6 e JAARGANG, NR. 7, november 2011
Kamervragen Na LVOenquête Manifest De OK van de Toekomst Enkelartroscopie Indicaties en technieken DIEP-lap Transplantaat zonder spier Overdracht Protocol voor meer structuur
Frank Kuipers: ‘Allround zijn houdt je scherp’ OK OPERATIONEEL november 2011
1
MA OND 4HE ESTAV FE ERDAG RE R E DIN DOND NATU K TO C A "
Voorlopige onderwerpen
26 LVO Congres e
2 0 1 2
Landelijke Vereniging van Operatieassistenten
• Haïti ervaringen • Nieuwe technieken in kankeronderzoek • (Milieu)besparing op de OK • Afvalverwerking & recycling • Battle sessie (PRO/CON): buitenlandse operatieassistenten?! • Veranderingen in het ziekenhuis milieu. Centralisatie: een gevaar voor ons allemaal? • Signature • Forensische pathologie • Lagerhuissessie: Het ‘klimaat’ op de OK
OK klimaat OK(é)?! 16 en 17 februari 2012 NH Koningshof Hotel, Veldhoven In samenwerking met:
Voor meer informatie: www.lvo.nl
Congressecretariaat
Postbus 2428 5202 CK ’s-Hertogenbosch Tel 073 - 700 35 00 Fax 073 - 700 35 05 www.congresscompany.com
[email protected]
Snel op de hoogte met
Praktijk- en werkbegeleidersdag
“Ik vond vooral het gesprek op de achterbank verhelderend”
Donderdag 17 november 2011
“Kritisch leren denken” Locatie: fa. Biomet Toermalijnring 600 3316 LC Dordrecht Informatie en inschrijven via de website: www.lvo.nl Kosten: LVO leden € 35 Niet leden € 70
OK nieuws.nl
Ontwikkelingen in de wereld van de OK volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.OKnieuws.nl dagelijks: • Het allerlaatste OK-nieuws • Agenda, vakevenementen (nu met foto’s!)
• Leuke en leerzame filmpjes (nieuw!) • Loopbaannieuws en vacatures
• Weblog en Mijn dag: collega’s over hun werk (nieuw!) • Uitspraken van het tuchtcollege (nieuw!)
OKnieuws.nl, is déé nieuwssite i w voor de OK: van operatieassistent ent tot anesthesiemedewerker en van OK-manager tot chirurg. ad_oknieuws2010half.indd 1
r de op voo uwsu f e e ie G itale n g g i d s van grati n ont e f e i r b en het e wek e w t e ieuws elk OK-n x. e t s t a o la mailb in uw
26/05/11 20:25
Vragen(v)uur? In OK Operationeel 6 lazen jullie de uitkomsten van de enquête over het ‘Importeren van buitenlands OK-personeel’. Een enquête die niet onopgemerkt bleef. Al spoedig werden we gebeld door Dagblad Trouw dat een groot artikel aan ons onderzoek wijdde. De koppen ‘OK-hulp uit India? Bedenk je drie keer’, ‘Onrust in OK’s door Indiaas personeel’ en ‘Operatieassistenten vrezen voor veiligheid van patiënten vanwege inzet van kennismigranten’ leidden al snel tot vragen in de Tweede Kamer. Henk van Gerven, Tweede Kamerlid voor de SP, stelde minister Edith Schippers een aantal zeer kritische vragen over het functioneren van de Indiase operatieassistenten. Het verslag van dit ‘Vragenuurtje’ lees je in dit nummer. In ieder geval zijn we hier heel erg blij mee. Immers OK Operationeel is een informatief vakblad voor operatieassistenten, dat als taak heeft om iedereen op de hoogte te stellen van nieuwe ontwikkelingen en wat er zoal leeft onder OK-personeel. Zonder daarbij partij te kiezen of stelling in te nemen. Het is juist onze bedoeling om discussies op gang te helpen en daarmee problematieken onder ogen te zien, en daardoor tot nieuwe inzichten te komen. Meer en meer komt ons beroep in het nieuws, zowel positief als negatief. Daarom is het belangrijk om na te denken over welke koers we uitmoeten met ons beroep. In dit nummer ook een artikel dat hier verder op doorgaat. In OK van de toekomst vraagt de schrijver zich af of je wel een OK moet bouwen voor veertig jaar. Kun je dat niet beter voor vijftien jaar doen? Immers de technologieën zoals robotica en luchtbeheersing veranderen zeer sterk. Of hebben we genoeg aan uitsluitend het volgen van de regels van de hygiënediscipline? Verder in dit nummer: Joke Rutjens heeft haar afstudeeropdracht geschreven over aflossen tijdens een operatie. Haar ervaring in haar opleiding was dat er geen protocol of vaste structuur aanwezig was. Ik wens je veel leesplezier!
Kamervragen na LVO-enquête Tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 4 oktober legde de SP minister Schippers het vuur aan de schenen.
6 22 Voorste en achterste enkelartroscopie De enkelartroscopie is pas relatief kort beschikbaar, maar al niet meer weg te denken uit de
Hennie Mulder LVO-bestuurslid Media
[email protected]
dagelijkse praktijk in de OK.
OK Operationeel wordt mede
4
OK OPERATIONEEL november 2011
OK van de toekomst: aangenaam en flexibel De tijd is rijp voor een nieuwe visie op het operatiecomplex. Daarom presenteerden UMC Groningen en TNO onlangs een manifest.
16 28
32
Borstreconstructie met de DIEP-lap
Protocol verbetert overdracht bij aflossen
Bij borstreconstructies met de DIEP-lap blijven
Joke Rutjens zag het gebrek aan structuur bij het
de rechte buikspieren intact. Alleen huid en vet
overdragen en implementeerde een protocol. Hoe
wordt getransplanteerd.
heeft ze dat aangepakt?
Verder in dit nummer: 4 Redactioneel
mogelijk gemaakt door:
8 Nieuws 13 LVO-nieuws 14 Collega 36 Boeken 39 Column Marck Haerkens 39 Colofon
OK OPERATIONEEL november 2011
5
De overvloedige kritiek op Indiase operatieassistenten die de LVO in een enquête signaleerde (zie OK Operationeel 6), heeft veel losgemaakt. Dagblad Trouw wijdde er op 30 september een artikel aan. En tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer op 4 oktober legde de SP minister Schippers het vuur aan de schenen vanwege de geconstateerde problemen. Dat ging zo: Tekst: Afdeling griffie Tweede Kamer
|
Hoofdfoto: Istockphoto. Overige foto’s: Tweede Kamer
Vragen in de Tweede Kamer na LVO-enquête
Minister Schippers over Indiase operatieassistenten
Henk van Gerven (SP):
6
Voorzitter. De afgelopen dagen werden wij
situatie? De SP was van meet af aan tegenstander van het ronselen
opgeschrikt door berichten over operatie-
van operatieassistenten uit India. In India zelf is een groot tekort
assistenten uit India die slechte zorg leveren.
aan personeel en daarom is het ongehoord om daar personeel te
De Landelijke Vereniging van Operatieassis-
werven. Dat vindt de Wereldgezondheidsorganisatie, net als de SP.
tenten luidt daarover de noodklok. Messen-
Gij zult geen personeel ronselen in ontwikkelingslanden, waar
sets worden verkeerd in elkaar gezet, er wordt gewerkt met
grote tekorten zijn. Nederland moet z’n eigen boontjes doppen. De
onsteriel operatiemateriaal, gazen blijven achter in het operatiege-
SP heeft vorig jaar al gewaarschuwd voor de veiligheidsrisico’s. Uit
bied en belangrijk weefsel dat nog onderzocht moet worden op
eerdere ervaringen met zorgpersoneel, van bijvoorbeeld tien jaar
kanker wordt weggegooid. Ook zijn er taalproblemen en culturele
geleden, bleek namelijk al dat het geen succes was. Erkent de
problemen. Zo wordt ja gezegd, terwijl soms nee bedoeld wordt.
minister deze feiten en maakt zij nu harde afspraken met de
Het opleidingsniveau is te laag. Ik vraag de minister: kloppen deze
ziekenhuizen om te stoppen met deze gevaarlijke operatie? Die
berichten? Is de veiligheid van de geboden zorg in de ziekenhuizen
gevaarlijke operatie is namelijk niet goed voor de zorg in Neder-
in het geding? Kunnen patiënten erop vertrouwen dat de zorg in
land, niet goed voor de zorg in India en niet goed voor het operatie-
de operatiekamers veilig is? Wat doet de minister aan deze
personeel. Kortom: het is voor niemand goed.
OK OPERATIONEEL november 2011
Minister Edith Schippers (VVD): Voorzitter. Regelmatig komen buitenlandse
Gerven refereert, blijkt dat ziekenhuizen hun verantwoordelijk-
zorgmedewerkers in het nieuws. Het heeft
heid nemen om personeelstekorten te bestrijden. Zij werven
mijn sterke voorkeur dat zorginstellingen
buitenlands personeel dat wordt bijgeschoold en extra wordt
lokale krachten werven en opleiden. Dat was begeleid. De voorbeelden uit het artikel en de enquête die wij overigens ook de voorkeur van mijn voor-
erop hebben nageslagen, nopen tot zorg. Om die reden doet de
ganger. Het kan echter noodzakelijk zijn dat
inspectie nader onderzoek in de ziekenhuizen die in het artikel
men, liefst tijdelijk, buitenlands personeel inzet om onderbezet-
aan de orde zijn, om te bekijken hoe het daarmee gaat. De
ting of wachtlijsten te voorkomen. Uiteraard moet zorgpersoneel inspectie bekijkt of zij dezelfde bevindingen heeft. Het tekort altijd voldoende niveau hebben, of het personeel nu uit Neder-
aan OK-personeel is mij bekend. Om die reden heb ik vorig jaar
land komt of een andere nationaliteit heeft. Er bestaat een
samen met veldpartijen het Fonds Ziekenhuisopleidingen
heldere verantwoordelijkheidsverdeling. De werkgever moet
ingericht. Hiermee worden ziekenhuizen gestimuleerd om meer
voldoende personeel werven. Ik zorg voor de randvoorwaarden
gespecialiseerde verpleegkundigen en medisch ondersteunend
waarmee werkgevers in de zorg hun verantwoordelijkheid
personeel op te leiden. Sinds dit fonds er is, zie je dat de in-
kunnen nemen. Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor het
stroom van OK-personeel veel groter is geworden. De eerste
inzetten van voldoende gekwalificeerd personeel en dus ook
resultaten van het Fonds Ziekenhuisopleidingen stemmen dus
voor de kwaliteit van de zorg. De inspectie handhaaft de
gunstig voor de toekomst. Uiteindelijk moeten wij namelijk ons
kwaliteit. Uit het artikel en de enquête waaraan de heer Van
eigen personeel opleiden.
Henk van Gerven (SP): Ik ben blij dat de inspectie een onderzoek
daaraan doen? Het is namelijk echt gevaarlijk. Hoe beoordeelt
instelt, want ik heb begrepen dat de
de minister de rol van de ziekenhuisdirecties? Zij zijn verant-
inspectie tot nu toe niet zo bereidwillig
woordelijk voor de kwaliteit van de geboden zorg, zoals de
was. Ik heb nog een paar vragen. Hoe zit het minister zelf ook zegt. Klopt het dat ziekenhuizen niet eens de met de taalbarrière? Hoe kan het dat
moeite hebben genomen om de diploma’s van de Indiase
mensen die bij gevaarlijke operaties moeten operatieassistenten voor te leggen aan het College Zorg assisteren, de taal niet beheersen? Wat gaat de minister
Opleidingen?
Minister Edith Schippers (VVD): In de operatiekamer wordt Nederlands
dat er forse tekorten waren. Verschillende ziekenhuizen hadden
gesproken en de OK-assistenten moeten
geworven binnen Nederland, de EU en uiteindelijk daarbuiten
deze voertaal dan ook beheersen. De
om de tekorten op te vangen. Ook een tekort is schadelijk. Wel
ziekenhuisdirecties zijn hiervoor verant-
moet worden voldaan aan de eisen die wij stellen. De primaire
woordelijk. Wij houden hen er ook verant-
taak van het CZO is het beoordelen van Nederlandse oplei-
woordelijk voor. Daarnaast is het de
dingen. Het CZO zorgt ervoor dat de opleidingen meer een-
verantwoordelijkheid van ziekenhuisdirecties om voldoende
duidig en vergelijkbaar worden. Het is geen kerntaak van het
OK-personeel te hebben. Uit tamelijk recente brieven van mijn
CZO om buitenlandse diploma’s te beoordelen; dit gebeurt
voorganger Klink die ik in het dossier heb aangetroffen, blijkt
slechts in uitzonderlijke situaties.
OK OPERATIONEEL november 2011
7
Henk van Gerven (SP): Je kunt toch geen buitenlands personeel op
eerdere vragen heeft zij gezegd dat zij het eens is met de WHO en
cruciale posities zetten zonder dat je weet of
de SP dat we niet in India moeten werven en onze eigen boontjes
hun diploma’s volwaardig zijn? Zeker als ze
moeten doppen. Waarom wordt er dan niet naar de minister
van buiten Europa komen, zal de inspectie ze
geluisterd? Vorig jaar hadden zes ziekenhuizen Indiaas OK-per-
moeten controleren. Wellicht kan het ook via
soneel, inmiddels zijn het er tien. Het aantal OK-assistenten uit
het BIG-register. In elk geval moet er een
India is met 25% toegenomen. Wordt er niet naar de minister
effectieve controle zijn. Daar vraag ik de minister om. Daarnaast
geluisterd? Gaat de minister ervoor zorgen dat men hiermee stopt
vraag ik haar wat er het afgelopen jaar gebeurd is. In antwoord op
en dat we onze eigen boontjes gaan doppen op dit terrein?
Minister Edith Schippers (VVD): Ok-assistent is geen BIG-geregistreerd specia- dat de gedragscode van de WHO gaat over de ethische principes: lisme. Afgelopen jaar is het Fonds Ziekenhuis- is het ethisch verantwoord om de hoogopgeleide bevolking van opleidingen opgericht omdat ziekenhuizen
een land dat met armoede kampt en zijn kostbare geld in de
veel te weinig personeel van dit niveau
opleiding van zijn bevolking stopt, naar Nederland te halen? Nee!
opleiden. Door het fonds treedt er een
Wij vinden dat niet ethisch. Dit gaat echter om tijdelijke plaatsen
aanzienlijke verbetering op en worden veel
voor mensen die hier extra ervaring opdoen en die meenemen
meer OK-assistenten opgeleid. Dat moet ervoor zorgen dat we dit naar hun eigen land. Daar ben ik niet principieel op tegen, maar probleem in de toekomst niet meer hebben. Wij hebben gezegd
dit moet wel voldoen aan kwaliteitseisen.
De voorzitter (Gerdi Verbeet):
Henk van Gerven (SP):
De voorzitter (Gerdi Verbeet):
Mijnheer Van Gerven, u krijgt
De minister loopt weg
Dank u. Drie seconden is echt
nog drie seconden om te
voor een acuut
heel kort.
reageren.
veiligheidsprobleem. Zij is het niet eens met de gedragscode van de WHO, die er feitelijk op neerkomt dat wij een verbod zouden moeten hebben op het werven van personeel uit India …
Minister Edith Schippers (VVD):
De voorzitter (Gerdi Verbeet):
Wij hebben die gedragscode van ganser harte ondertekend. Ik ben
Ik bedank de minister voor haar
het helemaal eens met de stelling dat wij daaraan moeten voldoen.
antwoord.
Wij zullen ons maximaal inspannen om eraan te voldoen. Ik bestrijd dat er niks gebeurd is, want de inspectie doet onderzoek en zit hier bovenop. Zij bekijkt of wat hier naar voren is gekomen daadwerkelijk aan de hand is en of er ingegrepen moet worden.
8
OK OPERATIONEEL november 2011
Bij het aanbieden van maagverkleiningsoperaties als nieuw zorgtraject in het Scheper Ziekenhuis Emmen hebben de betrokken partijen onvoldoende oog gehad voor de patiëntveiligheid. Daardoor zijn te grote risico’s genomen. Dat blijkt uit een rapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid onlangs heeft gepubliceerd naar aanleiding van een aantal sterfgevallen in het Scheper Ziekenhuis. In eerdere onderzoeken, die het ziekenhuis en de medische staf hebben laten uitvoeren, werd de chirurg aangewezen als de belangrijkste oorzaak van de problemen. De achterliggende oorzaken waren echter niet onderzocht. Aanvankelijk werd bij patiënten met ernstig overgewicht via een relatief eenvoudige ingreep een maagbandje aangebracht. Later voerde het ziekenhuis ook complexere bariatrische ingrepen uit. De veiligheid van de patiënten die deze ingrepen ondergingen, was nauwelijks gewaarborgd. Zo
werd niet vooraf nagegaan hoeveel complicaties konden optreden en of het ziekenhuis dan voldoende voorbereid was om die te behandelen. De toename van het aantal verrichtingen en de complexiteit van die verrichtingen legde een steeds groter beslag op de zorgorganisatie, die daar niet op berekend bleek. Geleidelijk namen de risico’s voor de patiëntveiligheid toe. Deze werden door niemand opgemerkt en aangepakt. De verantwoordelijkheid voor de bariatrische chirurgie lag in de praktijk vrijwel geheel bij één persoon, de chirurg. Noch hij, noch de andere medisch specialisten, noch de leiding van de zorginstelling of de zorgverzekeraar had aandacht voor een systematische monitoring van de kwaliteit en de resultaten van het bariatrisch programma. De Inspectie voor de Gezondheidszorg signaleerde bij herhaling tekortkomingen in de complicatieregistratie van het zieken-
Foto: Johannes Abeling
Scheper Ziekenhuis nam te grote risico’s bij maagverkleiningen
huis, maar dwong geen verbeteringen af. De Onderzoeksraad beveelt het Scheper Ziekenhuis aan concrete afspraken te maken met de medische staf over de invulling van patiëntveiligheid in het algemeen en voor zorgvernieuwing in het bijzonder. Ook moet vastliggen op welke wijze deze afspraken door alle in de instelling werkzame zorgverleners worden nageleefd en aantoonbaar geborgd. Het ziekenhuis moet daarbij op voorhand risicoanalyses uitvoeren en de registratie van resultaten en monitoring daarbij betrekken.
Cement herstelt botwervelbreuken Alexander Venmans van de Universiteit Utrecht onderzocht het gebruik van cement bij het herstellen van botwervelbreuken. Hij concludeert dat er geen verschil bestaat tussen het gebruik van cement en conservatieve therapie bij nieuwe wervelfracturen na een follow-
up van een jaar. De enige risicofactor voor een nieuwe wervelfractuur is het aantal wervelfracturen bij het begin. Het gebruik van cement verbetert wel de houding van patiënten door vermindering van verder hoogteverlies van de behandelde wervel. Venmans
stelt verder dat lokale verdoving bij het toedienen van cement onvoldoende is voor een flinke groep patiënten.
Symposium Endo-Urologie & 3D Op 9 december vindt in het Jeroen Bosch Ziekenhuis het symposium ‘Nieuw Ziekenhuis, Nieuwe Technologie’ plaats. Dit symposium is interessant voor wie bezig is met nieuwbouwplannen en daarbij voorbereid wil zijn op 3D-beeldinfrastructuur. Tijdens dit
symposium wordt dan ook 3D projectie toegepast. Er zijn sessies met live-chirurgie met de Da Vinci robot, en tevens zullen er geheel nieuwe 3D-technieken worden getoond binnen de endochirurgie. Ook zal prof. Jelte Bos van de VUAmsterdam een lezing geven over de
ergonomische factoren die meespelen bij het kijken naar 3D-beelden. Het symposium is gratis, maar het aantal plaatsen is beperkt, daarom wordt er gewerkt met voorinschrijvingen. Aanmelden:
[email protected] of 088-866 56 06.
OK OPERATIONEEL november 2011
9
Tekst: Menno Goosen
Derde masterclass robotchirurgie goed ontvangen
AVL en UMC Utrecht bundelen krachten Het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AVL) en het UMC Utrecht richten samen een nieuwe organisatie op. Deze zal zich bezighouden met diagnostiek, behandeling en onderzoek van alle oncologische aandoeningen. Dit staat in de intentieverklaring van beide instituten. De nieuwe organisatie krijgt naast het bestaande AVL in Amsterdam een locatie op het Science Park Utrecht, naast het UMC Utrecht. Door de bundeling van kennis en kunde ontstaat een gespecialiseerd instituut dat tot de wereldtop zal gaan behoren. Een voorbeeld van een veelbelovend perspectief is ‘opereren zonder snijden’, waarbij tumoren van buitenaf worden weggebrand door ultrasone trillingen. Als enige centrum in Europa werkt het UMC Utrecht aan nieuwe beeldgestuurde behandelingen, naast operaties, chemotherapie en bestralingen. Deze behandelingen worden gezamenlijk verder ontwikkeld. De komende maanden zal op basis van de intentieverklaring onderzocht worden hoe de samenwerking ingevuld wordt. De eerste uitkomsten hiervan worden begin 2012 verwacht.
10
OK OPERATIONEEL november 2011
Urologen, operatieassistenten en huisartsen uit de regio Rotterdam en de rest van het land waren te gast in het Maasstad Ziekenhuis voor de derde masterclass robotchirurgie. Voor het eerst werden – live en in 3D – twee Da Vincirobotoperaties gedemonstreerd. Vooral de livedemonstraties werden met belangstelling bekeken in de conferentiezaal, waar men van speciale brillen was voorzien om de ingreep in 3D te kunnen volgen. De zaal had dankzij de brillen precies hetzelfde zicht als de vanuit hun console opererende urologen, die een etage hoger de demonstraties verzorgden op een van de twee robotsystemen van het ziekenhuis. Uroloog Sjoerd Klaver van het Maasstad Ziekenhuis voerde een radicale prostatectomie uit. De Vlaamse uroloog Alex Mottrie van het Onze-LieveVrouwziekenhuis in Aalst deed een partiële tumornefrectomie. Ook was er een presentatie van het onderzoek naar de effecten van de eerste vijfhonderd robotgeassisteerde
radicale prostatectomieën in het Maasstad Ziekenhuis. Naast per- en postoperatieve gegevens werden de oncologische en functionele resultaten op korte termijn geanalyseerd en vergeleken met internationale literatuur. Het overgrote deel van de patiënten is na een robotoperatie snel weer op de been en in een goede conditie weer thuis. Het aantal per- en postoperatieve complicaties bleef laag. Bovendien werd aangetoond dat het percentage positieve snijranden pas na circa 150 operaties onder de 10 procent zakt. In het Maasstad Ziekenhuis ligt dat percentage nu gemiddeld op 6,6 procent.
Metaal-op-metaalkunstheupen: verhoogde kans op infectie Anton Hosman van de Rijksuniversiteit Groningen onderzocht de invloed van slijpsel van metaal-op-metaalheupprotheses op diepe infecties. In een laboratoriumopstelling bleek het slijpsel bacteriegroei te remmen; in een diermodel bleek het het immuunsysteem te remmen. Verder stelt de promovendus vast dat in de eerste acht jaar na implantatie van een metaal-op-metaalheupprothese (MOM) in 1,2 procent van de
gevallen een infectie optreedt, terwijl dit bij metaal-op-plasticprotheses in 0,8 procent het geval is. De oorzaak ligt in een verminderd functioneren van macrofagen, witte bloedcellen die helpen infecties te bestrijden. De promovendus, in opleiding tot orthopedisch chirurg in het UMCG, concludeert dat de slijtageproducten van MOM-kunstheupen verantwoordelijk zijn voor het verhoogde infectierisico.
Chronische pijn na liesbreukoperatie of keizersnede goed te behandelen Bijna één op de tien patiënten houdt chronische pijnklachten over aan een standaardliesbreukoperatie of -keizersnede. Dit blijkt uit promotieonderzoek van chirurg in opleiding Maarten Loos van het Máxima Medisch Centrum. Bij circa één op de vijftig patiënten gaat het zelfs om zeer ernstige, invaliderende pijnklachten die soms leiden tot arbeidsongeschiktheid. Deze tot nu toe onderbelichte en weinig herkende complicatie verdient meer aandacht van artsen. Liesbreukoperaties en keizersnedes zijn wereldwijd de meest uitgevoerde chirurgische en gynaecologische ingrepen. Alleen al in Nederland vinden jaarlijks zo’n 30.000 liesbreukoperaties en 28.000 keizersnedes plaats. Loos toont in zijn proefschrift aan dat de pijn in meer dan de helft van de gevallen veroorzaakt wordt door een beschadigde of beknelde zenuw. Als pijnmedicatie geen blijvend effect heeft,
blijkt een selectieve neurectomie een goede behandeling. Bij ongeveer driekwart van de patiënten leidt dit tot sterke, langdurige vermindering van hun ernstige pijnklachten of helpt het hen er zelfs helemaal van af. De helft van de, vaak jonge, arbeidsongeschikte patiënten kon na deze behandeling weer aan het werk. Volgens Loos moeten patiënten vooraf beter worden voorgelicht over het risico op chronische pijn na een liesbreuk operatie of keizersnede. Daarnaast blijken behandelaars (chirurgen, gynaecologen, huisartsen) de oorzaak van de complicatie vaak niet te herkennen, waardoor een effectieve behandeling mogelijk uitblijft. Loos heeft daarom aan zijn proefschrift een supplement toegevoegd met een stappenplan voor diagnose en behandeling van chronische pijnklachten na een liesbreuk operatie of keizersnede.
Wereldwijd eerste toepassing nieuwe operatietechniek eierstokkanker Het UMCG heeft een wereldprimeur op het gebied van eierstokkanker. Bij een groep patiënten is voor het eerst een techniek toegepast waarbij een tumorspecifieke fluorescerende kleurstof en een ultragevoelig camerasysteem samenwerken tijdens een operatie. Eierstokkanker wordt vaak pas in een laat stadium ontdekt en heeft daardoor een slechte prognose. Door de nieuwe operatietechniek licht het tumorweefsel op. Voor het eerst is bij patiënten nu aangetoond dat kankerweefsel daadwerkelijk met een fluorescerende tumorspecifieke stof gedetecteerd kan worden. UMCG-chirurg dr. Go van Dam stelt dat het gebruik van tumorspecifie-
ke fluorescente kleurstoffen een geheel nieuwe aanpak in de behandeling van kanker betekent en mogelijk kan leiden tot een betere detectie en verwijdering van tumoren bij onder andere eierstokkanker en borstkanker.
Heeft u nieuws? Mail naar okoperationeel @y-publicaties.nl
OK Nieuws Het actueelste OK-nieuws vindt u op www.oknieuws.nl
Poli voor mannen met borstkanker Het UMC Utrecht heeft als eerste ziekenhuis in Nederland een polikliniek speciaal voor mannen met borstkanker geopend. Jaarlijks krijgen zo’n 13.000 vrouwen borstkanker en slechts 100 mannen. Alles – van patiënteninformatie tot behandelingen – lijkt ook te zijn gericht op vrouwen. Mannen kunnen bij de poli terecht voor onderzoek bij artsen die gespecialiseerd zijn in borstkanker bij mannen. Ook is er voorlichtingsmateriaal dat speciaal gericht is op mannen. Oncologisch chirurg dr. Arjen Witkamp: ‘We willen dat mannen zich serieus genomen voelen en ik hoop dat dat ertoe bijdraagt dat zij naar ons toe komen. Al is het alleen maar om tumorweefsel door ons te laten afnemen en advies te krijgen over de behandeling die nu volgens de borstkankerrichtlijn moet worden uitgevoerd. De behandeling zelf kan in een ziekenhuis in de buurt plaatsvinden.’
OK OPERATIONEEL november 2011
11
“Ik kwam er compleet anders uit dan ik erin stapte”
Kom jij wonen en werken op 10 minuten van het strand? Interchange zoekt in opdracht van het Bronovo ziekenhuis operatieassistenten chirurgie en anesthesiemedewerkers voor een uitdagende baan in het bruisende Den Haag.
Werken bij het Bronovo ziekenhuis betekent voor jou bemiddeling in huisvesting, op de fiets naar je werk, thuis slapen tijdens diensten en de mogelijkheid tot parttime werken. Bovendien ontvang je een welkomstbonus. kijk voor meer informatie op www.inter-change.nl of bel 010 - 4366301.
Combinatielidmaatschap LVO & NU’91 De LVO is sinds 2010 aangesloten bij de beroepsorganisatie voor de verpleging en verzorging NU’91. NU’91 biedt een combinatie van collectieve belangenbehartiging en beroepsinhoud, en beschikt zowel nationaal als internationaal over een goed en uitgebreid netwerk. Voor alle leden van de LVO behartigt NU’91 de arbeidsvoorwaardelijke belangen. Deze belangenbehartiging vindt voor het grootste deel plaats aan de cao-tafel. NU’91 is partij bij de onderhandelingen voor de zorg-cao’s. Er zijn meerdere partijen bij een cao betrokken. NU’91 is de enige organisatie die voorstellen tot wijziging van de cao indient, gebaseerd op de specifieke beroepsuit oefening van het verpleegkundig en verzorgend beroep. NU’91 kan nog meer voor jou betekenen. Kies daarom voor een combinatielidmaatschap LVO & NU’91. Wat zijn de voordelen hiervan? • Persoonlijk: antwoord op al je vragen over arbeidsomstandigheden, je cao, sociale zekerheid, functiewaardering, arbeidsconflicten en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen. • Belangenbehartiging: vanuit de vier regio’s in het land is NU’91 intensief betrokken bij fusies en reorganisaties binnen instellingen. • Rechtsbijstand: lidmaatschap van NU’91 verzekert je van een beroepsgebonden rechtsbijstandsverzekering. • Inspraak: overleg en samenwerking met leden en belangenorganisaties bepalen de uiteindelijke koers bij veranderingen. • Actueel: kijk voor het laatste nieuws op www.nu91.nl. Speciaal voor leden van NU’91 verschijnt zes keer per jaar ‘Zorg anno NU!’ en zijn gratis informatiebrochures over actuele onderwerpen verkrijgbaar. • Actief: volop mogelijkheden voor leden die actief willen worden binnen hun instelling of binnen NU’91. • Extra’s: NU’91-leden profiteren regelmatig van vele extra’s en kortingen op bijvoorbeeld brochures, vakbladen, verzekeringen en vakanties. NU’91 behartigt de belangen van 27.000 gezondheidszorgers op deskundige, persoonlijke en (eigen)wijze. NU’91 maakt zich sterk voor de professionalisering en zelfstandigheid van het verpleegkundig beroep. LVO-leden betalen € 6,50 per maand voor het NU’91-lidmaatschap. Kijk voor meer informatie op www.nu91.nl en klik op de button ‘NU … zorgen dat je lid wordt!’. Of bel met de NU’91-ledenadministratie: 030-296 41 44. We kunnen je ook helpen met de opzegging van het lidmaatschap van je huidige vakbond. Karin Weerts, communicatieadviseur NU’91
Praktijk- en werkbegeleidersdag Op 17 november wordt de Praktijk- en werkbegeleidersdag georganiseerd bij de firma Biomet in Dordrecht. Het zal gaan over kritisch leren denken, een belangrijk onderwerp voor praktijk- en werkbegeleiders. Aanmelden kan nu via www.LVO.nl.
Correctie In OK Operationeel 7-2011 kon je het artikel Tonsillectomie volgens Sluder, geschreven door Jeanine Stuart, lezen. Helaas is één foto niet afgebeeld: het chirurgische instrument dat genoemd is naar de uitvinder Greenfield Sluder. Daarom beelden we de foto van het beroemde Sludermes hier af. Redactie OK Operationeel
LVO-informatie Charmaine Betzema, voorzitter,
[email protected] Hennie Mulder, penningmeester en bestuurslid Media Tel.: 040-253 89 21,
[email protected] Jeanine Stuart, secretaris en bestuurslid Onderwijs ai.
[email protected] Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen
[email protected] Monique de Kort, bestuurslid Congres,
[email protected] Femke Wienen, bestuurslid PR&V,
[email protected]
LVO TELEFOONNUMMER: 024-645 47 71 van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur Adres: LVO, Postbus 9058 1006 AB Amsterdam Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl of bel met 024-645 47 71. Opzegging van lidmaatschap dient voor 1 oktober schriftelijk te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd. E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] Internet: www.lvo.nl Lidmaatschap opzeggen: Secretariaat LVO Postbus 9058, 1006 AB Amsterdam
OK OPERATIONEEL november 2011
13
14
OK OPERATIONEEL november 2011
Frank Kuipers:
‘Specialiseren is helaas onvermijdelijk’ Operatieassistent Frank Kuipers (40) ziet met gemengde gevoelens de noodzaak naderen van steeds meer dedicated teams. Juist de afwisseling maakt voor hem het vak al ruim twintig jaar zo boeiend. Maar door de technologische ontwikkelingen lijkt allround blijven hem onmogelijk. Tekst: Marieke Los | Foto’s (inclusief cover): Eef Bongers
Je hebt in militaire dienst voor het eerst kennisgemaakt met het vak van operatieassistent. Vertel. ‘Ik had na mijn eindexamen havo echt geen idee wat ik moest gaan doen. Aan een medisch beroep dacht ik al helemaal niet. Ik werd in 1989, meteen na de middelbare school, opgeroepen voor militaire dienst. De dienstplicht bestond toen nog. Door toeval kwam ik in het veldhospitaal terecht. Ik kreeg een militaire opleiding tot operatieassistent. Hiervoor liep ik ook een halfjaar stage in het Laurentius Ziekenhuis in Roermond. Defensie had in die tijd afspraken met een aantal burgerziekenhuizen verspreid over Nederland waar militairen hun stages konden lopen.’ Na je diensttijd ging je de ‘reguliere’ opleiding tot operatieassistent volgen. ‘Met de militaire opleiding kon je in die tijd niets in gewone ziekenhuizen. Het vak beviel me zo, dat ik er na de militaire dienst mee door wilde gaan. Maar dan moest ik wel helemaal opnieuw de driejarige opleiding gaan doen. Ik vond dat niet erg; ik was nog jong, 20 jaar. Het hoofd OK van het Laurentius Ziekenhuis had me tijdens mijn stage al gevraagd of ik de opleiding wilde doen in Roermond. Dat heb ik gedaan. Het Laurentius beviel me zo, dat ik er nu, 21 jaar later, nog werk.’
Wat beviel je zo aan het beroep van operatieassistent? ‘De eerste keer dat ik op de OK kwam maakte een onuitwisbare indruk op me. Ik was een broekie van 19 en wist niet wat ik zag. Al die apparatuur. En ongelooflijk wat een team daar voor elkaar kreeg. Hoewel ik inmiddels al heel lang deel uitmaak van zo’n OK-team, is dat gevoel gebleven. Door samenwerking mensen helpen geeft mij enorm veel voldoening. De afwisseling van het beroep vind ik daarnaast minstens zo belangrijk.’ Die fascinatie voor OK-apparatuur is ook gebleven, blijkbaar? ‘Ik ben inmiddels specialismeoudste minimaal invasieve chirurgie én apparatuur. Dit betekent dat ik niet alleen contacten onderhoud met de firma’s, maar ook verantwoordelijk ben voor de bijscholing. De ontwikkelingen in de medische wereld gaan – zeker tegenwoordig – zo vreselijk snel. Voor mijn twee vakgebieden, apparatuur en laparoscopie, geldt dat zeker. Door mijn functie ben ik steeds op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Dat vind ik enorm boeiend.’ Is het alleen maar boeiend? ‘Nou, het is soms ook wel lastig. Voor bijscholing is nagenoeg geen tijd overdag. Dat moet altijd in de avonduren, in
eigen tijd. Dat is natuurlijk moeilijk plannen. De praktijkbegeleider regelt wanneer de cursussen gegeven worden, in overleg met onder anderen mij. We gaan het de komende tijd extra druk krijgen met het plannen. We zijn bezig met het behalen van certificaten voor veel apparatuur. Daar hoort ook bijscholing bij.’ Wat zijn, naast minimaal invasieve ingrepen, je favoriete operaties? ‘Gelukkig krijgen we in het Laurentius nog steeds de kans om veel verschillende ingrepen te doen. Eigenlijk vind ik alle ingrepen interessant. Grote buikoperaties en thoraxchirurgie zijn naast laparoscopische ingrepen wel favoriet. Het is goed dat we zo veel verschillende operaties kunnen doen. Het houdt het vak dynamisch en ons scherp. We zijn in principe allemaal allround, wat zeker voordelen geeft bij spoedoperaties.’ Maar? ‘De ontwikkelingen gaan zo snel, de apparatuur en de technieken worden steeds ingewikkelder en gespecialiseerder. Het is binnen afzienbare tijd onmogelijk om echt allround te blijven, verwacht ik. De discussie over dedicated teams verbaast me dan ook niets. Zelfs ziekenhuizen gaan specialiseren. Specialiseren is denk ik onvermijdelijk, helaas.’ OK OPERATIONEEL november 2011
15
De operatiekamer is achterhaald en lijdt onder nodeloos complicerende dogma’s. Nu veel ziekenhuizen aan de vooravond staan van een grondige vernieuwing van hun operatiecomplex is de tijd rijp voor een nieuwe kijk op het operatiecomplex. Onlangs presenteerden initiatiefnemers Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en TNO het manifest voor de OK van de Toekomst. Tekst: Frans Jaspers, Tini Hooymans, Ton Venhoeven, Janny Rodermond en Elemer Mulder (*)
UMCG en TNO presenteren manifest
OK van de Toekomst: flexibel en aangenaam
16
OK OPERATIONEEL november 2011
Foto: Zofa architecten
H
et operatiecomplex is een fascinerende ruimte. Niet alleen omdat patiënten hier operatief behandeld worden, maar ook omdat het een van de meest gecontroleerde omgevingen is binnen het ziekenhuis; gebonden aan tal van regels en normen aangaande veiligheid en hygiëne. In diezelfde operatiekamer liggen talloze nieuwe opgaven. Zo zullen operatiekamers de komende jaren aan andere eisen moeten gaan voldoen. Robotica, geavanceerde chirurgie en een andere kijk op de zorg zijn hierbij van grote invloed. Daarnaast spelen er vele vragen. Moeten we de operatiekamer bijvoorbeeld nog steeds als hart van het ziekenhuis zien? Kunnen we de operatiekamers
Letterlijk 'out of the box' denken geeft nieuwe vormen zonder rechte hoeken. Bij bolvormige ontwerpen kan luchtbehandeling verder geperfectioneerd worden omdat er minder mogelijkheden zijn voor turbulentie.
Een speciaal voor endoscopische chirurgie ingerichte operatiekamer in het VuMC Amsterdam. niet net zo goed decentraal realiseren? Zou het niet beter zijn om de huidige centrale locatie zonder daglicht te verruilen voor een triple A-locatie in het ziekenhuis: boven de entree, met hoge ramen op het noorden, de plek waar veel operatiekamers zich vroeger ook al bevonden? Is het niet verstandiger een schifting te maken tussen hoogcomplexe ingrepen en behandelingen met een laag risico? Maar ook op andere vlakken liggen tal van vragen en opgaven. Hoe maken we het operatiecentrum patiëntvriendelijker, flexibeler en tot een aangename werkomgeving voor het personeel? Wat is het effect van kostenbesparingen in de zorg op de OK? Moeten we een OK nog wel voor veertig jaar bouwen? Is een tijdshorizon van vijftien jaar (kostentechnisch) niet veel interessanter, zeker in het licht van de snelle veranderingen die in de OK-omgeving optreden? En hoe zit het eigenlijk met de werkelijke meerwaarde van al die techniek? Waar wij in Nederland gewend zijn te opereren in een gecontroleerde omge-
ving met hoogtechnische luchtbehandelingsystemen, zijn er ook (westerse) landen waar de controle zich op een lager niveau bevindt. Verhoogt al die technologie nou echt de patiëntveiligheid? Voorkomt het wezenlijk veel besmettingen of is hetzelfde resultaat met alternatieve middelen ook te behalen? Bijten we ons niet te veel vast in dogma’s en gaan we voorbij aan ons gezond verstand? Voor de hoogtechnologische benadering bestaat namelijk géén gedocumenteerde evidence wat betreft infectiepreventie of andere outcome parameters. Daarentegen is discipline op het vlak van hygiëne wél een belangrijke outcome parameter. In principe zou het dus mogelijk moeten zijn om met goed gewassen handen en met de vensters open op de keukentafel te opereren zonder dat het aantal postoperatieve wondinfecties toeneemt. Al deze vragen en opgaven komen op een moment dat veel ziekenhuizen in Nederland en daarbuiten aan de vooravond staan van een grondige vernieu-
wing van hun operatiecomplex. Een nieuwe benadering en een andere aanpak van deze intrigerende opgave is nodig. Op weg naar die Operatiekamer van de Toekomst constateren wij dat: • OK’s en OK-complexen te lang zijn genegeerd als een volwaardige ontwerpopgave; • hierdoor nodeloos kansen blijven liggen om OK en OK-complex uit te bouwen tot een flexibele en zeker ook aangename (werk)omgeving voor patiënt en personeel; • de operatieafdeling een plek is waar snel veranderingen optreden; • er continu nieuwe behandelingen, processen en functies ontwikkeld worden die in de OK van de Toekomst een plaats dienen te krijgen; • de cultuur binnen de (OK-)organisatie en het denken over werken in en de bemensing van de OK in het ziekenhuis in de komende jaren drastisch zullen wijzigen; • de verwachtingen van patiënten, medewerkers en andere stakeholders aangaande de (bouwkundige, functionele en technische) inrichting van het OK-complex zullen toenemen; • de plaats van het OK-complex binnen het ziekenhuis steeds diffuser wordt, evenals de eisen die, mede afhankelijk van het type behandeling, door verschillende specialismen en beroepsgroepen aan de OK-omgeving worden gesteld; • de kwaliteit, patiënt- en medewerkersveiligheid en functionaliteit van het OK-complex cruciaal zijn om in de toekomst goede (invasieve) zorg te kunnen blijven garanderen; • gedrag en discipline cruciale parameters zijn om het aantal postoperatieve wondinfecties (POWI’s) terug te dringen. Ten behoeve van de OK van de Toekomst pleiten wij voor het volgende: OK OPERATIONEEL november 2011
17
Foto: pvanb architecten
Een concept voor permanente operatiekamers op het dak van het ziekenhuis.
• Verschillende ambities en missies leiden tot verschillende inrichtingsconcepten van de OK en het OK-complex. Hier ligt een opgave voor de raad van bestuur van het ziekenhuis: betrek bij het ontwerp van het OKcomplex de strategische ambitie en missie van het ziekenhuis als geheel en borg een eenduidig inrichtingsproces. • Medische beroepsgroepen, specialisten, inspectie en overheid: creëer duidelijkheid over de gewenste kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van werkruimten in het OK-complex. Stel bijvoorbeeld via consensus vast welke ingrepen onder welke minimale technische en functionele omstandigheden uitgevoerd zouden moeten worden. • Elimineer, ondersteund door goed onderzoek, de vele nodeloos complicerende dogma’s aangaande (het ontwerp van) OK’s en operatieafdelingen: van de grote nadruk op luchtbehandeling en de centrale positie in het zie18
OK OPERATIONEEL november 2011
kenhuis tot de meerwaarde van techniek en compleet toegeruste OK’s. • Betrek ideeën over human factors engineering – bijvoorbeeld met behulp van het Systems Engineering Initiative for Patient Safety (SEIPS)-model – vanaf het begin bij het ontwerpproces. Op die manier kunnen de wensen van de opdrachtgever worden vertaald in een definitief ontwerp dat door gebruikers wordt gedragen. • Gebruik evidence-based design (EBD)uitgangspunten om concrete ontwerpdoelstellingen te bereiken. Ontwikkel deze in samenspraak met de gebruikers. Dit geeft meer regie en verantwoordelijkheid aan de ontwerpende disciplines en geeft opdrachtgevers de mogelijkheid om resultaatafspraken te maken over de toegevoegde waarde die het ontwerp levert. Deze insteek vergt een nieuwe attitude van de ontwerpende disciplines en een kritische, professionele opdrachtgever die elkaar versterken in het ontwerpproces.
• Het bouwen van een nieuw OK-complex of het updaten van een bestaand complex moet niet als lastig en problematisch ervaren worden. Het biedt een kans om substantiële verbeteringen aan te brengen. Maak van het ontwerpproces een feestje. Zorg voor een positieve, opbouwende houding bij alle stakeholders. Dat betaalt zich uit in de uiteindelijke kwaliteit. Voor het ontwerpproces betekent dit het volgende: • De resultaten van de workshop OK van de Toekomst tonen aan dat het ontwerp van de OK en het OK-complex vragen om een synthetiserende rol van de ontwerpende discipline: het samenbrengen van belangen, doelstellingen en ambities in een proces waarbij het ontwerp centraal staat. • Betrek ontwerpers in een zo vroeg mogelijk stadium bij het proces en breng met hen de verschillende opties en varianten in beeld. Dit helpt om uiteindelijk te komen tot de meest wenselijke configuratie. Werk samen, wissel kennis uit, maar zorg wel dat ieder voor zich op gezette tijden de eigen rol kan vervullen. Dit geldt zeker voor de ontwerper. • Organiseer als onderdeel van het ontwerpproces interdisciplinaire workshops waarin stakeholders, inclusief de eindgebruikers, samen met ontwerpers hun wensen en uitgangspunten kunnen delen. • Formuleer als ontwerpteam verschillende (toekomstige) inrichtingsconcepten, implementeer deze in digitale modellen en laat gebruikers via moderne 3D-technologie deze concepten ‘beleven’ en evalueren. Gebruik hiervoor scenariotechnieken en kijk naar diverse risicosoorten en -typen. Beperk dit niet tot alleen veiligheidsrisico’s maar betrek hierbij ook bedrijfs-/continuïteitsrisico’s. Op kleinere schaal kunnen een-op-een-mock-ups (proefmodellen) hun diensten bewijzen.
bovendien bij het garanderen van de veiligheid van de patiënt en het vergroten van de efficiëntie op de OK. Bezie de OK integraal, leg verbanden en maak van de OK van de Toekomst weer een volwaardige ontwerpopgave waarin alle stakeholders hun rol optimaal vervullen. ▼ (*) Fr.C.A. (Frans) Jaspers, M.D. is lid raad van bestuur Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en voorzitter Innovatieplatform Architecture in Health; dr. C.M. (Tini) Hooymans is lid raad van bestuur TNO; prof. ir. T. (Ton) Venhoeven is Rijksadviseur voor de Foto: Studio Bundi
Infrastructuur, lid College van Rijksadviseurs en Atelier Rijksbouwmeester; J. (Janny) Rodermond is directeur Stimuleringsfonds voor Architectuur en E.B. (Elemer) Mulder is voorzitter Nederlandse Federatie van Universitair
Impressie van het interieur van de operatiekamer van de toekomst.
Medische Centra (NFU). In de stuurgroep van het Innovatieplatform Architecture in Health hebben vertegen-
Kortom: de operatieafdeling moet een aangename fysieke (werk)omgeving bieden waarin de huidige en toekomstige
processen de basis vormen voor de layout. Samen met specialisten, OK-personeel, ziekenhuisbestuurders en afdelingen Bouwzaken kunnen ontwerpers een belangrijke rol spelen in het bijeenbrengen van deze uitgangspunten. Dit helpt
woordigers zitting van het Universitair Medisch Centrum Groningen, TNO, het Stimuleringsfonds voor Architectuur, het Atelier Rijksbouwmeester, Erasmus MC, PPH, Vestia Groep, ’s Heeren Loo, het ministerie van VWS en EGM Architecten.
Vensters Open Het manifest verschijnt gelijktijdig met het boek
Vensters Open. Heden, verleden en toekomst van de OK, waarin de huidige OK en de operatiekamerthematiek kritisch tegen het licht gehouden worden. Want verhoogt alle technologie nu echt de patiëntveiligheid of is de veiligheid van de patiënt ook met alternatieve middelen gewaarborgd? In 2007 verscheen bij Uitgeverij GRAS
133
Heden, verleden en toekomst van de OK vensters open
dr. M. dr. H. M. Edwina H. Edwina Doting, Doting, M.D. M.D. drs.drs. ing.ing. Joram Joram Nauta Nauta drs.drs. Peter Peter Michiel Michiel Schaap Schaap
al het boek AU! Bouwen aan de
In het boek worden ook de resultaten gepresenteerd van
Architectuur van de Zorg, waarin
een interdisciplinaire workshop die in oktober 2010 plaatsvond. Deze workshop
nieuwe inzichten over zorgverlening
resulteerde in diverse interessante visies op de toekomstige ontwikkeling van OK’s.
en architectuur besproken werden. Dit boek is nog steeds te bestellen
Binnenkort verschijnt Vensters Open ook als Engelstalig e-book. Uitgeverij: GRAS.
voor € 24,95. ISBN: 9081177214.
ISBN: 9789071903342. Prijs: € 24,95. www.grasuitgevers.nl.
OK OPERATIONEEL november 2011
19
Advertorial
Het infectierisico in de OK eenvoudig en effectief verlagen Infecties ten gevolge van een operatie gaan vaak gepaard met ernstige complicaties. Om het risico op infecties te minimaliseren zijn niet alleen gedragsregels nodig op OK, maar ook het gebruik van de juiste producten draagt bij aan een optimaal resultaat. Minder handen, lager risico Meer handen rond de operatietafel zorgen voor meer kans op infectie. Om het infectierisico te verlagen is het dus belangrijk om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken. Oudshoorn chirurgische techniek biedt het nieuwste op het gebied van wondspreiders aan: het TiREX Retractor Systeem. Dit wondspreidersysteem is eenvoudig maar met grote precisie in te stellen door een pneumatische drukknoptechnologie. Deze technologie voorkomt dat wondhaken gedurende de operatie onder druk van het weefsel weglopen van hun positie.
Met dit 100% gesloten systeem kan het botcement buiten het operatiegebied machinaal gemixt worden en is geen vacuüm nodig. Zo wordt het aantal handelingen aan de operatietafel teruggebracht.
Alles op één tafel
Wond lavage Om tijdens ingrepen botoppervlakken en weefsel te reinigen is een optimale Pulse Lavage nodig. Een goede lavage zorgt voor een goede reiniging van bot en weke delen, hetgeen het risico op infectie helpt terugdringen. SmartPulse Lavage is eenvoudig in gebruik en full disposable.
In de OK is het lastig om alle benodigdheden steriel te houden. U komt vaak ruimte te kort. De MEGA Instrumenten- OK van de toekomst tafel biedt hiervoor de juiste oplossing. De tafel heeft ruimte om veertien In de OK van de toekomst behoren instrumentennetten direct onder uw plafond luchtinblaassysteem te plaatsen. infecties tot het verleden. Wij verlagen Minder beweging, lager risico met onze innovatieve producten het infectierisico op uw operatiekamer. Het in hoogte verstelbare dubbellaags Het minimaliseren van bewegingen bij tafelblad is met één handeling steriel af Neem contact met ons op voor meer informatie. het mixen van botcement is mogelijk met te dekken. het Cemex System Fast en Cemex Mix System.
T E W
0412 - 63 24 00
[email protected] www.oudshoornbv.com
PALAMIX
®
Optimaal mengen van botcement: Eenvoudig – veilig – efciënt* en cementeer Leer meer over cement atief platform techniekenbopbons educ
emy.com www.heraeus-palacad
PALAMIX® – eenvoudig gebruik voor alle toepassingen * eenvoudig in slechts een paar stappen naar een homogeen en gebruiksklaar botcement * veilig betrouwbare vacuümcontrole door vacuümindicator aan het luchtslangetje * efciënt een systeem voor alle toepassingen in de gecementeerde prothesiologie door een keur aan kokers met verschillende afmetingen en speciale accessoires es Heraeus Kulzer Benelux BV · Postbus 986 · 2003 RZ Haarlem · Nederland · Tel.: 023 543 42 56 · www.heraeus-medical.com
Vandaag de dag is de enkelartroscopie niet meer weg te denken uit de dagelijkse routine in de operatiekamer. Wat zijn de indicaties, technieken en complicaties? Tekst: P. de Leeuw, AIOS orthopedie, AMC, Amsterdam; dr. G. Kerkhoffs, orthopedisch chirurg, AMC, Amsterdam.
Enkelartroscopie D
e enkelartroscopie is nog maar relatief kort beschikbaar. In 1931 rapporteert dr. Burman voor het eerst over deze operatietechniek. Hij beschrijft dat het onmogelijk is om een kijkoperatie van de enkel te verrichten omdat het gewricht zo nauw is.1 Door de Industriële Revolutie komen geavanceerdere technieken en verbeterde apparaten beschikbaar en kan Wantanabe in 1972 de eerste resultaten bij patiënten publiceren.2 Vanaf de jaren tachtig komen de grotere series beschikbaar, en wordt ook bekend dat er serieuze complicaties bij deze minimaal invasieve manier van opereren zijn.3-5 Tot het nieuwe millennium is het bijna onmogelijk om pathologie aan de achterzijde van de enkel te benaderen door middel van een kijkoperatie. De technieken tot dan toe beschreven, veelal gebruikmakende van twee of drie kleine incisies (portals) aan de voorzijde van de enkel, zijn voornamelijk bedoeld om pathologie aan de voorzijde van de enkel te behandelen. In 2000 publiceerde professor Van Dijk uit het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam een techniek waarmee ook pathologie aan de achterzijde van de enkel artroscopisch kan worden benaderd, gebruikmakende van twee 22
OK OPERATIONEEL november 2011
portals aan de achterzijde van de enkel.6,7 Deze techniek wordt tegenwoordig wereldwijd gebruikt om patiënten op een minimaal invasieve manier te behandelen voor pathologie aan de achterzijde van de enkel.
Indicaties Tegenwoordig worden anterieure en posterieure enkelartroscopieën voornamelijk gebruikt als behandelingsstrategie en niet om de diagnose te stellen.8 De ingreep wordt toegepast bij anterieure enkel-impingements, osteochondrale defecten en posterieure enkelimpingements. Anterieure enkel-impingement Bij anterieure enkel-impingement bestaat een inklemming aan de voorzijde van het gewricht door aangroei van extra bot (benig) of het ontstaan van extra weke delen. De patiënt ervaart pijn, voornamelijk bij dorsaalflexie van de enkel. Wekedelen-impingement kan ontstaan na een enkelverzwikking waarbij de enkelbanden beschadigd zijn geraakt en littekenweefsel hebben gevormd. Dit extra weefsel kan de inklemming veroorzaken en dus de pijn. Benig impingement ontstaat veelal door herhaaldelijke plantairflexie van
de enkel, waarbij het enkelkapsel telkens een trauma te verduren krijgt. Dit leidt tot extra botvorming en wordt bijvoorbeeld vaak gezien bij profvoetballers die met de enkel in plantairflexie tegen een bal trappen. Een andere groep waarbij deze pathologie vaker voorkomt, zijn balletdanseressen die voor de verschillende oefeningen veel op de tenen dansen. Daarbij komt het enkelkapsel telkens op spanning te staan. Tijdens het lichamelijk onderzoek kan pijn opgewekt worden aan de mediale en/of laterale zijde van het enkelgewricht. Soms is ook een duidelijke zwelling met beperkte dorsaalflexie waarneembaar. Hierbij dient altijd vergeleken te worden met de contralaterale zijde. Met een röntgenfoto kan onderscheid gemaakt worden tussen wekedelen- en benig impingement. Indien conservatieve behandeling faalt, kan overwogen worden om met behulp van een kijkoperatie het teveel aan weke delen of het extra gevormde bot weg te halen en zo de oorzaak van de inklemming weg te nemen.
Osteochondraal defect Een osteochondraal defect is een laesie waarbij zowel het kraakbeen als het onderliggende bot is aangedaan.
Osteochondrale defecten worden veelal gezien in het sprongbeen (talus), met een voorkeurslokalisatie in het anteromediale of posterolaterale deel van de talus. Patiënten presenteren zich met diepe enkelpijn, voornamelijk aanwezig tijdens of net na activiteit. Deze pijn kan veelal niet worden opgewekt tijdens het lichamelijk onderzoek. Het defect kan in veel gevallen zichtbaar worden gemaakt op een röntgenfoto. De exacte locatie, van grote waarde voor de preoperatieve planning, kan echter het beste worden bepaald met een CT-scan. Indien er na conservatieve behandeling nog klachten zijn, kan afhankelijk van de lokalisatie van het defect een voorste of achterste enkelartroscopie worden uitgevoerd. Het defecte kraakbeen kan worden verwijderd en het onderliggende bot aangeprikt of opgeboord. Het onderliggende bot wordt zo geprikkeld en zal het defect gaan opvullen met weefsel dat zich gedraagt als kraakbeen. Posterieure enkel-impingement Op eenzelfde manier zoals beschreven voor anterieure enkel-impingement kan ook aan de achterzijde van de enkel een teveel aan weke delen of een extra botstructuur inklemming veroor-
Figuur 1: CT-opname van het os trigonum (pijl), op dit zijaanzicht (sagittale vlak) van de enkel te zien aan de achterzijde van het sprongbeen, juist boven het niveau van het onderste spronggewricht.
zaken met daarbij pijn. Een van de botstructuren verantwoordelijk voor impingement aan de achterzijde van de enkel is het os trigonum. Dit is een extra stukje bot aan de achterzijde van het sprongbeen, juist boven het niveau van het onderste spronggewricht (figuur 1). Bij herhaaldelijke plantairflexie van de enkel wordt dit stukje bot tussen het hiel been (calcaneus) en het scheenbeen (tibia) geklemd, wat uiteindelijk kan leiden tot enkelpijn. Klachten voortvloeiend uit het os trigonum zijn een van de indicaties voor een posterieure enkelartroscopie. Hierbij kan dit stukje bot worden verwijderd.
Anterieure enkelartroscopie De patiënt wordt gepositioneerd in rug ligging, waarbij de bil aan de aangedane zijde wordt ondersteund met een laken of kussen en een steun wordt geplaatst bij de heup aan de contralaterale zijde. De hiel van het aangedane been rust op het uiteinde van de operatietafel. Zo kan de operateur niet alleen de enkel in dorsaalflexie bewegen door ertegenaan te leunen, maar ook de tafel gebruiken om de enkel in plantairflexie te bewegen en daarmee de enkel open te spouwen. Tevens wordt een bloedleegteband om het bovenbeen aangebracht. Als de preoperatieve veiligheidsprocedures zijn afgerond, wordt de aangedane enkel gedesinfecteerd en steriel ingepakt. Voor een routineuze anterieure enkelartroscopie worden twee portals gemaakt: een anteromediale en een -laterale. Allereerst wordt de anteromediale portal gemaakt, waarbij de enkel in volledige dorsaalflexie wordt bewogen. De lengte-incisie van ongeveer 1 cm door alleen de huid wordt gemaakt juist mediaal van de anterieure tibiale pees op gewrichtsniveau. Dan wordt het onderhuidse weefsel stomp geprepareerd met een klemmetje totdat het gewricht wordt bereikt. Vervolgens kan
de camera (artroscoop, diameter 4,0 mm met een 30 gradenoptiek) worden ingebracht en kan het bovenste spronggewricht worden geïnspecteerd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor voldoende zicht en het creëren van meer werkruimte het gewricht moet worden opgeblazen met vocht. Hiervoor kan een steriele zak zoutoplossing worden gebruikt die onder een bepaalde druk, verkregen door de zwaartekracht of het gebruik van een pomp, in het gewricht wordt gebracht via een aansluiting op de artroscoop. De operateur kan vervolgens aan de laterale zijde van de enkel met een naald door de huid in het gewricht prikken om zodoende de exacte en beste locatie van de anterolaterale portal te bepalen. Dit gebeurt onder direct zicht met de artroscoop. Bij het maken van de anterolaterale portal dient nauwkeurig te worden opgelet dat de oppervlakkige peroneuszenuw niet wordt beschadigd. Net zoals bij de anteromediale portal wordt een incisie gemaakt door de huid alleen, waarna met een klemmetje het onderhuidse weefsel stomp wordt geprepareerd totdat het gewricht is bereikt. Nu zijn twee toegangswegen verkregen tot het anterieure bovenste spronggewricht en kan de specifieke pathologie worden behandeld. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van extra bot aan de voorzijde van het sprongbeen. Zoals eerder besproken, kan dit impingement en daarmee pijnklachten veroorzaken. De artroscoop, ingebracht via de anteromediale portal, kan de pathologie goed in beeld brengen. Hierdoor kan met een soort stofzuiger (shaver) het teveel aan bot worden verwijderd en kan onder direct zicht worden gekeken of de enkel weer kan bewegen zonder het ontstaan van impingement. Aan het einde van de anterieure enkelartroscopie worden de incisies gehecht met een enkele losgeknoopte Ethilon,
Figuur 2: Positionering van een patiënt voor de posterieure enkelartroscopie (linkerenkel): buikligging met een steun ter plaatse van de heup aan de aangedane zijde, kussen onder het scheenbeen en een bloedleegteband om het bovenbeen van de aangedane zijde. De patiënt wordt zo gepositioneerd dat de enkel in dorsaalflexie kan worden gebracht waarna de enkel wordt verzorgd met een drukkend verband.
Posterieure enkelartroscopie De patiënt wordt gepositioneerd op de buik, waarbij een steun wordt geplaatst bij de heup aan de aangedane zijde. Onder het scheenbeen van de aangedane zijde wordt een kussen geplaatst, zodat het voor de operateur mogelijk blijft de enkel in dorsaalflexie te bewegen. Tevens wordt een bloedleegteband aangebracht om het bovenbeen van de aangedane zijde (figuur 2). Als de preoperatieve veiligheidsprocedures zijn afgerond, wordt de aangedane enkel gedesinfecteerd en steriel ingepakt. Ook voor de posterieure enkelartroscopie moeten twee portals worden gemaakt: een posteromediale en een late24
OK OPERATIONEEL november 2011
rale. Om de juiste lokalisatie van de portals te bepalen dienen twee denkbeeldige lijnen te worden getrokken: een juist onder de knobbel aan de buitenzijde van de enkel (laterale malleolus) en een die de laterale zijde van de achillespees markeert. Juist lateraal en boven het punt waar deze twee lijnen elkaar kruisen, bevindt zich de posterolaterale portal (figuur 3a). Op dezelfde hoogte maar dan aan de mediale zijde van de achillespees bevindt zich de posteromediale portal (figuur 3b). Er wordt begonnen met het maken van de posterolaterale portal. Hiervoor wordt een 1 cm lange lengte-incisie gemaakt door alleen de huid. Daarna wordt met een klemmetje het onderhuidse weefsel geprepareerd, loodrecht op de huid in de richting van de grote
teen, totdat het klemmetje het bot bereikt. Het klemmetje wordt dan vervangen door de artroscoop (4,0 mm met 30 gradenoptiek) en wordt op dezelfde wijze gepositioneerd totdat het rust op het vrijgeprepareerde bot. Dan wordt de lengte-incisie voor de posteromediale portal gemaakt en wordt met een klemmetje stomp geprepareerd richting de artroscoop. Deze wordt nu gebruikt als richter. Het klemmetje glijdt hierbij over de artroscoop tot het bot wordt bereikt. Door het klemmetje nu op het bot te laten staan terwijl de artroscoop iets wordt teruggetrokken en wordt gekanteld, komt het klemmetje in beeld. Dit is het eerste moment tijdens de operatie dat beeld wordt verkregen; alle vorige stappen worden blind gedaan, wat
deze benadering moeilijk maakt. Door de posteromediale portal kan in plaats van het klemmetje nu een shaver worden ingebracht op exact dezelfde wijze als beschreven voor het klemmetje. Met deze shaver wordt een defect gemaakt in de fascie ter plaatse van het onderste spronggewricht om dit gewricht zichtbaar te maken. Door het verder vrijmaken van de weefsels naar mediaal kunnen het bovenste spronggewricht en de flexor hallucis longus-pees worden geïdentificeerd. Deze pees zorgt voor het buigen van de grote teen en moet altijd zichtbaar worden gemaakt tijdens deze operatie, nog voordat wordt begonnen aan het behandelen van de pathologie. Juist mediaal van deze pees loopt een vaat-zenuwstreng (zenuw met grote slagader en ader). Deze pees bepaalt tot hoever je tijdens de ingreep naar mediaal kunt gaan zonder risico te lopen op zenuw- en of vaatletsel. Als al deze stappen zorgvuldig zijn uitgevoerd, kan de aanwezige pathologie worden behandeld. Een voorbeeld hiervan kan het verwijderen van het os trigonum zijn, zoals beschreven bij de indicaties. Dit extra stukje bot moet, voordat het kan worden verwijderd, los worden gemaakt van ligamenten die een relatie hiermee hebben. Deze banden kunnen worden doorgenomen met behulp van een artroscopische schaar (punch), waarna het stukje bot met een paktang door de posteromediale portal kan worden verwijderd onder direct zicht met de artroscoop gepositioneerd door de posterolaterale portal (figuur 4a-c). Net zoals bij de anterieure enkelartroscopie worden de portals aan het einde van de ingreep gesloten met een losgeknoopte ethilon-hechting en wordt een drukverband aangelegd.
Complicaties Zoals met elke operatieve ingreep is de anatomische kennis van de operateur
Figuur 3A: Locatie van de posterolaterale en mediale portal (linkerenkel). a. Met een tasthaakje geklemd onder de laterale malleolus met de enkel in de neutrale positie (90 graden) kan de positie van de posterolaterale portal worden bepaald. Deze bevindt zich juist lateraal en boven het punt waar het haakje de laterale zijde van de achillespees kruist.
Figuur 3B: De positie van de posteromediale portal is juist aan de mediale zijde van de achillespees, op dezelfde hoogte als de posterolaterale portal. Met het mes wordt alleen de huid geopend, over een traject van ongeveer 1 cm. OK OPERATIONEEL november 2011
25
Instelbaar met grote precisie
Batterij aangedreven
Al uw instrumenten direct onder uw plafond luchtinblaassysteem
Mogelijkheid tot het plaatsen van 14 instrumentennetten
In één handeling beide werkbladen steriel af te dekken
In hoogte verstelbaar dubbellaags werkblad
Alle instrumenten binnen handbereik
MEGA Instrumententafel en steriele afdekdoeken
T 0412 - 63 24 00 F 0412 - 63 66 30
www.oudshoornbv.com
Scan deze code met uw smartphone of bezoek onze website voor meer informatie:
Adres Wethouder van Eschstraat 38 - 5342 AT Oss - Nederland Correspondentie Postbus 150 - 5340 AD Oss - Nederland E
[email protected] W www.oudshoornbv.com
Machinaal mixen voor een reproduceerbaar resultaat
Eenvoudig instellen door drukknop technologie
Inclusief knie- en heupcanule
Simpel, veilig en weinig handelingen (geen vacuumpomp nodig)
Minder handen rondom het operatiegebied
Inclusief afzuiging
Botcement, mix- en toedieningssysteem in 1
Nieuwste op het gebied van wondspreiders
TiREX Pneumatische Retractor
Zeer krachtige lavage
SmartPulse Lavage Systeem
100% gesloten cementmix systeem
Cemex Cement Mix Systeem
In de OK van de toekomst verlaagt OUDSHOORN het infectierisico
▼
enkelproblemen. Deze minimaal invasieve behandeling heeft zich positief bewezen in vergelijking met de open chirurgische enkelbenaderingen. Als voornaamste voordeel biedt het een sneller functioneel herstel en natuurlijk een fraaier cosmetisch resultaat.
Literatuur 1. Burman MS. ‘Arthroscopy of direct visualisation of joints. An experimental cadaver
Figuur 4: Artroscopische verwijdering van het os trigonum; de artroscoop in de posterolaterale portal (linkerenkel). a. Lokaliseren van de flexor hallucis longus-pees (FHL). Juist mediaal van deze anatomische structuur kan het os trigonum worden waargenomen (OT). Met de pijl wordt het onderste spronggewricht aangegeven. b. Met een beitel (B), ingebracht via de posteromediale portal, wordt het os trigonum losgemaakt van het sprongbeen. c. Postoperatieve situatie na verwijdering van het os trigonum.
study’. J Bone Joint Surg 1931; 13:669-95. 2. Watanabe M. Selfoc-Arthroscope (Watanabe no 24 arthroscope). Monograph. Tokio: Teishin Hospital. 1972. 3. Barber FA, Click J, Britt BT. ‘Complications of ankle arthroscopy’. Foot Ankle 1990; 10(5):263-6. 4. Ferkel RD, Heath DD, Guhl JF. ‘Neurological complications of ankle arthroscopy’. Arthroscopy 1996; 12(2):200-8.
essentieel in het voorkomen van complicaties. Daarnaast spelen een adequate voorbereiding van de operateur, de anesthesie en de operatieassistenten een niet te verwaarlozen rol. Een goede samenwerking binnen het team is een voorwaarde voor een succesvolle operatie. De meest beschreven complicatie bij de anterieure enkelartroscopie is zenuwletsel, waarbij letsel aan de oppervlakkige peroneuszenuw het vaakst voorkomt. Zoals bij de operatietechniek beschreven, heeft deze zenuw een nauwe relatie met de locatie van de anterolaterale portal. Er zijn verschillende methoden beschreven om letsel aan deze zenuw te voorkomen. Ten eerste kan bij ongeveer 30 procent van de patiënten deze zenuw aan de buitenkant van de huid zichtbaar worden gemaakt door de enkel in plantairflexie en inversie te bewegen.9 In deze positie kan dan het verloop van deze structuur worden gemarkeerd op de huid. Er dient echter niet te worden vergeten dat de daadwerkelijke locatie van deze zenuw verandert indien de
positie van de enkel verandert. Hierdoor kan de markering schijnveiligheid geven.10 Een andere truc om letsel aan deze zenuw te voorkomen is met de lichtbundel van de artroscoop vanuit de binnenzijde van de enkel door de huid aan de anterolaterale zijde te schijnen. Met deze techniek kan dan vaak de zenuw door de huid worden gezien.11 Voor de posterieure enkelartroscopie moet in alle gevallen de locatie van de flexor hallucis longus worden bepaald. Zoals beschreven kan op die wijze ernstig vaat- en zenuwletsel worden voorkomen. De posterieure enkelartroscopie is in vergelijking met de anterieure benadering een uitdagender operatietechniek. De operateur dient zich, alvorens zich te wagen aan deze operatie, goed te laten trainen in een van de vele cursussen die hierover wereldwijd worden georganiseerd.
5. Martin DF et al. ‘Operative ankle arthroscopy. Long-term followup’. Am J Sports Med 1989; 17(1):16-23. 6. Dijk CN van, Scholten PE, Krips R. ‘A 2-portal endoscopic approach for diagnosis and treatment of posterior ankle pathology’. Arthroscopy 2000; 16(8):871-6. 7. Dijk CN van, Leeuw PA de, Scholten PE. ‘Hindfoot endoscopy for posterior ankle impingement. Surgical technique’. J Bone Joint Surg Am 2009; 91:287-98. 8. Stufkens SA, Leeuw PA de, Dijk CN van. ‘Is there still a place for diagnostic ankle arthroscopy?’ European Musculoskeletal Review 2009; 4(2):90-5. 9. Harty M. ‘Ankle arthroscopy: anatomical features’. Orthopedics 1985; 8(12):1538-40. 10. Leeuw PA de, et al. ‘The course of the superficial peroneal nerve in relation to the ankle position: anatomical study with ankle arthroscopic implications’. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2010; 18(5):612-7.
Discussie en conclusie Enkelartroscopie is tegenwoordig een essentieel onderdeel van de dagelijkse orthopedische praktijk voor de behandeling van een grote diversiteit aan
11. Unger F, Lajtai G, Ramadani F, Aitzetmuller G, Orthner E. ‘Arthroscopy of the upper ankle joint. A retrospective analysis of complications’. Unfallchirurg 2000; 103(10):858-63.
OK OPERATIONEEL november 2011
27
Borstreconstructie met DIEP-lap Het gebruik van de buikwand als autoloog weefsel voor borstreconstructie begon met de gesteelde TRAM-lap. Dit concept is verder ontwikkeld tot de DIEP-lapprocedure, die helemaal geen spier gebruikt. Tekst: A.J. Kroeze en M.E.P. van den Elzen, beiden AIOS plastische chirurgie, Catharina-ziekenhuis, Eindhoven; C.L. Broekhuysen, plastisch chirurg, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven/Eindhoven
D
e afgelopen dertig jaar is er veel progressie geweest op het gebied van borstreconstructie. In de jaren zestig begonnen plastisch chirurgen aan het onderhuids plaatsen van siliconenimplantaten na een mamma-amputatie. Begin jaren tachtig werden borstreconstructies met behulp van autoloog weefsel geïntroduceerd. Hedendaagse bekende voorbeelden zijn de DIEP-lap (DIEP = deep inferior epigastric artery perforator) en de LD-lap (LD = latissimus dorsi). Dit artikel focust op de DIEP-lap. Het gebruik van de buikwand als autoloog weefsel voor borstreconstructie begon met de TRAM-lap (TRAM = transverse rectus abdominis musculocutaneous). Initieel werd deze lap gesteeld op één of twee rechte buikspieren om de doorbloeding van de huid en het subcutane vetweefsel intact te houden. Bij deze techniek werd gebruikgemaakt van de arteria epigastrica superior. Na studies bleek de arteria epigastrica inferior een betere flow te geven vanwege het anatomisch verloop van caudaal de rectus in. Toen eind jaren tachtig de microchirurgie opkwam, gingen chirurgen de vrije TRAM-lap gebruiken. Bij deze techniek werd nog maar een deel van de spier opgeofferd en ge-
28
OK OPERATIONEEL november 2011
bruikgemaakt van de arteria epigastrica inferior. Dit vat werd microchirurgisch geanastomoseerd op de arteria thoracodorsalis of de arteria mammaria interna. In de jaren hierna is dit concept verder ontwikkeld tot de DIEP-lapprocedure. Hierbij wordt geen spier gebruikt, maar wordt de arteria epigastrica inferior vrijgeprepareerd vanuit de rectusmusculatuur en geanastomoseerd op de arteria mammaria interna. Deze techniek kan enkel- en dubbelzijdig worden uitgevoerd.
Vaatanatomie Figuur 1 Schematische weergave van de anatomie De arteria epigastrica inferior van de ‘deep inferior epigastic artery perforators’.. ontspringt vanuit de arteria iliaca externa en loopt over de achterwand van de musculus rectus en laterale tak. De laterale tak wordt als dominant gezien en kan vrij uit de abdominus; het eerste deel als afzonderlijke tak samen met twee venen. rectus worden geprepareerd. Ter hoogte van het onderste een derde Preoperatief deel van de rectus verdeelt de arteria Preoperatief wordt vaak een CT-scan epigastrica inferior zich in een mediale
Figuur 2 Vaatsteel van de DIEP-lap nog in situ in de patiënt.
Figuur 3 Perforator door rectus abdominus spier heen.
Figuur 4a en b Weergave van de informatie verkregen uit een pre-operatieve CT-scan.
gemaakt waarop te zien is waar de arteriële perforatoren vanuit de rectusmusculatuur richting de huid gaan. Deze locaties worden soms voor de ingreep aangetekend, zodat de plastisch chirurg weet óf er goede perforatoren aanwezig zijn, wat de diameter is en welk bloedvat de voorkeur heeft. Meestal zijn de beste perforatoren rond de navel te vinden. Ook het huideiland wordt aangetekend. Idealiter wordt het huideiland rondom een perforator genomen omdat dit de beste perfusie oplevert, maar er wordt ook gekeken of het litteken zo laag mogelijk op de buik kan komen (zoals bij een buikwand correctie).
Figuur 5 Pre-operatieve tekening op de patiënt.
Techniek
Buik
Er wordt gewerkt in twee teams. Team 1 prepareert de DIEP en team 2 bereidt de accepterende arterie in de thoraxwand voor, waarop de anastomose wordt gemaakt van de vrije lap.
Het huideiland wordt geïncideerd tot aan de rectusfascie. Dissectie van de lap begint dan van lateraal naar mediaal over de rectusfascie. Wanneer de laterale rand van de rectus abdominus wordt bereikt, is voorzichtigheid geboden. Hier gaan de perforatoren door de spier komen. De keuze voor de perforator wordt bepaald door de preoperatieve CT en de macroscopische diameter. De diameter is preoperatief niet altijd betrouwbaar waar te nemen door vaatspasmen. Er zijn verschillende aanwijzingen voor het bepalen van de diameter. Ten eerste de ware grootte en of er pulsatiliteit is waar te nemen. Een andere
Thorax De huid op de thorax wordt gemobiliseerd volgens de van tevoren afgetekende lijnen. Hierna wordt de vierde rib geïdentificeerd, waarna het perichondrium wordt ingesneden. Vervolgens wordt met de knabbeltang het kraakbenige gedeelte van de rib naar het sternum toe verwijderd. Nu worden de arteria en venae mammaria zichtbaar.
OK OPERATIONEEL november 2011
29
Zeer gebruiksvriendelijk
Gesloten systeem, veilig!
Is de Optipac iets voor ons!?
Prima prijs!
Deze publicatie en alle teksten, illustraties, foto’s, namen, logo’s en merken die daarin zijn opgenomen, zijn beschermd door het auteursrecht, merkenrecht en andere intellectuele eigendomsrechten van Biomet Nederland BV of van aan haar gelieerde ondernemingen of zijn in licentie gegeven aan Biomet Nederland BV. Deze brochure mag noch in zijn geheel, noch gedeeltelijk, worden gebruikt, gekopieerd of gereproduceerd voor andere dan marketingdoeleinden van Biomet Nederland BV of haar gemachtigden. Elk ander gebruik is verboden.
www.biomet.nl
Anastomose
Figuur 6 DIEP-lap los van de patiënt met vaatsteel.
aanwijzing is de grootte van de fascieopening. Hoe groter de opening, hoe groter de diameter van het vat. De perforator met de grootste diameter wordt gekozen – in sommige gevallen wordt gekozen voor twee perforatoren – en er wordt gestart met de dissectie. Eerst wordt de fascie geopend en wordt de perforator door de spier gevolgd tot aan de arteria epigastrica inferior. Kleine aftakkingen van de perforator naar de spier moeten worden geclipt. Het vat wordt nu zo lang mogelijk gevolgd, totdat voldoende lengte en diameter is bereikt. De gemiddelde lengte van het vat is 5 tot 10 cm, met een diameter van 2,5 mm.
plaats aangegeven waar het dopplersignaal maximaal is, voor de postoperatieve monitoring.
Postoperatieve complicaties Postoperatieve monitoring vindt de eerste 24 uur elk uur plaats. Daarbij wordt gelet op temperatuur, turgor van de huid, dopplersignaal op de aangegeven locatie en capillary refill. Na die tijd vindt monitoring plaats in een lagere frequentie tot aan het ontslag. Vroege en late complicaties van de DIEP worden samengevat in de onderstaande tabel. Het postoperatieve resultaat is te zien in de fotoserie. ▼
Figuur 7 Direct postoperatieve resultaat van de DIEP-lap mammareconstructie.
Wanneer de thorax klaar is om te accepteren, wordt de gehele lap op de buikzijde vrijgemaakt. Deze wordt dan alleen nog gevasculariseerd door de gekozen perforator. Op dit moment wordt vaak een korte pauze ingelast om de lap en de betrouwbaarheid van de perforator te beoordelen. Om de ischemietijd zo veel mogelijk te beperken wordt de vaatsteel pas doorgenomen als alles klaarligt. De fascie en de buikwand worden gesloten, op dezelfde manier als bij een buikwandplastiek met navelreïnsertie. Het uitgenomen weefsel wordt vervolgens gepositioneerd. De vaatstelen worden microscopisch geprepareerd en gespoeld met heparine. Vervolgens wordt de vaatsteel end to end aangesloten op de arteria en venae mammaria interna. Er wordt zorgvuldig op gelet dat er geen rotatie van de vaatsteel optreedt en de vaatsteel wordt zo gepositioneerd dat afknelling wordt voorkomen. Als de lap goed doorbloed wordt, kan de nieuwe borst ‘gevormd’ worden. Een deel van de huid op de lap wordt gedeëpithelialiseerd en ingevoegd in de huidenveloppe op de thoraxwand; het andere deel van de huid op de lap blijft zichtbaar. Als laatste wordt vaak met inkt de
1. Nahabedian M, et al. ‘Breast reconstruction with the free TRAM or DIEP flap: patient selection, choice of flap, and outcome’. Plast Reconstr Surg110:466-475. 2. Blondeel P, et al. ‘One hundred free DIEP flap breast reconstructions: a personal experience’. Br J Plast Surg 1999; 52:104-111. 3. Nahabedian M, et al. ‘Contour abnormalities of the abdomen after breast reconstruction with abdominal flaps: the role of muscle preservation’. Plast Reconstr Surg 2002; 109:91-101.
Complicatie
Percentage
Gedeeltelijk lapverlies
7%
Totaal lapverlies
2-5%
Vetnecrose
6-10%
Trombose van anastomose
10%
Buikwandbreuk
0%
Wondinfectie
3%
Hematoomvorming
2%
Littekenhypertrofie
2%
Okselseroom
1%
Tabel 1 Complicaties van de DIEP-lap.1-3 OK OPERATIONEEL november 2011
31
Protocol structureert overdracht
Aflossen gaat gepaard met risico’s. In de vorige ‘OK Operationeel’ schreef
Beperk het aflossen zo veel mogelijk!
Thomas Luijf over de I List, een controlelijst om de overdracht te verbeteren. Ook Joke Rutjens zag het gebrek aan structuur bij het overdragen en implementeerde een protocol als afstudeeropdracht. Hoe heeft ze dit aangepakt? Tekst: Joke Rutjens, operatieassistent, St. Jans Gasthuis, Weert
| Foto: Istockphoto
P
atiëntveiligheid staat in de medische sector hoog in het vaandel. Toch horen we nog vaak dat het schort aan goede afstemming, communicatie en overdrachten tussen medisch personeel op de operatiekamer. Wat ik tijdens het aflossen op de operatiekamer heb ervaren gedurende de opleiding, is dat iedereen zijn ‘eigen’ overdracht deed bij het aflossen. Er was geen protocol of vaste structuur voor. Iedereen dacht dat de ander ‘het’ wel wist en er werd gewerkt op de automatische piloot. Er werd naar mijn idee 32
OK OPERATIONEEL november 2011
niet kritisch gekeken naar wat er eigenlijk moest worden overgedragen. Voor mijn afstudeeropdracht heb ik een overdrachtsprotocol geïmplementeerd binnen het St. Jans Gasthuis in Weert. Het blijkt dat de overdracht bij het aflossen hierdoor op een gestructureerde manier verloopt. Ik hoop dat we de risico’s van het aflossen zo kunnen reduceren.
Risico’s De aflossing is een cruciaal moment waarbij veel fouten gemaakt kunnen worden. Zo kan worden vergeten belangrijke informatie over te dragen. Als niet goed en onvolledig wordt gecommuniceerd, kan de patiëntveiligheid in het gedrang komen. Ik denk dan aan incidenten op het gebied van: • onbedoeld achterblijven van materiaal; • apparatuur en materiaal; • bloedverlies; • bloedleegtetijd; • medicatie; • allergieën; • links-rechtsverwisselingen. Uit onderzoek van Greenberg et al. is gebleken dat de kans op een afwijking bij het tellen van instrumenten, gazen,
disposables en hechtnaalden (IGDH) drie keer zo groot is bij een team dat wordt afgelost als bij een team dat de operatie volledig uitvoert.1 In de literatuur is verder niet veel te vinden over de overdracht bij het aflossen binnen de operatiekamer. Wel is een onderzoek gepubliceerd naar compleetheidcontroles van IGDH tijdens operaties.2 Hiervoor is ziekenhuizen gevraagd wat ze risicovolle situaties vinden bij het tellen van IGDH. Aflos kwam bij alle vier de onderdelen aan de orde. Men begrijpt blijkbaar dat aflossen riskant is. Je zou daarom denken dat operatiepersoneel beseft dat de overdracht van informatie tijdens het aflossen correct moet gebeuren om de veiligheid van de patiënt te waarborgen. Toch werken nog niet alle ziekenhuizen met een dergelijk protocol.
Protocol St. Jans Gasthuis Voor mijn afstudeeropdracht heb ik onderzocht hoe mijn chirurgiecollega’s in het St. Jans Gasthuis het aflossen structureerden. Ik heb hun gevraagd te noteren welke zaken ze overdragen als ze afgelost worden. Uit deze nulmeting zijn veel overdrachts-
onderwerpen naar voren gekomen. Daarnaast heb ik LVO-vertegenwoordigers gevraagd hoe in hun ziekenhuis de overdracht georganiseerd is. Zeven vertegenwoordigers reageerden. Vier van de zeven ziekenhuizen bleken al met een protocol te werken of ermee bezig te zijn. Door de resultaten van de nulmeting en de informatie van andere ziekenhuizen ben ik tot een protocol gekomen. Daarin is onder meer vastgelegd dat in het elektronisch patiëntendossier gegevens worden genoteerd over degene die aflost: naam, discipline (omloop, assisterende of instrumenterende), tijdstip, tijdelijke of definitieve aflos. Zo controleren we of de overdracht bij het aflossen daadwerkelijk wordt toegepast. Veel collega’s in het St. Jans Gasthuis hadden bij de nulmeting te kennen gegeven liever niet nóg een controlelijst in te willen vullen. Er zijn immers al veel controlelijsten in omloop. Daarom is een verkorte maar complete versie van het protocol te openen via een link op de computer. Ook een poster in de OK zou een mogelijkheid zijn. Daarnaast heb ik de overdrachtsonderwerpen die voor de omloop van belang zijn op een A5-kaartje gezet en geplastificeerd. Dit heeft iedere collega ontvangen en de kaartjes zijn op de OK aanwezig. Er wordt volop met het protocol gewerkt binnen ons ziekenhuis. Uit een evaluatie met vijf korte vragen na de implementatie komt duidelijk naar voren dat door het protocol de overdracht bij het aflossen gestructureerder verloopt en meer inhoud heeft.
Aanbevelingen
▼
Mijn belangrijkste aanbeveling is: beperk het aflossen zo veel mogelijk! Verder raad ik ziekenhuizen aan kritisch te kijken hoe de overdracht bij hen op de operatieafdeling verloopt. Aan de hand daarvan kan gekeken worden hoe gestructureerd de overdacht plaatsvindt en of het raadzaam is een protocol te ontwikkelen. Bij een goede overdracht kunnen de gevaren tot een minimum worden beperkt!
Literatuur 1. Greenberg C et al. ‘The frequency and significance of discrepancies in the surgical count’. Annals of Surgery 2008; 248:337-341. 2. Meijsen P, Meers E. Uitgeteld. Eindhoven, Catharina-ziekenhuis: 2006.
Print-screens van het overdrachtsprotocol in het computersysteem Chipsoft Ezis. OK OPERATIONEEL november 2011
33
Je eigen boekhouding
+
vooruitbetaling van TMI
ZZP’er of Maatschap? Ontdek de van TMI Slechts 7 procent bemiddelingsfee + De garantie dat jouw omzet binnen twee weken op je rekening staat + De grootste kans op de hoogste omzet + De grootste kans op werken dichtbij huis. Kijk snel op www.tmi-interim.nl/zzp of bel met de ZZP informatiedesk: 020-7173527
Voor de Rijnland Zorggroep zoeken wij:
Meewerkend praktijkbegeleider/ operatieassistent (m/v) 24 – 36 uur per week (66,70 – 100%)
Operatieassistenten (m/v) 20 – 36 uur per week (55,56 – 100%) Het operatiekamercomplex bestaat uit elf operatiekamers, een CSA en één polikliniek voor de behandeling van chronische pijn, verdeeld over de locaties van het Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp en Alphen a/d Rijn. Alle specialismen - behalve cardiochirurgie en uitgebreide neurochirurgie - zijn vertegenwoordigd. Als operatieassistent instrumenteer en loop je om bij operaties ten behoeve van diverse specialismen. Voor de functie geldt dat je verschillende diensten verricht, voor de bereikbaarheidsdiensten bent je oproepbaar met een gsm van het ziekenhuis. Als praktijkbegeleider is het mede jouw taak om nieuwe studenten te selecteren voor de opleiding tot operatieassistent. Vervolgens begeleid je samen met collega’s onze leerlingen tijdens hun gehele opleidingsperiode. Voor meer informatie: www.rijnlandzorggroep.nl/vacaturebank Welkom bij Rijnland Zorggroep Rijnland Zorggroep biedt een breed, kwalitatief hoogwaardig pakket van diensten aan op het gebied van care én cure. Sinds 2009 omarmen wij het zorgmodel Planetree®. Dat staat voor mensgerichte zorg in een helende omgeving, waardoor de bestaande zorg nóg beter voelt: voor patiënt, cliënt én medewerker!
Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld. Tot Rijnland Zorggroep behoren Rijnland Ziekenhuis, Rijnland Medisch Centrum, verpleeghuizen Leythenrode en Oudshoorn en Zorgcentrum Noorderbrink.
Een kijkje nemen in ons operatiecentrum wordt zo wel heel makkelijk Vrijblijvend praten met een ervaren vakgenoot over jouw loopbaan als operatieassistent, anesthesiemedewerker, recovery-verpleegkundige of IC-verpleegkundige? Over vernieuwing en ontwikkelingsmogelijkheden? En meteen een kijkje komen nemen in het operatiecentrum van het UMC Utrecht? Bijvoorbeeld om onze geheel nieuwe Da Vinci-SI operatierobot eens in actie te zien? Of de mogelijkheden van onze nieuwe OK voor endoscopische kinderchirurgie te ontdekken? Of lijkt het je leuk te werken met assist-device en neuronavigatie? Dat kan! En nog mooier: dat kan wanneer het jou schikt. Reserveer nú online de Loopbaantaxi voor een rit naar ons operatiecentrum. Daar breng je je loopbaan sowieso verder mee. Stap in op loopbaantaxi.nl Onze Loopbaantaxi op de OK-dagen gemist? Stap dan nu in op loopbaantaxi.nl
Tekst: Menno Goosen
In opleiding Columns uit Medisch Contact Auteur: Julia Franken Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg ISBN: 9789035233300 Prijs: € 17,95 Onder de titel ‘In opleiding’ schreef Julia Franken een dikke vijftig columns voor het artsenblad Medisch Contact, waarvan de meeste in dit boek zijn verzameld. We leren haar kennen als gevorderd student, volgen haar in een kleurige reeks van coschappen en we zijn erbij als ze gaat solliciteren voor een eerste echte baan. Oktober 2010. Ze werkt al weer enkele weken op een afdeling Heelkunde. ‘Voor het eerst zijn de mensen die sterven niet gewoon patiënten maar “mijn patiënten”.’ Ze maakt lange dagen maar ze is gelukkig, ook omdat ze ervaart dat ze als chirurg inderdaad verschil maakt. ‘Een operatie kan beslissend zijn voor genezing. Dat is prachtig maar ook bijna beangstigend. Wat als je de tumor er niet uitkrijgt? Dat zal voelen als een persoonlijk falen. Maar ik vertrouw erop dat ook dat went.’
Ziekte van Parkinson Diagnostiek en behandeling voor de professional Auteurs: Annelien Duits en Bernd Leplow Uitgeverij: Hogrefe ISBN: 9789079729401 Prijs: € 29,50
Alhoewel dit boek met name gericht is op andere interventies, besteedt het ook aandacht aan chirurgische interventies voor de behandeling van parkinson. Het gaat dan tegenwoordig om stereotactische hersenoperaties waarbij gebruikgemaakt wordt van deep brain stimulation (DBS). DBS kan beschouwd worden als de belangrijkste pijler voor neurochirurgie bij bewegingsstoornissen en inmiddels ook voor psychiatrische stoornissen.
Erfelijkheid 2.0 Auteur: Richard C. Francis Uitgeverij: Lannoo ISBN: 9789020997804 Prijs: € 24,99 Waarom laat de Hongerwinter van 1944-1945 in Nederland nog altijd zijn sporen na? Heeft roken op je zeventiende een invloed op je zwangerschap tien jaar later? En is er toch nog hoop voor leukemie en alzheimer? We hebben allemaal geleerd dat we onze genen hebben geërfd van onze ouders, en dat die onveranderlijk zijn. Epigenetisch onderzoek bewijst echter dat je levensstijl en je omgeving je genetische code kunnen veranderen. Richard Francis verdiepte zich in de recentste ontdekking van de epigenetica en ontsluiert zo een van de laatste mysteries van de erfelijkheid.
Hét EHBO Ouderen Boek Herhaling en verdieping EHBO Auteurs: Marion van den Hurk-Dittmar en Elly Bruin Uitgeverij: KNV EHBO ISBN: 9789461070739 Prijs: € 8,95, bestellen via www.knv-ehbo.nl Mensen lopen naarmate ze ouder worden andere risico’s op het gebied van EHBO. Logisch, want het lichamelijke gestel verandert nu eenmaal naarmate we ouder worden en dat leidt tot ander letstel en andere risicofactoren. Neem als voorbeeld de brozere botten. Wanneer een oudere struikelt, zijn de gevaren anders dan bij een kind. Ook is de pijndrempel van ouderen hoger, waardoor ze minder snel over pijn zullen klagen als er wel degelijk iets aan de hand is. Hier moet je als hulpverlener op bedacht zijn. In het boek komen de volgende zes onderwerpen aan bod: fysieke en mentale veranderingen bij het ouder worden, vijf belangrijke EHBO-punten, de drie veelvoorkomende functies, aandoeningen en ziektebeelden, veelkomende letsels bij ouderen en tot slot hulpmiddelen voor ouderen. De informatie in het boek is een verdieping op de algemene EHBO-informatie volgens de eindtermen van het Oranje Kruis.
‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar: OK Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam. 36
OK OPERATIONEEL november 2011
Dokter op het strand Lezersbijdragen uit Medisch Contact Auteur: Medisch Contact Uitgeverij: Reed Business ISBN: 9789035232433 Prijs: € 17,95 Ook op vakantie kunnen artsen zich moeilijk onttrekken aan de verplichtingen die het vak nu eenmaal met zich meebrengt. Want in een noodsituatie moet iedere arts naar vermogen eerste hulp verlenen, waar en voor wie ook ter wereld. En om te kunnen beoordelen óf er sprake is van een ‘noodsituatie’, moet de arts zelf gaan kijken wat er aan de hand is. Lezers van het artsenblad Medisch Contact schreven over hun ervaringen met het dokter-zijn in vakantietijd. Hun droevige of juist komische verhalen zijn nu gebundeld in dit boek.
klachten en kansen De patiënt centraal in een laagdrempelige en effectieve klachtbehandeling van ziekenhuizen Auteurs: Jean-Pierre Thomassen en Kees Ahaus Uitgeverij: Kluwer ISBN: 9789013091595 Prijs: € 32,50 Een klacht is een kans. Een kans om van een ontevreden patiënt weer een tevreden patiënt te maken, een kans om een potentieel verloren patiënt te behouden, een kans om de reputatie van het ziekenhuis te verbeteren en een kans om van de klacht te leren. Klachten vormen dus waardevolle signalen voor elk ziekenhuis en elke zorgverlener, net als allerlei andere vormen van patiëntenreacties, zoals suggesties, opmerkingen, complimenten, wensen en de resultaten van patiënttevredenheidsonderzoek. Marktwerking, een kritischer en mondiger patiënt en de mogelijke invoering van de Wet cliëntenrechten zorg maken het noodzakelijk dat klachten en klachtbehandeling op de (mentale) agenda van elke medewerker, medisch specialist, manager, raad van bestuur en cliëntenraad komen te staan. Dit niet zozeer vanuit een juridisch-procedurele benadering, maar vanuit de perspectieven van kwaliteit, patiëntgerichtheid en marketing.
Tussen de oren Hoe het lichaam de geest krijgt Auteur: Koos Neuvel Uitgeverij: Scriptum ISBN: 9789055948260 Prijs: € 18,95 Hoe echt zijn bijna-doodervaringen? Waarom kunnen geamputeerde ledematen zo veel pijn doen? Klopt het dat je van hardlopen slimmer wordt? Kent een computer enig geestelijk leven? Bestaat het chronischvermoeidheidssyndroom alleen tussen de oren? Hoe effectief is een placebo? En kun je door positief denken kanker overwinnen? Al deze vragen gaan over de verhouding tussen lichaam en geest. De filosoof René Descartes heeft lichaam en geest ooit uit elkaar getrokken. Koos Neuvel laat zien, op basis van talloze wetenschappelijke onderzoekingen, hoe ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hoe sterk die verbintenis is, illustreert hij aan de hand van aansprekende voorbeelden over de werking van de hersenen. Overtuigend maakt hij duidelijk dat de geest allesbehalve almachtig is en hoezeer de geest gevormd wordt door het lichaam. Ook houdt hij een pleidooi voor het nut van negatief denken bij ziekte. Maar vooral demonstreert hij dat wij meer zijn dan ons brein.
Op leven en dood Bestuurders vertellen over de calamiteit in hun zorginstelling Auteurs: Hein Griffioen en Peter Sierksma Uitgeverij: Kluwer ISBN: 9789013097207 Prijs: € 12,95 Een fataal ongeluk in een zorginstelling. Welke bestuurder leeft niet met de gedachte dat er onder zijn of haar verantwoordelijkheid iets helemaal misgaat? Zes bestuurders die dit overkwam, vertellen openhartig over de achtbaan waarin zij terechtkwamen. Wat het met hen deed en, zelfs na vele jaren, nog met hen doet. In het boekje komt onder andere de brand op de OK in het Twenteborg Ziekenhuis in Almelo aan bod. OK OPERATIONEEL november 2011
37
Goed werken voor een ander is goed werken aan jezelf
Kijk eens in je hart. En, wanneer kun je beginnen? Anesthesiemedewerker (m/v) De OK van de toekomst. Zo noemen we ons (bijna) verbouwde operatiecentrum. Je kunt je dus voorstellen hoe trots we zijn op onze twintig klinische operatiekamers en het dagcentrum met vijf OK’s. Daar voeren we jaarlijks zo’n 17.000 operaties uit met de nieuwste technieken. Ook jij gaat daarmee werken – binnen én buiten het operatiecentrum. Je verleent anesthesiologische zorg, coacht leerlingen en stagiairs, en maakt deel uit van het reanimatie- en traumateam. Het team bestaat uit 60 anesthesiemedewerkers. Er zijn veel mogelijkheden om je verder te ontwikkelen op diverse gebieden, o.a. procedurele sedatie/ analgesie, en om persoonlijk te groeien binnen de
Als dé partner in de zorg rg voor personeelsoplossingen in kritische een ander functies weten wij als geen senwerk is. dat het vooral ook mensenwerk alans. Wij Daarom geloven wij in balans. ast een goed bieden onze mensen - naast salaris - alle middelen waarmee aarmee ze goed voor zichzelf kunnen n zorgen.
organisatie. Heb je een CZO-diploma Anesthesie-
Ga naar highcare.nu voorr meer informatie of bel voor een n afspraak over werken bij HighCare.
het idee dat iets ‘nou eenmaal zo hoort’. Dat
medewerker? Vind je kwaliteit en veiligheid net zo belangrijk als wij? En ben je gemakkelijk in de omgang? Dan is je sollicitatie van harte welkom. Groot denken. Durven dromen. Internationaal samenwerken. En je nooit laten beperken door maakt het AMC zo bijzonder als werkomgeving. Voor meer informatie over deze vacature en de sollicitatieprocedure bezoek je www.amc.nl/werken.
WWW.HIGHCARE.NU • WESTERSINGEL 103 ROTTERDAM RDAM DA • 010 225 11 13
1409120 AMC_90x255_OKOperationeel.indd 1
14-10-11 11:33
Colofon OK Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting van de vakbladen OK Magazine en Operationeel. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO. OK Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.
Redactiesecretariaat Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder. Telefoon: 040-253 89 21. E-mail:
[email protected] [email protected] Kopij voor OK Operationeel kunt u sturen naar beide e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van illustraties van derden is toestemming voor publicatie nodig en vermelding van de bron.
Uitgeverij: Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Telefoon: 020-520 60 77. E-mail:
[email protected] Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen:
[email protected] Medewerkers: Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los, Astrid van Pelt, Linda van Pelt. Eindredactie: Marloes van Hoorn Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos Heijnen, Eric van Nieuwland, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp. Tekstcorrectie: Marijn Mostart Lay-out: Thomson Digital Traffic: Hans Jansens Druk: BalMedia
Advertenties: Cross Advertising Westerkade 2 3116 GJ Schiedam Telefoon: 010 - 7421023 E-mail:
[email protected] Web: www.crossmedianederland.com
Abonnementen: Voor abonnementen, vragen over het abonnement of adreswijzigingen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Operationeel is voor LVO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de volgende abonnementsprijzen per 2010: Jaarabonnement: € 59,50 Losse nummers: € 8,50 Abonnementen buiten Nederland: € 75,Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2011 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen. ISSN 1872-6712
Assertief volgerschap Patiëntveiligheid is teamwork. Een goed verlopende operatie is een gestructureerd proces waarbij iemand de leiding heeft (leider) en een aantal mensen ondersteunen (volgers). Het is opvallend hoe weinig aandacht er nog wordt gegeven aan leiderschap en volgerschap in de diverse medische opleidingen. Er wordt vaak – onterecht – van uitgegaan dat deze rollen ook op de OK vanzelf goed worden ingevuld. Al beseft nog niet iedere medisch specialist dit, van een leider op de OK mag buiten de medische handelingen (technical skills) meer gevraagd worden: rekening houden met het team, beslissingen nemen, ondersteunen, motiveren, en niet te vergeten: feedback geven en ontvangen (non-technical skills). De leiderschapsrol kan tijdens een procedure wisselen. Degene die de time-out (briefing) doet, heeft een leidende rol die bij de inleiding naar de anesthesist gaat. Vervolgens neemt de operateur het over. Soms wisselt deze tijdens een operatie, met als gevolg wederom een andere leider. Bij de uitleiding gaat de leiderschapsrol weer naar de anesthesist. Als operatieassistent of anesthesiemedewerker zul je regelmatig in de ondersteunende rol van volger verkeren. Een essentiële rol, want een teamleider kan alleen goed functioneren als de rol door de volgers mogelijk wordt gemaakt. Het begint met het gunnen van de positie aan de leider (geen backstabbing, ook niet als je iemand minder mag). Maar een effectieve volger voert niet alleen uit wat hem/haar wordt gevraagd. Noodzakelijke taken zijn ook: actief meedenken, mogelijkheden en beperkingen op tijd aangeven, waarschuwen bij gevaar en assertief zijn. Assertief zijn in een professionele omgeving is niet hetzelfde als steeds luidkeels je mening ventileren. Het is de uitdagende taak om op het juiste tijdstip, op de juiste wijze, feedback of kritiek te geven die van belang is voor het proces. Dit is niet vrijblijvend: als je informatie hebt die voor de operatie of patiënt van belang is, dan mág je die niet alleen delen, het is zelfs je táák. Dat dit niet altijd even makkelijk is, weten we maar al te goed; soms spelen bijvoorbeeld emoties, een autoritaire collega of vermoeidheid een rol. Dit is in de luchtvaart niet anders. Om het geven van kritische feedback te vergemakkelijken, zijn er vaste afspraken over gemaakt. Dit kunnen we op een OK-complex eveneens doen, bijvoorbeeld in drie stappen. Bij stap 1 gebruik je de ik-vorm (‘ik heb het gevoel dat …’). Dit is minder confronterend dan een wijzend vingertje en wordt zelfs door een gestreste collega makkelijker geaccepteerd. Bij stap 2 wordt de prioriteit hoger. Je zou hiervoor een waarschuwingswoord kunnen afspreken met een toegekende waarde, zodat iedereen weet dat je het bericht belangrijk vindt (bijvoorbeeld ‘ik ben niet comfortabel met wat je nu doet’). Dit maakt stemverheffingen onnodig. Al hoopt iedereen dat de derde stap niet nodig is, toch zullen afspraken gemaakt moeten worden met OK-leiding en medische staf over wat te doen/zeggen als je een situatie onacceptabel vindt (bijvoorbeeld ‘stop deze procedure en haal supervisie’). Je hebt dan vanzelfsprekend wel iets te debriefen … Teamwork tussen een effectieve leider en assertieve volgers resulteert niet alleen in een veiliger operatief proces voor de patiënt, maar maakt ons aller vak ook leuker! Marck Haerkens is pilot-physician bij Wings of Care. OK OPERATIONEEL november 2011
39
Infection Management
Ook bij spoedeisende situaties helpt HARTMANN Infection Management patiënten en verplegend personeel optimaal te beschermen tegen infecties.
Afdekmaterialen
Operatiemutsen en maskers
Disposable instrumenten
Operatie handschoenen
Operatiejassen
OK verbandstoffen
Procedure-trays
Onderzoekshandschoenen
www.paulhartmann.nl