Financiële Maandstatistiek Jaargang 9 - december 2003
Centraal Bureau voor de Statistiek
Voorburg/Heerlen, 2003
Verklaring der tekens . * x – – 0 (0,0) niets (blank) 2002–2003 2002/2003 2002/’03 1992/’93–2002/’03
= gegevens ontbreken = voorlopig cijfer = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met = het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen = 2002 tot en met 2003 = het gemiddelde over de jaren 2002 tot en met 2003 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2002 en eindigend in 2003 = boekjaar enz. 1992/’93 tot en met 2002/’03
In geval van afronding kan het voorkomen dat de totalen niet geheel overeenstemmen met de som der opgetelde getallen. Verbeterde cijfers in staten en tabellen zijn niet als zodanig gekenmerkt.
Colofon
Inhoud
Uitgever
Grafieken
4
In dit nummer
5
Persberichten
6
Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 428 2273 XZ Voorburg
Druk Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair bedrijf
Omslagontwerp
Artikelen
WAT ontwerpers, Utrecht
Inlichtingen
ING Real Estate koploper in Vastgoedmarkt-ranglijst Consument leent liever makkelijk Opbrengst rijksbelastingen gedaald
9 11 13
Tel.: 0900 0227 (€ 0,50 per minuut) Fax: (045) 570 62 68 E-mail:
[email protected]
Tabellen Bestellingen E-mail:
[email protected]
Internet www.cbs.nl
Financiële kerncijfers Banken Sparen en lenen Geldmarkt Kapitaalmarkt Effectenbeurs Verzekeraars en pensioenfondsen
14 16 18 22 24 27 34
In de voorgaande 12 maanden
37
Trefwoordenregister
38
Andere CBS-publicaties
39
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2003. Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Prijzen zijn excl. administratie- en verzendkosten. Abonnementsprijs: € 94,80 Prijs per los nummer: € 12,80 Kengetal: O-1 ISSN 1381-6780 CSB-productnummer: 051020312
Centraal Bureau voor de Statistiek
Financiële Maandstatistiek 2003/12
3
Grafieken 2. Kapitaalmarktrente en inflatie
1. Rente op de geldmarkt
%
%
6,0
5,0 12-maands Aibor/Euribor
5,0
Kapitaalmarktrente
4,0
4,0 1-maands Aibor/Euribor
3,0
3,0
Inflatie
2,0 2,0
1,0
0
0 n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n
n d j f m a m j j a s o n d j f m a mj j a s o n
2001
2001
2002
2003
3. Wisselkoers Amerikaanse dollar
2003
2002
4. Nieuw ingeschreven hypotheken op woningen mld euro
US$/euro 12
1,4 1,3
10
1,2
Trend 8
1,1 1,0
6
0,9 4
0,8
0
0
d j f m a m j ’01
j a s o n d j f m a m j j a s o n
2002
2003
5. CBS-koersindex algemeen
s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o 2001
2002
2003
6. Totaal rendement
ultimo 1983=100
nov. 2002–nov. 2003
1 000 Aandelen algemeen w.v.
800 financiële inst. niet-financiële inst.
600
beleggingsfondsen
400
obligaties
200
d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n ’01
4
2002
2003
–10
0
10
20
30 %
Centraal Bureau voor de Statistiek
In dit nummer ING Real Estate koploper in Vastgoedmarkt-ranglijst
blz. 9
ING Real Estate bezet net als vorig jaar de eerste plaats in de door Vastgoedmarkt opgestelde ranglijst van professionele vastgoedbeleggers. De 46 beleggers van de ranglijst bezitten of beheren vastgoed voor een bedrag van in totaal 118,5 miljard euro in 2002. Daarvan is 54 procent in handen van beleggers met een grote vastgoedportefeuille.
Consument leent liever makkelijk
Opbrengst rijksbelastingen gedaald
blz. 13
In het tweede kwartaal van 2003 heeft het Rijk bijna 26 miljard euro aan belastingen ontvangen. Dit betekent een daling van 1,8 miljard euro (ruim 6 procent) ten opzichte van het tweede kwartaal van 2002. Deze daling zorgde ervoor dat de belastingopbrengst voor de rijksoverheid in de eerste helft van dit jaar lager is uitgekomen dan in het eerste halfjaar van 2002 (–3 procent).
blz. 11
Alhoewel het bedrag dat consumenten lenen niet veel is veranderd de afgelopen jaren, is de manier waarop wordt geleend wel duidelijk gewijzigd.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
5
Persberichten Inflatie in oktober 2,0 procent
Invoer lager in september
De inflatie in Nederland is in oktober uitgekomen op 2,0 procent. Dit is even hoog als in september. Na een trendmatige daling vanaf 2001 is de inflatie de laatste zeven maanden vrijwel stabiel. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde index is in oktober gedaald naar 1,9 procent. Dit is 0,2 procentpunt lager dan het gemiddelde van de Eurozone.
In september 2003 bedraagt de waarde van de invoer van goederen 17,0 miljard euro. Dat is 3 procent minder dan in september vorig jaar. De waarde van de uitgevoerde goederen ligt 1 procent hoger dan in september 2002 en bedraagt 20,5 miljard euro. Deze uitvoer wordt opwaarts beïnvloed door de export van een boorplatform naar Afrika. Daarnaast telt september in 2003 één werkdag meer dan in 2002. In het derde kwartaal van 2003 ligt de invoer 3 procent en de uitvoer 2 procent lager dan in het derde kwartaal van vorig jaar. De lagere waarde van de in- en uitvoer is deels te verklaren door gedaalde prijzen.
Inflatie in oktober stabiel op 2,0 procent Net als in september is in oktober de inflatie uitgekomen op 2,0 procent. De prijzen van onder andere gas, groenten en aardappelen, huisvesting, consumptiegebonden belastingen en overheidsdiensten zijn meer gestegen dan dit gemiddelde. De prijzen van elektriciteit, meubels en restaurants stegen minder dan het gemiddelde. Kleding, schoeisel, computers en audio- en videoapparatuur zijn het afgelopen jaar in prijs gedaald. In het inflatiecijfer van oktober is het effect van de prijzenoorlog tussen supermarkten niet zichtbaar, omdat de waarneming van de prijzen in oktober net vóór het uitbreken van de prijzenoorlog vrijwel was afgerond. In het novembercijfer zal de invloed hiervan wel tot uitdrukking komen.
Minder uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk en Duitsland Nederland heeft in het derde kwartaal van 2003 voor 41,8 miljard euro uitgevoerd naar EU-landen. Dat is 3 procent minder dan in het derde kwartaal van 2002. De invoer uit EU-landen bedraagt 27,4 miljard euro. Ook de invoer is 3 procent lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De uitvoer naar vooral het Verenigd Koninkrijk en Duitsland is meer dan gemiddeld gedaald. Aan de invoerkant is dit vooral het geval bij het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
Prijsontwikkeling volgens Europese norm Handel met niet-EU-landen De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde norm is van september op oktober gedaald van 2,0 naar 1,9 procent. De inflatie komt daarmee 0,2 procentpunt onder het gemiddelde in de Eurozone. In september was de inflatie in Nederland voor het eerst sinds mei 2000 lager dan het gemiddelde van de Eurozone. Het verschil was toen 0,1 procentpunt. Eurostat, het Europese statistische bureau, raamt de inflatie in de Eurozone in oktober op 2,1 procent. Dit is even hoog als de uitkomst over september.
1. Procentuele verandering CPI – Alle huishoudens t.o.v. de overeenkomstige maand een jaar eerder (reeks 2000=100) 5,0
In het derde kwartaal van 2003 bedraagt de uitvoer naar nietEU-landen 14,3 miljard euro. Dit is 1 procent meer dan in het derde kwartaal van 2002. De waarde van de invoer ligt 2 procent lager en bedraagt 20,9 miljard euro. De afname van de invoerwaarde komt, net zoals in het tweede kwartaal van 2003, bijna geheel voor rekening van de Verenigde Staten. De invoer uit de Verenigde Staten bedraagt 3,4 miljard euro en is 16 procent lager dan in het derde kwartaal van 2002. Deze waardedaling valt samen met een daling van de dollar (t.o.v. de euro) van 15 procent.
2. Ontwikkeling in- en uitvoer ten opzichte van een jaar eerder % 2
4,5 4,0
0
3,5 3,0
-2 2,5 2,0
-4 1,5 1,0
-6
0,5
maart
april
j f mam j j a s o n d j f mam j j a s o n d j f mam j j a s o 2003 2002 2001
6
mei
juni
juli
aug.
sept.
2003
0,0
Invoer
Uitvoer
Centraal Bureau voor de Statistiek
Vertrouwen consument neemt toe
Producentenvertrouwen valt iets terug
Het consumentenvertrouwen is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in november gestegen naar het hoogste niveau van dit jaar. Ondanks deze stijging is het consumentenvertrouwen nog steeds laag en ligt nu weer ongeveer op hetzelfde niveau als een jaar geleden. Consumenten hebben vergeleken met voorgaande maand vooral meer vertrouwen in de economische situatie en vinden het een betere tijd voor het doen van grote aankopen.
Het producentenvertrouwen is in november iets afgenomen ten opzichte van oktober. De stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie is gedaald naar –3,8. Na het dieptepunt in juni van dit jaar (–10,1) is het vertrouwen in de maanden juli tot en met oktober langzaam verbeterd. In november zet deze verbetering dus niet door.
Oordeel economisch klimaat positiever
Nog geen herstel van de bedrijvigheid
Het oordeel van consumenten over het economisch klimaat is in november positiever dan in oktober. Zowel de beoordeling van de afgelopen twaalf maanden als de verwachting voor de komende twaalf maanden verbetert. Over het economisch klimaat in de komende twaalf maanden zijn de consumenten minder pessimistisch dan lange tijd (sinds maart 2002) het geval is geweest.
Het producentenvertrouwen in de industrie is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte bedrijvigheid, het oordeel van de ondernemers over de orderpositie en het oordeel over de voorraden gereed product. Het producentenvertrouwen komt in november uit op –3,8. Dit is 0,8 punt minder dan in oktober. Deze lichte terugval is nagenoeg geheel te wijten aan de minder gunstige verwachtingen van de ondernemers over de bedrijvigheid in de komende drie maanden. Ondanks een lichte stijging van de werkvoorraad blijft het oordeel over de orderpositie onveranderd negatief. Verder vindt net als in oktober per saldo 6 procent van de ondernemers de voorraden gereed product te groot.
Koopbereidheid blijft laag De koopbereidheid, het andere onderdeel van de vertrouwensindex, is in november per saldo nauwelijks veranderd ten opzichte van oktober. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. Consumenten zijn in november, na correctie voor seizoeneffecten, iets negatiever geworden over de ontwikkeling van de financiële positie van hun eigen huishouden. De consumenten zijn echter minder negatief geworden over het doen van grote aankopen. Voor de tweede maand op rij vinden meer consumenten het een gunstige tijd om goederen zoals meubels, wasmachines en televisies te kopen.
Inflatieverwachting daalt Steeds minder consumenten verwachten dat de prijzen in het komende jaar sterker of evenveel zullen stijgen als in het afgelopen jaar. In oktober dacht nog bijna 36 procent dat de inflatie gelijk zou blijven of zou toenemen. In november is dit nog maar 21 procent. De enquête van het Consumenten Conjunctuuronderzoek is gehouden in de eerste twee weken van november. Dit is na het begin van de prijsverlagingen bij de supermarkten.
3. Consumentenvertrouwen, economisch klimaat en koopbereidheid
Meer orders en lichte stijging orderportefeuille Volgens de ondernemers zijn in oktober meer orders ontvangen dan in september. Dit geldt voor alle sectoren in de industrie. De toename van de orders uit het buitenland was het grootst. In de sector van de consumptiegoederen en in de sector van de halffabrikaten heeft de toegenomen orderontvangst tot gevolg dat de orderpositie iets is verbeterd. De ondernemers blijven echter ontevreden over zowel orderontvangst als orderpositie. In de sector van de investeringsgoederen neemt de orderpositie, ondanks een toename van de orders, met ruim 1 procentpunt af. Over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de komende maanden blijven de ondernemers somber gestemd. Één op de vijf ondernemers verwacht in de periode november 2003 tot en met januari 2004 verder in het personeelsbestand te moeten snijden.
4. Producentenvertrouwen (na verwijdering van seizoeninvloeden)
oorspronkelijke reeks 20
6
10
4
0
2
-10
0
-20
-2
-30
-4
-40
-6
-50
-8
-60
-10
-70 a s o n d j f mam j j a s o n d j f mam j j a s o n 2003 2001 2002 Consumentenvertrouwen
Financiële Maandstatistiek 2003/12
Economisch klimaat
Koopbereidheid
-12 jan. febr. maart april mei
2001
2002
juni
juli
aug. sept. okt. nov. dec.
2003
7
Artikelen ING Real Estate koploper in Vastgoedmarkt-ranglijst Drs. J.L. Gebraad ING Real Estate bezet net als vorig jaar de eerste plaats in de door Vastgoedmarkt opgestelde ranglijst van professionele vastgoedbeleggers. De 46 beleggers van de ranglijst bezitten of beheren vastgoed voor een bedrag van in totaal 118,5 miljard euro in 2002. Daarvan is 54 procent in handen van beleggers met een grote vastgoedportefeuille.
speelt hierin een belangrijke rol. Ook de daling voor de middelgrote beleggers met een portefeuille van tussen de 1 en 5 miljard euro wordt voor een deel verklaard door een overname, en wel die van Haslemere. Het gevolg is dat het aandeel van de groep kleine beleggers met een portefeuille tot 1 miljard euro in 2002 weer boven de 10 procent is uitgekomen.
Tabel 1 Vastgoedportefeuille professionele beleggers verdeeld naar grootte 2001
2002
1999
2000
2001
2002
ING Real Estate grootste vastgoedbelegger mld euro
ING Real Estate staat bovenaan in de door het tijdschrift Vastgoedmarkt opgestelde ranglijst 2002 van vastgoedbeleggers. De vastgoedportefeuille van 24 miljard euro van ING Real Estate omvat een vijfde deel van het totale vastgoed uit de ranglijst. Het ABP bezet de tweede plaats op de ranglijst met een vastgoedportefeuille van 14,8 miljard euro, dat is een achtste deel van het totale vastgoed. Het aandeel van ING Real Estate en ABP in het totale vastgoed is in 2002 iets groter dan in 2001. Dit is vooral een gevolg van het wegvallen uit de ranglijst van Rodamco North America vanwege een overname door buitenlandse marktpartijen. De ranglijst van Vastgoedmarkt bevat de beslissingscentra van vastgoedbeleggers, waardoor niet alleen het vastgoed in eigen bezit meetelt maar ook het voor andere beleggers beheerde vastgoed. Het belang hiervan blijkt uit het feit dat voor de koploper ING Real Estate ongeveer twee derde van het vastgoed bestaat uit voor derden beheerde gelden.
Omvang vastgoedportefeuille: > 5 mld euro > 1 mld euro < 5 mld euro < 1 mld euro totaal
%
71,6 64,2 37,5 50,1 55,5 54,2 45,8 41,6 46,1 39,4 35,5 35,1 11,5 12,7 16,4 10,4 8,9 10,7 128,9 118,5 100,0 100,0 100,0 100,0
Bron: Vastgoedmarkt, oktober 2003; de cijfers tot en met 2001 zijn herberekend.
Vastgoedmarkt en CBS naast elkaar
80
Vastgoedmarkt komt voor het totaal van de vastgoedportefeuille hoger uit dan het CBS. Er zijn twee belangrijke verklaringen voor deze hogere uitkomsten. Eén daarvan betreft het feit dat Vastgoedmarkt ook voor derden beheerde gelden meetelt bij het bepalen van de omvang van de portefeuille, terwijl het CBS alleen het vastgoed in eigendom meetelt. Dit verklaart een belangrijk deel van de hogere uitkomst voor de verzekeraars. De tweede verklaring betreft de groep overige professionele beleggers, die bij Vastgoedmarkt instellingen bevat die geen deel uitmaken van door het CBS waargenomen vastgoedbeleggers. Het betreft instellingen die in de CBS-statistieken vallen onder niet-financiële instellingen en waarvoor de beleggingen in vastgoed niet afzonderlijk bekend zijn. De beperking van het onderzoek bij Vastgoedmarkt tot beleggers met een vastgoedportefeuille die groter is dan 250 miljoen euro verklaart een deel van de lagere uitkomst voor pensioenfondsen. Bovendien geldt dat Vastgoedmarkt voor een deel van de pensioenfondsen het indirect vastgoed niet in de cijfers heeft opgenomen. De lagere uitkomst voor beleggingsinstellingen hangt niet alleen samen met de ondergrens, maar komt ook omdat Vastgoedmarkt niet alle beleggingsinstellingen die alleen in indirect vastgoed beleggen, meetelt.
60
Tabel 2 Vergelijking Vastgoedmarkt met CBS-statistieken
Schaalvergroting stokt In 2002 is een eind gekomen aan een jarenlange stijging van het aandeel van beleggers met een vastgoedportefeuille die groter is dan 5 miljard euro. De overname van Rodamco North America
1. Opmars aandeel grote beleggers stokt
% 100
Vastgoed markt
CBSstatistieken
Verschil
2001
2001
2002
2001
2002
2002
Pensioenfondsen Verzekeraars Beleggingsinstellingen Subtotaal
44,6 42,2 49,7 36,5 36,6 17,1 32,2 21,3 33,8 113,3 100,1 100,6
46,0 17,1 26,8 89,9
–5,1 19,4 –1,6 12,7
–3,8 19,5 –5,5 10,2
> 5 mld euro
Overige professionele beleggers 15,6 18,4 0,1 0,1 Totaal 128,9 118,5 100,7 89,9
15,5 28,2
18,4 28,6
40
mld euro
20
0
2002
1999
2000
< 1 mld euro
2001 > 1 mld euro < 5 mld euro
Bron: Vastgoedmarkt, 2002/2003; uitkomsten 1999–2001 herberekend.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
9
2. Vastgoedbezit daalt
Methodiek Vastgoedmarkt
mld euro
Vastgoedmarkt heeft voor de ranglijst 2002 dezelfde methodiek gebruikt als voor het onderzoek over 2001. De beslissingscentra vormen hierbij de basis van de ranglijst. Asset-managementorganisaties die vastgoed beheren voor meerdere beleggers, worden als één partij beschouwd. Er wordt een ondergrens van 250 miljoen euro aangehouden, en er moet een openbaar jaarverslag of een andere geautoriseerde opstelling aanwezig zijn. Er zijn enkele kleine aanpassingen in de ranglijst van 2002 aangebracht. Zo vervang Interpolis vastgoed de combinatie van Relan en Roproperty uit de ranglijst van 2001. Verder is de combinatie ABN AMRO Property Funds toegevoegd.
140 120 100 80 60 40
De ranglijst zoals gepubliceerd in de oktobereditie van Vastgoedmarkt is in tabel 3 opgenomen, aangevuld met het cumulatieve belang. De uitkomsten over 2001 zijn door het ranglijstkarakter exclusief de beleggers die in 2002 niet meer op de ranglijst voorkomen. De zes uit de ranglijst van 2001 verdwenen beleggers (met tussen haken hun positie op de ranglijst van 2001) zijn Rodamco North America (4), Haslemere (15), Pensioenfonds Shell (25), Nagron (37), DIM (47) en Sarakreek (51).
20 0 2001
2002
ING Real Estate
Top 5
Beleggingsinstellingen
> 5 mld euro
Totaal
Bron: Vastgoedmarkt, oktober 2003.
In de tabellen 1 en 2 zijn de uitkomsten voor 2001 van deze zes beleggers wel meegeteld, waardoor het totaal vastgoedbezit hier 11,4 miljard euro hoger uitkomt dan in tabel 3. Grafiek 2 geeft een beeld van vastgoedomvang volgens de kolom Vastgoedmarkt uit tabel 2.
Voor vragen of inlichtingen kunt U contact opnemen met de CBS Infoservice, tel. 0900 0227 (€ 0,50 p/m); e-mail:
[email protected].
Tabel 3 Ranglijst professionele vastgoedbeleggers 2002 2001
2002
In % van het totaal (cumulatief)
mln euro 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46
( 1) ( 2) ( 3) ( 6) ( 5) ( 7) ( 8) ( 9) (10) (11) (12) (13) (14) (16) (18) (19) (17) (20) (21) (22) (24) (26) (27) ( –) (23) (29) (30) (28) (32) (31) (38) (33) (35) (34) (36) (41) (39) (40) (43) (48) (42) (44) (45) (46) (49) (50)
ING Real Estate ABP PGGM Fortis Rodamco Europe Redevco Pensioenfonds Bouwnijverheid Vesteda Achmea Vastgoed Corio Interpolis vastgoed Vastnedgroep Pensioenfonds Metaal en Technische bedrijfstakken Aegon Wereldhave Uni-Invest Philips Pensioenfondsen Delta Lloyd Nuts Ohra Amvest Spoorwegpensioenfonds AZL Groep Kantoren Fonds Nederland Eurocommercial Bouwfonds Asset Management ABN AMRO Property Funds Kroonenberg Groep Nieuwe Steen KLM Pensioenfondsen Breevast Altera Q-Park Rodamco Asia Dela Unileverpensioenfonds Progress Pensioenfonds KPN/TPG VHS Pensioenfonds Hoogovens Schilders Pensioenfonds Newomij Pensioenfonds Grafische Bedrijven Stork Pensioenfonds Pensioenfonds Akzo Nobel SNS Reaal Pensioenfonds Nederlandse Omroep Westersuyker Pensioenfonds Zorgverzekeraars Totaal
24 600 15 176 7 606 5 840 6 171 5 300 4 204 4 056 3 866 3 470 2 995 2 828 2 566 2 326 1 873 1 818 2 114 1 720 1 557 1 288 1 188 1 087 1 046 200 1 285 925 798 1 007 782 792 490 765 610 693 606 423 449 440 373 264 390 348 322 303 259 251
23 993 14 782 6 868 6 558 6 445 5 550 4 497 4 067 3 843 3 627 3 094 2 912 2 222 2 211 1 955 1 911 1 910 1 860 1 663 1 325 1 220 1 239 1 061 1 000 984 970 930 907 873 775 704 701 651 628 615 470 436 426 390 360 356 329 328 320 268 258
117 470
118 492
20,2 32,7 38,5 44,1 49,5 54,2 58,0 61,4 64,6 67,7 70,3 72,8 74,7 76,5 78,2 79,8 81,4 83,0 84,4 85,5 86,5 87,6 88,5 89,3 90,1 90,9 91,7 92,5 93,2 93,9 94,5 95,1 95,6 96,2 96,7 97,1 97,4 97,8 98,1 98,4 98,7 99,0 99,3 99,6 99,8 100,0
Bron: Vastgoedmarkt, oktober 2003.
10
Centraal Bureau voor de Statistiek
Consument leent liever makkelijk 1) Ir. M.E. van Agtmaal-Wobma
Creditcards op vakantie
Alhoewel het bedrag dat consumenten lenen niet veel is veranderd de afgelopen jaren, is de manier waarop wordt geleend wel duidelijk gewijzigd.
Jaarlijks is er in de zomermaanden een duidelijke piek in de kredietverlening via creditcards. In juli 2003 was deze piek van 280 miljoen euro echter beduidend hoger dan vijf jaar daarvoor. In juli 1998 werd 120 miljoen euro geleend via creditcards.
1. Uitstaande schuld naar kredietvorm, medio 1998 en 2003
Rond 6 miljard euro roodstand
mld euro
Consumenten staan in 2003 ook meer rood dan vijf jaar geleden. Was de totale roodstand op de Nederlandse betaalrekeningen in augustus 1998 nog geen 4 miljard euro, in dezelfde maand in 2003 was dit 6 miljard euro. Dit komt neer op 850 euro per huishouden. Consumenten staan in mei vaak minder rood door de uitbetaling van het vakantiegeld. In de zomermaanden stijgt de roodstand op de betaalrekeningen weer.
14 12 10 8 6
Consument terughoudend met lenen
4 2 0 Doorlopend 1998 juni
Aflopend
Creditcard
Roodstand
In 2002 hebben de Nederlandse huishoudens ruim 10 miljard euro geleend. Vier jaar daarvoor was dit 9 miljard euro. Sinds 1999 schommelt het totaal verstrekte consumptief krediet rond de 10 miljard. Ook in 2003 lijkt dit patroon zich te herhalen; in de eerste helft van dit jaar is bijna 5 miljard euro geleend. Dat is nagenoeg evenveel als in dezelfde periode van 2002.
2003 juni
Toelichting Tussen 1998 en 2003 is de voorkeur steeds meer uitgegaan naar gemakkelijke manieren van lenen. Het gebruik van creditcard en rood staan op de betaalrekening worden steeds populairder. Meestal zijn de bedragen gering en bedraagt de looptijd enkele maanden. Voor grotere bedragen en langere looptijden wordt veel gebruik gemaakt van het doorlopend krediet.
Doorlopend krediet
2. Verstrekt krediet op creditcards per maand
3. Roodstand op betaalrekeningen
Bij doorlopend krediet wordt met de kredietnemer een bepaald grensbedrag overeengekomen, tot welk bedrag de kredietnemer naar behoefte geld kan opnemen of weer terugbetalen. Door de kredietnemer wordt periodiek een (vast) bedrag afgelost en de
mln euro
mld euro
300
7
6
250
5 200 4 150 3 100 2 50
1
0
0 jan. febr. maart april mei juni 1998
2001
Financiële Maandstatistiek 2003/12
juli aug. sept. okt. nov. dec. 2002
2003
jan. febr. maart april mei 1998
2001
juni
juli
aug. sept. okt. nov. dec.
2002
2003
11
rente wordt periodiek in rekening gebracht. Afgeloste bedragen kunnen opnieuw worden opgenomen. Private label cards, klantenkaarten en winkelpassen zijn vormen van doorlopend krediet. In dit artikel is het spaar-/leenkrediet inbegrepen bij het doorlopend krediet.
Aflopend krediet Bij een aflopend krediet komt het totale bedrag van de lening in zijn geheel ter beschikking van de kredietnemer. Dit bedrag, vermeerderd met de kredietvergoeding (rente en kosten), moet in een vast aantal termijnen worden afgelost, terwijl de afgeloste bedragen niet opnieuw kunnen worden opgenomen. Persoonlijke leningen, financieringskredieten, huurkoop en afbetaling vallen onder aflopend krediet.
aan een betaalrekening en waarvan de opgenomen bedragen periodiek ten laste van die betaalrekening worden gebracht.
Roodstand op de Nederlandse betaalrekeningen De roodstand op de Nederlandse betaalrekeningen wordt een keer per maand waargenomen. Uit deze momentopname kan geen informatie worden afgeleid over opnamen en aflossingen. Het krediet op betaalrekeningen wordt daarom niet gerekend tot het consumptief krediet, maar de gegevens worden wel als aanvullende informatie in de tabellen meegenomen.
Verstrekt consumptief krediet Het bedrag dat particulieren aan consumptief krediet in een bepaalde periode in handen hebben gekregen voor de besteding aan (duurzame) consumptiegoederen, zoals auto’s, wasmachines en computers. Hypothecaire leningen vallen hier niet onder.
Creditcards Creditcards met kredietfaciliteiten; cards waarmee geld kan worden opgenomen of goederen kunnen worden gekocht en waarbij een kredietovereenkomst is afgesloten tot een bepaalde limiet. Buiten beschouwing worden gelaten de cards die gekoppeld zijn
12
Noot in de titel 1)
Dit artikel is eerder verschenen in het webmagazine van het CBS.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Opbrengst rijksbelastingen gedaald 1) 2. Opbrengst rijksbelastingen naar soort
L.C. Cazander
Vermogensheffingen (successierechten)
In het tweede kwartaal van 2003 heeft het Rijk bijna 26 miljard euro aan belastingen ontvangen. Dit betekent een daling van 1,8 miljard euro (ruim 6 procent) ten opzichte van het tweede kwartaal van 2002. Deze daling zorgde ervoor dat de belastingopbrengst voor de rijksoverheid in de eerste helft van dit jaar lager is uitgekomen dan in het eerste halfjaar van 2002 (–3 procent).
Overige belastingen op inkomen en vermogen Dividendbelasting Vennootschapsbelasting Loon- en inkomstenbelasting
Daling over de volle breedte
Overige belastingen op productie en invoer
Vrijwel alle rijksbelastingen brachten in het tweede kwartaal van 2003 minder op dan een jaar eerder. De vennootschapsbelasting daalde het sterkst. De opbrengst van deze belasting op bedrijfswinsten bedroeg 3,2 miljard euro. Dit was 0,8 miljard lager dan in het tweede kwartaal van vorig jaar (–21 procent). De dividendbelasting bracht 1,5 miljard euro op, een daling van 0,1 miljard (–8 procent). De opbrengst loon- en inkomstenbelasting bedroeg 7,4 miljard euro, dit was 0,5 miljard minder (–6 procent). De diverse accijnzen waren goed voor 2,1 miljard euro aan inkomsten voor de schatkist, een daling van 0,1 miljard (–6 procent).
Accijnzen BTW 0
2
4
6
8
10
mld euro 2003 2e kw.
De opbrengst BTW voor het Rijk bedroeg 7,9 miljard euro, 0,1 miljard euro (+2 procent) meer dan in het tweede kwartaal van 2002. Dit bedrag is exclusief het BTW-deel dat werd afgedragen aan de Europese Unie. De totale BTW-opbrengst bedroeg 8,3 miljard euro, een daling van 0,1 miljard (–1 procent).
Noot in de titel
1. Opbrengst rijksbelastingen
3. BTW-opbrengst
1)
2002 2e kw.
Dit artikel is eerder verschenen in het webmagazine van het CBS.
% mutaties t.o.v. voorgaand jaar
% mutaties t.o.v. voorgaand jaar
15
5
12
4
9
3
6 2 3 1 0 0
-3
-1
-6 -9 I
II
III
2002
Financiële Maandstatistiek 2003/12
IV
I
II
2003
-2 I
II
III
2002
IV
I
II
2003
13
Financiële kerncijfers Financiële kerncijfers Eenheid c.q. basis
1990
1995
1999
2000
2001
2002
2002
2003
nov.
dec.
jan.
Bankwezen (ultimo)
mld euro mld euro mld euro mld euro
. . . .
. . . .
Besparingen bij spaarinstellingen Spaartegoed (ultimo)
mld euro mld euro
. 81,0
Verstrekt consumptief krediet Uitstaand consumptief krediet (ultimo)
mld euro mld euro
Nieuw ingeschreven hypotheken op: woonhuizen en combinaties woonhuis/bedrijfspand w.o. woonhuizen bedrijfspanden en overige onroerende goederen
mld euro
Europese liquiditeitenmassa (M3) Europese geldhoeveelheid (M1) Balanstotaal Europese MFI’s Balanstotaal Nederlandse MFI’s
4 778,6 1 955,1 15 546,1 940,2
5 079,9 2 074,3 16 711,4 1 148,2
5 424,6 2 203,5 18 249,7 1 262,7
5 782,7 2 424,3 18 862,5 1 356,4
5 695,3 2 342,3 18 968,1 1 377,3
5 784,9 2 424,5 18 859,3 1 356,4
5 779,7 2 340,8 18 977,9 1 358,6
6,4 104,8
8,4 130,3
3,9 134,2
18,6 152,9
12,6 167,8
–0,2 165,9
1,9 167,8
2,4 170,1
4,9 5,5
6,4 10,1
10,0 13,9
10,6 15,2
10,2 16,0
10,3 16,4
0,8 16,4
0,8 16,4
0,8 16,6
16,0 . 12,0
31,0 27,6 16,2
90,6 84,2 27,7
82,2 76,1 24,5
86,7 79,7 35,1
96,0 87,7 28,3
7,9 7,2 1,7
11,7 10,0 4,5
6,0 5,5 2,1
Sparen en lenen
mld euro
Geldmarkt Reporente ECB (ultimo) Daggeldrente Eenmaands Euribor-tarief
% % %
Goudprijs (gemiddeld) Wisselkoersen (gemiddeld) Amerikaanse Dollar Engelse Pond Japanse Yen
. 9,23 8,51
. 4,23 4,33
2,70 2,74 2,86
4,75 4,12 4,24
3,25 4,38 4,26
2,75 3,28 3,31
3,25 3,30 3,23
2,75 3,09 2,98
2,75 2,79 2,85
euro/gram
10,32
9,12
8,59
9,94
9,91
10,75
10,45
10,65
11,02
per 1 euro per 1 euro per 1 euro
1,27 0,71 183,75
1,31 0,83 122,90
1,07 0,66 121,32
0,92 0,61 99,47
0,90 0,62 108,68
0,95 0,63 118,06
1,00 0,64 121,65
1,02 0,64 124,22
1,06 0,66 126,12
9,04 8,99 8,93
6,00 6,50 7,20
3,91 4,34 4,63
5,12 5,30 5,41
4,44 4,70 4,94
4,23 4,60 4,88
3,65 4,17 4,56
3,43 3,97 4,36
3,22 3,75 4,19
Kapitaalmarkt Gemiddeld effectief rendement op staatsleningen kort (3–5 jaar) middellang (5–8 jaar) lang (9–10 jaar)
% % %
Amsterdamse Effectenbeurs CBS-koersindex (ultimo) aandelen obligaties (5–8 jaar)
1983=100 1983=100
168,3 98,4
321,5 118,9
933,1 121,0
897,0 123,1
708,0 124,2
462,1 130,9
510,8 127,9
462,1 130,9
424,3 131,9
CBS-herbeleggingsindex (ultimo) aandelen obligaties (algemeen)
1983=100 1983=100
229,6 161,1
530,9 267,3
1 724,7 334,2
1 688,0 356,2
1 363,6 377,6
916,0 410,3
1 012,6 403,2
916,0 410,3
841,3 414,4
mld euro
.
3,7
6,1
7,1
6,9
5,4
0,5
0,5
1,0
Producentenprijzen Herbouwkosten van woningen
1995=100 1995=100
. .
100,0 100,0
102,2 108,0
114,1 111,8
115,7
114,5
114,9 126,0
116,5 126,0
118,3 127,0
Consumentenprijzen alle huishoudens
2000=100
.
.
.
100,0
104,2
107,6
108,2
107,9
108,4
mld euro mld euro mld euro 1990=100 1990=100 1990=100
104,2 108,5 4,3 100,0 100,0 100,0
129,4 143,5 14,1 92,0 94,9 103,2
178,7 188,6 9,9 93,4 93,6 100,2
216,1 231,9 15,8 107,2 106,4 99,3
218,3 241,3 23,0 111,6 109,1 97,8
205,6 232,7 27,1 106,0 103,5 97,7
17,5 20,1 2,6 108,2 103,5 95,7
16,7 19,1 2,4 106,5 105,7 99,2
17,3 19,7 2,4 105,4 101,4 96,2
Verzekeraars Binnenlandse productie van individuele levensverzekeringen (premies) Prijsindexcijfers
Internationale handel Invoer Uitvoer Handelsoverschot Invoerprijzen Uitvoerprijzen Ruilvoet Overige gegevens Consumentenvertrouwen Economisch klimaat Koopbereidheid
. . .
4,4 6,3 3,1
13,9 5,1 19,8
24,0 24,1 23,9
–0,9 –24,8 15,0
–20,3 –39,1 –7,7
–32,0 –54,1 –17,2
–30,4 –50,8 –16,9
–33,8 –58,3 –17,5
Producentenvertrouwen in de industrie 1)
.
.
.
6,8
–1,1
–1,6
–0,7
–1,7
–3,8
1)
Na verwijdering seizoeninvloeden.
14
Centraal Bureau voor de Statistiek
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
5 823,4 2 351,8 19 179,2 1 396,7
5 859,5 2 397,8 19 186,2 1 407,0
5 948,7 2 425,7 19 319,4 1 409,5
5 992,8 2 458,7 19 487,9 1 434,2
5 989,8 2 501,5 19 529,8 1 450,4
5 996,2 2 481,4 19 502,7 1 441,0
5 994,3 2 468,6 19 507,6 1 452,6
5 989,5 2 510,4 19 585,6 1 463,5
nov. Banking Eurozone liquidity (M3) Eurozone money (M1) Eurozone MFI’s, balance sheet total Dutch MFI’s, balance sheet total
1 471,8
Saving and borrowing 1,7 171,9
1,0 172,8
1,4 174,2
2,5 176,7
1,3 178,1
2,0 180,1
0,8 181,8
0,6 182,5
0,9 183,4
Savings at saving institutions Savings deposits
0,8 16,6
0,9 16,6
0,9 16,7
0,9 16,7
0,8 16,7
1,0 16,8
0,9 16,8
0,9 17,0
1,0 17,0
Consumer credit granted Consumer credits, outstanding amounts
7,2 6,6 3,5
8,8 7,1 3,0
8,5 7,8 2,1
9,5 8,7 2,0
8,4 7,9 2,1
10,2 9,4 3,3
9,5 8,0 5,0
9,9 9,1 4,9
10,5 9,8 2,4
Newly registered mortgages on: residential and residential/commercial property o.w. residential other real estate
2,75 2,76 2,77
2,50 2,75 2,60
2,50 2,56 2,58
2,50 2,56 2,52
2,00 2,21 2,18
2,00 2,08 2,13
2,00 2,10 2,12
2,00 2,02 2,13
2,00 2,01 2,10
2,00 1,97 2,09
10,94
10,36
9,93
10,07
10,02
10,12
10,57
11,06
10,61
10,91
1,08 0,67 128,60
1,08 0,68 128,15
1,08 0,69 130,12
1,16 0,71 135,83
1,17 0,70 138,05
1,14 0,70 134,99
1,11 0,70 132,38
1,12 0,70 128,94
1,17 0,70 128,12
1,17 0,69 127,85
Money market Repo rate ECB Call money One-month Euribor Gold price Exchange rates US dollar English pound Japanese Yen Capital market 3,04 3,49 3,97
3,09 3,54 4,01
3,19 3,65 4,13
2,84 3,31 3,79
2,62 3,09 3,60
2,95 3,49 3,97
3,30 3,81 4,18
3,27 3,81 4,20
3,35 3,86 4,26
3,48 4,00 4,40
Avarage yield to maturity short-term medium-term long-term Amsterdam Stock Exchange
387,8 133,6
372,1 132,6
409,7 132,2
410,5 135,4
426,8 134,7
453,4 130,7
470,7 130,2
440,0 132,4
467,9 129,7
470,6 128,8
CBS stock price index shares bonds
769,0 418,0
739,3 417,1
825,0 418,1
834,7 426,9
867,8 427,1
926,5 422,7
967,8 422,4
904,9 427,9
963,5 423,7
968,9 423,2
CBS total return index shares bonds Insurance
0,7
0,6
0,5
0,5
0,4
0,5
0,4
0,4
0,5
New personal life insurance policies
120,0 127,0
119,0 127,0
116,3 127,0
114,5 128,0
114,6 127,0
114,9 127,0
115,8 128,0
115,9 128,0
115,8 128,0
Producer prices, industry Costs of rebuilding of dwellings
109,0
109,9
110,0
110,0
109,5
109,7
110,0
111,0
110,7
Consumer prices all households
17,1 19,3 2,3 106,0 98,9 93,2
18,3 20,9 2,6 104,6 100,9 96,4
16,8 18,8 1,9 106,3 102,1 96,0
16,5 18,9 2,3 100,6 99,9 99,3
16,3 18,9 2,6 102,1 99,2 97,1
16,2 18,6 2,4
15,2 16,9 1,8
17,0 20,5 3,6
–36,5 –62,4 –19,2
–37,6 –64,8 –19,5
–38,2 –64,9 –20,3
–34,6 –56,0 –20,3
–36,1 –57,8 –21,7
–38,8 –62,6 –22,9
–32,4 –48,5 –21,7
–33,9 –49,4 –23,6
–35,8 –54,4 –23,5
–32,1 –44,3 –23,9
Consumer confidence Economic environment Propensity to consume
–6,8
–6,6
–5,3
–7,2
–10,1
–7,4
–7,0
–4,8
–3,0
–3,8
Producers’ confidence
Price index numbers
International trade import export trade surplus import prices export prices terms of trade Other data
Financiële Maandstatistiek 2003/12
15
Banken Tabel 1.1 Balans van de in Nederland gevestigde monetair financiële instellingen, exclusief De Nederlandsche Bank(ultimo) Nederland
Eurozone
2003
2003
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mei
juni
juli
aug.
sept.
mld euro Activa 1. Leningen aan ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overheid c. Overige 2. Aangehouden effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overheid c. Overige 3. Aangehouden aandelen en deelnemingen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overige 4. Geldmarktpapier 5. Externe activa 6. Vaste activa 7. Overige activa 8. Totaal activa = totaal passiva
939,5
943,7
960,3
965,5
973,0
240,9 37,4 661,2
237,3 36,7 669,8
250,4 36,0 673,8
255,0 39,2 671,3
257,5 37,0 678,6
4 188,7 794,8 6 906,1
4 143,2 794,2 6 943,6
4 099,0 802,2 6 963,9
4 129,9 796,4 6 976,0
4 161,5 797,0 6 998,4
141,4
141,4
140,7
146,1
148,3
2 896,5
2 886,2
2 912,0
2 905,8
2 929,4
21,6 90,7 29,1
21,6 91,2 28,6
21,7 90,7 28,3
21,6 89,9 34,6
21,7 92,4 34,1
1 233,8 1 256,6 406,1
1 241,7 1 239,4 405,1
1 259,3 1 251,1 401,7
1 258,1 1 243,3 404,3
1 257,7 1 260,5 411,2
37,5
38,7
38,4
38,0
37,3
854,1
853,4
883,6
887,1
881,5
13,7 23,9
14,7 24,0
15,1 23,4
14,6 23,4
14,7 22,6
265,6 588,5
267,0 582,5
. .
. .
. .
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
70,7
69,0
68,4
69,6
68,8
267,6
258,5
249,0
244,1
248,3
2 544,4
2 624,2
2 604,6
2 575,7
2 543,4
6,1
6,1
6,1
5,9
6,1
159,4
157,9
158,2
158,2
158,9
1 073,2
1 058,1
1 010,8
1 008,9
1 046,7
58,1
52,6
58,2
63,9
58,8
1 450,4
1 441,0
1 452,6
1 463,5
1 471,8
11 889,6 11 881,0 11 865,1 11 902,3 11 956,9
19 487,9 19 529,8 19 502,7 19 507,6 19 585,6
Passiva 9. Chartale geldomloop 10. Deposito’s van ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Centrale overheid c. Overige overheid en overige ingezetenen van het eurogebied (1) giraal (2) met vaste looptijd (3) met opzegtermijn (4) repo’s
0,0
0,0
0,0
0,0
768,8
761,7
768,7
783,3
779,4
274,2 1,8
266,7 2,0
269,8 2,6
289,1 1,9
280,4 1,6
4 310,1 124,2
4 300,1 147,6
4 255,7 120,7
4 272,1 112,8
4 313,3 128,8
492,8 159,7 153,5 179,4 0,1
493,0 155,8 155,1 182,1 0,1
496,3 156,7 155,9 183,3 0,4
492,3 158,1 149,6 184,6 0,1
497,3 157,7 153,5 186,1 0,1
6 080,8 2 014,1 2 304,8 1 532,7 231,4
6 092,7 2 063,0 2 271,5 1 545,6 214,8
6 120,7 . . . .
6 124,3 . . . .
6 126,4 . . . .
641,9
640,0
653,9
657,3
646,3
11. Aandelen/participaties in geldmarktfondsen en geldmarktpapier 12. Geldmarktpapier en schuldbewijzen
0,0
10 515,2 10 540,5 10 497,1 10 509,2 10 568,5
232,1
238,4
240,3
239,3
250,0
3 062,5
3 083,1
3 116,0
3 126,9
3 126,7
64,6
64,9
65,2
65,4
63,8
1 120,5
1 126,4
1 132,9
1 135,4
1 136,9
14. Externe passiva
303,2
294,9
295,7
278,8
291,6
2 625,4
2 641,7
2 649,5
2 647,1
2 610,5
15. Overige passiva
81,6
81,1
82,7
96,6
87,1
1 522,5
1 498,1
1 453,2
1 431,8
1 496,7
13. Kapitaal en reserves
Bron: De Nederlandsche Bank N.V. en ECB.
16
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 1.2 Monetaire balans van De Nederlandsche Bank en het Eurosystem (ultimo) De Nederlandsche Bank
Eurosystem
2003
2003
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mei
juni
juli
aug.
sept.
mld euro Activa 1. Leningen aan ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overheid c. Overige 2. Aangehouden effecten m.u.v. aandelen, uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overheid c. Overige ingezetenen 3. Aangehouden aandelen en deelnemingen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied a. Monetair financiële instellingen b. Overige ingezetenen 4. Externe activa 5. Vaste activa 6. Overige activa 7. Totaal activa = totaal passiva
15,5
8,7
15,2
17,0
17,3
444,7
469,3
437,3
437,4
462,5
15,5 0,0 0,0
8,7 0,0 0,0
15,2 0,0 0,0
17,0 0,0 0,0
17,3 0,0 0,0
420,0 24,0 0,7
445,0 23,7 0,6
412,9 23,7 0,7
413,0 23,7 0,7
438,1 23,7 0,6
9,1
9,0
9,0
9,1
9,1
113,1
114,2
115,3
117,4
121,6
1,4 7,4 0,3
1,4 7,3 0,3
1,4 7,4 0,2
1,4 7,5 0,3
1,4 7,4 0,2
10,4 101,6 1,0
10,0 103,1 1,1
9,6 104,6 1,1
10,0 106,4 1,0
10,1 110,4 1,1
0,3
0,3
0,3
0,3
0,3
12,2
12,4
12,5
12,5
12,4
0,2 0,1
0,2 0,1
0,2 0,1
0,2 0,1
0,2 0,1
4,4 7,7
4,4 8,0
. .
. .
. .
18,8
19,7
21,6
20,9
20,8
334,0
335,2
337,9
354,1
341,8
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
11,9
12,0
12,2
12,2
12,3
2,8
2,7
2,5
2,4
2,2
131,0
131,5
133,4
130,1
138,4
46,7
40,6
48,8
49,9
49,9
1 046,9
1 074,6
1 048,5
1 063,7
1 089,0
19,1
19,7
19,7
19,8
20,0
384,1
391,4
403,5
404,1
406,4
Passiva 8. Chartale geldomloop 9. Deposito’s a. Monetair financiële instellingen b. Overheid c. Overige ingezetenen 10. Geldmarktpapier en schuldbewijzen 11. Kapitaal en reserves
13,9
6,6
13,4
15,1
14,6
361,9
379,4
334,4
335,8
362,1
13,9 0,0 0,0
6,6 0,0 0,0
13,4 0,0 0,0
15,1 0,0 0,0
14,6 0,0 0,0
297,6 45,9 18,4
307,9 52,6 18,9
266,1 52,3 16,0
270,3 49,7 15,8
289,8 55,0 17,4
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,7
2,6
2,6
2,6
2,6
11,5
11,7
12,7
12,2
12,2
142,1
143,1
145,2
157,9
151,1
12. Externe passiva
1,6
2,0
2,4
2,2
2,3
28,1
29,8
31,7
32,7
32,4
13. Overige passiva
0,6
0,6
0,6
0,6
0,8
127,9
128,3
131,1
130,6
134,4
Bron: De Nederlandsche Bank N.V. en ECB.
Tabel 1.3 Monetaire aggregaten Nederland
Eurozone
2003
2003
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mei
juni
juli
aug.
sept.
mld euro Chartale geldomloop Girale deposito’s
17,3 159,7
17,6 155,8
17,9 156,7
17,8 158,1
18,1 157,7
343,8 2 114,9
351,0 2 150,5
361,5 2 119,9
362,7 2 105,9
364,9 2 145,5
Geldhoeveelheid (M1)
177,0
173,4
174,6
175,9
175,9
2 458,7
2 501,5
2 481,4
2 468,6
2 510,4
Deposito’s met vaste looptijd t/m 2 jaar Deposito’s met opzegtermijn t/m 3 maanden
88,1 179,4
90,6 182,1
90,7 183,3
85,7 184,5
88,9 186,1
1 096,9 1 529,8
1 060,0 1 544,8
1 063,4 1 554,6
1 069,3 1 562,7
1 037,3 1 563,9
Secundaire liquiditeiten (M2)
444,5
446,0
448,6
446,2
450,9
5 085,3
5 106,3
5 099,3
5 100,6
5 111,6
Repo’s Aandelen/participaties in geldmarktfondsen en geldmarktpapier Schuldbewijzen met looptijd t/m 2 jaar Liquiditeitenmassa (M3)
0,1
0,1
0,4
0,1
0,1
231,4
214,9
220,1
217,1
211,7
0,0 24,8
0,0 24,0
0,0 22,2
0,0 23,3
0,0 27,4
571,1 105,0
571,0 97,6
585,5 91,2
587,7 88,9
577,5 88,7
469,4
470,1
471,1
469,5
478,3
5 992,8
5 989,8
5 996,2
5 994,3
5 989,5
Bron: De Nederlandsche Bank N.V. en ECB.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
17
Sparen en lenen Tabel 2.1 Spaargelden 2002
2003
dec.
jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mln euro Stortingen w.v. op deposito’s met opzegtermijn met vaste looptijd
7 862
14 024
8 450
8 515
10 644
9 413
9 235
10 684
8 411
9 357
12 706
5 464 2 398
8 563 5 461
6 853 1 597
6 842 1 673
8 755 1 889
7 932 1 481
7 891 1 344
9 077 1 607
7 047 1 364
7 947 1 410
11 293 1 413
Terugbetalingen w.v. op deposito’s met opzegtermijn met vaste looptijd Spaarverschil Bijgeschreven rente Besparingen Correcties en statistische verschillen
7 791
12 295
6 735
7 570
9 542
7 330
7 916
8 926
7 587
8 739
12 238
5 042 2 749 71 1 788 1 859 0
5 401 6 894 1 729 623 2 352 4
5 027 1 708 1 715 21 1 736 –3
5 226 2 344 945 37 982 2
7 753 1 789 1 102 306 1 408 –1
5 589 1 741 2 083 398 2 481 –1
6 146 1 770 1 319 25 1 344 0
7 314 1 612 1 758 284 2 042 0
6 065 1 522 824 19 843 857
7 126 1 613 618 29 647 1
10 494 1 744 468 451 919 0
mld euro Tegoed op deposito’s (ultimo) w.v. deposito’s met opzegtermijn deposito’s met vaste looptijd
167,8
170,1
171,9
172,8
174,2
176,7
178,1
180,1
181,8
182,5
183,4
143,2 24,6
146,9 23,2
148,8 23,1
150,4 22,4
151,7 22,5
154,4 22,3
156,2 21,9
158,3 21,9
160,1 21,7
161,0 21,5
162,2 21,2
Bron: De Nederlandsche Bank.
Tabel 2.2 Verstrekt consumptief krediet 2) Trend 1)
2003 jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mln euro
%
Gemeentelijke kredietbanken Aflopend krediet Doorlopend krediet
4 2
5 3
4 2
4 3
4 2
5 2
6 3
4 2
6 2
5 2
–12 –18
Totaal
7
8
6
7
6
8
9
6
8
7
–14
Banken en creditcardorganisaties Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
22 265 9 188
20 257 11 183
22 260 14 200
22 240 9 188
21 281 9 218
21 227 9 214
24 276 13 282
21 276 13 230
22 312 11 224
24 338 9 227
–11 2 118 4
Totaal
484
471
495
459
530
471
595
540
568
598
3
Financieringsmaatschappijen Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet
79 199 17
61 211 18
66 239 18
67 254 18
67 237 16
68 221 15
94 252 18
66 214 14
69 249 17
76 242 18
5 6 10
295
290
323
340
320
303
364
294
335
336
6
119 61 115
135 46 109
152 48 123
144 48 148
154 50 117
141 51 111
154 76 133
134 49 112
150 48 138
154 57 125
1 14 10
Postorderbedrijven Doorlopend krediet
47
39
41
44
31
35
44
34
37
38
–2
Alle maatschappijen Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
105 514 26 188
86 510 29 183
93 542 32 200
94 542 27 188
93 551 25 218
94 485 24 214
124 574 31 282
92 527 27 230
96 600 28 224
105 620 27 227
0 3 36 4
Totaal
833
807
866
851
887
817
1 011
875
948
979
4
Totaal w.v. dochters van banken autofinanciers (merkgebonden) overige financieringsmaatschappijen
1) 2)
De procentuele groei van de laatste twaalf maanden t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder. Cijfers zijn herberekend op basis van de definitieve jaarcijfers 2002.
18
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 2.3 Uitstaand debiteurensaldo per ultimo 2) Aantal uitstaande contracten 2003 juni
Trend 1)
Uitstaand debiteurensaldo 2003
juli
aug.
sept.
okt.
juni
x 1 000
juli
aug.
sept.
okt.
mln euro
%
Gemeentelijke kredietbanken Aflopend krediet Doorlopend krediet
79 14
79 15
78 16
77 14
77 14
143 80
141 81
143 81
141 81
141 80
–15 –5
Totaal
93
94
94
92
91
223
221
223
221
221
–11
112 979 27 574
110 980 27 577
108 978 27 597
107 979 28 617
105 983 28 623
597 6 078 431 853
592 6 121 437 858
584 6 166 444 888
579 6 224 449 924
573 6 282 453 932
–17 6 16 16
Totaal
1 691
1 694
1 711
1 731
1 739
7 958
8 008
8 082
8 175
8 241
5
Financieringsmaatschappijen Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet
392 1 743 64
393 1 732 64
391 1 745 64
389 1 762 64
385 1 768 63
1 783 5 139 1 022
1 790 5 151 1 018
1 791 5 173 1 013
1 781 5 199 1 007
1 771 5 206 1 003
–3 3 –5
Totaal w.v. dochters van banken autofinanciers (merkgebonden) overige financieringsmaatschappijen
2 200
2 189
2 200
2 215
2 217
7 944
7 959
7 977
7 987
7 981
1
1 107 131 962
1 117 132 940
1 125 133 942
1 137 133 945
1 141 132 944
4 597 938 2 409
4 585 963 2 411
4 575 971 2 430
4 579 968 2 440
4 564 968 2 449
–2 10 3
Postorderbedrijven Doorlopend krediet
2 430
2 489
2 442
2 446
2 425
555
564
563
569
572
10
Alle maatschappijen Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
584 5 167 91 574
582 5 216 91 577
577 5 180 91 597
574 5 201 91 617
568 5 190 91 623
2 522 11 853 1 453 853
2 522 11 917 1 455 858
2 518 11 983 1 457 888
2 500 12 072 1 456 924
2 486 12 140 1 456 932
–8 5 1 16
Totaal
6 415
6 466
6 445
6 484
6 472
16 680
16 753
16 845
16 952
17 015
3
Toegezegde limieten per ultimo Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
7 950 92 2 275
8 062 92 2 279
8 126 92 2 285
8 238 92 2 287
8 185 92 2 331
22 529 1 831 5 378
22 749 1 865 5 385
22 847 1 863 5 404
22 986 1 902 5 418
23 052 1 899 5 658
5 11 19
10 317
10 433
10 503
10 618
10 608
29 738
29 998
30 114
30 306
30 609
8
2 703
2 799
2 845
3 065
3 054
5 930
6 080
6 084
6 277
6 296
2
Banken en creditcardorganisaties Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
Totaal Overtrekkingen op betaalrekeningen 1) 2)
De procentuele groei van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar. Cijfers zijn herberekend op basis van de definitieve jaarcijfers 2002.
Tabel 2.4 Stroomgegevens consumptief krediet 2) Trend 1)
2003 jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mln euro
%
Debiteurensaldo bij aanvang periode Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
2 634 11 698 1 443 820
2 609 11 657 1 444 852
2 589 11 698 1 450 837
2 567 11 752 1 455 870
2 541 11 811 1 459 853
2 530 11 845 1 455 867
2 522 11 853 1 453 853
2 522 11 917 1 455 858
2 518 11 983 1 457 888
2 500 12 072 1 456 924
–7 5 1 15
Totaal
16 595
16 562
16 573
16 644
16 663
16 697
16 680
16 753
16 845
16 952
3
Verstrekt krediet Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
105 514 26 188
86 510 29 183
93 542 32 200
94 542 27 188
93 551 25 218
94 485 24 214
124 574 31 282
92 527 27 230
96 600 28 224
105 620 27 227
0 3 36 4
Totaal
833
807
866
851
887
817
1 011
875
948
979
4
19 89 10 9
17 89 10 9
17 88 10 8
18 88 10 9
17 92 10 9
16 88 10 9
19 89 10 9
17 91 10 10
19 92 10 10
19 91 10 10
–7 4 –10 23
Totaal
127
125
123
124
128
123
126
128
130
131
2
Aflossingen Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
149 643 35 166
123 558 33 206
132 576 35 175
137 571 33 214
121 608 38 214
118 565 36 237
143 599 37 286
113 552 35 210
133 603 39 197
139 643 36 229
–5 7 –11 5
Totaal
993
921
919
955
981
957
1 065
911
971
1 047
4
Debiteurensaldo per ultimo periode Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
2 609 11 657 1 444 852
2 589 11 698 1 450 837
2 567 11 752 1 455 870
2 541 11 811 1 459 853
2 530 11 845 1 455 867
2 522 11 853 1 453 853
2 522 11 917 1 455 858
2 518 11 983 1 457 888
2 500 12 072 1 456 924
2 486 12 140 1 456 932
–8 5 1 16
Totaal
16 562
16 573
16 644
16 663
16 697
16 680
16 753
16 845
16 952
17 015
3
Kredietvergoeding Aflopend krediet Doorlopend krediet Spaar-/leenkrediet Creditcard krediet
1) 2)
Stroomgrootheden: De procentuele groei van de laatste twaalf maanden t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder. Standen: De procentuele groei van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand een jaar eerder. Cijfers zijn herberekend op basis van de definitieve jaarcijfers 2002.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
19
Tabel 2.5 Nieuw ingeschreven hypotheken op onroerende goederen Trend 1)
2003 febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt. %
Aantal hypotheken naar onderpand Woonhuizen
36 075
39 813
43 904
49 158
44 059
49 134
43 432
48 899
52 214
5
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
11 352 3 455 15 509 3 961 482 1 316
12 067 3 648 17 508 4 453 559 1 578
13 249 4 247 18 964 5 075 596 1 773
14 428 4 590 21 802 5 632 673 2 033
12 424 4 014 19 766 5 200 572 2 083
14 657 4 490 21 480 5 686 704 2 117
13 262 3 670 18 940 5 232 605 1 723
14 877 4 369 21 451 5 563 693 1 946
15 539 4 686 23 259 5 561 730 2 439
2 –19 2 64 4 36
Combinaties woonhuis/bedrijfspand
1 036
1 010
1 133
1 257
1 120
1 177
979
1 212
1 223
6
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
424 48 438 77 42 7
392 52 452 68 37 9
468 56 483 76 43 7
475 63 576 92 41 10
427 67 512 69 36 9
479 53 504 99 34 8
357 47 451 85 32 7
480 56 538 92 37 9
469 61 552 90 39 12
–6 –8 18 44 –1 9
Bedrijfspanden
965
912
1 009
1 039
973
1 117
846
1 003
1 089
–1
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
341 42 434 94 37 17
333 37 399 91 32 20
350 37 484 90 38 10
370 37 473 93 53 13
313 41 466 86 48 19
381 44 533 96 45 18
313 42 397 58 26 10
368 33 458 96 31 17
385 26 517 107 49 5
–9 –8 4 21 3 –13
Bouwgrond en landelijke eigendommen
760
789
840
812
784
801
637
607
745
–19
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
332 43 269 67 39 10
364 50 258 76 32 9
379 44 325 66 19 7
384 41 292 60 28 7
325 39 298 73 37 12
331 58 309 60 31 12
321 36 204 53 16 7
280 33 217 53 16 8
318 39 291 69 22 6
–23 –37 –17 33 –16 –25
mln euro
%
Ingeschreven hypotheekbedragen naar onderpand Woonhuizen
6 601
7 112
7 832
8 731
7 855
9 351
8 021
9 097
9 780
11
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
2 338 590 2 697 665 79 232
2 262 606 3 136 719 88 303
2 466 696 3 396 872 92 309
2 682 753 3 802 1 019 120 356
2 418 631 3 405 894 85 424
3 159 745 3 932 1 010 117 386
2 571 627 3 420 977 92 336
2 941 750 3 922 1 021 111 351
3 080 800 4 313 1 036 120 431
9 –15 6 103 14 28
Combinaties woonhuis/bedrijfspand
612
1 731
671
738
557
809
1 429
765
761
47
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
217 42 208 51 47 47
195 25 296 86 19 1 111
323 67 220 46 14 2
288 31 336 42 10 31
227 40 252 28 7 3
363 16 266 71 8 85
203 29 280 32 17 868
260 18 277 68 10 132
255 21 338 102 22 22
3 –3 13 60 29 966
Bedrijfspanden
2 748
2 428
1 507
1 427
1 596
2 854
4 534
4 571
1 956
27
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
293 116 680 1 005 18 636
323 65 673 166 18 1 182
388 40 614 299 20 148
392 38 698 169 41 90
350 42 679 192 78 257
430 21 941 189 490 783
346 117 2 215 173 49 1 635
604 21 805 78 21 3 041
428 15 1 030 279 64 140
–11 –52 –10 93 60 223
Bouwgrond en landelijke eigendommen
745
568
590
528
467
489
424
341
409
–17
w.v. genomen door: hypotheekbanken en bouwfondsen verzekeraars, spaarkassen en pensioenfondsen banken andere rechtspersonen particulieren buitenland
202 11 120 61 23 327
265 12 191 73 26 2
207 14 291 59 17 2
182 13 261 45 26 2
164 14 148 79 47 15
190 17 231 37 11 2
179 11 175 44 7 9
171 9 122 20 7 11
151 11 184 35 27 1
–19 –40 –8 –17 –29 –31
1)
De procentuele groei van de laatste twaalf maanden t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder.
Bron: Kadaster.
20
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 2.6 Regionale spreiding van de nieuw ingeschreven woninghypotheken 1) Trend 2)
Aantal ingeschreven hypotheken Ingeschreven hypotheekbedragen 2003 aug.
2003 sept.
okt.
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
mln euro Groningen Oost-Groningen Delfzijl e.o. overig Groningen
%
464 151 952
512 184 1 032
593 188 1 170
57 16 134
72 15 157
60 13 132
67 16 143
56 17 130
65 21 147
75 21 166
22 14 10
1 567
1 728
1 951
207
245
205
226
203
233
261
13
987 292 639
1 111 328 671
1 161 336 660
129 43 89
133 49 88
131 43 86
156 51 97
136 44 102
150 49 104
160 56 107
20 14 13
1 918
2 110
2 157
261
270
260
304
281
303
323
17
496 536 296
599 587 370
627 611 431
65 76 55
91 82 54
73 79 50
83 84 56
74 79 44
95 81 53
94 84 67
7 17 12
1 328
1 556
1 669
197
227
203
223
197
229
246
11
772 409 1 534
899 425 1 732
1 037 428 1 894
145 65 250
176 86 281
140 68 236
148 79 268
122 76 236
140 74 260
174 72 294
22 23 15
2 715
3 056
3 359
461
543
444
495
435
474
540
18
1 496 985 1 719 533
1 853 1 070 1 912 571
1 948 1 151 2 130 660
294 153 316 77
323 157 344 105
293 151 299 107
344 188 391 134
274 163 316 104
341 181 359 107
366 202 397 133
18 17 20 22
totaal
4 733
5 406
5 889
841
929
850
1 057
858
988
1 098
19
Utrecht
3 000
3 337
3 603
552
610
569
641
623
695
750
9
Noord-Holland Kop van Noord-Holland Alkmaar e.o. IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek
1 238 638 496 584 400 2 247 641
1 250 725 514 694 428 2 566 594
1 278 819 548 669 499 2 826 759
171 121 74 108 63 435 132
181 128 92 126 66 469 160
158 118 80 104 60 440 142
192 119 92 122 59 503 141
185 113 86 121 64 466 150
193 129 97 151 72 559 145
194 141 101 139 92 613 186
16 11 18 6 5 5 0
6 244
6 771
7 398
1 104
1 222
1 103
1 228
1 184
1 345
1 464
7
927 1 991 488 717 3 272 1 100
1 078 2 278 521 811 3 787 1 246
1 082 2 494 525 876 4 181 1 271
168 373 98 118 509 160
214 402 84 143 566 199
204 406 80 128 539 157
209 428 89 143 608 206
192 361 102 126 564 181
230 443 107 145 650 209
226 485 103 160 703 218
18 9 20 10 12 18
8 495
9 721
10 429
1 427
1 608
1 513
1 683
1 525
1 784
1 896
13
283 807
339 773
319 830
37 110
47 121
35 96
43 123
40 124
47 121
43 129
23 27
1 090
1 112
1 149
147
168
131
166
164
168
172
26
1 669 1 184 1 398 1 797
1 960 1 354 1 764 2 148
1 927 1 300 1 864 2 224
276 196 276 338
322 235 312 413
285 210 280 343
340 265 328 416
295 218 272 341
333 242 337 409
338 235 350 415
21 21 15 22
6 048
7 226
7 315
1 086
1 282
1 118
1 349
1 126
1 320
1 338
20
689 607 1 659
768 701 1 825
799 705 1 818
111 95 225
124 106 265
113 86 224
138 115 293
119 101 260
128 118 285
136 114 282
15 24 17
totaal
2 955
3 294
3 322
431
496
423
546
480
531
532
18
Flevoland
1 365
1 425
1 548
226
236
228
262
222
238
255
11
Gespreide ligging van de onderpanden
1 188
1 240
1 293
447
448
394
436
387
424
418
6
42 646
47 982
51 082
7 386
8 283
7 439
8 615
7 686
8 730
9 294
14
totaal Friesland Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland totaal Drenthe Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe totaal Overijssel Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente totaal Gelderland Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland
totaal Zuid-Holland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ‘ s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland totaal Zeeland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland totaal Noord-Brabant West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant totaal Limburg Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg
Totaal 1) 2)
Hypotheken op woonhuizen ten laste van particulieren. De procentuele groei van de laatste twaalf maanden t.o.v.dezelfde periode een jaar eerder.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
21
Geldmarkt Tabel 3.1 Rentetarieven op de geldmarkt 1) 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
% Officiële rentetarieven per ultimo Reporente ECB Marginale beleningsrente ECB Depositorente ECB
2,50 3,50 1,50
2,50 3,50 1,50
2,50 3,50 1,50
2,00 3,00 1,00
2,00 3,00 1,00
2,00 3,00 1,00
2,00 3,00 1,00
2,00 3,00 1,00
2,00 3,00 1,00
Wettelijke rente 2) Heffings- en invorderingsrente bij belasting 3) Rente op studieleningen 4)
7,00 3,25 3,73
7,00 3,10 3,73
7,00 3,10 3,73
7,00 3,10 3,73
7,00 2,50 3,73
5,00 2,50 3,73
5,00 2,50 3,73
5,00 2,00 3,73
5,00 2,00 3,73
2,75
2,56
2,56
2,21
2,08
2,10
2,02
2,01
1,97
Euribor eenmaands driemaands zesmaands twaalfmaands
2,60 2,53 2,45 2,41
2,58 2,53 2,47 2,45
2,52 2,40 2,31 2,25
2,18 2,15 2,08 2,01
2,13 2,13 2,09 2,08
2,12 2,14 2,17 2,28
2,13 2,15 2,18 2,26
2,10 2,14 2,17 2,30
2,09 2,16 2,22 2,41
Kasgeldleningen overheid 5) eenweeks eenmaands tweemaands driemaands zesmaands negenmaands twaalfmaands
2,65 2,59 2,54 2,51 2,43 2,41 2,40
2,57 2,57 2,54 2,51 2,45 2,43 2,43
2,60 2,53 2,44 2,41 2,31 2,26 2,25
2,21 2,18 2,16 2,15 2,08 2,01 2,01
2,12 2,13 2,13 2,13 2,09 2,07 2,07
2,10 2,12 2,13 2,14 2,17 2,25 2,27
2,10 2,12 2,14 2,15 2,18 2,23 2,25
2,08 2,10 2,12 2,14 2,17 2,28 2,30
2,06 2,08 2,16 2,16 2,23 2,37 2,40
Kasgeldleningen overigen 5) eenweeks eenmaands tweemaands driemaands zesmaands negenmaands twaalfmaands
2,79 2,69 2,64 2,61 2,53 2,51 2,50
2,71 2,67 2,64 2,61 2,55 2,53 2,53
2,75 2,63 2,54 2,51 2,41 2,36 2,35
2,36 2,28 2,26 2,25 2,18 2,11 2,11
2,26 2,23 2,23 2,23 2,19 2,17 2,17
2,25 2,22 2,23 2,24 2,27 2,35 2,37
2,25 2,22 2,24 2,25 2,28 2,33 2,35
2,22 2,20 2,22 2,24 2,27 2,38 2,40
2,20 2,18 2,26 2,26 2,33 2,47 2,50
Driemaands Euro-dollardeposito’s
1,19
1,21
1,20
1,02
1,04
1,05
1,06
1,08
1,08
Geldmarktrente Daggeld Termijngelden zonder onderpand
1) 2) 3) 4) 5)
Maandgemiddelden, tenzij anders aangegeven. Vastgesteld door het Ministerie van Justitie. Vastgesteld door het Ministerie van Financiën. Geldig voor studieleningen verstrekt na 1 januari 1992. Vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Ontleend aan de adviesprijzen van de Vereniging van bemiddelaars in onderhandse leningen, gepubliceerd door Prebon Yamane (Nederland).
Bron: De Nederlandsche Bank NV.
Tabel 3.2 Korte rente op de buitenlandse markten 2003 febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
% Australië Canada Denemarken
4,75 2,91 2,79
4,76 3,20 2,63
4,79 3,29 2,63
4,78 3,32 2,49
4,67 3,21 2,14
4,72 2,99 2,11
4,82 . 2,14
4,91 . 2,14
. . 2,15
Japan Noorwegen Polen
0,04 5,69 .
0,05 5,49 5,71
0,04 5,26 5,70
0,03 4,92 .
0,04 4,04 5,11
0,04 3,45 5,02
0,04 3,14 .
0,04 2,81 4,99
. 2,86 .
Tsjechie Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk
2,45 1,27 3,69
2,39 1,23 3,58
2,45 1,24 3,58
2,45 1,22 3,57
2,33 1,04 3,57
2,25 1,05 3,42
2,06 1,08 3,45
2,06 1,08 3,63
2,06 1,10 3,73
Zuid Korea Zweden Zwitserland
4,50 3,61 0,48
4,80 3,41 0,21
4,60 3,42 0,21
4,40 3,18 0,18
4,30 2,81 0,20
4,20 2,68 0,19
3,90 2,71 0,17
3,80 2,71 0,16
. 2,73 .
Euro-zone
2,69
2,53
2,54
2,41
2,15
2,13
2,14
2,15
2,14
Bron: OECD.
22
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 3.3 Wisselkoersen en goudprijs Land
Valuta
Trend 1)
2003 april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
per 1 euro
%
Courante valuta 2) Australië Canada Denemarken Engeland
Dollar Dollar Kroon Pond
1,78 1,59 7,43 0,69
1,79 1,60 7,42 0,71
1,76 1,58 7,42 0,70
1,72 1,57 7,43 0,70
1,71 1,56 7,43 0,70
1,70 1,53 7,43 0,70
1,69 1,55 7,43 0,70
1,63 1,54 7,44 0,69
–8 –2 0 9
Estland Hongarije Hongkong
Kroon Florint Dollar
15,65 245,59 8,46
15,65 245,79 9,03
15,65 261,21 9,10
15,65 263,73 8,87
15,65 259,56 8,69
15,65 255,46 8,74
15,65 255,64 9,05
15,65 259,31 9,06
0 9 16
Japan Nieuw-Zeeland Noorwegen Polen
Yen Dollar Kroon Zloty
130,12 1,97 7,83 4,30
135,83 2,01 7,87 4,33
138,05 2,01 8,16 4,43
134,99 1,94 8,29 4,44
132,38 1,91 8,26 4,37
128,94 1,92 8,20 4,46
128,12 1,94 8,22 4,60
127,85 1,86 8,20 4,62
5 –8 12 17
Slovenië Tsjechië Verenigde Staten Zuid-Afrika
Tolar Kroon Dollar Rand
232,31 31,62 1,08 8,32
232,99 31,39 1,16 8,91
233,64 31,43 1,17 9,24
234,42 31,84 1,14 8,58
235,00 32,29 1,11 8,24
224,73 32,35 1,12 8,21
235,67 31,99 1,17 8,15
236,14 31,97 1,17 7,88
3 4 17 –18
Zweden Zwitserland
Kroon Frank
9,15 1,50
9,16 1,52
9,13 1,54
9,18 1,55
9,24 1,54
9,07 1,55
9,10 1,55
8,99 1,56
–1 6
Bahrayn Cyprus Egypte Filipijnen
Dinar Pond Pond Peso
0,40 0,59 6,64 60,61
0,40 0,59 7,28 64,10
0,40 0,59 7,28 62,31
0,40 0,59 7,28 64,10
0,40 0,59 7,05 62,31
0,40 0,59 7,28 64,10
0,40 0,59 7,52 66,01
0,40 0,59 7,78 67,80
0 3 64 11
IJsland India Indonesië 4) Israël
Kroon Rupee Rupiah Shekel
84,34 51,86 84,75 5,43
87,02 54,80 84,75 5,43
89,89 52,34 84,75 5,43
89,02 51,97 101,01 5,43
89,36 50,76 94,34 5,19
90,24 53,42 98,04 5,43
90,24 54,20 101,52 5,70
91,30 55,77 103,63 5,70
3 26 18 24
Kenia Kuwayt Malawi Malaysia
Shilling Dinar Kwacha Ringgit
86,58 0,33 31,48 3,90
89,69 0,36 31,48 4,12
89,69 0,35 31,48 4,12
89,69 0,35 31,48 4,12
86,58 0,33 31,48 4,12
93,46 0,34 31,48 4,12
97,56 0,35 31,48 4,12
93,46 0,36 31,48 4,12
–15 17 0 12
Malta Marokko Mexico Ned. Antillen
Lira Dirham Peso Gulden
0,43 10,89 11,73 1,97
0,43 11,06 13,11 2,11
0,43 10,89 13,11 2,04
0,43 10,69 12,38 2,05
0,43 10,69 12,38 1,94
0,43 10,79 13,11 2,04
0,43 10,79 13,93 2,09
0,43 10,85 13,93 2,13
4 8 34 19
Oman Pakistan Qatar Saudi-Arabië
Rial Rupee Riyal Riyal
0,43 44,05 3,99 4,23
0,46 44,05 4,47 4,52
0,45 44,05 4,47 4,43
0,45 44,05 4,30 4,40
0,42 44,05 4,06 4,17
0,45 44,05 4,22 4,38
0,46 44,05 4,38 4,49
0,47 44,05 4,47 4,58
17 0 17 22
Singapore Sri Lanka Thailand Tunesië
Dollar Rupee Baht Dinar
1,97 90,50 47,62 1,46
2,05 90,50 49,98 1,51
2,03 90,50 49,98 1,51
2,03 90,50 48,54 1,49
1,92 98,52 45,43 1,46
1,99 98,52 46,47 1,48
2,05 98,52 47,47 1,50
2,07 98,52 48,26 1,52
17 –11 10 8
Ver. Arabische Emiraten Zimbabwe
Dirham Dollar
4,14 36,73
4,47 36,73
4,30 36,73
4,30 36,73
4,07 36,73
4,30 36,73
4,38 36,73
4,47 36,73
22 0
10,07
10,02
10,12
10,57
11,06
10,61
10,91
4
Incourante valuta 3)
euro Goud 5) 1) 2) 3) 4) 5)
9,93
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar. Maandgemiddelden, gebaseerd op informatieve wisselkoersen zoals die door De Nederlandsche Bank dagelijks om 14.15 uur worden vastgesteld (middenkoersen). Informatie(midden)koersen geldend ultimo van de maand, gebaseerd op gegevens van het GWK. Notering per 1 eurocent 1 gram fijn. Laatprijs, dagelijks vastgesteld om ca. 14.00 uur; biedprijs is 0,32 euro lager; bron: Engeldhard Clal Drijfhout Edelmetaalbedrijven NV.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
23
Kapitaalmarkt Tabel 4.1 Rente op de kapitaalmarkt 1) 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
3,72
3,83
3,51
3,31
3,64
3,87
3,87
3,93
4,06
3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar
2,69 2,98 3,2 3,33 3,54
2,78 3,07 3,31 3,43 3,67
2,45 2,72 2,97 3,08 3,37
2,25 2,52 2,72 2,85 3,15
2,51 2,82 3,07 3,27 3,53
2,89 3,18 3,43 3,64 3,82
2,79 3,13 3,41 3,62 3,81
2,86 3,20 3,50 3,67 3,86
3,01 3,33 3,64 3,81 4,01
7 tot 8 jaar 8 tot 9 jaar 9 tot 10 jaar 10 tot 11 jaar
3,73 3,89 4,01 4,11
3,84 4,01 4,13 4,22
3,49 3,67 3,79 3,90
3,27 3,45 3,60 3,71
3,68 3,84 3,97 3,95
3,98 4,09 4,18 .
3,99 4,11 4,20 .
4,05 4,17 4,26 .
4,19 4,31 4,40 .
19 tot 20 jaar 24 tot 25 jaar
4,67 4,77
4,77 4,87
4,50 4,63
4,37 4,52
4,65 4,81
4,69 4,84
4,75 4,89
4,79 4,94
4,87 5,01
3 tot 5 jaar 5 tot 8 jaar 3 tot 8 jaar
3,09 3,54 3,36
3,19 3,65 3,47
2,84 3,31 3,12
2,62 3,09 2,90
2,95 3,49 3,28
3,30 3,81 3,61
3,27 3,81 3,59
3,35 3,86 3,66
3,48 4,00 3,79
Vijf langste staatsleningen 3) Nieuwste 10-jarige staatslening Eeuwigdurende staatsleningen
4,25 4,11 4,89
4,36 4,22 5,02
4,05 3,90 4,87
3,87 3,71 4,67
4,17 4,03 4,77
4,30 4,18 4,85
4,33 4,20 4,93
4,38 4,26 4,91
4,50 4,40 4,87
Gewone obligaties t.l.v. banken Pand- en bankbrieven Kapitaalobligaties
3,96 3,97 4,44
3,97 4,08 4,44
3,63 3,65 3,97
3,41 3,40 3,71
3,70 3,63 3,99
3,98 3,98 4,22
3,95 3,93 4,16
4,05 4,02 4,17
4,16 4,11 4,28
Nieuw ingeschreven gewone hypotheken op onroerende goederen
4,52
4,48
4,51
4,39
4,26
4,28
4,35
4,42
.
Eerste hypotheken op woonhuizen (ultimo) 4) laagste hoogste
4,4 5,8
4,40 5,80
4,10 4,60
3,90 4,40
4,10 5,15
4,10 5,15
4,10 5,15
4,40 5,15
4,50 5,15
Lagere overheid 5 jaar fixe 7 jaar fixe 10 jaar fixe 12 jaar fixe 15 jaar fixe
3,44 3,83 4,24 4,42 4,62
3,58 3,96 4,36 4,54 4,73
3,29 3,66 4,09 4,26 4,48
2,99 3,41 3,86 4,07 4,32
3,31 3,72 4,15 4,35 4,59
3,65 3,99 4,34 4,50 4,69
3,63 4,00 4,37 4,54 4,74
3,70 4,07 4,43 4,60 4,80
3,86 4,23 4,57 4,72 4,90
Semi-overheid 5 jaar fixe 7 jaar fixe 10 jaar fixe 12 jaar fixe 15 jaar fixe
3,92 4,36 4,87 . .
4,06 4,49 4,99 . .
3,95 4,32 4,87 . .
3,68 4,10 4,67 . .
3,96 4,40 4,92 . .
4,26 4,62 5,07 . .
4,31 4,67 5,14 . .
4,38 4,73 5,20 . .
4,53 4,88 5,32 . .
Openbare kapitaalmarkt
% Effectief rendement obligatieleningen 2) Aflosbare staatsleningen w.v. naar gemiddeld resterende looptijd: 2 tot 3 tot 4 tot 5 tot 6 tot
Onderhandse kapitaalmarkt
Hypothecaire leningen
Onderhandse leningen 5)
1) 2) 3) 4)
5)
Maand- c.q. jaargemiddelden. Met ingang van 14 januari 2002 gebaseerd op de slotkoersen i.p.v. de koersen tot 13.30 uur. Het rekenkundig gemiddelde van het effectief rendement van de vijf staatsleningen met de langste gemiddeld resterende looptijd, gewogen met het uitstaande bedrag van de lening; gemiddeld resterende looptijd in november 2003: 12,8 jaar. Laagste en hoogste rentepercentage van gewone hypothecaire leningen, zonder overheidsgarantie van ten hoogste 75% van de executiewaarde, bij eerste afsluiting, op een nieuwbouw eengezinshuis in eigen gebruik, verstrekt door een aantal hypothecaire leningverstrekkende instellingen, w.o. hypotheekbanken, algemene en coöperatief georganiseerde banken, bij een rentevaste periode van vijf jaar. Bron: Prebon Yamane (Nederland).
24
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 4.2 Lange rente op buitenlandse markten 2003 febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
% Lange rente 1) Australië België Canada
5,07 4,00 4,93
5,33 4,07 5,13
5,28 4,27 4,90
4,87 3,95 4,50
5,01 3,74 4,37
5,43 4,04 4,78
5,49 4,22 4,96
5,38 4,24 4,64
. 4,29 4,85
Duitsland Frankrijk Italië
4,00 4,33 4,16
4,00 4,55 4,18
4,20 4,49 4,31
3,80 3,88 4,04
3,60 3,93 4,13
4,00 4,10 4,29
4,10 4,32 4,31
4,20 4,17 4,40
4,20 . .
Japan Nederland Spanje
0,83 3,97 3,45
0,72 4,01 3,46
0,66 4,23 3,68
0,58 3,91 3,34
0,53 3,72 2,99
0,98 4,04 3,36
1,12 4,19 3,53
. 4,21 3,56
. 4,27 3,66
Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk
4,57 4,25
4,71 4,33
4,66 4,47
4,19 4,22
4,35 4,11
5,27 4,40
5,17 4,58
4,73 4,68
5,03 4,89
1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
2,28 2,40 2,64 2,89 3,13
2,27 2,48 2,77 3,05 3,30
2,26 2,49 2,79 3,07 3,32
2,04 2,18 2,43 2,68 2,91
1,94 2,16 2,47 2,75 3,01
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar
3,36 3,56 3,74 3,89 4,02
3,52 3,71 3,88 4,02 4,15
3,54 3,74 3,90 4,04 4,17
3,13 3,33 3,50 3,65 3,78
3,24 3,44 3,61 3,76 3,89
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar
4,13 4,23 4,31 4,38 4,44
4,25 4,34 4,42 4,49 4,53
4,27 4,36 4,44 4,51 4,57
3,89 3,99 4,08 4,15 4,22
4,00 4,10 4,19 4,26 4,33
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
sept.
okt.
nov.
jan.–nov.
Euro-rendement 2)
1) 2)
Bron: OECD. Bron: Eurostat.
Tabel 4.3 Emissies op de Nederlandse kapitaalmarkt via EURONEXT Amsterdam 2002 jaar
2003 jan.–nov.
juli
aug.
mln euro Aandelenmarkt Openbare emisies w.v. door: financiële instellingen 1) beleggingsfondsen vastgoedfondsen overige private sector
7 219
6 693
894
412
65
1 162
480
8 140
– 6 041 379 798
– 5 764 379 550
– 872 22 –
– 410 1 –
– 65 – –
– 1 156 3 4
– 467 13 0
– 7 793 342 5
Onderhandse plaatsing w.v. door: financiële instellingen 1) beleggingsfondsen vastgoedfondsen overige private sector
3 100
3 065
13
8
219
7
0
795
223 114 642 2 121
223 114 642 2 086
0 – – 13
0 – – 8
– – – 219
0 – – 7
– – – 0
485 – – 310
10 319
9 758
907
420
284
1 169
481
8 935
76 379
65 013
12 004
326
11 171
8 973
7 652
91 149
22 950 46 953 102 6 476 373 –
22 950 36 352 102 5 711 373 –
7 536 3 782 – 685 345 –
– 326 – – – –
2 875 8 246 – 50 – –
1 914 7 060 – – – –
2 254 4 601 – 797 100 –
34 235 52 600 – 4 314 445 –
Totaal aandelen Obligatiemarkt Uitgifte van obligaties w.v. door: overheid financiële instellingen w.o. converteerbare obligaties overige private sector w.o. converteerbare obligaties buitenland Uitgifte van pand-, bank- en spaarbrieven Totaal obligaties 1)
930
930
4
45
–
133
–
336
77 309
65 943
12 008
370
11 171
9 106
7 652
91 486
Excl. beleggingsfondsen en vastgoedfondsen.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
25
Tabel 4.4 Nominatieve opgave van openbare emissies op de Nederlandse kapitaalmarkt 1) Datum van inschrijving
Debiteur
Gemiddelde looptijd
Rentetype
jaren
%
Koers van uitgifte
Emissierendement
Totaal gevraagd
Datum van storting
2003
mln euro
Gewone obligaties 14 okt.
Staat der Nederlanden
5,25
2,75
95,68
3,66
1 914
17 okt.
12 nov.
Nederland
9,70
4,25
97,95
4,51
2 254
17 nov.
Euro-obligaties 7 okt. 27 okt. 5 nov.
Rabobank Nederland ABN AMRO Bouwfonds Ned. Gem. Rabobank Nederland
4,00 10,00 3,10
2,26 4,63 2,63
100,00 99,88 99,68
. 4,64 .
500 749
9 okt. 28 okt.
10 nov. 19 nov. 18 nov.
NWB Wolters-Kluwer ABN AMRO Bank
3,50 10,20 10,20
3,25 5,13 4,75
101,37 99,62 99,80
3,03 . 4,77
127 697 998
12 nov. 19 nov. 20 nov.
Monatery 2003-I Monatery 2003-I Monatery 2003-I Monatery 2003-I Monatery 2003-I
37,00 37,00 37,00 37,00 37,00
5,62 3,32 2,62 2,82 2,39
100,00 100,00 100,00 100,00 100,00
. . . . .
9 10 15 22 742
6 okt. 6 okt. 6 okt. 6 okt. 6 okt.
7 okt. 7 okt. 7 okt. 7 okt. 10 okt.
Holland Mort. Backed Series VII Holland Mort. Backed Series VII Holland Mort. Backed Series VII Holland Mort. Backed Series VII Amstel Amortising Corp. Exp. 2003-I
34,10 34,10 34,10 34,10 8,30
4,64 3,34 2,79 2,38 2,26
100,00 100,00 100,00 100,00 100,00
. . . . .
13 29 54 782 537
9 okt. 9 okt. 9 okt. 9 okt. 10 okt.
22 okt. 22 okt. 22 okt. 22 okt.
E-MAC NL 2003-II E-MAC NL 2003-II E-MAC NL 2003-II E-MAC NL 2003-II
32,00 32,00 32,00 32,00
5,65 3,35 2,80 2,40
100,00 100,00 100,00 100,00
. . . .
5 8 13 474
24 okt. 24 okt. 24 okt. 24 okt.
24 okt. 24 okt. 24 okt. 24 okt. 24 okt. 24 okt. 24 okt.
Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I Amstel Sec. of Cont. Obl. 2003-I
9,10 9,10 9,10 9,10 9,10 9,10 9,10
5,41 4,25 9,91 3,81 3,11 2,71 2,36
100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00
. . . . . . .
11 20 33 35 57 120 500
28 okt. 28 okt. 28 okt. 28 okt. 28 okt. 28 okt. 28 okt.
28 okt. 28 okt. 28 okt.
Stichting Eleven Cities No.2 Stichting Eleven Cities No.2 Stichting Eleven Cities No.2
68,00 68,00 68,00
5,70 5,20 2,40
100,00 99,96 100,00
. . .
7 21 422
28 okt. 28 okt. 28 okt.
19 nov. 19 nov. 19 nov. 19 nov.
SEACURE 3 SEACURE 3 SEACURE 3 SEACURE 3
67,00 67,00 67,00 48,00
4,31 3,31 2,73 2,54
100,00 100,00 100,00 100,00
. . . .
7 12 30 1 151
19 nov. 19 nov. 19 nov. 19 nov.
21 nov. 21 nov. 21 nov. 21 nov. 21 nov. 21 nov. 21 nov.
Provide Provide Provide Provide Provide Provide Provide
39,80 39,80 39,80 39,80 39,80 39,80 39,80
2,49 5,66 8,41 2,96 3,91 2,76 2,49
100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00
. . . . . . .
1 9 11 14 15 36 50
26 nov. 26 nov. 26 nov. 26 nov. 26 nov. 26 nov. 26 nov.
24 nov. 24 nov. 24 nov.
Colonnade Securities Colonnade Securities Colonnade Securities
11,50 15,00 11,50
4,38 4,75 4,13
97,25 98,35 96,95
4,69 4,91 4,53
24 25 44
27 nov. 27 nov. 27 nov.
2,00 2,00
12,25 12,00
100,00 102,00
. .
10 51
21 okt. 14 nov.
9,80
4,20
100,65
.
126
19 nov.
0,08 1,00
0,00 0,00
. .
. .
5 10
27 okt. 14 nov.
. 3,00 3,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00
101,25 101,50 101,50 100,00
. . . .
253 25 25 10
5 nov. 14 nov. 14 nov. 17 nov.
13
18 nov.
Asset Backed Securities 6 okt. 6 okt. 6 okt. 6 okt. 6 okt.
Orange 2003-I Orange 2003-I Orange 2003-I Orange 2003-I Orange 2003-I Orange 2003-I Orange 2003-I
Reverse convertible bonds 21 okt. 23 okt.
NIB Capital Bank ABN AMRO Bank
Floating Rate Notes 3 nov.
ABN AMRO Bank
Commercial Paper 27 okt. 14 nov.
Rabobank Nederland Rabobank Nederland
Overige obligaties 6 okt. 20 okt. 20 okt. 27 okt.
ABN AMRO Bank Rabo Securities Rabo Securities Rabo Securities
euro Aandelen 3 nov. 1)
Middle Europe Real Estate
20,00
Inclusief het deel dat eventueel in het buitenland werd geplaatst.
26
Centraal Bureau voor de Statistiek
Effectenbeurs Tabel 5.1 Koerswaarde en omzet van aandelen op de EURONEXT Amsterdam Trend 1)
2003 april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
mld euro
%
Koerswaarde Officiële Markt (ultimo) Delfstoffenwinning
76,9
80,7
84,9
81,9
84,7
78,6
79,5
78,1
–16
Industrie consumentengoederen kapitaalgoederen basisgoederen
50,0 29,7 11,0
45,6 30,1 11,4
44,5 30,1 11,8
47,3 34,8 13,2
49,4 41,2 14,3
47,7 35,9 13,4
47,8 42,6 13,5
48,4 44,0 14,1
–11 12 –6
Bouwnijverheid en installatie Transport, opslag en communicatie Niet-financiële dienstverlening Handel
2,2 24,1 24,1 8,4
2,2 24,8 23,8 11,0
2,3 25,8 25,1 11,9
2,5 26,5 26,9 11,7
2,5 27,5 28,0 13,6
1,8 27,7 26,3 13,2
1,8 29,6 28,2 12,4
1,8 29,4 28,8 11,0
–14 –5 –5 –40
Banken/financiële dienstverlening Verzekeraars Beleggingsfondsen Vastgoedfondsen Overige fondsen
25,1 61,5 58,7 11,6 15,2
27,2 56,8 59,3 12,2 13,8
27,7 62,2 61,6 12,2 14,1
28,3 74,7 63,1 12,1 14,8
27,0 73,4 64,7 12,1 15,6
26,7 66,3 62,4 12,2 13,1
30,6 73,7 65,2 12,2 13,2
31,1 73,9 64,6 12,4 13,1
7 –13 0 0 –18
398,7
399,0
414,1
437,9
453,9
425,1
450,0
450,6
–8
0,1
0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
0,2
0,1
–5
398,8
399,2
414,2
438,0
454,0
425,3
450,2
450,7
–8
41,8
43,5
46,5
45,7
39,5
50,3
51,9
39,3
–4
Totaal Koerswaarde NMAX (ultimo) Alle genoteerde ondernemingen Omzet van aandelen 2) 1) 2)
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar. Omzet van aandelen op EURONEXT Amsterdam via het nieuwe handelsysteem. Dit handelssysteem is eind oktober 2001 in werking getreden.
Tabel 5.2 Tien grootste stijgers en dalers op de aandelenmarkt, november 2003 Stijging 1)
Daling 1)
%
%
Emba Scala Business Solutions Centric KSI Holding Fornix BioScience Univar
82,9 52,5 41,7 28,6 28,0
DNC De Nederlanden Compagnie Prolion van der Moolen Holding Vilenzo International Buhrmann
37,0 20,0 19,8 18,4 17,7
Twentshce Kabel Holding Draka Holding Kon. Frans Maas Holding Porceleijne Fles DPA Holding
25,2 24,5 24,1 23,9 23,3
Ballast Nedam Priority Telecom Magnus VersaTel Telecom International Kendrion
14,8 14,6 14,3 14,1 14,0
1)
De procentuele verandering van de individuele herbeleggingsindex.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
27
Tabel 5.3 CBS-indexcijfers voor aandelen, naar bedrijfstak Gemiddelden
Trend 1)
Ultimo’s
2003
2003
aug.
sept.
okt.
nov.
aug.
sept.
okt.
nov.
ultimo 1983=100
%
CBS-koersindex Consumentengoederenindustrie Kapitaalgoederenindustrie Basisgoederenindustrie Bouwnijverheid en installatie
708,9 350,3 312,0 368,0
725,8 383,2 326,5 369,5
704,3 385,4 306,0 363,6
715,4 416,6 317,0 372,3
722,8 395,0 328,5 373,9
698,1 343,6 306,1 358,7
699,8 407,4 308,2 372,2
709,7 420,9 321,9 370,1
–10 12 –6 14
Transport-, opslag- en communicatie Niet-financiële dienstverlening Handel
201,1 713,1 364,2
207,0 730,0 404,3
210,0 724,4 388,1
214,4 742,0 380,8
201,9 735,2 399,1
203,9 688,2 386,8
217,3 734,1 363,3
216,0 752,6 350,0
8 –4 –35
Banken/financiële dienstverlening Verzekeraars
435,0 607,5
431,5 605,8
445,4 582,5
478,8 609,8
422,0 599,3
417,3 541,6
472,0 600,7
479,4 602,3
4 –14
Algemeen
460,8
470,7
461,2
473,7
470,7
440,0
467,9
470,6
–8
Consumentengoederenindustrie Kapitaalgoederenindustrie Basisgoederenindustrie Bouwnijverheid en installatie
1 268,5 549,8 646,7 834,3
1 300,0 601,4 676,8 837,8
1 262,8 605,0 636,1 824,4
1 291,0 654,1 661,3 844,1
1 293,5 620,0 681,0 847,8
1 250,8 539,3 634,5 813,2
1 262,8 639,7 643,0 843,7
1 280,7 660,8 671,5 839,1
–8 15 –1 23
Transport-, opslag- en communicatie Niet-financiële dienstverlening Handel
348,7 1 147,8 624,1
359,1 1 176,2 693,2
364,3 1 167,2 665,6
372,0 1 195,5 653,2
350,3 1 184,7 684,0
353,7 1 108,9 663,5
376,9 1 182,9 623,2
374,7 1 212,7 600,3
9 –2 –33
Banken/financiële dienstverlening Verzekeraars
1 167,9 1 301,0
1 166,0 1 307,7
1 203,6 1 257,4
1 294,0 1 316,3
1 140,2 1 293,6
1 127,9 1 169,1
1 275,5 1 296,6
1 295,6 1 300,0
10 –10
945,4
967,9
948,7
975,3
967,8
904,9
963,5
968,9
–4
nov.
CBS-herbeleggingsindex
Algemeen 1)
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar (gebaseerd op ultimo-cijfers).
Tabel 5.4 Totaal rendement op aandelen 1), naar bedrijfstak 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
% Consumentengoederenindustrie Kapitaalgoederenindustrie Basisgoederenindustrie Bouwnijverheid en installatie
–25,1 –61,4 –52,3 –39,5
–27,4 –52,7 –43,7 –38,1
–30,8 –48,7 –42,0 –32,9
–26,8 –39,3 –37,0 –31,8
–14,9 –14,1 –16,1 –13,6
–13,2 16,0 –10,9 –2,7
–11,5 41,2 –6,1 11,6
–16,9 34,2 –1,4 16,3
–7,8 14,6 –1,4 22,8
Transport-, opslag- en communicatie Niet-financiële dienstverlening Handel
–15,8 –50,1 –81,4
–7,6 –39,6 –75,4
1,5 –36,5 –62,9
1,2 –28,9 –58,6
16,7 –5,7 –45,6
9,5 –3,5 –37,7
22,3 1,7 –17,5
18,4 –0,2 –25,7
9,2 –1,5 –33,5
Banken/financiële dienstverlening Verzekeraars
–36,4 –64,5
–28,4 –49,6
–16,8 –50,1
–6,5 –45,2
22,0 –9,9
0,5 –14,7
46,8 14,8
25,2 –1,4
10,0 –9,7
Alle aandelen, excl. beleggingsfondsen
–48,5
–40,4
–37,8
–32,2
–9,5
–7,4
6,6
–0,1
–4,3
1)
Berekend als 12-maands mutatie van de herbeleggingsindex.
28
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 5.5 CBS-indexcijfers voor aandelen van beleggings- en vastgoedfondsen Gemiddelden 2003 aug.
Trend 1)
Ultimo’s 2003
sept.
okt.
nov.
aug.
sept.
okt.
nov.
ultimo 1993=100
%
CBS/MoneyView-koersindex voor beleggingsfondsen Algemeen Aandelenfondsen beleggingen in Nederland beleggingen in Europa beleggingen in het Verre Oosten beleggingen in Noord-Amerika beleggingen wereldwijd Obligatiefondsen gewone obligatiefondsen fictief-rendement obligatiefondsen Geldmarktfondsen Gemengde fondsen
121,3 137,8 184,7 180,7 66,8 201,7 136,1
123,4 141,9 188,9 186,9 71,3 204,4 140,0
122,6 140,0 185,1 187,3 72,7 198,7 137,6
123,5 142,2 190,5 193,1 71,9 200,7 139,1
123,8 142,5 189,6 186,2 71,4 208,5 140,8
120,1 134,6 177,8 179,3 69,0 194,0 132,2
123,7 142,3 188,1 192,3 73,9 200,6 139,6
122,9 141,3 190,8 193,9 69,9 198,3 137,9
–2 –3 –5 3 4 –6 –5
133,4 100,8 171,1 115,1 123,4
134,0 101,3 171,5 115,2 124,0
134,0 101,5 170,8 115,3 123,3
133,4 100,8 171,0 115,3 124,1
134,1 101,3 172,1 115,2 123,9
134,9 102,2 172,0 115,7 122,7
133,9 101,4 171,0 115,2 123,9
132,8 100,3 170,5 115,3 124,1
0 0 2 –3 –1
91,6 89,3 117,3 84,4 138,6
92,0 89,8 116,4 85,0 137,8
92,4 89,9 117,0 85,1 140,3
94,0 91,4 120,0 86,4 143,1
91,7 89,4 116,1 84,7 137,5
92,3 90,3 116,3 85,6 136,5
92,3 89,9 117,4 85,0 140,3
95,0 92,6 123,4 87,4 142,7
0 –1 2 –1 6
139,0 156,7 208,8 197,6 73,0 212,3 156,5
141,6 161,5 215,1 204,4 78,0 215,1 160,9
140,6 159,4 210,8 204,8 79,5 209,1 158,2
141,8 161,9 217,0 211,1 78,7 211,3 160,0
142,0 162,2 215,9 203,5 78,1 219,4 161,9
137,8 153,2 202,4 196,0 75,5 204,2 151,9
141,9 162,0 214,2 210,3 80,9 211,2 160,5
141,4 161,0 217,5 212,1 76,5 208,7 158,7
0 –2 –2 4 5 –6 –4
153,6 153,9 171,2 129,3 161,3
154,2 154,6 171,5 129,3 163,4
154,3 155,0 170,9 129,5 162,5
154,0 154,5 171,0 129,4 163,6
154,4 154,6 172,2 129,4 163,2
155,3 156,0 172,0 129,9 161,6
154,2 154,8 171,1 129,3 163,2
153,8 154,4 170,5 129,4 164,0
3 4 2 1 2
193,7 200,1 230,0 194,4 181,0
195,7 201,4 230,0 195,8 186,1
197,6 203,1 231,1 197,5 189,5
202,1 207,8 237,0 202,1 193,1
195,0 200,7 229,4 195,1 185,6
196,3 202,6 229,8 197,2 184,3
198,0 203,6 231,9 198,0 189,5
204,4 210,7 243,8 204,4 192,7
12 12 10 13 11
CBS/SBV-koersindex voor vastgoedfondsen Algemeen Direct Nederland wereldwijd Indirect
CBS/MoneyView-herbeleggingsindex voor beleggingsfondsen Algemeen Aandelenfondsen beleggingen in Nederland beleggingen in Europa beleggingen in het Verre Oosten beleggingen in Noord-Amerika beleggingen wereldwijd Obligatiefondsen gewone obligatiefondsen fictief-rendement obligatiefondsen Geldmarktfondsen Gemengde fondsen CBS/SBV-herbeleggingsindex voor vastgoedfondsen Algemeen Direct Nederland wereldwijd Indirect 1)
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar (gebaseerd op ultimo-cijfers).
Tabel 5.6 Totaal rendement 1) van beleggings- en vastgoedfondsen 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
–27,0 –42,3 –48,4 –43,8 –37,3 –39,2 –42,2
–20,4 –33,6 –40,3 –33,5 –36,6 –30,1 –33,1
–17,8 –30,9 –37,7 –29,3 –35,1 –29,0 –30,6
–8,8 –18,7 –28,2 –18,4 –21,7 –15,1 –17,4
–0,8 –5,8 –10,0 –5,9 –11,0 –3,2 –5,1
1,0 –1,8 –6,9 –0,2 1,8 –3,2 –1,8
6,2 7,6 8,5 11,6 7,9 1,2 6,4
4,4 4,1 2,4 9,9 15,4 –2,5 2,2
0,5 –1,7 –2,1 4,5 5,1 –5,8 –3,9
4,7 5,4 3,4 3,2 –14,8
4,9 5,7 3,4 2,9 –10,3
6,9 7,6 5,2 2,7 –8,5
7,9 8,5 6,6 2,4 –1,5
6,8 7,4 5,6 2,4 2,3
5,2 5,9 4,0 1,7 2,6
4,5 5,5 2,4 2,0 5,4
4,9 5,6 3,4 1,3 4,7
3,4 4,0 2,0 1,0 2,4
1,0 3,9 –0,4 3,7 –15,3
4,3 8,0 3,4 7,8 –15,6
4,5 8,2 7,5 6,9 –14,6
11,9 15,1 13,9 14,2 –6,3
13,4 15,5 8,9 15,9 0,8
14,2 15,5 8,1 16,5 5,2
21,4 23,3 10,2 26,0 9,6
13,2 13,2 5,7 14,4 12,3
12,5 12,5 10,4 12,8 11,4
% Beleggingsfondsen Algemeen Aandelenfondsen beleggingen in Nederland beleggingen in Europa beleggingen in het Verre Oosten beleggingen in Noord-Amerika beleggingen wereldwijd Obligatiefondsen gewone obligatiefondsen fictief-rendement obligatiefondsen Geldmarktfondsen Gemengde fondsen Vastgoedfondsen Algemeen Direct Nederland wereldwijd Indirect 1)
Berekend als 12-maands mutatie van de herbeleggingsindex.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
29
Tabel 5.7 Indexcijfers voor aandelen, bijzondere selecties Basis
Trend 1)
2003 april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
% Koersindex AEX-index 2) CBS-index voor niet-AEX-fondsen Amsterdam Midkap-index 2) CBS MIT-index CBS MITS-index FTSE Eurotop-100 index 2)
2-1-1983=45,38 ultimo 1993=100 2-1-1983=45,38 ultimo 1993=100 ultimo 1993=100 29-12-1989=1006,01
282,6 197,5 266,2 196,9 169,7 1 833,0
280,6 208,3 279,9 199,5 186,1 1 840,9
291,6 218,9 289,4 203,2 192,8 1 897,7
317,5 232,2 303,9 223,9 236,8 1 962,5
329,4 249,7 324,3 254,4 275,9 1 982,3
306,8 246,9 317,9 232,7 240,9 1 903,7
330,2 268,3 340,2 267,3 298,7 2 029,3
332,2 277,8 356,2 271,6 305,5 2 052,1
–8 34 7 13 61 –2
244,5 230,7 186,2
262,6 233,8 204,4
276,6 238,2 211,7
293,4 262,4 260,0
315,8 298,1 303,0
312,4 272,7 264,6
339,7 313,3 328,3
351,6 318,4 335,8
39 14 62
Herbeleggingsindex CBS-index voor niet-AEX-fondsen CBS MIT-index CBS MITS-index 1) 2)
ultimo 1993=100 ultimo 1993=100 ultimo 1993=100
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar. Bron: Euronext Amsterdam.
Tabel 5.8 Indexcijfers van aandelen op buitenlandse markten 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
1995=100 Australië België Canada
141 124 143
147 138 149
147 143 155
148 148 158
153 149 164
156 155 170
155 158 167
160 . 175
Duitsland Frankrijk Italië
93 146 165
103 155 175
107 161 181
115 169 189
121 171 187
125 177 189
128 183 193
128 183 193
Japan Nederland Spanje
58 129 210
57 140 226
59 140 226
64 148 241
69 151 246
70 158 252
75 162 253
. 158 250
Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Euro-zone
154 96 140
163 102 152
171 106 155
181 109 164
181 108 165
181 112 170
186 114 174
189 . 173
Bron: OECD.
Tabel 5.9 Open interest in contracten op de EURONEXT Amsterdam Derivative Markets, ultimo 2003 febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
x 1 000 Opties Aandelenopties Indexopties Warrants Valutaopties
14 877 1 029 176 14
15 612 1 189 176 15
14 279 1 068 176 15
15 062 1 143 176 17
16 025 1 269 127 17
15 289 1 194 126 17
15 712 1 256 125 19
16 285 1 333 168 17
13 133 1 101 167 23
Totaal opties
16 095
16 992
15 538
16 398
17 437
16 626
17 112
17 803
14 424
Indexfutures Stockfutures Valutafutures
36 0 0
43 0 0
43 0 0
45 0 0
48 0 0
47 2 0
46 2 0
47 5 0
42 3 0
Totaal futures
36
44
43
46
48
49
48
52
46
Futures
Bron: EURONEXT Amsterdam
30
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 5.10 Omzet in opties op de EURONEXT Amsterdam Derivative Markets 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
jan.t/m okt.
x 1 000 Aandelenopties Indexopties Warrants Valutaopties
5 733 1 651 4 13
5 084 1 142 1 4
4 802 1 096 0 13
5 249 1 260 49 9
5 044 1 196 1 6
4 709 981 1 7
4 779 1 309 2 11
5 801 1 401 1 15
51 959 12 243 62 89
Totaal
7 401
6 230
5 912
6 567
6 247
5 698
6 100
7 218
64 353
mln euro Aandelenopties Indexopties Warrants Valutaopties
1 401 2 047 1 4
955 1 468 0 1
842 1 274 0 4
845 1 175 13 3
810 1 229 0 1
808 1 068 1 1
794 1 304 1 3
799 1 865 0 4
9 586 14 976 17 24
Totaal
3 452
2 424
2 120
2 035
2 041
1 878
2 101
2 668
24 602
Bron: EURONEXT Amsterdam.
Tabel 5.11 Omzet van futurecontracten op de EURONEXT Amsterdam Derivative Markets 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
jan.t/m okt.
x 1 000 Indexfutures Stockfutures Valutafutures
410 1 0
437 1 0
405 4 0
457 0 0
445 6 0
362 0 0
477 4 0
506 2 0
3 838 16 2
Totaal
412
437
408
457
451
363
482
509
3 856
juli
aug.
sept.
okt.
jan. t/m okt.
Bron: EURONEXT Amsterdam.
Tabel 5.12 Uitgeoefende optierechten op de EURONEXT Amsterdam Derivative Markets 2003 maart
april
mei
juni
x 1 000 Aandelenopties Indexopties Warrants Valutaopties
393 43 0 3
1 003 74 0 0
364 34 0 0
285 32 5 1
711 65 1 0
555 33 0 0
285 35 0 0
1 255 124 0 0
5 601 537 8 6
Totaal
439
1 078
399
323
777
589
321
1 380
6 152
mln euro Aandelenopties Indexopties Warrants Valutaopties
785 1 076 0 35
1 781 2 215 0 2
1 031 825 0 2
563 844 0 11
1 545 1 941 0 3
1 121 974 0 1
563 1 006 0 5
2 341 4 698 0 1
11 358 16 655 0 58
Totaal
1 896
3 998
1 858
1 418
3 489
2 096
1 573
7 040
28 072
Bron: EURONEXT Amsterdam.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
31
Tabel 5.13 Nominale waarde en omzet obligaties op EURONEXT Amsterdam Trend 1)
2003 mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
mld euro
%
Nominale waarde (ultimo) Overheid Financiële instellingen Overige private sektor
162,7 184,5 34,3
172,1 189,2 35,1
174,5 190,1 34,5
174,5 189,4 34,3
177,4 195,9 32,6
179,4 201,1 32,4
181,7 201,8 32,5
7 28 –4
Totaal
381,5
396,4
399,1
398,2
404,9
413,0
416,0
15
21,8
17,8
18,5
11,9
17,8
21,2
17,6
–2
Totaal omzet obligaties 2) 1) 2)
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar. Omzet van obligaties op EURONEXT Amsterdam via het nieuwe handelsysteem. Dit handelssysteem is eind oktober 2001 in werking getreden.
Tabel 5.14 CBS-indexcijfers voor obligaties Gemiddelden 2003 aug.
Trend 1)
Ultimo’s 2003 sept.
okt.
nov.
aug.
sept.
okt.
nov.
ultimo 1983=100
%
CBS-koersindex Kort (3 tot 5 jaar) Middellang (5 tot 8 jaar) Lang (8 tot 10 jaar)
120,4 130,5 136,0
120,5 130,6 135,8
120,2 130,2 135,2
119,6 129,1 133,9
120,3 130,2 135,7
121,7 132,4 137,9
119,9 129,7 134,7
119,3 128,8 133,4
0 1 1
Staatsleningen algemeen vaste looptijd looptijd 0 tot 3 jaar looptijd 3 tot 5 jaar looptijd 5 tot 8 jaar looptijd 8 jaar en langer
422,1 419,5 355,2 398,7 447,9 474,8
423,2 420,6 356,4 400,4 449,4 474,5
423,5 420,8 356,9 400,8 449,4 474,2
422,4 419,8 357,1 400,0 447,4 471,4
422,0 419,4 355,3 398,6 447,4 474,4
428,0 425,3 358,1 405,0 456,2 483,0
422,9 420,3 356,8 400,1 448,6 473,3
422,0 419,4 357,0 399,6 446,8 470,7
4 4 3 4 5 6
Financiële instellingen gewone obligaties achtergestelde obligaties
405,1 508,1
406,2 511,5
407,2 512,7
406,4 511,7
405,0 508,6
409,2 517,8
406,5 511,8
406,4 511,6
5 8
Algemeen
422,4
423,7
424,3
423,4
422,4
427,9
423,7
423,2
5
280,4
282,1
278,6
280,6
280,7
282,4
7
CBS-herbeleggingsindex
ultimo 1993=100 Converteerbare obligaties CBS-koersindex converteerbare obligaties 1)
278,0
279,7
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar (gebaseerd op ultimo-cijfers).
32
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 5.15 Totaal rendement op obligaties 1) 2003 maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
% Staatsleningen algemeen vaste looptijd looptijd 0 tot 3 jaar looptijd 3 tot 5 jaar looptijd 5 tot 8 jaar looptijd 8 jaar en langer
10,99 11,00 6,15 11,10 14,47 16,09
9,93 9,94 5,63 10,00 13,08 14,37
12,11 12,13 6,31 11,60 15,70 18,37
10,39 10,37 5,85 10,22 13,52 14,89
7,66 7,65 4,83 7,70 9,71 10,63
6,38 6,39 4,19 6,29 7,89 8,76
6,05 6,03 4,19 6,13 7,19 8,01
5,28 5,29 3,57 4,88 6,15 7,64
4,46 4,46 3,33 4,36 5,13 5,85
Financiële instellingen gewone obligaties achtergestelde obligaties
10,03 11,74
9,40 11,18
11,17 13,90
10,32 12,54
8,35 10,59
6,94 9,00
6,51 9,15
5,94 8,85
5,20 7,61
Alle obligaties
10,64
9,77
11,84
10,48
8,14
6,75
6,44
5,77
4,96
1)
Berekend als 12-maands mutatie van de herbeleggingsindex.
Tabel 5.16 Beurswaarde van obligaties in de CBS-herbeleggingsindex Trend 1)
2003 april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
mld euro Staatsleningen algemeen vaste looptijd looptijd 0 tot 3 jaar looptijd 3 tot 5 jaar looptijd 5 tot 8 jaar looptijd 8 jaar en langer Financiële instellingen gewone obligaties achtergestelde obligaties Alle obligaties 1)
%
177 177 61 24 38 55
184 184 61 24 39 59
188 188 62 27 39 60
189 189 71 29 44 45
189 189 71 29 44 45
195 195 75 29 45 46
194 194 74 29 46 45
196 196 74 29 46 47
5 5 3 –8 26 0
80 13
82 13
84 13
84 12
83 12
83 13
84 12
84 12
13 0
293
303
309
309
308
315
314
316
7
De procentuele verandering van de laatste maand t.o.v. dezelfde maand van het voorgaande jaar.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
33
Verzekeraars en pensioenfondsen Tabel 6.1 Nieuwe individuele levensverzekeringen 1) Aantal polissen
Verzekerd kapitaal
2003 aug.
2003 sept.
okt.
jan.–okt.
aug.
sept.
okt.
jan.–okt.
Periodieke premiebetaling
x 1 000
Verzekeringen in geld hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen
5,6 1,4 1,2 0,0 23,7 4,0 13,2 0,0
5,9 1,5 1,3 0,0 24,5 2,5 12,2 0,0
6,4 1,5 1,5 0,0 35,0 2,9 12,9 0,0
58,5 14,7 15,9 0,0 289,9 30,0 121,1 1,2
524,2 299,2 66,9 0,0 109,7 94,1 734,1 0,8
552,7 237,6 77,5 0,0 102,2 78,3 770,5 0,0
599,9 247,8 75,0 0,0 133,6 85,4 782,4 0,0
5 562,6 2 806,7 777,2 0,0 1 390,0 855,7 7 737,5 42,4
49,1
47,9
60,2
531,4
1 829,1
1 818,8
1 924,1
19 172,1
11,7 3,5 3,7 0,0 0,0 8,7 0,4 0,1
11,9 3,5 4,1 0,0 0,0 10,0 0,5 0,0
13,3 4,7 4,0 0,0 0,0 13,9 0,5 0,0
108,3 34,5 42,2 0,0 0,0 103,9 4,7 3,9
1 114,6 207,0 107,9 0,0 0,0 319,4 18,8 3,3
1 081,2 208,6 116,3 0,0 0,0 321,6 18,5 0,9
1 249,9 239,3 135,8 0,0 0,0 333,0 26,3 2,6
10 759,8 2 434,7 1 195,9 0,0 0,0 2 729,1 216,7 59,1
28,2
30,2
36,5
298,4
1 771,1
1 747,1
1 986,8
17 395,3
0,0 0,2 2,5 4,2 0,4 0,3 1,0 0,0
0,7 0,2 2,0 3,3 0,5 0,2 0,8 0,0
0,7 0,2 2,2 4,0 0,8 0,3 0,8 0,0
1,5 2,2 43,0 51,5 5,9 3,4 12,8 0,0
0,9 19,6 119,2 325,1 0,7 11,9 59,0 0,1
55,5 11,1 86,5 241,1 1,6 12,9 39,2 0,0
53,1 20,7 96,4 356,4 2,8 17,1 49,4 0,0
115,4 277,7 1 800,6 4 045,4 18,3 124,2 782,7 19,9
8,5
7,8
9,1
120,4
536,6
448,0
596,0
7 184,2
0,1 0,2 1,4 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0
0,1 0,2 1,2 0,1 0,0 0,3 0,0 0,0
0,1 0,2 1,2 0,1 0,0 0,3 0,0 0,0
0,8 1,6 19,3 0,7 0,0 2,9 0,0 0,0
9,9 4,0 22,8 4,5 0,0 9,7 0,0 0,0
11,1 3,7 14,0 4,2 0,0 12,3 0,0 0,0
12,5 3,9 15,8 3,5 0,0 13,4 0,0 0,0
89,3 39,3 244,7 72,2 0,0 123,5 0,0 0,1
2,0
1,8
1,8
25,3
50,9
45,3
49,0
569,1
87,8
87,7
107,6
975,5
4 187,7
4 059,2
4 555,9
44 321,0
totaal Verzekeringen in beleggingseenheden hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal
mln euro
Premiebetaling ineens Verzekeringen in geld hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal Verzekeringen in beleggingseenheden hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal Totale individuele productie 1)
Deze statistiek komt tot stand in samenwerking met het Centrum voor Verzekeringsstatistiek van het Verbond van Verzekeraars.
34
Centraal Bureau voor de Statistiek
Tabel 6.2 Nieuwe individuele levensverzekeringen, premie-inkomsten 1) Premie periodiek
Premie ineens
2003 aug.
2003 sept.
okt.
jan.–okt.
aug.
sept.
okt.
jan.–okt.
Periodieke premiebetaling
mln euro
Verzekeringen in geld hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen
10,1 4,3 1,7 0,0 1,9 3,2 3,9 0,0
10,3 4,7 2,5 0,0 2,0 3,1 4,4 0,0
11,5 5,2 2,0 0,0 3,3 3,0 4,6 0,0
95,6 46,6 22,9 0,0 25,4 30,8 47,2 1,1
6,0 7,6 1,3 0,0 0,1 0,9 3,0 0,0
6,8 6,7 1,4 0,0 0,1 1,0 2,2 0,0
7,1 10,5 1,4 0,0 0,8 0,4 2,3 0,0
56,4 63,8 17,1 0,0 1,3 9,0 7,9 0,2
25,2
26,9
29,5
269,5
18,9
18,1
22,4
155,8
25,7 8,4 5,0 0,0 0,0 10,6 0,4 0,3
26,2 9,2 5,3 0,0 0,0 10,0 0,5 0,2
29,3 9,5 5,6 0,0 0,0 15,2 0,5 0,2
246,4 85,4 59,8 0,0 0,0 114,7 4,1 4,7
16,2 5,0 3,1 0,0 0,0 15,7 0,1 0,1
16,4 5,7 3,1 0,0 0,0 12,6 0,2 0,2
18,7 8,6 3,3 0,0 0,0 17,6 0,2 0,2
146,6 55,0 40,1 0,0 0,0 131,0 1,3 2,5
50,6
51,4
60,5
516,7
40,1
38,3
48,6
376,6
0,1 12,6 56,0 181,4 0,5 7,2 4,2 0,1
7,4 7,5 56,7 144,9 0,9 6,7 3,0 0,0
6,6 16,3 58,9 206,4 1,9 13,2 2,9 0,0
15,3 175,6 1 045,1 2 350,8 18,5 86,0 43,7 4,7
262,1
227,1
306,2
3 739,8
1,6 2,7 19,0 2,9 0,0 7,2 0,0 0,0
1,5 2,6 17,6 4,3 0,0 8,8 0,0 0,0
2,9 2,8 16,9 3,0 0,0 8,7 0,0 0,0
19,5 29,4 259,8 41,0 0,0 88,7 0,0 0,7
33,4
34,8
34,4
439,0
354,5
318,3
411,7
4 711,6
totaal Verzekeringen in beleggingseenheden hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal Premiebetaling ineens Verzekeringen in geld hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal Verzekeringen in beleggingseenheden hypotheek pensioen uitgesteld lijfrente uitgesteld direct ingaande rente levenslang bij overlijden spaarverzekering risicoverzekering overige verzekeringen totaal Totale individuele productie 1)
75,8
78,4
90,0
786,2
Deze statistiek komt tot stand in samenwerking met het Centrum voor Verzekeringsstatistiek van het Verbond van Verzekeraars.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
35
Tabel 6.3 Nieuwe spaarkasinschrijvingen 1) Spaarkasovereenkomst
Verzekeringsovereenkomst
2003
2003
aug.
sept.
okt.
jan.–okt.
aug.
sept.
okt.
jan.–okt.
x 1 000 Aantal contracten Hypotheek Pensioen uitgesteld Lijfrente uitgesteld Ongeclausuleerd
0,0 0,0 0,5 1,3
0,0 0,0 0,4 1,1
0,0 0,0 2,8 4,2
0,0 0,0 8,8 22,1
0,0 0,0 0,5 1,3
0,0 0,0 0,4 1,1
0,0 0,0 2,8 4,2
0,0 0,0 8,8 22,1
Totaal
1,8
1,5
6,9
31,0
1,8
1,5
6,9
31,0
mln euro Ingeschreven bedrag Hypotheek Pensioen uitgesteld Lijfrente uitgesteld Ongeclausuleerd
0,0 0,0 12,2 13,1
0,0 0,0 8,1 10,7
0,0 0,0 10,1 18,9
0,3 0,0 127,0 185,5
Totaal
25,4
18,9
29,1
312,8
Hypotheek Pensioen uitgesteld Lijfrente uitgesteld Ongeclausuleerd
0,0 0,0 0,4 0,6
0,0 0,0 0,3 0,5
0,0 0,0 2,7 2,1
0,0 0,0 6,2 10,6
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,1
0,0 0,0 0,4 0,9
Totaal
1,0
0,9
4,8
16,8
0,1
0,1
0,1
1,3
Hypotheek Pensioen uitgesteld Lijfrente uitgesteld Ongeclausuleerd
0,0 0,0 0,1 0,1
0,0 0,0 0,1 0,2
0,0 0,0 0,2 0,2
0,0 0,0 1,5 1,2
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,2 0,2
Totaal
0,2
0,3
0,4
2,8
0,0
0,0
0,0
0,3
Storting/premie periodiek
Storting/premie ineens
1)
Deze statistiek komt tot stand in samenwerking met het Centrum voor Verzekeringsstatistiek van het Verbond van Verzekeraars.
Tabel 6.4 Rendementsmaatstaven levensverzekeraars 2002
2003
dec.
jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
dec.
4,29 4,59 5,30
4,18 4,55 5,32
3,98 4,29 5,20
3,79 4,04 5,08
3,74 3,90 5,00
3,72 3,86 5,01
3,57 3,82 4,99
3,48 3,77 4,90
3,57 3,79 4,86
3,82 3,86 4,91
3,95 3,87 5,01
4,00 3,95 5,05
% Rendement u Rendement t Rendement s
4,36 4,54 5,30
Bron: Centrum voor Verzekeringsstatistiek CVS.
36
Centraal Bureau voor de Statistiek
In de voorgaande 12 maanden Institutionele beleggers
Banken Banken van grote betekenis in economie
okt. ’00
Sparen en lenen Lage hypotheekrente houdt hypotheekmarkt op peil Spaargeld per huishouden: 24 duizend euro Huishoudens dieper in het rood Inleg bedrijfssparen in 2002 nauwelijks veranderd Minder hypotheken in eerste kwartaal 2003 Meer hypotheken in tweede kwartaal Seizoengecorrigeerde stortingen en terugbetalingen op spaartegoeden
maart ’03 maart ’03 april ’03 mei ’03 juni ’03 sept. ’03 nov. ’03
Institutionele beleggers gematigd positief over vastgoed Slecht jaar voor beleggingsinstellingen Dalende aandelenkoersen zorgen voor afslanking institutionele beleggers Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed
nov. ’02 juli ’03 aug. ’03 nov. ’03
Woningbezit ING Real Estate nieuwe koploper in Vastgoedmarktranglijst Vastgoed 1,2 biljoen euro waard Minder bouwvergunningen voor woningen Ruim eenderde woningen van corporaties
dec. ’02 jan. ’03 jan. ’03 maart ’03
Geldmarkt Overheidsfinanciën Ruime stijging koopkracht werknemers in 2000
mei ’02
Amsterdamse Effectenbeurs 2002 slechtste beursjaar na Tweede Wereldoorlog Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord Damrak 15 procent hoger in tweede kwartaal Kleine en middelgrote fondsen doen het goed op het Damrak In 2002 opnieuw lagere winst voor de financiële beurs-NV’s Reverse convertible obligaties: een groot risico
jan. ’03 april ’03 juli ’03 okt. ’03 okt. ’03 okt. ’03
Verzekeraars Markt voor levensverzekeringen niet gegroeid Verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen in 2001 Waarde aandelen en obligaties gelijk bij verzekeraars en pensioenfondsen
maart ’02 sept. ’02 aug. ’03
Rijk en gemeenten grootste geldschieters op gebied van kunst, cultuurbeheer en -verspreiding, sport en recreatie dec. ’02 Hogere opbrengst gemeentelijke heffingen in 2003 febr. ’03 Vaste activa gemeenten driekwart van totale balanswaarde febr. ’03 Stijging opbrengst waterschapsheffingen 4 procent in 2003 maart ’03 Overheidssaldo Eurozone nadert kritische grens april ’03 Gemeenten zorgen in 2001 voor EMU-tekort lagere overheden van 0,7 miljard euro april ’03 MKZ-crisis beïnvloedt resultaat PBO’s in 2001 april ’03 Investeringen waterschappen voor waterkwaliteitsvoorzieningen fors gestegen in 2001 mei ’03 Gemeenten minder afhankelijk van vreemd vermogen juli ’03 Overheid heeft in 2001 meer aan cultuur uitgegeven aug. ’03 Invloed van premies en uitkeringen op het EMU-saldo sept. ’03 Gezondheidszorg, openbaar vervoer en sociale werkvoorziening favoriet bij samenwerking tussen gemeenten sept. ’03 Vorderingentekort Rijk verder toegenomen in 2002 okt. ’03 Grootste deel lastenverlichting via Zalmsnip nov. ’03 Gemeentelijke uitgaven aan kunst, cultuur, sport en recreatie in 2001 sterk gestegen nov. ’03 Overheidsuitgaven voor wegen en vaarwegen fors hoger nov. ’03 Provincies geven ruim 4 miljard euro uit in 2001 nov. ’03
Pensioenfondsen Diverse onderwerpen Verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen in 2001 VUT-fondsen stabiel van omvang Waarde aandelen en obligaties gelijk bij verzekeraars en pensioenfondsen
Financiële Maandstatistiek 2003/12
sept. ’02 mei ’03 aug. ’03
Waarom voelt de inflatie zo hoog? Prijskaartjes sinds de komst van de euro Meer geld uit de muur Netto resultaat beurs-NV’s opnieuw sterk gedaald
juli ’02 okt. ’02 febr. ’02 juni ’03
37
Trefwoordenregister Aandelen, indexcijfers Aandelen, rendementen AEX-index Bankbrieven Banken, balans Beleggingsfondsen, indexcijfers Beroep op de kapitaalmarkt Besparingen Beursindexcijfers Beursindexcijfers obligaties Beurswaarde aandelen Buitenlandse markten Cardmaatschappijen CBS/MoneyView index CBS/NIB-index CBS/SBV-index CBS/Stroeve-index CBS/MIT(S)-index Consumentenprijsindex Consumptief krediet Daggeldrente Deposito’s Deposito’s, rente op Euro-gulden Dollarkoers Effectenbeurs, omzet Effectief rendement Emissies Euro-rendement Euribor FTSE Eurotop-100 index Financieringsmaatschappijen Geldhoeveelheid Geldmarktrente Goudprijs Heffingsrente belastingdienst Herbeleggingsindex aandelen Herbeleggingsindex obligaties Herbouwkosten van woningen Hypotheekrente Hypotheken Invorderingsrente belastingdienst
38
28 28 30 24 16 29 26 18 28, 29, 30, 33 33 27 22, 25, 30 18, 19 29 30 30 32 30 14 18, 19 22 16, 18 22 23 27 24 25, 26 25 22 30 18, 19 17 22 23 22 28 32 14 24 20, 21 22
Kapitaalmarktberoep Kapitaalmarktrente Koersindex aandelen Koersindex obligaties Koerswaarde aandelen Krediet, consumptief Levensverzekeringen, nieuwe Liquiditeitenmassa M3 Mfi Midkap-index Monetair financiële instellingen, balans Obligatie-emissies Obligaties, indexcijfers Obligaties, rendementen Onderhandse leningen, rente Optiebeurs, omzet Pandbrieven Persoonlijke leningen Polissen levensverzekeringen Postorderbedrijven Prijsindex consumptie Producentenprijzen Prolongatierente Promessedisconto Rendement aandelen Rendement obligaties Repo S-rendement Spaargelden Spaarkassen, nieuwe inschrijvingen Spaarrekeningen Staatsleningen Studieleningen, rente op T-rendement U-rendement Vastgoedfondsen Voorschotrente Vreemde valuta Wettelijke rente Wisselkoersen
25 23 28 32 27 18, 19 34, 35 17 17 16 30 16 25, 26 33 24, 33 24 31 24, 25 18 34 18, 19 14 14 22 22 28 33 17 36 18 36 18 24, 33 22 36 36 29 22 23 22 23
Centraal Bureau voor de Statistiek
Andere CBS-publicaties Statistisch Jaarboek Dit boek bevat cijfers over alle aspecten van de Nederlandse samenleving: bevolking, inkomen, economie, prijzen, financiële markten, milieu en vele andere onderwerpen. Het verschijnt jaarlijks in januari. Jaarlijks, 569 blz., 25,–, incl. StatLine cd-rom. ISSN 0924-2686. Kengetal A-26. Statistisch bulletin Het Statistisch bulletin verschijnt wekelijks met de meest recente uitkomsten van alle statistische onderzoeken van het CBS. Het abonnement omvat tevens het maandelijkse Conjunctuurbericht. Hierin wordt de actuele stand van zaken in de Nederlandse economie met behulp van korte en krachtige analyses en grafische presentaties getoond. Wekelijks, ca. 10 blz., 72,25 per jaar. ISSN 0166-9680. De Nederlandse Economie 2002 Met deze publicatie beoogt het CBS op prettig leesbare wijze een breed en samenhangend overzicht te geven van de economie in Nederland. Behalve financieel-economische ontwikkelingen komen ook de arbeidsmarkt, bevolking, welzijn, milieu en regionale onderwerpen aan de orde. Door Nederland te spiegelen aan het buitenland, wordt bovendien de internationale positie van ons land belicht. Jaarlijks, 236 blz., 13,90. ISBN 903573215 4. Kengetal P-19. Kennis en economie 2002 Met de publicatiereeks Kennis en economie presenteert het CBS statistische gegevens over opbouw en benutting van kennis, en brengt deze in verband met economische prestaties. Tal van aspecten op het gebied van onderwijs en onderzoek komen aan bod. De belangrijkste onderwerpen zijn daarbij het menselijk kennispotentieel (inclusief onderwijs), onderzoeksinspanningen (R&D), kennisdiffusie (R&D-uitbesteding, samenwerking) en de resultaten daarvan (innovaties). In de publicatie Kennis en economie 2002, de zevende uit de reeks, staan de uitkomsten van de R&D- en innovatie-enquête over 1998–2000 centraal. Jaarlijks, 285 blz., 29,20. ISBN: 903577298 0. Kengetal: K-300. Nationale Rekeningen 2002 Deze publicatie geeft een compleet overzicht van de stand en de ontwikkeling van onze economie. Bevat gedetailleerde gegevens over de bedrijfstakken, over groepen producten en over ondernemingen, huishoudens en de overheid. Jaarlijks, 314 blz., 42,55. ISBN 903572708 8. Kengetal P-2.
De Nederlandse conjunctuur Met de in 2000 opgestarte publicatie De Nederlandse conjunctuur wordt op basis van de vele CBS-conjunctuurgegevens een gedetailleerd, samenhangend overzicht gegeven van de recente ontwikkelingen in de Nederlandse economie. De samenhang wordt onder andere bereikt door het gebruik van de uitkomsten van de Kwartaalrekeningen, die een systematische beschrijving van de economie geven. Kwartaal, 34,85 per jaar. ISSN 1566-3191. Kengetal: P-104. Assurantie Jaarboek 2003 Het Assurantie Jaarboek geeft alle statistische informatie die voor de verzekeringsbranche onontbeerlijk is. Verzekeraars, distributie, en de zakelijke-/particuliere markten: demografie, ziekteverzuim, brandschade, sterftekansen, betaalde premies, etc. Het verschijnt jaarlijks in november. Jaarlijks, 162 blz., 51,05. Uitg. Kluwer Bedrijfsinformatie, tel. (0570) 67 33 30. Teletekst Conjunctuurinformatie en de meest recente CBS-persberichten staan op pagina 506 en 507 van NOS-Teletekst. Internet De CBS-website is te bereiken via http://www.cbs.nl. De site bevat statistische kerncijfers over de Nederlandse samenleving. Actuele statistische uitkomsten staan in persberichten die kunnen worden gedownload. StatLine StatLine is de gratis elektronische centrale databank van het CBS. In StatLine vindt u statistische informatie in de vorm van tabellen, teksten en grafieken. Alle resultaten kunt u bekijken, printen of exporteren. StatLine bevat tevens tijdreeksen over vele maatschappelijke en economische onderwerpen, over de regio en de conjunctuur. U kunt StatLine vinden op onze website: http://www.cbs.nl of direct via: http://statline.cbs.nl. StatLine op cd-rom StatLine is tegen geringe kosten ook op cd-rom te bestellen. U kunt StatLine dan op een intranetomgeving plaatsen of gebruiken op een computer zonder internetverbinding. 10 keer per jaar, 87,65 per jaar, 10,75 per exemplaar. Kengetal: A159cd.
De publicaties van het CBS kunnen besteld worden bij de bestelservice van het CBS te Heerlen, fax (045) 570 62 68 of e-mail
[email protected] of via de boekhandel. Alle publicaties zijn ter inzage of kunnen in bruikleen worden verkregen bij de bibliotheek van ons Bureau in beide vestigingen. Tevens is in beide vestigingen een boekwinkel waar alle publicaties tegen contante betaling kunnen worden gekocht.
Financiële Maandstatistiek 2003/12
39