Fontys Hogescholen Dans en Docent Dans
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) December 2012
2/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo bachelor-opleidingen Dans en Docent Dans van Fontys Hogescholen. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van Fontys Hogescholen is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2012 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 12 en 13 juni 2012. Het visitatiepanel bestond uit: Mevrouw P.F.P.C. de Groote, voorzitter (voorzitter, domeindeskundige) Mevrouw H.K.G. Draaijer (domeindeskundige) Mevrouw mr. B.J. Haverkate (domeindeskundige) De heer B. Schäfer (studentlid) Mevrouw ing. I.J.M. de Jong, auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2012. Het panel heeft de kritische reflectie met relevante bijlagen bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. Het panel heeft aan het einde van de visitatiedag voor beide opleidingen geen oordeel op standaard 3 kunnen geven. Het panel had grote moeite om in de portfolio’s de juiste informatie te vinden om vast te stellen waar studenten aantonen dat zij hun competenties behalen. Verder heeft het panel bij het eerste bezoek een live-compilatie van voorstellingen van de verschillende richtingen gezien. Het panel had behoefte aan meer beelden van voorstellingen van de studenten. De beschikbare portfolio’s waren niet voldoende informatief voor het panel om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het panel heeft er derhalve voor gekozen om op 4 oktober 2012 een tweede bezoek te brengen aan de opleiding. Het panel heeft ter voorbereiding daarop dvd’s van studenten ontvangen en bestudeerd. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel na beide bezoeken in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Aangezien de deeltijdvariant pas recent gestart is, neemt het panel deze variant waar mogelijk mee in haar oordeelsvorming.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
3/57
Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden.
Utrecht, 4 december 2012
Panelvoorzitter
Panelsecretaris
Mevrouw P.F.P.C. de Groote
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong
4/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Samenvatting
Het panel beoordeelt de opleidingen Dans en Docent Dans van de Fontys Hogescholen in haar geheel als voldoende. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De opleidingen Dans en Docent Dans zijn gebaseerd op landelijk vastgestelde competentiesets. De opleiding Dans bestaat uit drie afstudeerrichtingen: Choreografie (BaCH), Musicaltheater (MTH) en Theaterdans Uitvoerend (TDU). TDU heeft twee uitstroomprofielen (jazz/urban en danstheater/modern). Studenten van de opleiding Dans worden opgeleid tot uitvoerend danser. Een uitzondering daarop is de choreografieafstudeerrichting, waarbij studenten worden opgeleid tot choreograaf. Studenten van de opleiding Docent Dans worden opgeleid tot allround dansdocent. De opleiding Dans gaat uit van elf competenties voor de afstudeerrichtingen MTH en TDU, voor de BaCH is een twaalfde competentie toegevoegd. De opleiding Docent Dans gaat uit van tien competenties en vier deelcompetenties die specifiek voor de gemeenschappelijke propedeuse gelden. Hierbij sluit de opleiding aan bij het landelijk profiel van KVDO (netwerk kunstvakdocentenopleidingen). Er is een voltijd- en een deeltijdvariant van de opleiding Docent Dans, waarvoor dezelfde competenties gelden. De opleidingen hebben zorgvuldig beschreven hoe de competenties gerelateerd zijn aan de Dublin descriptoren. Het panel heeft geen vergelijking met andere relevante opleidingen aangetroffen en komt op basis van voorgaande overwegingen voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving De opleidingen Dans en Docent Dans starten gezamenlijk, de afstudeerrichting MTH heeft een aparte instroom. Op de helft van het eerste studiejaar wordt de keuze voor Dans of Docent Dans definitief gemaakt. De opbouw van het curriculum van alle afstudeerrichtingen voor de opleiding Dans, maar ook voor de opleiding Docent Dans zijn voldoende inzichtelijk gemaakt. De competenties zijn uitgewerkt in niveaus, gekoppeld aan prestatie-indicatoren en gekoppeld aan beroepskritische situaties. Het is positief dat de opleiding de competenties heeft uitgewerkt in drie niveaus, maar er mist een totaaloverzicht van het curriculum waar studenten het niveau aanleren en moeten laten zien. In de Studiegidsen is duidelijk beschreven dat de competenties zijn gekoppeld aan de prestatie-indicatoren en de modulebeschrijvingen helder zijn uitgewerkt. Het programma van de afstudeerrichting BaCH is nog in ontwikkeling. Het derde jaar is recent vernieuwd en het vierde jaar wordt vernieuwd. De modulen voor zowel de opleiding Dans als Docent Dans bieden een degelijke kennisbasis aan studenten. Het volgen van de modulen stelt de studenten in staat de competenties te behalen. Tevens zijn de overzichten gerangschikt per leerlijn. Studenten zijn positief over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Daarnaast is de aandacht voor praktijk- en beroepsvaardigheden een positief punt voor beide opleidingen. De onderzoeksvaardigheden voor de opleiding Dans zijn helder weergegeven. Studenten MTH werken bijvoorbeeld in het laatste jaar aan een artistiek onderzoek waarin zij de keuze van een eigen werk kunnen onderbouwen en een beredeneerde keuze voor een bepaald stuk kunnen presenteren.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
5/57
Het is positief dat de afstudeerrichtingen nagedacht hebben over de wijze waarop praktijkgericht onderzoek plaatsvindt. De opleidingen geven studenten een onderzoeksgerichte houding mee. Studenten van de opleiding Docent Dans werken in het vierde jaar aan een essay en zijn betrokken bij het onderzoeken en ontwikkelen van methodieken. Het onderwijs voor beide opleidingen wordt competentiegestuurd aangeboden. Beide opleidingen streven naar een integrale ontwikkeling van de individuele danskunstenaar en docent dans, waarin kunst en kunde, ambacht en professie, dans- en beroepspraktijk gekoppeld worden aan reflectie en theorie. Er zijn duidelijke keuzes voor werkvormen gemaakt en er is voldoende afwisseling in het curriculum. De docenten van beide opleidingen hebben actuele en relevante werkervaring. Uit een overzicht van deskundigheden blijkt dat er een goede samenhang in de teamsamenstelling is. De onderzoeksvaardigheden van docenten kunnen nog verder ontwikkeld worden. Tevens zijn studenten tevreden over (de bereikbaarheid van) docenten. De voorzieningen die de opleiding biedt zijn prima in orde. De informatievoorziening kan wat studenten TDU en Docent Dans betreft verbeterd worden. Studenten MTH zijn wel tevreden over de informatievoorziening. Het programma, de docenten en de voorzieningen zorgen er samen in voldoende mate voor dat studenten kunnen studeren in een samenhangende leeromgeving. Het panel komt op basis van bovenstaande voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende. Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleidingen toetsen de studenten regelmatig volgens vastgestelde toetskalenders en op passende prestatie-indicatoren. Studenten worden gedurende de opleiding op elk niveau (drie) integraal getoetst door middel van een competentie-examen. Door de opleiding heen wordt de student in voldoende mate met verschillende soorten toetsen getoetst. De toetsen zijn van voldoende niveau. Voor de sector Dans is een toetscommissie actief die zich inhoudelijk met de kwaliteit van toetsing bezighoudt. De borging van het hbo-niveau is nog niet voldoende zichtbaar in de werkwijze van de examencommissie. Deze constateringen zijn opgepakt door de beleidskamer van de centrale examencommissie. Het competentie-examen is de afsluiting van het examenjaar. Dit is voor de opleiding Dans een performancetoets en een criteriumgericht interview over het portfolio en de resultaten van de eindstage. Voor de opleiding Docent Dans bestaat het examen uit een sollicitatiegesprek en een criteriumgericht interview over het ingeleverde portfolio (stagemappen). De portfolio’s wisselen van kwaliteit, maar tonen het hbo-bachelorniveau in voldoende mate aan. De beoordelingsformulieren verschillen van elkaar, met name overwegingen en mondelinge feedback achteraf kunnen beter vast worden gelegd. Uit bestudering van de werkvelden waar de studenten terechtkomen, blijkt dat zij terechtkomen in het werkveld waar voor wordt opgeleid. Het werkveld is tevreden over de kwaliteit van afgestudeerden, blijkt uit gesprekken. Beide opleidingen behalen het hbo-bachelorniveau. Wat betreft de deeltijdopleiding van Docent Dans kunnen er alleen nog maar te verwachten oordelen worden uitgesproken.
6/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Op basis van de voltijdse variant heeft het panel voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de deeltijdvariant. Op basis van het bestuderen van de verschillende portfolio’s, toetsen, live-performances en beeldmateriaal stelt het panel vast dat de studenten Dans en Docent Dans de eindkwalificaties behalen. Het panel komt derhalve voor beide opleidingen met bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
7/57
8/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
11
2
Beoordeling
13
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten
13 15 25
3
Eindoordeel over de opleiding
31
4
Aanbevelingen
33
5
Bijlagen
35
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7:
Eindkwalificaties van de opleiding Overzicht opleidingsprogramma Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bezoekprogramma Bestudeerde documenten Overzicht bestudeerde afstudeerwerken Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
37 39 41 47 51 55 57
9/57
10/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichtingen
6. Varianten
7. Locatie 8. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO 9. Code of conduct
Dans en Docent Dans 34798 / 34940 hbo bachelor 240 EC Dans: 1. Theaterdans Uitvoerend (TDU) met twee uitstroomprofielen: Danstheater/modern en Jazz/Urban 2. Musicaltheater (MTH) 3. Choreografie (BaCH) Docent dans: Docent Dans (DOD) Dans: voltijd Docent Dans: voltijd en deeltijd (deeltijd gestart op 1 jan 2012) Tilburg Vorige visitatie: 31-5-2006 Besluit NVAO: 19-4-2007 De hogeschool heeft de Code of Conduct getekend.
Administratieve gegevens van de instelling 10. Naam instelling 11. Status instelling 12. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Fontys Hogescholen Bekostigd Niet van toepassing
Basisgegevens volgens de normen zoals vastgesteld door de NVAO (Basisgegevens opleidingsbeoordelingen – Indicatoren en definities, 11 september 2012) en per 1 oktober 2012 van kracht. Uitval uit het eerste jaar & Uitval uit de bachelor Academie voor danseducatie Instroomjaar P behaald binnen P behaald binnen één jaar twee jaar 2008 13 8 2009 12 2 2010 20 0 2011 0 0 Dansacademie Instroomjaar P behaald binnen één jaar 2008 19 2009 32 2010 39 2011 1
P behaald binnen twee jaar 26 16 0 0
(Nog) geen P behaald
Uitgevallen
0 1 2 24
(Nog) geen P behaald
6 5 18 13
Uitgevallen
0 0 15 46
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
27 20 32 21
Totaal 27 20 40 37
Totaal 72 68 86 68
11/57
Rendement Academie voor danseducatie Instroomjaar Diploma binnen 4 jaar 2005 46,4% 2006 40,9% 2007 23,5% 2008 31,3% 2009 12,0%
Diploma tussen 4 Diploma binnen Diploma tussen en 5 jaar 5 jaar 5 en 6 jaar 0,0% 46,4% 0,0% 0,0% 40,9% 0,0% 8,8% 32,4% 0,0% 0,0% 31,3% 0,0% 0,0% 12,0% 0,0%
Uitgevallen
Dansacademie Instroomjaar Diploma binnen 4 jaar 2005 58,7% 2006 26,0% 2007 44,7% 2008 30,0% 2009 11,8%
Diploma tussen Diploma binnen Diploma tussen 4 en 5 jaar 5 jaar 5 en 6 jaar 3,2% 61,9% 0,0% 10,4% 36,4% 0,0% 1,2% 45,9% 0,0% 0,0% 30,0% 0,0% 0,0% 11,8% 0,0%
Uitgevallen
Docentkwaliteit Academie voor Danseducatie en Dansacademie Aantal docenten (OP)
50
Aantal docenten Master (DOD)
11
Aantal docenten Master (TDU)
10
Aantal docenten PhD
53,6% 59,1% 64,7% 65,6% 64,0%
38,1% 63,6% 52,9% 66,7% 44,7%
0
(NB: het overzicht is exclusief de opleiding Musicaltheater, waarvoor vanaf 2012 geen gespecificeerde gegevens beschikbaar zijn) Student-docentratio Aantal medewerkers (OP (excl. Muzikaal begel.) CAO en OOET) Huidig aantal studenten docent-student-ratio
Opleidingen Dans en Docent Dans fte: 21,64 208 1:10
Contacturen Dans Leerjaar 1 / propedeuse Leerjaar 2 / hoofdfase Leerjaar 3 / hoofdfase Leerjaar 4 / afstuderen Definitie contacturen: Opmerkingen:
12/57
Musicaltheater aantal per
Docent Dans aantal per
week
25 uur
week
30 uur
week
27 uur
week
20 uur
week
20 uur
week
20 uur*
week
20 uur
week
12 uur
week (excl. minor)
11 uur**
week
15 uur
week
15 uur
week
aantal
per
30 uur
het aantal ingeroosterde uren, waarbij de student wordt begeleid door een docent (colleges, werkcolleges, practica, projecten, slb-bijeenkomsten) [*] Choreografie jaar-3: 14 uur p.w. [**] Choreografie jaar-4: 17 uur p.w.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De opleiding Dans bestaat uit drie afstudeerrichtingen die alle onder de CROHO-registratie Dans vallen: Choreografie (BaCH), Musicaltheater (MTH) en Theaterdans Uitvoerend (TDU). TDU heeft twee uitstroomprofielen: Danstheater/modern en Jazz/Urban. De opleiding Docent Dans heeft geen afstudeerrichtingen. Er is wel een deeltijdvariant gestart in januari 2012. De afstudeerrichting MTH heeft een eigen instroom, de andere afstudeerrichtingen hebben een gezamenlijke propedeuse (BaCH, TDU) met de opleiding Docent Dans. De opleiding Dans leidt op tot de volgende beroepen: - De BaCH leidt op tot choreograaf die als creërend kunstenaar aansluiting vindt bij het huidige nationale en internationale werkveld. - De MTH leidt op tot performer in het veld van musicaltheater. De student maakt een keuze om te dansen, te zingen en te acteren binnen de mogelijkheden die zijn talenten en de stijlen binnen het musicaltheater hem bieden. - De TDU leidt dansers op die kunnen werken in een van de segmenten van het professionele danscircuit: danstheater/modern of jazz/urban. De opleiding Docent Dans leidt op tot een allround dansdocent. De werkvelden zijn regulier onderwijs, bestaande uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs, de amateurkunst en kunsteducatie en community artprojecten (als onderdeel van de maatschappelijke sociale doelgroepen. Competenties De opleiding Dans is gebaseerd op het landelijk vastgestelde opleidingsprofiel uit 2002. Het profiel is gevalideerd door het werkveld en gedeponeerd in de profielendatabase van de HBO-raad. Op landelijk niveau is onlangs gestart met herijking van de competenties. De opleiding Dans is lid van de European League of Institutes of the Arts (ELIA) en heeft in die hoedanigheid een bijdrage geleverd aan het Tuning-project (2008)1. Deelname aan het ELIA heeft nog niet tot internationale afstemming van de profielen geleid. 1
Europees project om de politieke doelstellingen van het Bologna proces (en later de Lissabon strategie) te koppelen aan de hoger onderwijs sector
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
13/57
Voor de richtingen MTH en TDU zijn er 11 competenties, voor de BaCH is daar een 12de competentie aan toegevoegd. De competenties zijn onderverdeeld in drie competentiedomeinen: artistiek, vaktechnisch en professioneel. Een competentieoverzicht is opgenomen in bijlage 1. De opleiding Docent Dans gaat uit van landelijke profiel van KVDO (netwerk kunstvakdocentenopleidingen) uit 2004. Het profiel is gevalideerd door het werkveld en gedeponeerd in de profielendatabase van de HBO-raad. In 2011 zijn de competenties uit 2004 herijkt, ook de kennisbasis is herzien. Het curriculum van de opleiding wordt momenteel aangepast aan het nieuwe landelijke profiel en wordt met ingang van 2012-2013 ingevoerd. In het herijkte profiel is meer aandacht voor onderzoek, ondernemerschap en pedagogisch/didactische vorming. De opleiding Docent Dans kent 10 competenties en 4 deelcompetenties die specifiek voor de (gemeenschappelijke) propedeuse gelden. Domeinen zijn: artistiek, overdracht, interpersoonlijk, kritische reflectie en omgevingsgerichtheid. In bijlage 1 is een overzicht van de competenties opgenomen. Voor de voltijd- en de deeltijdvariant gelden dezelfde competenties. Het panel vindt het starten van de deeltijdvariant een goed initiatief van de opleiding, maar vraagt wel aandacht voor de extra werkdruk die dit met zich meebrengt voor de studieleider en het vaste docententeam. En voor de uitval van studenten in relatie tot de studielast. Dublin descriptoren In Opleiding Dans Visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 2012 heeft de opleiding Dans de Dublin descriptoren gerelateerd aan de competenties. Voor Docent Dans is de relatie tussen de Dublin descriptoren en de competenties vastgelegd in Opleiding Docent Dans Visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 2012. Uit dit document blijkt dat de student door het verwerven van de competenties aan de Dublin descriptoren voor een bachelor voldoet. De opleiding heeft beschreven wat de Dublin descriptoren voor het domein dans en docent dans betekenen en heeft daar de competenties in verwerkt. Het panel stelt vast dat de opleiding zorgvuldig en correct te werk is gegaan bij het aantonen van de relatie tussen de competenties en de Dublin descriptoren. Werkveld Voor elke afstudeerrichting is een werkveldadviescommissie actief. Zij komen één keer per jaar bij elkaar. De leden van de werkveldadviescommissie zijn ook expert/beoordelaar bij competentie-examens. In 2012 wordt de inrichting van de werkveldcommissies opnieuw bekeken. Uit het Startbekwaamhedenonderzoek van begin 2012 onder alumni blijkt dat voor beide opleidingen de opleidingscompetenties en de generieke hbo-competenties ruim voldoende relevant zijn. Overwegingen en conclusie De opleidingen zijn gebaseerd op landelijk vastgestelde competentiesets. Studenten dans worden opgeleid tot uitvoerend danser. Een uitzondering daarop is de choreografie-
14/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
afstudeerrichting, waarbij studenten worden opgeleid tot choreograaf. Studenten Docent Dans worden opgeleid tot allround dansdocent. De opleidingen hebben zorgvuldig beschreven hoe de competenties gerelateerd zijn aan de Dublin descriptoren. Het panel heeft geen vergelijking met andere relevante opleidingen aangetroffen. De opleidingen voldoen aan het gestelde criterium, maar steken daar niet boven uit. Het panel komt derhalve voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. In bijlage 2 is een overzicht van het curriculum opgenomen. In de propedeuse voorziet het programma in vier oriënterende startprojecten. De startende student heeft hierdoor gelegenheid zich te oriënteren en zijn talent en ontwikkelingsmogelijkheden te funderen en te selecteren. Na analyse kiest hij hoe hij zijn studie gaat vervolgen. Op de helft van het eerste studiejaar wordt de keuze voor Dans of Docent Dans definitief gemaakt. Aan het einde van de propedeuse kiest de student Dans definitief voor zijn profilering als Danstheater/Modern of als Jazz/Urban danser. Na het tweede studiejaar kan de student Dans kiezen voor de afstudeerrichtingen MTH of TDU enerzijds of Choreografie anderzijds. In dit jaar ontwikkelt hij zijn ambachtelijk/creërende vermogens verder en oriënteert hij zich op zijn werkveld. In het derde studiejaar ontwikkelt de student zijn talent en vermogens meer in de richting van het werkveld, hij bouwt zijn ambachtelijk/creërende vermogens verder uit. In het vierde studiejaar verwerkt de student zijn kennis, kunde en vaardigheden direct met het werkveld door stage en projecten in het werkveld. De Docent Dansstudenten starten in het tweede jaar met stage in het primair onderwijs. In het derde jaar vindt een stage plaats binnen de amateurkunst en kunsteducatie, in het laatste jaar in het voortgezet onderwijs en binnen de amateurkunst en kunsteducatie. Voor MTH geldt dat zij meteen in de ‘eigen’ afstudeerrichting beginnen. Het eerste jaar is een oriënterend basisjaar waarin de student kennismaakt met de ‘triple threat methode’ (omgaan met dans, spel en zang tegelijkertijd). Het tweede jaar vindt verdieping plaats en het derde jaar staat de minor, verdere verdieping en in een aantal gevallen de stage centraal. Het vierde jaar studeren studenten af en vindt stage plaats. Bron: Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid bachelor Dans & Docent Dans, 2012.
Bevindingen Opbouw programma Dans De opbouw van het curriculum van alle richtingen is opgenomen in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Bachelor Dans, 2012. In het document zijn per afstudeerrichting beroepskritische situaties benoemd. Het panel heeft tevens de studiegidsen van elke afstudeerrichting bestudeerd om zicht te krijgen op het curriculum. In de studiegidsen is de link met de beroepskritische situaties niet compleet helder voor het panel.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
15/57
Er zijn per competentieniveau wel overzichten gemaakt met prestatie-indicatoren in de CLOTS-schema’s (competenties, leerdoelen, onderwijs, toetsing, samenhang). Het panel vindt het positief dat de opleiding de competenties heeft uitgewerkt in drie niveaus, maar mist daarin een totaaloverzicht van het curriculum waar studenten het desbetreffende niveau aanleren en moeten laten zien. In de Studiegids TDU 2011-2012 is per leerjaar een overzicht van de modulen gemaakt door middel van modulebeschrijvingen. De competenties zijn gekoppeld aan de prestatieindicatoren op het betreffende niveau (leerdoelen). In de modulebeschrijvingen zijn verder de volgende onderdelen opgenomen: korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, toetsen en literatuur en bronnenmateriaal. Voor de afstudeerrichting BaCH is de studiegids uitgewerkt voor het derde en vierde jaar. De afstudeerrichting start immers pas in het derde jaar. Uit de Studiegids BaCH 2011-2012 blijkt dat de competentieniveaus zijn uitgewerkt in prestatie-indicatoren. De modulebeschrijvingen zijn helder uitgewerkt en bevatten de volgende onderdelen: leerdoelen, korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, tentamen/toets, toetscriteria en literatuur/bronnenmateriaal. De afstudeerrichting BaCH is nog in ontwikkeling wat onderwijsuitvoering betreft. Het derde jaar is recent vernieuwd en het vierde jaar wordt vernieuwd. De afstudeerrichting is in voortdurende ontwikkeling en ondergaat metamorfoses, zo blijkt uit de gesprekken. Het panel heeft daarop onrust opgemerkt bij studenten. Op hoofdlijnen staat het derde jaar in het teken van onderzoeken, ontwikkelen en ontdekken van eigen choreografische bekwaamheden. Tijdens het vierde jaar vindt werkveldoriëntatie en stage plaats. Het panel sprak derdejaarsstudenten die nog niet helder hebben hoe het vierde jaar er voor hen uit gaat zien. Het panel pleit voor het temporiseren van alle onderwijsontwikkelingen en meer aandacht te geven aan duidelijke communicatie aan studenten. Het panel heeft tevens de Studiegids MTH 2011-2012 bestudeerd en stelt vast dat voor elk jaar de koppeling tussen de competenties en de modulen helder en duidelijk is vastgelegd. In de modulebeschrijvingen zijn de volgende onderdelen opgenomen: korte inhoudsbeschrijving, werkvormen, toetsen, evaluatie & feedback en aanwezigheid. Opbouw programma Docent Dans De opbouw van het voltijdcurriculum is opgenomen in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012. Net als bij Dans zijn in dit document beroepskritische situaties benoemd. In de modulebeschrijvingen zijn de volgende onderwerpen opgenomen: leerdoelen, korte inhoudsomschrijving, werkvormen, aanwezigheid, toetsen en literatuur/bronmateriaal. Studenten van de deeltijdvariant volgen twee jaar onderwijs. Zij stromen in op niveau 2 en behalen in twee jaar hun bachelor degree. Ieder jaar is opgebouwd uit 30 EC. Het onderwijs bestaat uit drie hoofdleerlijnen: vakmanschap (ambachtelijk/creërende leerlijn), kunstenaarschap, (theoretisch/didactische leerlijn) en ondernemerschap. Studenten zijn gemiddeld een dag op de academie, een dag bezig met stage en een dag zelfstudie.
16/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Een algemene opmerking die het panel bij de Studiegidsen wil plaatsen betreft het gebruik van de term studiebelastingsuur (SBU). Het panel vindt het, in het licht van uitwisseling van studenten, van belang dat naast de term SBU ook de term EC gehanteerd wordt. Het is vervolgens aan de opleiding om te bepalen of beide termen gebruikt worden of alleen EC. Het panel vraagt de opleiding aandacht te besteden aan het consequent toevoegen van European credits (EC) aan de studiegidsen. Daarnaast heeft het panel op detailniveau verschillende inconsistenties aangetroffen tussen studiegidsen, CLOTS-schema’s en portfolio’s. Het panel vraagt hiervoor de aandacht van de opleiding. Kennis Dans Het panel heeft de modulen voor de afstudeerrichtingen van de opleiding Dans bestudeerd en stelt vast dat de afstudeerrichtingen een degelijke en actuele kennisbasis aanbieden. Uit de overzichten blijkt dat de opleiding relevante modulen aanbiedt. Het volgen van de modulen stelt de student in staat de competenties te behalen. De overzichten zijn gerangschikt per leerlijn. In de theoretisch/reflectieve leerlijn wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan muziek, anatomie, kinetic control, dansgeschiedenis, cultuur en dramaturgie. De actualiteit van het studiemateriaal wordt geborgd door de vakinhoudelijke docenten. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten positief zijn over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Daarnaast is het panel positief over de literatuurlijst. De lijst bevat degelijke basiswerken en voldoende actuele aanvullingen. Kennis Docent Dans Het panel heeft de modulen voor Docent Dans bestudeerd en stelt vast dat de opleiding een degelijke kennisbasis aan studenten biedt. Het volgen van de modulen stelt de studenten in staat de competenties te behalen. De opleiding heeft in een overzicht per leerlijn aangegeven welke inhoudelijke onderwerpen behandeld worden. In de leerlijn vakdidacticus wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan ontwikkelingspsychologie, dansgeschiedenis, kunstgeschiedenis, anatomie, muziek en stem. De samenhang in het curriculum wordt geborgd door de kerngroepen ‘stage praktijk’ en ‘algemeen’ onder verantwoordelijkheid van de studieleider. Verder is het panel positief over de literatuurlijst; de basiswerken voor de opleiding zijn aanwezig en worden aangevuld met specifieke actuele informatie tijdens de lessen. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij de theorie goed kunnen koppelen aan de praktijk. Uit de NSE 2011 blijkt ook dat studenten positief zijn over de inhoudelijke kwaliteit van het studiemateriaal. Beroepsvaardigheden Dans Studenten werken aan beroepsvaardigheden op de opleiding en in het werkveld. Uit de verschillende gesprekken blijkt dat de opleiding goede en stabiele contacten met het regionale werkveld heeft. Studenten doen werkveldoriëntaties en spelen in producties van het werkveld en participeren bijvoorbeeld in projecten bij Tilburg Dansstad, De Dansmaand, het Guerrillaproject en de Talentweek. Daarnaast zijn er stageperioden voor studenten Dans. Studenten TDU en MTH volgen tijdens het gehele vierde jaar stage bij een of meer beroepsgezelschappen in binnen- en/of buitenland.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
17/57
Studenten moeten audities doen om aangenomen te worden op een stageplek. In het tweede jaar worden studenten voorbereid op auditeren. Studenten van BaCH volgen een deel van het vierde jaar stage. De opbouw van het laatste jaar voor BaCH is flexibel. Een afgestudeerde met wie het panel sprak heeft in het eerste half jaar van het vierde jaar een stuk met derdejaarsstudenten ontwikkeld en heeft het tweede half jaar een stage in het buitenland gedaan. Het panel is van oordeel dat een flexibele inrichting van het laatste jaar voor BaCH mogelijk is, mits er binnen kaders wordt gewerkt. De kaders kunnen, aldus het panel, aangescherpt worden. Naast de stages zijn er werkveldoriëntaties in het eerste en tweede jaar. Studenten bezoeken theaters en productiehuizen en bezoeken voorstellingen binnen de context van lessen cultuur, dramaturgie en debatmiddagen. Daarnaast interviewen studenten de afgestudeerden van de opleiding. Verder werken de studenten in de praktijklessen op de opleiding aan beroepsvaardigheden. Studenten hebben bijvoorbeeld praktijklessen in Jazz fusion, showdance, hiphop, modern, Cunningham en klassiek. Het panel is positief over de beroepsvaardigheden die studenten gedurende de opleiding aangeboden krijgen. In het curriculum is ruim voldoende aandacht voor praktijklessen en actuele ontwikkelingen in het werkveld. Het panel is positief over de ‘open’ houding van de opleiding richting het werkveld. Er blijkt een waardevolle samenwerking te bestaan tussen opleiding en werkveld. Beroepsvaardigheden Docent Dans Studenten leren beroepsvaardigheden aan op de opleiding en in de praktijk. Studenten brengen relatief veel tijd door op stageplaatsen, waar zij lessen dans verzorgen. De opleiding zorgt voor de scholen waar studenten stage kunnen lopen. De opleiding heeft inmiddels een waardevol bestand met scholen waar studenten goed begeleid worden en voldoende kans krijgen om lessen te geven. De stages vinden veelal in tweetallen plaats, zodat studenten elkaar feedback kunnen geven en van elkaar kunnen leren. Stage in het tweede jaar vindt plaats in het primair onderwijs. Het derde jaar lopen studenten stage in de amateurkunst/ kunsteducatie. In het vierde jaar is de stage deels in de amateurkunst/ kunsteducatie en deels in het voortgezet onderwijs. Het panel is positief over de opbouw in de stages, studenten krijgen op de opleiding vakken aangeboden die zij in de stage kunnen toepassen. Zo bouwt het stageprogramma in het tweede jaar voort op de module ‘Docentschap primair onderwijs’. Voor elke stage maakt de opleiding een afzonderlijke stagemap, waarin het verloop van de stage te volgen is. Het panel heeft verschillende stagemappen ingezien en stelt vast dat de terugkoppeling van de stagebegeleiders en de reflectie van de student goed beschreven is in de stagemap. Onderzoeksvaardigheden Dans In het document Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Dans, 2012 is voor elke afstudeerrichting de onderzoekslijn beschreven. In een overzicht per afstudeerrichting is steeds per leerlijn en per leerjaar aangegeven wat de student aan onderzoek doet. Het panel heeft de onderzoekslijnen voor de verschillende afstudeerrichtingen bestudeerd en stelt vast dat voor MTH de onderzoekslijn gedurende de opleiding helder is weergegeven. Er worden duidelijke voorbeelden genoemd van aangeboden basisvaardigheden: hoe kies ik een
18/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
onderwerp, waar vind ik goede bronnen en hoe structureer ik een onderzoek. Verder schrijven studenten een essay en werken zij aan (dramaturgisch) onderzoek. In het laatste jaar werken studenten ook aan artistiek onderzoek waarin zij de keuze van een eigen werk moeten kunnen onderbouwen en een beredeneerde keuze voor een bepaald stuk moeten kunnen presenteren. Voor TDU geeft de opleiding aan dat de praktijkgerichte onderzoekslijn de studenten handvatten geeft tot visieontwikkeling, maatschappelijke bewustwording en de betekenis van dans in een maatschappelijke context. In het eerste jaar doen studenten praktijkgericht onderzoek naar professioneel werkveld, dansrepertoire en professionele danskunstenaars, naar de betekenis van dans en dans als medium, individueel danskunstenaarschap en een persoonlijk ontwikkelingsprofiel. Dezelfde onderwerpen komen in het tweede jaar naar voren aangevuld met het artistieke creatie- en receptieproces in de danskunst. Voor het derde jaar geldt dat studenten een interactief debat voeren en daar praktijkgericht onderzoek voor uitvoeren. De onderzoekslijn van TDU is minder expliciet in het curriculum aanwezig dan bij andere afstudeerrichtingen. Voor BaCH is de praktijkgerichte onderzoekslijn schematisch weergegeven: in het derde en vierde jaar werken studenten aan onderzoek naar professioneel werkveld, dans maken en professionele makende danskunstenaars. Andere onderwerpen zijn: het artistieke creatie- en receptieproces in danskunst, eigen mogelijkheden/potentie als choreograaf en eigen lichamelijkheid en persoonlijke ontwikkeling in relatie tot eigen danskunstenaarschap. Het panel ziet in de weergave van de onderwerpen bij BaCH weinig opbouw. De onderwerpen zijn voor beide BaCH-specifieke jaren nagenoeg hetzelfde. De opbouw en de uitwerking van de onderwerpen is soms afhankelijk van de invulling en de uitwerking die de student eraan geeft. Het panel heeft de opbouw overigens wel gezien in de uitwerkingen. Het panel vraagt aandacht voor het aanbrengen van specifiekere kaders zodat er een duidelijkere opbouw ontstaat. Het panel vindt het positief dat de afstudeerrichtingen nagedacht hebben over de wijze waarop praktijkgericht onderzoek plaatsvindt. De opleidingen geven studenten een onderzoeksgerichte houding mee. Het panel vindt het ook positief dat de opleidingen de praktijkgerichte onderzoeksonderdelen apart benoemen in het curriculumoverzicht. Onderzoeksvaardigheden Docent Dans In het document Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012 is de praktijkgerichte onderzoekslijn beschreven. In een overzicht is steeds per leerlijn en per leerjaar aangegeven wat de student aan praktijkgericht onderzoek doet. Het panel heeft de praktijkgerichte onderzoekslijn bestudeerd en stelt vast dat de praktijkgerichte onderzoekslijn helder is weergegeven. Uit de beschrijving blijkt dat studenten werken aan vaardigheden als analyseren, definiëren en toepassen. In het tweede jaar werken studenten bijvoorbeeld aan praktijkgericht onderzoek naar dansstijlen, ontwikkelingspsychologie van leerlingen en zelfonderzoek. Verder volgt de student in het derde jaar een minor waar onderzoeksvaardigheden in verweven zijn. In het vierde jaar schrijven studenten een essay en zijn ze betrokken bij het onderzoeken en ontwikkelen van methodieken.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
19/57
Uit het gesprek met de lector blijkt dat het lectoraat Kunst en samenleving zich de komende periode intensiever met de opleiding Dans gaat bezighouden, waarbij aansluiting op het werkveld, onderzoeksmentaliteit en discoursvorming onderwerpen van belang zijn. Het panel vindt het positief dat het lectoraat intensiever betrokken wordt bij de opleiding Dans. Minor Dans & Docent Dans In het derde jaar van de opleiding vindt de minor plaats. Studenten kunnen kiezen een minor van 30 EC van de FHK of uit het minorenaanbod van Fontys Hogescholen. De minoren van FHK zijn als lintmodule door het gehele derde jaar geprogrammeerd, omwille van een goede opbouw van fysieke trainingsschema’s. De andere 30 EC uit het derde jaar besteden studenten aan opleidingsspecifieke modulen, stage, audities voor het vierde jaar of aan voorstellingen. Uit de gesprekken blijkt dat de gerealiseerde studielast voor de gekozen minor niet altijd overeenkomt met de 30 EC studielast die studenten behalen bij het afsluiten van de minor. Studenten geven aan dat zij één dag per week aan de minor besteden en de andere dagen aan andere vakken werken waar zij ook 30 EC voor krijgen. Het panel vindt de daadwerkelijke studielast in dit geval niet in verhouding met de beoogde studielast. Verder blijkt uit gesprekken dat studenten de minor niet altijd nuttig vinden. Het management van de opleidingen geeft aan dat het voor studenten juist van belang is om interdisciplinair te werken in de minor. Het panel is dezelfde mening toegedaan, maar vraagt wel aandacht voor de studielast van de minoren. Didactisch concept Dans & Docent Dans Het didactisch concept van de opleidingen is vastgelegd in Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Dans, 2012 en Onderwijsvisie, didactisch concept en toetsbeleid Docent Dans, 2012. Het onderwijs wordt competentiegestuurd aangeboden. Beide opleidingen streven naar een integrale ontwikkeling van de individuele danskunstenaar en docent dans, waarin kunst en kunde, ambacht en professie, dans- en beroepspraktijk gekoppeld worden aan reflectie en theorie. Om deze doelstelling te behalen hebben de opleidingen verschillende principes uitgewerkt. Bijvoorbeeld: het leerproces is cyclisch georganiseerd en de sturing komt naarmate de opleiding vordert steeds meer bij de student te liggen. Verder is het onderwijs ingericht langs drie leerlijnen, voor Dans: de theoretische leerlijn, de ambachtelijk/creërende leerlijn, de studieloopbaanleerlijn en de projecten. Voor Docent Dans: de ambachtelijk/creërende leerlijn, de theoretisch/didactische leerlijn en ondernemerschap. Voorbeelden van werkvormen zijn: onderzoeksopdrachten, theorielessen, studieopdrachten, projecten, werkgroepen en praktijklessen. Het panel vindt dat de opleiding duidelijke keuzes voor werkvormen heeft gemaakt en dat er voldoende afwisseling in het curriculum aanwezig is. Instroom Dans & Docent Dans Naast de wettelijke instroomeisen voor een hbo-opleiding gelden aanvullende eisen voor de opleiding Dans en Docent Dans. Het gaat daarbij om fysieke eisen en specifieke eisen met betrekking tot danskunstenaarschap en een algemeen medisch onderzoek. In Procedure en criteria met betrekking tot toelating en audities, 2011 zijn de criteria voor alle afstudeerrichtingen opgenomen. Voor aspirant studenten is de werkwijze van de toelatingsaudities helder beschreven.
20/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Voor TDU en BaCH auditeren studenten voor toelating tot de bachelor Dans. Bij MTH en Docent Dans auditeren studenten specifiek voor toelating. De opleidingen organiseren een auditie van een aantal dagen voor de verschillende afstudeerrichtingen. Gedurende lessen worden de dansfysieke mogelijkheden, aanleg danskwaliteit en creativiteit geobserveerd. Daarnaast speelt de wijze waarop er omgegaan wordt met de lesstof en het opvolgen van de aanwijzingen een rol bij de beoordeling. Voor BaCH geldt dat studenten auditie doen voor bachelor Dans en met dat toelatingsbewijs kunnen zij vervolgens auditie doen voor de choreografie-afstudeerrichting. Voor MTH geldt dat de auditie uit drie rondes bestaat: een auditie voor zang en drama, een auditie voor dans en een auditie waaruit de creativiteit en de motivatie voor de studiekeuze blijkt. Aan de toelating voor de deeltijdopleiding Docent Dans zijn aanvullende eisen verbonden: de student dient in het bezit te zijn van het diploma bachelor uitvoerende dans (OER 20112012). Studiebegeleiding Dans & Docent Dans In de propedeuse krijgt elke student een studieloopbaanbegeleider toegewezen. De begeleidingsuren nemen gedurende de opleiding af van 10 uur per student in het eerste jaar, naar 8 uur in het tweede jaar en 5 uur in het derde en vierde jaar. Op een aantal momenten gedurende de opleiding bespreekt de studieloopbaanbegeleider een studievoortgangsindicatie met de student. In het eerste jaar vier keer en in latere jaren twee keer per jaar. De studievoortgangsindicatie kent vier niveaus: A (op schema), B (kleine achterstand), C (verontrustende achterstand) en D (te grote achterstand). In het OER 2011-2011 zijn de criteria voor elk niveau per afstudeerrichting vastgelegd. Verder kan de student een beroep doen op de decaan of studentenpsycholoog. Naast studiebegeleiding kennen de opleidingen verschillende vormen van coaching. Het doel daarvan is dat studenten zicht krijgen op het eigen handelen door te reflecteren op gegeven feedback en door ervaringen met elkaar en met theoretische bronnen te verbinden. Studenten ontvangen feedback van docenten, medestudenten en vanuit het werkveld. De opleiding hanteert daarbij allerlei vormen van formatief toetsen. Docenten geven feedback op het handelen van de student waaruit blijkt of de student over een bekwaamheid beschikt. Zie voor toetsing verder standaard 3. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten tevreden zijn over de begeleiding die zij tijdens de opleiding krijgen. Hetzelfde positieve beeld kwam in de gesprekken met het panel naar voren. Studenten zijn erg te spreken over de begeleiding door de opleiding. Met name de feedback van docenten en begeleiders is erg waardevol voor studenten. Het panel is positief over de studiebegeleiding vanuit de opleiding. Docenten en begeleiders zijn begaan met de ontwikkeling van studenten en werken er hard aan om het beste in studenten naar boven te brengen.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
21/57
Studieloopbaanbegeleiding heeft bij de deeltijdvariant Docent Dans een ander karakter. De opleidingscoördinator houdt de studievoortgang van studenten in de gaten in overleg met docenten en stagebegeleiders. De coördinator voert voortgangsgesprekken met de studenten. Uit de eerste ervaringen (start januari 2011) blijkt dat van de 7 studenten die gestart zijn er inmiddels nog 2 over zijn. Studenten realiseren zich onvoldoende hoe zwaar de studielast is, blijkt uit exitgesprekken. Het panel vindt het positief dat de coördinator zo helder heeft waarom studenten uitvallen, maar vraagt aandacht voor het duidelijk informeren van studenten over de studielast en instroomniveau. Stagebegeleiding Dans & Docent Dans Voor de opleiding Dans geldt dat de stagebegeleider vanuit de opleiding de student ten minste één maal tijdens het stagejaar bezoekt. Tijdens het bezoek observeert de stagebegeleider de student bij de uitoefening van het vak. Daarnaast houdt de student de begeleider schriftelijk op de hoogte van zijn vorderingen. Voor de afstudeerrichtingen TDU en MTH zijn er twee terugkomdagen op de opleiding waar studenten onder begeleiding de stage tussentijds evalueren. Uit het gesprek met studenten blijkt dat de begeleiding bij stages verbeterd kan worden. Studenten TDU en BaCH geven in het gesprek met het panel aan dat de begeleider niet op stagebezoek is geweest. Uit de NSE 2011 blijkt tevens dat studenten TDU matig tevreden zijn over de stagebegeleiding vanuit de opleiding. Voor de opleiding Docent Dans is in de stagehandleiding opgenomen hoeveel stagebezoeken er per stage zijn. In het tweede jaar zijn er drie begeleidingsmomenten op locatie. In het derde jaar zijn er twee begeleidingsmomenten. In het vierde jaar zijn er ten minste vier begeleidingsmomenten. Bij Docent Dans wordt, naast begeleiding op locatie, gebruik gemaakt van videobegeleiding. De student neemt de les op en schrijft na het bekijken daarvan een reflectieverslag. Vervolgens bekijkt de stagebegeleider de dvd en het verslag en geeft feedback. In het derde jaar is er één videobegeleiding en het vierde jaar twee videobegeleidingen door de methodiekdocenten. Personeel Dans & Docent Dans De opleiding heeft in een overzicht de deskundigheden van de docenten van beide opleidingen gezamenlijk gepresenteerd. Uit het overzicht blijkt dat er 57 docenten actief zijn in de opleidingen. Van de 57 docenten heeft 63 procent een hbo-bachelor afgerond, 4 procent een hbo-master, 5 procent een wo-bachelor en 5 procent een wo-master. Van de overige docenten (13 procent) is geen opleidingsniveau bekend. Uit hetzelfde overzicht blijkt dat 75 procent van de docenten contacten heeft met het werkveld. Van 20 procent is het niet bekend of er contacten met het werkveld zijn en voor 5 procent zijn contacten met het danswerkveld niet direct relevant zoals voor de fysiotherapeut. Naast de vaste docenten zet de opleiding zeer regelmatig gastdocenten in. Studenten zijn positief over de inzet van gastdocenten. De gastdocenten brengen actuele werkveldontwikkelingen in de opleiding in. Verder blijkt dat 12 procent van de docenten recent relevant onderzoekswerk (< 5 jaar) heeft verricht.
22/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Uit het gesprek met studenten van de opleidingen blijkt dat zij tevreden zijn over de docenten. Vaste docenten zijn veel aanwezig op de opleiding en studenten hebben goed contact met de docenten. Studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten, met vragen kunnen zij persoonlijk of via e-mail altijd terecht. Docenten zijn regelmatig aanwezig bij voorstellingen van studenten. Uit de NSE 2011 blijkt hetzelfde positieve beeld. Studenten TDU geven aan dat de actuele kennis van vaste docenten soms wat verouderd is, maar door de inzet van gastdocenten krijgen zij voldoende actuele kennis mee. Ten opzichte van de vorige visitatie is de samenstelling van het docententeam verbeterd qua man-vrouw verhouding. De verjonging van het docententeam is nog gaande. Het panel is positief over het docententeam van beide opleidingen. Uit een overzicht van deskundigheden blijkt dat de docenten voldoende relevante werkervaring hebben en er is een goede samenhang in de teamsamenstelling. Docenten volgen een didactische scholing, indien zij die nog niet hebben bij een vaste aanstelling. De affiniteit met onderzoek en de onderzoeksvaardigheden van docenten kunnen nog verder ontwikkeld worden, aldus het panel. Voorzieningen Dans & Docent Dans De opleidingen zijn samen met de andere opleidingen van de Fontys Hogeschool voor de kunsten gevestigd in een voor hen ontworpen gebouw in het centrum van Tilburg. Het gebouw beschikt over reguliere lokalen, een mediatheek, verschillende dans- en dramastudio’s, een theater en een concertzaal. Verder beschikt de dansacademie over een behandelkamer voor een fysiotherapeut en een arts. Daarnaast zijn er verschillende kleedruimten en een grimelokaal. Er zijn opslagruimtes voor kostuums, schoenen en rekwisieten. Decors en zetstukken zijn extern opgeslagen. Voor het tonen van dans- en musicalvoorstellingen en voor oefenwerk worden ook diverse theaters in de omgeving gebruikt. Studenten zijn tevreden over de voorzieningen die de opleiding biedt, behalve over de luchtcirculatie in de studio’s. Verder geven zij aan dat werkplekken vaak druk bezet zijn, maar dat ze met goed plannen hun werk wel kunnen doen. Het panel is rondgeleid door het gebouw en stelt vast dat de benodigde voorzieningen voor de opleidingen aanwezig zijn. Informatievoorziening Dans & Docent Dans De opleiding maakt gebruik van een portal om studenten te informeren. Via de portal heeft de student toegang tot roosterinformatie, het toetsrooster, uitval van lessen, formulieren, studiehandleidingen et cetera. Studenten kunnen studieresultaten inzien via Progress. Uit de NSE 2011 blijkt dat studenten niet tevreden zijn over de informatievoorziening. Overigens blijkt deze ontevredenheid alleen uit de resultaten van TDU en Docent Dans. In het gesprek met het panel geven studenten aan dat er meer duidelijkheid mag komen in de informatievoorziening met name op: bekend maken van resultaten, roosters, regels en procedures. De opleiding is daarop begonnen met het herinrichten van de portal, in 2012 vindt de overgang plaats.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
23/57
Evaluatie Een laatste opvallend punt dat het panel wil opmerken, betreft de scores uit de NSE 2011. Het is opvallend dat MTH-studenten hun opleiding hoger waarderen dan de andere afstudeerrichtingen (score 3,5 als laagste op een vijfpuntsschaal). Studenten TDU hebben een aantal kritische punten, met name over informatievoorziening en het tijdig bekend maken van roosters en resultaten. Studenten Docent Dans zijn kritisch over dezelfde onderdelen als TDU en geven een lage score bij de aansluiting studielast-EC en bij de geschiktheid van het rooster. Overwegingen en conclusie Het panel stelt vast dat de opleidingen de opbouw van het curriculum aan de hand van CLOTS-schema’s en studiegidsen voldoende inzichtelijk heeft gemaakt. De competenties zijn uitgewerkt in niveau’s, gekoppeld aan prestatie-indicatoren en gekoppeld aan beroepskritische situaties. Het panel heeft tussen deze koppelingen enkele inconsistenties op detailniveau aangetroffen. Het panel is positief over de literatuur en de kennisbasis van beide opleidingen. Daarnaast is de aandacht voor praktijk en beroepsvaardigheden een positief punt voor beide opleidingen. Voor Docent Dans geldt dat het panel positief is over de verschillende stages en de begeleiding bij de stage. Voor beide opleidingen geldt dat studenten in voldoende mate in staat worden gesteld om beroepsvaardigheden aan te leren. Het panel is positief over de onderzoeksvaardigheden bij MTH en Docent Dans. Voor TDU en BaCH is het panel wat minder positief, de onderzoekslijn lijkt bij die afstudeerrichtingen minder expliciet aanwezig. Het panel vindt het didactisch concept in orde. Ook de begeleiding die de opleiding biedt, is voor beide opleidingen positief beoordeeld door het panel. Uitzondering daarop is TDU, waarbij studenten vinden dat de stagebegeleiding verbeterd kan worden. Het panel is positief over de docenten van beide opleidingen er is voldoende relevante en actuele werkervaring in het team aanwezig. De onderzoeksvaardigheden en onderzoeksgerichtheid van docenten is een punt van aandacht. De voorzieningen die de opleiding biedt zijn prima in orde. De informatievoorziening kan wat studenten TDU en Docent Dans betreft verbeterd worden. Studenten MTH zijn wel tevreden over de informatievoorziening. Samenvattend is het panel van oordeel dat het programma, de docenten en de voorzieningen er samen in voldoende mate voor zorgen dat studenten studeren in een samenhangende leeromgeving en instromende studenten de mogelijkheid biedt de eindkwalificatie te behalen. Het panel komt op basis van bovenstaande voor beide opleidingen en bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende.
24/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen Systeem Dans en Docent Dans Gedurende de opleiding worden studenten op verschillende momenten op hun competentieontwikkeling getoetst. De opleiding maakt gebruik van formatieve en summatieve toetsen. Bij de formatieve toetsing is het doel om de ontwikkeling van de student vast te stellen en de student feedback te geven. De summatieve toetsen zijn formeel en leiden tot toekenning van cijfers. Voorbeelden van summatieve toetsen zijn kennistoetsen, stages, voorstellingen en het competentie-examen. Bij Docent Dans worden ook essays gebruikt als summatieve toets. De studenten worden gedurende de opleiding op elk niveau (drie keer) integraal getoetst door middel van een competentie-examen. Het competentie-examen is een formeel beoordelingsmoment en leidt tot de toekenning van studiepunten. Voor ieder competentieexamen levert de student het portfolio in en volgt een criteriumgericht interview. Het competentie-examen voor niveau 3 is de finaletoets. In de CLOTS-schema’s is voor elke afstudeerrichting vastgelegd welke competentie op welke manier getoetst wordt. Daarnaast is in een toetskalender vastgelegd welke competenties getoetst worden en aan welke criteria moet worden voldaan. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat criteria voor de toetsen vooraf voldoende helder zijn. Verder zijn studenten tevreden over de feedback die zij van docenten ontvangen over de toetsen. Het panel heeft van alle afstudeerrichtingen verschillende toetsen bekeken en daaruit blijkt een opbouw in moeilijkheidsgraad. Door de opleiding heen wordt de student in voldoende mate met verschillende soorten toetsen getoetst. Het panel stelt vast dat de toetsen aansluiten bij het onderwijs. Borging Dans en Docent Dans De opleidingen zijn vertegenwoordigd in de examencommissie van de Hogeschool voor de Kunsten. Sinds september 2012 bestaat de hogeschool-examencommissie uit een beleidskamer met vier uitvoerende kamers (waaronder dans). De voorzitters van de uitvoerende kamers zijn lid van de beleidskamer. In de uitvoerende kamers vinden de reguliere taken van een examencommissie plaats (behandelen fraude, vrijstellingen et cetera). In de beleidskamer wordt beleid gemaakt dat van toepassing is op alle kunstopleidingen. Het panel stelt vast dat de samenstelling van de examencommissie voldoende waarborg voor onafhankelijkheid biedt. Verder is er per afstudeerrichting een toetscommissie actief die zich inhoudelijk met de kwaliteit van toetsing bezighoudt. Na het eerste visitatiebezoek heeft het panel vastgesteld dat de rol van de toets- en examencommissie met name reactief en niet proactief lijkt. De borging van het hbo-niveau zag het panel nog weinig terug in de werkwijze van de
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
25/57
examencommissie. De examencommissie neemt bijvoorbeeld geen steekproeven uit portfolio’s of uit andere beoordelingen. Het panel heeft bij het tweede bezoek gesproken met de examencommissie en daaruit blijkt dat deze constateringen opgepakt zijn door de beleidskamer van de centrale examencommissie. Inmiddels heeft bijvoorbeeld scholing voor assessoren plaatsgevonden. Gerealiseerde eindkwalificaties Gedurende de opleiding toont de student tijdens de competentie-examens, onder andere door middel van het portfolio aan dat hij competentieniveau 1 en 2 beheerst. In het laatste competentie-examen, stelt de opleiding vast of de student competentieniveau 3 heeft behaald. Voor beide opleidingen geldt dat het gehele laatste studiejaar in het teken van stage staat. Gedurende dit stagejaar wordt de student begeleid door de studieloopbaanbegeleider vanuit de opleiding en een stagebegeleider vanuit de opleiding. De student sluit een studiecontract af met betrekking tot zijn stagepraktijk waarin alle nagestreefde competenties een plaats hebben. Studenten kunnen daarnaast zelf leerdoelen toevoegen. De student zoekt zelf een stageplaats en maakt planningen voor tijd en inhoud. Het derde competentie-examen is de afsluiting van het examenjaar. Het competentieexamen is voor de opleiding Dans een performance-toets en een criteriumgericht interview over het portfolio en de resultaten van de eindstage. Bij de beoordeling zijn twee assessoren betrokken, een vanuit de opleiding en een externe expert uit het werkveld. Voor de opleiding Docent Dans bestaat het examen uit een sollicitatiegesprek en een criteriumgericht interview over het ingeleverde portfolio (stagemappen). Ook hierbij zijn twee assessoren bij de beoordeling betrokken, een vanuit de opleiding en een externe expert uit het werkveld. Portfolio’s Voor de visitatie in juni 2012 heeft de opleiding van zeven studenten het portfolio aan het panel toegestuurd (2 TDU, 1 BaCH, 2 MTH en 2 Docent Dans). Het panel heeft uit een overzicht van de laatste twee cohorten twaalf studenten geselecteerd (3 TDU, 2 BaCH, 3 MTH en 4 Docent Dans). Vervolgens heeft het panel voor het tweede bezoek in september 2012 een ad random selectie van tien studenten uit cohort 2008 gemaakt (5 TDU, 2 BaCH, 2 MTH en 2 Docent Dans). In bijlage 6 is een overzicht van de betreffende studentnummers opgenomen. Het panel heeft in totaal van 29 studenten de portfolio’s bestudeerd en beeldmateriaal bekeken. Voor MTH (Dans) geldt dat het panel onder de indruk is van het niveau van studenten. Zij behalen ruimschoots het technisch niveau wat van deze studenten verwacht mag worden. De portfolio’s zijn goed gestructureerd en duidelijk. Het panel stelt bij deze afstudeerrichting zonder twijfel vast dat studenten de eindkwalificaties realiseren. Voor BaCH (Dans) heeft het panel meer moeite moeten doen om een goed beeld te krijgen. Bestudering van beeld en van portfolio’s levert op dat ook deze studenten in voldoende mate de beoogde eindkwalificaties realiseren, maar op basis van deze portfolio’s waren de competenties minder makkelijk te toetsen. Ook het beeldmateriaal was niet zo overduidelijk
26/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
als bij MTH, maar wel voldoende. Het concept is duidelijk te zien in de voorstelling en daaruit blijkt dat er over het concept is nagedacht. Het panel is van oordeel dat in de voorstellingen weinig gebruik is gemaakt van dans als medium. De voorstellingen zijn met name conceptueel sterk. Er worden veel middelen gebruikt, anders dan het medium dans, waardoor eerder sprake is van een theatrale performance dan van een danschoreografie. Het panel beschouwt deze constatering als een aandachtspunt voor de opleiding. Bij TDU (Dans) maakt het panel een onderscheid tussen de afstudeerrichting Jazz/urban en de afstudeerrichting Danstheater/Modern. Voor de afstudeerrichting Jazz/urban stelt het panel vast dat studenten het bachelorniveau in voldoende mate beheersen. De voorstellingen tonen actuele ontwikkelingen binnen het jazz/urban segment en dit vertaalt zich naar relevante dansproducties. De studenten kunnen wat het panel betreft prima aan de slag in het werkveld. Het panel plaatst kanttekeningen bij twee aspecten van Danstheater/Modern; de danstechnische kant en de actuele dansontwikkeling. De studenten worden in de volle breedte opgeleid voor het moderne dans(theater) circuit. Opvallend is dat het theatrale aspect van het danstheater breed wordt uitgemeten, hierdoor lijkt er minder aandacht voor de danstechnische kant te zijn. De actuele dansontwikkeling binnen het dansveld in Nederland en het buitenland lijkt minder expliciet aanwezig in de keuze van choreografieën en choreografen. Het panel beschouwt deze constatering als niet meer dan een punt ter overweging voor de opleiding. Op basis van overig beeldmateriaal en de portfolio’s stelt het panel vast dat de studenten Danstheater/Modern het hbo-bachelorniveau behalen. Voor Docent Dans heeft het panel dvd’s van lessituaties van studenten bekeken. Het panel stelt vast dat de lessen aan de stage-eisen voldoen, maar dat de lessen met name uitvoerend zijn. Het panel zou graag zien dat de studenten de leerlingen door middel van feedback geven naar een hoger niveau tillen. Verder is het panel enthousiast over de stagemappen van de studenten. De mappen zijn overzichtelijk per stage ingedeeld en studenten tonen duidelijk de competenties aan. Beoordeling Het panel heeft in de portfolio’s beoordelingsformulieren en toetsen bekeken. Uit die bestudering blijkt dat de beoordelingsformulieren van elkaar verschillen. Een voorbeeld is het invullen met verschillende systemen (+-, voldoende/onvoldoende, cijfers, geschreven feedback of combinaties van voorgaande). De opleiding zet meerdere beoordelaars in bij het beoordelen van studenten in voorstellingen/uitvoeringen. Uit de beoordelingsformulieren blijkt dat er meerdere docenten hebben beoordeeld. Het panel vindt het wel opvallend dat op sommige formulieren steeds hetzelfde cijfer is ingevuld voor verschillende competenties door verschillende beoordelaars. Het is voor het panel niet altijd duidelijk hoe de beoordelaars tot een cijfer komen. De onderlinge afweging is niet op het formulier opgenomen. Overigens blijkt uit de gesprekken met studenten dat na afloop van de boordeling mondeling goede feedback wordt gegeven. Het kort vastleggen van de mondelinge feedback op het beoordelingsformulier zou volgens het panel een welkome aanvulling op het portfolio zijn en als hulpmiddel voor de begeleiding kunnen dienen.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
27/57
Werkveld Het panel heeft overzichten gezien van waar studenten na de opleiding terechtkomen. Uit bestudering blijkt dat studenten Docent Dans veelal in het relevante onderwijswerkveld terechtkomen. Voor MTH geldt ook dat studenten op relevante werkplekken terechtkomen. Het panel is onder de indruk van het overzicht waar studenten MTH terechtkomen. Voor TDU afstudeerrichting Jazz/urban stelt het panel vast dat studenten ook in het Jazz/urbanwerkveld terechtkomen. De afstudeerrichting waar studenten TDU Danstheater/Modern terechtkomen is minder specifiek te definiëren en hetzelfde geldt voor BaCH. De BaCHafstudeerrichting heeft nog niet veel afgestudeerden waardoor een conclusie uit werkvelden waar studenten terecht komen nog niet op zijn plaats is. Het panel heeft bij BaCH van verschillende studenten gezien dat zij uiteindelijk in het onderwijs terechtkomen en daar dansvoorstellingen maken. Wanneer deze lijn zich voorzet, vraagt het panel de opleiding oog te houden voor het feit of de didactische en pedagogische lijn in de opleiding voldoende toereikend is om het werkveld voldoende en naar behoren te kunnen bedienen. Uit gesprekken blijkt overigens dat het werkveld tevreden is met de afgestudeerden van de opleidingen met bijbehorende afstudeerrichtingen. Termen die worden genoemd zijn: ondernemend, creatief en eigenheid. Bij de afgestudeerden van Docent Dans wordt het gewaardeerd dat studenten voor een breed werkveld zijn opgeleid. Bovenstaande bevindingen worden bevestigd in het Startbekwaamhedenonderzoek dat in het voorjaar van 2012 door de opleiding is uitgevoerd onder afgestudeerden. Daaruit blijkt dat afgestudeerden vinden dat zij de competenties beheersen. Verder geven afgestudeerden aan dat zij de competenties relevant vinden voor het beroep dat zij uitoefenen. Overwegingen en conclusie De opleidingen toetsen de studenten regelmatig volgens vastgestelde toetskalenders en op passende prestatie-indicatoren. De toetsen zijn van voldoende niveau. De portfolio’s wisselen van kwaliteit, maar tonen het hbo-bachelorniveau in voldoende mate aan. Het panel heeft een aantal opmerkingen ten aanzien van de beoordelingsformulieren gemaakt. Zoals het beter vastleggen van overwegingen en de feedback die mondeling aan de student is teruggekoppeld. Het panel heeft ook een aantal opmerkingen bij de voorstellingen gemaakt, die zij beschouwt als aandachtspunt voor de opleidingen. Verder zal de opleiding de komende jaren moeten werken aan het verder uitbouwen en stabiliseren van de ontwikkelingen rond de examencommissie en de toetscommissie. Het panel ziet in de huidige opbouw een kansrijke voedingsbodem om de ingeslagen weg te laten slagen. Uit bestudering van de werkvelden van de studenten terechtkomen, blijkt dat zij terechtkomen in het werkveld waarvoor zij zijn opgeleid (BaCH en TDU Danstheater/modern zullen dit de komende jaren moeten blijven monitoren). Het werkveld is tevreden over de kwaliteit van afgestudeerden blijkt uit gesprekken. Het panel stelt voor Dans vast dat de studenten het bachelorniveau behalen. Het panel is uitermate tevreden over het niveau MTH, is positief over TDU Jazz/urban en vindt het niveau van de andere afstudeerrichtingen en uitstroomprofielen voldoende. Samenvattend komt het panel tot het oordeel voldoende voor de bachelor Dans. Voor Docent Dans stelt het panel vast dat studenten het bachelorniveau behalen. Aangezien de deeltijdvariant nog maar recent gestart is, kan het panel alleen op basis van verwachte kwaliteit een oordeel uitspreken. Het panel is van oordeel dat de voltijdvariant in voldoende mate heeft laten zien
28/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
dat studenten afstuderen op bachelorniveau. De deeltijdvariant wordt deels door dezelfde docenten verzorgd en dezelfde borgingsmechanismen zijn van toepassing. Op basis van die constatering heeft het panel vertrouwen in de kwaliteit van de deeltijdvariant en geldt ook voor deze variant het oordeel voldoende. Op basis van het bestuderen van de verschillende portfolio’s, toetsen, live-performances en beeldmateriaal stelt het panel vast dat de studenten Dans en Docent Dans de eindkwalificaties behalen. Het panel komt derhalve voor beide opleidingen met bijbehorende varianten tot het oordeel voldoende.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
29/57
30/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Dans VT Voldoende Voldoende
Oordeel Docent Dans VT Voldoende Voldoende
Oordeel Docent Dans DT Voldoende Voldoende
Voldoende
Voldoende
Voldoende
Overwegingen en conclusie Alle standaarden zijn voor beide opleidingen met bijbehorende varianten met voldoende beoordeeld. Het panel beoordeelt derhalve de kwaliteit van de bestaande hbobacheloropleiding Dans en beide varianten van de bestaande hbo-bacheloropleiding Docent Dans als voldoende.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
31/57
32/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
4
Aanbevelingen
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties - De opleiding kan zich duidelijker profileren als zij een vergelijking op doelstellingen en eventueel ook op curriculumniveau met andere (internationale) opleidingen maakt. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Het panel vraagt de aandacht van de opleiding voor de volgende punten: - Het wegwerken van inconsistenties tussen studiegidsen, CLOTS-schema’s en portfolio’s. - Het consequent toevoegen van European credits (EC) aan de studiegidsen. - Het temporiseren van alle onderwijsontwikkelingen bij BaCH en meer aandacht geven aan duidelijke communicatie aan studenten. - Het monitoren van de daadwerkelijke studielast bij de minoren en indien noodzakelijk het aanpassen van de beoogde studielast. - Het (duidelijker) informeren van deeltijdstudenten over de studielast. - Het verder ontwikkelen van de onderzoeksvaardigheden en onderzoeksgerichtheid van docenten. - Het verbeteren van de informatievoorziening met name op het bekend maken van resultaten, roosters, regels en procedures. Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties - Volg de ingeslagen weg met betrekking tot de examencommissie en toetscommissie en houdt blijvend aandacht voor een proactieve houding ten opzichte van kwaliteitsborging van toetsing en examinering. - Werk aan een meer eenduidige wijze van beoordelen en aan het vastleggen van overwegingen bij de beoordeling. Verder wil het panel de volgende algemene aanbeveling maken. Het panel is erg enthousiast over de opleiding Docent Dans en de afstudeerrichting MTH van de opleiding Dans. De afstudeerrichtingen BaCH en TDU (modern) zijn ten opzichte van Docent Dans en MTH wat minder helder georganiseerd. Het panel beveelt daarom aan om het goede van de afstudeerrichtingen MTH en Docent Dans, met een vertaalslag, over te nemen bij andere afstudeerrichtingen. Het collectief gedachtegoed wordt daarmee versterkt en is niet afhankelijk van een individu.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
33/57
34/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
5
Bijlagen
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
35/57
36/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 1:
Eindkwalificaties van de opleiding Dans
1
Domein / Competentie Artistiek Visie
2
Creërend vermogen
3
Vermogen tot samenwerken
4
Communicatief vermogen
5
Vaktechnisch Analytisch vermogen
6
Ambachtelijk vermogen
7
Ondernemerschap
8
Professioneel / Maatschappelijk Omgevingsgerichtheid
9
Lerend vermogen
10 Reflectief vermogen 11 Innovatief vermogen 12 Organiserend vermogen (BaCH)
Definitie De danser bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en voelt een innerlijke noodzaak deze te communiceren en productief te maken in dans(theater)producties. De danser bezit het vermogen om concepten en artistieke ideeën (van de choreograaf) in dans vorm te geven. De danser bezit het vermogen om vanuit de eigen deskundigheid samen met anderen een actieve bijdrage te leveren aan een gezamenlijk product of proces. De danser bezit het vermogen om zijn handelen in de verschillende beroepscontexten zowel mondeling als schriftelijk effectief en efficiënt over te brengen, af te stemmen en te verantwoorden. De danser bezit het vermogen om ‘artistieke’ producten en processen ‘aan de danskunst ontleend’, te ontleden. De danser bezit het vermogen om een breed scala aan instrumentele vaardigheden en ambachtelijke kennis vakbekwaam toe te passen in zijn werkzaamheden De danser bezit het vermogen om zelfstandig vorm te geven aan een professioneel bestaan binnen de danswereld.
De danser bezit het vermogen om relevante omgevingsfactoren in de samenleving te signaleren en te gebruiken in dans(theater)producties De danser bezit het vermogen om te leren en zich blijvend te ontwikkelen (binnen de dans). De danser bezit het vermogen om te reflecteren op het eigen handelen om tot betere prestaties te komen De danser bezit het vermogen om mogelijkheden te verkennen en onderzoek te doen op het eigen vakgebied De choreograaf bezit het vermogen om het creatieve en productionele proces doelbewust, doelgericht en doelmatig te organiseren.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
37/57
Eindkwalificaties opleiding Docent Dans
1
Domein / Competentie Artistiek Creërend vermogen
2
Ambachtelijk vermogen
4
Overdracht (Kunst) pedagogisch vermogen Didactisch vermogen
6
Interpersoonlijk Vermogen tot samenwerking
7
Communicatief vermogen
8
Kritische reflectie Reflectief vermogen
3
9
Vermogen tot groei en vernieuwing Omgevingsgerichtheid 10 Omgevingsgerichtheid
5
Operationeel vermogen / ondernemerschap
A
(Alleen in de propedeuse: Visie (P)
B
Analyserend vermogen (P)
C
Lerend vermogen (P)
D
Innovatief vermogen (P)
38/57
Definitie De docent maakt dans en dansante producten die voortkomen uit het volgen van een artistieke visie en stelt het creatieve proces in dienst van het docentschap. De docent bezit het vermogen een breed scala aan instrumentele vaardigheden en ambachtelijke kennis vakbekwaam toe te passen in zijn werk als dansdocent. De docent bezit het vermogen een veilige en stimulerende leeromgeving te scheppen voor leerlingen/cursisten. De docent bezit het vermogen (kunst) onderwijs te initiëren, ontwerpen, verzorgen en evalueren vanuit een (kunst)vakgerichte didactische visie. De docent bezit het vermogen vanuit de eigen expertise samen met anderen een bijdrage te leveren aan dans-, kunst- en cultuuronderwijs De docent kan effectief en efficiënt zijn artistieke, pedagogische en/of didactische visies presenteren en toelichten. De docent bezit het vermogen het eigen (kunst)pedagogisch en artistiek handelen te beschouwen, analyseren, duiden en beoordelen De docent bezit het vermogen zijn kunstenaarschap en docentschap verder te ontwikkelen en te vernieuwen. De docent bezit het vermogen relevante omgevingsfactoren in de samenleving te signaleren en te gebruiken in zijn of haar werkzaamheden als docent. De docent bezit het vermogen voor zichzelf en anderen een inspirerende en functionele onderwijssituatie op te zetten en in stand te houden. Competenties uit het profiel van Dans) De danser bezit het vermogen om opvattingen en overtuigingen op het eigen vakgebied te verwerven en voelt een innerlijke noodzaak deze te communiceren en productief te maken in dans(theater)producties. De danser bezit het vermogen om ‘artistieke’ producten en processen ‘aan de danskunst ontleend’, te ontleden. De danser bezit het vermogen om te leren en zich blijvend te ontwikkelen (binnen de dans). De danser bezit het vermogen om mogelijkheden te verkennen en onderzoek te doen op het eigen vakgebied
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 2:
Overzicht opleidingsprogramma
CROHO Docent Dans
CROHO Dans AFSTUDEREN
Verdere verdieping in J3 vak en beroep + stage als docent binnen N2 Onderwijs en AKKE
Verdere verdieping in vak en beroep Choreograaf
Stage Jazz / Urban
Stage als choreograaf
Danser Stage Danstheater / Modern
Verdere verdieping in vak en beroep + stage als docent binnen N3 Onderwijs en AKKE J4
Choreograaf
Verdere verdieping in vak en beroep + stage als danser in uitstroomprofiel Danstheater / Modern Verdere verdieping in vak en beroep + stage als danser in uitstroom-profiel Jazz/Urban
Docent
Musical theater performer Stage als musical theater performer
Verdere verdieping in vak en beroep + stage als musical theater performer
N2
Hoofdfase DOD Start stage praktijk
Uitstroom -profiel Jazz/ Urban
J2
Uitstroom -profiel Danstheater / Modern
Keuze afstudeerrichting BaCH MOGELIJKE KEUZE VOOR AFSTUDEERRICHTING CHOREOGRAFIE EN MINORKEUZE
MINORKEUZE
Hoofdfase MTH
Hoofdfase TDU
J1 N1
Bachelor Docent Afstudeerrichting Afstudeerrichting TDU Dans MTH PROPEDEUSE-EXAMEN EN KEUZE AFSTUDEERRICHTING/UITSTROOMPROFIEL Propedeuse: Propedeuse: Verdieping in het beroepsperspectief Verdieping in het beroepsperspectief van: van Danser musicalperformer in Docent Dans de Triple Threat praktijkvakken AUDITIES voor AUDITIES voor bachelor Docent Dans, bachelor dans bachelor dans, (afstudeerrichting TDU of BaCH) afstudeerrichting MTH
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
39/57
40/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 3:
Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris:
Mevrouw P.F.P.C. de Groote, voorzitter Mevrouw De Groote is ingezet vanwege haar domeindeskundigheid. Zij is naast waarnemend algemeen directeur Artesis Hogeschool Antwerpen departementshoofd Dramatische kunst, Muziek en Dans bij Hogeschool Antwerpen, nu: Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Artesis Hogeschool. Aan het Hoger Instituut voor Dans is zij verbonden als docent dansgeschiedenis en aan de Universiteit Antwerpen als gastprofessor dansgeschiedenis – Master na Master Theaterwetenschappen. Zij is daarnaast dansmeester, repetent, bewegingsadviseur voor dans-, musical- en theaterproducties. Zij heeft veel ervaring, zowel in lesgeven als in coördinatie van voorstellingen en opleidingscurricula. Mevrouw De Groote heeft bijdragen geleverd aan tijdschriften als Forum, OVSG-nieuws en Tijdschrift Jeugd & Dans. Zij heeft uit opleiding en werkervaring kennis van de accreditatiesystematiek en is actief op het vlak van kwaliteitszorg als extern deskundige voor Dans bij de doorlichtingen van het DKO sinds 2003 en als lid van internationale visitatiecommissies voor opleidingen Dans, Muziek en Drama. Voor NQA heeft zij deelgenomen aan verschillende visitatiepanels, voor deze visitatie is zij aanvullend individueel geïnstrueerd. Opleiding: 1999 – 2001 1995 – 1999 1994 – 1995 1991 – 1993 1985 – 1987 1980 – 1985
Universiteit Gent: Doctoraat Kunstwetenschappen Universiteit Gent: Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, Licentie Kunstwetenschappen – Theater Hoger Instituut voor Dans Lier: Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap Graduaat dans Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie Antwerpen, later Lier: Dansmeester Rijksleergangen voor Danspedagogie Antwerpen: Leraar klassieke dans en bewegingsleer Rijksuniversiteit Gent: Burgerlijk ingenieur - Natuurkunde
Werkervaring: 2012-heden Wnd algemeen directeur Artesis Hogeschool Antwerpen 2003-heden Extern deskundige bij de doorlichtingen van de dansopleidingen in Vlaanderen 2001-heden Departementshoofd Dramatische kunst, Muziek en Dans – Hogeschool Antwerpen, nu: Koninklijk Conservatorium Antwerpen – Artesis Hogeschool 1999-2002 Coördinator Kwaliteitszorg – departement Dramatische kunst, Muziek en Dans – Hogeschool Antwerpen 1999-heden Gastprofessor dansgeschiedenis – ManaMa Theaterwetenschappen – Universiteit Antwerpen 1997-2001 Coördinator Hoger Instituut voor Dans 1991-heden Dansmeester, repetent, bewegingsadviseur voor dans-, musical- en theaterproducties 1988-heden Docent klassieke dans, dansanalyse, - notatie, didactiek klassieke dans, stagebegeleiding en productiepraktijk (tot 2001) en dansgeschiedenis (tot heden) – Hoger Instituut voor Dans 1987-1990 Lerares dans – Academie voor Muziek, Woord en Dans Gent 1986-1998 Danseres in Compagnie Aimé de Lignière – Soliste vanaf 1990
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
41/57
Overig: - Lid van leerplancommissies Dans voor het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO), Kunst Secundair Onderwijs (KSO), Hoger Kunstonderwijs - Lid van de Stuurgroep Dans en de Centrale Stuurgroep van het Onderwijssecretariaat voor Steden en Gemeenten (OVSG) voor de evaluatie van de DKO-herstructurering - Lid van de Commissie belast met het opstellen van opleidings- en beroepsprofielen Danser/Danskunstenaar voor de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) - Lid van de werkgroep Academisering Hoger Kunstonderwijs voor het kabinet van de Minister van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap - Lid van het overplegplatform voor de kunstopleidingen in Vlaanderen - Voorzitter Muz-Mus, feitelijke vereniging van de directeurs/departementshoofden van de Belgische hogescholen voor muziek - Lid Raad van Bestuur Operastudio Vlaanderen - Lid Raad van Bestuur Orpheusinstituut voor posthogeschoolvorming in muziek - Lid Raad van Bestuur de Filharmonie - Lid Raad van Bestuur Kooracademie - Lid Schoolraad Kunsthumaniora Brussel - Voorzitter Studiecentrum voor Vlaamse Muziek - Lid Raad van Bestuur en Algemene Vergadering Antwerpen Open - Lid Raad van Bestuur en Algemene Vergadering Zomer van Antwerpen - Lid Raad van Bestuur en Algemene Vergadering Ballet Institute Flanders - Lid Raad van Bestuur Artesis Hogeschool Antwerpen - Lid stuurgroep Inhoudelijke hervorming DKO - Voorzitter werkgroep Inhoudelijke hervorming DKO Dans - Lid Klankbordgroep Kunsteducatie - Lid stuurgroep Dag van de Cultuureducatie 2010 & 2011 - Lid Platform Access to Culture van de EU - Voorzitter Polifonia (Thematic network for Music) werkgroep voor Professional Development Conservatoire Management - President Association Européenne des Conservatoires Publicaties: 2009 2007
DE GROOTE, Pascale, DEWILDE Jan,… (ed.), Een vermoeden van talent,111 jaar Koninklijk Conservatorium Antwerpen, University Press Antwerp BROUWERS, Toon, DE GROOTE, Pascale, DEREGT, Daniëlle, PAULUS, Tom, UBBEN, Eric, VAN DEN DRIES, Luk, Onderzoeksrapport Onderzoek naar synergieën tussen UA-studies en HA-kunstopleidingen, en actoren in het werkveld, Antwerpen, HA i.s.m. UA
Mevrouw H.K.G. Draaijer Mevrouw Draaijer is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van dans en toneel en vanwege haar inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. Zij werkte negen jaar met de Japanse choreograaf Shusaku Takeuchi, de Amerikaanse choreograaf Arthur Rosenfeld (jeugddansgezelschap de Meekers), de mimegroep Suver Nuver en de Amerikaanse choreograaf Ron Bunzl. Zij is artistiek directeur en regisseur bij Theatergroep DOX, die voorstellingen met dans en theater met en voor jongeren maakt. Bij diverse Theater, Dans- en Onderwijsinstellingen is zij regelmatig (gast)regisseuse. Naast het uitvoerende werk heeft zij veel choreografieën gemaakt met zowel amateurs als professionals. Ze maakt met verschillende regisseurs interdisciplinaire
42/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
voorstellingen bij diverse gezelschappen, zoals toneelgezelschap Tryater, Hesp-theatermakers, jongerentheater 020, het Muziektheater Amsterdam Festival Holland dance en Dee Utrechtse Spelen. Daarnaast regisseerde ze op projectbasis diverse voorstellingen en geeft ze regelmatig workshops en trainingen aan professionele drama- en dansdocenten en regisseurs/choreografen in binnen- en buitenland. Als hoofd- en gastdocent is zij verbonden aan hbo-bacheloropleidingen HKU, Codarts, Toneelacademie Maastricht en ArtEZ. Voor deze visitatie heeft mevrouw Draaijer onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2003-heden 1987-1991
SITI Company New York - Suzuki en Viewpoint methodik AHK Amsterdam - afdeling dans (uitvoerend en docentschap)
Werkervaring: 2007-heden 2005-heden 2001-heden 2003-heden 2000-heden 1997-heden
(mede)oprichter Viewpointlab (Jekersstudio Maastricht) (gast)regie bij diverse Theater, dans- en onderwijsinstellingen gastdocent Toneelacademie Maastricht, ArtEZ hoofddocent Codarts - Uitvoerende dans en docent dans hoofddocent HKU - Acteursopleiding en docerend theatermaken) Artistiek directeur en regisseur bij DOX
Overig: 2012-heden 2009-heden 2007-heden 2005-heden 2003-heden
Adviseur beleid talentontwikkeling Amsterdams Fonds voor de Kunsten Adviseur Podiumkunsten Prins Bernhard Cultuurfonds Commissielid Dans en AKCE Raad voor Cultuur Den Haag lid commissie beurzen VandenEnde Foundation Jurylid VSCD dansjury
Mevrouw Mr. B.J. Haverkate Mevrouw Haverkate is ingezet vanwege haar deskundigheid op het gebied van dans en docent dans/choreograaf in het primair en voortgezet onderwijs in binnen- en buitenland, in het buitenschoolse werkveld alsmede het verzorgen van colleges zakelijke beroepsoriëntatie in het hbo en mbo dans/kunstvakopleidingen via haar eigen bedrijf ArtifiXX B.V. Voor deze visitatie heeft mevrouw Haverkate onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is zij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2008 – 2010 2006 – 2008 1996 – 2000 1995 – 1996
Master Arbeidsrecht UvA Rechtsgeleerdheid UvA Opleiding Docent Theaterdans AHK Schoolmuziek Conservatorium Enschede (Artez)
Werkervaring: 2012 – heden 2011 – heden 2007 – 2012 2002 – 2007
Hogeschool van Amsterdam Haverkate Juristen B.V. HRM Advocaten Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, opleidingssecretaris/stagecoördinator
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
43/57
2000 – 2011 1997 – 2001
Dansdocent 2011 2005 – 2010 2004 – heden 2001 – 2010 2001 – 2009 2001 – 2004 2000 – heden 2000 – 2009 2000 – 2001 1999 – 2002
Nederlandse Beroepsvereniging voor Danskunstenaars, coördinator/redactiemedewerker Henny Jurriëns Stichting/Danswerkplaats Amsterdam, organisatie en administratief medewerker
VO Dynamica, speciaal onderwijs Snowacademie Nederlands Musicaltheater Instituut NRW te Heek, Musik theater für kinder und jugendlichen Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten De Theaterschool Ecole de Danse te Curaçao Dansstudio 2 Amsterdams Dance Centre Modern Dance Centre te Dortmund Le Belle Theatergezelschap voor verstandelijk gehandicapten
Choreograaf /docent 2011 Wenen, NMS Markt Allhau Kompetenzzentrum 2011 OBS De Dijk notenkraker project 2010 Berlage Lyceum Amsterdam 2004 – heden Nederlands Theater en Musical Instituut 2004 – 2008 Theater Rast interdisciplinair 2004 – 2006 Opleiding Docent Theaterdans, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten 2003 – heden Crea te Amsterdam 2003 Dox Poldergasten 2002 – 2004 Amsterdamse Toneel- en Kleinkunstacademie, (AHK) 2001 – 2003 Bolero project primair onderwijs in binnen- en buitenland (Noorwegen, Engeland, Portugal, Duitsland, Oostenrijk) 1999 Europroject Zaanstad Danser 2000 – 2001 2000 1998 1998 Overig: 2011 – 2012 2004 2004 – 2009 2002 – 2004
3 Zwo Ich dans compagnie olv Troy Mundy. Kindervoorstellingen in Dortmund eo. Amsterdam en Portugal Kindervoorstelling de Meerminzee Opening Zaantheater Ineke Sluiterprijs finale
Nationale Balletacademie, samen sterk voor talent European Council of Artists (ECA), gastspreker te Vilnius, Litouwen (A portrait of the Artist in 2015). Voorzitter Stichting Dimovi Secretaris FMR afdeling Dans, Theaterschool, Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam
1998 – 2000 en 2002 – 2004 Lid FMR (afdeling Dans Theaterschool Amsterdam Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam 1999 Assistent Voorstellingsleider Europroject Zaanstad
44/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
De heer B. Schäfer De heer Schäfer is ingezet als studentlid. Hij studeert momenteel Dance and Movement Therapy aan de Codarts Academie en Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. De heer Schäfer is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Doordat hij een deel van zijn bachelor in het buitenland heeft gevolgd, kan de heer Schäfer een internationale vergelijking maken. Voor deze visitatie is de heer Schäfer aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding 2010 – heden Master of Dance Therapy, Codarts Academy Rotterdam 2009 – heden Master of Science Psychology, Rijksuniversiteit Groningen 2003 – 2010 Bachelor of Science Psychology, Rijksuniversiteit Groningen en Universidad Complutense de Madrid 1994 – 2003 Gymnasium (German and Politics), Ernestinum Celle, Germany Werkervaring 2011 2010 2008 – 2009 2008 – 2009
Internship klinische behandeling persoonlijkheidsstoornissen en deeltijdgroep seksueel misbruik Delta Psychiatrisch Centrum Internship deeltijdbehandeling persoonlijkheidsstoornissen, GGZ Friesland en CSB Leeuwarden Team assistent ‘Stichting Huis’ Groningen Thuiszorg Groningen
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij is sinds 2005 werkzaam als auditor en adviseur bij NQA. Zij is ervaren in het uitvoeren van visitatie- en adviestrajecten in het hoger onderwijs, bij zowel nieuwe als bestaande opleidingen en betrokken bij interne projecten van NQA. Daarnaast is zij betrokken bij de standaardisering van interne bedrijfsprocessen, de bijbehorende logistieke processen en digitalisering. Mevrouw De Jong adviseert daarnaast bij het opstellen en implementeren van een integraal kwaliteitszorgsysteem in het voortgezet onderwijs. Ook stelt zij mede de panels samen voor visitaties. Vanaf januari 2010 is accountmanagement ook onderdeel van haar takenpakket. Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en onderwijskundige processen. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining Hoger Onderwijs. In 2010 heeft zij deelgenomen aan de NVAO-training en is zij gecertificeerd secretaris. Opleiding 2000 – 2004
Werkervaring 2000 – 2004 2003 – 2004
Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te Den Bosch.
Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar. Afstudeerstages: Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche. Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor. Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de daarbij behorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven.
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
45/57
2004 – 2005
Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso. Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling. 2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor/adviseur.
46/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 4:
Bezoekprogramma 12 & 13 juni 2012
12 juni 2012 Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
14.00 – 17.00 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
Panel
17.00 – 17.30 uur
Spreekuur
Panel + mogelijk docenten/studenten Na de visitatie heeft het panel van een student een klacht over de opleiding ontvangen. Deze kwestie is besproken met de opleiding en het panel beschouwt deze zaak als een incident.
17.30 – 17.45 uur
Rondleiding
Panel + opleiding
17.45 – 18.30 uur
Diner
Panel
18.30 – 20.00 uur
Voorstellingen van elke richting
Panel
20.00 – 21.00 uur
Overleg panel
Panel
13 juni 2012 Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
08.15 uur
Ontvangst panel NQA
Dagmar Hoorn Herma Tuunter Stella Vermeulen
08.30 – 09.15 uur
Blok Inhoud I: afstuderen
Dirk Dumon Coördinator Stagebegeleider BaCH, Marjory Helstone Stagebegeleider TDU/MTH Marc van Loon Stagecoördinator TDU René Jagers werkveld TDU/BaCH Pia Meuthen werkveld TDU/BaCH Martin Michel werkveld MTH Maria Speth werkveld DOD, Stagebegeleider Thérèse Verspaget, werkveld DOD
09.30 – 10.15 uur
Blok Inhoud II: afstudeerfase Afstudeerfase: en alumni Katja Heitmann (BaCH4) Luciënne Lambermont (DOD4) Lotte Schouten (TDU4JU) Celine van Werkhoven (TDU4D) Sanne Selbeck (MTH4) Alumni: Tini Zimmermann (TDU) Kristel Constant (MTH) Lindsay van Gielen (DOD)
10.15 – 10.30 uur
Pauze
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
47/57
Tijdstip 10.30 – 11.15 uur
Programmaonderdeel Blok Inhoud III: propedeuse en hoofdfase
Deelnemers Mathijs van der Meer (MTH1) Tamara Brussé (DOD1) Iris Debusschere (TDUDM1) Stephan Bikker opleidingscommissie, klassenvertegen-woordiger (TDUJU2) Jaedy van den Broek (DOD2) Maartje Fijen IMR (BaCH3) Joris Gootjes (MTH3) Annemaaike van Wieringen (DOD3)
11.30– 12.15 uur
Gesprek met docenten
Eddy Becquart, Docent Danstheater, CDK (TDU) Anne Marije van den Bersselaar, Docent Cultuur en Dramaturgie, Onderzoek (DOD/TDU) Carry van Bokhoven, Docent Docentschap, Coördinator (DOD) Dirk Dumon, Docent BaCH Marjory Helstone, Docent PropD/MTH Sari Hyvakko, Docent Klassiek, Methodiek Brigitte Joosten, Docent Drama, Kernteam (MTH) Maria Speth, Docent Docentschap, stagebegeleider (DOD)
12.15 – 13.15 uur
Lunchpauze
13.15 – 14.00 uur
1 Gesprek met opleidingsmanagement
Guy Cools, Associate Lector Dagmar Hoorn, Studieleider Academie voor Danseducatie Ulrika Kinn Svensson, Artistiek Adviseur Dansacademie Linda Lepomme, Artistiek Coördinator Musicaltheater Herma Tuunter, Sectorleider Dans Stella Vermeulen, Studieleider Dansacademie Rien van der Vleuten, Algemeen Directeur Fontys Hogeschool voor de Kunsten
14.15 – 15.00 uur
Blok Borging
Aly Bols, Opleidingscommissie Leen Cogghe, Voorzitter examencommissie Hans van Dijk, Examencommissie Dagmar Hoorn, Toetscommissie Sari Hyvakko, Opleidingscommissie/ examencommissie Linda Lepomme, Toetscommissie
15.15 – 15.45 uur
Gesprekken docenten met specifieke taken
Nishant Bhola, Docent Contemporary Indian, SLB Aly Bols, auditiecoördinator, SLB Florian Boutonnier, Docent Dans, Coördinator MTH, Assessor Jack Breikers, Docent Zang (MTH) SLB Marc van Loon, Docent Modern, Coördinator TDU, Internationalisering Caroline Neijendorf, Docent Klassiek, SLB, Assessor Niels van der Steen, Docent Urban, SLB Ruth Wilmans, Docent GTP, Alumni Officer, SLB
48/57
e
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Tijdstip 15.45 – 16.45 uur
Programmaonderdeel Beoordelingsoverleg Panel
Deelnemers Panel
16.45 – 17.30 uur
2e gesprek met opleidingsmanagement, inclusief afronding eventueel aangevuld met enkele kerndocenten
Guy Cools, Associate Lector Dagmar Hoorn, Studieleider Academie voor Danseducatie Ulrika Kinn Svensson, Artistiek Adviseur Dansacademie Linda Lepomme, Artistiek Coordinator Musicaltheater Herma Tuunter, Sectorleider Dans Stella Vermeulen, Studieleider Dansacademie Rien van der Vleuten, Algemeen Directeur Fontys Hogeschool voor de Kunsten
Programma tweede dag 4 oktober 2012 Tijdstip Programmaonderdeel
Deelnemers
08.30 – 12.00 uur
Bestuderen portfolio’s
Panel
12.00 – 12.45 uur
Lunch
Panel
12.45 – 13.30 uur
Gesprek met management
Guy Cools, Associate Lector Dagmar Hoorn, Studieleider Academie voor Danseducatie Linda Lepomme, Artistiek Coordinator Musicaltheater Herma Tuunter, Sectorleider Dans Stella Vermeulen, Studieleider Dansacademie Rien van der Vleuten, Algemeen Directeur Fontys Hogeschool voor de Kunsten
13.45 – 14.30 uur
Gesprek met docenten/assessoren
Eddy Becquart, Docent Danstheater/CDK, assessor (TDU) Anne Marije van den Bersselaar, Docent Cultuur en Dramaturgie, Onderzoek (TDU) Annette Truijens, Coördinator FDO-DOD Carry van Bokhoven, Docent Docentschap, coördinator DOD2 Maria Speth, Docent Docentschap, stagebegeleider DOD Dirk Dumon, Docent, coördinator BaCH Marjory Helstone, Coördinator propedeuse, stagebegeleider (MTH/TDU) Brigitte Joosten, Docent Drama (MTH)
14.45 – 15.15 uur
Gesprek met Anton Neggers, Voorzitter Centrale examencommissie/toetscom Examencommissie FHK missie Leen Cogghe, Voorzitter examencommissie uitvoerende kamer Dans Hans van Dijk, Lid examencommissie uitvoerende kamer Dans Dagmar Hoorn, Toetscommissie Stella Vermeulen, Toetscommissie Linda Lepomme, Toetscommissie
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
49/57
Tijdstip 15.15 – 16.30 uur
Programmaonderdeel Overleg panel
Deelnemers Panel
16.30 – 17.00 uur
Tweede gesprek met management en terugkoppeling
Rien van der Vleuten, Algemeen Directeur FHK Herma Tuunter, Sectorleider Dans Dagmar Hoorn, Studieleider Academie voor Danseducatie Stella Vermeulen, Studieleider Dansacademie Linda Lepomme, Artistiek Coördinator Musicaltheater
50/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 5:
Bestudeerde documenten
A = meegezonden met kritische reflectie B = ter inzage bij visitatie Nr. Bron 1. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Minder en Meer; Profilering FHK, februari 2011 2. Netwerk Dans, Positionpaper Dansvakonderwijs, november 2009 4.
A X
X
Beroep Kunstenaar, 2009
X
5. ELIA, Tuning Document Dance, februari 2008 6. Netwerk Dans, Werkgroep Opleidingsprofielen Dans, Opleidingsprofiel Dans. Uitstroomprofielen Danser & Choreograaf, oktober 2002 8. Netwerk KVDO, Werkgroep Opleidingsprofiel Docent Dans, Opleidingsprofiel Docent Dans (Bachelor), maart 2004 9. KVDO, Competentieprofiel docent Kunstvakken – Concept, april 2011 10. CLOTS-schema / competentieprofielen/-sets van : TDU: MusicalTheater DansDocent TDU: Choreografie TDU 11. Fontys Dansacademie, Opleiding Dans: visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 12. Fontys Dansacademie, Opleiding Docent Dans: visie op onderwijs, didactisch concept en toetsbeleid, 13. FHK, Internationalisering FHK, juli 2009
B
X X X X X
X X X
14. FDansacademie, Lijst uitwisselingspartners Fontys Dansacademie, 2010
X
15. Fontys Hogescholen, Fontys HR Ambities. Groei door aandacht en uitdaging, juni 2011 16. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Personeelsbeleidsplan 2009-2012, juli 2009 17. FHK, Scholingsplan FHK, december 2011
X
18. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Onderwijs en Examenreglement (OER) opleiding Dans en Docent Dans, september 2011 19. Studiegidsen Dans en Docent Dans Dans Docent Dans 20. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Overzicht van Mediatheekvoorzieningen 2011 21. Sector Dans, Overzicht verslagen Werkveldcommissies 22. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Rapportage Nationale Studentenenquête 2011 - instituutsrapportage, juni 2011 28. Fontys Dansacademie, Lijst van verplichte en aanbevolen literatuur, april 2012 29. Fontys Dansacademie, Voorlichtingsbrochure 2012-2013, 31. Fontys Dansacademie, Procedure en Criteria m.b.t. toelating en audities, augustus 2011
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
X X X X
X X x X X
X X
51/57
Nr. Bron
A
B
32. FDansacademie, Personeelsbeleidsplan 2009-2012, september 2009
X
33. FDansacademie, Opleidingsplan als onderdeel van Academieplan 2012, oktober 2011
X
35. Fontys Dansacademie, Procedure stageplaatsen, september 2010
X
36. Fontys Dansacademie, Stagehandleiding TDU 4 2011-2012, februari 2012
X
37. Fontys Dansacademie, Stagegids Docentenopleiding Dans 2011-2012, september 2011
X
39. Fontys Dansacademie, Competentie-examen info en inhoudsopgave niveau 3 TDU, september 2010
X
40. Commissie Dijkgraaf, Onderscheiden, verbinden, vernieuwen – de toekomst van het kunstonderwijs, mei 2010
X
41. HBO-raad / Kunstfactor, Veldgesprekken – Op weg naar structurele uitwisseling tussen het HBO-kunstonderwijs en de amateurkunst en kunsteducatie, juni 2011 42. FHK Sector Dans, Idee-ontwikkeling over een pleisterplaats, februari 2012
X
X
43. HBO-raad, Focus op Toptalent; sectorplan hbo kunstonderwijs 2012-2016, juli 2011 44. Fontys Dansacademie, CV’s Personeel incl. analyse, maart 2012 45. Fontys Dansacademie, Overzicht Personeel, januari 2012
X X X
46. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Lectoraat ‘Kunstpraktijk en samenleving’: focus Dans, 47. Fontys Dansacademie, Lijst werkveldcontacten, april 2012
X
48. Dansacademie, Kennisbasis Dans en Docent Dans, 2011
X
X
49. Sector Dans, Reglement Examencommissie sector Dans
X
50. Sector Dans, Jaarverslag Examencommissie sector Dans
X
51. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Propedeuse-evaluatie, studiejaar 2010/2011 52. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Medewerker Tevredenheidsonderzoek, april 2011 53. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Studenten Exit-onderzoek,
X X
54. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, SBO-2012, maart 2012
X
55. Fontys Dansacademie, Lijst stage en afstudeeradressen, maart 2012
X
56. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Structuuraanpassing FHK, juli 2011
X
58. Netwerk Dans, Inventarisatie Talentontwikkeling Netwerk Dans, maart 2012
X
59. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Organigram Nieuwe Organisatie per 1 januari 2012 60. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Minoren bij FHK
X
52/57
X
X
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Nr. Bron 62. Representatieve set toetsopgaven, beoordelingscriteria, normering en feitelijk gemaakte toetsen 63. Overzichtslijst van afstudeerwerkstukken van de laatste twee studiejaren
A
B X
X
64. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Huisvestingsplan FHK 2011, september 2011 65. Fontys Hogeschool voor de Kunsten, ICT-faciliteiten FHK, maart 2010
X
66. FDansacademie, Handleiding Studieloopbaanbegeleiding Propedeuse 2011-2012 67. Pascal Gielen e.a., De hybride kunstenaar. De organisatie van de artistieke praktijk in het postindustriële tijdperk, januari 2012 68. Sector Dans, Overzicht verslagen IMR, OC, Toetscommissie, Voortrajecten, kwaliteitskringen, teams 69. FHK, Notitie Organisatie Examencommissie, januari 2012
X
70. Sector Dans in recensies
X
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
X
X X X
53/57
54/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 6:
Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
Hieronder een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd. Conform de regels van de NVAO zijn alleen de studentnummers opgenomen. Selectie opleiding: DOD - 2130156 - 2123295 MTH - 2115003 - 2115410 BaCH - 2109593 TDU - 2096273 - 2118937 Selectie panel DOD - 2079877 - 2096985 - 2109661 - 2115018 MTH - 2112777 - 2099697 - 2095258 BaCH - 2115768 - 2135578 - 2115000 TDU - 2114440 - 2130155 - 2112775 Tweede selectie panel: DOD - 2128364 - 2137049 MTH - 2129652 - 2049886 BaCH - 2115000 - 2128009 TDU - 2039680 - 2126619 - 2134209 - 2130166 - 2125893
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
55/57
56/57
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
Bijlage 7:
Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – Fontys Hogescholen: Beperkte opleidingsbeoordeling Dans en Docent Dans
57/57