Centraal West In het westelijke deel van Centraal-Sardinië vindt u de regio Oristano. Het landschap is heuvel- tot bergachtig, al liggen er in het binnenland ook valleien en grasweiden. In de lager gelegen gebieden zijn landbouw, olijfolie- en wijnproductie de grootste inkomstenbronnen. Bekende wijnen die hiervandaan komen zijn de Canonau, de Mandrolisai en de Malvosia. Berghellingen zijn bedekt met bossen van o.a. kurkeik, steeneik en kastanje. Daar kunt u op veel plekken nog inheemse soorten tegenkomen als de moeflons (wilde schapen) en Sardijnse herten. Ander groot wild dat er loopt zijn herten en everzwijnen en tot het veelvoorkomende klein wild behoren marters, patrijzen en wilde katten. Roofvogels als de steenarenden, haviken en gieren bouwen veelvuldig hun nesten in de Sardijnse bossen. Aan de westkust bij de lagunes van schiereiland Sinis zijn de broedplaatsen van watervogels, waar ook trekvogels vaak neerstrijken tijdens hun lange route. Niet alleen is Sardinië rijk aan natuur, maar ook aan cultuur. De mysterieuze nuraghi (mv., enkelvoud is nuraghe), ronde torens, kunt u overal op het eiland aantreffen. De nuraghe-bevolking bouwde deze tussen 2000 en 500 v.Chr. en er zijn er nog ruim 7000 van over. De bekendste archeologische site in de regio Nuoro is het nuraghi-dorp Tiscali, dat in een grot is gebouwd. In de loop der eeuwen is Sardinië door verschillende volkeren overheerst geweest, waaronder de Feniciërs en wat later de Romeinen. Hun aanwezigheid is het best te zien bij de archeologische site Tharros, op het schiereiland Sinis aan de westkust. In de kunst en architectuur is de komst van de verschillende overheersers niet duidelijk terug te vinden. Veel kerken zijn in Romaanse stijl gebouwd, al komen Gotiek en Barok af en toe ook wel voor.
Praktische informatie en tips In het hoogseizoen is het bijna onmogelijk in het centrum van een stad te parkeren. Het is verstandiger en goedkoper de auto op een parkeerplaats net buiten het centrum neer te zetten en de rest te lopen. Wie archeologische sites wil bezoeken, doet er verstandig aan voldoende eten en vooral drinken (water!) mee te nemen. Ook zijn een zonnebril, petje of hoedje en een extra tube zonnebrandcrème geen overbodige luxe. De sites liggen vaak op een afgelegen plek in het open landschap waar weinig schaduw is. Langs de Sardijnse kust liggen veel mooie grotten die een bezoek meer dan waard zijn. Een warme trui en zaklamp komen tijdens zo’n bezoek zeer waarschijnlijk van pas.
Omgeving en tips voor uitstapjes Steden: Arborea: De oorspronkelijke naam van dit stadje is Mussolinia, maar na de val van het fascisme heeft het in 1944 haar huidige naam gekregen. Arborea is in de fascistische periode gebouwd en dat is nog te zien in de stadsplattegrond met rechte, regelmatige straten en eclectische gebouwen, waarbij elementen uit verschillende stijlen zijn samengevoegd. Zo vindt u in het centrum veel huizen in art nouveau en neogotische stijl, omringd door veel groen. Cabras: Ligt direct aan de gelijknamige lagune of stagno waar talloze vogels hun broedplaats hebben, waaronder roze flamingo’s, aalscholvers en reigers. Oristano: De bloeitijd van Oristano lag tussen de 11e en 14e eeuw als hoofdstad van de Giudicate Arborea (een van de vier giudicati of vorstendommen waarin Sardinië was opgedeeld). Tegenwoordig is Oristano een stad van ca. 33.000 inwoners met als hoofdinkomsten de visserij, landbouw en toerisme. In het historisch centrum staat de kathedraal van Santa Maria Assunta met Barok interieur (deels gerestaureerd) en de kerk en het klooster del Carmine, waarvan de architectuur in Barok-Rococo stijl is gebouwd. Barumini: Aan de voet van de Gesturi Giara, in de vallei van de rivier Mannu, ligt het stadje Barumini. Het is vooral bekend vanwege het dichtbijgelegen nuraghi-complex Su Nuraxi. In het historische centrum kunt u verschillende bouwstijlen tegenkomen. Zo is de kerk van San Nicola in Pisaanse stijl gebouwd, terwijl de Casa Zapata een van de weinige gebouwen in Spaanse architectuur op het eiland vertegenwoordigt. Natuur: Parco Naturale Regionale del Monte Arci: Vlakbij Oristano ligt het regionale park Monte Arci. Het park is genoemd naar het vulkanisch bergmassief Monte Arci. Het gebied is rijk aan obsidiaan (vulkanisch glas), dat al in de prehistorie werd gebruikt voor het vervaardigen van wapens en gereedschap. Natuurliefhebbers en wandelaars zullen het goed naar hun zin hebben in dit park. Op de berghellingen staan hulst- en eikenbossen die o.a. everzwijnen, vossen, wilde katten, marters en wezels herbergen. Verder kunt u houtduiven, vlaamse gaaien, slechtvalken en haviken zien vliegen. Schiereiland Sinis: Tegenover Oristano, aan de andere kant van de baai van Oristano, ligt het schiereiland Sinis, dat samen met het eilandje Isola di Mal di Ventre een beschermd natuurgebied vormt. Sinis is rijk aan stagni (zilte meren), waar veel watervogels leven. Tevens doen ook allerlei trekvogels de stagni aan, zoals de flamingo. Het schiereiland wisselt rotsformaties en kliffen af met kleine baaien en stranden. Dankzij sterk geërodeerde kwartskristallen die zijn afgezet langs de kust, ‘schitteren’ de stranden letterlijk in de zon. Hoewel het gebied beschermd is, kunt u hier wel begeleide duiktochten maken. Zo kunt u een wrak van een Nederlands containerschip bekijken en bovendien is er een grote kans dat u onder water murenen en schildpadden tegenkomt. Marmilla & Giara di Gesturi: Ten zuidoosten van monte Arci ligt de Marmilla, een vruchtbare streek waar glooiende heuvels worden afgewisseld met basalten hoogvlakten. De grootste hoogvlakte is de Giara di Gesturi. Naast de vele planten- en diersoorten is deze hoogvlakte om nog een andere
reden heel bekend: hier grazen nog de cavallini della Giara. Van deze kleine, wilde Sardijnse paarden, die in kuddes over het terrein verspreid leven, zijn er nog zo’n 500 over.
Musea en archeologie Musea: Cabras: Civico Museo Archeologico “Giovanni Marongiu”, via Tharros 121. Open & entree: kijk voor de actuele openingstijden en entreeprijzen op de website. Archeologisch museum dat een mooi overzicht geeft van de oudste geschiedenis van de omgeving van Oristano. Naast vondsten van nabijgelegen nuraghi-nederzettingen, zijn er ook artefacten te zien die zijn gevonden tijdens de opgravingen van Tharros. Oristano: Antiquarium Arborense, Palazzo Parpaglia Piazza Corrias Open & entree: kijk voor de actuele openingstijden en entreeprijzen op de website. Omvangrijke tentoonstelling van de vondsten van de opgravingen van de nabijgelegen Punisch-Romeinse nederzetting Tharros. Verder is er een afdeling met schilderijen en een sectie over de periode dat Oristano een van de belangrijkste Giudicati (vorstendommen) was. Pau: Museo dell’Ossidiana, via San Giorgio 90. Open & entree: kijk voor de actuele openingstijden en entreeprijzen op de website. Museum over obsidiaan en alles wat ermee te maken heeft. Het museum organiseert ook excursies naar het Nationaal Park Monte Arci. Archeologie: San Giovanni di Sinis: Area archeologica di Tharros. Open & entree: kijk voor de actuele openingstijden en entreeprijzen op de website. Belangrijke archeologische site dat tegenwoordig een openluchtmuseum is. Tharros is een Punisch-Romeinse nederzetting dat deels over een nuraghe-dorp heen is gebouwd. De meeste overblijfselen komen uit de Romeinse en vroeg-christelijke periode en betreffen onder meer een een tophet (kinderbegraafplaats), Romeinse thermen, tempelfunderingen en een deel met huizen en werkplaatsen.
Winkels en markten Winkels: Oristano: Voor een gezellig dagje winkelen kunt u terecht in het centrum van Oristano. Markten: Arborea: vrijdag
Cabras: donderdag Cuglieri: zaterdag Ghilarza: maandag Oristano: dinsdag Terralba: vrijdag Speciale markten: Oristano: Antiekmarkt, piazza Eleonora d’Arborea. Open: 09.00-19.00u. Elke eerste zaterdag van de maand is er een antiekmarkt in Oristano.
Stranden Stranden aan de westkust: Isola Mal di Ventre: Cala dei Pastori, Cala del Pontile en Cala del Relitto zijn een paar van de vele kleine baaien op het eiland Mal di Ventre. De meeste stranden bestaan uit zand, soms afgewisseld met kiezels en rotsen. De rijke onderwaterwereld maakt dit tot een ideale plek voor snorkelen of duiken. Mal di Ventre is alleen per boot te bereiken vanaf Putzu Idu, Mandriola, Su Pallosu en Torregrande. Mari Ermi: Aardig populair zandstrand, dat vanwege de ondiepe wateren geschikt is voor gezinnen met kleine kinderen. Let op als u verder de zee ingaat. Mari Ermi trekt veel (wind)surfers. Er zijn voldoende strandfaciliteiten beschikbaar. Tresnuraghes: In de buurt van Tresnuraghes kunt u genoeg rustige stranden vinden zonder faciliteiten, zoals Cala degli Albatros (rustig gelegen strand van grof geelrood zand omgeven door lage struiken en donkere rotswanden) en Sa Marinedda (zandstrand, ondiep, omgeven door schaduwrijk dennenbos).
Gastronomie De Sardijnse keuken heeft nauwelijks vis op het menu staan, wat opmerkelijk is, gezien de kilometerslange kustlijn van het eiland. Waarschijnlijk kan de oorzaak gevonden worden in het feit dat, vanwege de vele vreemde overheersers, de Sardijnse bevolking door de eeuwen heen met regelmaat haar toevlucht heeft gezocht in het binnenland. Hoe dan ook, de keuken van Sardinië is een keuken van herders en boeren: eenvoudig, arm aan ingrediënten, maar rijk van smaak. Typische gerechten die uit de pastorale traditie stammen zijn de vleesgerechten, bijv. il porchetto/porcheddu (geroosterd biggetje), agnello con finocchietti (lam gestoofd met wilde venkel, ui en tomaat) en gallino al mirto (gekookte kip gemarineerd met mirtebladeren en –bessen).
Van oudsher worden Sardijnse maaltijden op smaak gebracht met de vele kruiden die overal in het landschap voorhanden zijn zoals wilde venkel, laurier, salie, rozemarijn, munt, mirte en jeneverbes. Het bekendste brood is pane carasau of pane pistoccu, een dun, licht en ongerezen brood van perkamentachtige structuur. Herders namen het mee voor onderweg, omdat het lang bewaard kon blijven en nauwelijks iets woog. Met een beetje olijfolie werd het brood weer soepel en belegd met tomaten en kaas vormde het een compleet maal. Het tegenovergestelde van de lichte pane carasau is de moddizzosu of mazzosu, een groot, rond en erg zwaar brood dat overigens ook lang bewaard kon worden. Natuurlijk eet men op Sardinië ook pasta. De bekendste zijn culingiones of culurzones (soort ravioli gevuld met schapenkaas, aardappelpuree en lams-, kalfs of varkensgehakt). Wat u ook vaak op het menu kunt zien staan zijn malloreddu of gnocchi sardi. Hoewel de naam het misschien doet vermoeden, zijn het niet de typische deegballetjes, maar langwerpige pastaschelpjes. Ze worden meestal op smaak gebracht met safraan en geserveerd met tomatensaus. De laatste decennia worden visgerechten steeds populairder op Sardinië. Dit heeft voor een groot deel te maken met het opkomende toerisme op het eiland. Een van de specialiteiten die u aan de kust kunt bestellen is la zuppa de pesce (Sardijnse vissoep). Een andere specialiteit is la bottarga: de eitjes van de harder of de tonijn die samen worden geperst, gezouten en gedroogd. Men dient de bottarga op als voorgerecht of gebruikt het door de pasta. Wat de lange herderstraditie op het eiland nog meer toevoegt aan de Sardijnse keuken zijn de kazen. De kuddes bestaan hoofdzakelijk uit geiten en schapen die veel melk produceren voor veel lekkere kazen. De pecorino sardo (Sardijnse schapenkaas) van Sardinië wordt ook wel beschouwd als de koning onder de kazen. Andere bekende kazen zijn de pecorino romano en de fiore sardo. Een ware delicatesse is de casumarzu, een schapenkaas die lang moet rijpen en extra zacht wordt gemaakt door de toevoeging van kaasvlieglarven. Men eet de kaas (met de maden er nog in!) op een stuk brood vergezeld van een glas Cannonau. Vanwege de bereidingswijze is de verkoop van deze kaas tegenwoordig illegaal. In de dolci is de Arabische invloed nog goed merkbaar. De zoetigheden worden gemaakt op basis van amandelen en marsepein, waaraan nog extra suiker en/of Sardijnse honing aan toe wordt gevoegd, waardoor het resultaat zoeter dan zoet wordt. Enkele voorbeelden van Sardijnse dolci zijn ciambelle (platte koekjes met marmelade), pabassini (koekjes gevuld met rozijnen en walnoten) en papassinus (koekjes gevuld met rozijnen, walnoten, kaneel, anijs en kruidnagel). Sardinië produceert een aantal wijnen van hoge kwaliteit, waaronder de Canonnau (rood) en de Vermentino (wit).
Barigadu/Centraal Sardinië: De lokale keuken kent veel traditionele smaken, gebaseerd op speciale antieke recepten, bijvoorbeeld su pane pintau (zemelbrood) of su pane cun gerdas (met verbrand verkensvet), en het unieke su succu di Busachi (zelfgemaakte pasta, gekookt in vleesbouillon, gekruid met kaas en saffraan). Cabras: Deze stad is beroemd om haar visgerechten met name sa merca (zeebarbeel omwonden met grassen, gelegd in zoutwater) en de bottarga. Oristano: In de keuken van Oristano komen de verschillende tradities van boeren, herders en vissers bij elkaar. Houdt u van visgerechten, dan bent u hier op de juiste plek. In en rondom Oristano maakt men heerlijke vissoepen, rijk gevuld met vis, inktvis, mosselen en andere schelpdieren. Nog sterker geeft men hier eigenlijk de voorkeur aan de vissoorten gevangen in de lagunes, zoals zeebarbeel, harder en paling. De bekendste gerechten op basis van deze vissen zijn la bottarga di muggine, la merca (harder gekookt in zilt water en opgerold in moeraskruiden) en anguilla affumicata (gerookte paling). Hoewel er ruime keus is aan visgerechten, overheersen de vleesgerechten op de menukaart. Voor het vlees gebruikt men meestal geit, lam en varken. Bij speciale gelegenheden wordt wild zwijn klaargemaakt. Over het algemeen wordt het vlees bereidt aan het spit boven een houtvuur. Dit geeft de lekkerste smaak aan het eten. Tot op de dag van vandaag kunt u herders tegenkomen die hun maal op de ouderwetse manier bereiden, waarbij ze stukken vlees, aaneengeregen op in de grond gestoken spiezen, boven een houtvuurtje roosteren. Naast al die vis- en vleesgerechten, is er gelukkig ook keus voor de vegetariërs, al is dat niet zo uitgebreid. Soepen, hartige taarten, artisjokken en gevulde tomaten en aubergines zijn enkele voorbeelden van de groentegerechten, waaruit u kunt kiezen.