Praktische informatie voor insulinepompgebruikers
Deze folder bevat praktische informatie voor de insulinepompgebruikers.
Hoe te handelen bij: Het verwisselen van de naald/katheter -
-
-
Haal een ampul insuline één dag voor gebruik uit de koelkast zodat deze op kamertemperatuur is. Een goede lichaamshygiëne en handen wassen voor verwisselen, zijn voldoende. Desinfecteren van de huid is niet nodig. Gebruik voor de huid een neutrale pH zeep en bodylotion. Wanneer het inbrengen van de naald pijnlijk is, kunt u een uur van te voren een pleister met Emla zalf aanbrengen. Deze zorgt dat de huid verdoofd aanvoelt. U kunt ook kort van te voren een cold pack opleggen, deze verzacht de pijn. Het inbrengen van de naald gaat het beste in een zittende houding. De hele buik kan worden gebruikt. Prik niet te dicht onder de ribbenboog en niet vlakbij de navel. Neem voor het prikken met een “tender” een huidplooi op en prik onder een hoek van 45 graden. Voor het prikken met het “quick” systeem dient u de huid strak te spannen, en rechtop te prikken. Verwijder de oude naald pas als de nieuwe naald ingebracht is. Bij een stugge huid kan de “tender” in de koelkast worden bewaard alvorens in te brengen. Geef na het inbrengen van een nieuw naaldje, 1 E bolus om het “naaldje” te vullen. Altijd één uur na het inbrengen van de naald en aansluiten van de katheter de bloedglucose controleren.
2
Heeft u een onverwacht lage bloedglucose? Ga dan het volgende na: - Heeft u te weinig koolhydraten gegeten? - Heeft u te veel activiteiten ondernomen of aan sport gedaan? - Heeft u een emotionele situatie meegemaakt? - Heeft u een wisselende insulineresorptie (bijvoorbeeld warm bad/ zonnen) gehad? - Heeft u misschien een te grote MB (maaltijd bolus) gegeven? Wat kunt u doen : - Los de hypo op zoals u gewend bent, met dextro's of limonade; - Overweeg of u de pomp tijdelijk stop zet of afkoppelt; - Bij een forse hypo kunt u de pomp twee uur stopzetten, afkoppelen en vervolgens weer aansluiten bij een bloedglucose boven de 7 mmol/l Heeft u een onverwacht hoge bloedglucose? Ga dan het volgende na: - Heeft u te veel koolhydraten gegeten? - Heeft u te weinig lichaamsbeweging genomen? - Kan uw menstruatiecyclus of pil gebruik een reden zijn? - Heeft u nieuwe medicijnen ingenomen? - Voelt u zich ziek of hebt u koorts? - Is de katheterinsteekopening rood of ontstoken? - Zit het naaldje langer dan 2-3 dagen op dezelfde plaats? - Is uw pomp te lang afgekoppeld geweest? Heeft u problemen met de insulinepomp? Ga dan het volgende na: - Staat de pomp in de stopstand? - Is de katheter los of zit er lucht in? - Is de ampul leeg of beschadigd? - Is de naald eruit? - Is er een foutieve instelling van de BS (basaal) of MB? - Is er vergeten een MB te geven? 3
Wat kunt u doen: - Zie “hoe te handelen bij te hoge bloedglucose” (blz. 6) Bijzondere omstandigheden Douchen/bad: Naar keuze: - De pomp afkoppelen; - Eventueel een dopje op de Tender of Quick-set plaatsen; of - De pomp aanhouden; - Gebruik een douche zakje; - Na douchen: afhankelijk van de pomp, de pomp afspoelen met leidingwater en afdrogen. Sauna: Naar keuze: - De pomp afkoppelen; - Eventueel het dopje op de Tender of Quick-set plaatsen; - Niet langer dan 1-3 uur zonder de pomp (afhankelijk van soort insuline); - Voor het aansluiten, de bloedglucose meten en zonodig bijregelen; - zie “perioden zonder pomp” (blz. 7); Strandvakantie: Naar keuze: - De pomp afkoppelen; - Zie “perioden zonder pomp” (blz. 7); of - De pomp aanhouden; ( D-tron plus is waterdicht) - Bij thuiskomst de pomp afspoelen en afdrogen; - Bij zonnen de pomp niet aan direct zonlicht blootstellen; - Zon/warmte doet de insuline sneller opnemen
4
Zwemmen: Naar keuze: - De pomp afkoppelen; - Eventueel het dopje op de Tender plaatsen; - zie “perioden zonder pomp” of - De pomp aanhouden; - De D-tron plus is waterdicht; - Na afloop de pomp afspoelen met leidingwater en afdrogen - Het is niet toegestaan met de pomp diepzee te duiken. Sporten: - Afhankelijk van de soort sport en de duur van de sport moet er worden gehandeld. Het is belangrijk om voor, tijdens en na de sport de bloedglucose te meten; - Bij voorkeur de pomp afkoppelen bij een teamsport; - De pomp kan 1-3 uur afgekoppeld blijven. Voor aansluiten weer de bloedglucose meten, en zonodig bijregelen; - Zie blz 7, “wat te doen bij lichaamsbeweging”. Zet de pomp tijdens het afkoppelen niet in de stopstand, maar laat de pomp in de runstand staan. Zo is er de minste kans dat er lucht in de katheter ontstaat. Vliegen: - Wanneer u wordt gefouilleerd, meldt dan eerst dat u een insulinepomp draagt! - Vergeet niet om de tijd van het vakantieland in te programmeren.
5
Elektromagnetische velden: - Wanneer u een MRI-scan moet ondergaan, dient u de pomp af te koppelen; - Kom niet te dicht bij radarinstallaties of bepaalde ruimtes in elektriciteitscentrales; - De controlepoortjes in winkels of op vliegvelden reageren niet. Zomer- en wintertijd: - Net als alle klokken en wekkers, moet u ook de tijd van uw pomp opnieuw instellen
Hoe te handelen bij hoge bloedglucoses Bloedglucose > 15.0 mmol/l : 3E bolussen Bloedglucose > 17.0 mmol/l : 4E bolussen Bloedglucose > 20.0 mmol/l : 6E bolussen Bloedglucose > 25.0 mmol/l : 8E bolussen Wanneer bijbolussen nauwelijks resultaat geeft, spuit dan met de insulinepen volgens bovenstaand schema bij. Reageert de bloedglucose nu wel, dan het naaldje en zonodig de katheter en de ampul vervangen U spuit elke 2 uur bij tot de toestand stabiel is. Is de bloedglucose < 13.0 mmol/l, dan stoppen met het extra toedienen van insuline. Het is raadzaam om veel water te drinken bij een hoge bloedglucose. Braken gepaard gaande met een te hoge bloedglucose = direct het ziekenhuis bellen
6
Perioden zonder pomp Wanneer u de pomp wil afkoppelen, kan dit met Humalog/Novorapid tot een periode van 1 uur, zonder maatregelen te nemen. Is de pomp korter dan 3 uur afgekoppeld geweest, dan dient u bij het aankoppelen van de pomp, de basale eenheden zonodig in te halen bij een bloedglucosewaarde van > 10.0 mmol/l. Bij meer dan 3 uur zonder de pomp, dan voor het afkoppelen insuline geven. Tel bij elkaar op: - Basaalstand de komende uren dat de pomp afgekoppeld wordt; - Correctie hoge bloedglucose volgens schema; Ongeveer 10 gram koolhydraten eten om een directe hypo te voorkomen; Hanteer voor een maaltijd/tussendoortje uw eigen bolusschema. Na 4 uur bovenstaande herhalen en opnieuw een berekening maken hoe u de periode zonder pomp moet overbruggen.
Wat te doen bij lichaamsbeweging De uitgangswaarde voor het sporten is tussen de 7.0 en 10.0 mmol/l. Bij hoge bloedglucosewaarden, >15.0 mmol/l, dient u eerst de bloedsuiker te normaliseren voordat u gaat sporten. Het advies is om bij sporten (korter dan 2 uur) de pomp af te koppelen. Bij langer dan 2 uur sporten is het advies om de pomp aan te laten en de tijdelijke basale afgifte te gebruiken. Bij sporten voor een maaltijd: de basale afgifte op 50% en gedurende een periode van 1-2 uur daarna. Bij sporten binnen 2 uur na de maaltijd: bolus halveren.
7
Let op: Na lichamelijke activiteit kan de bloedglucose in de daarop volgende uren verder dalen. Wees voorzichtig met bijregelen na het sporten. Opmerking: bovenstaande richtlijnen kunnen variëren per persoon
Bereikbaarheid van de diabetesverpleegkundige De diabetesverpleegkundige bevindt zich op de eerste etage, poliklinieknummer 56. U kunt bij vragen of problemen contact opnemen met de diabetespoli Sint Anna Ziekenhuis te Geldrop. Het telefonisch spreekuur is van: maandag t/m vrijdag: 08.30-12.00 uur Telefoonnummer:
040-286 4020