College De Heemlanden 2011 – 2012
klas 1
Naam:_______________________________ Klas:_________________________________
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 2 Wat zijn levensvragen? 2.1 Wat zijn gewone vragen en wat zijn levensvragen? Hoe laat ga jij naar de voetbaltraining? Ben ik verliefd op mijn buurjongen/- meisje? Waarom is er zo veel ellende in de wereld? Hoe laat begint de middagpauze? Waar ligt Maastricht precies? Ben jij gelukkig? Wat is de zin van mijn leven? Hoeveel standbeelden staan er op blz. 9?
2.2. Geef een omschrijving van een gewone ervaring: -
2.3. Geef een omschrijving van een bestaanservaring: -
2.4. Geef aan bij welke zinnen het gaat om een bestaanservaring? a. Je oudste zus krijgt een kind. b. Kampioen worden met je sportclub. c. Een sterfgeval in de familie. d. Dikke ruzie met je beste vriend/vriendin e. Nieuwe schoenen gekocht. f. TV reportage van straatkinderen. g. Huiswerk maken. h. Een ernstig ongeluk gezien.
2.5. Geef twee voorbeelden van een gewone ervaring en van een bestaanservaring -
-
2
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 3 Zes groepen levensvragen? 3.1 Welke van de volgende vragen hebben betrekking op kernvraag 1: wat is belangrijk in het leven? Tip: vraag je eerst af: is het een ”gewone” vraag” of is het een “levensvraag”? Vraag je vervolgens af: gaat het over wat belangrijk is of over iets anders? a. Gaat jouw zus naar het popconcert? b. Draait alles bij hem om Marlies, zij vriendin? c. Zijn de kinderen het belangrijkst voor je moeder? d. Wat is het populairste boek op dit moment? e. Hoe is de wereld ontstaan? f. Waarom moet mijn oma – die kanker heeft – zoveel lijden? g. Is school echt zo belangrijk voor jou? h. Heb je al een nieuw T – shirt gekocht? i. Waar ligt Roermond? j. Wat zou jij doen als je een prijs van €100.000 wint? 3.2 Wat vind jij belangrijk in het leven? Geef voor de verschillende zinnen 1 tot 11 punten. Geef een 11 aan de belangrijkste uitspraak. Bij de letter k. mag je invullen wat voor jou heel belangrijk is (als je nog iets mist) Let op: elk cijfer mag je maar één keer gebruiken. a. Ik wil vrede over de hele wereld. b. Ik wil dat er geen arme mensen meer zijn. c. Ik wil echt gelukkig zijn. d. Ik wil graag rijk worden. e. Ik wil altijd klaar staan voor mijn vrienden/vriendinnen. f. Ik wil heel veel plezier kunnen maken in mijn leven. g. Ik wil aardig gevonden worden. h. Ik wil altijd eerlijk zijn tegenover mijn ouders. i. Ik wil heel goed kunnen leren. j. Ik wil in God geloven. k. Ik wil ..... 3.3. We geven je enkele stellingen en ‘tegenstellingen’. Geef voor elke stelling op een vijfpunt schaal aan hoe jij over de stelling denkt. Zie het voorbeeld hieronder. 1 ik vertel mijn ouders alles
2
3
4
3
5 ik vertel mijn ouders niets
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Verzin bij iedere stelling en bij iedere tegenstelling een passend argument. En ga hierover met elkaar in gesprek. STELLING TEGENSTELLING A Mijn ouders vertel ik alles Mijn ouders vertel ik niets B Iedereen mag doen wat hij/ zij Buitenlanders moeten zich aanpassen zelf wil mits je je maar aan de aan onze cultuur. wet houdt. C Je mag nooit discrimineren In bepaalde gevallen mag je onderscheid maken D Het is onze plicht om arme We moeten arme mensen alleen mensen te helpen helpen als we zelf geld overhouden E Je moet in ieder geval één Er zijn dingen die je beter aan persoon alle dingen kunnen niemand kan vertellen vertellen A 1
2
3
4
5
B 1
2
3
4
5
C 1
2
3
4
5
D 1
2
3
4
5
E 1
2
3
4
5
Argumenten: A B C D E 3.4. a. Wat wordt bedoeld met het woord “lijden”? (Geef een definitie…) b. Geef een eigen voorbeeld van lichamelijk en geestelijk lijden uit het nieuws of uit je eigen omgeving. c. Welke vragen over lijden kom je tegen in het verhaal van Desiree? d. De klassenleraar wist geen raad met het pesten van Desiree. Wat had de klassen leraar volgens jou moeten doen? Geef drie tips:
4
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 5 Wat is een levensbeschouwing? 5.1 Maak deze vragen met je buurman/ -vrouw. De antwoorden staan in het boek op bladzijde 18 en 19. 1. Geef de definitie van levensbeschouwing.
2. Geef drie synoniemen van het woord levensbeschouwing.
3. Waarom heeft iedereen een levensbeschouwing?
5.2 Neem de volgende zinnen over en maak ze af. Een theïst is iemand die……? Een atheïst is iemand die……? Een agnost is iemand die……?
Schrijf achter de uitspraak of die gezegd wordt door een theïst, een atheïst of een agnost. De natuur toont mij dat God bestaat. Toen ik in mijn raket zat, heb ik god niet gezien in het heelal. Als dit mijn lot is, kan ik moeilijk geloven dat God bestaat. Er moet wel een God zijn; hoe is de aarde anders ontstaan? De aarde is geschapen. De aarde is ontstaan uit de oerknal.
Paragraaf 6 Levensbeschouwing en communiceren 1. Waarom is communicatie belangrijk (noem twee belangrijke voordelen) 2. Leg uit wat bedoeld wordt met respect?
5
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 7 Verdiepingsstof LEVO en FILO
Levensbeschouwing en filosofie (vwo – klassen) 1. Welke twee betekenissen heeft het woord filosofie.
2. Geef bij elke betekenis een uitleg.
3.Noem filosofen uit oudheid, middeleeuwen en moderne tijd. Twee per tijdperk.
4. Wat is filosoferen? (noem minimaal 3 elementen) 5.Welke vaardigheden heb je nodig om te filosoferen (zie blz. 21). Noem er acht. -
6. Noem twee overeenkomsten en drie verschillen tussen filosofie en levensbeschouwing. -
6
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Opdracht A: Maak je eigen paspoort. Vertel hierin over je woonplaats, leeftijd, het gezin waar je bij hoort, vriend(innen), hobby’s, lievelingsmuziek, welk t.v programma wil je echt niet missen, wat je later worden wilt, waar je heel blij van wordt of juist erg boos, wie je idool is,kun je wel of niet tegen je verlies, ben je wel of niet bescheiden. Eindig met te vertellen wanneer je echt gelukkig bent! Het paspoort moet goed laten zien wie jij bent. Dus geef juist die informatie die bij jou past. Gebruik in ieder geval bovenstaande punten. Wanneer je het echt goed wilt doen, kun je ook nog extra informatie toevoegen. Maak er een goed lopend verhaal van!
Opdracht B: Beantwoord zelf eerst onderstaande vragen. Interview daarna één van je ouders. Vergelijk tenslotte jullie uitkomsten. Geef een reactie van ca. 10 zinnen. Geef aan waarom je het wel of niet eens bent met de antwoorden die je ouders hebben gegeven. Stel ze minimaal de onderstaande vragen. Vraag door wanneer er zeer kort antwoord wordt gegeven. Wanneer je het echt goed wilt doen, kun je ook andere vragen stellen . Hoe belangrijk is het gezin voor jullie? Hoe belangrijk is gezondheid voor jullie? Hoe belangrijk is werk voor jullie? Hoe belangrijk is geld voor jullie? Hoe belangrijk is geloof voor jullie? Wat is voor jullie nog meer belangrijk in het leven? Wat vinden jullie het allerbelangrijkste in het leven? Zijn jullie standpunten in de loop van jaren veranderd? Zo ja, naar aanleiding waarvan?
Opdracht C: Collage en Gedicht Maak een collage over de levensvraag: Wat is natuur, wat is tijd of wat is de betekenis van lijden en dood? Denk aan foto’s ( in kranten en tijdschriften). Je mag ook woorden en zinnen uit tijdschriften en kranten gebruiken. Schrijf in het kort op wat deze collage volgens jou te maken heeft met levensbeschouwing. Maak zelf een gedicht over tijd, natuur of lijden. Van 8 a 10 regels en illustreer dit gedicht op je eigen manier. Schrijf in het kort op wat dit gedicht volgens jou te maken heeft met levensbeschouwing.
Opdracht D en E staan op de volgende bladzijde! 7
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Opdracht D: Maak een kort verhaaltje (maximaal 1 A4tje) waarin jij antwoorden geeft op de 6 levensvragen, die we in hoofdstuk 1 hebben behandeld. De zes vragen: - Wat is belangrijk in het leven? - Wie is de mens? - Hoe leven mensen met elkaar samen? - Wat is de betekenis van lijden en dood? - Wat is tijd? - Wat is de natuur? Maak er een mooi lopend verhaaltje van.
Opdracht E: (alleen voor vwo) Kies een filosoof en beantwoord de volgende vragen: - Wie is het (naam)? - Wanneer leefde deze filosoof? - Wat is de belangrijkste boodschap van deze filosoof voor ons? - Wat vind jij zelf van deze boodschap? Beschrijf dit in maximaal 1 A4tje tekst + illustraties.
8
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
P.O. leerjaar 1 ‘Standpunt’ hoofdstuk 1 “De Levensbeschouwelijke kijk” Naam:________________________________ Klas:_____________
1A Maak je eigen paspoort Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving 0-1-2-3
1B Interview met je ouders Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving 0-1-2-3
1C Maak een collage en een gedicht Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving 0-1-2-3
1D Verhaaltje over de 6 levensvragen Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving 0-1-2-3
1E Filosoof Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving 0-1-2-3
9
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 1+2. INLEIDING/ INSPIRERENDE PERSONEN De klas wordt verdeeld in 8 groepjes. Elk groepje maakt gezamenlijk de opdrachten 2.1 t/m 2.5. Over de opdrachten 2.3 en 2.5 houden jullie een presentatie. OPDRACHT 2.1 a. Schrijf in je eigen woorden op wat een inspirerend persoon is
In de tekst van het leerboek wordt een aantal inspirerende personen genoemd. Welke drie personen zou je willen toevoegen? Geef ook aan waarom jij deze personen een groot voorbeeld vindt. Naam Motivering 1. 2. 3. OPDRACHT 2.2 Inspirerende personen zijn mensen die een voorbeeld voor ons zijn. Vaak blinken ze uit in iets. Soms worden deze personen ook ‘kanjers genoemd. Een kanjer kan beroemd zijn maar ook iemand uit je directe omgeving. Bijvoorbeeld je opa, een leraar of de trainer van je sportclub. Door iemand een kanjer te noemen geef je aan dat je bepaalde kwaliteiten van iemand zeer waardeert. Je onderzoekt wat jij goed vindt bij anderen. Schrijf hieronder de namen van vijf personen die jij goed vindt. Een klasgenoot, vriend(in), of iemand die je kent van tv/msn/hyves. Achter elke naam schrijf je kort op wat je goed vindt van die persoon. Vervolgens vat je dit samen in één woord. In de tabel staat al een voorbeeld. a. Vul hieronder in: Naam Ouders Vrienden
Wat jij goed vindt van die persoon? Bijvoorbeeld: ze staan altijd voor mij klaar
In één woord Behulpzaam
Tips! Op de volgende bladzijde van je werkboekje staan voorbeelden van eigenschappen die je kan gebruiken als je het lastig vindt zelf samenvattende woorden te bedenken. Je mag ook best bij andere leerlingen kijken of vragen welke woorden zij hebben gekozen. Let er wel op dat je steeds jouw eigen mening geeft over de personen die voor jou een voorbeeld zijn. 10
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Teken in de cirkel voor elke eigenschap die je gekozen hebt een ‘taartpunt’, vanaf de omtrek naar het midden van de cirkel. Hoe groter de punt, hoe belangrijker jij die eigenschap vindt.
vul hier in:
Voorbeelden: Zelfstandig Dapper Creatief Eerlijk Liefdevol Humor Sterk Levenslustig Moedig Enthousiast Respectvol Behulpzaam Aardig Open Bescheiden Gevoelig Spontaan
Werk in groepjes van vier tot vijf leerlingen: Je vertelt in je groepje om de beurt welke goede eigenschappen in ieders cirkel staan. Noteer deze in de kolom rechts op dit blad. Maak een nieuwe cirkel (hieronder) met de woorden die jullie allemaal belangrijk vinden. Probeer het wel eerst eens te worden over de verdeling. Woorden van jouw groep: -
vul hier in:
11
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Vergelijk de ‘woordencirkel’ die jullie hebben gemaakt met jouw eigen woordencirkel. Staan daar nieuwe woorden bij? En, welke woorden van jou staan niet in de groepscirkel? Schrijf hieronder welke groepswoorden/eigenschappen jij belangrijk vindt, en waarom. -
Kijk ook eens bij andere groepjes, wat die hebben gevonden. De woorden die zij hebben gevonden leren je iets over de eigenschappen die de leerlingen in die groepjes belangrijk vinden. Dat alle leerlingen hun mening durven zeggen in de klas, bijvoorbeeld? Schrijf hieronder kort op welke eigenschappen/woorden je veel tegenkomt. Schrijf ook op waarom jij denkt dat zoveel leerlingen die eigenschappen zo belangrijk vinden. b. Waar ben jij heel goed in? Wat gaat je makkelijk af? Wat zijn jouw talenten/ Wat zijn jouw kwaliteiten? Denk eens na wat je de afgelopen week hebt meegemaakt of gedaan, iets dat heel goed ging. Waar lag dat aan? Wat van of bij jou maakte dat dit zo goed verliep? Wat deed jij daarin? Welke kwaliteiten waarderen anderen in jou? Schrijf hieronder in het kort jouw antwoord op. 1. 2. 3. 4.
12
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
OPDRACHT 2.3 Inspirerende personen/ kanjers Je gaat met jouw groepje zoveel mogelijk informatie zoeken over een inspirerend persoon/ kanjer (opdracht 2.3) en een inspirerend geschrift (opdracht 2.5). Een persoon en een geschrift die veel invloed hebben op de samenleving. Je krijgt een paar weekjes de tijd om aan deze opdrachten te werken. Daarna presenteren jullie als groepje op een creatieve manier (lied, gedicht, sketch, etc.) jullie persoon en geschrift! De duur van de presentatie is tussen de 5 – 10 minuten. a. Abraham en Mozes zijn inspirerende personen voor het____________________
b. Jezus een inspirerend persoon voor het______________________
c. Mohammed een inspirerend persoon voor de__________________
d. Erasmus een inspirerend persoon voor het____________________
e. Boeddha een inspirerend persoon voor het____________________
f. Gandhi is een inspirerend persoon voor het ___________________
g. Simone de Beauvoir is een inspirerend persoon voor het ___________________
Paragraaf 3: Belangrijke geschriften OPDRACHT 2.4 a. Welke geschriften lees je thuis (tv-gids, kranten, tijdschriften, jongerenmagazines, boeken)?
13
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
b. Wat spreekt je in deze geschriften aan? Geef aan waarom.
OPDRACHT 2.5 Inspirerende geschriften Deze opdracht hoort bij opdracht 2.3 en moet ook verwerkt worden in de creatieve presentatie. Schrijf deze informatie hieronder op. a. De Tenach een inspirerend geschrift voor het______________________
b. De Bijbel een inspirerend geschrift voor het______________________
c. De Koran is een inspirerend geschrift voor het __________________
d. Beginsel Verklaring van het Humanistische Verbond is een inspirerend geschrift voor het __________________
e. De Soetra’s is een inspirerend geschrift voor het __________________
f. De Veda’s is een inspirerend geschrift voor het __________________
g. De Opzij is een inspirerend tijdschrift voor het __________________
14
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 4 Symbolen OPDRACHT 2.6 Schrijf de drie kenmerken van een symbool op. Kenmerk 1:____________________________________________________________
Kenmerk 2:____________________________________________________________
Kenmerk 3:____________________________________________________________
OPDRACHT 2.7 a. Noem drie verschillen tussen een teken en een symbool. Verschil 1:__________________________________________________________
Verschil 2:____________________________________________________________
Verschil 3:____________________________________________________________
b. Geef een voorbeeld + uitleg bij de drie soorten symbolen : a. Privé symbolen _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ b. Cultuur- of tijdgebonden
c. Universele symbolen
15
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
OPDRACHT 2.8 Op bladzijde 37 van het leerboek zie je zeven symbolen. We geven nu omschrijvingen van deze symbolen. Bedenk de juiste combinaties. Omschrijving: 1. Deze vogel houdt van oorlog en geweld. Hij wordt door liefde bestreden 2.Symbool voor het afwegen van ( moeilijke) zaken om tot een juiste beslissing te komen 3.Symbool voor liefde. Gaat vaak samen met geloof en hoop 4.Symbool voor iets wat onvermijdelijk is in het leven. De meeste mensen kijken er zeker niet naar uit. 5. Symbool voor eeuwigheid 6. Symboliseert een tegenstelling. Enerzijds: vrouwelijkheid, het noorden, schaduw, aarde, passiviteit en vocht.
OPDRACHT 2.9 Symbolen zijn méér-duidig. Dat wil zeggen dat mensen er ook meerdere betekenissen aan kunnen geven. We gaan dat nu ontdekken. a. Geef aan waar de volgende symbolen jou aan doen denken en wat ze zouden kunnen betekenen (voor jou). een roos:__________________________________________________________ de zon:___________________________________________________________ een vlinder:_______________________________________________________ een rivier:_________________________________________________________ b. Geef aan wat welke andere betekenissen klasgenoten hebben opgeschreven. een roos:__________________________________________________________ de zon:___________________________________________________________ een vlinder:_______________________________________________________ een rivier:_________________________________________________________ OPDRACHT 2.10 Bij welke levensbeschouwing horen de symbolen op blz. 37 van het leerboek staan? Beschouwing letter Naam Boeddhisme Christendom Hindoeïsme Humanisme Islam Jodendom 16
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
OPDRACHT 2.11 Wat is het verschil tussen een ‘gewoon ritueel’ en een ‘levensbeschouwelijk ritueel’?
OPDRACHT 2.12 Schrijf 3 privé rituelen op die voor jou of voor jullie gezin belangrijk zijn. 1. 2. 3. Bespreek daarna in groepjes of het om een gewoon of om een levensbeschouwelijk ritueel gaat.
OPDRACHT 2.13 We kennen dus allemaal wel bepaalde rituelen in ons leven. In het boek kun je op blz. 32, 33 en 34 lezen over Levensbeschouwelijke rituelen. Geef aan of de volgende handelingen gewone rituelen zijn of levensbeschouwelijke rituelen zijn. Wanneer de handeling geen ritueel is vul je niets in. Handeling Iedere zondag eten ze bij Miko friet, Bij Dick bidden ze voor ze gaan eten. Onregelmatig bezoekt Bob zijn oma Mijn zus gaat in de kerk trouwen Ali viert na de Ramadan het suikerfeest Elke avond poets jij je tanden. Dit jaar trad Justin Bieber op in Theater aan de Slinger Mo wast zich voor het moskeebezoek Elke dag bezoekt Els haar zieke oma Je broer wordt gedoopt In 1969 landde de mens op de maan Voor de wedstrijd slaat hij een kruisje
Gewoon ritueel .. .. .. .. ..
Levensbeschouwelijk ritueel .. .. .. .. ..
.. ..
.. ..
..
..
.. .. .. ..
.. .. . ..
17
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Paragraaf 7 Levensbeschouwelijk Communiceren (vwo klassen) Tips voor levensbeschouwelijk communiceren 1. Waarom zijn de tien gouden tips op blz. 39 belangrijk? Geef voorbeelden -
2. Waarom is het autoriteitsargument verkeerd? Noem twee redenen? -
-
3. Welke drie dingen moet je nog meer vermijden en waarom? Voer met je buurvrouw/-man een kort gesprek van enkele minuten over een filosofisch onderwerp, dat jullie zelf kiezen: Ons onderwerp is ...................................................................................................... Geef aan welke tips jullie goed hebben gebruikt: Geef ook aan wat lastig was: -
18
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
P.O. leerjaar 1 ‘Standpunt’ hoofdstuk 2 “Uitingen van Levensbeschouwing” Let op: Maak gebruik van kleuren en illustraties. Doe je best!!
OPDRACHT 2A Een persoonlijk symbool Zoek thuis een persoonlijk symbool. Een symbool dat voor jou heel belangrijk is. Als je het symbool mee kan nemen naar school is dat heel mooi maar als het te groot of te kostbaar is kan je het beter niet meenemen. Maak een foto of tekening van het symbool. Maak een beschrijving van je symbool en verwerk daarin de volgende dingen: Hoe ziet het eruit? Waarom heb je dit symbool gekozen? Waarom is het belangrijk voor je? Hoe kom je eraan? In je portfolio gaat een: foto of tekening van het symbool + de beschrijving van het symbool. Tijdens de les houd je een korte presentatie (max. 5 minuten) over jouw symbool. Let op: Je krijgt een cijfer voor je presentatie samen met je beschrijving. Dus vergeet niet je beschrijving in te leveren!
OPDRACHT 2B Ontwerp een (feest) poster We gaan weer in dezelfde groepjes werken als bij opdracht 2.3 en 2.5 en we maken een feestposter. Het feest dat hoort bij jouw inspirerend persoon. Laat op de poster zoveel mogelijk zien wat belangrijk / kenmerkend is voor dat feest. Je maakt de poster op A3 formaat (of groter) a. b. c. d. e. f. g. h.
Jodendom: Pesach Jodendom: Loofhuttenfeest Christendom: Pasen Islam: Suikerfeest Humanisme: dag van de arbeid Boeddhisme: Vesakha Puja Hindoeïsme: Divali Feminisme: internationale vrouwendag
19
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
P.O. leerjaar 1 ‘Standpunt’ hoofdstuk 2 “Uitingen van Levensbeschouwing” Naam:________________________________ Klas:_____________
2A Een persoonlijk symbool Inhoud:
0-1-2-3-4-5-6-7
Vormgeving
0-1-2-3
Cijfer
2B Feest poster
Inhoud: Vormgeving
0-1-2-3-4-5-6-7 0-1-2-3
Cijfer
20
Levo Paragraaf 3
College De Heemlanden brugklas 2011-2012 ANTWOORDEN OP LEVENSVRAGEN
Wat is belangrijk in je leven? OPDRACHT 1 Wat is wel en wat is geen christelijke uitspraak? Zet een kruisje in de juiste kolom. Uitspraak christelijk? wel niet Een vriend in nood moet je helpen Het leven gaat om seks en macht Ik bepaal zelf wel of ik iemand haat of niet Contact met God is belangrijk De hongersnood in Afrika is niet ons probleem Zonder muziek zou het leven voor mij geen zin hebben Geld maakt een mens gelukkig Alle bomen die we nodig hebben, mogen gekapt worden Ik moet er voor zorgen dat mijn lijf gezond blijft Ik koop regelmatig een Straatnieuws Ik moet nooit steunen op een ander, maar zelfstandig zijn
Paragraaf 4 UITINGSVORMEN VAN HET CHRISTENDOM Als je de volgende vragen kunt beantwoorden heb je de tekst goed gelezen. OPDRACHT 2 4.1 Inspirerende personen voor christenen: JEZUS – LUTHER – FRANCISCUS 1. Met welke namen wordt Jezus genoemd? 2. Wat is een rabbi, en wat zijn discipelen? 3. Hoe ontstond volgens Jezus het verschil tussen arm en rijk? 4. Wat vertelt Jezus over het rijk van God? 5. Waarom waren de joodse leiders tegen Jezus? 6. Wat wordt bedoeld met rechtvaardigheid? 7. Waarom wilden de leiders dat Jezus aan het kruis zou sterven? 8. Wat is het allerbelangrijkste wat we over Jezus kunnen melden? 9. Hoe inspireert Jezus steeds weer opnieuw zijn volgelingen?
21
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
OPDRACHT 3 4.2 Belangrijke geschriften voor christenen 10. Hoe heet het belangrijkste heilige boek van de joden? 11. Wat betekent het woord bijbel? 12. Wat kun je lezen in het Oude testament? 13. In welke taal is het Oude testament geschreven? 14. In welke drie groepen wordt het Oude Testament ingedeeld? 15. In welke vier delen kun je het Nieuwe Testament indelen? 16. Wie waren de schrijvers van de vier evangelies? 17. In welke oorspronkelijke taal is het Nieuwe Testament geschreven? 18. Wat is de boodschap van het verhaal van de goede herder? OPDRACHT 4 4.3 Feesten van christenen (Kerst – Pasen – Hemelvaart – Pinksteren) Vertel wat deze feesten inhouden: 1. Kerst 2. Pasen 3. Hemelvaart 4. Pinksteren
OPDRACHT 5 4.4 Symbolen voor christenen (kruis – anker – water – duif – trouwring) Leg de betekenis van de genoemde symbolen uit. Kruis = Anker = Water = Duif = Trouwring =
22
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
EXCURSIE: KIJK IN DE KERK (KIK) OPDRACHT 6
Deze vragen gaan we maken na ons bezoek aan de RK en aan de Protestantse kerk. 1. Noem drie verschillen tussen de RK en de Protestantse kerk! a. b. c.
2. Noem drie overeenkomsten tussen de RK en de Protestantse kerk! a. b. c.
3. Waarom heeft Maarten Luther 95 stellingen op de kerkdeur gespijkerd?
4. In welk jaar heeft hij dat gedaan?
5. Die periode noem je de Reformatie. Wat is Reformatie eigenlijk?
6. Kun je een aantal punten van kritiek noemen die Luther had op de RK kerk?
7. Wat zijn de gevolgen geweest van Luthers actie? -
23
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
“Het christendom als voorbeeld”
OPDRACHT VERHALEN bij hoofdstuk 3 Kies in overleg met je docent een verhaal uit het Nieuwe Testament. Maak een boekje met opdrachten/ verhaaltjes/ puzzels/ strips voor kinderen van groep 5 (8jaar) van de basisschool. Je mag deze opdracht samen met een klasgenoot maken. Om deze verhalen voor te bereiden maak je gebruik van een bijbel. Deze hebben we op school, maar je kunt er vast ook een vinden in het OLC en in de bibliotheek (als naslagwerk en niet om mee te nemen). Misschien heb je thuis een bijbel, een jeugdbijbel of zelfs een kinderbijbel waar deze verhalen in staan. Wat je ook kan doen: kijk op het web! www.bijbelnet.nl en biblianet.nl (geen www ervoor zetten) Lees het verhaal dat jij voorbereidt eerst goed in de bijbel zelf. Kijk in een jeugd- of kinderbijbel als je wilt lezen hoe anderen het verhaal vertellen. Schrijf in je eigen woorden het verhaal op in het (lege) boekje dat je van je docent hebt ontvangen. Maak bij het verhaal allerlei leuke opdrachten zodat de kinderen het verhaal kunnen lezen/ spelen / maken en daardoor het bijbelverhaal beter begrijpen! Je krijgt 2 lessen om aan het boekje te werken! Neem evt. plaatjes etc. mee van huis! Het wordt dus een geschreven boekje (je mag er thuis niet aan werken). Belangrijk is dat je het bijbelverhaal met respect verwerkt! Je kunt kiezen uit de volgende verhalen: 1. De rijke man en de arme Lazarus (lucas 16:19-31) 2. De Farizeeër en de tollenaar (lucas 18:9-14) 3. De verloren zoon (lucas 15:11-32) 4. Brood en vis voor duizenden (lucas 9:10-17) 5. Zacheus in de boom (lucas 19:1-10) 6. Wonderbaarlijke visvangst (lucas 5:1-11) 7. Lazarus (johannes 11:1-44) 8. Verloren schaap (lucas 15:1-7) 9. Verloren penning (lucas 15:8-10) 10. Kameel door het oog van de naald (lucas 18:18-27) 11. Storm op het meer (lucas 8:22-25) 12. Emmeusgangers (lucas 24:13-35) 13. Een meisje van twaalf (marcus 5:21-43) 14. De twee zussen (Lucas 10:38-42) 15. Wijs man bouwt zijn huis (lucas 6:46-49)
24
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
“Het begin van het leven”
EXTRA STOF VOOR VWO/VWO+ KLASSEN
Paragraaf 3
HET ONSTAAN VAN DE WERELD
Scheppingsmythen en evolutieleer OPDRACHT 1 Lees blz. 95 t/m 99. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is een mythe? Waarvoor geeft de mythe van de schilpad een verklaring? Wat verklaart de evolutieleer? Waarvoor had Darwin geen verklaring? Leg uit wat overeenkomsten zijn tussen scheppingsmythen en evolutieleer. Leg uit wat verschillen zijn tussen scheppingsmythen en evolutieleer.
OPDRACHT 2 Geef aan of de uitspraak een mythe is of evolutieleer? Uitspraak In het begin ging er nooit iets dood Door te offeren kun je zorgen dat het gaat regenen Alle planten en dieren hebben een moeilijk leven Goede eigenschappen kun je erven van je voorouders Stenen sterven niet Mensen stammen af van moleculen God maakte de planten, dieren en mensen Het geheim van de aanvang van alle dingen is onoplosbaar Eerst was er niets, tot een grote knal alles veroorzaakte
mythe
evolutie
Wetenschap en geloof OPDRACHT 3 Lees blz. 99 t/m 101 1. 2. 3. 4.
Waarom was de Kerk niet blij met Copernicus en Darwin? Wat is het standpunt van de creationisten? Welke kritiek kun je hebben op Intelligent Design? Geef aan wat het verschil is tussen een wetenschappelijke, historische en levensbeschouwelijke kijk op de werkelijkheid.
Schrijf een kort opstel, waarin je jouw antwoord geeft op de vraag ‘Ben ik een aap?’ 25
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Jezus en Josefine kijkopdracht: Wat zou er gebeuren als je vanuit deze tijd heen en weer kunt reizen naar het jaar 12? Dat overkomt de 12-jarige Josefine als een mysterieuze, magische tijdmachine haar pad kruist. In het bijbelse Nazaret maakt ze kennis met de jonge Jezus, aan wie ze vertelt waar ze vandaan komt. Samen reizen ze naar het heden, waar Jezus kennis maakt met de familie en vrienden van Josefine. Jezus en Josefine worden goede vrienden, maar het verhaal heeft ook een keerzijde. Heden en verleden kunnen niet zomaar door elkaar worden gehaald. Beleef mee wat er gebeurt als Jezus’ vader Joseph de mobiele telefoon van Josefine vindt, maar ook hoe gevaarlijk het kan zijn om de geschiedenis te veranderen...
Beantwoord na elke aflevering onderstaande vragen: Deel 1 : Er is er één jarig Beschrijf hieronder alle personen die je deze aflevering tegenkomt. Wie zijn ze en welke rol hebben ze in het verhaal? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 2 : Goud, Wierook en Mirre Geef aan waarom Josefine Kerst wil verplaatsen. Geef aan wat jouw mening hierover is. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 3 : Op de vlucht Welke rol speelt muziek in deze aflevering? Hoe maken de makers gebruik van muziek Leg je antwoord uit met behulp van enkele voorbeelden. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
26
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 4: Terug naar af Welke rol uit deze aflevering past bij jou? Leg uit waarom. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 5 : Nazaret-sap Waaraan merkt Josefine dat niet alles meer hetzelfde is als eerst? Waarom kan dit ernstige gevolgen hebben? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 6 : Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet! Vertel welk bijbelverhaal in deze aflevering wordt uitgelegd. Zou dit echt zo gegaan kunnen zijn? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 7: Lopen op water
Hoe maakt Josefine Jezus bewust van zijn bijzondere kracht? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 8: Verliefd Waarom is Maria niet blij met Jezus? Leg je antwoord uit. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
27
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 9 : De gladiator Vertel hieronder het verloop van de scene waarin Josef het mobieltje gebruikt. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 10: Wat voor galei?
Vertel hoe Oskar in de problemen komt. Wat heeft dit voor gevolgen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 11: Sterker dan ijzer Wat was het belangrijkste beeld van deze aflevering? Welk beeld zou je in een lijstje willen stoppen als foto? Leg uit. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 12: Bezoek uit een ver land Geef hier een korte samenvatting van deze aflevering. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 13 : Het wonder Leg uit waarom deze aflevering “Het wonder”heet. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 14: Op zoek naar de kribbe Welke rol speelt muziek in deze aflevering? Hoe maken de makers gebruik van muziek Leg je antwoord uit met behulp van enkele voorbeelden. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
28
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 15: Bij de spiegeloog Welke rol uit deze aflevering past bij jou? Leg uit waarom. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 16: De kerstmuts Geef hier een korte samenvatting van deze aflevering. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 17 : Achter de deur Geef aan hoe jij het dilemma van Josefine zou oplossen. (zou je Jezus de waarheid hebben vertelt of niet en waarom?) ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 18: Ieder voor zich Snap je dat Jezus weg wil van zijn leven? Leg uit waarom hij dit volgens jou doet. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 19 : De verleiding Waarom heet deze aflevering “De verleiding”? Leg uit. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
29
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 20: Zoek en jullie zullen vinden Hoe reageert Judas op Thorsen? Wat probeert hij Judas wijs te maken? Waarom gelooft Judas hem? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 21: De tweestrijd Hoe komt Jezus tot inkeer? Leg je antwoord uit. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 22: Weer thuis Vertel hieronder het verloop van de scene waarin Josefine weer thuis komt. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Deel 23: Het laatste gevecht Geef hier een korte samenvatting van deze aflevering. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Deel 24(slot): Kerst in je haar! In deze aflevering staan “verrassingen”centraal. Geef 3 voorbeelden van verschillende verrassingen. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
30
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Afsluitende opdracht Jezus en Josephine
Opdracht 1: Jij krijgt de opdracht van de regisseur om een vervolg te maken. Jezus en Josephine kunnen elkaar niet vergeten. Het is alweer 5 jaar geleden dat ze elkaar voor het laatst hebben gezien! Op een goede dag besluit Josephine om…………………….. Schrijf dit verhaal af! (ongeveer 1A4-tje). Of maak er een stripverhaal over!!
De kijkopdrachten die horen bij Jezus en Josephine werk je netjes uit! Deze worden regelmatig in de les bekeken en/of besproken.
31
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Inhoud Jezus en Josefine, per deel. Deel 1 : Er is er één jarig De 12 - jarige Josefine baalt er stevig van dat ze jarig is op kerstavond. Als het aan haar lag zou het kerstfeest onmiddellijk afgeschaft worden. Maar de rest van haar gezin denkt daar heel anders over. En dan moet ze ook nog eens tegen haar zin in meedoen aan het jaarlijkse kerstspel op school. Haar beste vriend en klasgenoot Oskar heeft een nogal vreemd huisdier: een degu uit Zuid- Amerika. Ze kan elk moment jonkies krijgen. Deel 2 : Goud, Wierook en Mirre Josefine dient een officieel verzoek in om het kerstfeest naar een andere tijd te verschuiven, zodat haar eigen verjaardag, die valt op de dag voor kerst, alle aandacht kan krijgen. Oskar en zij maken kennis met een geheimzinnige man, die een antiekwinkel heeft. Hij heet Thorsen en moet – net zoals Josefine- ook niks van kerst hebben. Deel 3 : Op de vlucht Bethlehem: het jaar nul. Koning Herodes wil alle pasgeboren jongetjes laten vermoorden. Jozef en Maria kunnen met hun pasgeboren zoontje net op tijd vluchten naar Egypte. Ruim 2000 jaar later moeten Oskar en Josefine tegen hun zin de rol van Jozef en Maria spelen in het kerstspel op school. Ze gaan op zoek naar verkleedspullen en komen in de winkel van de mysterieuze Thorsen terecht. Oskar wil verkering met Josefine, maar zij is veel meer onder de indruk van een magische kerststal. Deel 4: Terug naar af Josefine vertelt Oskar, dat ze echt geen verkering met hem wil. Ze gaat op bezoek bij Thorsen in zijn antiekwinkel. Ze kan met haar vingers niet afblijven van een magische kerststal. Tot haar grote verrassing blijkt het een tijdmachine te zijn, die haar terug in de tijd brengt naar Nazaret. Daar ontmoet zij de 12-jarige Jezus en zijn vrienden. Deel 5 : Nazaret-sap Josefine heeft ontdekt, dat zij via een magische kerststal terug in de tijd kan reizen naar de wereld van de 12 jarige Jezus. Daar sluit ze vriendschap met Jezus en zijn vrienden en leert hen de betekenis van het woord “oké “. Op verzoek van Josefine verandert hij water in appelsap. Maar Jezus’ moeder moet niks hebben van Josefine. Eenmaal terug in Denemarken ontdekt Josefine, dat in haar gezin niet alles meer hetzelfde is sinds haar reis. Deel 6 : Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet! Rijstepap vindt Josefine verschrikkelijk smerig. Ze wil graag dat Jezus dat verbiedt, zodat zij er voorgoed van verlost is. Op aanraden van Josefine opent Jezus de ogen van een blinde man. Omdat Josefine zich zo geheimzinnig gedraagt vermoedt Oskar, dat ze stiekem een vriendje heeft. Deel 7: Lopen op water Het is zondag. Louise, Josefine’s moeder, is zenuwachtig, omdat ze vandaag als dominee moet preken in de kerk. Josefine is weer op bezoek bij Jezus en vraagt hem te beloven om zijn verjaardag te verplaatsen. In ruil daarvoor maakt zij hem bewust van zijn bijzondere kracht.
32
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 8: Verliefd Josefine moet op haar jongere broertje, Lukas, passen. Daardoor kan zij niet op bezoek gaan bij Jezus. Ze roept de hulp in van Oskar en zoekt Jezus weer op. Maria, Jezus’ moeder vindt het maar niks, dat haar zoon verliefd is op dat vreemde meisje uit het Noorden. Ook Oskar is nieuwsgierig met wie Josefine toch steeds zo druk in de weer is. Deel 9 : De gladiator Vol verwachting reist Josefine via de magische kerststal weer naar Jezus. Pardos, de beroemde gladiator, is in de buurt en Jezus is een grote fan van hem. Jozef krijgt de schrik van zijn leven, wanneer Josefines mobieltje afgaat. Oskar is aan de lijn. Hij is op zoek naar Josefine. Deel 10: Wat voor galei? Jesper en Louise worden achterdochtig: van wie is hun dochter zo vol? Wie is toch dat nieuwe vriendje Jezus? Wordt het geen tijd om kennis met hem te maken? Oskar ontdekt ook het geheim van de magische kerststal en reist Josefine achterna. Voordat hij er erg in heeft, heeft Oskar zich in de nesten gewerkt bij de Romeinen. Deel 11: Sterker dan ijzer Oskar is opgepakt door de Romeinen en in een kelder vastgeketend. Hij zal als slaaf afgevoerd worden naar de Galeien. Josefine en Jezus bedenken een link ontsnappingsplan met behulp van een snijbrander uit de winkel van Thorsen en zoete broodjes van Josefine’s vader. Deel 12: Bezoek uit een ver land Oskar vindt al dat tijdreizen van Josefine levensgevaarlijk en vraagt haar met klem daarmee op te houden. Ondertussen heeft Jezus in Nazaret ontdekt, hoe hij via de kribbe naar het hier en nu kan reizen. Op een dag staat Jezus ineens op het schoolplein van Josefine en Oskar. Josefine wil hem graag een kerk laten zien, maar Oskar vindt dat geen goed idee. Stel je voor, dat Jezus erachter komt, hoe zijn leven afloopt. Deel 13 : Het wonder Jezus kan niet terug naar zijn eigen tijd en moet noodgedwongen bij Josefine thuis blijven logeren. Vader Jesper vindt die Jezus maar een rare jongen. Als Oskars lievelingshuisdier dood in zijn hok ligt, zorgt Jezus voor een onvergetelijke gebeurtenis. In Nazaret gebruikt Jozef op verzoek van een Romeinse officier hout van de kribbe voor een meubelstuk. Deel 14: Op zoek naar de kribbe Jezus zit gevangen in het heden. Hij belt naar zijn vrienden in Nazaret om uit te zoeken waar de kribbe is gebleven en vraagt ze hem vervolgens weer in elkaar te zetten. Ondertussen wordt Jezus opgehaald door twee politiemannen. Vader Jesper heeft hem aangegeven. Thorsen heeft grote plannen om zijn winkel uit te breiden. Deel 15: Bij de spiegeloog Jezus wordt door de politie naar een opvanghuis gebracht voor een gesprek met een hulpverlener. Intussen proberen Oskar en Josefine de magische kerststal uit de winkel van Thorsen te smokkelen zodat Jezus weer terug naar Nazaret kan reizen.
33
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Deel 16: De kerstmuts Jezus is eindelijk veilig en wel terug in zijn eigen tijd. Door zijn genezingen is hij enorm populair geworden. In Denemarken moet Josefine aan Oskar beloven, dat zij zich niet meer met Jezus en zijn levensverhaal zal bemoeien. Per ongeluk vindt Lukas, het kleine broertje van Josefine, de magische kerststal. Hij is vastbesloten Jezus een kerstmuts cadeau te doen. Deel 17 : Achter de deur Op verzoek van Jezus zoekt Josefine hem nog een keer op. Jezus is van zijn stuk gebracht door de opmerking van de kleine Lukas dat hij heel jong dood zal gaan. Josefine vertelt Jezus de waarheid. Omdat Oskar zijn vriendin niet alleen durft te laten reist hij haar achterna. Deel 18: Ieder voor zich Jezus is weggelopen. Hij heeft geen zin meer om Gods zoon te zijn. Als Josefine en Oskar terugkeren in hun eigen tijd, is de wereld compleet anders geworden. Iedereen heeft een nummer in plaats van een naam en moet keihard werken. Scholen zijn verboden. De heerser van de duisternis is de baas over alles en iedereen. Deel 19 : De verleiding Simon en Judas komen erachter, waar Jezus zich verstopt, maar ze kunnen hem niet overhalen terug naar huis te komen. In de duistere wereld proberen Oskar en Josefine de magische kerststal in handen te krijgen. Oskar offert zich op, zodat Josefine stiekem de flat van Thorsen kan doorzoeken. Deel 20: Zoek en jullie zullen vinden Josefine reist terug in de tijd en gaat op bezoek bij Jezus, die zich naar een school voor gladiatoren gaat. Hij weigert Josefine te geloven en met haar mee te gaan. Thorsen op zijn beurt gaat Josefine achterna. Ondertussen zit Oskar gevangen. Het ziet slecht voor hem uit. Deel 21: De tweestrijd Op de gladiatorschool krijgt Jezus een droom, die hem tot inkeer brengt. Hij gaat op zoek naar Josefine, maar loopt Thorsen tegen het lijf. In een afgelegen steengroeve komt het tot een grote krachtmeting. Gelukkig is Josefine er ook nog. Deel 22: Weer thuis Jezus is blij om weer thuis te zijn bij zijn ouders. Josefine vindt het vreselijk om weer afscheid te moeten nemen van Jezus. Misschien zien zij elkaar voor de allerlaatste keer. Terug in het heden is de wereld weer als vanouds. Deel 23: Het laatste gevecht Josefine en Oskar zijn volop bezig met de laatste voorbereidingen voor het kerstspel op school. Josefine ontdekt plotseling, dat Oskar aardiger is dan ze altijd heeft gedacht. Na afloop blijven ze in de kerk achter. Dan heeft Thorsen nog een appeltje met hen te schillen. Deel 24(slot): Kerst in je haar! Vandaag is het zover: Josefine is jarig. Overdag staat de uitvoering van het kerstspel op het programma, in een stampvolle kerk. 's Avonds viert Josefine haar verjaardag thuis met haar gezin. En dan gaat de deurbel. Er staat een grote verrassing voor de deur.
34
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Jezus en Josefine : hoe is jouw vervolg?
35
Levo
College De Heemlanden brugklas 2011-2012
Portfolio-opdrachten leerjaar 1 Welke opdrachten moeten het eerste jaar in jullie portfolio? 1A Paspoort 1B Interview met je ouders 1E Filosoof (alleen voor de vwo klassen) 2A Persoonlijk symbool. De beschrijving + foto/ tekening van je persoonlijk symbool.
Aan het einde van de periode (als de levo lessen bijna zijn afgelopen) maak je een reflectie verslag! Kijk nog eens goed naar de drie/vier opdrachten die in je portfolio zitten en beantwoord dan de volgende vragen: - Wat heb je het afgelopen jaar geleerd bij het vak levensbeschouwing? - Hoe heb je het maken van de opdrachten ervaren? - Als je deze opdrachten nog een keer moet maken zou je het dan anders doen? - Wat verwacht je van het vak levensbeschouwing in leerjaar 2? Maak er een goed lopend verslag van (1 A-4tje). Dit verslag wordt beoordeeld door de docent die jou lesgeeft in leerjaar 2.
36