Inhoudsopgave
pagina
1. Bedrijfsreflectie 1.1 Organisatiestructuur 1.2 Economische/ financiële situatie 1.3 Medialandschap
3 3 4 4
2. Journalistiek handelen 2.1 Zelfreflectie 2.1.1 Reflecteren op een kwalitatief goed artikel 2.1.2 Reflecteren op een kwalitatief minder goed artikel 2.2 Een productie van een collega analyseren 2.3 Drie ethische kwesties op de werkvloer
5 5 5 6 8 8
3. Theorie in de praktijk: innovatie en technologie 3.1 Introductie begrip en onderzoeksvraag 3.2 Observaties 3.3 Conclusie
9 9 10 10
4. Bronnenlijst
11
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Stageplan Beoordelingsformulier praktijkbegeleider sport Beoordelingsformulier praktijkbegeleider regio Venlo (in bezit van Monique de Knegt) Artikel bij 2.1.1 Artikel bij 2.1.2 Artikel bij 2.2 HOI-cijfers Fairness and accuracy questionnaire
2
1. Bedrijfsreflectie 1.1 Organisatiestructuur Dagblad de Limburger (DDL) valt samen met het Limburgs Dagblad onder Media Groep Limburg (MGL), dat sinds 2006 volledig eigendom is van het Britse Mecom Group. Mecom bezit behalve de Limburgse dagbladen ook de regionale titels van Wegener. Mecom kocht de krant als onderdeel van de strategie om een ‘dekkend netwerk van Europese regionale kranten’ op te bouwen. Toen dat niet bleek te lukken, zette het bedrijf DDL in de etalage. DDL heeft daarop zijn visie aangepast. Limburg moet in alle facetten centraal komen te staan. Er moet bezuinigd worden om onder andere digitale producten te kunnen realiseren. De redactie wordt bij de bezuinigingen grotendeels ontzien, omdat volgens DDL de goede inhoud het unique selling point is. De krant wil zich onderscheiden van de vlugge media en steeds meer richten op verdieping, duiding, onderzoek en thematisering. Bij aanvang van de stageperiode was de krant anders ingericht dan bij het verlaten van de stageplek. De hoofdredactie bevindt zich (nog steeds) in Sittard. In de oude stijl is het verspreidingsgebied uitgesplitst naar Noord-, Midden- en Zuid-Limburg, elk met een eigen editie. Elk editie heeft weer zijn eigen regioredacties: Venlo, Venray (Noord), Weert, Roermond (Midden), Heerlen, Sittard-Geleen, Maastricht, Parkstad en Heuvelland (Zuid). De nieuwe structuur richt zich voornamelijk op thematisering, waarbij onderscheid wordt gemaakt in vijf kernen of clusters, te weten de kernen Zuid, Noord/Midden, Thema/Innovatie, Nieuwsdienst/Research en Verwerking. De regioredacties worden ondergebracht bij de kernen Zuid en Noord/Midden. In het kader van thematisering worden de verslaggevers uitgesplitst naar themaverslaggever of actueel/ambulant verslaggever. De oude structuur wordt losgelaten: er is niet meer één chef per redactie, maar een teamleider die zelf ook meeschrijft. Zo heeft Noord actueel een teamleider, net als Midden actueel. Samen met de themagroepen worden die redacties aangestuurd door een kernchef, als een soort centrale supervisor. Al met al zijn er dus vijf kernchefs, die een aantal teamleiders aansturen. Uitzondering hierop is het cluster Verwerking (eindredactie), dat één teamleider en één chef heeft. De nieuwe richting die de krant inslaat is voorafgegaan aan een grootschalige reorganisatie. Onder de naam ‘Kracht vanuit de Kern’ en onder leiding van (inmiddels ex-)directeur Loek Radix stonden drie punten centraal: - Kostenreductie om de winstgevendheid van MGL op de langere termijn zeker te stellen. - Het vinden van een nieuwe eigenaar, die een lange termijn perspectief kan bieden. - Het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen. De drie punten staan met elkaar in verbinding. Een aantal medewerkers is wegbezuinigd in het kader van kostenreductie. Radix startte de onderhandelingen over een overname met de Belgische uitgever 3
Concentra. Deze onderhandelingen liepen spaak op 18 december 2013, toen Mecom besloot de krant toch niet te willen verkopen. Radix stapte vervolgens op, waardoor de implementatie van Kracht vanuit de Kern werd uitgesteld. De bestuurder van MGL kon daarom nog geen besluit nemen dat nodig was om officieel met Kracht vanuit de Kern aan de slag te gaan. In eerste instantie zou de nieuwe structuur vanaf 6 januari ingevoerd worden. Dat is later opgeschoven naar 10 februari. Na het besluit van Mecom om de onderhandelingen stop te zetten, begonnen de medewerkers van de kranten met een protestactie genaamd ‘Stop de moord op het Limburgse woord’. Door middel van berichtgeving in de krant en pamfletten werd aan de lezer duidelijk gemaakt wat er aan de hand was. De lezer werd ook op een enquête geattendeerd, die ondertekend kan worden voor onafhankelijke journalistiek in Limburg. Dat laatste is volgens de directie en werknemers van de kranten in het geding als Mecom nog veel langer de eigenaar blijft. Het Britse bedrijf wil de kranten uitmelken, meent het personeel. De krant is nog steeds niet verkocht. Na een massale protestactie op 6 januari in Urmond waar de Mecomdelegatie werd overtuigd van de vastberadenheid van het krantenpersoneel besloot Mecom op 14 februari weer om de onderhandelingstafel met Concentra te gaan. Op 14 februari 2014 tekenden de twee bedrijven een intentieverklaring op hoofdlijnen. Op 28 februari werd bekend dat Radix zal terugkeren als CEO van de Limburg Media Groep (LMG, uitgeverij en drukkerij). Op uitdrukkelijk verzoek van Mecom begint hij weer, om de dagelijkse werkzaamheden uit te voeren en in het verkoopproces van het bedrijf aan Concentra weer een volledig bevoegd bestuurder de belangen van LMG te laten behartigen. Het contract dat Radix tekent geldt tot 1 juli 2014, de datum waarop de verkoop aan de Belgische uitgeverij moet zijn gerealiseerd. Concentra heeft laten weten Radix ook na de verkoop te willen aanhouden als directeur.
1.2 Economische/ financiële situatie Volgens de laatste cijfers (derde kwart 2013) van oplage-instituut HOI heeft MGL 140.606 abonnees. In vergelijking met een jaar eerder (148.959 abonnees) is er een daling te constateren van 5,61% oftewel 8.353 stuks. Hoewel dat geen gering percentage is, lopen de oplagecijfers procentueel gezien bij andere regionale kranten harder terug: - BN/DeStem 7,05% - Brabants Dagblad 6,62% - De Gelderlander 6,20% Ook in absolute aantallen zit Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad nog boven de oplage van bovengenoemde dagbladen.
1.3 Medialandschap
4
L1 Limburg is de grootste nieuwsvoorziener op de tv. Dagblad de Limburg en L1 zijn bezig om digitaal samen te gaan werken. Beide media willen gezamenlijk regionaal nieuws gaan aanbieden op digitale platforms. Zo kan de nieuwsconsument al het regionale nieuws op één platform vinden. Hier liggen uiteraard veel mogelijkheden op het crossmediale vlak. De twee grootste spelers op de nieuwsmarkt in Limburg kunnen geschreven journalistiek (krant) combineren met video en audio, waar L1 zich op specialiseert. Er komt een website die de naam 1Limburg gaat dragen. Verder geeft A&C Media diverse gratis huis-aan-huisbladen uit in onder andere Limburg. Enkele titels zijn De Trompetter, E3 Journal en het Zondagnieuws. Hoewel de kranten een oplage hebben van ruim één miljoen, ondervindt Dagblad de Limburger weinig tot geen concurrentie aan deze bladen.
2. Journalistiek handelen 2.1.1 Reflecteren op een kwalitatief goed artikel, zie bijlage 4 Dit artikel is in de ochtend, voordat ik op de redactie kwam, tot stand gekomen. Ik keek naar Vandaag de dag op Nederland 1 en daar hoorde ik dat er van 2015 tot en met 2022 meer treinen met gevaarlijke lading (de zogeheten giftreinen) door de Nederlandse binnensteden gingen rijden. Stond ook op de voorpagina van de Telegraaf. Het artikel werd in de loop van de ochtend overgenomen door andere media, voornamelijk door Brabantse kranten. Er werd in alle berichtgeving alleen gerept over Breda, Tilburg en Eindhoven. Ik wist dat dit een onderwerp is wat al jaren speelt in Venlo. Ik heb zelf jarenlang op een steenworp afstand van het spooremplacement in Venlo gewoond. Tijdens het kijken van Vandaag de dag vroeg ik mezelf al af of dit onderwerp ook Venlo aanging. Toen ik begreep dat werkzaamheden aan het Duitse spoor de reden was van de toename van het aantal giftreinen, wist ik bijna zeker dat die treinen ook door Venlo moesten rijden. De Betuweroute, die speciaal is aangelegd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, ging door de werkzaamheden voor een groot gedeelte op slot. Het vaste alternatief is de Brabantroute, die absoluut ook via Venlo gaat. Ik legde het onderwerp voor aan mijn chef. Die twijfelde in eerste instantie, omdat er in geen enkele berichtgeving over Venlo werd gerept. Hij stelde voor dat ik er achteraan ging. Ik belde met een woordvoerder van spoorvervoerder DB Schenker en vroeg of dit onderwerp ook Venlo aanging, of er meer treinen met gevaarlijke lading door Venlo zouden gaan rijden. Toen hij bevestigde, wist ik dat ik wat te pakken had. Vervolgens belde ik met Max Timp, woordvoerder van de gemeente Venlo. Ik vroeg om een reactie van het college van burgemeester en wethouders. Hij zou er achteraan gaan. In de tussentijd had ik een interview met Wahid Ahmadi, een Afghaanse vluchteling die een onderwijsproject in eigen land heeft opgezet en al enkele jaren in Venlo woont en werkt. Toen ik terugkwam vertelde de chef dat ik de krant zou openen met het nieuws over de giftreinen. Dat was besloten in het chefsoverleg. Toch had ik nog steeds geen reactie van het college. Daar belde ik dus als eerste achteraan.
5
Na drie keer bellen kreeg ik rond vijf uur een telefoontje van de woordvoerder dat hij een reactie had gekregen en me die via de mail zou toesturen. In de tussentijd had ik het interview met Ahmadi al uitgewerkt en was dus in afwachting van de reactie. Ik tikte het nieuwsbericht en heb er samen met een collega even naar gekeken. De krant openen is ten slotte niet niks. In de avond kreeg ik nog een telefoontje van de eindredactie of ik concrete aantallen giftreinen had. Die kon de woordvoerder van DB Schenker nog niet geven. Dat had het nieuwsbericht sterker gemaakt, maar wat niet is, is niet. Zo ging het bericht dus mee. Waarom ik dit een goed artikel vind is omdat ik zelf de slag heb kunnen maken van iets meekrijgen op tv en dat regionaliseren. Ik ben oplettend geweest en heb even doorgedacht nadat ik het bericht op Vandaag de dag meekreeg. Zoals je sommige dingen ter kennisgeving aanneemt, zijn er ook een aantal onderwerpen waarvan je direct weet dat je er iets mee kunt. Dat had ik bij de giftreinen direct, omdat ik uit eigen ervaring weet dat het een onderwerp is waar Venlo mee te maken heeft.
2.1.2
Reflecteren op een kwalitatief minder goed artikel, zie bijlage 5
In het ochtendoverleg op donderdag hadden we het over het faillissement van een pand aan de Parade in Venlo, waarvan de eigenaar de hypotheek niet meer kon betalen en waar een café in gevestigd is. Een maand later zou de executieveiling plaatsvinden. Ook werd die ochtend het officiële faillissement van een andere café – de Keulse Kar – uitgesproken. De vraag was of we daar iets mee zouden doen. De chef wilde niet puur en alleen melden dat die kroegen failliet zijn. Wat wel opvallend is, is dat beide kroegen aan de Parade liggen. Deze straat was ooit een van de drukste winkel- en uitgaansgebieden in de binnenstad. Sinds de Maasboulevard in Venlo is gebouwd, is het echter kommer en kwel op de Parade. In de vergadering noemden we al een aantal meer zaken die leeg liggen op de Parade. De chef stelde voor om een verhaal te maken over de verloedering van die straat. Wat de oorzaak is van de leegstand, wat de winkeliers die er nog wel zitten daar van vinden en of ze zich zorgen maken. Mij werd gevraagd of ik dat verhaal kon en wilde maken. En dus ging ik de straat op, op naar de Parade. Toen ik de straat eerst een keer doorliep om te tellen hoeveel panden er leeg liggen, schrok zelfs ik van de conclusie. Ik weet dat er best wat leeg ligt in de Venlose binnenstad, maar het hoge aantal (vijftien panden) was ook mij nog niet opgevallen. Des te meer reden om er een verhaal aan te wijden. Ik ben de hele donderdag op pad geweest. Heb gesproken met allerlei ondernemers op de Parade. Met de eigenaresse van een sigarenmagazijn, de banketbakker met het familiebedrijf dat al 120 jaar op de Parade ligt, de man van de Beddenspecialist, de twee eigenaren van platenzaak Sounds en een kroegeigenaar die nog maar vier dagen in de week open is en daarnaast veertig uur werkt om de zaak draaiende te houden. Ik heb overal mijn oor te luister gelegd over wat er nou aan de hand is in die straat. Ik wilde een goed beeld krijgen door met zoveel mogelijk betrokkenen te praten. Sommigen vertelden in grote lijnen hetzelfde, anderen hadden weer hun persoonlijke kijk op de situatie, wat het alleen maar interessanter maakt. Niet alleen is dit een onderwerp waar ik zelf dichtbij sta, het is een straat waar ik zelf ook geregeld ga stappen. Het was vooral leerzaam om eens zonder kladblok de 6
stad in te duiken, zoveel mogelijk praten, goed rondkijken en de omgeving opnemen en dan naderhand alles eens rustig op een rijtje te zetten. Die donderdagavond heb ik nog gebeld met Toine Schreinemachers, voorzitter van ondernemersvereniging Venlostad.com, om te vragen wat er vanuit die kant gedaan wordt om de leegstand aan te pakken en de Parade levendig te houden. Bleek dat ik op het juiste moment belde. Hij had een week eerder om de tafel gezeten met de gemeente om de zorgen over de straat kenbaar te maken. Na het carnaval vindt er een bijeenkomst plaats met de ondernemers op de Parade om te discussiëren over de toekomst van de straat en hun zorgen kenbaar te maken. Zodoende had ik ook nog nieuws te pakken dat goed paste bij het verhaal. Vrijdag ben ik aan de slag gegaan met het nieuwsverhaal en het leesverhaal. In eerste instantie zou zaterdag gepubliceerd worden, toen weer voor volgende week donderdag, maar uiteindelijk is gekozen voor de maandag. Dan is ook een bijeenkomst gepland over de binnenstad. Venlo is vorig jaar uitgeroepen tot beste binnenstad van Nederland, al zou je bij dit soort onderwerpen denken waar dat op gebaseerd is. De bijeenkomst heet dan ook ‘Beste binnenstad, hoe nu verder?’. Dan is de maandag natuurlijk een mooi moment om dit nieuws- en leesverhaal in de krant te hebben, om de discussie nog wat aan te wakkeren. ‘s Maandag zou ik een hele pagina krijgen met bovenin het nieuws en daaronder het leesverhaal met foto. Toen ik maandagochtend op de redactie kwam hing er een briefje met een naam en telefoonnummer op mijn beeldscherm. Bleek dat de vrouw te zijn van café De Burgemeister, het café dat in het failliete pand zetelt waarover ik in mijn verhaal schreef. Ik belde op en vroeg wat er aan de hand was. Ze zei dat wat er in de krant stond niet klopte; dat ze helemaal niet failliet zijn. Ik vroeg me af of ik had geschreven dat de kroeg failliet was dus ik pakte het verhaal erbij. Nou schreef ik niet direct dat de kroeg failliet was, maar ik had ook zeker niet duidelijk genoeg opgeschreven dat het om de pandeigenaar ging, die failliet was verklaard. Hoe had ik dit over het hoofd kunnen zien? Ik kreeg na de ochtendvergadering waarin we dit onderwerp besproken hadden, een mail van een collega met het veilingbiljet op internet over het pand aan de Parade. Daar stond beschreven dat het om een executieveiling van het pand aan de Parade 5 E ging. Er stond uitgelegd dat de hypotheek niet meer kon worden betaald. Ik nam aan dat het om het café ging en dacht verder niet na over het feit dat het ook de pandeigenaar zou kunnen zijn die failliet was. In de mail van de collega stond ook dat het om het faillissement van het café ging. Dat is geen reden aan te nemen dat het daadwerkelijk ook zo is, maar dat deed ik wel. Ik had het zelf uit moeten zoeken. Ik had gewoon het café binnen moeten lopen toen ik over de Parade liep voor mijn verhaal. Na een aantal telefoontjes over en weer met de café-eigenaar en de brouwerij – die ook nog tussen de pand- en café-eigenaar zit – kwamen we tot overeenstemming over een rectificatie. Heel vreemd dat de brouwerij in eerste instantie niet direct één dag later een rectificatie wilde zien. In het belang van de café-eigenaar moet zoiets zo snel mogelijk worden rechtgezet.
7
2.2 Een productie van een collega analyseren, zie bijlage 6 Een kleine twee weken na de publicatie over de giftreinen, kwam ik een artikel tegen op binnenlandsbestuur.nl waarin wethouder Jos Teeuwen (CDA, Verkeer) zei dat het spoor tussen Kaldenkirchen en Dülken in 2015 verdubbeld zou zijn. Dat is volgens de wethouder nodig omdat deze spoorlijn aan het verlengde van het rangeerterrein in Venlo ligt, waarover vanaf 2015 meer treinen met gevaarlijke lading gaan rijden. Aangezien de Duitse regering en de verantwoordelijke gemeenten in Duitsland een besluit moeten nemen over dat spoor kan de Venlose wethouder dus niet de uitspraak doen dat er in 2015 een dubbel spoor ligt op Duits grondgebied. Daarnaast heeft de gemeente geen zeggenschap over het rangeerterrein in Venlo. Het rijk bepaalt wat daar gebeurt. Mijn collega Harry Lücker stelde voor om Teeuwen te interviewen. We wilden Teeuwen voorleggen waarom hij iets, waar hij geen zeggenschap over heeft, kan beloven. Aangezien ik me al redelijk verdiept had in dit onderwerp en de achtergronden, was het erg interessant en leerzaam om eens een wethouder te interviewen en om te zien hoe een ervaren collega dit aanpakt. Zeker omdat ik enige kennis heb over het onderwerp. Zoals we al verwachtten ontkende de wethouder dat er in 2015 een dubbel spoor ligt. Vervolgens hebben we hem wel gevraagd naar de achtergronden: hoe hij denkt het spoor überhaupt te gaan realiseren en wat voor werkzaamheden hij daarvoor verricht. Hij legde uit dat hij op allerlei fronten lobbyt. In Duitsland op landsniveau, op gemeentelijk niveau, in Den Haag, op Europees vlak. Het is dus een zaak van de lange adem. Met die inzichten schreef mijn collega een achtergrondverhaal waarin duidelijk wordt dat de eerdere belofte werd ontkracht, maar wel duidelijk werd gemaakt waar de wethouder mee bezig is. In de balk boven het artikel koos Lücker ervoor een aantal feiten uit te lichten. Een goede zaak in mijn ogen. Op deze manier hoef je deze (uiteenlopende en verschillende) zaken niet op te nemen in de tekst. Zo houd je de tekst overzichtelijk.
2.3 Drie ethische kwesties op de werkvloer Jos Bouten, collega economie, was bezig met een verhaal over kluisjes huren bij banken. Hij belde banken om te vragen of er kluizen beschikbaar zijn, zonder zichzelf als journalist bekend te maken. Hij dacht dat de banken alleen maar – in zijn ogen – wenselijke antwoorden zouden geven indien hij zijn identiteit als journalist kenbaar zou maken. Zijn redenatie was dat iedereen die informatie zou kunnen opvragen, journalist of niet. Mijn mening is dat een journalist altijd zijn identiteit bekend moet maken, zeker in dit geval. Bovendien denk ik persoonlijk niet dat de bank ineens zou zeggen dat ze wél kluisjes beschikbaar hebben, terwijl dat niet zo is, als ze weten dat er een journalist aan de lijnt hangt.
8
In eerste instantie wilde DDL de perikelen rond Onno niet brengen. Volgens de hoofdredactie waren de capriolen van de burgemeester van Maastricht privézaken. Daar wilde de krant zich niet in mengen. Toen andere media uiteindelijk de zaak wel brachten, volgde de Limburger alsnog. Met de kop ‘Onhandig, maar privé’ liet de krant duidelijk zijn standpunt in de zaak zien. Het artikel was ook meer een reconstructie van de hele nasleep die zich na de zoen ontvouwde. Met veel citaten van allerlei betrokken, waaronder politici, schetste de krant de situatie waar de burgemeester zich op dat moment in bevond en waar de grens tussen politiek en privé ligt. Later publiceerde de krant nog een artikel over hoe de lijntjes lopen in showbizzland en waar de oorsprong van de haat tegen Albert Verlinde (en indirect dus tegen Hoes) vandaan komt, en waarom de tegenstanders van Verlinde hun kans nu schoon zien om wraak te nemen. Ik ben van mening dat de krant dit goed heeft aangepakt. Ik ben persoonlijk ook niet zo van dit shownieuws. Door de achtergronden te geven voel ik mij als lezer meer bediend dan alleen het nieuws te brengen. Mensen die daarop zitten te wachten kunnen SBS6 of RTL Boulevard kijken. Het is goed dat de krant zich hierin onderscheidt. In de berichtgeving rond de verkoop van de krant van Mecom aan Concentra greep de krant alle mogelijkheden die er waren aan om de Britse eigenaar te bewegen tot verkoop. Nadat de twee bedrijven eerst in onderhandeling waren getreden en Mecom later de keutel in had getrokken, kwam het Limburgse personeel in actie. Protestmateriaal in de vorm van pamfletten, een logo op de voorpagina, een enquête getiteld ‘Stop de moord op het Limburgse woord’ en veel aandacht in de krant zelf moesten er voor zorgen dat de Britten weer aan de onderhandelingstafel zouden komen. Ik begrijp dat, wie zich benadeeld voelt, alles aangrijpt wat in zijn mogelijkheden ligt om alsnog zijn doel te bereiken. Dat de kwestie aandacht krijgt in de krant vind ik dan ook normaal. Echter de manier waarop stoort mij. Tijdens een protestactie in Urmond kwamen twee topmannen van Mecom om het protest van de werknemers aan te horen. In het verhaal dat een dag later in de krant stond, was echter geen enkel citaat van de twee mannen te vinden. Dat getuigt niet van goede journalistiek met hoor en wederhoor. Passages als ‘Dat maakte Sekhuis in vlekkeloos Engels duidelijk’ en ‘Or-voorzitter Rob Cox zag dat de actie indruk maakte op de twee directeuren: ,,Als je hier honderd lawaaimakers om je heen ziet staan, loopt het wel dun door je broek.’’’, dragen daar niet aan bij. Dat Sekhuis absoluut geen vlekkeloos Engels spreekt is nog tot daaraantoe, maar ‘dan loopt het wel dun door je broek’? Waar baseert de verslaggever dat op? Ze hebben niet eens gevraagd aan de directeuren wat ze van het protest dachten. Dat is althans niet terug te lezen in het verhaal. In de ochtendvergadering concludeerden we dan ook dat dit verhaal niet door een journalist was geschreven, maar door een actievoerder. En dat kan niet de bedoeling zijn van een verhaal in een zichzelf respecterende krant.
3. Theorie in de praktijk: innovatie en technologie 3.1 Introductie begrip en onderzoeksvraag Het begrip technologisch determinisme omvat de gedachte dat mensen, handelingen, de samenleving en zelfs het leven bepaald wordt door de technische omstandigheden van dat moment. In de journalistiek wordt dit begrip toegespitst naar journalistieke producten en processen. Hoe gaat 9
het medium – de krant in dit geval – om met innovatie? Wat is de rol van de website? Wat is de rol van social media op de redactie? Dit soort vragen komen kijken bij innovatie en technologie in de journalistiek. Geldt het principe ‘digital first’ of hangt de website er maar een beetje bij? Experimenteert het bedrijf met digitale toepassingen? De onderzoeksvraag die hierbij centraal staat is: wat voor plek neemt technologie en innovatie in bij Dagblad de Limburger?
3.2 Observaties Op de website van DDL ziet de bezoeker het belangrijkste nieuws, veelal regionaal nieuws, als eerste. De website is ook weer onderverdeeld in de belangrijkste regio’s. Redacteuren worden geacht van elk verhaal ook een internetberichtje te maken. De ene keer als een ankeiler en de andere keer met het belangrijkste nieuws. In de praktijk gebeurt dit niet consequent. Veelal plaatsen redacteuren berichten achteraf, soms de ochtend na een gebeurtenis, pas op de site. Eerst in de krant, in dat geval. Dat gebeurt vaak bij raadsvergadering. Een verslaggever gaat eerst ’s avonds naar de raadsvergadering en plaats dan een bericht op internet met de timer, zodat het pas de volgende ochtend gepubliceerd wordt. Ze doen dit om exclusiviteit te garanderen zodat andere media niet met de informatie aan de haal gaan. Verslaggevers willen vaak wel een internet bericht plaatsen, maar willen het belangrijkste nieuws niet al weggeven. Dat hoort de volgende dag in de krant te staan. Dit is echter niet het geval bij alle onderwerpen. Bij het verhaal over de sloop van meerdere huizen in een Venlose wijk maakte ik een verhaal waarin nieuws stond: bewoners richtten een actiecomité op tegen de sloop, ik maakte een sfeerverhaal over wat het verhaal van de bewoners in de wijk was en een bericht met de reactie van de woningcorporatie. Voor deze verhalen maakte ik een internetbericht met het belangrijkste nieuws; de bewoners een actiecomité hadden opgericht. Daarnaast legde ik uit wat de plannen van de woningcorporatie waren en ik voegde daar nog enkele citaten van de bewoners aan toe. Een ander voorbeeld diende zich aan in de ochtendvergadering toen twee van onze verslaggevers naar het Limburgs Museum moesten voor een symposium over het vermeende mikwe (Joods ritueel badhuis). Er is lange tijd discussie geweest over of de archeologische vondst in Venlo een mikwe is of niet. Dit is een langslepende discussie geweest, waar ook Omroep Venlo en L1 aandacht aan hebben besteed. L1 maakte er zelfs een grote reportage over. Beide omroepen zouden dus ook die dag aanwezig zijn in het museum. In de vergadering hadden we het over de strategie van die dag. Er zouden meerdere specialisten aan het woord komen, die hun mening zouden geven over het vermeende mikwe. De concurrenten in ogenschouw nemend, vroegen we ons af wat de juiste aanpak zou zijn. We wisten dat Omroep Venlo en L1 in de avonduitzending al met een item zouden komen. Zouden we iets op internet gaan plaatsen en wat zou dat dan worden? We wilden ook niet alles weggeven
10
Omdat we sinds de reorganisatie op de redactie Venlo een vaste internetredacteur tot onze beschikking hadden, besloten we die ook te gaan gebruiken inzake het mikweverhaal. Een van de aanwezige verslaggevers bij het symposium zou updates sturen naar de internetredacteur, die dat vervolgens een live feed op de website en Twitter zou onderhouden. In de krant van een dag later kwam dan nog eens het nieuws en een groter achtergrond verhaal met de vier specialisten aan het woord. De vaste internetredacteur die sinds de reorganisatie op de regioredactie zit, heeft ook de taak de website meer up to date te houden. De sportredactie is de eerste redactie die een eigen Facebook-pagina beheert. Bij aanvang van de stage was die pagina net een paar maanden in de lucht. Daar worden filmpjes, door eigen redacteuren gemaakt, op geplaatst. Het gaat dan vaak om filmpjes van de twee vaste columnisten, die hun eigen column aankondigen en uitleggen waar die over zal gaan. In de krant wordt ook verwezen naar de filmpjes op Facebook. De redactie plaatst ook veel foto’s met oproepen aan de ‘lezer’ om hun mening te geven over kwesties die spelen in de sportwereld. Zo probeert de redactie de interactie met het publiek via Facebook te verbeteren. Via Facebook heeft ook een paar weken een actie gelopen met een gratis proefabonnement. Bij aanvang van de stage (25 november) had de sportpagina rond de 500 Facebook-likes. Bij het verlaten van de sportredactie (6 januari 2014) waren dat er ongeveer 700 en inmiddels zijn dat er ruim 800.
3.3 Conclusie Hoewel Dagblad de Limburger bezig is met nieuws en internet, is de krant het digitale tijdperk nog niet volledig ingetreden. Verslaggevers gebruiken internet nog te weinig. Het plaatsen van berichten die de grote verhalen in de krant aankondigen bereiken zijn doel in mijn ogen niet. Lezers van de krant hebben daar geen internetbericht voor nodig, die lezen het toch wel. Lezers op internet zullen waarschijnlijk niet voor dat ene artikel de krant kopen. Ik vraag me af wat het doel is van zulke berichten. Het is goed dat de krant om zich heen kijkt en rekening houdt met de concurrerende omroepen en in de overwegingen rekening houdt met wat op internet te brengen en wat in de krant. Volledige exclusiviteit is in sommige gevallen een utopie en dat neemt de krant dan voor lief. Het Facebook-experiment op de sportredactie, met verwijzingen over en weer naar internet en de krant, is wat mij betreft een goed initiatief. De Facebook-pagina is een heel ander medium en wordt zo ook gebruikt. Het is een platform dat zich leent voor discussie en daar gebruikt DDL het ook voor. Met af en toe filmpjes erbij is de Facebook-pagina een aanvulling op de krant en geen kopie van.
4 Bronnenlijst http://www.mediamonitor.nl/mediabedrijven/wegener-mecom/ http://www.hoi-online.nl (zie ook bijlage 7)
11