2012 TU/e Geertje Bakens S100121
[FLEXPLEK ‘HET KETELHUIS’] Herbestemmingsproject ketelhuis, Vredestein fabriek te Doetinchem.
Inleiding Dit verslag behandelt de totstandkoming van het ontwerp van een flexplek in het voormalige ketelhuis van de Vredestein fabriek in Doetinchem. In dit verslag wordt het proces behandeld van begin fase tot eindontwerp.
Inhoud Inleiding .......................................................................... 2 Het Ketelhuis .................................................................... 3 Masterplan ....................................................................... 4 Functie ............................................................................ 5 Kwaliteiten benutten ......................................................... 6 Indeling gebouw............................................................... 7 Licht ................................................................................ 9 Constructie..................................................................... 10 Sfeerbeelden .................................................................. 11 Maquette ....................................................................... 12
Dit project is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Doetinchem, die een aantal monumentale gebouwen bezit die geschikt zijn voor herbestemming. De tweedejaars studenten bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven hebben voor deze gebouwen een herbestemmingplan gemaakt en uitgewerkt.
TU/e | Door Geertje Bakens 2
Het Ketelhuis Het hier behandelde gebouw, zoals te zien in figuur 1, is het oude ketelhuis van de Vredestein fabriek. Vredestein was vooral halverwege de vorige eeuw een vooraanstaand bedrijf. Het bedrijf verwerkt rubber tot producten zoals fietsbanden, voetballen en matrassen. Het ketelhuis diende als motor van de fabriek. In het gebouw stonden een aantal ketels waarin brandstoffen werden gestookt, en met de energie die daarbij vrij kwam werd de rest van de fabriek van energie voorzien. In figuur 2 is het ketelhuis te zien in de jaren zestig, toen de rest van de fabriek er ook nog tegenaan stond. Zoals te zien is, was het ketelhuis slechts een klein onderdeel van een grote fabriek.
Figuur 1
Figuur 2
Het ketelhuis bestaat uit twee in hoogte verschillende langshallen die ieder zijn opgetrokken op een nagenoeg rechthoekige plattegrond. De gekoppelde hallen bezitten ieder één bouwlaag. Hoewel de daken anders doen vermoeden overdekken zij één grote hal. De houten daken van de langshal worden gedragen door ijzeren vakwerkliggers en zijn voorzien van in totaal drie in de langsrichting geplaatste lantaarns met op de nokken ventilatiekappen. De als voorgevel te beschouwen westgevel van de hallen is vier traveeën breed en bestaat uit een vier gekoppelde in glas, beton en staal uitgevoerde puien. Bij het sluiten en slopen van de fabriek is besloten het ketelhuis, inclusief de schoorsteen, te laten staan en te benoemen tot gemeente monument. In figuur 3 staan de redenen van plaatsing volgens monumenten beheer Doetinchem.
Figuur 3
TU/e | Door Geertje Bakens 3
Masterplan Doetinchem heeft te maken met krimp en is bezig met het verbeteren van de stad. Deze plannen staan beschreven in ‘het masterplan schil’ van de gemeente Doetinchem (figuur 4). Ook rond de locatie van de Vredestein fabriek hebben al de eerste aanpassingen voor vernieuwing plaatsgevonden. Zo is er aan de oostzijde van het Vredesteinterrein de eerste nieuwbouw geplaatst en er ligt sinds maart 2011 een beeldkwaliteitplan voor het Vredesteinterrein waarvan de Hamburgerbroeklaan al is aangelegd (figuur 5). Dit plan is echter van matige kwaliteit en is voor verbetering vatbaar. Na zes tot acht weken werken aan een nieuw masterplan is er een mooi resultaat bereikt zoals te zien in figuur 6.
Figuur 4
Figuur 5
Het nieuwe masterplan speelt in op de visie van de gemeente Doetinchem door een kwalitatief goede leefomgeving te creëren en in te gaan op de krimp. Ook is er gehoor gegeven aan de groene visie die zegt dat de bebouwing moet worden onderbroken door de zogenoemde ‘groene vingers’. In het uiteindelijke masterplan staat het park dan ook centraal, de (toekomstige) bebouwing zal daaromheen worden gepositioneerd. Aan de noordzijde is er plek voor twee grote publieke functies die laten zien dat de tijd in Doetinchem niet stil staat en dat er iets te doen is. De zuidelijker gelegen bebouwing kan worden ingericht met bijvoorbeeld kantoren en publieke functies, bijvoorbeeld speciaalzaken en recreatie. Het ketelhuis heeft in dit plan meerdere mogelijkheden zoals te zien is in figuur 7. Feit is wel, dat het ketelhuis op een zichtlocatie ligt en aansluit op een redelijk groot gebouw.
Figuur 6
Figuur 7
TU/e | Door Geertje Bakens 4
Functie Vanuit dit masterplan is er gezocht naar een geschikte functie voor het ketelhuis. Aangezien het ketelhuis grenst aan een zalencomplex voor conferenties en kleine beurzen, was het voor de hand liggend een aansluitende functie te kiezen. Hier is echter voor een functie gekozen die niet direct bij de conferentiezalen hoort, maar wel dezelfde sfeer ademt. Het gaat hier namelijk om een flexplek. Een flexplek is een gebouw waar bijvoorbeeld zelfstandig ondernemers of freelancers een werkplek kunnen huren. Dit is vaak handig wanneer een ondernemer niet op zijn of haar zolderkamer wil werken en een representatieve plek wil hebben om (zaken)mensen te ontvangen. Een dergelijke flexplek sluit goed aan bij het zalencomplex doordat ze dezelfde tijdelijke bezoekers hebben en ze ook dezelfde zakelijke sfeer hebben. Hiernaast zijn een aantal referentie beelden van flexplekken te zien.
TU/e | Door Geertje Bakens 5
Kwaliteiten benutten Doordat het ketelhuis op een goede zichtlocatie ligt, ontstaan er een aantal goede kwaliteiten die benut kunnen worden. Zoals te zien in figuur 8, is de noordzijde van het gebouw geschikt voor reclame doordat het richting het spoor ligt. Treinpassagiers zullen de gevel zien en weten waar ze moeten zijn. De westgevel (figuur 9) is de gevel die het ketelhuis zo karakteristiek maakt. Deze gevel is vanaf de Havenstraat goed te zien en is erg herkenbaar. De gevel met de grote pui is erg bijzonder omdat het vroeger een proces zichtbaar maakte dat normaal gesproken helemaal niet zichtbaar is, namelijk de ketelruimte. Ook nu zal deze gevel opnieuw een proces zichtbaar maken, namelijk het moderne proces van werkende mensen achter hun bureaus.
Figuur 8
De zuidgevel ligt aan het park en heeft als kwaliteiten rust en ontspanning. Om dit te benutten is de zuidgevel dus een uitgelezen kans om te dienen als pauzeplek. Daarnaast is er natuurlijk nog de schoorsteen, door zijn grote hoogte is deze van ver af te zien en een echte aandachtstrekker. Deze kan dan natuurlijk ook goed worden gebruikt als wegwijzer naar de ingang.
Figuur 9
TU/e | Door Geertje Bakens 6
Indeling gebouw De schoorsteen springt erg in het oog en vandaar is de ingang bij de schoorsteen gepositioneerd. De meeste bezoekers van het zalencomplex en de flexplek zullen vanaf de spoorzijde komen en hier bevindt zich, naast de schoorsteen, dan ook de ingang. De ingang is ook via de parkzijde bereikbaar, maar deze is minder prominent aanwezig door de 3 smalle openingen. Als je de flexplek binnenkomt, kom je eerst in de ontspannings- en ontmoetingszone. Hier staat het netwerken en ontspannen centraal. Vanuit hier kunnen de bezoekers naar de werkplekken door, door het ontmoetingscentrum en langs de reclamebalie te gaan. (zie figuur 10)
Figuur 10
TU/e | Door Geertje Bakens 7
Op de doorsnede in figuur 11 is de indeling van de werkplekken goed zichtbaar. Links bevinden zich twee werkvloeren boven elkaar. De eerste is 80cm verlaagd waardoor het zicht over het maaiveld gaat. De tweede werkvloer bevindt zich op de eerste verdiepingsvloer die ook toegang biedt tot de bovenste groepsruimtes. De verdiepingsvloer lijkt in deze afbeelding te zweven, dit komt doordat hij wordt ondersteund door vier kolommen en de zijwanden. Door dat de vloer is losgehouden van de oostgevel wordt dit effect versterkt en krijgen de onderste werkplekken net wat meer licht. De groepsruimtes zijn zes aparte boxen, waarvan de bovenste drie boven de onderste drie hangen. In figuur 12 is een andere doorsnede te zien, waarin te zien is dat de bovenste boxen kleiner zijn dan de onderste. Ook hier is weer het zwevende principe gebruikt. De bovenste boxen hangen aan de buitenwand en lijken dus te zweven boven de onderste. Dit geeft de bezoeker het gevoel een privéruimte te betreden die los staat van de rest van het gebouw.
Figuur 11
Ook laat deze afbeelding de verhouding van de ruimte zien. De ontmoetingsplek is erg hoog er ruim en heeft veel lichtinval.
Figuur 12
TU/e | Door Geertje Bakens 8
Licht Licht is in dit ontwerp een erg belangrijk aspect. Door in het ontwerp met het licht te spelen zijn er verschillende sferen in het gebouw te vinden. De ontmoetingsplekken zijn erg licht en ruim en hier is direct zonlicht aanwezig. Bij de werkplekken is het echter niet fijn als er veel direct zonlicht is en voor presentaties is veel licht ook zeker niet handig in verband met zichtbaarheid van bijvoorbeeld presentaties op een beamer. In figuur 13 is te zien hoe het licht in het gebouw valt via de lichtkappen op het dak. Door de lichtkappen valt er veel licht op de ontmoetingsplek en maar weinig licht op de onderste groepsruimte. Doordat er nauwelijks direct zonlicht de onderste boxen invalt, zijn de erg geschikt voor presentaties. Het extra verduisteren van de ruimte is dan niet altijd nodig en snel gedaan.
Figuur 13
De bovenste boxen bevinden zich recht onder een lichtkap. Om hier gebruik van te maken, maar de lichtwaarden toch binnen te normen te houden is er gebruik gemaakt van een plafond met openingen. In smalle stroken is 50% van het plafond open gehouden en valt er voldoende licht in de ruimte om te vergaderen. Dit plafond zorgt voor een bijzonder, maar prettig werksfeer.
In de afbeeldingen zijn de werkplekken weergeven en hierin is duidelijk het verschil te zien tussen de licht inval op verschillende plekken in het gebouw.
TU/e | Door Geertje Bakens 9
Constructie In figuur 14 is de constructieve situatie te zien zoals hij nu is. Dit is als uitgangspunt genomen en alles wat nog bruikbaar is, wordt behouden. Deze elementen zullen worden aangepast en daar waar nodig versterkt en/of vernieuwd. (Blauw) Een aantal elementen is voor de nieuwe situatie niet sterk genoeg en zullen moeten worden aangepast of vervangen. Waaronder de kolommen die het dak dragen. (Groen) Hiernaast zijn er ook een aantal nieuwe elementen nodig, waaronder vier kolommen om de nieuwe verdiepingsvloer te dragen. Ook zullen er nieuwe gevels worden geplaatst, aan de oost- en zuidzijde. (Rood) De oude betonnen vloer zal worden volgestort zodat het één rechte vloer is. Aan de linkerzijde bij de verlaagde werkplekken zal de oude vloer eruit worden gehaald en een nieuwe verlaagde vloer worden geplaatst.
Figuur 15
Figuur 14
De nieuwe verdiepingsvloer is, zoals te zien in figuur 16, opgelegd op de twee buitenwanden en wordt ondersteund door vier nieuwe kolommen.
De vergaderboxen hangen aan de buitengevel boven de presentatieboxen (figuur 17). Om dit constructief op te lossen is er gebruik gemaakt van een trekstaaf. Deze trekstaaf houdt de vloer van de box omhoog. Om de grote puntlast af te kunnen dragen is er een nieuwe wand voor de oude geplaatst met tussen de twee wanden een grote metalen plaat. Deze plaat verdeelt de puntlast over het gehele oppervlak van de nieuwe muur.
Figuur 17
Figuur 16
TU/e | Door Geertje Bakens 10
Sfeerbeelden
TU/e | Door Geertje Bakens 11
Maquette Hier zie je foto’s van de maquette. Helaas bij een tekort aan tijd is hij niet zo mooi geworden als gepland, maar hij geeft wel een duidelijk beeld van de ruimtelijkewerken van het gebouw.
TU/e | Door Geertje Bakens 12
TU/e | Door Geertje Bakens 13