Food & flowers Clusterstrategie Kennis & Innovatieagenda In opdracht van de Economic Development Board metropoolregio Amsterdam maart 2011
1
Inhoud Kennis & Innovatieagenda metropoolregio Amsterdam Clusterstrategie Food & flowers
Food 1. Facts & Figures
3
2. SWOT-analyse cluster food
3
3. Strategische agenda food
4
4. Platform First in Food
4
5. Iconisch project
4
Flowers
2
Verzoek aan EDBA
6
1. De cluster Flowers komt overeen met Greenport Aalsmeer 1.1. Greenport Aalsmeer volgens het schillenmodel van Michael Porter 1.2. Greenport Aalsmeer de organisatie
7 7 9
2. SWOT-analyse 2.1. Conclusie uit de SWOT
10 11
3. Relaties met de andere EDBA-clusters
11
4. SMARTambities voor 2020
12
5. Icoonprojecten 5.1 Green Life Sciences Hub 5.2 Voldoende vakpersoneel voor de toekomst 5.3 Versterking regionale kennisstructuur: Expertisenetwerk Flower Valley 5.4 Duurzaamheid: In 2020 levert de tuinbouw een bijdrage aan een energieneutrale regio
12 13 14 14 15
Notitie
Aan
van
Subkerngroep Food kenmerk
Datum
15 maart 2011 onderwerp
EDBA Clusterstrategie Food
Facts & Figures De economische omvang/ impact van de foodsector (aantal bedrijven, werkzame personen, bijdrage aan het Bruto Regionaal Product) bedraagt: Landelijk: Landelijke omzet : circa 42 miljard euro; De foodsector genereert 20% van de export en creëert een toegevoegde waarde van 12 miljard; Het aantal arbeidplaatsen in Nederland is meer dan 250.000. In verhouding met de EU is de voedingsmiddelenindustrie in Nederland tweemaal zo groot. Metropoolregio Amsterdam: De producenten in de Metropoolregio zijn sterk gericht op halffabricaten; De belangrijkste troeven zijn de internationale oriëntatie en het cacaocluster in de Zaansteek; Vergeleken met het aandeel in de Nederlandse economie is vooral de groothandel en logistiek in de Metropoolregio sterk vertegenwoordigd; Het aantal vestigingen in de foodsector is sinds 1999 toegenomen tot ruim 3.600, waarvan 64% in de groothandel en 22% in de productie van voedingsmiddelen en dranken; Het aantal werkzame personen in de Metropoolregio is bijna 30.000, waarvan ruim de helft in de groothandel en dranken. SWOT-analyse cluster food Sterkten Aantal grote, internationale spelers (o.a.Ahold, Heineken, Cargill, ADM, Duyvis) Multimodaal knooppunt (Haven van Amsterdam, Mainport Schiphol) Food Center Amsterdam First in Food Zaanstreek PrimAviera (glastuinbouw) Zwakten Beperkte onderzoeksinfrastructuur in regio De sector kent bescheiden uitgaven aan R&D Weinig uitwisseling van kennis Gebrek aan interesse personeel voor de sector Kansen Doorontwikkeling First in Food Zaanstreek Multimodaal knooppunt Fresh (waaronder food) Imagoverbetering van de sector Beschikbare ruimte voor food in Almere en rest Flevoland Bevolking kan zich steeds meer luxe voeding permitteren Voedselschaarste verhoogt de dynamiek
Pagina 1 van 3
Kamer van Koophandel Amsterdam
Bedreigingen Concurrentie van andere foodregio’s, zoals Food Valley, Food Connection Point Helmond, etc. Concurrentievermogen ligt onder druk, omdat andere landen (VS, Japan, maar ook China & India) opkomen Zwaardere concurrentie van non-EU, lage lonen landen Conclusies uit de SWOT Het food cluster in de Metropoolregio Amsterdam kent een zwaartepunt in Zaanstad, met een wereldwijd bekend cacaocluster. Handel en logistiek van food is een belangrijke niche in de metropoolregio. Het Food Center Amsterdam, maar ook de haven van Amsterdam en de Mainport Schiphol spelen hier een centrale rol in. De Metropoolregio Amsterdam kent geen food gerelateerde onderzoeksinfrastructuur. Strategische agenda Food O.b.v. de SWOT-analyse, uit analyses van betrokkenen bij de Zaanstreek First in Food en onderzoeken/rapporten b.v. de Stille Kracht en Food Valley Wageningen, is onderstaande strategische agenda naar voren gekomen: •
Kennisontwikkeling en ontsluiting van kennis: betere ontsluiting van kennis bij publieke kennisinstellingen en private kennisspecialisten en hierdoor het innovatieve vermogen food bedrijven bevorderen
•
Van kennis tot markt: de Nederlandse voorsprong in kennis loopt terug; voldoende middelen voor fundamenteel onderzoek, behoud van sterke publiek-private infrastructuur en instrumenten voor technologietransfer en waardecreatie; open innovatie.
•
Innovatie en duurzaamheid: inspelen op trends rond duurzaamheid en gezond voedsel
•
Onderwijs en arbeidsmarkt: betere aansluiting tussen personeelsbehoefte (kwalitatief en kwantitatief) bij het bedrijfsleven en de output vanuit het onderwijs; verbetering imago voedingsmiddelensector als werkgever; vergrijzing veroorzaakt krapte op de arbeidsmarkt
Crossovers met andere clusters: Creatieve Industrie op het gebied van imago Life Sciences op het gebied van voedselveiligheid/ farmacie Platform First in Food In de voedings- en genotsmiddelensector in de Zaanstreek bestaat al meer dan vijf jaar een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid. In 2007 is het platform Zaanstreek First in Food opgericht. De strategie van First in Food is verbinden in de zin van samenwerken, netwerken en uitwisselen van kennis, aansluiting zoeken bij zoveel mogelijk partners in de foodketen binnen de regio én met andere foodregio's. Iconisch project Doorontwikkelen House of Food Het House of Food is een belangrijk initiatief t.b.v het stimuleren van innovaties, het bevorderen van kennisdeling, het versterken van de huidige bedrijvigheid en het stimuleren van (nieuwe) economische bedrijvigheid in de regio. Het House of Food is in november 2010 geopend. Op dat moment was de fysieke inrichting (behalve de leerwerkfabriek) van het House of Food rond. Het project is nog volop in ontwikkeling en zal ruimte gaan bieden voor leren, werken, innoveren en zaken doen in de voedingsmiddelenindustrie in de Zaanstreek en omgeving. House of Food zal bestaan uit een innovatiestudio, een foodlaboratorium, een kennistransfer (HAS Den Bosch), een arbeidsmarktinstrument (TalentWorXinFood) en een Leerwerkfabriek.
Pagina 2 van 3
Kamer van Koophandel Amsterdam
Het House of Food kan een grote rol spelen in het stimuleren van innovaties en het bevorderen van kennisdeling, hiermee kan invulling worden gegeven aan de Kennis&Innovatieagenda en de strategische agenda. Terugdringen van voedselverspilling, verduurzamen van processen, omzetten van kosten naar opbrengsten van afval(rest)stromen zijn belangrijke thema’s. Vraag aan de EDBA: 1) Financiële middelen voor het doorontwikkelen van het House of Food
Pagina 3 van 3
Kamer van Koophandel Amsterdam
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
De kerngroep Flowers van het cluster Flowers en Food verzoekt EDBA: voor Green Life Sciences Hub: het icoonproject ‘Green Life Sciences Hub metropoolregio Amsterdam’ te omarmen en aan te geven of het voor de investeringsbijdrage van € 5 – 6 miljoen uitgewerkt kan worden; € 50.000 beschikbaar te stellen als bijdrage aan de kosten om dit plan uit te werken. Kennisinstellingen (universiteiten) bedrijfsleven (Seed Valley) en andere partijen (Naktuinbouw, Greenport Aalsmeer, Kamer van Koophandel Amsterdam) zullen door menskracht bijdragen aan de verdere uitwerking van de Green Life Sciences Hub Uit het midden van EDBA 3 leden te benoemen die de initiatiefnemers van Green Life Sciences Hub met raad en daad bij zullen staan bij de uitwerking van het plan. voor Voldoende Vakpersoneel voor de toekomst: de deelnemende kennisinstellingen te overtuigen financieel of anderszins deel te nemen aan het programma ‘Voldoende Vakpersoneel voor de toekomst’ zodat het uitgevoerd kan worden, of de ontbrekende financien tot 2015 te verzorgen. voor Expertisenetwerk Flower Valley De ontwikkeling van het expertisecentrum Flower Valley inhoudelijk te steunen en de verkenning naar de (financiele) haalbaarheid dit najaar af te wachten. Initiatieven van de kerngroep voor ‘duurzaamheid’ en ‘een beter vermarkt sierteeltproduct dankzij IAmsterdam’ af te wachten.
3
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
1. De cluster Flowers komt overeen met Greenport Aalsmeer In de nota Ruimte (2005) wordt het economisch belang van gebieden waar tuinbouwbedrijven zijn geconcentreerd door het rijk onderkend en benoemd. Het begrip greenport wordt in rijks-, provinciale en gemeentelijke nota’s geïntroduceerd en vastgelegd. Er worden in Nederland in totaal 5 greenports onderscheiden, waaronder Greenport Aalsmeer. Greenport Aalsmeer is ’s werelds grootste logistieke, handels- en kenniscentrum op het gebied van sierteeltproducten en zorgt 1 voor meer dan 45.000 fte’s aan arbeidsplaatsen . Greenport Aalsmeer is onderdeel van Greenport Nederland en vormt daarmee met de haven van Rotterdam de belangrijkste economische motor van Nederland. De 5 greenports zijn onderling verweven en zorgen samen voor 130.000 arbeidsplaatsen.
2
1.1 Greenport Aalsmeer volgens het schillenmodel van Michael Porter : 3 de kern: circa 680 groothandelsbedrijven en de veiling FloraHolland vestiging Aalsmeer met een omzet in 2010 van 4 circa € 3 miljard . De totale Nederlandse export is circa € 6,2 miljard. De rest van de export gaat via de andere 4 veilingen of gaat buiten de veilingen om. o Via Nederland loopt 60% van de wereldhandel. 98% Van de Nederlandse export blijft in Europa. De belangrijkste exportlanden in afnemend belang zijn: Duitsland (30% van de exportwaarde), Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, België, Rusland, Zwitserland, Denemarken, Oostenrijk en Polen. De export naar Duitsland bedraagt € 1,6 miljard en naar Polen € 140 miljoen. o Aalsmeer heeft de regie in Europa: 77% van alle Europese bloemenhandel. o Bloemenproductie is vooral Europees: bijna 50% van de wereldwijde productie. o De export van sierteeltproducten draagt voor 12% bij aan de positieve handelsbalans (de hele 5 tuinbouw voor 19%) . e 1 schil: toeleveranciers en dienstverleners zoals cash & carry’s voor de retail, samenstellen van boeketten, drukkerijen, ververijen, zakelijke en financiële dienstverleners in de directe omgeving van de veiling. e 2 schil: veredelaars en vermeerderaars van bloemen en planten zoals de productie van jonge stekken en planten. Sterk internationaal gericht. Nabijheid van de Luchthaven Schiphol is van belang (een groot deel van de 6 luchtvracht van Schiphol bestaat uit sierteeltproducten: in 2004 was dat 45% van het importvolume ). o Wereldmarktleider veredeling/uitgangsmateriaal. Export van zaden in groenten, sierteelt etc. van € 7 2 miljard in 2009 volgens bijgaande grafiek . Totale wereldhandel bedraagt € 3 miljard en groeit met 6% per jaar.
o
1
Veredeling is zeer innovatief en van wetenschappelijk topniveau: 20 tot 25% van de bedrijfsomzet wordt aan Research & Development (R&D) besteed.
Greenport Aalsmeer, Actieprogramma Greenport Aalsmeer 2011
2
Flower Mainport Aalsmeer, Bloemen voor de wereld, brood voor Nederland. Maart 2006
3
Handelsregister 2011
4
Persbericht FloraHolland 4/1/2011
5
Productschap Tuinbouw , Tuinbouwcijfers 2010
6
De agrologistieke kracht van Nederland, Platform Agrologistiek 2009
7
Bron: CBS, LEI, bewerking ING Economisch Bureau
4
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
e
3 schil: dynamische dagvoorraad bloemen en planten, d.w.z. late orders van de groothandel aan telers die binnen één uur rijden van de kern zijn gevestigd om ontbrekende hoeveelheden die niet op de veiling werden aangeboden aan te vullen. De kern plus de drie schillen zijn cruciaal voor het functioneren van Greenport Aalsmeer omdat de groothandel de dagvoorraad zo laag mogelijk wil houden. 610 agrarische bedrijven actief in het Noord-Hollandse deel. Toegevoegde waarde: € 592 miljoen. Het productieareaal netto: 500 ha glastuinbouw. 220 ha netto uitbreidingsruimte in Haarlemmermeer 120 ha netto bij Nieuwkoop (Nieuw Amstel Oost). e 4 schil: productieregio’s in heel Nederland, België en Duitsland. De productie is in het westen geconcentreerd: in Greenport Aalsmeer, Agriboard (kop van Noord-Holland) en in Greenport Oostland/Westland (nabij Den Haag). In 2010 waren er 6.507 agrarische bedrijven in bloemkwekerijproducten (incl. bomen en uitgangsmateriaal), 2.340 groothandelsbedrijven en via 5.488 winkels, ambulante handelaren en tuincentra bereikten de sierteeltproducten de Nederlandse consument. Deze bedrijven zijn goed voor 97.400 fte: 54.900 fte bij de productiebedrijven, 4.300 fte bij de veilingen, 20.200 fte bij de groothandel en 18.300 fte in de retail (exclusief de supermarkten). De Nederlandse 8 sierteeltproductie bedroeg in 2010 € 5,2 miljard . e 5 schil: import uit de rest van de wereld. De Nederlandse groothandel heeft importbloemen nodig om het hele jaar door een volledig assortiment te kunnen leveren aan binnen- en buitenland. Import snijbloemen uit: Kenia, Ecuador, Ethiopië en Colombia. Omvang € 800 miljoen. Import van planten: Europa. Omvang € 300 miljoen.
8
Productschap Tuinbouw, Tuinbouwcijfers 2010
5
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
9
1.2 Greenport Aalsmeer de organisatie Kerngebied van Greenport Aalsmeer zijn de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Uithoorn (provincie Noord-Holland), Kaag en Braassem en Nieuwkoop (provincie Zuid-Holland) en Ronde Venen (provincie Utrecht). Greenport Aalsmeer is ook het samenwerkingsverband van overheden en bedrijfsleven. Naast bovengenoemde gemeenten (uitgezonderd Ronde Venen) ook provincie Noord-Holland, NAK Tuinbouw (Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw), LTO Noord (agrarische ondernemersorganisatie), VGB (groothandelaren in bloemen en planten), FloraHolland (veiling van bloemen en planten), Blooming Breeders (netwerkorganisatie plantveredelingsbedrijven Aalsmeer e.o.) en Kamer van Koophandel.
Doel van Greenport Aalsmeer is behoud en uitbouw van de internationale concurrentiepositie van het sierteeltcomplex op lange termijn door versterking van de ‘fundamenten’ ruimte, bereikbaarheid, innovatie, onderwijs, arbeidsmarkt, imago, lobby en organiserend vermogen. Zorgen voor een hoogwaardig woon-, werk- en leefgebied waar wordt ingezet op een sterke verbetering van de milieuprestaties, zoals op het gebied van CO2, energiehuishouding, waterverbruik en lichthinder. Daarnaast wordt ingezet op verhoging van de ruimtelijke en groene kwaliteit, het intensief ruimtegebruik, functiemenging, uitstraling en belevingswaarde. De ruimtelijk-economische plannen staan beschreven in de Middenlange termijnvisie 2025 (MLT2025). Greenport Aalsmeer heeft geen eigen regionaal kennis- en innovatieprogramma opgesteld. De voor de EDBA opgestelde kennis- en innovatieagenda wordt door Greenport Aalsmeer ondersteund. 1.3 Greenport Nederland: de kracht van bundeling In de nota Ruimte (2005) wordt het economisch belang van gebieden waar tuinbouwbedrijven zijn geconcentreerd door het rijk erkend. Het begrip greenport wordt in rijks-, provinciale en gemeentelijke nota’s geïntroduceerd en vastgelegd. In Greenport Nederland werkt het bedrijfsleven samen met kennisinstellingen en overheden. Door 10 Greenport Nederland zijn diverse rapporten uitgebracht, waaronder Visie 2040, Excelleren! . Hierin worden 4 thema’s benoemd waar langjarige ambities en acties uit voortkomen. De thema’s zijn: gebiedsontwikkeling (ruimte, infra, logistiek en standaardisatie) toegevoegde waarde (marktinnovatie en -versterking) quality of life (duurzaam ondernemen, samenleving, arbeid & scholing) mainport (internationalisering, Greenport University Network, mainportontwikkeling)
9 10
Greenport Aalsmeer, Actieprogramma 2011 Greenport(s) Nederland, Excelleren!, Visie 2040, oktober 2008
6
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
11
Doelstelling van Greenport Nederland is dat in 2040 de productiewaarde minimaal verdubbeld is. sierteeltsector betekent dit een stijging van € 4.11 naar € 8.2 miljard.
Voor de
2. SWOT-analyse Sterkten Krachtig cluster bestaande uit veredeling, teelt, handel, logistiek, productvernieuwing en dienstverlening. Levering van totaalproduct. Nabijheid mainports Schiphol, Rotterdam, Amsterdam (seaport-airport-greenport). Kosten, snelheid, betrouwbaarheid. Internationaal draaischijffunctie. Innovatie en kennis zowel bij bedrijven als landelijke kennisinstellingen (universiteiten, hoger agrarisch onderwijs). Met name op het gebied van veredeling en teelt. Ruimte voor nieuwbouw en verplaatsing verouderde glastuinbouwbedrijven naar PrimAviera en Nieuwkoop. Jaarrondlevering door productiegebieden rond de evenaar. Zwakten Bereikbaarheid. Aansluiting vanuit de kern op het rijkswegennet richting het oosten A9 en A2 (besluitvormingsproces N201+). Bestuurlijke drukte: ligging in 3 provincies en 6 gemeenten. Imago, mede in relatie tot het onderwijs en de arbeidsmarkt. De ontsluiting van de wetenschappelijke kennis. In de Randstad de enorme druk op de ruimte. Kansen Snelle groei van de wereldbevolking met name in stedelijke gebieden. Door klimaatverandering is er een toenemende behoefte aan tuinbouwkennis. Voedselzekerheid en -veiligheid behoren tot de belangrijkste mondiale problemen. Uitbreiding Europese Unie, stijging van de inkomens in Oost-Europa, opkomst BRIC-landen, waardoor extra afzet sierteeltproducten, zaden, concepten en kennis. Steeds meer consumenten willen betalen voor duurzaam geproduceerde goederen. Opkomst biobased economy. De exportwaarde van zaaizaad en plantgoed is in 10 jaar tijd verdubbeld. De grotere veredelaars stoppen 20 tot 25% van de omzet in R&D en kennen een jaarlijkse omzetgroei van 10%. Nieuwe wetenschappelijke technieken waardoor veel sneller nieuwe rassen op de markt gebracht kunnen worden. Verbreding aandacht Greenport Aalsmeer van ruimte en infrastructuur naar onderwijs en arbeidsmarkt, duurzaamheid en kennis en innovatie. De realisatie van expositieruimte Bloomin’Holland waarin innovaties in de sierteeltsector aan een breed en een gespecialiseerd publiek getoond worden. Start in 2012 tijdens Floriade Venlo, daarna in Aalsmeer. Bedreigingen Prijzen staan onder druk mede door de jaarrondproductie rond de evenaar. De nieuwe wetenschappelijke technieken maken het voor de BRIC-landen mogelijk Nederlandse producten te kopiëren en goedkoper op de markt te brengen. Internationalisering van toonaangevende zaadbedrijven met het risico dat bedrijven Nederland verlaten als de condities niet goed zijn. Plantkunde wordt nauwelijks in het middelbaar en voortgezet onderwijs gegeven. Imago onder MBO-, HBO- en WO-studenten. Ook in niet groene opleidingen als bedrijfseconomie, techniek, management, ICT. Opkomst directe handel tussen nieuwe productielocaties naar bijvoorbeeld Verenigd Koninkrijk en Rusland. Financiële crisis in eurolanden. De terughoudendheid van banken bij financiering van groei van sierteeltbedrijven. De kosten voor fossiele brandstoffen.
11
Greenport(s) Nederland, Excelleren!, Visie 2040, oktober 2008
7
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
2.1 Conclusies uit de SWOT Greenport Aalsmeer heeft internationaal een sterke positie en geniet wereldwijde faam. Die positie is gebaseerd op kennis, veredeling, teelt én handel. Die positie wordt bedreigd. Het kennisniveau neemt in landen als Verenigde Staten, China en India snel toe. De productie in landen rond de evenaar is de afgelopen 10 jaar fors toegenomen. De financiële crisis heeft geleid tot overproductie en de teloorgang van verschillende Nederlandse teelt- en veredelingsbedrijven. Ook laat de crisis de veerkracht van de sector zien. In 2010 was er sprake van herstel van de handel, maar het prijsherstel van 7% is voor de telers nog onvoldoende. Het imago van de groene sector onder MBO-, HBO- en WO-studenten is niet wervend. Wil de sector een schaalsprong kunnen maken dan moeten meer goed opgeleide jongeren in de sector willen werken. Daar aan voorafgaand zouden de opleidingen moeten zorgen voor stages, onderzoeken en afstudeerprojecten en dergelijke. Dit geldt ook voor de sterk in de metropoolregio aanwezige opleidingen als bedrijfseconomie, personeel en organisatie, logistiek, marketing, vormgeving etc Nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat plantenrassen veel sneller ontwikkeld kunnen worden, ook door kennisinstellingen in de snel opkomende landen. De nieuwe technieken zijn nog nauwelijks voor het bedrijfsleven ontsloten en duur. Door klimatologische veranderingen (verdroging, vernatting, verzilting, temperatuursverandering) en bevolkingsdruk (groei van de wereldbevolking, toenemende welvaart, urbanisatie) is de vraag naar nieuwe rassen groot. De vooraanstaande positie kan behouden blijven mits de kennisinstellingen en het bedrijfsleven intensief gaan samenwerken bij het toepassen van de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen.
3. Relaties met de andere EDBA-clusters De sierteeltsector is nauw verbonden met de 6 andere door de EDBA geselecteerde clusters: Food: in het primaire productieproces is de overlap zeer groot. Dit geldt zeker ook voor R&D en het onderwijs in de veredeling. Vandaar dat bij het icoonproject Green Life Science Hub (zie volgende pagina) intensief wordt samengewerkt met zaadveredelingsbedrijven van groenten en aardappelen in de kop van Noord-Holland (Seed Valley). Logistiek: de Nederlandse tuinbouw heeft haar leidende positie mede te danken aan de logistieke sector die ervoor zorgt dat de producten op tijd met kwaliteitsbehoud overal ter wereld worden geleverd. De sierteeltsector neemt daarom deel aan het cluster Logistiek van de EDBA. Valorisatie van fundamenteel 3 logistiek onderzoek Dinalog: Da Vinc i is één van de speerpunten van de sector. ICT: staat aan de basis van de nieuwste biotechnologische onderzoeken en dataverzamelingen. De digitalisering neemt een snelle vlucht, bij groothandelsbedrijven, telers en veredelaars. Een deel van de inkopers is niet meer fysiek op de veiling aanwezig, maar werkt vanuit de eigen ‘dealingroom’.
8
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
-
-
De in de metropoolregio aanwezige datacentrales, in de nabijheid van kassencomplexen zouden tuinders duurzame warmte kunnen leveren die vrijkomt bij het koelen van de computers. Zakelijke/financiële dienstverlening: banken met een internationaal netwerk en kennis van de internationale handel in sierteeltproducten zijn essentieel voor het goed functioren. Ontwikkelingen in de veredeling vragen om aanpassingen in het kweekrecht/octrooirecht. Creatieve industrie: emoties en cultuur bepalen de aankoop van tuinbouwproducten. Intensivering van de samenwerking biedt de sector kansen, bijvoorbeeld om meer vraaggericht te produceren. (Rode) life science: de groene wetenschappen hebben technologisch veel overlap met de rode life sciences bij o.a. veredeling en overschakeling naar biobased economy. Toerisme en congressen: de sierteeltsector is een toeristisch product. Alleen al FloraHolland vestiging Aalsmeer trekt jaarlijks 100.000 toeristische bezoekers. Voor de Floriade 2012 in Venlo worden 2 paviljoens ontwikkeld die in 2013 als Bloomin Holland nabij bloemenveiling Aalsmeer een plek krijgen. Bloomin Holland wordt een themapark waarin zowel toeristische als zakelijke bezoekers kennis kunnen nemen van innovatieve ontwikkelingen. De sector organiseert (inter)nationale congressen waaronder de jaarlijkse HortiFair in de RAI in Amsterdam. Het is internationaal de meest complete tuinbouwvakbeurs en in Nederland met 30.000 bezoekers uit de hele wereld het drukst bezochte tuinbouwevenement.
4. SMARTambities voor 2020. Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen hebben de ambitie te zorgen dat in 2020: de Nederlandse sierteeltsector nog steeds wereldmarktleider is, ondanks de wereldwijde productie. De Nederlandse export is gegroeid naar € 7,5 miljard en meer dan 50% van de wereldhandel loopt via Nederland. de toegevoegde waarde is verdubbeld van € 592 miljoen naar meer dan € 1miljard mede door verduurzaming en de inzet van de creatieve sector in Amsterdam. de Nederlandse veredelaars hun vooraanstaande positie in de wereld hebben versterkt. Dit uit zich in een verdubbeling van de exportwaarde van veredelingsmateriaal en plantgoed van € 2 miljard naar € 4 miljard. Het aantal werknemers is fors gegroeid met 50%. de samenwerking tussen de Amsterdamse kennisinstellingen en bedrijfsleven en tussen de Nederlandse kennisinstellingen onderling is geïntensiveerd. Het aantal studenten dat veredeling studeert is verdrievoudigd. door intensieve samenwerking en het hoge kennisniveau de gezamenlijke Nederlandse kennisinstellingen zijn uitgeroepen tot Europees Centre of Excelence voor de veredeling. de Nederlandse tuinbouw en uitgangsmaterialen de meest duurzame sector ter wereld is. 5. Icoonprojecten Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen bereiken dit door de volgende projecten: 1. de nieuwste wetenschappelijke technieken versneld te valoriseren door het Iconische project Green Life Sciences Hub. Met de Green Life Sciences Hub wordt de sector in staat gesteld de haar toppositie te versterken door de schaalsprong te maken die de EDBA voorstaat; 2. meer jongeren tijdens hun (niet-groene) opleiding kennis te laten maken met werk in de sierteelt sector, waardoor de sector over voldoende vakpersoneel beschikt; 3. het opzetten van het regionale expertisenetwerk Flower Valley. Doel van het netwerk is het versnellen van de kenniscirculatie in het regionale bedrijfsleven en tussen het regionale bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Flower Valley zal het accent leggen op onderwijs & arbeidsmarkt, kennis & Innovatie en duurzaamheid; 4. het verduurzamen van de teelt; 5. bij het vermarkten van het duurzame Nederlandse product gebruik te maken van de creatieve potentie van de regio (IAmsterdam). Greenport Aalsmeer neemt deel in de uitvoering van kennis- en innovatieagenda door deze agenda op te nemen in het werkprogramma 2012 en door het inzetten van het netwerk van bestuurders, bedrijven en tuinbouworganisaties.
9
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
5.1 Green Life Sciences Hub De plantenveredelingsbranche is innovatie pur sang en Nederland is, dankzij een efficiënt georganiseerde keten en goede samenwerking in de segmenten groenten en sierteelt, toonaangevend in de wereld. Recent is dankzij nieuwe wetenschappelijke (DNA) technieken een enorme versnelling opgetreden in de veredeling van planten. De ontwikkelingstijd van nieuwe groenterassen kan hierdoor bijvoorbeeld worden verkleind van 10-25 jaar naar 4-11 jaar. Deze technieken zijn voor de sector nog onvoldoende uitontwikkeld en bovendien is de gebruikte apparatuur zeer kostbaar. Dit vereist een nieuwe manier van samenwerken bij de kennisoverdracht tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. In overleg tussen de Amsterdamse kennisinstellingen (VU, UvA, HvA) en het bedrijfsleven (Naktuinbouw, Plantum, Seed Valley, Blooming Breeders en Greenport Aalsmeer) is het plan voor de Green Life Sciences Hub tot stand gekomen. Het eindresultaat bestaat uit: 1: Groene Innovatie Toonbank: frontoffice voor onderzoeksvragen van het bedrijfsleven; 2: Groen Toegepast Onderzoek & Technologie Labs: toegepast wetenschappelijk en technologie onderzoek bij UvA en VU waaronder het gebruik van de nieuwste DNA-apparatuur; 3: Green Forensics Instituut: forensisch plantenonderzoek (identiteit en herkomst van uitgangsmateriaal en identificatie van ziekten) o.a. voor kweek- en octrooirecht; 4: Groen Student Lab: het opleiden van HBO- en WO-studenten specifiek voor de groene sector o.a. in de nieuwste veredelingstechnieken. Dankzij de Green Life Science Hub kunnen over enkele jaren ook kleine en middelgrote groenten- en sierteeltveredelaars adequaat en actief inspelen op de volop aanwezige kansen (mondiaal sterk stijgende vraag) en bedreigingen (octrooiwetgeving, schaalvergroting, innovatieklimaat en tekort aan goed opgeleid personeel), waardoor
Green Life-Sciences Hub Plantenveredelingsbedrijven
Plantenveredelingsbedrijven
Green innovatie toonbank
Green innovatie toonbank
Technologie R&D Toegepast onderzoek Onderwijs
Voorbeeld project
Green labs toegepast onderzoek & technologie
Kennisinstellingen
Support & Infrastructuur
Green student lab UvA-VU-HvA
contract projecten
spin-off UvA-BV
Green Forensics Instituut
Opbouw faciliteit
NAKtuinbouw
gedurende de 4 jaar van het EDBA investeringsproject
na het project
de leidende positie in 2020 is versterkt. Voor het bestendig ontwikkelen van deze unieke, vraaggestuurde valorisatie wordt een eenmalige investering van de EDBA gevraagd. In bijlage 1 is de Green Life Sciences Hub verder uitgewerkt met onder andere een globale indicatie van de kosten. De initiatiefnemers willen de plannen verder 10
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
uitwerken om in september een gespecificeerde opzet voor te leggen op basis waarvan definitieve besluitvorming door de EDBA kan plaatsvinden. 5.2 Voldoende vakpersoneel voor de toekomst. De sierteeltsector heeft behoefte aan goed opgeleid vakpersoneel. Het gaat daarbij om veredelaars, maar ook om commercieel talent dat zijn talen spreekt en geen bezwaar heeft tegen het reizen over de hele wereld. Naast mensen die opgeleid zijn in het ’groen’ gaat het met name ook om mensen die hun opleiding genoten hebben in financiën, rechten, marketing, logistiek, techniek, ICT, personeel etc. van MBO-niveau tot wetenschappelijk. De sector is onder jongeren nauwelijks bekend als interessante (en internationale) werkgever. Bovendien is de concurrentie met andere sectoren om goedopgeleide jongeren groot. De organisatie Greenport Aalsmeer heeft de ambitie om van 2011 tot 2016 projecten uit te voeren om: middelbare scholieren (VMBO, Havo en VWO) met de sector kennis te laten maken (HortiFair/Carriereplaza in combinatie met lespakket en bedrijfs- en/of veilingbezoek) MBO-studenten door Innovatieklassen te stimuleren een groene HBO-vervolgopleiding te doen of na hun studie in de sector aan de slag te gaan. In een Innovatieklas gaan leerlingen van diverse opleidingen en niveau’s aan de slag met vragen van ondernemers in een extracurruculair programma. Bedrijfseconomiestudenten van InHolland en Hogeschool van Amsterdam door projectonderwijs kennis te laten maken met de sierteeltsector. Gedurende een periode van 8 tot 12 weken wordt aan een fictieve case gewerkt (gebaseerd op vragen uit de sector). De financiering van de speciale onderwijspakketten en –programma’s zijn nog niet rond en de kosten gaan het budget van Greenport Aalsmeer te boven. Dit komt onder andere doordat het beroepsonderwijs onvoldoende eigen middelen heeft om het onderwijsprogramma aan te passen en dit door derden bekostigd moet worden. De inzet van EDBA wordt gevraagd een bijdrage te leveren in het oplossen van dit probleem. In bijlage 2 worden de projecten en het verzoek aan de EDBA nader toegelicht.
5.3 Versterking regionale kennisstructuur: Expertisenetwerk Flower Valley De Nederlandse sierteeltsector bestaat uit veel relatief kleine, zelfstandige ondernemers. Om de kenniscirculatie te versnellen en aan te laten sluiten bij de huidige wetenschap en maatschappelijke en economische ontwikkelingen, is het nodig dat het bedrijfsleven wordt gefaciliteerd in: het organiseren van ondernemers met dezelfde onderzoeksvragen (bijvoorbeeld op gewasniveau) het vertalen van de onderzoeksvragen naar de wetenschap het vinden van de juiste kennisinstellingen het organiseren van fondsen voor onderzoek en implementatie de communicatie van de oplossingsmogelijkheden De thema’s van Flower Valley zijn: Onderwijs & Arbeidsmarkt Kennis & Innovatie Duurzaamheid Flower Valley richt zich op: het opbouwen en instandhouden van een regionaal netwerk van ondernemers die voorop lopen bij het toepassen van nieuwe technieken, processen, producten. De ondernemers bepalen welke vragen prioriteit hebben. het opbouwen en instandhouden van een netwerk van kennisinstellingen (hogescholen, universiteiten, TNO, Agentschap NL, ed). het opbouwen en instandhouden van een netwerk van intermediairs en brancheorganisaties als Productschap Tuinbouw, Naktuinbouw, Plantum, TTI- Groene Genetica, Bloemenbureau, LTO Groeiservice, HBAG, Syntens, SIGN. het opzetten van innovatieve projecten voor ondernemers op het gebied van proces en productontwikkeling (incl duurzaamheid) het contacten leggen voor onderwijsinstellingen voor stages, leeronderzoeken, lezingen, interactieve businesscases ed.
11
Clusterstrategie KIA Flowers, juni 2011
-
het leveren van informatie over onderwijsbehoeften van de sector, en betrekken van bijvoorbeeld het niet groene onderwijs (-werktuig-bouwkunde, informatica, bedrijfseconomie, mode, talen etc. het ondersteunen en begeleiden van overheden en ondernemers bij duurzaamheidsprojecten als aardwarmte, biogasinstallaties etc. De medewerker(s) van Flower Valley vervult de rol van kennis- en duurzaamheidsmakelaar en -ontwikkelaar. Zomer 2011 wordt een verkenning naar de (financiële) haalbaarheid van het expertisenetwerk uitgevoerd. De EDBA wordt hierover dit najaar geïnformeerd. Vooralsnog wordt de EDBA gevraagd de ontwikkeling van het expertisenetwerk alleen inhoudelijk te steunen.
5.4 Duurzaamheid: In 2020 levert de tuinbouw een bijdrage aan een energieneutrale regio. Energiekosten maken een groot deel uit van de productiekosten. Door de kosten voor energie, water, bemesting en bestrijdingsmiddelen te verlagen wordt de concurrentiepositie beter. Een duurzamere bedrijfsvoering zorgt bovendien voor een maatschappelijke ‘license to produce’. Flower Valley, de kennis- en duurzaamheidmakelaar, zet ze in op drie niveaus: 1: het zoekt aansluiting bij de landelijke ontwikkelingen; 2: het voert enkele pilot- en voorbeeldprojecten uit; 3: het zorgt ervoor dat landelijke ontwikkelingen door individuele bedrijven geïmplementeerd kunnen worden. Voorbeelden van door de sector genomen initiatieven: de nieuwste WKK-instalaties van glastuinbouwbedrijven zijn energiezuiniger dan de landelijke energiecentrales. De overschotten die aan het landelijke net worden geleverd zorgen voor 15 % van de totale energiebehoefte; De gemeentelijke afvalinzamelaar De Meerlanden heeft in Rijsenhout (Haarlemmermeer) een vergister gebouwd die GFT omzet in biogas dat weer wordt gebruikt voor de verwarming van kassencomplex De Arendshoeve. De vrijkomende warmte van datacentrales en anderen kan gebruikt worden in de glastuinbouw. Greenport Aalsmeer neemt de volgende initiatieven: Vaststellen van beleidskader Duurzaamheid Greenport Aalsmeer Onderzoek of het warmtenet van Amstelveen ingezet kan worden voor de verwarming van woonhuizen en kassencomplexen Vergisting en vergassing van GFT-afval bij FloraHolland Steeds meer tuinders werken energiezuinig en hebben daardoor een tekort aan CO2. In de Rijnmond zijn diverse bedrijven die een overschot aan zuivere CO2 hebben. Onderzocht wordt of het rendabel is een pijpleiding voor CO2 door te trekken naar Greenport Aalsmeer. Op dit moment is er geen concreet verzoek aan de EDBA. 5.5 Een beter vermarkt duurzaam sierteeltproduct dankzij IAmsterdam In de mondiale economische verhoudingen kan Nederland concurreren op kwaliteit en verdere ecologisering van de productie en het transport. Daarbij is het noodzakelijk dat de regionale productieketens verbijzonderd worden en bedrijven en kennisinstellingen bekendheid geven aan het op verantwoorde wijze (people and planet) produceren van sierteeltproducten. Dit moet uiteindelijk leiden tot een compact, visueel kwaliteitsoordeel afkomstig van een betrouwbare bron, waarbij de consument in één oogopslag (compact) ziet dat het product in orde is bevonden (kwaliteitsoordeel) door een onafhankelijke, deskundige instantie (betrouwbare bron). Door het kwaliteitslabel moet de sector zich onderscheiden van de buitenlandse concurrenten en een eigen markt creëren. De sierteeltsector zoekt daarbij de expertise van de Amsterdamse creatieve sector en het imago van IAmsterdam. De resultaten van een lopend onderzoek naar het label Fair Flowers, Fair Plants worden afgewacht voordat vervolgacties worden ondernomen.
12
Colofon Clusterrapporten Kennis & Innovatieagenda Secretariaat Economic Development Board metropoolregio Amsterdam Economische Zaken Amsterdam Metropoolgebouw, 4e etage Weesperstraat 89, 1018 VN Amsterdam Postbus 2133, 1000 CC Amsterdam T + 31 (0)20 552 3205
[email protected] www.iamsterdam.com/board
© Economic Development Board metropoolregio Amsterdam i.s.m. CM ontwerp / Studio GBN
Fotografie Tomaten, studio GBN / CM ontwerp Bloemen, Evert Elzinga
6