke belastingen rekening moet worden gehouden voor het stellen van de zekerheid. Voorstel tekst HD 27.00.00 zoals deze wordt voorgelegd aan de Staatssecretaris ter goedkeuring: Bepaling latente schuld per aangiftetype: Voor de berekening van de berekening van de hoogte van de zekerheid moet worden uitgegaan van de belasting die kan worden verschuldigd in de lidstaat van vertrek. Afhankelijk van het soort goederen dat wordt vervoerd, kunnen andere belastingen verschuldigd worden. Voor berekening van de zekerheid moeten de volgende belastingen worden meegerekend: - van een aangifte voor communautair of gemeenschappelijk douanevervoer T1 voor niet-communautaire goederen: rechten bij invoer, andere heffingen van gelijke werking, omzetbelasting en accijns; - van een aangifte T1 voor gemeenschappelijk douanevervoer voor communautaire goederen met bestemming derde land (het zgn. T1-export, art. 340 quater, lid 3 Tvo. CDW): omzetbelasting en accijns; - van een aangifte T2 voor gemeenschappelijk douanevervoer voor goederen uit het vrije verkeer met bestemming een EG-lidstaat (het zgn. T2-ICT, vervoer Nederland - Zwitserland - Italië): geen; - van een aangifte T2 voor gemeenschappelijk douanevervoer voor communautaire goederen met bestemming derde land (het zgn. T2-export): omzetbelasting en accijns; - van een aangifte T2F voor communautair douanevervoer voor communautaire goederen in het handelsverkeer met niet-fiscale gebieden: omzetbelasting en accijns. - van een aangifte T2 voor communautair douanevervoer voor communautaire goederen met bestemming Andorra of San Marino: omzetbelasting en accijns. Bij de berekening van de hoogte van de zekerheid c.q. het referentiebedrag mag nooit rekening worden gehouden met een verlegging regeling artikel 23 wet OB.
1.010 Gebruik van de bijzondere vermelding CAL Twee vragen inzake het van de bijzondere vermelding CAL. Deze code moet komen te staan bij het eerste artikel. A Hoe moet het bedrag van de zekerheid berekend worden? Wij hebben klanten die een forfaitair bedrag per container of gewicht hebben of als het een specifiek document is gaat het om de invoerrechten en BTW per waarde van het artikel. Is dit het bedrag van zekerheid wat nog open staat of is dat het bedrag per artikel? Antwoord: 20-07-05 Met fase 3.2.1a is het aan de aangever om de latente douaneschuld vast te stellen. Vaststellen van de douaneschuld voor Transit aangiften is gelijk aan het vaststellen van de douaneschuld bij Invoer. Immers op het moment van niet zuivering ontstaat een douane- en belastingschuld bij invoer. Mocht de aangever de douaneschuld niet kunnen bepalen en/of opgeven in de vervoersaangifte zal de douane de schuld moeten bepalen. Het niet opgeven van de douaneschuld houdt in dat de vrachtwagen stil staat. Voor de berekening van de douaneschuld maakt de douane wanneer onvoldoende exacte gegevens voor berekening bekend zijn, gebruik van forfaitaire bedragen. Het is eveneens toegestaan dat aangevers deze forfaitaire bedragen gebruiken en in hun aangiftebericht meezenden. De forfaitaire bedragen zijn tot stand gekomen op basis van gegevens uit Douane Sagitta Invoer (DSI) over het jaar 2004. Hierbij is aansluiting gezocht bij de opdeling naar afdelingen zoals reeds in het verleden in het Handboek opgenomen. Hierbij zijn uitschieters zoals de afdelingen I en II (landbouwproducten) en afdeling XVI (machines) van het Tarief apart vermeld. Bij de berekening van de NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 7
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a forfaitaire schuldbedragen is uitgegaan van de hoogste percentages, te weten 19% OB en 17% DR (post 6401). Daarnaast kiest de Douane ervoor om behalve voor vervoer van luchtvrachtgoed eveneens voor vervoer van (zee)containers een opsplitsing naar bepaalde productgroepen te maken. De bedragen zullen worden gepubliceerd in het Handboek Douane.
B
De tweede vraag is hoe te vermelden bij meerdere artikelen.
Antwoord: 20-07-05 In het geval meerdere artikelen in de aangifte zijn opgenomen moet in het eerste artikel de Bijzondere vermelding ‘CAL’ worden opgenomen per type zekerheid. In Nederland wordt veelal gebruik gemaakt van type 1 Doorlopende zekerheid. Is er sprake van 2 artikelen en wordt voor beide artikelen gebruik gemaakt van dezelfde Doorlopende zekerheid (zelfde GRN) wordt de totaal berekende latente douaneschuld opgenomen bij de enige Bijzondere Vermelding ‘CAL’.
1.011 Begeleidend document of de LOI Op dit moment moet op het Begeleidend Document of de LOI alle gegevens worden vermeld om eventueel verschuldigde douanerechten etc. te kunnen berekenen in geval van verschuldigdheid teneinde open vervoer te mogen toepassen. Nu het bedrag aan zekerheid moet worden opgegeven in de IE15 blijft dan de voornoemde procedure gehandhaafd? Antwoord: 20-07-05 Er zijn geen wijzigingen in de specificaties van het Begeleidend Document of LOI. Vermelding van gegevens zoals dit nu plaats moet vinden is dus ongewijzigd.
1.012 Korting toegestaan bij de bepaling van de zekerheid Bij bepaling van de zekerheid wordt aan de aangever een 'korting toegestaan. Dit kan zelfs een 100% korting zijn. Deze laatste mogelijkheid wordt echter (nog) niet gehanteerd in Nederland. Mag bij de berekening van het verschuldigde bedrag aan zekerheid t.b.v. de IE15 rekening worden gehouden met de 'korting'? Voorbeeld: In vergunning vastgestelde bedrag is het totaal ingeschatte bedrag * de korting (bv 80%). Indien per NCTS transactie 100% van het verschuldigde bedrag wordt opgegeven zal het plafond snel zijn bereikt. Antwoord: 20-07-05 De matiging waar hier sprake van is, kan 30%, 50% of 100% zijn. In het laatste geval betreft het een ontheffing van zekerheid aangeduid met type 0. De matigingspercentages zijn doorberekend en hebben uiteindelijk tot gevolg dat het bedrag dat aan zekerheid moet worden gesteld lager is dan het referentiebedrag. In de aangifte wordt niet een bedrag zekerheid opgegeven maar het bedrag dat aan latente schuld dat kan ontstaan als de goederen aan het douane toezicht worden onttrokken. Dat bedrag wordt afgeboekt van het referentiebedrag, hetgeen altijd 100% is van het totaal bedrag aan latente schuld per aangever. De zekerheid die een aangever daartegenover stelt kan lager zijn. Zie ook Handboek Douane, onderdeel 14.41.00.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 8
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1.013 Werking van NCTS binnen de EU We stellen dagelijks vast dat per lidstaat op nationaal vlak de werking van NCTS niet optimaal werkt (voor sommige lidstaten is het gebruik van de term ‘niet optimaal’ een understatement), waardoor de berichtenstroom wordt verstoord met alle gevolgen van dien wat betreft de ontvangst van de zuiveringsberichten door zowel de Nederlandse douane als de aangevers. Tevens hebben we via de Belgische overheden vernomen dat de berichtenstroom van grens overschreidende transitbewegingen via de MCC applicatie van de Europese Unie, niet optimaal verloopt, waardoor effectief verstuurde zuiveringsberichten gezonden door het kantoor van bestemming, niet terecht komen bij het kantoor van vertrek (noch bij de aangever). De Belgische douane heeft derhalve ook beslist de effectieve borgkoppeling NIET in te voeren vooraleer zowel op Nationaal gebied als op Europees vlak, de foutenratio tot een normaal niveau herleid kan worden. Antwoord: 20-07-05 Aan de stabiliteit en het aantal fouten is en wordt continue gewerkt. Op dit moment (juli 2005) is er sprake van een stabiel en beheerbaar systeem in Nederland. Europees gezien wordt er door de Commissie in Brussel ook steeds op gewezen het aantal fouten te minimaliseren. Dit wordt o.a. bereikt door Europees breed volgens dezelfde functionele specificatie (laatste versie) te werken. Dit punt zal eind dit jaar bereikt moeten worden als NCTS fase 3.2 geheel is ingevoerd.
1.014 Begeleidend document met 99 containers Is het bekend hoe een begeleidend document met 99 containernummers eruit moet zien. Hoe worden al deze containernummers behorende tot een artikel op het document gepresenteerd? In de specificaties van het begeleidend document kunnen wij helaas niets vinden hierover. Antwoord: 20-07-05 In de MIG (Transit Appendices ph 3.2.1a.pdf) onderdeel “Guidelines for printing of AccDoc and LOI” is het volgende hierover opgenomen: When one or more of the data groups “Containers”, “Packages”, “SGI-CODES”, “Previous Administrative Reference”, “Produced documents/certificates” and “Special mentions” are used more than one time and the informations cannot all be printed in the relevant box of AccDoc because of the lack of space, the AccDoc should be used as a cover document (containing only the general informations on the movement) and all the informations related to the goods item should be printed on the LoI. In this cases, the AccDoc will only contain, where relevant, the informations in the following boxes: MRN, 1/3rd subdivision, 2, 3, 5, 6, 8, 15, 17, 18, 31 (see above), 35 (total gross mass), 50, 51, 52, 53, C, D. Box 31 will only contain the mention “See List of Items”. De 99 containernummers behorende tot 1 artikel worden dus op de LOI geprint bij het betreffende artikelnummer.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 9
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1.015 Valuta codes zekerheidsbedragen A) Per aangifte kunnen meerdere GRN's met zekerheidsbedragen worden opgegeven. Indien één en hetzelfde GRN in verschillende aangiften kan worden gebruikt, moet de valutacode dan bij alle bedragen waarbij dit GRN wordt opgegeven dezelfde zijn? Per aangifte kunnen meerdere GRN's met zekerheidsbedragen worden opgegeven. Bij elk zekerheidsbedrag dient de valutacode te worden opgegeven. Het is dus mogelijk dat in één aangifte meerdere zekerheidsbedragen bevat met verschillende valuta. De aangever zal de bedragen willen uitdrukken in één en dezelfde valuta, de Euro. Van belang is dan, welke wisselkoersen worden gebruikt. Antwoord: 20-07-05 In Nederland worden de bedragen in de vergunningen zekerheid vastgelegd in Euro. Staffelen vindt dan ook plaats in Euro. Als toch gebruik wordt gemaakt van een andere valuta zal Transit dit omrekenen naar Euro aan de hand van tabel 48 Muntsoort: CODE ATS
B)
Omschrijving (NL)
Tegenwaarde
Oostenrijkse Schilling
1
BEF
Belgische Frank
1
CHF
Zwitserland – Franc
1,5524
CYP
Cyprus – Pond
0,5756
CZK
Tjechie – Koruna
31,66
DEM
Duitse mark
1
DKK
Denemarken – Kroon
7,4416
EEK
Estland – Kroon
15,6466 1
ESP
Spaanse Peseta
EUR
EURO
1
FIM
Finse Markka
1
FRF
Franse Frank
1
GBP
Verenigd Koninkrijk – Pond
0,6868
GRD
Griekse Drachme
1
HUF
Hongaarse Florint
247,41
IEP
Ierse Pond
1
ISK
IJsland – Kroon
87,85
ITL
Italiaanse Lire
1
LTL
Litouwen – Litas
3,4528
LUF
Luxemburgse Frank
1
LVL
Letland – Lats
0,6677
MTL
Malta – Lira
0,4289
NLG
Nederlandse Gulden
1
NOK
Noorwegen – Kroon
8,341
PLZ
Polen – Zloty
4,3797 1
PTE
Portugese Escudo
SEK
Zweden – Kroon
9,0588
SIT
Tolar
239,98
SKK
Slowakije – Koruna
40,055
Worden alle bedragen binnen de Zekerheidsmodule GMS (Guarantee Management System) van Douane omgerekend in Euro?
Antwoord: 20-07-05 Dit is afhankelijk van welke valuta waarin de zekerheid is gesteld. In Nederland is alles in Euro vastgelegd. Zie ook antwoord bij A.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 10
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a C)
Welke wisselkoersen hanteert Douane dan bij de omrekening? Hoe weet de aangever van die Wisselkoersen; zijn dat de Wisselkoersen zoals kenbaar gemaakt in de SAGWIN?
Antwoord: 20-07-05 De wisselkoersen die door NCTS gebruikt worden zijn opgenomen in tabel 48 Muntsoort. Deze wordt door Brussel onderhouden en wordt gepubliceerd op de douane-site. D)
Wanneer of naar aanleiding waarvan worden de wisselkoersen aangepast?
Zie antwoord bij C. E)
Worden de aangevers op de hoogte gebracht van de wisselkoerswijzigingen? Zo ja, hoe?
Zie antwoord bij C.
1.016 Vergunning Hoofdbedrijf en of filialen / vestigingen. Er is wat verwarring in aangeversland m.b.t. het gaan krijgen van een (1) vergunning en een (1) aangevernummer (dus 1 borg) voor NCTS. Nu is het zo dat een en hetzelfde bedrijf verschillende aangevernummers (sub-nummers) gebruikt voor het doen van NCTS aangiften. Deze sub-nummers zijn dan vaak per vestiging en meestal ook per applicatie die men gebruikt. Nu staat er in een brief aan de aangevers over NCTS dat er 1 vergunning, 1 aangevernummer en 1 borg zou moeten komen per bedrijf. De vraag die dan opkomt is, hoe gaat men dat doen bij het gebruik van verschillende (NCTS) applicaties binnen hetzelfde bedrijf? Dat kan natuurlijk nooit onder dezelfde borg en aangevernummer gedaan worden. Dan zouden jullie gegevens van meerdere softwareleveranciers in de zelfde postbus gaan krijgen. Kan dat? Antwoord: 20-07-05 Door douane is besloten dat er een tijdelijke oplossing komt voor de hiervoor geschetste situatie. De oplossing bestaat hieruit dat alle nevenvestigingen (subnummers) met dezelfde gegevens als de hoofdvestiging opgenomen worden in het Zekerheidsubsysteem. Hiermee blijft het mogelijk om met het eigen fiscaalnummer / subnummer aangifte te doen. De nevenvestiging krijgt een eigen GRN en PINcode toegezonden. Intussen wordt met Brussel overlegd om hier een definitieve oplossing voor te bieden.
1.017 Borgregistratie A) N.a.v. Transit module zekerheid hebben we een vraag t.a.v. de borgregistratie waarbij de expediteur aangifte doet voor derden. Er wordt straks per vergunning zekerheid een GRN nummer geregistreerd. Indien de expediteur aangifte doet voor een derde (de exporteur) wie is dan verantwoordelijk ? Wordt de vergunning afgegeven aan de exporteur of de expediteur ? Indien de vergunning wordt afgegeven aan de exporteur, kan deze dan bijmeerdere expediteurs terecht voor het laten opmaken van de aangifte(s) (en kan hierbij gebruik worden gemaakt van dezelfde GRN nummer ?) Antwoord: 20-07-05 Een veel voorkomende situatie die zondermeer toepasbaar blijft. De aangever (rechtspersoon) zal naast de vergunning elektronisch aangeven Transit evt. ook de beschikking hebben over een vergunning TA en/of TG. Met de controle op de zekerheid zal de aangever ook de beschikking hebben over een vergunning zekerheid. Zowel de vergunning elektronisch aangeven Transit als de vergunning zekerheid zullen gesteld zijn op naam van de aangever en dus op zijn eigen TIN. Ook de situatie waarbij 1 aansluiting (X400 adres) door meerdere aangevers wordt gebruikt komt veelvuldig voor. Hierbij zijn de volgende varianten mogelijk:
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 11
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
1. 2. 3.
Bedrijf X doet op eigen naam en rekening aangiften via het eigen X400 adres Bedrijf X doet op naam en rekening van anderen aangiften via het eigen X400 adres Bedrijf X staat toe (levert dienst) dat anderen op hun eigen naam en rekening aangiften indienen via zijn X400 adres.
Alle drie de situaties leveren voor de toekomst geen problemen op. Voorwaarde is dat in variant 2 en 3 bij de aangifte gebruik wordt gemaakt van de vergunninggegevens van het andere bedrijf (op naam en rekening van) waarvoor of voor welke de aangifte wordt ingediend. Het andere bedrijf moet dus beschikken over een vergunning elektronisch aangeven Transit met het X400 adres van bedrijf X. Voor de controle zekerheid zal het andere bedrijf ook een vergunning zekerheid moeten hebben op eigen naam (TIN). In geval van vergunningverlening zal de verzoeker aangeven dat gebruik zal worden gemaakt van b.v. een bepaalt softwarepakket van een Softwarehouse. Zowel in de vergunningaanvraag als in de vergunning zelf is er geen sprake van vermelding X400 adres.
B) Combinatie T1 en EX A aangiftes Indien voor een zending zowel een Sagitta aangifte (EX A), alsmede een Transit aangifte (T1) opgemaakt moet worden. Wordt eerst een T1 aangifte gedaan en wordt het MRN nummer vermeld in de EX A aangifte ? en is het noodzakelijk dat ook de T1 goederen vermeld worden in de Sagitta aangifte ? Antwoord: 20-07-05 EX-A is uitvoer, een dergelijke aangifte wordt gedaan via het aangiftesysteem Sagitta Uitvoer voor communautaire goederen die bestemd zijn om uit de EG te worden uitgevoerd. De goederen worden vervolgens op exemplaar 3 van de uitvoeraangifte (de print out van Sagitta Uitvoer) naar een kantoor van uitgang vervoerd. Wanneer dergelijke goederen bestemd zijn voor of worden vervoerd via een EVA-land (Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland) of Andorra of San Marino, dan mag een aangifte T2 worden opgemaakt nadat de goederen voor uitvoer zijn vrijgegeven. Daarmee kunnen de goederen worden vervoerd tot het kantoor van bestemming in één van die landen. Een aangifte voor douanevervoer T1 wordt gedaan voor niet-communautaire goederen die worden vervoerd van een plaats in de EG naar en andere plaats in de EG of een EVA-land. Voor T1-goederen wordt geen uitvoeraangifte gedaan.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 12
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
2.
Zekerheidscontrole
2.001 Zekerheidsbedrag bij GRN De aangever dient bij het zekerheidsbedrag het relevante GRN op te geven. Betekent dit, dat er per GRN een zekerheidsbedrag is? Antwoord: 7-2-05 In de zekerheidsmodule GMS worden de gegevens van een vergunning Zekerheid opgenomen. Elke vergunning wordt afzonderlijk vastgelegd en krijg een eigen uniek GRN. Elk GRN (vergunning Zekerheid) kent dus één bedrag aan zekerheid.
2.002 Berekening totaal bedrag zekerheid Berekent Douane het totaal bedrag van de zekerheid voor de aangifte? Antwoord: 7-2-05 De aangifte kan op twee manieren worden aangeboden; - zonder de gegevens benodigd voor de geautomatiseerde zekerheidscontrole of - met alle benodigde gegevens. In het laatste geval is door de aangever voor elk artikel het latente bedrag douaneschuld in artikel 1 opgenomen bij de Bijzondere vermelding CAL. Door Transit zal de zekerheidscontrole vervolgens automatisch worden uitgevoerd. Als de aangever deze gegevens niet meelevert in de aangifte (hiervoor bestaat geen wettelijke verplichting), dan wordt de aangifte in het systeem geblokkeerd en zal de douane het bedrag aan latente douaneschuld vast moeten stellen. Aanvullende vraag: Betekent dit dat 1. voor elk artikel afzonderlijk het bedrag moet worden vermeld of 2. kan worden volstaan met een (totaal) bedrag voor alle artikelen in de betreffende IE15? Indien 1. is het betreffende veld dan wel groot genoeg indien een flink aantal artikelen is opgenomen in de IE15? Zie antwoord bij 1.010 B (vermelding CAL bij meerdere artikelen).
2.003 Betekenis GRN in de IE55 IE55 bevat een veld GRN. Betekent dit dat Douane per GRN een zekerheidsbedrag controleert. Klopt dit? Antwoord: 7-2-05 Bij een aangifte kunnen meerdere typen zekerheid worden gebruikt. Voor elk type kan een GRN worden opgenomen. Aan het GRN is één bedrag aan zekerheid opgenomen. Zie ook antwoord op vraag 1.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 13
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
2.004 Vrijgave gestelde zekerheid De gestelde zekerheid wordt middels het Zuiveringsbericht IE45 weer vrijgegeven. Met IE45 wordt de write-off date gemeld. In bericht IE45 bevat niet een veld GRN. Klopt het dat IE45 betrekking heeft op het totale zekerheidsbedrag van de aangifte? Antwoord: 7-2-05 Het feit dat de zekerheid voor een aangifte is vrijgegeven wordt impliciet middels het bericht IE45 – Kennisgeving beëindiging douanevervoer gemeld aan de aangever. Opgemerkt wordt dat bij gebruik van een referentiebedrag (doorlopende zekerheid) de bijboeking al plaatsvindt op het moment dat de aankomstmelding binnen Transit is verwerkt. In de zekerheidsmodule wordt echter de relatie tussen MRN en GRN nog vastgehouden tot de aangifte afgesloten (systeemtechnisch) is en het IE45 bericht wordt verzonden. In het geval een aangifte afgesloten is, is ook vrijgave van de gestelde zekerheid voor alle in de aangifte opgegeven GRN’s verleend.
2.005 Bijhouden zekerheidsbedrag in GMS Douane houdt in het GMS het zekerheidsbedrag bij. Wanneer wordt dit bedrag aangepast (verhoogd c.q. verlaagd)? Antwoord: 7-2-05 Als het om de periodieke controle gaat m.b.t. het gebruik van de vergunning Zekerheid, heeft de douane met GMS een handvat om vast te stellen of het bedrag zekerheid aangepast moet worden. Dit sluit aan op de huidige procedure. Wordt met deze vraag het staffelen op het referentiebedrag bedoeld, dan wordt per aangifte gestaffeld door het bedrag aan latente douaneschuld in de aangifte af of bij te boeken. Het gehele bedrag aan latente douaneschuld binnen een aangifte wordt gestaffeld.
2.006 Werkwijze zekerheid. Hoe gaat dit? Wat is de werkwijze voor een aangever als een aangifte vanwege een te kort aan borg via een IE55 afgekeurd wordt? Antwoord 09-02-2005 Als door Transit is geconstateerd dat de zekerheid niet toereikend of niet geldig is, zal het bericht IE55 Gestelde zekerheid niet toereikend worden verzonden. Transit plaatst de aangifte in een wachtstatus (8 uur). De aangever moet nu voor aanvulling of een geldige zekerheid zorgen. Nadat dit is verricht neemt hij contact op (telefoon, mail, fax o.i.d) met de melding dat de zekerheid is aangevuld. De douane zal de aangifte vervolgens oppakken en opnieuw aanbieden voor de geautomatiseerde zekerheidscontrole. Als de aanvulling niet tijdig (binnen 8 uur) wordt geregeld en de aangifte dus niet opnieuw is aangeboden voor controle, wordt automatisch het bericht IE51 - Kennisgeving weigering toestemming tot vervoer verzonden met de reden van weigering.
2.007 Gestelde zekerheid corrigeren / aanvullen Douane controleert de gestelde zekerheid. Indien het resultaat van de controle negatief is kan de aangever “binnen de daarvoor gestelde tijd” de zekerheid corrigeren / aanvullen. - Wat is “de daarvoor gestelde tijd”? Antwoord: 7-2-05 Als de zekerheidscontrole negatief uitvalt ontvangt de aangever het bericht IE55. Binnen Transit wordt direct een timer gestart. Voordat deze timer verloopt moet de aangever zorgen voor een aanvulling (bij storten of nieuwe vergunning zekerheid). De timer is vastgesteld door de douane op 8 uur en is centraal door Apeldoorn opgevoerd. Het is min of meer de gemiddelde tijd die benodigd is om voor een aanvulling
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 14
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a te zorgen. De termijn zal worden opgenomen in het Handboek douane. -
Op welke wijze wordt de aangever daarover geïnformeerd?
Antwoord: 7-2-05 Over de vrijgave voor vervoer wordt de aangever geïnformeerd via de IE29 – Toestemming vertrek. Indien de zekerheidscontrole negatief uitvalt wordt de aangever via het bericht IE55 geïnformeerd -
Als de aangever een IE55 ontvangt heeft hij 8 uur de tijd om de gestelde zekerheid te corrigeren / aan te vullen. Slaagt de aangever daarin niet binnen de aangegeven tijd, dan stuurt Douane automatisch een IE51 bericht, Kennisgeving weigering toestemming tot vervoer. Heeft het IE51 bericht ook de betekenis, dat de aangifte ongeldig is?
Antwoord: 20-07-05 De aangifte is in een eerder stadium aanvaard. Met het versturen van het bericht IE51 en het dus niet verlenen van een Toestemming tot vertrek krijgt de aangifte in NCTS een eindstatus. Er zal indien de goederen alsnog vervoerd moeten worden een geheel nieuwe aangifte moeten worden ingediend. -
Betekent het ontvangen van een IE5I (nadat Douane een IE55 zond) dat de bedragen die in de betreffende aangifte zijn opgegeven als zekerheid weer ter beschikking van de aangever komen?
Antwoord: De negatieve uitslag van de zekerheidscontrole kan verschillend zijn: - opgegeven GRN en/of PIN-code zijn niet juist; - opgegeven GRN is niet geldig; - openstaande referentiebedrag is niet toereikend. In alle drie de gevallen wordt er geen bedrag afgeboekt. Er is dus bij de ontvangst van zowel IE55 als IE51 niets gewijzigd en de aangever kan nog steeds beschikken over het nog openstaande referentiebedrag.
2.008 Ongeldige aanvulling / correctie zekerheid Als het resultaat van de controle van de zekerheid negatief is, en de aangever corrigeert de zekerheid c.q. vult deze aan, dan wordt de correctie / aanvulling door Douane gecontroleerd. Is de opgegeven aanvulling en/of correctie ongeldig dan krijgt de aangever daarvan bericht, kennelijk weer met een IE55. Hoe vaak kan de aangever de zekerheid aanvullen / corrigeren bij een negatief controleresultaat? Antwoord: 7-2-05 Zolang de aanvulling telkens binnen de gestelde termijn wordt gedaan kan na een volgende negatieve zekerheidscontrole weer een IE55 worden verwacht. Dus oneindig.
2.009 Zekerheid vereenvoudigde procedure Bij de verplichte invoering van NCTS voor TA vergunninghouders in april 2004 is gebleken, dat de code 6 voor zekerheid (vrijstelling) niet gebruikt mocht op een aangifte in de vereenvoudigde procedure. Wij hebben een aantal klanten die gebruik maken van de regeling vrijstelling Rijnvaart en die liepen tegen dit probleem aan. Dat werd omzeild door de code 1 te gebruiken en als bedrag douanewaarde nul te reserveren (wat materieel het zelfde resultaat opleverde). Nu staat in de aanwijzingen voor de nieuwe versie van Transit dat een bedrag nul niet meer geaccepteerd wordt. Is het inmiddels mogelijk om code 6 voor de zekerheid te sturen in combinatie met een TA vergunning? Anders krijgen we op 3/4/05 een probleem. Antwoord: 28-01-05 NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 15
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a Geruime tijd geleden is er een aanpassing gedaan in een configuratiefile van Transit en is code 6 opgenomen. Dit houdt in dat code 6 gewoon gebruikt kan worden.
2.010 Valuta code Is het bezwaarlijk als ik mijn aangevers alleen de bedragen in EURO laat ingeven ? Ik kan zelf geen nadelen verzinnen, behalve dat ze misschien het e.e.a. zelf moeten uitrekenen. Antwoord: 23-02-05 In Nederland worden alle bedragen m.b.t. de zekerheid vastgelegd in Euro. De landen die nog niet over zijn op het gebruik van de Euro, zullen hun eigen valutacode gebruiken.
2.011 Het GRN nummer Momenteel geven de gebruikers een nummer of reeks in van hun certificaten in het vak andere verwijzing. Bijv. A.12345 t/m A.12348. Nu moeten ze een GRN nummer gaan meesturen, waar kunnen ze deze vinden ? Antwoord: 23-02-05 Bij de initiële vulling van het zekerheidsubsysteem door de douane wordt voor elke zekerheid een uniek GRN (Guarantee Reference number) aangemaakt. Dit GRN wordt schriftelijk medegedeeld aan de aangever.
2.012 GRN gekoppeld aan één fiscaalnummer Een GRN is gekoppeld aan één aangevernummer. Kan per aangevernummer meerdere GRN’s worden afgegeven? Zo ja, komt dit vaak voor? En wordt dan bij een aangifte IE15 per afzonderlijke GRN beoordeeld of er nog voldoende Zekerheid is. Antwoord: 23-02-05 Een GRN betreft altijd één zekerheid. Het GRN is dan ook altijd aan één fiscaalnummer (TIN) gekoppeld. Een aangever kan meerdere zekerheden stellen en krijgt daar dus ook meerdere GRN’s tot zijn beschikking. In de regel heeft een aangever één zekerheid (veelal doorlopende of ontheffing). Indien er gebruik wordt gemaakt van twee GRN’s zal per GRN beoordeeld worden of er voldoende zekerheid is.
2.013 Overgangssituatie voor en na productiedatum Vanaf de in productie name van release 3.2.1a. wordt bij Transit met Zekerheden gewerkt die door Douane worden bijgehouden. Een aangever zal een limietbedrag, bijv. 1.000.000,-,, vastgesteld krijgen van Douane. Op die 1.000.000,wordt vervolgens afgeschreven (na IE45 wordt weer bijgeschreven). Wat gebeurt er met aangiften die ingediend zijn vóór de productiedatum release 3.2.1a en waarvan de IE45 na 3 april wordt verstuurd. 1) Die aangiften worden door Douane niet afgeboekt op de Zekerheid? Antwoord: 23-02-05 Voor aangiften welke voor de implementatiedatum zijn ingediend en vrij zijn gegeven voor vervoer en waarvoor de niet geautomatiseerde zekerheidscontrole al heeft plaatsgevonden, wordt het IE45 bericht net zoals nu gezonden aan de aangever. Omdat de zekerheidscontrole buiten het systeem om heeft plaatsgevonden heeft dit verder geen gevolgen voor de hoogte van het referentiebedrag.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 16
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a 1a) Zo neen, dan kan begint elke aangever op 3 april met zijn maximale Zekerheid? Antwoord: 23-02-05 Bij de schriftelijke bekendmaking van het GRN en de PIN-code wordt de aangever ook op de hoogte gesteld van het referentiebedrag dat geldt vanaf de implementatiedatum. De aangever hoeft zijn maximale Zekerheid op 3 april dan dus niet tijdelijk te verlagen met de openstaande aangiften? Antwoord: 23-02-05 Nee. 1b) Zo ja, hoe worden die openstaande bedragen gewaardeerd en hoe worden die dan kenbaar gemaakt? Antwoord: 23-02-05 N.v.t. zie hiervoor.
2.014 Moment van controle zekerheid Stel er wordt een IE15 ingestuurd. Dan wordt er al direct een controle gedaan op de borgstelling en indien er geen redenen zijn tot afkeuring van de borg, wordt het zekerheidsbedrag gereserveerd van de borg. Wat nu als mijn IE15 aanleiding geeft tot het sturen van een IE16. Ligt de controle en reservering van de borg voor de inhoudelijke controle van de IE15 of er na ? M.a.w. kan het gebeuren dat er een reservering op de borg plaats vindt, ook al ontvang ik een IE16. In het geval dat wel zo is, wat dan te doen als blijkt dat de situatie zodanig is dat ik na ontvangst van de IE16 geen IE15 meer instuur. Hoe krijg je dan de borg terug gestort ? Antwoord: 23-03-05 Het aanvaardingsproces vindt plaats voordat de zekerheidscontrole wordt uitgevoerd. Als een IE15 om douanetechnische redenen niet kan worden aanvaard, wordt dit via het IE16 bericht medegedeeld. Wordt een IE15 aanvaard wordt dit kenbaar gemaakt met het bericht IE28. Vervolgens zal de zekerheidscontrole worden opgestart. Als deze negatief uitvalt zal dit met het IE55 bericht worden gemeld en is het aan de aangever om te zorgen dat de zekerheid tijdig wordt aangevuld. Na aanvulling kan hij zich weer melden (telefoon, mail, fax o.i.d) bij de douane om de zekerheidscontrole nogmaals uit te laten voeren.
2.015 Kantoor van zekerheidsstelling in andere EU lidstaat Doorlopende borgstelling inzake communautair en gemeenschappelijk douanevervoer neergelegd op het kantoor van zekerheidsstelling te Antwerpen. Deze borgstelling behelst de dekking van transitverkeer voor het vertrek vanuit zowel België als Nederland. Graag ontvingen we meer info met betrekking tot de praktische invulling van de afstaffeling van het referentiebedrag voor zulke gebruikers. Is er een online borgkoppeling met andere EU lidstaten? Antwoord: 20-07-05 NCTS ondersteunt de mogelijkheid om gebruik te maken van een in het buitenlandgestelde zekerheid. Aan de hand van het in vak 52 opgegeven GRN wordt een controle verricht op de zekerheid. In het GRN is de landcode opgenomen. Als in Nederland aangifte wordt gedaan met opgave van een in België afgegeven GRN zal de Nederlandse Transit applicatie automatisch een bericht IE203 versturen naar de Belgische Transit applicatie waar de controle en het afstaffelen plaatsvindt. Met het bericht IE205 wordt de Nederlands Transit applicatie op de hoogte gebracht waarna vervolgens tot vrijgave voor vervoer kan worden overgegaan. Na beëindigen van het vervoer vindt via berichtenverkeer tussen Nederland en NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 17
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a België ook weer het opboeken en uiteindelijke het vrijgeven van de zekerheid plaats. Om hier gebruik van te kunnen maken zal de aangifte gedaan moeten worden met het in België afgegeven TIN.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 18
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
3.
In relatie tot MIG 3.2.1a
3.001 Vervallen IE60? Is het juist dat document IE60 is komen te vervallen? Zie schema 3.1.2 in het document <0023 Berichtenscenario's (externe communicatie) ph 3.2.1a.pdf>. Overige verwijzingen naar dit document zijn niet verwijderd. Antwoord: 7-2-05 Het bericht IE60 – Kennisgeving controle wordt alleen verzonden in het geval een aangifte is gedaan in de normale procedure en de douane besluit om over te gaan tot controle. In de vereenvoudigde procedure wordt er geen IE60 verzonden. De aangever weet dat er na aanvaarding (IE28 – Mededeling aanvaard) binnen een aantal minuten (vergunningafspraak) een vrijgave voor vervoer (IE29 – Toestemming vertrek) wordt gegeven. Komt deze er niet zal de aangever rekening moeten houden met een mogelijke controle van de douane.
3.002 Op IE51 volgt geen IE09 meer In het document <0023 Berichtenscenario's (externe communicatie) ph 3.2.1a.doc> onder historisch overzicht wordt verklaard dat bij een IE51 geen IE09 meer volgt. Echter in 2.1.2.3 wordt nog steeds een IE09 gestuurd na een IE51. Wat is juist? Antwoord: 7-2-05 In het Historie overzicht is de vermelding juist. In par. 3.1.1.3 en 3.1.2.3 moet de vermelding in de laatste alinea verwijderd worden. Een nieuwe versie van de Berichtenscenario’s (externe communicatie) zal beschikbaar worden gesteld.
3.003 Vulling PCI segment in de IE55 In kader van het IE55 bij Transit melden we het volgende. Volgens de EDIFACT specificatie komt in de segmentgroep 3 in segment 15 (PCI) geen waarde voor; er is geen waarde gemapd naar dat segment. Dus in het EDIFACT gaat Douane versturen PCI. Volgens ons behoort dat niet; het segment is verplicht dus moet er minstens 1 waarde ingevuld zijn. Antwoord: 02-02-05 Ook de EDIfact-deskundigen zijn de zelfde mening toegedaan dat het segment met minimaal één gegeven moet worden gevuld (bijv. een qualifier). Dit is door hen vorig jaar al neergelegd in Brussel. Daar is men (TAXUD) echter van mening dat dit lege PCI-segment meegestuurd moet worden. Het letterlijke antwoord treft u hieronder aan. The PCI segment is a part of the RFF(ABK).PAC(-).PCI(-).FTX[16] EDIFACT hierarchy. This means that the PCI segment is the 'father' of the 'child' FTX[16] EDIFACT segment. If we remove the mentioned as 'empty' PCI EDIFACT segment, then a Input Validation Error message will be provided to the user by the ECN application because the mapping and the hierarchy of the FTX[16] segment will be not aligned to mapping and the hierarchy of the CUSDEC messages.RFF(ABK).PAC(-). FTX[16] instead of RFF(ABK).PAC(-).PCI(-).FTX[16] When an EDIFACT segment contains the base (father) for a lower segment (child) into the hierarchy of the EDIFACT mapping then it can be also used without any data items. This happens because if we remove this base segment then even the whole information, which is mapped under this base, will be also missed, even an Input Validation Error message will be provided to the user for the incorrect hierarchy into the RFF(ABK).PAC(-).PCI(-).FTX[16] EDIFACT mapping.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 19
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
3.004 Formaat zekerheidsbedrag Het formaat van het zekerheidsbedrag is N.. 15,2. Zijn de twee decimalen verplicht? Mogen de decimalen de waarde nul hebben? Antwoord: 7-2-05 Bij het opgeven van het bedrag latente douaneschuld is het niet verplicht om gebruik te maken van een decimaalteken en de twee decimalen. Als het decimaalteken wordt gebruikt moet dit gevolgd worden door twee decimalen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de geldende afrondingsregels (zie art. 55 lid 1 Douanebesluit). De decimalen mogen de waarde nul hebben. Dit staat gelijk aan het bedrag zonder nullen als decimalen.
3.005 Controle zekerheid in normale en vereenvoudigde procedure Douane controleert de gestelde zekerheid. In het document 0023 Berichtenscenario's (externe communicatie) ph 3.2.1a.pdf is er bij de behandeling van de aangifte tav zekerheidscontrole geen verschil tussen de normale en de vereenvoudigde procedure. In het document 0030-4 Bijzondere vermelding CAL.pdf wordt in par. 1 wel onderscheid gemaakt tussen beide procedures: “Transit zal dan de controle op de gestelde zekerheid automatisch uitvoeren. Bij een positief resultaat zullen in het geval er sprake is van een vereenvoudigde procedure vervolgens de goederen automatisch worden vrijgegeven voor vervoer. Bij toepassing van de normale procedure vindt geen automatische vrijgave plaats”. Welke van beide lezingen is juist (document 0023 of document 0030-4)? Antwoord: 7-2-05 In de Transit applicatie is een aparte functionaliteit ingebouwd om met inachtneming van de timerinstellingen aangiften gedaan in de vereenvoudigde procedure waarvoor de zekerheid akkoord is bevonden direct vrij te geven voor vervoer. Deze functionaliteit werkt niet voor aangiften gedaan in de normale procedure. Indien document 0030-4 juist is: Hoe worden de goederen dan vrijgegeven (bij een negatief resultaat van de zekerheidscontrole onder de normale procedure)? Antwoord: 7-2-05 Aangiften gedaan in de normale procedure moeten door de douane worden vrijgegeven. Bij een negatief resultaat van de zekerheidscontrole zal Transit automatisch het bericht IE55 – Melding zekerheid niet akkoord versturen. Het bericht IE55 is niet procedure afhankelijk. 3.006 Berichtscenario 0023 N.a.v. het historisch overzicht aan het begin van document 0023 Berichtenscenario's (externe communicatie) ph 3.2.1a.pdf 6e gedachtestreepje: verwijderd IE07/IE08 en IE 25 bij aankomst in normale procedure: betekent dit dat het berichtenscenario is gewijzigd? Antwoord: 7-2-05 Het beleid van de Nederlandse douane is dat in de normale procedure bij bestemming er sprake is van het melden van de aankomst bij de douane. Er mag in een dergelijk geval niet door een geadresseerde een bericht IE07 – Kennisgeving van aankomst worden ingezonden. De afhandeling vindt op het douanekantoor plaats. Evt. navolgende berichten (IE08 en IE25) worden dus ook niet verzonden. T.o.v. de vorige versie is er geen wijziging wat betreft het berichtscenario.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 20
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a - gedachtestreepjes 7, 8,9 10: op welke pagina’s heeft dit betrekking? Antwoord: 7-2-05 7e gedachtestreepje; in de vorige versie werd gebruik gemaakt van de term Buitenwerking stellen. Wettelijk gezien is deze term niet meer juist. Er is sprake van het intrekken op verzoek van een aangifte of het ongeldig maken van een aangifte door de douane. In par. 3.4.2 en par. 3.4.4. is deze nieuwe terminologie gebruikt. 8e gedachtestreepje; par. 3.2.2.3 gaat in op de controle die door een Toegelaten Geadresseerde (TG) wordt uitgevoerd bij de lossing. In de laatste alinea van deze paragraaf (pagina 26) is vermeld dat de TG verantwoordelijk is voor een goede archivering van de begeleidende documenten. Deze verplichting is opgelegd via de vergunning TG waarbij de voorwaarde is opgenomen dat in het IE44 – Rapport van lossing de opvolgende regeling wordt vermeld. De verplichting voor zelf archiveren van de begeleidende documenten geldt per 1 april 2005. 9e gedachtestreepje; par. 3.2.3.1 gaat in op het rapport van lossing. In de 1e alinea (pagina 28) is opgenomen dat de TG middels zijn vergunning verplicht is de opvolgende regeling te vermelden in het bericht IE44. De verplichting voor het opgeven van de opvolgende regeling geldt per 1 oktober 2004. 10e gedachtestreepje; in par. 3.3.1.2 (pag. 30 en 31) is een verduidelijking opgenomen over de betekenis van het bericht IE45. - 11e gedachtestreepje: welk(e) berichtenscenario(‘s) betreft dit? Antwoord: 7-2-05 In het Historie overzicht is de vermelding juist. In par. 3.1.1.3 en 3.1.2.3 moet de vermelding in de laatste alinea verwijderd worden. Een nieuwe versie van de Berichtenscenario's (externe communicatie) wordt z.s.m. beschikbaar gesteld.
3.007 Gebruik bijzondere vermelding CAL In het gebruikersfunctiemodel Hoofdstuk 30-4 wordt is pagina 4 bij “voorbeeld:” in de 1e zin niet correct. Antwoord 10-2-05 “Als het bedrag zekerheid is € 100.000,00 etc…” moet worden gelezen als: “Als het bedrag latente douaneschuld is € 100.000,00 “
3.008 Taalindicator bij NAW-gegevens. Er bestaat een discussie aangaande het al dan niet verplicht insturen van een taalindicator bij de NAW-gegevens in een aangifte. Dit veld is optioneel in de specificaties. Maar ook de postcode is optioneel terwijl hierop regelmatig foutberichten en/of controle berichten retour komen. Antwoord: In de MIG is de taalindicator optioneel. Er word verwezen naar Rule TR99. De omschrijving hiervan kun je vinden in de Appendices op pagina 32. Voor de postcode geldt dat deze gevuld moet worden afhankelijk van de situatie. Uitleg hierover is te vinden in de hierachie van de IE 15. De daar genoemde condities en regels kan worden terug gevonden in de Appendices.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 21
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
3.009 VAK 7 (referentie) printen In de specificaties staat eigenlijk dat het vak 7 (referentie) niet geprint moet worden. Tenminste, er wordt geen melding van dit vak gemaakt. Klanten vragen zo nu en dan waarom dit vak er niet op staat. Het antwoord kan dan simpel zijn door te zeggen dat vak 7 er in principe niet op staat. Conform douane specificaties. Maar ik hoor ook wel eens dat andere partijen het veld er wel op zetten. Kortom, de vraag is, mag vak 7 er eventueel wel op staan of helemaal niet? Antwoord: 20-07-2005 Het is toegestaan om het LRN af te drukken op Begeleidend Document in vak 7.
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 22
FAQ TRANSIT Release 3.2.1a
4.
Coderingen
4.001 Tabel currency codes In het document ontbreekt de tabel 'currency codes'. Zie de onderbroken nummering. Volgens mij is men vergeten de tabel op te nemen. Naar deze tabel wordt verwezen in de documentatie. Volgt er nog een update van het document met de tabel of zijn de codes van het codeboek Sagitta van toepassing? Antwoord: 7-2-05 De tabel Currency Code is niet opgenomen in de MIG omdat er in het aangiftebericht (IE15) geen veld is gedefinieerd voor valuta. In de aangifte moet de valutacode opgegeven worden in het tekstveld Additional information. De Transit controle is zo opgesteld dat de drie posities voor de valutacode gehouden worden tegen de waardes in tabel 48. Een zelfde soort controle kan ook in de aangeverapplicatie worden ingebouwd. De tabel zal via www.douane.nl bij onderdeel Codeboek Sagitta beschikbaar worden gesteld. Ter informatie is de tabel hier alvast opgenomen. Tabel 48: Muntsoort Code om de in de doorvoerlanden gebruikte munt te identificeren CODE ATS
Omschrijving (NL) Oostenrijkse Schilling
BEF
Belgische Frank
CHF CYP
Zwitserland - Franc Cyprus – Pond
CZK
Tjechie – Koruna
DEM
Duitse mark
DKK
Denemarken - Kroon
EEK
Estland – Kroon
ESP
Spaanse Peseta
EUR
EURO
FIM
Finse Markka
FRF
Franse Frank
GBP
Verenigd Koninkrijk - Pond
GRD
Griekse Drachme
HUF
Hongaarse Florint
IEP
Ierse Pond
ISK
IJsland – Kroon
ITL
Italiaanse Lire
LTL
Litouwen – Litas
LUF
Luxemburgse Frank
LVL
Letland – Lats
MTL
Malta – Lira
NLG
Nederlandse Gulden
NOK
Noorwegen - Kroon
PLZ
Polen – Zloty
PTE
Portugese Escudo
SEK
Zweden – Kroon
SIT
Tolar
SKK
Slowakije – Koruna
NCTS phase 3.2.1a Versie 3
25 juli 2005 Blz. 23