KERK ZIJN VANDAAG EN DE TOEKOMST VAN DE PAROCHIES In een pastorale brief richt de bisschop van Brugge, Jozef De Kesel, zich tot alle medewerk(st)ers in de pastoraal. We geven hier een samenvatting van zijn brief “Kerk zijn vandaag en de toekomst van de parochie”. Vooreerst wordt aandacht besteed aan de situatie vandaag en aan de definitie van een parochie. In een tweede luik wordt er stil gestaan bij het nieuwe perspectief: de pastorale eenheid. Tenslotte heeft de bisschop het over tal van andere plaatsen van vitaal christelijk leven en van kerkelijke aanwezigheid. We zouden graag ook uw mening kennen. Vandaag telt onze federatie 10 parochies. Hoe ziet u in de toekomst de pastorale werking in de federatie Sint-Donatianus? Uw reacties zijn welkom via:
[email protected] KERK zijn vandaag en de toekomst van de PAROCHIES Pastorale brief van bisschop Jozef De Kesel
Inleiding Een halve eeuw geleden vond het Tweede Vaticaans Concilie plaats. Dat bracht veel vernieuwing en hoop in de kerk. Ze ging zich opener en positiever in de wereld opstellen. Maar wat het Concilie niet kon voorzien, was de razendsnelle evolutie naar een wereld waarin het christelijk geloof zijn vanzelfsprekende maatschappelijke betekenis heeft verloren. Die positie keert niet terug, nostalgie helpt ons niet vooruit. Beter is het samen te zoeken hoe we als kerk in deze samenleving aantrekkelijk en dienstbaar aanwezig kunnen zijn. Daarvoor is het op de eerste plaats nodig dat we zelf weer de eenvoud, de vreugde en de vrijheid van het geloof ontdekken. Hoe kunnen we zorgen dat er voldoende plaatsen zijn waar Gods Woord gehoord, gevierd en daadwerkelijk beleefd wordt?
Paragrafen 1-2: de situatie vandaag Eeuwenlange en complexe ontwikkelingen in de Westerse cultuur hebben met zich meegebracht dat er een einde kwam aan een samenleving die op alle vlakken doordrongen was van het christelijke gedachtegoed. Mensen zijn niet langer vanzelfsprekend christen en leven niet meer in een maatschappij waar het christendom overal aanwezig is. Het grote aantal parochies is een gevolg van de tijd dat de kerk alomtegenwoordig was: overal waren de mensen christen, dus moesten er overal plekken zijn waar ze hun geloof konden beleven. Ook in de toekomst blijft het noodzakelijk dat er plaatsen zijn waar christelijke gemeenschappen samenkomen. Maar de vraag is wel of er overal zo’n plaats voorzien moet worden. Te meer dat we daarvoor niet meer over de nodige draagkracht beschikken.
Om te zorgen dat er in de toekomst voldoende plaatsen zijn waar de kerk leeft, willen we evolueren van federaties naar pastorale eenheden. Bij federaties gaat het om samenwerking van parochies. Bij een pastorale eenheid gaat het om een gemeenschappelijke werking van parochies met de bedoeling samen één nieuwe parochie te vormen. Dit is geen wondermiddel maar een perspectief om samen, in overleg en solidariteit aan te werken.
Paragraaf 3: de parochie Wat is een parochie? Als deel van de plaatselijke kerk van een bisdom, is de parochie er ‘voor alles en voor allen’. ‘Voor alles’: de parochie biedt alles wat nodig is voor het leven als christen en als kerkgemeenschap. Er zijn vijf voorwaarden waaraan een geloofsgemeenschap dient te voldoen om van een parochie te kunnen spreken. (1) Het evangelie, de Bijbel en heel de rijkdom van het geloof moeten ter sprake komen (verkondiging en catechese). (2) De parochie viert de liturgie van de kerk op een goede manier. (3) De parochie is aandachtig, zorgzaam en daadwerkelijk solidair met mensen die op één of andere manier in nood zijn. (4) Er zijn enkele mensen die instaan voor het beheer van alle materiële en financiële aspecten en die dat op een evangelische wijze doen. (5) Tenslotte is er een team dat, samen met de pastoor en de andere pastoraal vrijgestelden, coördineert en de verantwoordelijkheid draagt. ‘Voor allen’: de parochie is een open gemeenschap waar iedereen welkom is. Ze brengt mensen samen die op allerlei manieren verschillend zijn. Ze is gastvrij en aandachtig voor al wie aanklopt. Er is in de kern van de parochie altijd een hechtere, dragende groep. Maar daar rond is de brede parochiegemeenschap ruimer en laagdrempeliger dan een groep die zich goed voelt bij mekaar. Er zijn veel vormen van christelijke gemeenschap, er is nood aan vele kleinere groepen van christenen. Maar dat hoeven niet allemaal parochies te zijn.
Paragraaf 4 - 6: het nieuwe perspectief: de pastorale eenheid Een toenemend aantal parochies kan de opdracht om er ‘voor alles voor allen’ te zijn, niet meer op een goede manier waar maken. Daarvoor zijn het aantal gelovigen en de groep mensen die wil meewerken te klein geworden. De pastorale eenheid groepeert een aantal parochies in een duurzaam en institutioneel vastgelegd samenwerkingsverband. Daarmee werken we in de lijn van de federatievorming die al een hele tijd bezig is. Maar we zetten een stap verder. In een federatie behield elke parochie haar autonomie. In een pastorale eenheid vormen de parochies samen één nieuw verband (een nieuwe parochie) met een zo groot mogelijke gemeenschappelijke werking. Dit is geen kwestie van schaalvergroting, waarbij we hetzelfde zouden doen als vroeger maar op minder plaatsen. Wel is het een weg van vereenvoudiging om beter met onze hoofdopdracht bezig te kunnen zijn, nl. het christelijk leven een nieuwe vitaliteit geven.
Ook waar er geen dringende noodzaak aangevoeld wordt, is het toch goed te werken aan de vorming van een pastorale eenheid. De reden is daar het belang van samenwerking en solidariteit, ook op materieel en financieel vlak, om als geloofsgemeenschap geloofwaardig te zijn. Parochies die nog sterk staan, zullen hun geloof en inzet verdiepen door in concrete samenwerking armer geworden gemeenschappen te steunen en te bemoedigen. Leven volgens het evangelie is niet voortdoen als eilanden naast elkaar maar werken aan eenheid. Ons geloof haalt ons weg uit zelfgenoegzaamheid en kerktorenmentaliteit, niet alleen als individuele gelovigen maar ook als parochiegemeenschap. Dit betekent niet dat plaatselijke gemeenschappen hun eigenheid moeten verliezen. Echte eenheid en samenwerking veronderstellen juist dat er verscheidenheid is. De kracht van de pastorale eenheid zal erin bestaan dat verscheiden gemeenschappen elk hun bijdrage leveren om samen alle opdrachten van een parochie waar te maken.
Paragraaf 7 – 8: de beleidsverantwoordelijkheid De dienst van de leiding, die in federaties door een federale stuurgroep behartigd wordt, zal in een pastorale eenheid gedragen worden door het team van de pastorale eenheid. Dit team deelt in de uitoefening van de herderlijke zorg en neemt de leiding van de pastorale eenheid op zich samen met de priester die er de verantwoordelijkheid voor heeft. Dit gebeurt door beleid te voeren, door de hele werking te coördineren, door de evangelische oriëntatie en de eenheid te bewaken, in verbondenheid met het decanaat, het bisdom en de universele kerk. Samen gedragen verantwoordelijkheid is geen eenvoudige opgave, niet bij mensen die verantwoordelijkheid dragen (priesters, diakens, parochieassistenten, lekenpastores, leden van teams en stuurgroepen) en evenmin tussen parochies onderling. Een nieuwe ingesteldheid en een nieuwe aanpak zijn nodig. Om ze te doen slagen zijn niet alleen een geëigende structuur en goede afspraken nodig, maar ook zo veel mogelijk ontmoetingskansen. Door mensen samen te brengen voor vorming en animatie, voor pastorale initiatieven, voor feesten en om samen liturgie te vieren, groeien eenheid en solidariteit.
Paragraaf 9: liturgie op zondag Door het vieren van de eucharistie op de dag des Heren wordt de gemeenschap ten volle kerk: volk van God, lichaam van Christus en woonplaats van de Geest. Het is dus een wezenlijke opdracht om de eucharistie op een goede manier te vieren. De verzwakking van een toenemend aantal parochies brengt met zich mee dat ze deze opdracht niet meer aankunnen. Zo lang mogelijk als apart groepje standhouden is dan geen toekomstgerichte houding omdat een alsmaar afbrokkelende gemeenschap weinig uitstraalt en vooral omdat de eucharistie er niet meer de gestalte en de betekenis krijgt die ze verdient. Dan is het beter dat christenen over de parochiegrenzen heen samen komen voor de eucharistie op zondag en naar elkaar toegroeien als geloofsgenoten. In de toekomst zullen er soms ook sterke christelijke gemeenschappen zijn waar de zondagseucharistie niet gevierd kan worden bij gebrek aan voorganger. Daar zal men
uiteraard samenkomen voor gebed en om te luisteren naar Gods Woord. Maar op dit ogenblik is er een andere prioriteit, nl. het samenbrengen van te klein geworden gemeenschappen om op zondag samen de eucharistie te vieren.
Paragraaf 10: de kerkgebouwen Wat is de functie van kerkgebouwen waar niet meer elke zondag eucharistie gevierd kan worden? Ze kunnen plaatsen zijn waar huwelijken en uitvaartliturgie gevierd worden, maar vooral ook andere vormen van liturgie (bv. getijdengebed). Het is belangrijk dat ze zo veel mogelijk open zijn voor mensen op zoek naar stilte en gebed. Hun symbolische betekenis als herkenningspunt in het landschap en als zichtbare aanwezigheid van een kerk die een open huis voor iedereen wil zijn, mag niet onderschat worden. Dat betekent evenwel niet dat alle kerkgebouwen behouden moeten worden. We moeten loyaal meewerken met de overheid in de kwestie van de bestemming en eventueel herbestemming van de kerkgebouwen. Maar altijd zullen daarbij de pastorale situatie en noden zorgvuldig verrekend worden.
Paragraaf 11: God wil bij de mensen zijn Structuren zijn geen doel op zich, ze dienen zo eenvoudig mogelijk te zijn om toe te laten dat we altijd teruggaan naar de eenvoud van het evangelie en prioriteit geven aan datgene waar het eigenlijk om gaat. Het hart van onze roeping als christen en als kerk is ons geloof in een God die bij de mensen wil wonen. Onze grote opdracht is te zorgen dat er voldoende gemeenschappen zijn waar christenen het evangelie kunnen horen, vieren en beleven om teken te zijn van Gods liefde voor zijn mensen en zijn wereld. Voor de opbouw van deze gemeenschappen hebben we elkaar nodig, allen die als gedoopten deel uitmaken van de kerk. Iedereen heeft eigen gaven om mee het lichaam van de kerk op te bouwen. Allen samen vormen we het ene en priesterlijke volk van God.
Paragraaf 12: niet alleen de parochies Naast de parochies zijn er nog tal van andere plaatsen van vitaal christelijk leven en van kerkelijke aanwezigheid. Op de eerste plaats de christelijke gezinnen. Gezinnen die het evangelie concrete gestalte willen geven in het dagelijkse samenleven zullen steeds belangrijker worden voor de toekomst van de kerk. Gemeenschappen van religieuzen en nieuwe bewegingen bepalen mee de vitaliteit van de kerk omdat zij consequent het evangelie willen beleven. In navolging van Jezus willen ze totaal beschikbaar zijn voor God en binnen een gemeenschap alles met elkaar delen. Ook andere, kleinere en meer informele vormen van gemeenschap zijn nodig. Leerhuizen, Bijbelgroepen, gebedsgroepen, groepen die concrete solidariteit met
noodlijdenden vorm geven, zijn plaatsen waar gewerkt wordt aan de toekomst van de kerk door het evangelie (opnieuw) te ontdekken. Het godsdienstonderwijs en de school bieden vanuit de inspiratie van het evangelie perspectief en begeleiding aan kinderen en jongeren die op zoek zijn naar een weg en een richting in hun leven. In de grote sector van de zorginstellingen is het belangrijk dat het evangelie kan klinken als een woord van leven en hoop. In respect voor andere levensbeschouwelijke overtuigingen wil de kerk nabij zijn bij mensen die geconfronteerd worden met ziekte, lijden en dood. Al deze vormen van christelijke gemeenschap zijn niet ingeschakeld in de territoriale pastoraal. Maar onderling contact, overleg en gedeelde pastorale zorg zullen steeds belangrijker worden.
Paragraaf 13: Bijbelse beelden Bij velen leeft onderhuids de vraag of het allemaal nog wel de moeite waard is. Bijbelverhalen kunnen ons bemoedigen.
Drie
Het volk in de woestijn verlangt af en toe terug naar Egypte, maar het is in de woestijn dat ze God ten diepste hebben gevonden. In de ballingschap worstelt het Godsvolk met het gevoel dat alles voorgoed verloren is, maar net dan komt er een diepe geestelijke vernieuwing. “We hadden nochtans zo gehoopt”, zeggen de leerlingen op weg naar Emmaüs. Maar als de verrezen Heer de Schriften ontsluit en het brood breekt, brandt hun hart en keren ze naar Jeruzalem terug om te getuigen. De reden waarom de pastorale brief pleit voor eenheid en samenwerking in pastorale eenheden is dat dit perspectief ons helpt om ons open te stellen voor het wonder van Gods Geest die in ons en in de kerk iets nieuws kan beginnen.
Paragraaf 14: Vertrouwen en hoop Aan het einde van de pastorale brief roept de bisschop op tot realisme en vertrouwen. “We denken hier vooral aan de zo velen die in onze parochies en gemeenschappen, in scholen, voorzieningen en bewegingen hun pastoraal dienstwerk verrichten, priesters en diakens, leken en religieuzen. Ze beleven veel vreugde aan hun inzet, maar dragen ook de last van de hitte van de dag. We zijn hen allen oneindig dankbaar. Moge wat we hier geschreven hebben hen bemoedigen en helpen. Daarom doen we een oproep tot loyale medewerking. Dat niemand de vragen die dit alles oproept, lichtzinnig naast zich neerlegt. Maar evenzeer roepen we op tot realisme en geduld. Niet het realisme dat elk vernieuwend perspectief weigert en alles bij het oude laat. Wel een realisme dat begrip heeft voor de concrete situaties en de concrete problemen. Een realisme dat niet overhaast te werk gaat. Een realisme dat kan wachten en toch geduldig verder werkt. Een realisme dat de hoop niet verliest omdat het uiteindelijk perspectief nimmer wordt vergeten.”