P R A K T I J K G I D S
Fiscale knipperlichten voor de bouwsector Praktische tips en informatie
SBB
Partner voor bedrijvige mensen
‘‘
Met SBB Online is mijn accountant 24 uur per dag met één muisklik beschikbaar.
‘‘
Marc, zaakvoerder
Wij stellen ons IT-netwerk en onze programma’s ter beschikking van onze klanten. Via een beveiligde internetverbinding kan u op elk tijdstip rapporten en documenten raadplegen, uw boekhouding voeren, facturen maken, uw budgetten en resultaten opvolgen,... In overleg en op maat van uw specifieke behoeften. Info: tel. 070/22 26 73
[email protected]
www.sbb.be SBB
Partner voor bedrijvige mensen
Inhoud
blz. Voorwoord
2
1. Met welke BTW-tarieven moet een bouwheer rekening houden als hij bouwt of renoveert?
3
2. De bouwaangifte: enkele aandachtspunten.
4
3. Wie mag gratis meehelpen bij de oprichting van een nieuwbouw?
5
4. Verkoop van een onroerend goed met BTW.
7
5. Werken met een niet-geregistreerd aannemer?
10
6. Architecten en de toepassing van de BTW-wetgeving.
14
7. Facturatie volgens de regels van de kunst.
15
8. Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen.
17
9. De ‘rechtstreekse vordering’ van de onderaannemer.
19
Lijst van SBB-kantoren
21
1
Voorwoord
Geachte bouwprofessional,
De 250 medewerkers van SBB Accountants & Adviseurs werken elke dag met ‘de belastingen’. Doordat heel wat van onze klanten actief zijn in de bouwsector, hebben wij bovendien een goed zicht op de specifieke aandachtspunten voor deze sector. De fiscale vragen die de professionals uit de bouwsector architecten, landmeters, aannemers, afwerkbedrijven … - ons stellen, blijken nogal eens over dezelfde knelpunten te gaan. Dit heeft er ons toe aangezet om in dit zakboekje enkele belangrijke fiscale aandachtspunten voor uw sector in vraagen antwoordvorm op een rij te zetten. U vindt op de volgende bladzijden niet alleen de maatregelen uitgelegd die specifiek op uw bedrijf of activiteit van toepassing zijn. Ook aan enkele vragen die u ongetwijfeld wel eens van uw klant-bouwheer te horen krijgt, besteden wij de nodige aandacht. Wij hopen alvast dat deze beknopte gids u de weg kan wijzen door het fiscale landschap, en zijn ter beschikking voor alle bijkomende informatie die u zou wensen. Onze medewerkers verwelkomen u graag in onze kantoren. U vindt de adressen achteraan deze gids. Wij wensen u alvast een aangename en leerrijke lectuur.
Met vriendelijke groet,
Herman Vidts Bestuurder-Directeur SBB Accountants & Adviseurs
2
1.
Met welke BTW-tarieven moet een bouwheer rekening houden als hij bouwt of renoveert?
Principe: 21% Op de werken die te maken hebben met de bouw van een nieuwe woning (de zogenaamde werken in onroerende staat) betaalt de bouwheer in principe 21% BTW. Werken in onroerende staat omvatten niet alleen de prestaties van de aannemers, maar ook de door hen gebruikte bouwmaterialen. Uitzondering: 6% Als er werken uitgevoerd worden met het oog op de renovatie, de verbetering, de omvorming, de herstelling of het onderhoud van een woning, kan onder bepaalde voorwaarden het verlaagd BTW-tarief van 6% ingeroepen worden.
Wat zijn de voorwaarden om van het 6% tarief te kunnen genieten ? • de werken moeten uitgevoerd worden door een geregistreerde aannemer • het moet gaan om de renovatie, de verbetering, de omvorming, de herstelling of het onderhoud (niet reiniging) van een woning; • de woning moet na de werken hoofdzakelijk aangewend worden als privé-woning; • de woning moet ten minste vijf jaar in gebruik zijn op het moment dat de eerste BTW opeisbaar wordt, dit is in principe bij betaling van een eerste voorschot of bij ontvangst van een eerste factuur; • de factuur moet duidelijk vermelden waarom het verlaagd tarief van 6% geldt (gebaseerd op het attest dat de bouwheer opmaakt). Let op: indien de bouwheer zelf de handen uit de mouwen steekt of beroep doet op een niet-geregistreerde aannemer, kan hij NIET genieten van het 6%-tarief. Al de materiaalaankopen zijn dan aan 21%.
Hoe lang blijft de 6% maatregel nog gelden ? Deze maatregel, die normaal afliep eind 2005, werd intussen verlengd tot en met 31 december 2010.
3
2.
De bouwaangifte: enkele aandachtspunten
Wat is een bouwaangifte ? Bij een nieuwe woning dient de eigenaar binnen de drie maanden volgend op de datum van de betekening van het kadastraal inkomen een zogenaamde bouwaangifte in bij de fiscus. Dit gebeurt bij het BTW-controlekantoor bevoegd voor de regio waar de woning gelegen is. Deze bouwaangifte is een samenvatting van: • de facturen van aannemers en van bouwmaterialen; • bonnetjes van de kleinere aankopen voor de nieuwbouw; • documenten die opgemaakt zijn bij eventuele aankopen bij niet-BTW-plichtigen (bv. bij aankoop van tweedehands bakstenen); • schriftelijke verklaringen van derden die kosteloos hebben meegewerkt aan de nieuwbouw; • de werken die de eigenaar zelf heeft uitgevoerd.
Wanneer is er een BTW-herziening mogelijk ? De totale waarde van de nieuwbouw die de belastingcontroleur in de bouwaangifte vindt, vergelijkt hij met de zgn. ‘normale oprichtingsprijs’ van de woning. Om die vast te stellen, gaat hij uit van vaste eenheidsprijzen die gekoppeld worden aan de oppervlakte van welbepaalde delen van de woning. De prijzen die de overheid hanteert, zijn gemiddelde prijzen voor een bepaalde regio. Als de waarde die de bouwheer heeft opgegeven lager uitkomt dan de normale waarde berekend door de fiscus, kan hij een bijkomende heffing van BTW verwachten op het verschil tussen beide, eventueel verhoogd met een boete.
Een voorbeeld: Als het totaalbedrag excl. BTW van alle facturen en stukken m.b.t. de nieuwbouw 5.000 EUR lager ligt dan de ‘normale oprichtingsprijs’ mag de eigenaar zich aan een herziening verwachten van 5.000 EUR x 21% of 1.050 EUR. Let op: als dit tekort lager ligt dan 1/8ste van het totale factuurbedrag houdt het hier bij op en betaalt de bouwheer geen boete. Is het verschil groter dan 1/8ste dan betaalt de eigenaar bovenop de BTW op het verschil ook nog een boete die varieert tussen 10% en 35% van de verschuldigde BTW.
4
3.
Wie mag gratis meehelpen bij de oprichting van een nieuwbouw?
Het gebeurt dat handige familieleden of anderen wel een handje willen toesteken bij de bouwwerken. Waar moet de bouwheer op letten om hiermee niet in de problemen te komen?
Wat is het principe ? In principe hanteert de BTW geen verwantschapsgraad. Gratis hulp van vrienden en kennissen kan dus ook. De graad van verwantschap wordt echter gesteld in de wet op de bouwwerken (max. 4de graad) en in de wet op de beteugeling van het sluikwerk (max. 2de graad). Indien de bouwheer zelf de handen uit de mouwen steekt om zijn huis te bouwen, kan hij dus best alleen beroep doen op de hulp van ‘bloed- en aanverwanten tot de tweede graad’: • • • • •
ouders broers en zussen schoonbroers en schoonzussen grootouders kinderen en kleinkinderen (en hun eventuele echtgeno(o)t(e)).
Gaat het om een sociale woning, dan wordt hulp tot en met de vierde graad aanvaard. Concreet mogen dan ook neven/nichten en ooms en tantes gratis meehelpen. Let extra op als de bouwheer gratis hulp inroept van een werkzoekend familielid. Een werkzoekende krijgt een uitkering omdat hij, onafhankelijk van zijn wil, geen job en dus ook geen loon heeft. Elke activiteit verricht door een werkzoekende voor een derde wordt geacht voor hem een materiaal voordeel in te houden en brengt zijn werkloosheidsvergoeding in het gedrang. Ook als degene die gratis hulp aanbiedt, dit soort werk als zelfstandige of zaakvoerder van een vennootschap uitvoert, moet u opletten (vooral voor diegene die het werk effectief verricht). Bijv: vader is zelfstandig metser en helpt gratis zijn zoon om deze laatste zijn nieuw huis te bouwen
5
Mag iemand die BTW-plichtig is zonder problemen zijn eigen woning bouwen ? BTW-belastingplichtigen die zelf de handen uit de mouwen willen steken, moeten nagaan in hoeverre ze gehouden zijn BTW af te dragen op de werken in onroerende staat die door hen zelf worden uitgevoerd. Als die werken een gewone geregelde werkzaamheid van de betrokkene uitmaken, dan zal hij daarop BTW moeten afdragen. Is dat niet zo, dan geldt die verplichting niet. Gaat het om een vennootschap, dan is er in elk geval BTW verschuldigd, ongeacht de eigenlijke werkzaamheid van de vennootschap. Als er BTW verschuldigd is, dan wordt die berekend op alle uitgaven die voor het werk gedaan zijn (materialen, loonkost personeel,…). Een voorbeeld om één en ander te verduidelijken: een aannemer van ruwbouwwerken die zijn eigen woning zet, zal op de uitgaven die hij hiervoor gemaakt heeft BTW moeten afdragen (enkel voor de ruwbouwwerken, niet voor de andere werken). Een bakker of slager die hetzelfde doet, zal hiertoe niet verplicht zijn, tenzij hij zijn beroep in vennootschapsvorm uitoefent.
6
4.
Verkoop van een onroerend goed met BTW
In principe zijn op de verkoop van een onroerend goed registratierechten verschuldigd. Onder bepaalde voorwaarden echter kan een onroerend goed verkocht worden met toepassing van BTW.
Hoe lang kan een onroerend goed of daarmee verbonden zakelijk recht verkocht worden met BTW? Indien onroerende goederen of daarmee verbonden zakelijke rechten (opstal, vruchtgebruik, …) verkocht worden ten bezwarende titel, dient de eigenaar na te gaan of de nieuwheidsperiode van het onroerend goed nog niet verstreken is. Zolang deze periode nog niet is verstreken, kan er verkocht worden met toepassing van 21% BTW mits het lichten van een optie indien men geen professionele verkoper is, ook wel beroepsoprichter genoemd. Deze laatste heeft immers geen keuzemogelijkheid en zal tijdens de nieuwheidsperiode van het gebouw steeds moeten verkopen met BTW.
Hoe lang duurt de nieuwheidsperiode? De nieuwheidsperiode wordt als volgt bepaald: een gebouw is nieuw tot 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar waarin het voor het eerst in gebruik genomen werd. Een voorbeeld kan dit wellicht duidelijk maken. Een woning die in 2005 werd opgericht, wordt door de familie Janssens in gebruik genomen op 25 april 2006. Dit betekent dat het gebouw kan verkocht worden met BTW tot 31 december 2008.
Wanneer begint de nieuwheidsperiode te lopen voor kijkwoningen? De nieuwheidsperiode van een kijkwoning of een kijkappartement dat enkel maar wordt aangewend om kandidaat-kopers rond te leiden en te informeren, begint niet te lopen. Dit zal enkel maar gebeuren indien de kijkwoning effectief bewoond wordt. 7
Kan een oud gebouw na de nodige renovatiewerken verkocht worden met BTW? Indien aan een oude woning zodanige verbouwingen, renovatie, restauratiewerken, enz. worden uitgevoerd dat de woning een zodanige vervorming ondergaat dat zijn structuur en eigenschappen gewijzigd zijn, ev. zelfs zijn bestemming, dan spreekt men van vernieuwbouw waardoor een verkoop met toepassing van BTW weer mogelijk wordt. De verbouwingswerken verlenen aan het gebouw de kenmerken van een nieuw opgericht gebouw. In eerste instantie heeft de omvang van de kosten van de werken geen invloed. Een verhoging van het kadastraal inkomen wordt wel vereist en m.b.v. plannen e.d. dient de belangrijkheid van de werken aangetoond te worden. Indien door de verbouwingen een oud en een nieuw gedeelte ontstaat, kunnen beide delen vervreemd worden met BTW.
Voorbeeld: De omvorming van een oud herenhuis met beschermde gevel tot een appartementsgebouw, kan bestempeld worden als ‘vernieuwbouw’. Het vernieuwen van het dak van de woning of het installeren van een centrale verwarming of een badkamer wordt niet beschouwd als vernieuwbouw ook al geeft dat aanleiding tot een aanpassing van uw kadastraal inkomen en/of extreem hoge uitgaven. Het gaat in deze voorbeelden om werken die het gebouw in stand moeten houden of het comfort moeten verbeteren.
Mocht er enige twijfel rijzen omtrent de vraag of verbouwingswerken die een belangrijke wijziging aan het gebouw teweegbrengen als vernieuwbouw kunnen bestempeld worden of niet, hanteert de Administratie de volgende stelregel: de kostprijs, excl. BTW, van de uitgevoerde werken moet 60% of meer bedragen van de verkoopwaarde van het vernieuwde gebouw, grond niet meegerekend, op het tijdstip van de voltooiing van de werken (besl. E.T. 19.497, 20 februari en 29 april 1976).
KP (excl. BTW) >= 60% verkoopwaarde vernieuwd gebouw (excl. grond)
8
Welke administratieve formaliteiten moeten vervuld worden bij verkoop met BTW? Indien de eigenaar van een onroerend goed zijn pand wenst te verkopen met BTW, moet dit uitdrukkelijk in de compromis opgenomen worden. Bovendien moet de verkoper het bevoegde BTW-controlekantoor1 voorafgaandelijk op de hoogte brengen. Dit gebeurt door indiening van het formulier 104/1. Naar aanleiding van de verkoop moet tevens een regelmatige verkoopfactuur opgemaakt worden en moet de verkoper een aangifte indienen, met name formulier 104/5. Dit formulier moet ingediend worden binnen de maand volgend op de volledige betaling van de verkoopprijs. Binnen deze termijn moet ook de verschuldigde BTW overgemaakt worden aan de Belgische Staat.
1 Het controlekantoor dat bevoegd is voor de regio waar het onroerend goed gelegen is, zal gecontacteerd moeten worden.
9
5. Werken met een niet-geregistreerd aannemer? De regeling op het werken met een niet-geregistreerde aannemer is sedert haar invoering in 1978 het sleutelmoment in de strijd van de Belgische Staat tegen de koppelbaaspraktijken. Het systeem voorziet in een soort waarborg voor de betaling van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen van diverse aannemers die op de Belgische markt van onroerende goederen aanwezig zijn. Registratie als aannemer is geen wettelijke verplichting, maar de gevolgen van het ontbreken ervan zijn van die aard dat registratie een feitelijke noodzaak zal zijn.
Wat zijn de praktische gevolgen bij het aanstellen van een niet-geregistreerd aannemer? Wie beroep doet op een niet-geregistreerde aannemer voor het uitvoeren van werken in onroerende staat, moet zich bewust zijn van volgende gevolgen : 1. hoofdelijke aansprakelijkheid2 voor de fiscale en sociale schulden; 2. inhouding van een bepaald bedrag voor de fiscus en de R.S.Z.; 3. meldingsplicht aan de R.S.Z. (is ook van toepassing bij geregistreerde aannemers: de zogenaamde werkmelding) Op wie is deze regeling van toepassing: • de opdrachtgever (belangrijk: de natuurlijke persoon die handelt voor privé-doeleinden wordt hier niet bedoeld); • de aannemer : hij die werken gaat uitvoeren of laat uitvoeren voor de opdrachtgever; • onderaannemer : hij die werken geheel of gedeeltelijk gaat uitvoeren in opdracht van de aannemer (doet hij op zijn beurt beroep op een onderaannemer, wordt hij gedefinieerd als aannemer in die relatie). Waarop heeft de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale en de sociale schulden betrekking? De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt in hoofde van de opdrachtgever/aannemer die beroep doet op een niet-geregistreerde aannemer/onderaannemer voor de nog openstaande 2 Hoofdelijke aansprakelijkheid: dit houdt in dat wanneer de eigenlijke schuldenaar zijn schulden niet kan betalen t.o.v. de RSZ of het Ministerie van Financiën, deze twee schuldeisers kunnen aankloppen bij de medecontractant van de niet
10
sociale en fiscale schulden (incl. verhogingen, intresten en kosten) die dateren van voor en tijdens het uitvoeren van de werken. De niet-registratie wordt beoordeeld op het moment van het afsluiten van het contract. De aansprakelijkheid heeft betrekking op 85% van de prijs excl. BTW van de totale werken: 50 % heeft betrekking op de schulden t.o.v. de RSZ, 35 % heeft betrekking op de schulden t.o.v. de fiscus. In hoofde van de aannemer die beroep doet op een onderaannemer voor onroerende werken die vallen onder het paritair comité voor het bouwbedrijf (PC 124), vindt er een verzwaring plaats van de hoofdelijke aansprakelijkheid. Iedere aannemer en onderaannemer wordt hoofdelijk aansprakelijk voor de sociale en fiscale schulden van elke na hem komende niet-geregistreerde onderaannemer (dus niet enkel beperkt tot de medecontractant). Dit wordt ook wel eens “ketenaansprakelijkheid” genoemd.
Welke bedragen moeten ingehouden worden naar aanleiding van de inhoudingsplicht? In de relatie opdrachtgever-aannemer, moet de opdrachtgever een inhouding doen van 30 %, nl. 15 % voor de fiscus en 15 % voor de R.S.Z, bij niet-registratie van de aannemer op het moment van de betaling. De ingehouden bedragen moeten vervolgens doorgestort worden naar de betrokken diensten. Voorbeeld: Een bedrijf doet beroep op de diensten van een niet geregistreerde aannemer voor het bouwen van een fietsenstalling voor de prijs van 1.500 EUR; excl. BTW. Indien op het moment van de betaling de aannemer nog steeds niet geregistreerd is, zal het bedrijf 450 EUR moeten inhouden, 225 EUR voor de RSZ en 225 EUR voor de fiscus.
In de relatie aannemer-onderaannemer geldt dezelfde inhoudingsverplichting van 30%. Indien het echter gaat om werkzaamheden die bedoeld zijn in PC 124, dient de aannemer 50 % in te houden op het te betalen bedrag, nl. 15 % voor de fiscus en 35 % voor de R.S.Z. en dit wanneer de onderaannemer niet geregistreerd is en/of sociale schulden heeft. Dus is de onderaannemer geregistreerd en heeft hij geen sociale schulden, dan dient de inhouding niet te gebeuren. 11
Wat houdt de zogenaamde meldingsplicht in? De aannemer waarop de opdrachtgever een beroep doet, moet per aangetekend schrijven aan de R.S.Z. informatie doorgeven omtrent : - de raming van de belangrijkheid van de werken die vallen onder het paritair comité van het bouwbedrijf; - de identificatie van de opdrachtgever en alle onderaannemers (onderaannemers moeten bij onderaanneming de aannemer schriftelijk op de hoogte brengen). Dit dient te geschieden VOOR de aanvang van de werken of VOOR de tussenkomst van andere onderaannemers. Het speciaal daarvoor ontwikkeld formulier dient aangevraagd te worden bij de RSZ, dienst “art. 30bis” te Brussel. Vervolgens krijgt de aannemer een identificatienummer dat moet meegedeeld worden aan de opdrachtgever die het nummer moet vermelden in de briefwisseling m.b.t. de uitvoering van de werken. Deze verplichting geldt niet indien het werken betreft die niet vallen onder het paritair comité voor het bouwbedrijf. Evenmin indien een bedrag van 25.000 EUR niet overschreden wordt en men geen beroep heeft gedaan op een onderaannemer. Bijvoorbeeld Een herstelling aan een woning die valt onder het PC 124, bedraagt 16.500 EUR (excl. B.T.W.). Voor de uitvoering van het werk deed de aannemer beroep op een onderaannemer wegens te veel werk. De aannemer heeft de plicht dit te melden aan de R.S.Z.. Zou hij het werk zelf uitgevoerd hebben, dan rustte op hem geen meldingsplicht.
Wat zijn de gevolgen voor een particulier indien hij beroep doet op de diensten van een niet-geregistreerde aannemer? De gevolgen bij de aanstelling van een niet-geregistreerde aannemer in hoofde van een particulier zijn eerder beperkt. Toch kan zijn keuze belangrijke financiële gevolgen hebben op het vlak van enkele fiscale gunstmaatregelen, die hij niet kan genieten. 12
Bij uitvoering van werken in onroerende staat aan een woning van vijf jaar of ouder kan het verlaagd BTW-tarief van 6% genoten worden. Eén van de voorwaarden is echter dat de werken uitgevoerd moeten worden door een geregistreerd aannemer. Dus kiezen voor een niet-geregistreerd aannemer houdt een meerkost in van 15% op de totale kostprijs. De particulier die kiest voor een niet-geregistreerde aannemer kan evenmin genieten van de belastingvermindering voor energiebesparende investeringen (zie verder).
13
6.
Architecten en de toepassing van de BTW-wetgeving
Zijn architecten BTW-belastingplichtigen? Architecten stellen handelingen die bedoeld zijn in het wetboek BTW. Indien zij op regelmatige en zelfstandige basis deze handelingen stellen, worden zij bestempeld als BTW-belastingplichtigen met alle gevolgen van dien.
Is een architect-stagiair een BTW-belastingplichtige? Indien de architect-stagiair enkel prestaties levert in opdracht van zijn stagemeester, dient hij zich niet te registreren als BTWbelastingplichtige. Uiteraard, indien hij er op staat kan hij zijn registratie als BTW-belastingplichtige altijd vorderen. Indien de betrokken stagiair eveneens op zelfstandige basis belastbare handelingen stelt, bijvoorbeeld plannen tekenen voor het uitvoeren van kleine verbouwingswerken, zal hij voor het geheel van zijn activiteiten als een BTW-belastingplichtige aangemerkt worden.
Kan de architect een verlaagd tarief toepassen indien het gaat om woningen ouder dan 5 of 15 jaar? Het verlaagd tarief voor woningen ouder dan 5 of 15 jaar kan enkel ingeroepen worden voor werken in onroerende staat die de omvorming, de renovatie, de rehabilitatie, de verbetering, de herstelling of het onderhoud, met uitsluiting van de reiniging voor ogen hebben. Gezien de intellectuele diensten van architecten niet onder deze categorie van ‘werken’ vallen, kunnen zij geen aanspraak maken op het verlaagd tarief van 6%. Op de diensten van een architect is dus steeds het BTW-tarief van 21% van toepassing.
Wanneer moet een architect de verschuldigde BTW overmaken aan de BTW-administratie? Voor de diensten die een architect binnen het kader van zijn normale beroepswerkzaamheden presteert, is de BTW opeisbaar naarmate het ereloon geïncasseerd wordt. Deze afwijking op de normale regels van opeisbaarheid van de BTW is enkel van toepassing indien de architect zijn beroep uitoefent als natuurlijk persoon of binnen een maatschap. 14
7.
Facturatie volgens de regels van de kunst
Wanneer moet een factuur uitgereikt worden? Indien een BTW-belastingplichtige belastbare handelingen stelt voor een BTW-belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon, dan moet hij een factuur opmaken. Dit geldt niet voor de leveringen of de diensten verricht in opdracht van een particulier, tenzij het gaat om de levering van een gebouw of om het verlenen van een zakelijk recht op een gebouw of om het uitvoeren van een werk in onroerende staat.
Welke vermeldingen moeten op de factuur opgenomen worden? Bij de opmaak van een factuur moet de belastingplichtige erop toezien dat volgende gegevens op de factuur terug te vinden zijn: - de datum van uitreiking; - een opeenvolgend nummer in één of meerdere reeksen waardoor de factuur éénduidig wordt geïdentificeerd en waaronder de factuur wordt ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen; - de naam, het adres, het BTW-nummer van de leverancier of dienstverrichter; - de naam, het adres, het BTW-nummer van de klant (indien het om een klant gaat gevestigd buiten België, dient het BTW-nummer enkel vermeld te worden indien het gaat om een intracommunautaire levering, driehoeksverkeer of een dienst waarbij er een verlegging van heffing is naar de medecontractant3); - een omschrijving van de geleverde goederen of de gepresteerde diensten (bij werken m.b.t. een onroerend goed is het belangrijk de ligging ervan aan te geven); - de hoeveelheid geleverde goederen of de omvang van de verrichte diensten; - de datum waarop de handeling heeft plaatsgehad of de prijs geheel of gedeeltelijk is geïncasseerd (niet nodig indien deze niet verschilt van de datum van uitreiking van de factuur); - de maatstaf van heffing voor elk BTW-tarief of elke vrijstelling, de eenheidsprijs excl. BTW en de eventuele vooruitbetalingskortingen, prijskortingen en –rabatten indien die niet in de eenheidsprijs zijn inbegrepen; 3 Bij toepassing van art. 21, §3, 2°, b), 3°bis, 3°ter, 4°bis, 4°ter en 8° WBTW
15
- het toe te passen BTW-tarief; - het totaalbedrag aan BTW uitgedrukt in de nationale munteenheid van de lidstaat waar de goederen worden geleverd of diensten worden verricht; - in het geval er een vrijstelling of verleggingsregeling van toepassing is, dient de verwijzing naar het betreffende artikel (Europees of nationaal) opgenomen te worden (bijv. art. 39bis, 1° WBTW) (komt in de plaats van de vermelding van de tarieven en van het totaalbedrag van de verschuldigde belasting); - indien de factuur betrekking heeft op een levering of een dienstverstrekking waarvoor reeds voorheen facturen werden opgemaakt, dient een verwijzing naar deze facturen opgenomen te worden.
Hoe als architect de betaling van BTW uitstellen? Indien de architect de betaling van de verschuldigde BTW kan en wil uitstellen tot op het moment van betaling van zijn ereloon, moet hij volgende vermelding opnemen: “BTW niet aftrekbaar. Aftrek eventueel uit te oefenen aan de hand van het ontvangstbewijs voorgeschreven door het ministerieel besluit van 28 september 1992 of aan de hand van de ereloonnota die u, voorzien van een kwijting, zal worden uitgereikt na betaling van het ereloon”. Om de betaling van hun ereloon te verkrijgen, reiken architecten aan hun cliënten soms een nota uit. Indien de ereloonnota alle elementen van een factuur bevat, kan deze nota ook gelden als factuur. Wel moet de uitreiker van de nota in dat geval erop toezien dat de vermelding voor uitstel van de aftrek, zoals in de vorige paragraaf aangehaald, wordt aangebracht om te vermijden dat BTW moet afgedragen worden op het moment van de uitreiking van de nota.
16
8.
Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen
De overheid heeft met het oog op het stimuleren van energiebesparende aankopen een belastingvermindering voorzien inzake directe belastingen. Hieronder geven wij een stand van zaken voor de belastingaangifte m.b.t. de inkomsten van 2005 (aanslagjaar 2006) en 2006 (aanslagjaar 2007).
Wie kan de belastingvermindering genieten? Naast de eigenaar, de bezitter, de erfpachter, de opstalhouder en de vruchtgebruiker van een woning, kunnen ook de huurders de belastingvermindering genieten.
Welk bedrag komt voor belastingvermindering in aanmerking? De belastingvermindering bedraagt 40% van de werkelijk gedane uitgaven met een maximum per jaar en per woning. Dit maximumbedrag bedraagt, ingeval van bouw of verwerving in nieuwe staat van een woning, 620 EUR (geïndexeerd) voor het aanslagjaar 2006. Bij gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de woning gaat het om een geïndexeerd bedrag van 750 EUR. Voor het aanslagjaar 2007 bedraagt het geïndexeerde maximumbedrag 1.250 EUR zonder onderscheid tussen een nieuwe of een bestaande woning. Let op: Indien een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, wordt de belastingvermindering omgedeeld. Gaat het om een eigen woning dan gebeurt de omdeling in functie van het aandeel van elk van de echtgenoten in het KI. Bij een gehuurde woning wordt de omdeling bepaald door een breuk met als teller het belastbaar inkomen van de echtgeno(o)t(e) en als noemer de belastbare inkomsten van beide echtgenoten.
17
Welke werken komen voor de vermindering in aanmerking? Volgende werkzaamheden komen voor de belastingvermindering in aanmerking: - uitgaven voor de vervanging van oude stookketels (het moet wel gaan om volgende types: condenserende ketel, stookketel op hout, installatie met waterpomp, installatie met een systeem van microwarmtekrachtkoppeling en vanaf aanslagjaar 2007 ook lage temperatuurketels) (vanaf aanslagjaar 2007 komt ook het onderhoud van een stookketel voor aftrek in aanmerking); - uitgaven voor de installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie; - uitgaven voor de installatie van zonnecelpercelen voor het omzetten van zonne-energie in elektrische energie; - uitgaven voor de plaatsing van alle andere uitrustingen voor geothermische energieopwekking; - uitgaven voor de plaatsing van dubbele beglazing; - uitgaven voor de isolatie van daken; - uitgaven voor de plaatsing van een warmteregeling van een installatie van centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdinschakeling; - uitgaven voor een energie-audit van de woning.
Welke formele vormvoorwaarden moeten vervuld worden? De werken moeten uitgevoerd worden door een geregistreerde aannemer die een factuur opmaakt met de nodige vermeldingen (of bijlage bij de factuur, wat aangewezen is, gezien er in het algemeen vele specifieke vermeldingen en verklaringen zijn). De energie-audit moet uitgevoerd worden door een erkende auditor.
18
9.
De ‘rechtstreekse vordering’ van de onderaannemer
Wat is de rechtstreekse vordering van de onderaannemer? Wanneer een hoofdaannemer een onderaannemer niet op tijd betaalt, dan kan de onderaannemer rechtstreeks betaling vorderen bij de bouwheer voor het gedeelte dat laatstgenoemde verschuldigd is aan de hoofdaannemer op het moment dat de vordering wordt ingesteld.
Wie beschikt over de rechtstreekse vordering? Metselaars, timmerlui, arbeiders, en onderaannemers die tewerkgesteld zijn bij de bouw van een gebouw of andere werken in het kader van een aanneming. Leveranciers van bouwmaterialen kunnen geen beroep doen op de rechtstreekse vordering.
Hoe wordt de rechtstreekse vordering ingesteld? De rechtstreekse vordering is aan geen enkele vormvereiste onderworpen : de vordering kan ingesteld worden met een gewone brief. Om redenen van bewijsvoering is het aangeraden om toch een aangetekende brief te gebruiken.
Wat zijn de voorwaarden om de rechtstreekse vordering in te stellen? De onderaannemer kan de rechtstreekse vordering instellen wanneer de hoofdaannemer een factuur ten onrechte en ondanks een ingebrekestelling niet betaalt. Het is niet vereist dat de onbetaalde vordering van de onderaannemer op de hoofdaannemer en van de hoofdaannemer op de bouwheer op hetzelfde aannemingscontract betrekking hebben. Merk op dat de hoofdaannemer in de overeenkomst met de onderaannemer niet mag verbieden dat de onderaannemer de rechtstreekse vordering zou instellen.
19
Wat zijn de gevolgen van de rechtstreekse vordering? Vanaf het moment dat de onderaannemer zijn rechtstreekse vordering instelt, mag de bouwheer niet meer betalen aan de hoofdaannemer vooraleer hij de onderaannemer betaald heeft. De bouwheer kan tegen de vordering van de onderaannemer wel nog een aantal zaken irnoepen die voortvloeien uit het aannemingscontract dat werd afgesloten tussen bouwheer en hoofdaannemer, zodat hij ook de onderaannemer niet (volledig) moet betalen. Het gaat dan over zgn. excepties als: - kortingen bedongen wegens vertraging in het werk (zelfs wanneer de onderaannemer zijn werk op tijd heeft uitgevoerd) - exceptie van niet-uitvoering door de hoofdaannemer wegens tekortkomingen door de hoofdaannemer in de uitvoering van het werk.
Wat indien de hoofdaannemer failliet is gegaan of in vereffening gesteld? Het Hof van Cassatie heeft beslist dat de onderaannemer geen rechtstreekse vordering meer kan instellen na het faillissement of de vereffening van de hoofdaannemer. Dit is redelijk vervelend, aangezien het net op dat ogenblik is dat de onderaannemer een rechtstreekse vordering zou kunnen gebruiken. Het is dus zaak om als onderaannemer op zijn hoede te zijn en op tijd de rechtstreekse vordering in te stellen. Bent u toch te laat, en is de hoofdaannemer al failliet verklaard, dan beschikt de onderaannemer wel nog over een voorrecht (art. 20,12° Hypotheekwet), dat hij moet inroepen in zijn aangifte van schuldvordering.
Auteurs: Katrien Walraeven, fiscaal en juridisch adviseur SBB Felix Vanden Heede, fiscaal en juridisch adviseur SBB V.U.: Herman Vidts, Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven. De auteurs en de uitgever streven naar de betrouwbaarheid van de informatie opgenomen in deze uitgave, waarvoor ze evenwel niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Deze brochure werd samengesteld op basis van de gegevens gekend in mei 2006. 20
Wij zijn in de buurt
www.sbb.be SBB hoofdzetel
Oost-Vlaanderen
Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven t 070/22 26 73 | f 070/22 26 72
[email protected]
Oostveldstraat 17, 9900 Eeklo t 09/377 54 08 | f 09/377 50 88
[email protected] 9700 Oudenaarde Wortegemstraat 22 t 055/33 94 40 | f 055/30 13 68
[email protected] Poolse Winglaan 2, 9051 Gent (St.-Denijs-Westrem) t 09/243 89 70 | f 09/243 89 79
[email protected] Denen 157, 9080 Lochristi t 09/337 00 26 | f 09/337 00 19
[email protected] Kleine laan 26b, 9100 St.-Niklaas t 03/760 10 30 | f 03/766 06 37
[email protected] Moorselbaan 391, 9300 Aalst t 053/78 35 42 | f 053/78 23 76
[email protected]
Antwerpen Vaartstraat 79, 2960 Brecht t 03/330 16 30 | f 03/633 05 22
[email protected] Lintsesteenweg 27/1, 2500 Lier t 03/480 20 92 | f 03/488 23 48
[email protected] 2860 St.-Katelijne-Waver Mechelsestw. 109A t 015/56 06 60 | f 015/55 02 97
[email protected] Desmedtstr. 23, 2322 Hoogstraten t 03/314 38 24 | f 03/314 88 71
[email protected] Kempenlaan 29, 2300 Turnhout t 014/43 64 21 | f 014/44 22 55
[email protected] Antwerpseweg 10, 2440 Geel t 014/56 29 80 | f 014/59 03 43
[email protected]
Vlaams Brabant Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven t 016/24 51 59 | f 016/24 51 54
[email protected] Assesteenweg 100, 1742 Ternat t 02/454 13 30 | f 02/454 13 49
[email protected] Staatsbaan 57, 3460 Assent t 013/33 44 57 | f 013/32 25 07
[email protected] A.Biesmansl. 16, 1560 Hoeilaart t 02/657 58 73 | f 02/657 77 23
[email protected]
Limburg Peerderbaan 21, 3960 Bree t 089/46 07 60 | f 089/46 19 45
[email protected] Tongersestw. 100, 3800 St.-Truiden t 011/68 80 28 | f 011/69 18 70
[email protected] 3700 Tongeren Achttiende Oogstwal 9 t 012/23 63 43 | f 012/39 11 24
[email protected]
SBB
West-Vlaanderen Kasteelstr. 30, 8600 Diksmuide t 051/50 08 33 | f 051/51 01 22
[email protected] Witte Molenstr. 45 B1, 8200 Brugge t 050/4048 80 | f 050/38 92 63
[email protected] Diksmuidseweg 95, 8900 Ieper t 057/20 82 65 | f 057/21 82 89
[email protected] 8800 Roeselare Diksmuidsesteenweg 406 t 051/26 08 80 | f 051/22 07 34
[email protected] Felix d’Hoopstr. 181, 8700 Tielt t 051/42 61 11 | f 051/40 75 43
[email protected] H. Verriestlaan 151, 8500 Kortrijk t 056/24 17 20 | f 056/25 82 96
[email protected]
Oostkantons 4700 Eupen Herbesthaler Straße 82 t 087/59 16 90 | f 087/59 16 97
[email protected] 4780 St.-Vith Malmedyer Straße 63 t 080/28 03 50 | f 080/22 92 99
[email protected]
Partner voor bedrijvige mensen
Op het advies van SBB kunt u bouwen
SBB is een Vlaams accountants- en advieskantoor. Onze 250 medewerkers staan vanuit 27 kantoren ten dienste van ruim 16.000 klanten uit alle sectoren, waaronder een fors aantal uit de bouwsector. Starters, zelfstandige ondernemers, beoefenaars van vrije beroepen en KMO’s kunnen bij SBB terecht voor begeleiding inzake accountancy, fiscaliteit, milieu- en juridisch advies. Dankzij een centraal uitgebouwde studiedienst, een solide IT-ondersteuning én duidelijke prijsafspraken kunnen alle klanten van SBB rekenen op een kwalitatieve en performante dienstverlening. Advies en begeleiding op maat, dat is waar SBB voor staat.
www.sbb.be
SBB
Partner voor bedrijvige mensen