Fobocommissie Gemiva-SVG Groep Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave
Inleiding …………………………………….………………………………………………... Hoofdstuk 1 Jaarcijfers en activiteiten 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Jaaroverzichten 2013 ….………………………………………………………….. Aantal geregistreerde cliënten …………………………………………………….. Calamiteiten en bedrijfsongevallen ..……………………………………………. Activiteiten van de fobocommissie ……….. ………………………………….
Hoofdstuk 2 Meldingen en aanbevelingen
Inleiding Bij het melden van een fobo gaat het altijd over feiten, niet over de schuldvraag. De doelstelling van de fobocommissie is het leveren van een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en de arbeidsomstandigheden, in het bijzonder door het registreren en analyseren van meldingen van fouten, ongevallen en bijna-ongevallen en agressievoorvallen. Tevens formuleert de fobocommissie, uit de analyse van de jaarcijfers, aanbevelingen aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur kan op grond van die aanbevelingen beslissingen nemen, die een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van fobo- en agressievoorvallen. Iedere gebeurtenis waar een medewerker (indirect) bij betrokken is en die tot schade leidt of had kunnen leiden bij een cliënt, medecliënt, medewerker of andere betrokkene is een fobomelding waard. Bij een fobomelding doelen we zowel op fobovoorvallen als agressievoorvallen. Zodra een medewerker een voorval (fout, ongeval of bijna-ongeval) ontdekt, is hij verantwoordelijk om maatregelen te treffen om de schade te beperken, of zoveel mogelijk te herstellen. Rapporteren, melden aan de leidinggevende en bespreken van het voorval in een inhoudelijk of teamoverleg zijn de volgende stappen. Het bespreken van een melding kan leiden tot maatregelen waardoor vergelijkbare voorvallen in de toekomst voorkomen kunnen worden. Deze maatregelen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het ondersteunings- of behandelplan van de cliënt of leiden tot het opstellen van een protocol of het aanvragen van een specifieke training. De fobocommissie Gemiva-SVG Groep bestaat uit de volgende personen: Leden: Henk Batelaan Merie Surentu Harms Steven Kalkman Chris van Slochteren Janny Smalbil Cocky Wolff- Zandbergen Secretaris: Ellen van Zee Voorzitter: Jos de Kimpe. Het fobojaarverslag is een neerslag van algemene cijfers van de geregistreerde fobo- en agressiemeldingen, uitgesplitst naar regio en per regio ook in VG- en LG sector. De bijlagen met cijfers per regio en meldingscategorie zijn te vinden op de intranetpagina van de fobocommissie. In 2013 zijn er binnen Gemiva-SVG Groep de nodige veranderingen en verschuivingen geweest. Door de huidige financiering van vervoer zijn veel cliënten veranderd van activiteitencentrum/werkplek. Een aantal regio’s hebben uitbreiding gehad van locaties. Door nieuwbouw van o.a. Swetterhage in regio Noord hebben zich veel verhuizingen voorgedaan van cliënten naar andere woningen. Daarnaast is een aantal woningen binnen Gemiva-SVG Groep opgeheven en samengevoegd in een nieuwe locatie. Sommige locaties hebben een nieuwe naam gekregen of zijn organisatorisch opgegaan in een ander cluster. Bij het interpreteren van de cijfers moet rekening worden gehouden met deze verschuivingen en veranderingen. Nieuw in het jaarverslag 2013 is het thema ‘Discussie’. Met het thema ‘Discussie’ willen we een aanzet geven tot gedachtewisseling en discussie binnen de organisatie en op locatieniveau. De fobocommissie ontvangt graag reacties op de discussiepunten, voor eigen beleid en advisering aan Raad van Bestuur. Het mailadres van de fobocommissie is:
[email protected]. De fobocommissie is voor haar activiteiten afhankelijk van de medewerking op de locaties. Mochten er vragen zijn over fobo- en agressievoorvallen, de werkwijze van de fobocommissie of andere vragen/opmerkingen die te maken hebben met het werk van de fobocommissie, neem dan contact met :
[email protected].
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 2
Hoofdstuk 1 Jaarcijfers en activiteiten 1.1 Jaaroverzichten 2013 In het verslagjaar 2013 zijn er in totaal 10245 meldingen geregistreerd, waarbij cliënten zijn betrokken. Naast deze meldingen zijn er 38 ontvangen in de categorie ‘Fobomelding zonder cliënt’. Dit zijn meldingen waarbij geen cliënten betrokken zijn. Deze meldingen zijn niet in de overzichten opgenomen. In hoofdstuk 2 staat een korte toelichting op de categorie ‘Fobomelding zonder cliënt’. Overzicht 1 Meldingen 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 2009 2010
2011
2012
2013
Fobo
1156
1343
1408
1983
2250
Incidenteel voorkomende agressie Vaker voorkomende agressie
2811
2843
2830
4032
4409
1159
1740
2209
2635
3586
Totaal
5156
5926
6430
8650
10245
Specifieke overzichten van de meldingen in regio Midden, regio Noord en regio Zuid zijn te vinden in bijlagen 3, 4 en 5 van het jaarverslag 2013. Meldingen per locatie zijn hierin opgenomen. Overzicht 2 Fobomeldingen Regio Midden Medicatie
LG
VG
Regio Noord
Regio Zuid
Gemiva-SVG Groep
78
15
7
100
Vallen
108
81
36
225
Overig
30
5
14
49
Totaal fobomeldingen LG
216
101
57
374
Medicatie
240
469
233
942
Vallen
102
305
110
517
Overig Totaal fobomeldingen VG Totaal aantal fobomeldingen
86
252
79
417
428
1.026
422
1.876
644
1.127
479
2.250
In bijlage 1 zijn meer cijfers/overzichten met betrekking tot fobomeldingen te vinden.
Overzicht 3
Agressiemeldingen Regio Midden
LG
Incidenteel
Regio Zuid
Gemiva-SVG Groep
43
14
12
69
5
1
2
8
48
15
14
77
Incidenteel
1.152
2.597
591
4.340
Vaker
1.164
2.044
370
3.578
Totaal Incidenteel en Vaker
2.316
4.641
961
7.918
2.364
4.656
975
7.995
Vaker Totaal Incidenteel en Vaker VG
Regio Noord
Totaal aantal agressiemeldingen
Voor een goede interpretatie van deze cijfers is het van belang te weten dat er 15 cliënten zijn met 100 of meer meldingen. In totaal 'staan' zij voor 2616 meldingen, 33% van het totaal aantal meldingen. In bijlage 2 zijn meer cijfers/overzichten met betrekking tot agressiemeldingen te vinden.
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 3
1.2 Aantal geregistreerde cliënten Voor een goede beoordeling van de cijfers is het van belang te weten hoeveel cliënten per regio in 2013 gebruik maakten van de diensten van de Gemiva-SVG Groep. Alle cliënten, die in welke vorm dan ook zorg krijgen, zijn meegeteld. Overzicht 4 Aantal geregistreerde cliënten Behandeling Aantal cliënten en Advies regio Midden
Aantal cliënten regio Noord
Aantal cliënten regio Zuid
December 2012
19
1335
1766
1489
Aantal cliënten Gemiva-SVG Groep * 4609
December 2013
4
1366
1765
1505
4640
* Aantal cliënten is op basis van productie
1.3 Calamiteiten en bedrijfsongevallen De definities van calamiteit en bedrijfsongeval zijn: Calamiteit De officiële definitie van de Inspectie van de Gezondheidszorg is: een calamiteit is ‘een gebeurtenis die onverwacht en onbedoeld heeft geleid tot de dood of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt of een medewerker'. Bedrijfsongeval Er is sprake van een meldingsplichtig bedrijfsongeval als een medewerker door een ongeval op het werk blijvend letsel oploopt, in een ziekenhuis wordt opgenomen, of overlijdt. Op de meldingsformulieren is het, sinds 2013, mogelijk om aan te geven dat het 'nog niet duidelijk is' of er sprake is van een calamiteit of een bedrijfsongeval. De meldingen van calamiteiten en bedrijfsongevallen blijken niet altijd terecht te zijn. Meldingen van calamiteiten: Eén fobomelding waarbij op moment van melding nog niet duidelijk was of er sprake was van een calamiteit. Meldingen van bedrijfsongevallen: Eén fobomelding waarbij er sprake was van een bedrijfsongeval. Daarnaast was bij twee fobomeldingen op moment van melding nog niet duidelijk of het een bedrijfsongeval betrof. Bij twee agressiemeldingen was er sprake van een bedrijfsongeval. Daarnaast was bij 2 agressiemeldingen op moment van melden nog niet duidelijk of het een bedrijfsongeval betrof.
1.4 Activiteiten van de fobocommissie In 2013 is de fobocommissie 7 keer bij elkaar geweest. Besproken onderwerpen • De vraag van coaches van de dienst BBO (per 2014 Centrum Kennis en Leren) of de fobocommissie kan adviseren tot nazorg voor een team. • Evaluatie kwaliteitshandboek en jaarverslag 2012 met Jos Hiel. • Worden dezelfde bewaartermijnen gehanteerd door de fobocommissie en PCD? • Periodiek cijfers en interpretatie van cijfers over 2013. • Jaarverslag 2012. • Voorbereiding van de, hieronder genoemde, acties. • Binnengekomen vragen. Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 4
Acties • Indeling weeklijsten aangepast; overzichtelijker door een alfabetische volgorde van locaties. • Gedragsdeskundigen; vraag over nut van wekelijkse toezending agressie- en fobooverzichten. Besloten om toe te blijven zenden met een kleine aanpassing: type agressie toegevoegd aan weekoverzichten. • Belronde Locatiehoofden: zie verslag in bijlage 6. • Deskundigheidsbevordering: Twee commissieleden hebben de Cursus Prisma Light gevolgd. • Twee commissieleden hebben de presentatie van het onderzoek naar medicatieverstrekkingen bijgewoond. • Periodiek contact met de afdeling F&I. In loopjaar 2013 is sprake van een constructieve samenwerking. • Enige malen contact met een locatie en/of betrokkene n.a.v. meldingen. • Overleg met twee locatiehoofden over de noodzaak van eventuele aanpassingen in het formulier t.a.v. ‘vaker voorkomende agressie’. Het formulier blijkt voldoende bruikbaar. • N.a.v. de nota ‘Moeilijk Verstaanbaar Gedrag’ heeft de fobocommissie, op eigen initiatief, cijfers aangeleverd over locaties met veel agressievoorvallen. • Het Jaarverslag 2012 is besproken in het RMT-overleg van regio Midden en regio Noord. • N.a.v. bespreking jaarverslag in regio Midden is met een clustermanager de cijfers van agressiemeldingen bij kinderen bekeken. Er is uitleg gegeven hoe men deze gegevens kan opzoeken in managementrapportage. De clustermanager heeft de gegevens besproken met een betrokken locatiehoofd. • N.a.v. de audit ‘Leren van incidenten’ en verbeterpunten t.a.v. de fobocommissie contact met stafmedewerker kwaliteit. Eventuele verbeterpunten zijn aan de orde gekomen in de fobocommissie. • N.a.v. bespreking jaarverslag 2012 met de CVR van regio Noord contact met de regiomanager over het “duiden" van cijfers. Uitleg gegeven hoe cijfers al dan niet geïnterpreteerd kunnen worden. In 2013 is er 8 x via
[email protected] en 19 x via
[email protected] contact gezocht met de fobocommissie. Men nam contact op over vragen als: Hoe kan men omgaan met het melden van vaker voorkomende agressie? Is dit voorval wel of niet meldingswaardig?
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 5
Hoofdstuk 2 Meldingen en aanbevelingen
Melden 10245 meldingen. Het totaal aantal meldingen in 2013 is gestegen in vergelijking met voorafgaande jaren. In 2013 is er een stijging van 18% t.o.v. 2012, van 8650 meldingen in 2012 naar 10245 meldingen in 2013. Naar aanleiding van de toename van het aantal fobo- en agressiemeldingen, een verdubbeling in de afgelopen 5 jaar, heeft de fobocommissie een 'belronde' gehouden onder locatiehoofden van een 20-tal locaties. In bijlage 6 vindt u een verslag van de bevindingen.
Aanbeveling N.a.v. een aantal reacties uit de ‘belronde’ met locatiehoofden zal de fobocommissie nagaan hoe zij kunnen (blijven) zorgen voor een goede bekendheid.
Discussie: In veel zorginstellingen wordt regelmatig gediscussieerd over meldcriteria: wanneer meld je voorvallen nu wel of niet? Binnen de Gemiva - SVG Groep speelt dit ook. Vooral 2 opvattingen komen naar voren. De ene opvatting is dat alles gemeld moet worden, want hoe meer data je verzamelt hoe beter je kunt analyseren. De andere opvatting gaat er vanuit dat juist ‘alles melden’ weinig toevoegt aan wat al bekend is. Over het algemeen vindt men dat alle voorvallen in de zorgverlening aandacht verdienen en maatregelen genomen moeten worden om schade te beperken of zoveel mogelijk te herstellen. De vraag blijft: Hoe kunnen we als organisatie leren uit individuele casussen om fouten in de toekomst te voorkomen? Zou het voor zowel het Consultatieteam Mishandeling en Misbruik als de fobocommissie raadzaam zijn om de meldingsformulieren aan te passen aan formuleringen in de officiële meldcode? En sluiten de gebruikte termen voldoende aan bij het ondersteuningsplan? Er zijn veel geluiden en discussies naar aanleiding van de huidige veranderingen in het zorgstelsel. Soms ook in (korte) toelichtingen bij fobo- en agressiemeldingen. Men ‘vreest’ de effecten van de veranderingen voor cliënten. Hoe kunnen we effecten van die veranderingen voor het functioneren van de cliënten volgen?
Medicatie 1042 meldingen In vergelijking met 2012 zijn er 189 meldingen meer dan in 2013, een stijging met 22%. In regio Midden is de stijging het grootst. In 2013 is de meest genoemde oorzaak 'vergeten door medewerker' (45%). Bij ruim 30% van de medicatievoorvallen wordt gemeld dat de oorzaak bij de cliënt ligt. Hierbij is 204 keer sprake van vergeten en 122 keer van weigeren. Bij 453 meldingen wordt ingevuld dat het voorval voorkomen had kunnen worden. Vaak wordt gemeld dat het voorval zich voordoet doordat de medewerker niet toeziet of de cliënt de medicatie wel goed inneemt of niet voldoende attent is op het verstrekken van medicatie bij verandering van situatie, zoals vakantie.
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 6
Aanbeveling Wil men kunnen melden, dan zal men zich bewust moeten zijn wanneer er sprake is van een medicatievoorval. Uit het Onderzoek naar medicatieverstrekking bij de Gemiva-SVG Groep (D. Sterenborg, 2013) blijkt dat men zich hier niet altijd bewust van is. Om dit bewustzijn te vergroten zal het verloop van medicijnverstrekkingen regelmatig aan de orde moeten komen in het locatieoverleg. Bespreek tevens aan welke voorwaarden het moment van verstrekken van medicatie moet voldoen om alle aandacht er aan te kunnen geven (zie Intranet:Themapagina Medicatie; Beleid en procedures, Protocollen).
De fobocommissie heeft de indruk dat nog weinig gebruik wordt gemaakt van mogelijkheden op technisch gebied, om te zorgen dat medicatie niet vergeten wordt. Dit zou voor zowel begeleiders als cliënten behulpzaam kunnen zijn, bijvoorbeeld een geluidssignaal op mobiele telefoon of horloge. Eerder genoemd onderzoek (D. Sterenborg, 2013) is aanleiding om er nogmaals op te wijzen dat de fobocommissie cijfers beschikbaar kan stellen die van nut kunnen zijn voor de organisatie.
Discussie Wordt het in de huidige tijd, waarin ’regie over eigen leven’, ‘autonomie’ en ‘meer zelfstandig wonen’ centraal staan voor de cliënt, niet noodzakelijk om per cliënt vast te stellen, en niet alleen bij medicatie, wie waar verantwoordelijk voor is?
Vallen 742 meldingen In 2013 zijn 742 valvoorvallen gemeld. Het totaal aantal meldingen van valvoorvallen is toegenomen met iets meer dan 100 t.o.v. 2012. Het aantal gemelde voorvallen laat een toename zien van 64% in de LG-sector, 90% in regio Midden en 10% in regio Zuid. In regio Noord is er een afname met 62%, waarbij Swetterhage een iets mindere daling heeft dan de overige locaties. Voor een goede interpretatie van de cijfers moet men zich realiseren dat er in regio Noord tien locaties zijn, in regio Midden vier en regio Zuid drie met 10 of meer voorvallen. Gezondheidsproblemen zijn de meest ingevulde oorzaak van valvoorvallen. Dit wordt zowel gemeld bij categorie 'gezondheidsproblemen, duizeligheid en onwel worden' als bij de categorie 'anders'. De vraag over 'ernst voorval' is in 30% van het aantal meldingen niet ingevuld. Bij meldingen waarbij sprake is van 'extreem ernstig', ging het in 4 van de 5 meldingen om botbreuken. In 2013 is in het meldingsformulier een vraag toegevoegd over de noodzaak van een 'Valscreening'. Op deze vraag is 702x ingevuld dat er geen 'Valscreening' noodzakelijk is en 34x dat deze wel noodzakelijk is. In 2013 is er in totaal 23 keer gebruik gemaakt van de 'Valscreening'. Interessant is dat binnen Gemiva-SVG Groep meer valvoorvallen gemeld worden bij mannen dan bij vrouwen, terwijl in de ‘gewone samenleving’ vrouwen vaker vallen en/of een hoger valrisico hebben.
Best Practice Op een locatie is door scholing 'valpreventie voor begeleiders' de frequentie van valvoorvallen afgenomen. (zie intranet: Themapagina Valpreventie)
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 7
Aanbeveling Er is gebleken dat meldingen, waarbij aangegeven wordt ‘valscreening noodzakelijk’, niet altijd leiden tot aanvragen voor een valscreening. Voor de fobocommissie is onduidelijk hoe het komt dat een melding van ‘valscreening noodzakelijk' niet leidt tot een aanvraag voor een valscreening. Advies is dat de melder na melding contact opneemt met het locatiehoofd om een besluit te nemen over de noodzaak om eventueel een aanvraag in te dienen. De fobocommissie adviseert tevens om na te gaan waarom de stap vanuit de melding naar inzetten van valpreventie niet wordt gezet (zie intranet: Themapagina Valpreventie). In de regio’s Zuid en Midden behoeft het Valpreventie - beleid meer aandacht. In de loop der jaren constateert de fobocommissie een gestage stijging van valpartijen, o.a. door verkeerd gebruik van hulpmiddelen. De fobocommissie adviseert locaties om hier extra alert op te zijn. Door dit op tijd te signaleren en te verhelpen zijn waarschijnlijk valpartijen te voorkomen.
Actie Omdat gezondheidsproblemen in verschillende categorieën worden gemeld, vermoedt de fobocommissie dat er mogelijk misverstanden zijn over de term 'gezondheidsproblemen'. De fobocommissie agendeert de vraag of 'oorzaken van valvoorvallen' in het meldingsformulier aangepast moet worden.
Fobomeldingen 'Overig' 467 meldingen T.o.v. 2012 is er sprake van een afname van meldingen (7%). Deze afname is toe te schrijven aan de afname in regio Noord. De overige regio's laten een toename zien. De verdeling van de af- en toename van de meldingen is als volgt: • Afname meldingen in de VG-sector met 8,5% en toename in LG-sector met 38%. • Afname in regio Noord en toename in overige regio's. • Afname meldingen m.b.t. kinderen en aantal meldingen m.b.t. volwassenen vergelijkbaar met 2012. Bij de voorvallen, die gemeld zijn, waren 326 verschillende cliënten betrokken. Zowel het aantal ernstige, zeer ernstige als extreem ernstige meldingen is afgenomen. In de categorie 'overig' valt een afname op van meldingen in de (sub-) categorieën ‘verslikken’ en ‘consumptie van niet-eetbare middelen’. In de (sub-) categorieën ‘weglopen/vermissing’ en ‘vervoersfout’ komt een toename naar voren. Eén van de vaste categorieën bij de meldingen 'overig' is de categorie ‘anders’. Dit is de zogenaamde ‘verlegenheidscategorie’, met meldingen die niet onder één van de andere vaste categorieën thuishoren. Ook wordt de categorie ‘anders’ wel gebruikt om het incident nog wat nader uit te leggen of om melding te maken van een meervoudig incident. De meest opvallende soorten meldingen in de categorie 'overig' zijn: Voorvallen met faeces (div. gevolgen) Kleinere c.q. grotere brandwonden door hete voorwerpen als kaarsvet, heet water, hete koffie, kookplaat, zon, heet badwater, verwarming, strijkijzer Voorvallen met (lift)deuren/ramen die open of juist dicht hadden moeten zijn Voorvallen met scherpe voorwerpen (naalden, prikpen, epipen, mesjes, glas) Cliënten met wonden of blauwe plekken (oorzaken niet altijd duidelijk) Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 8
Beknelde vingers c.q. voeten (diverse oorzaken) Alarmeringsfouten (anders dan met piepersysteem) Voorvallen met sondevoeding (te veel, verkeerd, etc.) Situaties van bijna brand (rookontwikkeling, brandgaten, brandgevaar, kortsluiting) Situaties met te weinig c.q. ongeschoold personeel Voorvallen, waarbij een cliënt is ‘vergeten’ Cliënten die in het water waren gevallen Een poging tot zelfdoding van een cliënt Diefstal
Agressie 7995 meldingen Er is in 2013 een stijging met 1268 meldingen van agressie (19%) t.o.v. 2012. Voor een goede interpretatie van de cijfers is het van belang te weten dat er 15 cliënten ( 4 vrouwen en 11 mannen) zijn met 100 of meer meldingen. In totaal 'staan' zij voor 2616 meldingen, 33% van het totaal aantal meldingen. Het betreft zowel incidentele als vaker voorkomende voorvallen. De spreiding van meldingen bij deze cliënten ligt tussen 100 en 415 per cliënt. In 2012 betrof het 9 cliënten. Uit deze groep cliënten worden er 4 ook in 2013 genoemd. In regio Noord is er een toename met 971 meldingen t.o.v. 2012 ( 3685 -> 4656). In regio Zuid is er sprake van een toename met 286 meldingen t.o.v. 2012 (689 -> 975). In Regio Midden is zijn de meldingen in vergelijking met 2012 ongeveer hetzelfde gebleven (2341 > 2364). Aantal meldingen in de LG-sector is nagenoeg gelijk gebleven t.o.v. 2012 (76 -> 77). Bij de agressievoorvallen zijn mannen bijna twee keer zoveel betrokken dan vrouwen.
Aanbeveling De fobocommissie adviseert een inventariserend dossieronderzoek te laten verrichten onder de groep van bovengenoemde 15 cliënten (eventueel uit te breiden met een groep van 17 cliënten met 50 tot 100 meldingen). Een onderzoek met als doel meer en/of nieuwe inzichten te krijgen in de aard van de problematiek. En van daaruit na te gaan of de huidige methodieken en handvatten toereikend zijn of nieuwe methodieken en handvatten ontwikkeld moeten worden. Voor dit onderzoek kan de integratieve benadering (cursus psychopathologie; Dôsen, 2014) een goede leidraad bieden. In het kader van 'Leren van elkaar' (CCE), Centrum Kennis en Leren, 'cliënt centraal' en 'de dialoog aangaan' adviseert de fobocommissie om casusbesprekingen te organiseren. De fobocommissie denkt op de eerste plaats aan besprekingen tussen (persoonlijk) begeleiders van verschillende locaties. De meldingen die bij de fobocommissie binnenkomen zijn digitaal geregistreerd. Hierdoor is alle informatie op cliënt- of locatieniveau op te vragen. Deze informatie kan behulpzaam zijn bij het analyseren en begrijpen van het gedrag en het zoeken naar 'oplossingen'. Men zou vaker gebruik kunnen maken van deze informatie. De fobocommissie kan daar eventueel behulpzaam bij zijn. In bijlage 7 een voorbeeld van ‘Cognos rapportage agressiemeldingen cliënt‘. In 2013 heeft Gemiva-SVG Groep een pilot Traineeship ‘Moeilijk Verstaanbaar Gedrag’ in gezet. De fobocommissie adviseert om na te gaan of de pilot een bijdrage levert aan het terugdringen van agressie, als deel van het moeilijk verstaanbaar gedrag, en begeleiders beter toerust in de omgang met dit gedrag.
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 9
Discussie Hoe gaan we om met een mogelijk onbedoeld effect van het veelvuldig melden van agressie, het effect dat deze cliënten een “stempel” kunnen krijgen, waardoor er ongemerkt te weinig aandacht is voor positief gedrag. Helpt het nastreven van verbeterpunten in het accepteren van de cliënt en zijn gedrag? Vragen en discussies spelen n.a.v. voorvallen van een poging tot zelfdoding of dreigen met zelfdoding. In meldingen wordt het nauwelijks genoemd. De impact van een poging tot zelfdoding of dreiging met zelfdoding is voor de omgeving echter groot. In de huidige tijd zien we maatschappelijk een toename bij jeugdigen. Is er binnen de organisatie behoefte aan meer aandacht voor beleid op dit gebied?
Agressie bij kinderen 1781 meldingen In 2013 is er een afname van agressiemeldingen bij kinderen met 276. Binnen Gemiva-SVG Groep zijn er in totaal 1781 voorvallen bij kinderen (22% van het totaal aantal agressiemeldingen). De verdeling over de regio's is: - Regio Midden 829 voorvallen (35% van het totaal aantal meldingen in regio Midden). - Regio Noord 498 voorvallen (11% van het totaal aantal meldingen in regio Noord). - Regio Zuid 454 voorvallen (47% van het totaal aantal meldingen in regio Zuid). Of bepaald gedrag bij kinderen aangemerkt moet worden als een vorm van agressie is een terugkerend onderwerp bij al dan niet melden.
Aanbeveling Essentieel in opvoeding is sensitiviteit voor de signalen van het kind en interpreteren van gedrag. Uit meldingen blijkt dit soms een "stoeipartij" te zijn. De fobocommissie adviseert om opvoeden centraal te blijven stellen en het ontwikkelingsniveau van de cliënt, zowel cognitief, sociaal en emotioneel, nadrukkelijk te blijven betrekken bij de interpretatie van gedrag. Vooral omdat deze interpretatie mede het gedrag van de opvoeder/begeleider beïnvloedt. Discussie: In hoeverre maken we voldoende onderscheid tussen gedrag passend bij de (emotionele) ontwikkelingsfase van het kind en probleemgedrag? Wat is “normaal“ gedrag en wat is “afwijkend/abnormaal gedrag” ? (mede n.a.v. cursus ‘Psychopathologie’; Dôsen, 2014).
Aanleiding agressie De meest genoemde aanleidingen bij agressievoorvallen zijn: • De cliënt wordt iets niet toegestaan (1463 meldingen) • Overgang naar andere activiteit (1081 meldingen) •
Verzoek tot verrichten van bepaalde taken (894 meldingen)
Dit komt overeen met de aanleidingen die het meest genoemd zijn in 2012. In 2013 zijn er 14 meldingen geweest waarbij alcohol en/of drugs een rol hebben gespeeld. Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 10
Opvallend is dat bij agressie van LG-cliënten pijn of lichamelijke klachten niet worden genoemd als mogelijke aanleiding. Op de vraag ‘waren er van tevoren signalen die konden duiden op gevaar van agressie’ is in 2013 bij 7995 meldingen 7071 keer ingevuld dat er geen sprake was van 'signaal vooraf'.
Aanbeveling De meest genoemde aanleiding is dat de cliënt iets niet toegestaan is. Soms heeft het als doel een cliënt te begrenzen vanwege zijn problematiek. Soms is het doel niet duidelijk. In dat geval adviseert de fobocommissie om te bespreken waarom er 'iets niet toegestaan wordt' en na te gaan in hoeverre vrijheden van de cliënt terecht beperkt worden. Denk voor een discussie binnen het team aan de werkwijze van het project Maatregelen op Maat(zie intranet: Themapagina Vrijheidsbeperking).. De fobocommissie verwondert zich in de huidige tijd over het beperkt aantal meldingen waarbij alcohol en drugs een rol spelen. Het beperkt aantal meldingen verklaart mogelijk ook de zeer beperkte vraag naar de interne scholingsmogelijkheid over alcohol- en drugsgebruik. De fobocommissie vindt dat men zich bewust moet zijn van de risico's op dit gebied voor cliënten, zeker in de huidige tijd. Zij adviseert om op locatieniveau te zorgen dat men voldoende bekend is met de risico’s van alcohol- en drugsgebruik en signalen die kunnen wijzen op alcohol- en drugsgebruik. Er is regelmatig sprake van onduidelijkheid in de communicatie naar de cliënt toe en binnen een team. Daarnaast geeft men aan dat er soms met minder mankracht wordt gewerkt, er meer invalkrachten in gezet worden en er minder tot soms geen overdrachttijd is. Door de huidige maatschappelijke ontwikkelingen kan de communicatie naar cliënt toe en team onderling nog meer onder druk komen te staan. De fobocommissie vindt het belangrijk dat er aandacht is en blijft voor een pro-actief beleid ten aanzien van communicatie. Punten van aandacht in dat beleid zijn o.a. (nieuwe vormen van) informatieoverdracht, (andere manieren van) collegiale coaching en wijze van 'in gesprek zijn' met de cliënt .
Discussie Pijn en/of lichamelijke klachten lijken onvoldoende onderkend te worden als mogelijke aanleiding voor agressie. Meer aandacht voor en onderkennen van “gewone” medische klachten zoals een griepje, “je niet lekker voelen”, pijn, kan mogelijk agressie voorkomen. Hoe komt het dat, ondanks de inzet van signaleringsplannen, slechts bij 12% van de meldingen ingevuld wordt dat men 'signalen vooraf' heeft gezien?
Gevolgen agressie Bij meldingen van agressievoorvallen is er 882 maal (884 in 2012) sprake van zichtbare verwondingen (blauwe plekken, open wonden, breuken of ander ernstig letsel), 12 maal is behandeling (arts) noodzakelijk geweest. In 1045 (929 in 2012) meldingen wordt door medewerkers verhoogde onrust en angst aangegeven als gevolg van een agressievoorval. 1249 keer was er sprake van pijn.
Aanbeveling Evenals in 2011 en 2012 adviseert de fobocommissie om aandacht te schenken aan de ‘gevolgen’ van agressievoorvallen. Ondermeer vanwege de verhoudingsgewijs beperkt aantal meldingen van ‘gevolgen’. Maar vooral om te zorgen dat men positief verder kan in het ondersteuningsproces van de betrokken cliënt. Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 11
Perspectief 'Kan een vergelijkbaar voorval in de toekomst voorkomen worden?' In 2013 hebben we in het meldingsformulier de vraag 'Hoe kunnen we voorvallen voorkomen in de toekomst?’ veranderd in 'Kan een vergelijkbaar voorval in de toekomst voorkomen worden?'. Op de vraag of 'een vergelijkbaar agressievoorval in de toekomst voorkomen kan worden?' heeft slechts 7% van de melders geantwoord met 'ja'. In de categorieën 'medicatie', 'vallen' en 'overig' ziet men meer mogelijkheden om een voorval te voorkomen. Gemiddeld heeft 41% 'ja' ingevuld.
Aanbeveling In aansluiting op de dialoog met de cliënt als start van het ondersteuningplan adviseert de fobocommissie om ook de dialoog aan te gaan met de cliënt als het gaat om het zoeken naar oplossingen en/of het voorkomen van agressie/moeilijk verstaanbaar gedrag. De fobocommissie adviseert om na te gaan of in de veiligheidskaart risico’s (bv. valrisico) en verantwoordelijkheden (bv. is cliënt zelf verantwoordelijk voor inname medicatie) afdoende beschreven staan.
'Fobomelding zonder cliënt' 38 meldingen ‘Fobomelding zonder cliënt’ zijn meldingen waarbij geen cliënten zijn betrokken. Van de 38 meldingen blijken er 13 meldingen te zijn waar wel een cliënt bij betrokken was. Bij 1 melding was sprake van 'agressie door derden'. Er is 4 maal gemeld dat er sprake was van vallen /uitglijden door medewerkers. In andere meldingen, waarbij geen cliënten betrokken waren, ging het o.a. om: • Uitluistersysteem niet aangezet. • Computerstoring, waardoor niet overgedragen kon worden. • Medicatie niet opgeborgen. • Onveilige situatie tijdens werkzaamheden van nieuwbouw • Nieuwbouw onveilig opgeleverd. • Brandgevaarlijke situatie door lamp/lichtslang. • Woningen 's nachts niet goed afgesloten
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 12
VG-cliënten en LG-cliënten De fobocommissie ziet een ontwikkeling, waarin steeds meer cliënten met verschillende problematiek samen komen in één locatie. Het is de fobocommissie bekend dat binnen de VG- populatie en LG- populatie aandachtspunten en problemen kunnen spelen, die vragen om een specifieke benadering en gespecialiseerde kennis en ervaring. Zo is recent een pilot-cursus ‘Bemoeizorg’ opgezet n.a.v. vraagstukken binnen de LG-sector.
Discussie Is onderscheid tussen LG- en VG-problematiek op cliëntniveau noodzakelijk om specifieke aandachtspunten en problemen duidelijk te krijgen en te houden?
Tips F&I heeft managementinfo niet voor niets op de kaart gezet van intranet. In de managementinfo vindt u ook info over fobo- en agressiemeldingen. Zowel op locatie als op cliëntniveau. Gebruik van deze informatie willen we sterk aanbevelen o.a. om bijvoorbeeld meer inzicht te krijgen in een agressievoorval of mogelijke oorzaken van vallen . Denk niet altijd aan GROTE dingen maar ook aan kleine dingen. Zo kan een sok die verkeerd zit, een vuile luier, een stoel die niet goed zit, aanleiding zijn tot “moeilijk verstaanbaar gedrag” of een valincident. Bij kinderen is bekend dat het afleiden of afleiding bieden, door bv. het zingen van liedjes, kan bijdragen aan het aanbrengen van rust en ontspanning. En zo het voorkomen van onrust, spanning, dat zou kunnen leiden tot boos worden en agressie. De “Geeltjes- methode” , o.a. gebruikt bij Maatregelen op Maat, is een goed en leuk hulpmiddel om zaken in kaart te brengen. Zo kan men kijken wat ‘best practices’ zijn, goede ervaringen, positieve momenten met een cliënt. Goede ervaringen, tips, ‘best practices’ , laat het de fobocommissie weten! De fobocommissie kan het in een volgend jaarverslag opnemen, naast het breder verspreiden binnen de organisatie. Reacties naar:
[email protected]
Jaarverslag 2013 Fobocommissie Gemiva-SVG Groep 13