Groep 26 en Groep 8.1
Durban en Amanzimtoti, Zuid-Afrika Groep 26: 23 juli-27 juli 2012, Follow-up 8.1 29 en 30 juli 2012
door Lia Bolte
Terug naar Zuid Afrika. In mei 2010 was ik er samen met Erik. Afrika en haar mensen maakten diepe indruk. Ik ‘wist’ ik dat ik terug zou komen. Het zou even duren. Thami, deelnemer van groep 8, een broodmagere jongen die zich tot doel had gesteld de mensen in zijn township een beter leven te geven door zijn inspanningen. Hij werd ziek in 2010 en beloofde zodra hij zou herstellen van zijn TBC die een nieuwe groep zou samenstellen. Geduld. Ook deze keer ga ik niet alleen. Ik houd ervan om samen te werken en dus belde ik na het groene licht van Libre mijn vriendin en partner in crime Carla. Op mijn “Ga je mee naar Afrika?” kwam haar volmondig ja. Na een lange vliegreis worden we innig hartelijk ontvangen door Thami, die ons ophaalt van het vliegveld. De komende acht nachten brengen we door in zijn huis in de township Newlands Westridge. Twee jaar geleden was hij nog directeur van Extravaganza, een groep acteurs en dansers. Die organisatie draait nu op een laag pitje. Een aantal van hen heeft andere prioriteiten nu. Geld verdienen is de belangrijkste. We worden hartelijk begroet in zijn huis door twee jonge Fransen die drie maanden bij hem logeren en twee jonge Belgen die hebben rondgereisd. Ook logeert de tweede man van Extravaganza er vaak, die we ook in Libre-training van 2010 deelnam. Hij werkt nu in de haven en wil zo na een alcoholprobleem zijn leven weer op de rails wil krijgen. Onze accommodatie bij Thami Het huis is nu een backpackersplace geworden. Teksten zijn geschilderd op de balken. De kamers hebben elk de naam van een township in de buurt gekregen en hebben felle kleuren. Behalve de vijf genoemde gasten slapen er Thami’s nichtje en een echtpaar (over hen later meer). Iedere nacht blijven er wel mensen slapen in één van de stapelbedden. Wie je tegenkomt bij het tandenpoetsen is elke ochtend weer een verrassing. De kamers hebben geen slot. Lig je even aan het einde van de middag op bed dan schuifelt er iemand binnen, komt bij je zitten en vraagt waarom je op dit uur op bed gaat liggen. Wij krijgen samen de oranje kamer toegewezen, hoe toepasselijk de kleur van Libre! Een uur na onze aankomst zitten we alweer in de grote bus van Thami op weg naar een Reggae café in de stad Durban. Bob Marley is everywhere! De bus van Thami hoort voor zover we weten bij de waardering vanuit One Man (die je misschien kent van de t-shirts) voor zijn Extravaganza-werk, maar de bus wordt nu blijkbaar alleen gebruikt voor safari’s en township-tours. Thami lijkt meer met geld bezig dan twee jaar geleden. Het café waar we belanden heeft verschillende ruimtes. In één van de ruimtes zitten een stuk of twintig mensen jambe te spelen, opgezweept door twee mannen die trommelen alsof hun leven ervan af hangt. De trommels dagen uit. Ik dans te midden van de trommels. Muziek en dans verbinden over alle grenzen heen. De volgende ochtend worden we gewekt door vrolijk gejuich. Jean Pierre, Belg en loodgieter van beroep, is getrouwd met een Zulu vrouw. Zij, afgekort Pume genaamd, is geboren in een township verderop. Pume en Jean Pierre zijn de oprichters van Ukakhanya, licht in de duisternis. Zij zal bij ons vijf dagen een fantastisch leergierige deelneemster zijn. Als verrassing is hij eerder naar Durban gekomen uit België waar ze samenwonen met haar twee kinderen. Het feest voor zijn terugkeer duurt van twaalf uur ‘s middags tot middernacht. Iedereen feest, drinkt, eet, danst mee. Het blijft een komen en gaan van mensen. In het donker komen er telkens groepjes kinderen van drie tot elf jaar die voor een paar slokken cola en een handje chips als miniatuur vrouwen en mannen uitdagend voor ons dansen. De braai (barbecue) is drie keer aangegaan. “Als wij een koe
slachten, is hij na twee dagen helemaal op, want wij eten hem totaal op met de hele gemeenschap” wordt er gezegd. Townships De volgende dag maken we met het ‘thuis–gezelschap’ een tour. We gaan naar de plek waar Mandela zijn eerste stembiljet in de bus stopte. Indrukwekkend als je je beseft dat je op een zo een belangrijke historische plek aanwezig bent. Het huis van Ghandi ligt er sereen verzorgd bij, er is bewaking. Ghandi heeft een advocaten praktijk in Zuid Afrika gehad. Het is een mooi verzorgd museum. Buiten het hek is er enorme verwaarlozing en schrijnende armoede te zien. Vuilnis alom. We bezoeken de moeder van Pume in een ander township. Ze laat ons het plaggenhutje van twee bij twee zien waar ze met haar familie in heeft gewoond. Haar moeder verwelkomt ons. Nu staat er een stenen huis. Binnen een man op de bank die naar een grote flatscreen televisie zit te kijken. Het werkt vervreemdend. We rijden van de ene township naar de andere. Een korte beschrijving van zo’n township: ze zijn onvoorstelbaar groot, tot wel 100.000 inwoners. Neem nou Inenda, de laatste waar we doorheen rijden. De sfeer is grimmig, een open riool loopt parallel mee met de weg. Veel plaggenhutjes heel dicht op elkaar met geen sprietje groen. Lappen, hout, modder en golfplaat vormen samen een onderkomen. Er lopen massa mensen op de straat. We worden aangestaard. De avond valt vlug. Er worden opeens geen foto’s meer gemaakt. Het wordt stil, heel stil in de bus. Dan slipt de bus, als hij een heuveltje wil oprijden. De bus slipt en slipt. De agressie van buiten naar ons binnen is voelbaar. Niemand zegt een woord. Ook Thami is stil. Uiteindelijk, het lijkt die bekende eeuwigheid, lukt het de bus weg te kunnen rijden. Onvoorstelbaar dat het daar ook het jaar 2012 is. Thami en Pume vertellen thuis dat ze angstig waren geweest in de township Inenda. Thami wilde ons de verschillen tussen de verschillende townships laten zien. Inenda is een van de allerarmste. Dat werkt de criminaliteit en alcohol- en drugsverslaving in de hand. De politie laat zich in geen enkele township zien. Er wordt door de gemeenschap zelf recht gesproken en zo worden de zaken ‘opgelost‘. De training De avond voor we de vijfdaagse gaan beginnen komt er een vrouw praten met Thami. Gelukkig we hebben een kokkin voor de week! Over aannames gesproken dat dit allang geregeld zou zijn…. We kunnen beginnen. Thami brengt ons naar onze locatie en onderweg pikken we een aantal van onze deelnemers op, het wordt lekker vol in de bus. Het is vijf minuutjes rijden, we draaien een schoolterrein op met een elektronisch hek. We zijn heel blij met ons grote klaslokaal. Een van de deelnemers, een oudere gedistingeerde man, drukt ons op ons hart dat we eerst verwacht worden bij de Principal. Hij gaat ons voor naar de directeur. Daar worden we warm verwelkomd door een Indiase man die met veel egards door onze deelnemers tegemoet wordt getreden. Hier ervaren we iets van het klassenverschil (of is het nog steeds Apartheid?) tussen de Zulu-man en de Indiër. We danken hem voor zijn klaslokaal en vertellen het verhaal van Libre en ook wat wij die week gaan doen met de groep. Hij is oprecht geïnteresseerd. We zullen vaker ‘boven’ uitgenodigd worden door de Indiase staf, elke keer met het grootste respect. Eindelijk, we kunnen van start, hier hebben we lang naar uitgekeken. Thami vertelt als organisator zijn verhaal. Zijn tekst: It is your course, your commitment, it did change my life. Hij overstijgt ons welkom met zijn fraaie woorden. We starten met een gebed dat wordt ingezet door een jonge man. Gedeeltelijk in Engels, gedeeltelijk in het Zulu, met van die mooie Miriam Makeba klaks met de tong. De regels zijn door de groep zelf snel gemaakt. Er wordt al gauw veel gelachen, mensen zijn op hun gemak en hebben zich duidelijk verheugd op deze week, net als wij. Voor de lunch staan mensen hun hand (oefening voor insiders) al te presenteren. Er waren geen intakeformulieren ingevuld, voor ons een effectieve manier om hun leerdoelen, kracht en valkuilen te horen. Voor hen om elkaar beter te leren kennen. Grote dromen horen we. Opvallend is dat bij de meeste deelnemers “I don’t want to be a failure” in hun presentatie terug komt. Faalangst wordt blijkbaar één van de weekthema’s . Bij de lunch barst één van de vrouwen spontaan in een Thank you for the good food lied uit, anderen neuriën al etend mee. De tweede dag zitten de twee jonge leiders van African Champions al achter hun tafeltje als wij met ons hele ‘busgezelschap’ binnen komen. In de loop van de ochtend komt er een statige jonge vrouw binnen, ze groet niet, maakt geen oogcontact en neemt plaats achter één van de tafeltjes. Deelnemers zijn druk midden in een oefening. In de koffiepauze hebben we een gesprek met z’n drieën. Wat komt ze doen? Waarom nu de
tweede dag? Wie is ze, wat wil ze? Fascinerend is het om te zien dat hoeveel lengte ze ook heeft, hoe goed ze ook gekleed is…ze zichzelf toch zo klein maakt mede door haar fluisterstemmetje. Ze heeft een crèche voor de kleine kinderen van 0 tot 6 jaar in haar gemeenschap opgebouwd. De ouders vertrouwen haar en kunnen zo zelf een baan hebben. Ze heeft de avond ervoor pas van ons gehoord…de tamtam werkt…en heeft de stoute schoenen aangetrokken omdat ze wil leren. We besluiten haar tot het einde van de dag een kans te geven. We vragen de groep een samenvatting te geven van wat we in de tijd die ze niet bij ons was, hebben gedaan. We krijgen een mooie complete samenvatting te horen. De regels worden uitgelegd en haar commitment aan de groepsregels gevraagd. Ze stemt in en wordt welkom geheten door de groep. Het gaat snel en heel organisch. Een uurtje later staat ze ook haar hand te presenteren met een zachte stem stelt ze zichzelf en haar doelen duidelijk voor. Aan het einde van de week neemt ze haar ruimte in, geeft feedback en spreekt met goed verstaanbare spreekstem. Vrouwen In de ochtenden vragen we, na ons dagelijkse gebed en gezang, wie zijn huiswerk met ons wil delen. Een kleine man staat op en deelt met luide stem zijn verslag. Hij heeft er merkbaar veel tijd en energie in gestoken. Meteen staat zijn compagnon op en vraagt aan ons of hij ook zijn verhaal alsjeblieft mag delen. Ambitie spat eraf. Twee deelnemers komen iets later binnen. Het geeft onrust. De groep besluit het te bespreken. De jongens die net hebben laten zien hoe toegewijd ze zijn, zeggen er last van te hebben. Ze passen de geleerde feedback regels goed toe. Ze lopen elke ochtend een uur naar het lokaal en ‘s middags weer een uur terug naar hun township. Daarna repeteren ze met hun theatergezelschap. Ze willen graag op tijd beginnen met de complete groep. Het te laat komen verstoort de concentratie: elke minuut van deze training willen ze goed gebruiken. Pume, met ervaring van both worlds (township en België) vraagt: “wat is het nut van dat wij onze regels maken en we ons er zelf niet aan houden?” Er wordt ingestemd met haar betoog . Eén van de mannen staat op van zijn stoel. Hij verdedigt dat hij alle redenen had om te laat te komen. Loopt op mij af met de woorden “I’m going to loose my temper now!” Het klinkt als een dreigement. Hij wil richting deur gaan en herhaalt langzaam zijn tekst. Ik nodig hem uit te blijven en door te ademen. Breath in, breath out. Het is een spannend moment. Hij besluit te blijven met de woorden “I am a man. I’m not going to argue with a woman” en wijst richting de vrouw die hem heeft aangesproken. Pume reageert met: “You are my friend. I love you. I’m sorry.” I’m sorry: twee jonge mensen uit de township met dezelfde huidskleur. Carla en ik zijn ons bewust dat vrouw-zijn hier een andere betekenis heeft, als wij zien dat deze trotse vrouw down gaat voor de man. Wat we leren is dat je hier als vrouw niet gelijkwaardig bent aan een man. Dat er een drietrap is zwarte, Indiase en blanke vrouw. Dat het respect wat wij krijgen niet geheel vanzelfsprekend is. Die dynamiek heb ik niet ervaren toen ik met Erik voor een groep stond. Mooie groepsdynamiek De rest van de week zijn de meeste mensen goed op tijd. Er zijn uitzonderingen: diegene die echt niet op tijd kunnen komen, door altijd redelijke omstandigheden, melden dat aan de groep. Dat geeft helderheid en acceptatie. We worden aangenaam verrast tijdens een oefening over instrueren. De meeste trainers én leidinggevenden weten: deze stijl bestaat en heb je soms nodig, maar heeft meer nadelen dan voordelen. Opvallend is dat ze in plaats van te instrueren bijna onmiddellijk gaan coachen met veel geduld en toewijding. Mooi! De mensen nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een moment dat er inspannend gewerkt is en de energie gedaald is. Eén van de mensen spontaan opstaat om met de hele groep een energizer te doen. We krijgen allemaal een nummer en in een ritme waarin het tempo steeds sneller wordt roepen we naar elkaar. Zeven-drie, drie- elf, elf-acht. De energie stijgt weer. De vragen en antwoorden rondom de cultuurverschillen zijn direct, zonder gene. We ontmoeten elkaar en verwonderen ons. Helder wordt het verschil tussen onze Westerse Ik-cultuur en de Afrikaanse Wij-cultuur. Een jonge vrouw heeft een duidelijke mening over hoe het hoort: “Why you give yourself away so cheap? You agree to live together without a marriage? Why do you do that? You are a woman!” Het blijkt al gauw hoe enorm men geholpen is door de simpele opmaak van een goed C.V. Hoe ziet een goed sponsorverzoek eruit? Wat denkt en hoe doet een sponsor? ‘Stap in de schoenen van de ander’ passen we ook hier toe. Wat opvalt: er wordt veel gehoopt op geld en beloning van alle hun goede intenties. De teleurstelling is heel groot wanneer het gevraagde bedrag niet gehonoreerd wordt of veel lager uitvalt. Netwerken en andere
mensen als opstapje naar een contact in te zetten is een compleet nieuwe gedachte. We laten ze in kaart brengen wie in hun naaste omgeving hen zou kunnen helpen om in contact te komen met mensen die invloed hebben om hen verder te helpen. Dat geeft een totaal andere kijk op de wereld. Door de flow bedenken we in het moment andere werkvormen. In plaats van hun antwoorden aan elkaar te vertellen, laten we ze het doen. Elevator pitch wordt op-een-feestje-pitch. Hoe vertel je je visie aan je club mensen, hoe krijg je die mee? Ben je een inspirerende leider die helder zijn missie kan overbrengen? Ze leren al spelend. 42 prefacts De laatste dag hebben we een verzoek gekregen van het eerder genoemde schoolhoofd: verzorg ee workshop voor onze 42 prefacts. Dit zijn kinderen van alle leeftijden op de school. Ze hebben een uitzonderingspositie en die is goed zichtbaar omdat ze over hun schoolkostuum een geel jackje te dragen. Ze helpen onder andere hun leraren om orde in de klas te handhaven. We zijn geraakt door het vertrouwen dat in ons gesteld is. De enige tijd die we echter hebben, is in een lunchpauze, zodat onze mensen er geen nadeel van hebben. En zo geschiedde. De bibliotheek boven is precies zo ingericht zoals we gevraagd hebben. De kinderen zitten in een grote halve cirkel. We komen binnen, 42 kinderen staan tegelijk op, in koor klinkt er: “Good afternoon, Miss. How are you, Miss?” I’m fine, thank you. How are you?” antwoord ik. “Thank you, I’m fine” en boem tegelijkertijd zitten ze weer op hun stoel. Discipline. Ik voel mij even Julia Andrews uit de Sound of Music en ben geroerd. Carla en ik hebben gekozen voor een oefening met de tekst van Marianne Williamson. Die tekst komt ook altijd ter sprake in de Libre trainingen. Ik lees de tekst voor en daarna doen we een geleide meditatie. Veel kinderen zitten met een gelukzalige glimlach in de meditatie, ze zijn in verbinding met hun diepste verlangen. We delen, hier zijn de jonge leiders aanwezig. Twee docenten, Indiaanse vrouwen in kleurrijke sarongs, maken zich bijna onzichtbaar om de kinderen alle ruimte te geven in deze workshop. We gaan verder in twee groepen aan de slag. De sandwich waar ze zich in bevinden -goed willen doen ten opzichte van de docenten en soms buitengesloten worden door de groep maar er juist ook zo graag bij de groep willen horen- zijn de terugkerende thema’s in de ontboezemingen. Stuk voor stuk zijn ze trots op hun taak en zijn bereid de tegenslagen te verduren die hun positie mee zich meebrengt. In de kleine groep praten de kinderen over hun diepste angst. De ruimte vult zich met verhalen en gesnik. Het ene verhaal buitelt over het andere heen. De kinderen troosten elkaar. Kinderen zo jong nog met indringende ervaringen. Eén van de verhalen die we horen: “Mijn opa heeft mijn vader doodgeschoten. De dag van de begrafenis zat mijn opa dronken op het graf van mijn vader te lachen.” Verlies, rouw, alleen zijn en toch niet bang willen zijn. “I never show my fear otherwise they can get me”, zegt een meisje trots. Aan het einde van de bijeenkomst spreken ze zachtjes uit dat ze zich niet langer alleen voelen, nu ze dit met elkaar gedeeld hebben en beloven elkaar te steunen. Bij het afscheid staan de kinderen in de rij om één voor één door ons geknuffeld te worden. De docenten bedanken ons en de adjunct komt bij ons en zegt dat ze bewust niet is gekomen omdat de kinderen zich wellicht door haar geblokkeerd hadden gevoeld. Ontroerd en onder de indruk van deze dappere kinderen gaan we terug naar onze groep. Lunchpauze in Afrika. Afronding Geïnspireerd maken we van de laatste oefening een Stepping Stone oefening waarbij de mensen fysiek hun stappen nemen en hun doel bereiken. We juichen de heldenreizen toe. Voorbeelden zijn: de zingende vrouw gaat de komende weken bij de schooldirecteuren op bezoek. Zij wil graag de schoolkostuums met haar naaiatelier uitvoeren, een win-win situatie. In dit naaiatelier kunnen vrouwen uit de township een baantje hebben en zo een inkomen verdienen. Pume, van Licht in Duisternis, ziet voor zich dat ze een thuis creëert voor de kinderen in haar oude wijk waar ze zich veilig voelen en geliefd voelen. De computerlessen voor de schoolkinderen zijn al een succes. De twee jongens die theater maken om de mensen te inspireren en niet het pad op te gaan van misdaad en drugs willen zoveel mogelijk publiek bereiken om de discussie rondom deze thema’s op gang te brengen. Ze nodigen ons uit volgende week naar hun nieuwe voorstelling te komen kijken in hun township. Het lokaal barst van de energie. Bij het afscheid worden we toegezongen door de dame die speciaal een lied voor ons heeft gemaakt. Haar Thank you dear ladies vervult ons met dankbaarheid en trots. Een week later We gaan op de uitnodiging van de jongens in. Vooraf bleek de logistiek om ook echt bij de voorstelling te komen nog flink lastig. We zijn inmiddels namelijk voor onze follow-up training naar Amanzimtoti verhuisd. Hoe
komen we op de juiste plek, ruim een uur rijden hier vandaan? We worden gelukkig gehaald en gebracht door de bus van Thami die we betalen, eigenlijk de enige manier om er te komen. Een blanke of Indiase taxichauffeur gaat de township echt niet in. Voor de voorstelling kook ik nog voor Thami als dank voor zijn gastvrijheid. De gasten in zijn huis eten allemaal mee. Er is altijd genoeg te eten. De Afrikaanse mannen zoenen letterlijk de kip die ik gemaakt heb. Wij zijn geïmponeerd door de opbouw die de afgelopen negen dagen in het Backpackers house heeft plaatsgevonden. Het naaiatelier is verhuisd naar de achterkant. Daar is nu een nieuwe kamer bijna afgebouwd, compleet met ramen en een plekje voor de douche. Voor ons vertrek wordt er met vereende mannenkracht nog een grote Coca-Cola ijskast/vitrine neergezet in de nieuwe gebouwde buitenbar. Binnen die negen dagen is er ongelofelijk veel gemanifesteerd. Bij de voorstelling blijken we de enige blanke toeschouwers in een afgeladen tent met wel 250 mensen. Er zijn twee stoelen voor ons vrij gehouden, we worden als Vips behandeld en in de vele lange lange speeches -half in Zulu en half Engels- horen we onze namen vaak noemen. De voorstelling is indrukwekkend. Geregisseerd en gechoreografeerd door onze jongens van African Champions. De vrijwilligers, onder andere onze Belgische huisgenoten bij Thami die meedoen zijn, van Ukakhanya van onze Pume. Er wordt gespeeld, gedanst en gezongen alsof hun leven er van afhangt. Wij zijn trots als moeders op hun kinderen. Alle thema’s komen voorbij. HIV, discriminatie, mishandeling en apartheid. Gelukkig zijn alle scenes doorspekt met humor bij deze zware onderwerpen. Mensen lachen, roepen teksten en staan op wanneer het spannend wordt. Het JanKlaaseneffect is groot. De toeschouwers zijn zeer betrokken. Ook wij pinken een traantje weg. Er is een scene tussen twee vrouwen. De ene vrouw troost de andere vrouw nadat ze mishandeld is door haar man. De vergrotende drietrap die in toneel vaak wordt toegepast is frappant voor ons: “He abused me sexual, mental and physical. Seksueel is blijkbaar het minst erge. Heel spannend wordt het, wanneer onze twee Belgen de Blanke Afrikaners verbeelden, compleet met geweren en een kind dat doodgeschoten wordt. De spanning is goed voelbaar in de tent. Er wordt geschreeuwd door het publiek, de moeder on stage huilt hartverscheurend, tranen met tuiten. De haat is voelbaar. Wij zijn ons heel bewust van ons witte huidje. De slotscene is prachtig: er wordt vergeven, handen geschud en beloofd om met elkaar te samenwerken. In de laatste dansscene wisselen de witte vrijwilligers met de acteurs de zuludans af. Het geeft hilariteit als de blanke er niets van bakt en bewonderend gejuich als de vrijwilliger goed kan dansen en zelfs op de zulu manier in één sprong op de grond zit. Een levend bewijs dat waar ook onze wieg stond, we met elkaar kunnen zijn en bouwen. De follow up van groep 8 Toen we uit Nederland vertrokken, hadden we vier bevestigingen, van de oorspronkelijke groep van elf. Eén man was verhuisd voor de liefde en was nu een nieuwe NGO gestart in Californië. Een allerliefste vrouw was gestorven, twee deelnemers waren niet meer te vinden ondanks verschillende pogingen. Eén man was niet meer welkom (want hij bleek uiteindelijk te hebben gelogen over zijn NGO-werk), een andere man zou verderop in de tijd bij een andere groep dichter bij zijn huis (Kaapstad) een follow-up kunnen doen. De Nederlandse vrouw -die destijds meedeed als stagiair en nu betaald werkt voor diezelfde stoere organisatiehad aangegeven geen tijd te hebben, omdat ze onderweg zou zijn met een groep. Wel bood zij aan de training te coördineren en contact te blijven zoeken met de ex-deelnemers in haar buurt. Voornemen was met de kleine groep van vier de tweedaagse training met volle inzet te doen en ter plekke te zien of we nog meer mensen konden bereiken. De dag voor de start richtten we het lokaal in, maakten we een afspraak met de kokkin om voor ons kleine gezelschap te koken en kregen we een rondleiding op het terrein van Mother of Peace. Zij waren in 2010 ook onze ‘gastvrouw’. Het is daar inderdaad heel vredig en lieflijk, precies zoals de naam zegt. De witte gezinshuizen waarin een professionele ’moeder’ met verschillende kinderen woont, zijn heel schoon en veilig. Er is een openlucht theater, Katholieke kerk en een moestuin. Maar ook bewaking en een hek. In 2010 reden Erik en ik in onze gehuurde auto die tien minuutjes van onze kamer naar Mother of Peace zelf. Carla en ik maken gebruik van een taxi. De taxichauffeur noemt zeven euro in plaats van drie euro voor het korte ritje. Hij verklaart dat het laatste stuk, ‘voorbij die ene brug’, gevaarlijk was voor een taxi met een witte Afrikaner: “Rob, rape and murder over there”. Toch anders als je met twee vrouwen reist in plaats van man en vrouw in een land als daar. Zelf een auto huren is veel duurder voor Libre. Daarbij: Safety First! Wij besluiten het voor die prijs te doen op voorwaarde dat hij onze vaste chauffeur is.
Magere opkomst Wij hebben heel veel zin om weer aan het werk te gaan na de verhuizing en twee vrije dagen. Programma staat op het bord, het lokaal is ingericht om met elkaar aan de slag te gaan. Koffie, thee, koekjes. Ik had nog telefonisch contact gezocht met enkele ex-deelnemers, zonder resultaat. Het zou bij vier deelnemers blijven…. Tien minuten voor de start komt de eerste aangelopen. Zij werkt bij Mother of Peace. Het is een fijn weerzien. Een uur later komt Thami met zijn grote bus het terrein op. Hij heeft pech gehad onderweg. Ik heb in de tussentijd de twee dames gebeld die zich met veel enthousiasme hadden aangemeld en geschreven hadden er absoluut erbij willen te zijn. De één neemt niet op en de ander, een trotse dame, is heel kortaf aan de telefoon en zegt les te geven en dat ze nu geen tijd heeft. Daar zijn we dan: twee trainers en twee deelnemers. We gaan naar binnen. De dame zegt al snel dat ze niet op deze manier de twee voorgenomen dagen wil inrichten. Fijn; ze laat zien dat ze assertief handelt. Thami sluit zich erbij aan. Voor ons gaat het erom wat zij willen, hoe graag wij ook aan de slag willen gaan. Wij vragen of ze wel willen meewerken aan het verzamelen van de outcome informatie voor Libre. Dat willen ze meteen. We bespreken een aantal sheets met elkaar en het is een mooi gesprek tussen vier mensen die samen het beste er van willen maken en er alle vier winnend uit willen komen. Ze doen precies wat ze twee jaar ervoor hebben geleerd. Al met al hebben wij er het beste van gemaakt. Alhoewel het soms frustrerend was om zo ver van huis te zijn en zo dichtbij de mensen te zijn om wie het draait, terwijl die dan niet komen opdagen. Mooie verhalen uit een complex land Drie mooie verhalen meegenomen naar huis, waaruit blijkt dat de trainingen van Libre zo zinvol zijn. Dat ene doel, outcome meten, is met enige moeite goed gelukt. Mensen willen wel, maar zijn ook bezig te overleven. Dat blijkt wel uit een mailtje wat ik na thuiskomst ontving. De vrouw die niet bereikbaar was geweest, bood alsnog aan om haar ervaringen te mailen. Excuses dat ze niet aanwezig kon zijn. Het is nu nóg wachten op het verslag van haar. Laatste bericht is dat het hectisch druk is op dit moment. En…het internet ligt eruit thuis. Tja... Wij hebben genoten en zijn zoveel ervaringen rijker geworden door dit prachtige land. Luisteren naar de verhalen vanuit verschillende andere perspectieven, heeft ons iets meer inzicht gegeven over de complexiteit van het leven in een cultuur met deze geschiedenis waarin separatie zo schrijnend kan zijn.
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk, heb lief en bewonder Lia
Bijlage: Nederlanders met een weeshuis
Bijlage:
Nederlanders met een weeshuis
Bij Blue Sky Mining, ons hostal in Amanzimtoti, maken we kennis met een Nederlands paar. Hij voorheen hovenier en zij medewerkster van een bank. Zij hebben alles achter gelaten in Nederland en wonen hier nu een jaar. Ze leiden samen met de oprichtster een NGO: opvang voor weeskinderen en een daycare. In eerste instantie zijn we zeer onder de indruk van hun idealisme, lef en voortvarendheid. We vragen of het mogelijk is om een bezoek te brengen. Na agenda’s te trekken (wij blijven Nederlanders) stellen ze voor ons op te halen en een rondleiding te geven. De planning betekent dat we die dag min of meer toevallig twee weeshuizen bezoeken op een dag. In de ochtend zijn we op het terrein waar we ook de training verzorgen. Byron leidt ons rond op het terrein van Mother of Peace waar ik eerder over vertelde. Sereen en peaceful is het daar zeker. Elk huis wordt bewoond door een moeder en ‘haar’ kinderen. Kraakhelder, met een katholieke inslag te zien aan het kerkje en een goede moestuin zoals vroeger de kloosters ook hadden. Ook is er een openlucht theater. Er is een crèche en een schooltje. Op dit moment leidt een hartelijke vrouw de organisatie. De kinderen zijn uitgelaten als ze ons zien in het speelkwartier en even later horen we de Engelse rijmpjes in koor door de open ramen. In de middag het andere weeshuis. Ik doe mijn best om een objectief beeld te schetsen wat we daar zien. Het is een gekrijs van de vele aapjes als we de bus uitstappen. Het complex is opgebouwd uit verschillende geschonken containers die ingenieus zijn neergezet op een hellend vlak. We gaan binnen in een grote ruimte, waar in het midden het eten wordt bereid. De man vertelt ons dat de kinderen in de rondom opgestelde containers hun kamertjes hebben. We zien posters hangen in de meisjes kamertjes van Johnny Depp. De jongens en meisjes hebben ieder een container waar ze wc’s en douches hebben. “Daar komen wij niet”, vertelt de hovenier, “zij moeten zelf zorg dragen voor de schoonmaak.” Ik verbaas me…kinderen leren door iets na te doen…hoe leren ze hier dan over hygiëne…hoe weten ze of iets schoon is…? In de ruimte lopen honden rond, er liggen korsten brood en afgebeten boterhammen op de grond. “Dat laten we liggen, dat eten onze honden op.” Aan het einde van de ruimte vormen twee containers het huis van het Nederlandse stel. Op onze vraag of we even binnen mogen kijken volgt al snel “Nee, dat is privé”. De kinderen mogen er bij hoge uitzondering en op uitnodiging binnenkomen. Door de ramen zien we een goed uitgeruste keuken. Buiten zijn er nog meer slecht uitziende schurftige honden die om ons heen lopen. Carla en ik krijgen alle twee jeuk. Wij willen graag weer naar binnen. We bekijken de andere ruimtes. De schoolklas, de slaapruimte voor de kleintjes die hun middagdutje doen. Plastic matrasjes zonder hoeslakentjes. Op onze vraag wat de reden is dat de kinderen op het plastic slapen is het antwoord: “ik ga niet achter de naaimachine. Wij hebben hier geen Hema waar je ze kant en klaar kunt kopen.” Bij Mother of Peace slapen de kinderen op dezelfde matrasjes mét hoeslakentjes, zagen we de ochtend. We kopen een dozijn armbandjes die de kinderen hebben gemaakt. Van de verkoop van de armbandjes willen ze op schoolreisje met de kinderen. De man vraagt wat we voor elkaar kunnen betekenen. Ik vertel hem over Libre en de vijfdaagse training. Hij is niet geïnteresseerd in een training: “we krijgen hele goede evaluaties, ik heb geen training nodig.” De crèche heeft net nieuwe muurtekeningen gekregen gemaakt door een groep Nederlandse vrijwilligers die de verschillende NGO’s bezoeken. Buiten spelen de kinderen in het zand. Hij wordt papa genoemd en zij mama. De vrouw laat een jongetje van een jaar of vier Sinterklaas Kapoentje zingen. We vragen hoe het in zijn werk gaat in de crèche. De kinderen uit de buurt kunnen worden gebracht vanaf zeven uur ‘s ochtends. Er wordt een bijlage verlangd en er moet een luier per dag worden meegegeven. “En als ze geen luier meekrijgen?”, vraag ik. “Dan doen ze de hele dag met diezelfde luier, waarmee ze gekomen zijn. Ze moeten vooral niet gaan denken dat ze hier gratis luiers kunnen krijgen.” Mijn hart breekt. Uit eigen ervaring weet ik dat mijn zoon toentertijd per dag met gemak tien luiers verbruikte. Hoe snel luieruitslag kan ontstaan door de bijtende urine, hoe goed je de tere billetjes moet insmeren… Door onze vragen ontstaat er een geladen sfeer. Op de terugweg in de auto hebben we nog één vraag. In de crèche waren alleen zwarte kindertjes. Wat als er een moeder met een blank kindje aan het hek komt en vraagt of ze haar kindje kan laten verzorgen? Het antwoord is: “Nee, we nemen alleen zwarte kinderen aan. Ik houd
van Chocolate babies. We doen nog een poging: “in hoeverre werk je als blanke man dan mee aan Apartheid? Waar en bij wie stopt het?” Ja, dat was iets waar hij nog wel eens over na wilde denken. Terug op onze kamer huilen we van boosheid en onmacht. Plaatsvervangende schaamte voor ons eigen volk. Hoe kun je zonder papieren en opleiding een weeshuis leiden? Hoe kun je zelf als geen ervaring hebt, in de jeugdzorg, onderwijs of tenminste als vader of moeder zoveel kinderen onder je hoede krijgen? Wie controleert de kwaliteit? Natuurlijk hebben die mensen ook de beste intenties, maar van je eigen Nederlandse volk zou je toch een andere invulling van die zorg verwachten. Tenminste dat het schoon is. We kaarten het nog eens aan bij Wilma die voor de hele omgeving voor de vrijwilligers zorgt. Zij kent de situatie en krijgt geen klachten van vrijwilligers. Ter informatie: de weeshuizen of andere opvangtehuizen krijgen van iedere vrijwilliger die voor hen twee weken komt werken 400 euro voor de kost en inwoning. Wilma nuanceert: het schone van Mother of Peace heeft door zijn katholieke leest ook nadelen. Meisjes worden heel jong zwanger omdat er geen seksuele voorlichting wordt gegeven. Over seks wordt niet gesproken. Ieder nadeel heb zijn voordeel. Toch blijft het nare gevoel over het weeshuis met de hovenier lang hangen. Voor ons in ieder geval een bewustzijn dat we als Libre met de beste intenties komen om mensen te bekrachtigen in hun leiderschap zodat hun club succesvoller wordt. Terwijl we lang niet van elke organisatie weten hoe de organisatie intern werkelijk werkt. Wat we hebben gedaan: Met Byron, een leidinggevende van Mother of Peace, heb ik onze bevindingen gedeeld. Eén van ‘zijn’ kinderen zou overgaan naar deze organisatie. Zij zouden meer tijd, aandacht en expertise (?) hebben voor dit verstandelijk gehandicapte jongetje. Ik heb hem gevraagd persoonlijk te gaan kijken. Met eigen ogen te zien of de omgeving volgens hem voldeed. Hij was blij met de informatie en beloofde zelf te gaan kijken. De ruimte die bedoeld was voor dit jongetje bestond uit kleine cellen die nog lang niet af waren, hadden we met eigen ogen gezien. We hebben gedaan wat binnen onze cirkel van invloed lag. Rapporteren, in dialoog blijven en mensen bewegen zelf hun oordeel te vormen. En zo tot een passende actie te komen. We wensen met heel ons hart dat het heeft geholpen voor dit jongetje en de andere kinderen.
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk, heb lief en bewonder Lia