fl ts www.krantenindeklas.be
Naam Richting Studiejaar Vak(ken) School
Kranten In de Klas
>
opdrachtenbundel
Inhoud
THEMA 1: Aangename kennismaking 1.1 De kranten van bij ons 1.2 Dagelijks opnieuw nieuws 1.3 Tot uw dienst 1.4 Online kranten vergelijken 1.5 Papieren kranten vergelijken
4 4 4 5 6 7
THEMA 2: Een blik op de krant 2.1 Aandacht, aandacht! De pagina vooraan 2.2 De voorgevel: elk huisje anders en toch gelijk
9 9 9
THEMA 3: Het nieuws in de krant 3.1 Wat (is) nieuws? 3.2 Het is maar hoe je het bekijkt
11 11 11
THEMA 4: Artikels onder de loep 4.1 W W W W W H 4.2 De structuur van een krantenartikel 4.3 Koppensnellen 4.4 Begrijpelijke woorden
13 13 14 14 16
THEMA 5: De krant in beeld en beelden 5.1 Foto’s, prentjes, plaatjes 5.2 In een flits 5.3 Getekend en geschreven: infografieken 5.4 Van informatie tot infografiek 5.5 Het verhaal van de strip
in de krant
17 17 18 19 20 20
THEMA 6: Sport 6.1 Het is (g)een wedstrijd 6.2 Een lach en een traan 6.3 Sport: geweld(ig)!
21 21 21 22
THEMA 7: Hoe gaat het... 7.1 Hoe gaat het… met jou? 7.2 Hoe gaat het… met je gemeente, België, Europa, de wereld? 7.3 Hoe gaat het… met onze planeet? 7.4 Laat ons een boom...
23 23 23 27 27
THEMA 8: Allemaal samen! 8.1 Onze krant 8.2 Onze voorpagina
28 28 30
THEMA 9: Game Over 9.1 Cartoons 9.2 Quiz’t het!
31 31 31
> flits 06-07
Voorwoord
Hallo!
Twee weken lang liggen er weer elke dag kranten in je klas. Zo kun je op een leuke en kritische manier kennismaken met 8 Vlaamse kranten. Neem ze straks gerust mee naar huis, want lezen kun je echt overal!
Een krant is altijd iets ‘nieuws’. Elke dag vind je er nieuwe verhalen. De krant is eigenlijk als een groot boek, waarin je naar hartenlust kunt kiezen wat je leest en wat niet. En denk dan alsjeblieft niet dat een krant alleen maar vol staat met ‘saaie politiek’. Muziek, sport, de nieuwste games en mp3-spelers, de tofste dvd’s en cd’s… je leest het allemaal in de krant. Zo weet je altijd net iets meer dan alle anderen.
Deze FLITS is helemaal en alleen van jou. Je leert op een leuke manier hoe een krant gemaakt wordt, wat er zoal in staat en dat kranten lezen eigenlijk best cool is.
Zeg nu zelf: een jongere met gezond verstand, die leest toch de krant?
Geert Bourgeois, Vlaams Minister van Media
In FLITS vind je ook heel wat symbooltjes om je op weg te helpen. (zie hieronder) Je kunt samen met je leerkracht kiezen aan welke opdrachten je zal werken. Het is niet de bedoeling om àlle opdrachten in de werkkrant te maken, maar dat mag natuurlijk altijd.
De komende weken ga je samen met je leerkracht kranten lezen in de klas. Een goed idee, denk ik. Want misschien ken je ‘de gazet’ wel van thuis, maar dat is toch niet hetzelfde.
De verschillende kranten organiseren voor jou ook enkele onvergetelijke acties. Er zit ongetwijfeld iets bij dat jíj leuk vindt. Kijk op de achterkant van je FLITS en vraag aan je leerkracht of je met de klas kunt deelnemen.
In je klas liggen 8 verschillende Vlaamse kranten. Dit is je kans om de artikels uit al die kranten te vergelijken. Natuurlijk mag je met de andere jongens en meisjes praten over wat je ziet en leest in de kranten. Hoe meer, hoe liever zelfs. Je leerkracht kan je ook meer vertellen over hoe de krant gemaakt wordt. Wie weet, misschien wil jij daar later ook wel aan meewerken?
Veel plezier met de kranten! Het KiK-team
Veel leesplezier!
Frank Vandenbroucke, Vlaams Minister van Onderwijs
Wat betekenen de symbolen bij de opdrachten?
Hier moet ik al eens dieper over nadenken
Dit kan ik zeker
hier begint de opdracht
Groepswerk
Computer is nodig of handig
knippen (en plakken)
Kranten van verschillende dagen nodig
informatie over de opdracht bij je leerkracht
flits
06-07 >
THEMA 1: 1.1 De
Aangename kennismaking
kranten van bij ons
Hiernaast zie je een foto van alle Vlaamse kranten in je klas. A. Lees jij thuis een krant? Ja? Hoe heet die krant?
B. Bekijk even de kranten die in de klas zijn uitgedeeld. Welke heb je al eens gelezen of gewoon gezien? Welke ken je nog niet?
al eens gelezen
De Morgen De Standaard De Tijd Gazet van Antwerpen Het Belang van Limburg Het Laatste Nieuws Het Nieuwsblad Het Volk
al eens gezien
ken ik nog niet
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
c. Welke andere kranten ken je nog?
1.2 Dagelijks
opnieuw nieuws
Van de kranten die in de klas zijn uitgedeeld, worden er allemaal samen elke dag bijna 1 miljoen exemplaren verkocht. Elke krant wordt gemiddeld door zowat 3 mensen gelezen. Voordat de kranten bij de lezer komen, heeft het nieuws al een hele weg afgelegd. Daar werken heel veel mensen aan mee. Elk hebben ze een taak en samen maken ze iedere dag een nieuwe krant. De informatie in de krant volgt elke dag de weg van de 5 V’s. A. Hieronder zie je hoe een krant wordt gemaakt. Schrijf op de lijntjes telkens om welke V het gaat. Kies uit 1 = Vermenigvuldigen 2= Verspreiden 3= Verwerken 4= Verzamelen 5= Vormgeven
> flits 06-07 > thema 1 - Aangename kennismaking
t Zo kom uws e het ni rant k in de
t Zo raak uws het nie ers lez bij de
1.3
V
•
gebeurtenis: wat is er gebeurd?
•
nieuwsgaring: verzamelen van nieuws
V
•
selectie: welke onderwerpen komen in de krant?
•
redactie: de artikels worden gemaakt
V
•
lay-out of opmaak: vormgeving en bladschikking
•
proefdruk en eindredactie: foutjes verbeteren
V
•
aanmaken van drukplaten
•
drukken
V
•
distributie: versturen en bezorgen van de kranten
•
lezen!
Tot uw dienst
Een krant is er uiteraard om elke dag het nieuws te brengen. Dat zou je haar belangrijkste taak kunnen noemen. Maar een krant doet nog veel méér... Doorblader de kranten die je hebt gekregen.
func·tie (de ~ (v.), ~s) 1 ambt, betrekking 2 [wisk.] veranderlijke grootheid 3 doel dat iets heeft binnen een geheel, werking => rol
A. Bedenk 3 redenen waarom mensen graag een krant lezen. 1. 2. 3. B. Vergelijk met de andere leerlingen van de klas. Welke redenen hebben zij nog bedacht? 1. 2. 3. 4. C. Zoek bij elke reden een voorbeeld uit de krant: een artikel, een foto, een strip,… Leg aan de andere leerlingen uit waarom je hiervoor hebt gekozen. D. Welke voorbeelden hebben de andere leerlingen gevonden? 1. 2. 3. thema 1 -
Aangename kennismaking >
flits
06-07 >
1.4 Online
kranten vergelijken
Kranten lezen kan tegenwoordig niet alleen op papier, maar ook op het internet. De internetkranten vind je hier
http://www.demorgen.be http://www.gva.be/ http://www.hbvl.be/ http://www.hetvolk.be/
http://www.hln.be http://www.nieuwsblad.be/ http://www.standaard.be http://www.tijd.be/
a. Vergelijk een krant op het internet met dezelfde krant op papier. Wat valt je op?
Krant 1: (schrijf hier de naam van de krant): dit is hetzelfde
dit is verschillend
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
b. Een papieren krant en een internetkrant hebben allebei hun voordelen. Welke voordelen kun je bedenken? papieren krant
internetkrant
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
c. Zal de papieren krant verdwijnen of zal ze altijd blijven bestaan ? Leg uit waarom je dat denkt. Denk ook terug aan de voordelen van papieren kranten en internetkranten.
d. Wat vinden de andere leerlingen? Waarom?
> flits 06-07 > thema 1 - Aangename kennismaking
1.5
Wist je dat... we in de toekomst waarschijnlijk onze kranten (en boeken) ook lezen op elektronisch papier? Dit ‘e-paper’ zit in een klein, handig toestelletje. Je kunt je krant of boek erop downloaden en dan overal mee naartoe nemen.
Papieren kranten vergelijken Blader even door de kranten. Bekijk ze allemaal! Wat valt je op?
a. Lijken alle kranten op elkaar? Leg uit.
Elektronisch papier is aangenamer voor je ogen dan een LCD- of computerscherm. In fel zonlicht zou het net zo goed te lezen zijn als gewoon papier. Dit nieuwe ‘papier’ is ook veel zuiniger dan andere schermen. De batterij hoeft niet de hele tijd stroom te leveren: het kost alleen een beetje energie om een bladzijde om te draaien.
De kranten kunnen we indelen in groepjes. Hieronder vind je een voorbeeld.
De nieuwste schermen zijn flinterdun en sommige kun je zelfs oprollen. Het is ook al mogelijk om signalen op te vangen van een zendmast in plaats van de informatie van een pc te downloaden. Op die manier kan je steeds de nieuwste informatie ontvangen, waar je ook bent!
Krantentypes 1. Regionale kranten Klemtoon op plaatselijk of lokaal nieuws 2. Populaire kranten of massakranten Nieuws voor een brede lezersdoelgroep, kleurige lay-out 3. Kwaliteitskranten, zakelijke kranten of referentiekranten Nieuws voor een kleinere, specifieke doelgroep Bron: naar PMV Printmedia in Vlaanderen: alle persgroepen doorgelicht, 2005, Trees Verleyen
b. Schrijf de titels van de kranten hiernaast bij het juiste krantentype.
Pop kran ulaire ten
De Morgen De Standaard De Tijd Gazet van Antwerpen Het Belang van Limburg Het Laatste Nieuws Het Nieuwsblad Het Volk
Za kran kelijke ten
Reg kran ional ten e
thema 1 -
Aangename kennismaking >
flits
06-07 >
c. Lees het kadertje bij vraag A. • Verdeel de klas in 3 groepen. • Groep 1 neemt de zakelijke kranten, groep 2 de populaire en groep 3 de regionale. • Hoeveel teksten staan er in je kranten? Zet een kruisje op de as hieronder. Ga ook na hoe het zit met foto’s, kleur en reclame op de voorpagina.
Zakelijke kranten Heel veel
veel
gemiddeld
weinig
heel weinig
gemiddeld
weinig
heel weinig
gemiddeld
weinig
heel weinig
Tekst Foto’s Kleur Reclame op de voorpagina
Regionale kranten Heel veel
veel
Tekst Foto’s Kleur Reclame op de voorpagina
Populaire kranten Heel veel
veel
Tekst Foto’s Kleur Reclame op de voorpagina
d. Hoe verklaar je de verschillen? Bespreek. e. Welke krant vind jij het leukst? Waarom?
> flits 06-07 > thema 1 - Aangename kennismaking
THEMA 2:
Een blik op de krant
2.1 Aandacht,
aandacht! De pagina vooraan
De meeste mensen lezen de krant niet volledig. Vaak kijken ze snel eerst eens naar een hele pagina. Pas daarna kiezen ze wat ze echt willen lezen. De voorpagina is uiteraard het eerste wat een lezer van de krant ziet. • Kies een krant uit de stapel die in de klas ligt • Bekijk en lees de voorpagina. Je krijgt hiervoor 3 minuten. • Leg de krant weg en vul onderstaand kadertje aan
Naam van de krant: Ik herinner mij een foto van: Ik herinner mij een bericht over: Ik herinner mij een bekend persoon over wie geschreven is: Ik herinner mij een advertentie voor:
Cartoon 1
..........................................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
2.2 De
voorgevel: elk huisje anders en toch gelijk
De voorpagina is altijd heel herkenbaar. Er zijn vaste onderdelen die steeds terugkomen, ook al kunnen vorm en afwerking wel eens verschillen. Je kunt de voorpagina van de krant vergelijken met de gevel van een huis. Er is altijd een deur om binnen te kunnen; je vindt steeds wel 1 of meer ramen. Toch zijn niet alle gevels gelijk.
thema 2 -
Een blik op de krant >
flits
06-07 >
Neem de voorpagina van een krant. Schrijf hieronder de vaste onderdelen op de juiste plaats. Titel (van de krant) Datum Webadres Prijs Inhoudsopgave
10 > flits 06-07 > thema 2 - Een blik op de krant
Streepjescode Advertentie Openingsartikel Frontfoto Publiekslokker
THEMA 3:
3.1
Het nieuws in de krant
Wat (is) nieuws?
Nieuws is altijd waargebeurd, maar niet alles wat gebeurt, haalt het nieuws. Het nieuws in de krant is altijd een selectie, een keuze, door mensen gemaakt.
Waarop let de redactie?
Wat komt er in de krant? Wat niet?
Neem een krant en kies een interessant artikel.
• Is
de informatie nieuw? Iets dat net gebeurd of net ontdekt is. • Is het nieuws uit binnen- of buitenland? Nieuws uit eigen land of dichtbij wordt eerder opgenomen dan dat van ver weg. Alleen heel belangrijk buitenlands nieuws komt bij ons in de krant. • Zijn er veel mensen bij betrokken? Dan mag het ook ver weg zijn. • Is het spannend of ongewoon? Kun je de aandacht van de lezer ermee vangen? Iets heel spectaculairs, zoals een overstroming bijvoorbeeld. Of de finale van de wereldbeker voetbal. • Gaat het over belangrijke mensen? Als de eerste minister met zijn fiets valt, dan is dat iets anders dan wanneer het jou overkomt. • Is het iets dat aanzet tot heftige meningsverschillen? Iets waarover ruzie ontstaat, bijvoorbeeld. • Is het vervolgnieuws? Dat wil zeggen, sluit het aan bij gebeurtenissen waarover al eerder bericht is?
Waarom is dit bericht verschenen? Het overzichtje in de kader helpt je op weg. Wees volledig in je antwoord! Ik koos voor het artikel (titel)
uit (naam krant)
van (datum)
Dit bericht kwam in de krant omdat
3.2
Het is maar hoe je het bekijkt
Wat voor de ene goed nieuws is, blijkt voor iemand anders misschien net slecht nieuws. Bijvoorbeeld: er wordt een pretpark aangelegd in de gemeente. Dat wordt gedaan op de plek waar nu een weide ligt. Buurtbewoners vinden dat niet leuk: zij vrezen voor geluidsoverlast. De jongeren uit de gemeente vinden dat uiteraard wel goed nieuws: zij kijken er alvast naar uit.
thema 3 -
Het nieuws in de krant >
flits
06-07 > 11
A. Zoek 2 nieuwsberichten: 1 dat voor heel veel mensen goed nieuws is en 1 waarvan je denkt dat het voor veel mensen slecht nieuws is.
Goed nieuws Krant Kop
Voor wie is dit goed nieuws?
Waarom?
slecht nieuws Krant Kop
Voor wie is dit goed nieuws?
Waarom?
B. Zoek een “slecht-nieuwsbericht” met een krantenkop die je aanspreekt. Verzin zelf een “goed-nieuwsbericht” bij deze kop. Tekstsoort en inhoud mag je wél helemaal veranderen.
Cartoon 2
....................................................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
Krant: Kop:
C. Welke leerling vertelt het leukste “goed-nieuwsverhaal”?
12 > flits 06-07 > thema 3 - Het nieuws in de krant
THEMA 4: 4.1 W
Het nieuws in de krant
WWWWH
Hoe schrijft een journalist een nieuwsbericht? Hij probeert in zijn tekst altijd een antwoord te geven op dezelfde vragen.
De 5 W’s en de H • wie? • wat? • waar? • wanneer? • waarom?
meestal aangevuld met de hoe?-vraag
Kies een krantenbericht. Zoek in het bericht de 5 W’s en de H. Noteer je antwoorden in volzinnen.
Wat is er gebeurd?
Waar gebeurde het?
Wanneer gebeurde het?
Wie waren er bij?
Waarom gebeurde het?
Hoe is het gebeurd?
thema 4 -
Artikels onder de loep >
flits
06-07 > 13
4.2 De
structuur van een krantenartikel
Als je de krant bekijkt, dan merk je dat artikels gelijkaardig zijn opgebouwd. Nieuwsberichten worden bijna altijd op dezelfde manier geschreven.
De structuur van een krantenartikel De kop, beknopt en in vette letters, vat het nieuwsartikel samen KiK – De hoofdkop vertelt de kern van het nieuws. Als extraatje staat er soms nog een onderkop of een bovenkop. Dan volgt de inleiding in een kleiner vet lettertype. Na een witregel begint de uitgebreide inhoud van het artikel in nietvette letters. Soms maken tussenkoppen de indeling van het artikel verder duidelijk. Aan het einde komt de samenvatting van het nieuws. De kop van een artikel bevat het belangrijkste nieuws. Die is zo kort dat hij haast nooit een volzin is. Hij wil de lezer aanzetten om het hele artikel te lezen. Soms zie je nog een kop in een kleiner lettertype onder de hoofdkop. Die onderkop is meestal langer, zodat je de kop al wat beter begrijpt.
De inleiding
Ik ben ook een tussenkop
In vette letters vind je in de inleiding onder de kop(pen) het antwoord op de 5 W-vragen: wie, wat, waar, waarom en wanneer. Over wie gaat het nieuws? Wat is er gebeurd? Waar is het gebeurd? Wanneer is het voorgevallen en waarom?
De broodtekst wordt soms onderbroken door korte titels in vet of in vet-cursief. Dat kan een korte zin zijn, een uitspraak, een groepje woorden of 1 woord alleen. Tussenkoppen vergemakkelijken het lezen van langere artikels.
De bijkomende hoe-vraag wordt meestal beantwoord in de tekst onder de inleiding.
Slot of staart
Als je snel de inhoud van een artikel wil kennen, lees je de belangrijkste informatie al in de inleiding.
In het artikel vind je vooraan doorgaans de belangrijkste informatie, gevolgd door minder belangrijke gegevens. Aan het einde wordt het interessantste nieuws nog eens benadrukt of samengevat. De schrijver zet zijn afgekorte naam meestal helemaal aan het einde.
De broodtekst De tekst onder de inleiding noemen we de broodtekst. Deze tekst staat in gewone, niet-vette letters. Hier wordt het artikel verder uitgewerkt. Dit is de plaats voor uitleg, achtergrondinformatie en voorbeelden.
Zo zie je dat een artikel heel logisch is opgebouwd met een kop, een inleiding, de broodtekst en een slot of staart.
(KiK-team)
Kies een langer artikel uit de krant. Duid er de woorden op aan die je hierboven hebt geleerd. Deze moeten er zeker bij zijn: Kop of hoofdkop
4.3
Onderkop
Bovenkop
Tussenkop
Inleiding
Broodtekst
Staart
Koppensnellen Lees eerst de tekst ‘De structuur van een krantenartikel’.
• Doorblader je kranten en knip er 4 leuke artikels uit. • Knip de koppen eraf. Let wel: je moet nog weten welke kop
bij welk artikel past. Daarom schrijf je best achteraan op het artikel en ook op de bijbehorende kop hetzelfde cijfer. Artikel 1 hoort bij kop 1, artikel 2 bij kop 2 enzovoort...
Je hebt nu 1 pakketje met koppen en 1 met artikels. • Leg alles kriskras door elkaar op de tafel. • Een klasgenoot zoekt de juiste kop bij de juiste
kop·pen·snel·len (ww.) 1 de hoofden van eigenhandig vermoorde vijanden als fetisj
tekst,
zonder op de achterkant te kijken. Lukt het?
14 > flits 06-07 > thema 4 - Artikels onder de loep
of trofee meenemen [o.a. in Nieuw-Guinea] 2 topfunctionarissen van andere ondernemingen wegkopen 3 [scherts.] slechts de koppen van de krant lezen 4 schuldigen zoeken, aanwijzen
• Neem
3 koppen waarmee je gewerkt hebt in opdracht 1. Maakte je de vorige opdracht niet? Zoek dan 3 artikels en knip de kop eraf. • Plak ze hieronder. Is er niet genoeg plaats, dan moet je de kop vouwen. • Schrijf elke kop opnieuw, maar dit keer in een volledige zin.
Kop:
Volledige zin
Kop:
Volledige zin
Kop:
Volledige zin
thema 4 -
Artikels onder de loep >
flits
06-07 > 15
4.4 Begrijpelijke
woorden
Je leest een tekst en botst op een moeilijk woord. Wat doe je dan? Lees even de tekst rond het moeilijke woord. Die tekst noem je de context. De context helpt je om de betekenis van het woord te raden. Zo leer je heel wat nieuwe woorden!
con·text (de ~ (m.), ~en) 1 zinsverband 2 verband waarin iets zich voordoet 3 [jur.] bewoordingen
Cartoon 3
...................................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
- - - - -
A. Zoek in de krant een artikel dat jij echt moeilijk vindt. Schrijf de titel van het artikel hieronder. Onderstreep in het artikel 4 moeilijke woorden. Schrijf de woorden ook in kolom 1. Lees aandachtig de rest van de tekst. Probeer uit de ‘context’ af te leiden wat elk woord betekent. Noteer jouw verklaring in kolom 2. Zoek het woord op in het woordenboek. De woordenboekverklaring noteer je in kolom 3.
Titel artikel: Woord of begrip Betekenis die je afleidt uit de tekst Betekenis volgens het woordenboek
B. Was jouw betekenis altijd de juiste?
C. Hoe verklaar je dat?
D. Wat leer je hieruit?
16 > flits 06-07 > thema 4 - Artikels onder de loep
THEMA 5:
5.1
De krant in beeld en beelden in de krant
Foto’s, prentjes, plaatjes a. Geef minstens 5 redenen waarom er foto’s in de krant staan. Wat denken de andere leerlingen?
1. 2. 3. 4. 5.
b. Kijk in de kranten. • Kies 6 foto’s die jij de beste vindt. Zorg wel voor variatie: neem bijvoorbeeld niet allemaal foto’s van sportmensen of bekende Vlamingen. • Knip de foto’s netjes uit en plak ze op een apart blad. Schrijf er telkens de titel van het artikel, de datum en de naam van de krant bij. c. Waarom zijn deze foto’s volgens jou gebruikt? Foto 1
Foto 1
Foto 2
Foto 2
Foto 3
Foto 3
d. Waarom koos je zelf voor deze foto’s? Foto 1
Foto 1
Foto 2
Foto 2
Foto 3
Foto 3
e. Welke foto’s kozen de andere leerlingen? Luister naar hun verhaal.
thema 5 -
De krant in beeld en beelden in de krant >
flits
06-07 > 17
5.2
In een flits
Op je klasfoto zie je niet hoe de klas zich klaarmaakt voor de foto en erna weer weggaat. Zo zie je ook op de foto’s in de krant niet wat ervoor of erna gebeurt. Een foto is dan ook een momentopname. a. Doorblader je kranten. • Kies 2 interessante foto’s die bij krantenberichten horen (of • Bekijk de foto’s en lees de berichten. • Wat zou er gebeurd zijn na het maken van de foto? Vertel!
gebruik de foto’s uit de vorige opdracht).
1.
2.
b. Mijn verhaal Twee weken lang liggen er heel veel kranten in je klas. Knip uit al die kranten foto’s die je aanspreken. Gebruik gerust ook de foto’s uit andere oefeningen. Verzin rond die foto’s zelf een verhaal. Het hoeft niets te maken te hebben met wat er bij die foto’s in de krant stond! Luister ook naar de verhalen van je klasgenoten. Wie heeft het meeste fantasie?
5.3
Getekend en geschreven: infografieken
In de krant staat uiteraard heel wat tekst. Als aanvulling op die artikels wordt steeds meer beeldmateriaal gebruikt. Dat kunnen foto’s zijn maar ook tekeningen, schema’s, kaartjes en tabellen. Soms vertellen die afbeeldingen een heel verhaal. Ze vatten vaak een artikel samen. Zulke afbeeldingen willen je informeren en iets bijleren. We noemen ze infografieken. Het weerbericht is het bekendste voorbeeld. Hier zie je nog enkele andere voorbeelden.
18 > flits 06-07 > thema 5 - De krant in beeld en beelden in de krant
Zoek in de krant het weerbericht. a. Bekijk het weerkaartje van België eens goed. Noteer hier welk weer het vandaag wordt!
b. Teken de afbeelding bij de weerkaart hieronder na en schrijf erbij welke informatie ze je geven.
c. Hoe krijg je zelf het liefste het weerbericht? Via een infografiek of in woorden? Waarom?
thema 5 -
De krant in beeld en beelden in de krant >
flits
06-07 > 19
5.4
Van informatie tot infografiek
Ga even na hoe jij en je klasgenoten naar school komen en weer naar huis gaan. Sommigen worden gebracht en weer opgehaald. Anderen komen met de bus of met de fiets. Leerlingen die dicht bij de school wonen, komen misschien te voet. Je kunt dat allemaal tellen en beschrijven maar je kunt het ook in kaart brengen. A. Maak zelf een infografiek met je gegevens. Ben je handig met de computer, dan kun je ook grafieken maken met een rekenprogramma als Excel. Ga je voor een taartdiagram, kies je een eenvoudige lijn of voel je meer voor een overzicht met balken? Kies voor die grafiek die met 1 oogopslag duidelijk is! Je leerkracht helpt je graag op weg. B. Schrijf een kort artikeltje. Vat hierin samen wat je opvalt in de grafiek. Heb je een computer in de buurt? Met je tekstverwerkingsprogramma (bijvoorbeeld Word) maak je het artikel meteen klaar voor publicatie.
5.5
Het verhaal van de strip
Een stripverhaal lees je helemaal anders dan een doorlopende tekst: je kijkt naar de prentjes en leest wat er in de tekstballonnetjes staat. Je weet dat dat iets is wat het personage zegt of denkt. Kies je favoriete stripverhaal uit de krant
Werk je met de computer? Na een leesteken komt altijd een spatie.
• Neem een apart blad. • Schrijf het verhaal helemaal
uit in een tekst. Iemand die de prentjes niet ziet, moet het ook kunnen begrijpen. • Let ook op de leestekens. Twijfel je? Je leerkracht helpt je graag verder. (zie ook kadertjes rechts) Je vindt naast strips ook humoristische tekeningen of cartoons in de kranten. Op pagina 31 leer je er meer over! Cartoon 4
...............................................................................................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
Een titel die slechts uit 1 zin bestaat, krijgt nooit een punt. Een vraagteken of een uitroepteken kan wel.
Gebruik niet te vaak vraag- of uitroeptekens. Veel lezers vinden dit erg storend. 1 exemplaar is echt wel genoeg!
20 > flits 06-07 > thema 5 - De krant in beeld en beelden in de krant
THEMA 6: 6.1 Het
Sport
is (g)een wedstrijd
In de sport is het wedstrijdelement nooit veraf: het komt erop aan te presteren, te winnen, records te breken, medailles te behalen. Kun je de krant ook halen met een sportieve prestatie die helemaal géén wedstrijdelement bevat? Zoek hiervan 2 voorbeelden in de kranten.
1 Krantenkop: Onderwerp:
2 Krantenkop: Onderwerp:
6.2 Een
lach en een traan
Sport is pure emotie. Vreugde en verdriet liggen vaak heel dicht bij elkaar... Beeld je het gezicht in van de voetballer die net voor zijn ploeg heeft gescoord. De wielrenner die valt tijdens een tijdrit. Winnaars en verliezers herken je aan hun gezicht.
uni·ver·seel (bn.) 1 algemeen, alles omvattend 2 (van elektrische toestellen) zowel voor gelijkstroom
als voor wisselstroom geschikt 3in alle gevallen bruikbaar => multifunctioneel
Wist je dat...
gelaatsuitdrukkingen erg bijzonder zijn? Iedereen ter wereld, in alle culturen, begrijpt gelaatsuitdrukkingen op dezelfde manier. Emoties die op het gelaat te lezen zijn, blijken een taal te vormen die overal dezelfde is. We zeggen daarom dat gelaatsuitdrukkingen universeel zijn. Geen wonder dat persfotografen met telelenzen alle moeite van de wereld doen om die ene, veelzeggende blik vast te leggen...
a. Zoek in jouw kranten 1 foto van een winnaar en 1 van een verliezer. Kun je beide herkennen aan hun gelaatsuitdrukking?
b. Probeer die gelaatsuitdrukking te omschrijven. Je merkt dat het niet makkelijk is.
thema 6 -
Sport >
flits
06-07 > 21
c. Probeer ook eens de gelaatsuitdrukking na te bootsen met je eigen gezicht. Doe dit samen met een andere leerling, ofwel voor jezelf met een spiegeltje. Lukt het? Kun je het nu gemakkelijker omschrijven?
d. Staat er vandaag nieuws in de krant dat jou raakt? Waarom spreekt net dit je aan?
6.3 Sport:
geweld(ig)!
Sport roept heel wat emoties op; dat zeiden we al in “Een lach en een traan”. Helaas roept sport, wellicht net daardoor, ook vaak geweld op. We denken dan niet alleen aan vechten en schieten. Geweld bestaat in verschillende vormen, de ene vorm al wat erger dan de andere. Soorten geweld • lichamelijk geweld: slaan, schoppen enz. • geestelijk geweld: pesten, uitdagen enz. • geweld met woorden: schelden, mensen kwetsen
met wat je zegt
Zoek in de sportrubriek voorbeelden van geweld. a. Waarom gebruiken sporters volgens jou geweld? b. Heb jij ook al eens te maken gehad met geweld? Vertel.
Lichamelijk geweld
Geestelijk geweld
Geweld met woorden
c. Kunnen we geweld stoppen? Hoe zou jij hieraan werken? Welke tips hebben je klasgenoten? Bespreek. Kies de beste tips van de klas en schrijf ze op een poster. Hang de poster in de klas.
Samen stoppen we geweld! 22 > flits 06-07 > thema 6 - Sport
Cartoon 5
.............................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
THEMA 7: 7.1
Hoe gaat het ...
Hoe gaat het... met jou? a. Zoek in de kranten alle artikels die gaan over kinderen, jongeren en ‘de jeugd’. • Schrijf de koppen op een apart blad. Noteer er steeds de naam van de krant en de datum bij. • Zet elk artikel in 1 van de onderstaande groepen.
Hoe komen jongeren in het nieuws? • Jongeren als slachtoffers • Jongeren op school • Briljante jongeren • Jongeren en politiek • Jongeren als boosdoeners • Jongeren die anderen helpen • Andere:
Totaal aantal artikels:
Aantal artikels
b. Op welke manier komen leeftijdsgenoten het vaakst in het nieuws?
c. Wat vind je hiervan? Leg uit.
7.2 Hoe
gaat het... met je gemeente, België, Europa, de wereld? a. Staat er vandaag iets in de krant over jouw gemeente? Wat?
b. Komt jouw gemeente vaak in de krant? Over welke onderwerpen wordt er zoal geschreven als het om jouw gemeente gaat?
thema 7 -
Hoe gaat het ... >
flits
06-07 > 23
c. Als je veel wil weten over wat er in je buurt gebeurt, welke kranten lees je dan het beste?
d. Leg uit waarom je dat vindt.
e. Welke kranten hebben het meeste nieuws over België? Welke kranten hebben het meeste buitenlands nieuws?
Het meeste nieuws over België vind ik in 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Het meeste buitenlands nieuws vind ik in
f. Wat valt je op?
24 > flits 06-07 > thema 7 - Hoe gaat het ...
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Hieronder vind je 25 vlaggen. 1. België 2. Cyprus 3. Denemarken 4. Duitsland 5. Estland 6. Finland 7. Frankrijk 8. Griekenland 9. Hongarije 10. Ierland 11. Italië 12. Letland 13. Litouwen 14. Luxemburg 15. Malta 16. Nederland 17. Oostenrijk 18. Polen 19. Portugal 20. Slovenië 21. Slowakije 22. Spanje 23. Tsjechië 24. Verenigd Koninkrijk 25. Zweden
Wist je dat...
in 2004 10 nieuwe landen toetraden tot de Europese Unie? Sindsdien telt de Europese Unie 25 landen. Op 1 januari 2007 komen er weer 2 nieuwe lidstaten bij: Bulgarije en Roemenië. Er zijn ook nog 3 andere kandidaten die druk bezig zijn met de voorbereiding van hun dossier: Kroatië, Macedonië en Turkije. Ook andere landen zijn geïnteresseerd, maar het duurt nog even voor zij ook mee mogen doen.
a. Welke vlag hoort bij welk land? b. Waar zie je deze vlaggen soms hangen?
c. Waarom heeft elk land een vlag, denk je?
d. Kijk op de kaart van Europa in je klas of sla je atlas open. Vind je alle landen ook op de kaart van Europa?
thema 7 -
Hoe gaat het ... >
flits
06-07 > 25
A. In de volgende dagen of weken spelen we met de klas een spelletje bingo. • vorm
een groepje van 3 of 4 leerlingen.
• deel
• Maak
je eigen bingokaart (zie kader) of vraag er één aan je leerkracht
• zoek
Maak je eigen bingokaart!
ten minste 1 artikel over elk land op je bingokaart.
• knip
het artikel uit en stop het in een mapje. Schrijf er altijd de krantentitel en datum op.
• op
je bingokaart schrap je het land waarover je een artikel gevonden hebt. Pas op: het maakt niet uit of je een land 1 keer of 20 keer vindt: zodra een land is geschrapt, hoef je er niet meer naar op zoek te gaan.
een A4-blad op in 30 vakjes (5 kolommen, 6 rijen); dit blad heet voortaan je BINGOKAART
• in
elk vakje van 1 tot 25 schrijf je de naam van een EU-land. In vakje 26 en 27 komen Bulgarije en Roemenië (lid vanaf 01.01.2007); in vakjes 28 t/m 30 noteer je Kroatië, Macedonië en Turkije.
• wie
als eerste alle landen heeft kunnen schrappen, wint de hoofdprijs. Met je leerkracht kun je onderhandelen over wat de hoofdprijs precies inhoudt. Wees creatief!
• niet
alle landen gevonden? Wie de meeste landen heeft geschrapt, is de winnaar.
B. Over welke landen vind je heel veel?
C. Over welke landen heb je (bijna) niets gevonden?
Cartoon 6
............................................................................................................................................................
Zie pagina 31, 9.1
26 > flits 06-07 > thema 7 - Hoe gaat het ...
D. Hoe komt het dat over sommige landen veel verschijnt en over andere (bijna) niets? Wat denken de andere leerlingen?
7.3 Hoe
gaat het... met onze planeet?
a. Blader door de kranten van deze week. In welke landen wordt er op dit moment oorlog gevoerd?
b. Zijn er ook oorlogen die niet in de krant komen? ja/neen c. Hoe verklaar je dat?
Oorlog in knipsels • Neem
een groot blad papier (bijvoorbeeld een stuk behangpapier), een schaar, lijm en stiften • Verdeel de klas in groepjes van 3 of 4. • Elke
groep kiest 1 oorlogsgebied waarover in de krant wordt bericht.
• Zoek artikels en foto’s over ‘jouw’ gebied. Probeer zeker iets te vinden • Knip de artikels uit en maak een collage. • Duid belangrijke woorden of zinnen aan met een stift. • Schrijf je eigen vragen en gedachten bij de teksten en de foto’s.
uit elk van de 8 kranten.
• Leg
aan de andere groepjes uit waarover je collage gaat. Lijken de verschillende collages op elkaar? Is oorlog overal hetzelfde of toch niet helemaal? Praat erover!
7.4
Laat ons een boom ...
TIP > Neem de kranten straks mee naar huis. Zo kun je er ook iemand anders nog een plezier mee doen! TIP > Oude kranten verzamel je apart voor de papieromhaling. Heb je zelf nog tips om papier te sparen? Schrijf ze hier!
Wist je dat... de kranten al heel wat inspanningen leveren voor het milieu? Zo gebruiken ze … • milieuvriendelijke drukplaten en drukpersen. Die zorgen voor minder papierverbruik en minder schadelijke afvalstoffen. • milieuvriendelijke inkt. De olie in de inkt komt niet langer van petroleum, maar wel van planten. • gerecycleerd papier. Papier kan tot 7 keer worden gerecycleerd. Nadien zijn de vezels te kort om nog te worden gebruikt. De krantenpapierfabriek in Langerbrugge bij Gent is de grootste ter wereld. Voor de productie van hun krantenpapier wordt momenteel 100 % gerecycleerde vezels ingezet. • chloorvrij papier. Om papier te bleken, kiest men voor milieuvriendelijke producten op basis van bijvoorbeeld zuurstof of ozon.
thema 7 -
Hoe gaat het ... >
flits
06-07 > 27
Allemaal samen!
THEMA 8: 8.1 Onze
krant
Deel de klas op in groepjes. Elke groep kiest een thema. Hierover maak je samen 1 bladzijde voor de krant. Met alle groepjes samen maken we de krant.
ONZE SCHOOL
natuur
FILM en TELEVISIE
sport
MUZIEK
onze buurt
Natuurlijk mag je ook nog andere onderwerpen verzinnen.
TIP > Je kunt deze opdracht ook aan de computer maken. Misschien mogen de resultaten wel op
de website van de school? Vraag je leerkracht hoe je dit het beste aanpakt.
INHOUD > Wat ga je schrijven? • Op je bladzijde mogen teksten, • Denk bij het schrijven aan de 5
interviews, foto’s, infografieken, … . Maak er iets moois van! W’s en H: wie? – wat? – waar? – wanneer? – waarom? – hoe?
VORM > Hoe moet je tekst eruit zien? • Blader even door de kranten. Je vindt meteen talloze voorbeelden! • Zorg ervoor dat je artikel heel echt lijkt, met een kop, een inleiding en tussenkoppen. • Heb je een computer? Dan kun je meteen aan de slag met een tekstverwerker als Word.
geheel op. • Maak bij de opmaak gebruik van ‘tekstreliëf’ • Geen computer? Ook met schaar en lijm kom je al een heel eind!
28 > flits 06-07 > thema 8 - Allemaal samen!
Foto’s fleuren het
Typografie:... tekst in reliëf
re·li·ëf (het ~, ~s)
De opmaak en de structuur van een tekst leren je snel iets over de inhoud. Als je weet wat je kunt verwachten, begrijp je veel sneller waarover de tekst gaat. Stel je voor dat er in de krant nergens een kop zou staan!
1 het uitsteken of uitkomen boven iets anders 2 uitspringend beeldwerk 3 de natuurlijke oneffenheid van een oppervlak
ty·po·gra·fie (de ~ (v.), ~ën) 1 boekdrukkunst 2 de vormgeving in druk
oms
Ieder zijn plek
Vetgedrukt
Puntsgewijs • in •een •kolom
Aan de kant Of verder weg Met een leeg lijntje ertussen:
HOOFDLETTERS en de hele kleintjes Soms wat hoger of net wat lager
e els
Cursief of schuingedrukt
Of gewoon allemaal achter elkaar, op 1 lijn, netjes in de rij
de witregel Helemaal rechts Of in het midden
Weet je niet goed hoe te beginnen? In de kranten vind je veel voorbeelden. Ook de andere leerlingen en je leerkracht helpen je graag op weg. Verdeel de taken. Iedereen is verantwoordelijk voor een deeltje van het eindresultaat.
hoofdredacteur
• leidt de activiteiten • is verantwoordelijk voor het eindresultaat • beslist wat er in de krant komt • bepaalt de lengte van de nieuwsberichten
eindredacteur
• vraagt materiaal aan de journalisten • zorgt ervoor dat de deadlines gehaald worden • haalt de fouten uit de teksten • beslist hoe lang de teksten worden (knipt stukjes weg, herschrijft of voegt stukjes toe) • zorgt voor de koppen
redacteur
• verzamelt informatie vanop de redactie (computer, andere kranten, tips,...) • schrijft teksten
journalist of verslaggever • gaat op pad en verzamelt informatie ter plaatse • neemt interviews af fotograaf verantwoordelijke beeldmateriaal
• gaat op pad en neemt foto’s ter plaatse
lay-outer of opmaakredacteur
• doet de pagina’s er goed uitzien • doet de koppen en artikels passen • kiest het juiste lettertype • tekent kaders • werkt kleur bij
• zorgt voor infografieken en illustraties
thema 8 -
a t sp
Onderstreept
s
Orde in de tekst!
w
Allemaal lettertjes
Allemaal samen! >
flits
06-07 > 29
gra·fi·cus (de ~ (m.), -ci) 1 grafisch kunstenaar 2 grafisch ontwerper
gra·fisch (bn.) 1 betr. hebbend op boekdruk- en prentkunst 2 schriftelijk, in tekening
Cartoon 7
.............................................................................................................................................................
8.2
Zie pagina 31, 9.1
Onze voorpagina
De voorpagina is het eerste wat de lezer ziet. Daarop staat het belangrijkste nieuws. De voorpagina moet mensen nieuwsgierig maken en zin doen krijgen om verder te lezen. Dat is niet zo makkelijk! Bespreek met elkaar welke nieuwsberichten je voorpagina halen. Let op volgende dingen: • De
kenmerken van nieuws uit de opdracht 3.1 Wat (is) nieuws?
• Trekt het de aandacht van de lezer? Heb je de opdracht 2.1 Aandacht, aandacht! De pagina vooraan gemaakt, dan kun je daaraan terugdenken.
Maak de voorpagina. • Plak
de artikels op de voorpagina. Je kunt ook gewoon de koppen noteren. Schik ze zodanig dat het belangrijkste nieuws bovenaan komt.
• Vul
je pagina aan met typische onderdelen van de voorpagina (zie ook 2.2 De voorgevel: elk huisje anders en toch gelijk) Verzin ook een naam voor je klaskrant. Wie heeft de leukste ideeën?
Mijn idee:
Andere ideeën:
De keuze van de klas:
30 > flits 06-07 > thema 8 - Allemaal samen!
THEMA 9:
9.1
Allemaal samen!
Cartoons
In deze opdrachtenbundel vind je verschillende cartoons. Een cartoon is een humoristische tekening die inspeelt op het nieuws. Elke krant heeft haar eigen ‘huiscartoonist’. In FLITS staan overal cartoons. Welke cartoon hoort bij welke krant? Schrijf je antwoord (= naam van de krant) bij elke cartoon. Let op! Er zijn 8 kranten en 7 cartoons! Er is dus een cartoonist die voor 2 ‘huizen’ of kranten tekent! Wie vindt hem als eerste? Wie is het?
9.2 Quiz’t
het!
Wie is de beste quizzer van de klas? 1. Wat is ‘broodtekst’? O een artikel waarin onbelangrijk nieuws staat (restjes, zoals de kruimeltjes van een brood) O een korte titel in vet of cursief O de tekst onder de inleiding van een artikel 2. Er zijn ongeveer 5,1 miljoen Vlamingen ouder dan 12 jaar. Hoeveel van hen lezen gemiddeld elke dag de krant? O bijna 2 miljoen O bijna 3 miljoen O bijna 4 miljoen
3. Wie is de baas bij de redactie van een krant? O de eindredacteur O de hoofdredacteur O de topredacteur 4. O O O
Welke kranten hebben het meeste nieuws uit je eigen streek? regionale kranten populaire kranten kwaliteitskranten
5. O O O
Wat is een alinea? een blokje tekst een tussenkop een lezersbrief
Bronnen Geraadpleegde werken Beauprez, J. (red.) (2005). Presscartoon Belgium 2005. Gent: Imschoot. DVO (1999). Ontwikkelingsdoelen en eindtermen. Informatiemap voor de onderwijspraktijk. Gewoon basisonderwijs. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Informatie en Documentatie, Brussel. DVO (2001). Doelen voor heel de school: de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Informatie en Documentatie Onderwijs, Brussel. Stichting Krant in de Klas (1995). Krant in de Klas praktijkboek: basisvorming. Amsterdam: Grafisch Bedrijf Tuijtel. Permentier, L. & Van Den Eynden, L. (1998). Stijlboek. Groot-Bijgaarden: Scoop. Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden. (1990). Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie. Verleyen, T., (2005). PMV: Printmedia in Vlaanderen: alle persgroepen doorgelicht. Mechelen: Wolters Plantyn.
Ingezonden opdrachten van Annelies De Graeve, Rik Schuyesmans, Wim Van Hoofstat
Geraadpleegde websites http://www.krantindeklas.nl http://www.dekrachtvanjestem.be http://www.paperchainforum.org/ http://www.cego.be http://www.4en5mei.nl
thema 9 -
Game Over >
flits
06-07 > 31
Kranten In de Klas
> krantenacties
Elke krant biedt een speciale activiteit aan die je alleen of met je klas kunt doen. Bespreek de mogelijkheden met je leerkracht! Bezoek van een journalist aan de klas > Gazet van Antwerpen www.gva.be/krantenindeklas Bezoek van een journalist aan de klas > Het Belang van Limburg www.hbvl.be/krantenindeklas Bezoek van de klas aan de redactie > Het Belang van Limburg www.hbvl.be/krantenindeklas Fotowedstrijd: look at me! > De Standaard www.standaard.be/lookatme Je krant interactief > De Tijd www.tijd.be/kik Je lezersbrief online en in de krant > De Morgen www.demorgen.be/kik Journalist voor één dag > Het Nieuwsblad www.hetnieuwsblad.be/jongerenkrant Journalist voor één dag > Het Volk www.hetvolk.be/jongerenkrant Maak je eigen kidsdialoog > Het Laatste Nieuws www.hln.be/kidsdialoog
colofon DE VLAAMSE DAGBLADPERS Jo Van Croonenborch (Voorzitter), Alex Fordyn (Algemeen Directeur), Nele Costers (Projectcoördinator), Liesbeth Marckx (Projectcoördinator) Medewerkers: Laurence Derycke, Mieke Van De Winkel Verantwoordelijke uitgever: Alex Fordyn, Paapsemlaan 22 bus 7, 1070 Anderlecht - Tel: 02/558 97 70 Email:
[email protected] Websites: www.dagbladpers.org www.krantenindeklas.be Met steun van de Vlaamse overheid
(c) 2006
DE KRANTEN Stefan De Jonge (Het Laatste Nieuws), Dominique Delplanche (De Morgen), Bart Klaps (Gazet van Antwerpen Het Belang van Limburg), Nicole Lasseel (Het Nieuwsblad – Het Volk), Serge Van der Meirsch & Katleen Mertens (De Tijd), Mia Venken (De Standaard)
redactie Nele Costers, Annelies De Graeve en Liesbeth Marckx
ADMINISTRATIE MEDIA en ONDERWIJS Jill Everaerdt, Ingrid Kools, Paul Van de Velde, Willy Verdonck Magda Borms (DVO), Hilde Vanderheyden (DVO)
Met dank aan alle leerkrachten en leerlingen die meegeholpen hebben aan deze FLITS!
revisoren Stéphanie Chojnacki, Karen De Schryver, Inge De Wachter, Jan Lecocq, Katrien Schollaert, Marijke Van Mullem, Emmy Wouters
vormgeving Brussels Lof (www.brusselslof.be)