Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009 Verbond van Verzekeraars
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009 Verbond van Verzekeraars
Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 2009. Een verslag dat niet alleen cijfers bevat, maar vooral ook achtergronden en verklaringen bij die cijfers. Dat laatste is van belang om ontwikkelingen te kunnen duiden en op die manier een beeld te schetsen van hoe het gaat in de branche. Dit jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), onder leiding van ir. H.F. Treur. Het CVS voert elk jaar de Enquêtes Financiële Jaarcijfers Leven, Schade & Zorg uit ten behoeve van de leden van het Verbond. In dit verslag zijn cijfers en trends uit die enquêtes weergegeven en geanalyseerd. Het jaar 2009 was het jaar van het herstel voor verzekeraars na de forse verliezen en afname van de solvabiliteit in 2008 door de kredietcrisis. Gevolg van de kredietcrisis was een economische recessie waar vooral levensverzekeraars last van hadden. Hoewel dit jaarverslag een financieel verslag is, kan verminderd vertrouwen uiteindelijk ook leiden tot het wegblijven van klanten in specifieke verzekeringssectoren. Het Verbond van Verzekeraars is mede daarom bezig met een gedragsveranderingstraject voor de sector genaamd ‘VerzekeraarsVernieuwen’. In dit kader introduceert de branche prikkels om klantgericht handelen te stimuleren, worden dossiers die het vertrouwen van de klant kunnen schaden proactief aangepakt en stelt de branche de maatschappelijke waarden en verantwoordelijkheid weer centraal in gedrag en communicatie. Transparantie is daarvan een belangrijk onderdeel. Daarom vindt het Verbond het belangrijk transparantie te bieden over de stand van zaken in de sector aan consumenten en geïnteresseerden uit bijvoorbeeld kabinet, parlement, overheid, toezichthouders, pers en maatschappelijke organisaties. De verzekeringsbranche heeft een belangrijke rol bij het organiseren van solidariteit en het beschermen van klanten tegen onvoorziene omstandigheden. De publieke belangstelling voor de bedrijfstak is traditioneel groot. Deze belangstelling wordt versterkt door actuele discussies over de pensioenleeftijd, hypotheekrenteaftrek, arbeidsongeschiktheid etc., dossiers waarin verzekeraars een belangrijke rol spelen. De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS van het Verbond van Verzekeraars, evenals de portefeuillehouder statistiek van het Verbondsbestuur, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van dit verslag. De commissie CVS bestaat uit de volgende leden: - D. van der Eijk, voorzitter commissie CVS (Eureko/Achmea) - dr. J.F.J. de Munnik (AEGON) - mr. F.J.M. Romijn (ASR) - ing. W.H. Steenpoorte EMIM (REAAL) - R. van het Hof, portefeuillehouder statistiek Verbondsbestuur (Allianz) Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins van dienst is, drs. H.J. Herbert directeur
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
1
Voorwoord
1
Samenvatting
4
Summary
5
Zusammenfassung
6
Resumé
7
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Verantwoording Representativiteit Leeswijzer
2.1 2.2 2.3 2.4
Economische ontwikkelingen De wereldeconomie De Nederlandse economie Beleggingen De verzekeringsmarkt in 2009
10 10 11 11 12
3.1 3.2 3.3 3.4
Levensverzekeringen Algemeen Individueel Productie individueel Collectief
14 14 15 15 18
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Schadeverzekeringen Algemeen Herverzekering Motor Brand Transport Aansprakelijkheid Rechtsbijstand Reis
19 19 20 20 23 25 25 26 27
5.1 5.2 5.3
Zorgverzekeringen Algemeen Ziektekosten Inkomen
28 28 28 29
2
3
4
5
Verklaring begrippen
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
9 9 9 9
30
3
Samenvatting Nadat in 2008 de kredietcrisis toesloeg en uitmondde in een recessie, vond in 2009 economisch herstel plaats. De weg omhoog werd wereldwijd vooral in de tweede helft van 2009 gevonden, maar was in Nederland niet voldoende om een positieve groei van de reële economie over geheel 2009 te bereiken. Niettemin steeg de solvabiliteit van verzekeraars weer, gingen de beurskoersen omhoog en is de uitgangspositie voor verzekeraars aan het begin van 2010 aanzienlijk beter dan het jaar ervoor.
Levensverzekeringen Na het historische dieptepunt van 2008, behaalt de sector Leven in 2009 weer een positief resultaat. Voor een belangrijk deel komt dit door de stijging van de beurskoersen, die op diverse manieren doorwerkt in het resultaat van verzekeraars. De doorwerking van de recessie op de individuele portefeuille zien we terug in het stagneren van de woningmarkt en resulteert waarschijnlijk ook in een afname van het sparen voor de oude dag. Door verandering in de fiscale wetgeving in het verleden neemt de koopsomproductie van direct ingaande lijfrenten eveneens af. De branche heeft ook nog steeds last van reputatieschade als gevolg van de discussie over de beleggingsverzekeringen. Verder spelen de felle concurrentie in de branche en toenemende concurrentie vanuit andere branches een grote rol. Tezamen resulteren deze factoren in een afnemend premievolume bij individuele verzekeringen, terwijl de premieomzet bij de collectieve verzekeringen stabiliseert.
Schadeverzekeringen Ondanks de grote economische schommelingen, ontwikkelen de schadebranches zich relatief rustig. In 2008 was sprake van een terugval in het resultaat, maar dit kwam slechts voor een deel door de kredietcrisis. Het beeld paste goed in de conjunctuurcyclus van schadeverzekeraars, die zich grotendeels onafhankelijk van de macro-economische conjunctuur ontwikkelt. In 2009 stabiliseert het resultaat, maar dit komt voor een deel door de gestegen beleggingsopbrengsten; de netto combined ratio laat een stijging zien. Het premievolume van Schade stijgt licht. Deze stijging vindt vooral plaats bij Brand en Transport. Motor laat een lichte afname van het premievolume zien. In alle branches staan de premies onder druk als gevolg van sterke concurrentie. Hierdoor richten verzekeraars zich op de efficiëntie, wat terug te zien is in dalende bedrijfskosten.
Zorgverzekeringen Het resultaat van ziektekostenverzekeraars is voor het eerst sinds 2006 positief. De introductie van het nieuwe zorgstelsel in 2006 zorgde onder andere voor sterke concurrentie op de premie, waardoor het resultaat aanvankelijk negatief werd. Na premie- en dekkingsaanpassingen door verbeterd inzicht in risico’s sloeg het resultaat in 2009 om. Bij Inkomen zien we de tegenovergestelde ontwikkeling. Het resultaat daalt, maar blijft wel positief. Door het vrijvallen van de schadevoorzieningen van inmiddels niet meer bestaande producten, werd het resultaat in het verleden sterk geflatteerd. Inmiddels worden de gevolgen van de sterke concurrentie en de oplopende schade steeds beter zichtbaar, wat het resultaat drukt.
Resultaat verzekeringsbranche 2009
Totaal Leven
premievolume1 netto comresultaat2 2009 bined ratio 2005 2006 2007 2008 mrd. euro % groei 2009 % verdiende premie t.o.v. 2008 24,3 -8 n.v.t. 11 11 16 -23
2009
6
Totaal Schade - Motor - Brand - Transport - Overige
13,5 4,6 3,9 0,9 4,1
1 -2 5 8 -1
100 103 93 104 101
11 11 13 13 8
10 13 11 9 7
10 11 3 12 14
4 2 2 6 6
3 2 7 0 1
Totaal Zorg
39,1
5
97
15
4
3
2
3
Totaal
76,8
0
n.v.t.
12
8
9
-6
4
1
Premievolume van de directe binnenlandse tekening, de indirecte binnenlandse tekening en de directe buitenlandse tekening. 2 Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van vennootschapsbelasting.
4
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Summary After the credit crunch struck and then developed into a recession in 2008, the economy started to recover by 2009. Globally, things started moving in the right direction again, especially in the second half of 2009, however in the Netherlands this was not sufficient for achieving growth of the real economy over the entire of the year. Nonetheless, the solvability of insurers increased again, stock exchanges started improving, and at the start of 2010 the initial position for insurers was considerably better than the year before.
Life insurance After the historic low of 2008, the Life sector achieved positive results again in 2009. This is mainly due to prices on stock exchanges rising, which affects the insurers’ results in various ways. The impact of the recession on individual budgets can be seen in the stagnation of the property market and will likely also result in reduced retirement savings for the future. Due to past changes in tax laws, single premium production of immediate annuities is also diminishing. In addition, the sector is still affected by its damaged reputation as a result of discussions about investment insurances. Fierce competition across the sector and increasing competition from other sectors also play a major role. Together, these factors have resulted in a diminishing premium volume for individual insurances, whereas premium turnover is stabilising for the collective insurances.
Non-life insurance Despite the major economic fluctuations, the nonlife sectors have been developing relatively steadily. Although results dropped in 2008, this was only partly due to the credit crunch. The picture fits in well with the business cycle of non-life insurers, which mainly develops independently of the macro-economic cycle. The results stabilised in 2009, but this is partly due to the fact that investment results have improved; the net combined ratio has gone up. The non-life premium volume is slightly on the rise. This increase is most notable in Fire and Transport. Motor vehicles shows a slight drop of premium volume. Premiums are under pressure across all the sectors due to heavy competition. This ensures that insurance companies focus on efficiency, which results in diminishing operating costs.
Accident and Health insurance For the first time since 2006, the results of Health insurers are positive. The introduction of the new health care system in 2006 resulted in heavy competition in terms of premiums, among other things, with the effect that initially results were negative. After adjustments to premiums and coverage on the basis of improved understanding of risks, the results turned around in 2009. The opposite development can be seen in Income: the results are declining, but still continue to be positive. Expiring claims provisions of products that now no longer exist used to improve results in the past. Currently, the consequences of the fierce competition and increasing claims are becoming more visible, bringing results down.
Results in the insurance industry in 2009
Total Life
Premiums1 Net comResults2 2009 bined ratio 2005 2006 2007 2008 billions of % growth 2009 % earned premiums euros comp. to 2008 24.3 -8 n/a 11 11 16 -23
2009
6
Total Non-life - Motor vehicles - Fire - Transport - Other
13.5 4.6 3.9 0.9 4.1
1 -2 5 8 -1
100 103 93 104 101
11 11 13 13 8
10 13 11 9 7
10 11 3 12 14
4 2 2 6 6
3 2 7 0 1
Total Accident & Health
39.1
5
97
15
4
3
2
3
Total
76.8
0
n/a
12
8
9
-6
4
1 2
The premium volume of the direct domestic turnover, indirect domestic turnover and direct foreign turnover. Result after interest, expressed as a percentage of the gross premium, after interest and after reinsurance, but before the deduction of corporation tax.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
5
Zusammenfassung Nachdem 2008 die Kreditkrise entstand und in eine Rezession mündete, setzte 2009 die wirtschaftliche Erholung ein. Die Überwindung der Krise fand weltweit vor allem in der zweiten Jahreshälfte 2009 statt, reichte in den Niederlanden allerdings nicht aus, um ein positives Wachstum der realen Wirtschaft für ganz 2009 zu bewerkstelligen. Dennoch stieg die Solvenz der Versicherer wieder, die Börsenkurse gingen wieder nach oben, und die Ausgangsposition für Versicherer Anfang 2010 ist wesentlich besser als im Jahr zuvor.
Lebensversicherungen Nach dem historischen Tiefpunkt 2008 erzielt der Bereich Lebensversicherungen 2009 wieder positive Ergebnisse. Zu einem wesentlichen Teil ist dies auf den Anstieg der Börsenkurse zurückzuführen, der unterschiedliche Auswirkungen auf das Ergebnis der Versicherer hat. Die Auswirkungen der Rezession auf die einzelnen Portfolios werden anhand der Stagnation auf dem Wohnungsmarkt spürbar und führen wahrscheinlich auch zu rückläufigen Zahlen beim Sparen fürs Alter. Durch Veränderungen bei der Steuergesetzgebung in der Vergangenheit nimmt die Kapitalproduktivität der unmittelbar in Kraft tretenden Leibrenten ebenfalls ab. Die Branche leidet außerdem immer noch unter dem Rufschaden, der infolge der Diskussion über die Anlageversicherungen entstanden ist. Darüber hinaus spielen die harte
Konkurrenz in der Branche und die zunehmende Konkurrenz aus anderen Branchen eine große Rolle. Gemeinsam führen diese Faktoren zu einem Rückgang des Beitragsvolumens bei individuellen Versicherungen, während sich der Beitragsumsatz bei den kollektiven Versicherungen stabilisiert.
Schadensversicherungen Trotz der erheblichen wirtschaftlichen Schwankungen entwickeln sich die Schadenversicherungsbranchen relativ ruhig. Das Ergebnis lief im Jahr 2008 zurück. Dieser Rückfall war jedoch nur zum Teil auf die Kreditkrise zurückzuführen. Das Bild passte gut in den Konjunkturzyklus der Schadensversicherer, der sich größtenteils unabhängig von der makrowirtschaftlichen Konjunktur entwickelt. 2009 stabilisiert sich das Ergebnis, was aber zu einem Großteil auf die gestiegenen Investitionsgewinne zurückzuführen ist; die Netto-Schaden-Kosten-Quote weist einen Zuwachs auf. Das Beitragsvolumen bei den Schadensversicherern steigt leicht an. Diese Steigerung findet vor allem in den Bereichen Brand und Transport statt. Im Bereich Motor ist ein leichter Rückgang des Beitragsvolumens zu verzeichnen. In allen Branchen stehen die Beiträge infolge der starken Konkurrenz unter Druck. Dadurch konzentrieren sich Versicherer auf die Effizienz, was sich in den sinkenden Betriebskosten äußert.
Ergebnis der Versicherungsbranche 2009
Gesamt Leben
Beitragsvolumen1 Netto-Schaden- Ergebnis2 2009 Kosten-Quote 2005 2006 Mrd. % Wachstum 2009 Euro gegenüber 2008 24,3 -8 n. zutr. 11 11
2007 2008 2009 % verdienter Beitrag
16
-23
6
Gesamt Schaden - Motor - Brand - Transport - Sonstige
13,5 4,6 3,9 0,9 4,1
1 -2 5 8 -1
100 103 93 104 101
11 11 13 13 8
10 13 11 9 7
10 11 3 12 14
4 2 2 6 6
3 2 7 0 1
Gesamt Krankenvers.
39,1
5
97
15
4
3
2
3
Gesamt
76,8
0
n. zutr.
12
8
9
-6
4
1
Beitragsvolumen der direkten inländischen Verträge, der indirekten inländischen Verträge und der direkten ausländischen Verträge.
2
Technisches Ergebnis, dargestellt als Prozentwert des brutto verdienten Beitrags, nach Rente und Rückversicherung, aber vor Abzug der Körperschaftssteuer.
6
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Krankenversicherungen Das Ergebnis der Krankenkostenversicherer ist zum ersten Mal seit 2006 positiv. Die Einführung des neuen Krankversicherungssystems 2006 sorgte unter anderem für eine stärkere Konkurrenz bei den Beiträgen, weshalb das Ergebnis zu Beginn negativ ausfiel. Nach Beitrags- und Deckungsanpassungen durch einen verbesserten Einblick in die Risiken änderte sich das Ergebnis 2009. Im Bereich Einkommensver-
sicherungen erleben wir eine entgegengesetzte Entwicklung. Das Ergebnis sinkt, aber bleibt positiv. Durch den Wegfall der Schadensrücklagen von mittlerweile nicht mehr verfügbaren Produkten wurde das Ergebnis in der Vergangenheit erheblich geschönt. Inzwischen sind die Folgen der starken Konkurrenz und der wachsenden Schäden immer stärker zu sehen, wodurch das Ergebnis sinkt.
Resumé Après la crise du crédit de 2008 qui a entraîné une récession, 2009 a été marquée par une reprise économique. En particulier dans la deuxième moitié de 2009, la sortie de crise se dessinait dans le monde entier. Toutefois, aux Pays-Bas, cette reprise n’a pas été suffisante pour générer une croissance positive de l’économie réelle sur toute l’année 2009. Néanmoins, la solvabilité des assureurs a augmenté, les cours de la Bourse sont repartis à la hausse et les assureurs ont pu entamer l’année 2010 en s´appuyant sur une bien meilleure base par rapport à l’année précédente.
Assurances vie Après la baisse historique enregistrée en 2008, le secteur Vie a obtenu un résultat positif en 2009. Ceci est
dû en grande partie à la hausse des cours de la Bourse qui a eu des répercussions diverses sur le résultat des assureurs. L’influence de la récession sur le portefeuille individuel se traduit par une stagnation sur le marché immobilier et entraîne probablement une baisse des produits d’épargne pour la retraite. En raison d’une modification de la législation fiscale dans le passé, la production du capital des rentes viagères entrant directement en vigueur est également en baisse. La branche se ressent encore des conséquences de la discussion sur les assurances investissements qui a entaché sa réputation. En outre, la rude concurrence au sein de la branche et la concurrence issue des autres branches jouent également un rôle. La combinaison de ces facteurs contribue à une baisse
Résultat branche des assurances 2009
Total Vie
Volume des primes1 Ratio net 2009 combiné mrd. % croissance euros par rapport à 2008 24,3 -8
résultat2 2005 2006 2007 2008 2009 % prime acquise
2009
n.a.
11
11
16
-23
6
Total Dommages - Véhicules automobiles - Incendie - Transport - Autres
13,5 4,6 3,9 0,9 4,1
1 -2 5 8 -1
100 103 93 104 101
11 11 13 13 8
10 13 11 9 7
10 11 3 12 14
4 2 2 6 6
3 2 7 0 1
Total Maladie
39,1
5
97
15
4
3
2
3
Total
76,8
0
n.a.
12
8
9
-6
4
1
Volume des primes des souscriptions nationales directes, des souscriptions nationales indirectes et des souscriptions étrangères directes.
2
Résultat technique, exprimé en pourcentage de la prime acquise brute, après intérêt et après réassurance, mais avant paiement de l’impôt sur les sociétés.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
7
du volume des primes pour les assurances individuelles, tandis que le chiffre d’affaires des primes se stabilise pour les assurances collectives.
Assurances dommages En dépit des grandes fluctuations économiques, la situation est relativement stable dans la branche des assurances dommages. En 2008, le résultat affichait une baisse qui n’était due qu´en partie à la crise du crédit. Cette image correspondait bien au cycle conjoncturel des assurances dommages dont l’évolution est, en grande partie, indépendante de la conjoncture macro-économique. En 2009, le résultat se stabilise, ceci étant partiellement dû à une hausse du produit des investissements ; le rapport net combiné affiche une hausse. Le volume des produits du secteur Dommages connaît une légère augmentation, en particulier dans les domaines Incendies et Transport. Le secteur Véhicules automobiles enregistre une légère baisse du volume des primes. Dans toutes les branches, les primes ressentent la pression générée par une rude concurrence. Les assureurs se concentrent sur la rentabilité, ce qui se traduit par une baisse des frais généraux.
8
Assurances maladie Le résultat des assurances maladie est positif pour la première fois depuis 2006. L’introduction du nouveau régime de soins en 2006 a engendré notamment une rude concurrence sur les primes, le résultat étant au début négatif. Après les ajustements au niveau des primes et de la couverture suite à une meilleure appréciation des risques, le résultat s´est redressé en 2009. Le secteur Revenus affiche une évolution contraire. Le résultat baisse, mais reste toutefois positif. En raison des provisions pour sinistres qui devenaient disponibles sur des produits désormais disparus, le résultat dans le passé était beaucoup trop gonflé. Entre-temps, les conséquences de la rude concurrence et de l’augmentation des dommages deviennent de plus en plus visibles ce qui a une influence négative sur le résultat.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
1 Inleiding 1.1
Verantwoording
Dit verslag bevat een terugblik op de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsbranche over het jaar 2009. Het jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), het statistisch onderzoeksbureau van het Verbond van Verzekeraars. Vrijwel alle hier gepresenteerde gegevens over de verzekeringsbranche zijn ontleend aan comptabele enquêtes, die het CVS in het voorjaar van 2010 heeft gehouden onder verzekeraars. Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt en die een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB). Voorheen beperkte het CVS zich hierbij tot de directe binnenlandse tekening. Vanaf 2008 zoeken wij meer aansluiting bij DNB, die de cijfers inclusief indirecte tekening (dit is vooral herverzekering aangenomen van andere verzekeraars) en directe buitenlandse tekening weergeeft. De extra tekening is ongeveer 5% van het totaal en verhoogt de cijfers van het CVS in vergelijking met de uitkomsten van vorige jaren. De resultaten worden uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie. De hier gepresenteerde resultaten zijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar vóór afdracht vennootschapsbelasting. Deze resultaten zijn opgehoogd naar de omvang van de gehele Nederlandse verzekeringsbranche. De genoemde bedragen en aantallen in dit jaarverslag over voorgaande jaren kunnen op bepaalde punten licht afwijken van de bedragen en aantallen zoals vermeld in eerdere jaarverslagen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn bijstellingen op oude jaren, veranderingen in panelsamenstelling en de gewijzigde verslagleggingsregels. De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig van het CVS, tenzij anders vermeld.
1.2
Representativiteit
De financiële gegevens over levensverzekeraars zijn gebaseerd op 96% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Enquête Financiële Jaarcijfers
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Leven, die het CVS jaarlijks houdt onder levensverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De enquête vraagt onder andere de technische en niet-technische rekening en de balans uit. De financiële gegevens van schadeverzekeraars zijn gebaseerd op 80% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Enquête Financiële Jaarcijfers Schade & Zorg, die het CVS jaarlijks houdt onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstuk schadeverzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op alle schadeverzekeringen exclusief Zorg, namelijk verzekeringen voor motorrijtuigen, brand, transport, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en reis. De sector Zorg bestaat uit ziektekosten- en inkomensverzekeringen, die weer zijn opgebouwd uit productgroepen. Hierbij wordt rekening gehouden met producten uit het nieuwe zorgstelsel (de basisverzekering) en de uitloop uit het oude zorgstelsel, alsmede de WIA en de uitloop van producten gerelateerd aan het oude sociale zekerheidsstelsel (Pemba, WAO-gat). De financiële gegevens van ziektekostenverzekeraars zijn gebaseerd op kwartaalcijfers van DNB over de gehele markt van Nederlandse ziektekostenverzekeraars, de cijfers van Inkomen komen uit de Enquête Financiële Jaarcijfers Schade & Zorg en zijn gebaseerd op 90% van de markt gemeten naar premievolume.
1.3
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat kort in op algemene economische ontwikkelingen die deels van invloed zijn op de resultaten van de verzekeringsbranche. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de financiële ontwikkelingen op de markt voor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling van het premievolume, de nieuwe productie en het resultaat. Daarna licht hoofdstuk 4 het resultaat van de diverse schadeverzekeringen toe, waarbij we ook stilstaan bij de impact van herverzekering. Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op de markt van zorgverzekeringen. Het verslag sluit met een verklarende lijst van begrippen.
9
2 Economische ontwikkelingen3 2.1
De wereldeconomie
Als gevolg van de kredietcrisis werd de wereld in 2009 getroffen door een grote recessie. De productie daalde wereldwijd met meer dan 1% en de daling van de wereldhandel was met 12% de grootste daling sinds de Tweede Wereldoorlog. Weinig landen bleven gespaard voor de reeds in 2008 ingezette snelle economische teruggang, maar niet elk land werd even hard getroffen. Het waren vooral de hoogontwikkelde economieën die te maken kregen met een sterke teruggang, terwijl enkele Aziatische landen door bleven groeien. Deze landen droegen dan ook in niet geringe mate bij aan het herstel dat in de loop van 2009 weer inzette. Vooral China speelde hierin een grote rol, met een economische groei van bijna 9% over heel 2009, al ging het ook in dit land in de eerste helft van 2009 langzamer dan in de tweede helft. Naast het herstel in Azië, werd de conjunctuuromslag gedreven door overheidsingrijpen en actief beleid van de centrale banken. Aanhoudende budgettaire en monetaire stimulering voorkwam dat de recessie omsloeg in een depressie en zorgde ervoor dat in de loop van 2009 de economische weg omhoog weer werd ingezet. Voor de Verenigde Staten lag het omslagpunt in het derde kwartaal van 2009. De groei versnelde sterk in het vierde kwartaal, waardoor het bruto binnenlands product uiteindelijk ‘slechts’ een krimp van 2,5% over geheel 2009 noteerde. Dit was beter dan gemiddeld in de ontwikkelde landen, maar voor de Verenigde Staten betekende dit het eerste jaar met economische krimp sinds 1946. Het omslagpunt werd vooral ingezet door overheidsingrijpen en beleidsmaat-
regelen, maar in het vierde kwartaal namen de bedrijfsinvesteringen en de consumptie toe. Ook het producentenvertrouwen liet een toename zien, terwijl het consumentenvertrouwen net als de woningmarkt bleef steken op een laag niveau. De hoge werkloosheid (10%) en de stroeve kredietverlening zijn factoren die het herstel remmen. Bovendien is mede door het overheidsingrijpen het begrotingstekort opgelopen tot 11%, het hoogste tekort sinds de Tweede Wereldoorlog. Net als de budgettaire maatregelen zal dit tekort weer genormaliseerd moeten worden. In Azië werd ondanks de wereldwijde recessie een economische groei gehaald van 5,25%. Vooral China droeg hieraan bij, maar ook India en Indonesië behaalden over 2009 een gezonde economische groei. In Azië was een grote spreiding te zien van de economische ontwikkeling tussen de landen. Zo nam de economie van Japan met meer dan 5% af. Niettemin vond het herstel in Japan, mede door de ontwikkelingen in de rest van Azië, al eerder plaats dan in de Verenigde Staten en Europa. Europa werd hard geraakt door de recessie. Over geheel 2009 daalde het bruto binnenlands product met 4%. Sinds het derde kwartaal van 2009 was de recessie officieel voorbij, maar ook hier waren grote verschillen tussen landen te zien. Zo steeg de economie van Frankrijk en Duitsland al sinds het tweede kwartaal, terwijl Griekenland en Spanje in het vierde kwartaal nog in een recessie zaten. In Europa is een duidelijke stagnatie van de huizen-
Figuur 1 Mutaties BBP (%) en de gemiddelde werkloze beroepsbevolking tussen 2001 en 2009 (bron: CBS). Voor 2010 en 2011 betreft het prognoses op basis van cijfers van het CPB werkloze beroepsbevolking (x 1.000)
Volumemutaties BBP t.o.v. het jaar ervoor
4
3,4
3 2
2,2
1,9
600
3,6
2
2
2
479
0,1
500
413
399
400
0,3
500
483
1,5
1
379 344
0
300
-1
302
304
252
200
-2 -3
100
-4
-4
0
-5 2001 3
500
2003
2005
2007
2009
2011
2001
2003
2005
2007
2009
2011
De tekst in dit hoofdstuk is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 2010 van het CPB, het jaarverslag 2009 van DNB, overzichtsartikelen uit ESB en publicaties van de OECD en de Wereldbank.
10
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
markt waar te nemen en verloopt de kredietverlening moeizaam. Dit komt enerzijds door een verminderde vraag naar krediet van de voorzichtiger geworden huishoudens en anderzijds doordat banken voorzichtiger zijn geworden met het verstrekken van krediet. De overheidsmaatregelen tegen de crisis waren een belangrijke factor in het omslaan van de conjuncturele neergang in een opwaartse trend, maar leidden ook tot grote overheidstekorten. Deze liepen op van 2% in 2008 tot 6% in 2009. Vanwege het stabiliteits- en groeipact mag dit niet te lang doorgaan en zullen de maatregelen afgebouwd, stopgezet of zelfs teruggedraaid moeten worden. Als het economische herstel door wil zetten, moet het dan zijn overgenomen door de consumptie en de investeringen.
2.2
De Nederlandse economie
De Nederlandse economie noteerde in 2009 een recordkrimp van 4%. Niettemin was in het derde en vierde kwartaal van 2009 al weer een opwaartse trend te zien, waardoor de recessie lijkt te kunnen worden gekarakteriseerd als kort maar krachtig. De groei werd echter vooral gedreven door de genomen overheidsmaatregelen en door de weer aantrekkende wereldhandel, die werd aangedreven door het herstel in Azië. In die zin was nog geen sprake van echte herstelgroei, omdat de binnenlandse bestedingen en de investeringen achterbleven. Voor 2010 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een doorgaand economisch herstel. Het herstel is echter pril en staat nog onder druk. Export is een belangrijke determinant in de economische groei van de Nederlandse economie. Als de groei van de wereldhandel in 2010 afzwakt, zal dit dan ook navenant negatief doorwerken op de Nederlandse economische groei. Bovendien moet de overheid maatregelen nemen om het overheidstekort terug te dringen, wat is opgelopen tot boven de normen van Figuur 2
het stabiliteits- en groeipact. Naast het terugdringen van het tekort, zal ook het ruime budgettaire beleid moeten worden teruggedraaid en zullen de stimuleringsmaatregelen worden afgebouwd. Dit wordt bemoeilijkt doordat de recessie heeft geleid tot minder belastinginkomsten en meer overheidsuitgaven. Het verdergaande economische herstel is dan ook afhankelijk van het aantrekken van de consumptie en de investeringen. Ondanks de economische teruggang, liep de werkloosheid in Nederland minder sterk op dan in andere landen. Wel verwacht het CPB een verdere stijging tot 6,5% van de beroepsbevolking in 2010 en 2011. Een belangrijke factor hierin was de flexibele arbeidsmarkt met relatief veel zzp’ers. Bovendien hadden bedrijven buffers opgebouwd met in het verleden behaalde winsten, waardoor ze personeel langer konden aanhouden. Wegens de krappe markt voor geschoolde werknemers, kozen veel bedrijven ervoor personeel aan te houden, ondanks de vraaguitval. De inflatie is door de economische terugval laag gebleven en was over heel 2009 gemeten 1,2%.
2.3
Beleggingen
De aandelenmarkt begon in 2009 met een zeer lage koers. Door de kredietcrisis waren de koersen in 2008 zeer sterk teruggelopen. Zo was de AEX meer dan gehalveerd en zat op het niveau van halverwege de jaren ’90 uit de vorige eeuw. In maart 2009 werd het dieptepunt bereikt, waarna de beurskoersen weer snel opliepen. Het herstel verliep redelijk stabiel, wat te zien is aan de afname van de volatiliteit van de koersen. Al met al steeg de AEX in 2009 met 36%. Wereldwijd was het beeld ongeveer hetzelfde, wat te zien is aan de ontwikkeling van de MSCI. Verzekeraars beleggen een relatief klein deel van hun activa in aandelen, onder andere om het risico op grote verliezen te verminderen en daarmee de
Beurskoersen AEX (linker-as) en MSCI (rechter-as) in 2009 AEX
MSCI
400
1400
350
1200
300
1000
250 800 200 600 150 400
100
200
50 0
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
jul
aug
sep
okt
nov
dec
0
11
continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen. Zodoende bestaat het grootste deel van beleggingen van verzekeraars uit vastrentende waarden, zoals staats- en bedrijfsobligaties, vorderingen uit (hypothecaire) leningen en vastgoed. De rendementen van deze vastrentende waarden hangen onder andere af van de kapitaalmarktrente en de opslagen voor het kredietrisico (credit spreads). De kapitaalmarktrente is voor verzekeraars op de lange termijn dan ook een belangrijke determinant van de beleggingsopbrengsten. Een stijging van de kapitaalmarktrente heeft immers een negatief effect op de obligatiekoersen, maar vergroot (op de langere termijn) wel weer de beleggingsopbrengsten. Daardoor laten de beleggingsrendementen van verzekeraars weliswaar schommelingen zien, maar deze zijn vergeleken met de beursontwikkelingen veel meer gedempt. Dit beeld wordt weergegeven met de ontwikkeling van de zogenaamde u-rendementen4. Het u-rendement werd in 1995 geïntroduceerd als maatstaf om de rendementen op beleggingen te bepalen. Voor 2009 zien we een gestaag afnemende trend. Figuur 3
Ultimo maandelijks u-rendement 2009 (%)
4,0
3,5
3,0 januari
december
Naast de hoge beleggingsopbrengsten in 2009, behaalden verzekeraars nog extra opbrengsten op staatsobligaties. Door het economische herstel nam het vertrouwen van beleggers toe. Hierdoor daalde het kredietrisico (de credit spreads) en steeg de waarde van staatsobligaties, wat de beleggingsopbrengsten van verzekeraars een extra impuls gaf. Uiteraard beïnvloeden de rente en de beurskoersen
4
niet alleen de opbrengsten, maar ook de verplichtingen van de verzekeraar. De ontwikkeling van de solvabiliteit (zie kader ‘solvabiliteit’) laat zien dat de verplichtingen minder hard zijn gestegen dan de bezittingen, waardoor de financiële positie van verzekeraars is verbeterd.
2.4
De verzekeringsmarkt in 2009
Ook verzekeraars hadden te maken met de neergaande economie in het begin van 2009 en het aantrekkende herstel dat daarna inzette. Omdat de rente en de beurskoersen meebewegen met de conjunctuur en levensverzekeraars voor een groot deel van hun resultaat hiervan afhankelijk zijn, werken deze schommelingen vooral sterk door in de sector Leven. Schadeverzekeraars zijn vooral afhankelijk van incidenten en overheidsbeleid en zijn daardoor grotendeels ongevoelig voor macro-economische conjunctuurschommelingen. Verder was eerder al gebleken dat de verzekeringssector veerkrachtig en gezond genoeg was om de kredietcrisis te doorstaan, al hebben de enkele verzekeraars die in 2008 een beroep deden op steun van de staat, deze in 2009 nog niet geheel terugbetaald. De solvabiliteit stond weliswaar onder druk, maar is in 2009 duidelijk gestegen (zie kader ‘solvabiliteit’). Door het aantrekkende herstel is het gevaar voor de verzekeringssector vooralsnog verder verminderd. Dit betekent uiteraard niet dat er geen risicofactoren zijn. Zo is de schokbestendigheid van de financiële sector afgenomen door de afname van de financiële buffers. Verder moet rekening worden gehouden met het afbouwen of terugdraaien van de monetaire en budgettaire overheidsmaatregelen en eventuele extra maatregelen om het overheidstekort terug te dringen. Ook de situatie in Griekenland, Italië, Ierland, Portugal en Spanje vormt een risico voor de financiële sector, omdat dit invloed kan hebben op de koers van de euro, de rentestand of zelfs de monetaire stabiliteit. Daarnaast is het stroeve verloop van de kredietverstrekking een punt van zorg. Niettemin heeft de verzekeringssector al eerder laten zien voldoende stabilisatoren en risicomitigerende maatregelen te hebben genomen om een crisis die voortkomt uit één van deze risicofactoren, het hoofd te kunnen bieden.
Het u-rendement is een rendementsmaatstaf die maandelijks wordt gepubliceerd door het CVS. De hoogte van het u-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van alle staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen) die voldoen aan een aantal specifieke criteria.
12
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Solvabiliteit De aan DNB gerapporteerde solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin een verzekeraar in staat is om zijn (toekomstige) verplichtingen na te komen. De ratio wordt verkregen door de aanwezige solvabiliteit te delen door de vereiste solvabiliteit, waarbij de vereiste solvabiliteit een wettelijk voorgeschreven veiligheidsmarge is en de aanwezige solvabiliteit de middelen die de verzekeraar als buffer aanhoudt. De marge hoort groter te zijn dan 100% en ligt hier in de praktijk ruim boven. De kredietcrisis zorgde er echter voor dat de ratio in 2008 daalde. Het effect werd versterkt doordat verzekeraars zelf ook al waren begonnen met het verlagen van de buffer, omdat de marge in de periode voor 2008 zeer hoog was. Niettemin bleef de solvabiliteitratio boven de 200%, meer dan tweemaal de vereiste hoeveelheid. In 2009 is de ratio weer gestegen, wat duidelijk maakt dat de solvabiliteitsratio weliswaar onder druk stond, maar dat de afname ongevaarlijk was. De afname demonstreerde feitelijk dat het buffermechanisme precies doet waarvoor het is ontworpen. Figuur 4
Solvabiliteit verzekeraars (bron: DNB) 2006
2007
2008
2009
400%
300%
200%
100%
0%
Schade & Zorg
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Leven
13
3 Levensverzekeringen - Resultaat positief - Premievolume neemt af - Aandeel beleggingsverzekeringen neemt af - Nieuwe productie individueel daalt sterk
3.1
Algemeen
Voor de levensverzekeringsbranche was 2008 een historisch dieptepunt met een resultaat van -23%. In 2009 slaat het resultaat weer om in een plus, maar de omzet daalt van 26,4 miljard euro in 2008 naar 24,3 miljard in 2009. De gevolgen van de discussie over beleggingsverzekeringen en de kredietcrisis werken nog steeds door en de concurrentie van banken neemt toe. Hierdoor vermindert in het bijzonder de vraag naar vermogensopbouwende levensverzekeringen. De beleggingsopbrengsten namen in 2009 fors toe, waardoor het resultaat ondanks de premiedaling weer positief wordt en uitkomt op 6% van de verdiende premie. Het dieptepunt van 2008 is hiermee voor wat betreft het resultaat verleden tijd, maar de premie weerspiegelt deze ontwikkeling niet.
Figuur 5 Technisch resultaat Leven in procenten van de verdiende premie 20
16
15
11
11
10
6
5 0 -5 -10 -15 -20 -25
-23
-30 2005
2006
2007
2008
2009
Weinig interesse in levensloopregeling Nederlandse consumenten hebben nog steeds weinig interesse in de levensloopregeling. In het beginjaar van de levensloopregeling, 2006, gaf 7% van de consumenten aan een dergelijke regeling (levensloopverzekering of -rekening) te hebben afgesloten. Eind 2007 en 2008 was dit aandeel gestegen naar 9%. Begin dit jaar gaf 7% van de consumenten aan een levensloopregeling te hebben lopen. Hoewel het aandeel levensloopconsumenten dit jaar lager is dan in de voorgaande jaren is de daling niet statistisch significant. Overigens kunnen de hogere percentages van voorgaande jaren veroorzaakt worden doordat de begrippen ‘spaarloon’ en ‘levensloop’ niet helder zijn voor de consument. Consumenten die hebben aangegeven deel te nemen aan de levensloopregeling, doen dit vooral omdat ze eerder willen stoppen met werken. Ook de fiscale aantrekkelijkheid van de regeling is voor ruim een kwart van de consumenten een reden geweest om deel te nemen aan de levensloopregeling. Figuur 6 Antwoorden op de vraag: waarom heeft u een levensloopregeling (maximaal 3 antwoorden mogelijk)? (percentage) 2006
2007
2008
2010
Prepensioen Fiscaal aantrekkelijk Op advies van de werkgever Ouderschapsverlof Zorgverlof Wereldreis Studieverlof Anders, namelijk ... Weet niet 0
14
10
20
30
40
50
60
70
80
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Figuur 7
Premievolume individueel in miljarden euro’s APE
koopsom
periodieke premie
12 10,5 9,7
9,7
9,8
9,8
10,5
10,6
10,6 10,0
9,4 7,8
7,8
7,8
7,6
8 5,8
4
0
2005 2006
3.2
2007
2008
2009
2005
2006 2007
Individueel
Na een periode van ongeveer vijf jaar waarin het premievolume van individuele levensverzekeringen met een steeds lager percentage groeide, nam het premievolume in 2008 voor het eerst af. In 2009 zet deze trend zich voort met een afname van het premievolume van ruim 12% (2,2 miljard euro). Het beeld van afnemende omzet wordt zelfs weerspiegeld bij relatief nieuwe producten zoals de levensloopregeling (zie kader). De onderverdeling van het premievolume naar periodiek en koopsom was jarenlang stabiel bij de individuele verzekeringen. Circa 55% van het premievolume werd voldaan door middel van periodieke premie, de overige 45% via eenmalige stortingen (koopsom). Deze situatie is in 2009 drastisch gewijzigd, omdat de afname van het premievolume in 2009 vooral bij de koopsommen optreedt. Hierdoor is het aandeel van de periodieke premie 62% tegen 38% koopsommen. Dit beeld is consistent met de gevolgen van een recessie, waardoor mensen minder geld over hebben voor een koopsom en de premie in koopsommen dus
2008
2009
2005 2006 2007
2008
2009
afneemt. Daarnaast neemt de koopsomproductie van direct ingaande lijfrenten mogelijk verder af. Vanwege aanpassingen in het fiscale beleid in het verleden zullen namelijk steeds minder grote kapitalen beschikbaar komen. Het premievolume van de traditionele levensverzekeringen (in geld in plaats van beleggingen) is 9,8 miljard euro, het premievolume van de verzekeringen in beleggingseenheden bedraagt 5,4 miljard euro. De afname van het premievolume ten opzichte van 2008 is procentueel gezien het sterkst bij de traditionele verzekeringen. Deze nemen met 16% af, terwijl de beleggingsverzekeringen met 6% afnemen. Ook dit weerspiegelt de afname van de koopsomproductie van direct ingaande lijfrenten. Het aandeel traditionele verzekeringen binnen het totaal is hiermee dus enigszins gedaald, van 67% in 2008 tot 64% in 2009.
3.3
Productie individueel
Vanaf de tweede helft van 2008 daalde de productie van individuele levensverzekeringen door de kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie.
Figuur 8 Verschil tussen productiepremie van nieuwe individuele levensverzekeringen in 2009 en 2008 per maand in miljoenen euro’s 0 -50 -100 -150 -200 -250 -300 -350
J
F
M
A
M
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
J
J
A
S
O
N
D
15
eert sterk. De sterkste daling in het aantal verzekeringen vindt plaats bij Spaarverzekering. Het aantal polissen neemt met 42% af tot 50.000 polissen in 2009. De productiepremie is iets minder afgenomen, van 0,8 miljard euro tot 0,5 miljard (37%). De kleinste daling bevindt zich bij de productgroep ‘Levenslang bij overlijden’. Deze neemt licht af met 3% en komt op een totaal aantal polissen van 379.000 in 2009.
Figuur 9 Aantal nieuwe individuele levensverzekeringen aantal nieuwe polissen (miljoenen)
2,0 1,6 1,2 0,8 0,4 0,0 1997
2000
2003
2006
2009
Deze daling zet zich voort in het hele jaar 2009. De productie blijft in alle maanden van het jaar 2009 achter ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder en dat terwijl de tweede helft van 2008 al een aanzienlijke daling ten opzichte van 2007 had getoond. De productiepremie (het premietotaal van de nieuw afgesloten verzekeringen) neemt met 26% af van 7,1 miljard euro in 2008 tot 5,3 miljard in 2009. De verkoop van het aantal individuele polissen vertoont dezelfde ontwikkeling als de productiepremie. Alle maanden binnen het jaar 2009 laten een lagere verkoop van het aantal polissen zien in vergelijking met dezelfde periode van het jaar daarvoor. De verkoop van het aantal nieuwe polissen is over geheel 2009 met 14% gedaald van 1,1 miljoen stuks tot 0,9 miljoen stuks. De daling van het aantal polissen is zowel binnen de beleggingsverzekeringen als de traditionele verzekeringen terug te zien. De daling bij beleggingsverzekeringen is het sterkst, het aantal polissen neemt daar met 54% af van 168.000 polissen in 2008 tot 77.000 polissen in 2009. De verkoop bij traditionele verzekeringen neemt met 6% af van 899.000 polissen tot 843.000 polissen. Doordat de daling in de verkoop van het aantal beleggingsverzekeringen sterker is dan de daling in de verkoop van traditionele verzekeringen, is het aandeel beleggingsverzekeringen in de totale productie van nieuwe individuele levensverzekeringen verder gedaald. In 2006 was nog een derde van de nieuwe producten een beleggingsverzekering. Door de discussie over de beleggingsverzekeringen, de slechte beursresultaten en de kredietcrisis is het aandeel beleggingsverzekeringen in het totale aantal nieuwe polissen gedaald tot 21% in 2007, vervolgens tot 16% in 2008 en ten slotte tot 8% in 2009. De daling binnen verschillende productgroepen vari-
16
De daling bij de beleggingsverzekeringen is het grootst binnen de beleggingshypotheken. Die dalen met 71% tot 19.000 polissen in 2009. Daar waar de hypotheek gerelateerde beleggingsverzekeringen terrein verliezen, worden traditionele hypotheekverzekeringen juist meer verkocht. De traditionele hypotheekverzekeringen groeien dan ook met 27% naar 102.000 polissen. Per saldo is het aantal nieuwe hypothecaire verzekeringen in 2009 17% lager dan het jaar ervoor; het saldo gaat van 146.000 polissen in 2008 tot 121.000 polissen in 2009. Deze daling kan onder andere worden verklaard door de forse terugloop van de woningmarkt als gevolg van de economische recessie. Het aantal verkochte woningen is, volgens gegevens van het kadaster, in 2009 30% lager dan in 2008. Niet alleen werden minder woningen verkocht, maar de verkochte woningen zijn ook goedkoper dan voorheen. Gemiddeld gingen de woningen in 2008 voor 255.000 euro van de hand. In het jaar 2009 is dit 238.000 euro; een daling van bijna 7%. De omzet van de nieuwe productie van verzekeringen is door het volume en het prijseffect op de woningmarkt dan ook harder gedaald dan het aantal en gaat van 0,5 miljard euro in 2008 tot 0,3 miljard euro in 2009. Een afname van 35%. De totale productie van de periodieke premiebetalende verzekeringen daalt in 2009 sterk, met 35% tot 1,0 miljard euro. De premie-inkomsten van koopsompolissen zijn minder sterk gedaald, hoewel daar ook een aanzienlijke daling van de premie-inkomsten is te bemerken van 24% tot 4,3 miljard euro. De APE (Annualised Premium Equivalent, oftewel de gestandaardiseerde productie) van 2009 bereikt met 1,4 miljard euro een dieptepunt. De APE is het totaal van de periodieke premie vermeerderd met 10% van de koopsompremie, en geeft de ‘kwaliteit’ van de productie weer. In de afgelopen vijf jaar was de APE in 2006 het hoogst, met een productie van 2,5 miljard euro. Net als in 2008 zijn de verzekeringen die tegen periodieke premie worden afgesloten voor meer dan de helft beleggingsverzekeringen, al wordt het verschil kleiner, namelijk 51% tegen 49% traditionele verzekeringen. Zoals we eerder vermeldden, is de productie van beleggingsverzekeringen fors gedaald. Deze daling heeft echter niet tot gevolg dat ook de verhouding tussen beleggingsverzekeringen en traditionele verzekeringen bij de koopsompolissen en bij de polissen tegen een periodieke premie sterk is veranderd. De verhouding tussen beleggingsverzekerin-
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Banksparen Vanaf 1 januari 2008 hebben consumenten de mogelijkheid om fiscaal gefaciliteerd te sparen bij banken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft cijfers gepubliceerd over het totaal aantal en het opgespaarde tegoed op rekeningen per ultimo 2009 over de bankspaarproducten bedoeld voor pensioenopbouw, pensioenuitkering en hypotheek. In de verzekeringsmarkt is dit vergelijkbaar met de uitgestelde lijfrente, direct ingaande lijfrente en hypotheek, al is het extra toegevoegde saldo aan bankrekeningen niet direct te vergelijken met nieuwe productie van verzekeraars. Eind 2009 hebben Nederlandse consumenten 2,4 miljard euro op 237.000 bankspaarrekeningen staan. Eind 2008 stond er 0,6 miljard euro op de rekeningen. Om het cijfer te vergelijken met de nieuwe productie van verzekeraars, moeten we het saldo van 2009 corrigeren voor het reeds in 2008 gestorte vermogen en de nieuwe stortingen op de in 2008 geopende rekeningen. Stel dat het bedrag dat in 2008 is gespaard ook weer in 2009 wordt gespaard, dan is het saldo dat op nieuwe bankspaarrekeningen in 2009 wordt gespaard het totale saldo van 2009 minus tweemaal het saldo uit 2008. Hiermee komen we uit op een inleg van 1,2 miljard euro. We kunnen ervan uitgaan dat dit een overschatting is, omdat over 2008 veelal geen compleet jaar zal zijn gespaard. Niettemin kan deze inleg min of meer worden vergeleken met de premie-inkomsten van verzekeraars op nieuwe individuele uitgestelde lijfrente, direct ingaande lijfrente en hypotheek gerelateerde levensverzekeringen van 4,1 miljard euro. In totaal is er dus ruim vijf miljard euro gefaciliteerd gespaard, waarvan minimaal driekwart bij verzekeraars. In 2008 was ongeveer 90% van bijna zes miljard gefaciliteerd door verzekeraars, waardoor enerzijds substitutie naar meer bankspaarproducten en anderzijds een daling binnen de totale markt zichtbaar is. Zowel bij verzekeraars als banken wordt het grootste deel van het aantal gevormd door polissen/spaarrekeningen voor de woning. Bij verzekeraars is het aantal polissen voor een direct ingaande lijfrente ongeveer net zo groot als de polissen voor uitgestelde lijfrente. Bij banksparen betreft het daarentegen vaker pensioenopbouw dan pensioenuitkering. Figuur 10 Verdeling van aantal polissen en bankspaarrekeningen voor de opbouw van pensioen (uitgestelde lijfrente), pensioenuitkering (direct ingaande lijfrente) en woning (hypotheek) bij banken en verzekeraars, 2009 (bron: CVS en CBS)
Pensioenopbouw
Pensioenuitkering
Woning
100%
80%
46
49
60% 12 25
40%
20%
42 26
0%
Banksparen
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Individuele levensverzekering
17
Figuur 11
Nieuwe productiepremie in periodieke premie, koopsommen en APE in miljarden euro’s APE
koopsom
periodieke premie
8 5,9
6
6,1
5,7
5,7 4,3
4 2,5 2,2
2
1,6
1,8
1,5
2,0
2,0
1,5
1,4
1,0
0
2005 2006
2007
2008
2009
2005
2006 2007
Figuur 12 Aandeel beleggingsverzekeringen/verzekeringen in geld in productiepremie tegen periodieke premie of koopsompremie in 2009 periodieke premie
koopsom beleggingen 6%
geld 49%
beleggingen 51%
Collectief
Het premie-inkomen van de collectieve levensverzekeringen is in 2009 min of meer gelijk gebleven aan dat van 2008. De krimp die we bij de individuele verzekeringen zien, blijft hier dus achterwege, maar het Figuur 13
2009
2005 2006 2007
2008
2009
is voor het eerst sinds 2005 dat geen sprake is van groei. Binnen de waarderingsvormen is wel verschil in ontwikkeling te zien. Zo nemen de collectieve verzekeringen in beleggingen toe met 6,5%, tot 4,7 miljard euro, terwijl de collectieve verzekeringen in geld met bijna hetzelfde percentage afnemen tot 4,4 miljard euro. Hierdoor is het aandeel traditionele verzekeringen gedaald tot 48%, waar het in 2008 nog net iets meer was dan de helft (51%).
geld 94%
gen en traditionele verzekeringen is bij verzekeringen tegen een periodieke premie licht veranderd. Het aandeel beleggingsverzekeringen is met twee procentpunten afgenomen. Bij de koopsommen is het aandeel beleggingsverzekeringen met één procentpunt afgenomen.
3.4
2008
Ook bij de collectieve verzekeringen zien we een afname van de koopsommen. Lage dekkingsgraden van pensioenfondsen beperken begin 2009 de overdrachtsmogelijkheden van pensioencontracten naar verzekeraars. Dit lijkt ook de oorzaak van de vermindering van het aantal grote overnamekoopsommen, waardoor het premie-inkomen in 2009 afneemt. De periodieke premie neemt toe. Dit beeld is echter vertekend. Ongeveer de helft van het verschil wordt veroorzaakt doordat door fusie en overname de cijfers in 2008 niet volledig zijn geadministreerd. De APE, die de kwaliteit van de verzekeringen weergeeft, neemt hierdoor toe. Het aandeel van het premie-inkomen dat via periodieke premie wordt voldaan, neemt hierdoor toe van 43% in 2008 naar 51% in 2009.
Premievolume collectief in miljarden euro’s APE
koopsom
periodieke premie
6 5,2 4,7
5 4
3,8
3,7
3,9
3,9
4,5
5,1
4,8 4,4
4,2
4,4
4,5
4,1
3,6
3 2 1 0
2005 2006
2007 2008* 2009
2005
2006 2007 2008* 2009
2005 2006 2007 2008* 2009
* 2008 incompleet.
18
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
4 Schadeverzekeringen - Lichte groei premievolume - Schade stijgt - Resultaat blijft laag - Bedrijfskosten dalen
4.1
Algemeen
Het premievolume van de schadeverzekeringen, exclusief Zorg (Ziektekosten en Inkomen), stijgt in 2009 licht ten opzichte van 2008. Na correctie voor inflatie zien we echter een stabilisatie. Het over 2009 behaalde resultaat is nagenoeg gelijk aan dat van 2008. Het jaar waarin het economisch herstel begon lijkt hierdoor voor de sector Schade sterk op het jaar van de crisis dat daaraan vooraf ging. Dit bevestigt het beeld dat schadeverzekeringen zich grotendeels onafhankelijk van de conjunctuurcyclus ontwikkelen. Tabel 1
Het beeld van stabilisatie komt breed naar voren. Motor laat een krimp van het premievolume zien, maar dit wordt gecompenseerd door een stijging bij Brand. Alleen Transport laat een relatief hoge groei zien, maar dit gaat gepaard met een afnemend resultaat dat rond de nul uitkomt. Door de slechte financiële resultaten over 2008 hebben veel maatschappijen in 2009 maatregelen genomen om onder andere de bedrijfskosten naar beneden te krijgen. De branchebrede daling van de bruto
Premievolume en premieontwikkeling schadebranches
Branche
2008 mrd. euro 4,7 3,7 0,9 4,1 1,3 0,7 0,9 13,4
Motor Brand Transport Overige i w.o. Aansprakelijkheid w.o. Rechtsbijstand w.o. Reis en hulpverleningii Totaal
2009 mrd. euro 4,6 3,9 0,9 4,1 1,3 0,7 0,9 13,5
Mutatie % -2 5 8 -1 4 8 -1 1
i
Tot de Overige verzekeringen behoren ook Krediet & Borgtocht en Diverse geldelijke verliezen.
ii
Tot de productgroep Reis en hulpverlening behoren naast de gewone reisverzekeringen (inclusief de ongevallendekking) ook annuleringsverzekeringen en hulpverlening. Bij het marktvolume Reis en hulpverlening is zoveel mogelijk aansluiting bij DNB-cijfers gezocht. De ongevallendekking Reis werd voorheen onder Inkomen gerapporteerd. Hierdoor is het premievolume van Reis en hulpverlening en van het totaal van Overig gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Bij Inkomen is het premie-inkomen verlaagd.
Figuur 14
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio van Schade voor herverzekering
na herverzekering
20 16
netto combined ratio schade
104 15
16 100
14
100 98
12 11
10
96
10
8
6
94
7
93
93
92
4
4 3
0
88 2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
2005
2006
2007
2008
2009
19
Figuur 15 Herverzekeringsmarge, premie betaald aan en schade ontvangen van herverzekeraars, als percentage van de verdiende premie herverzekeringsmarge
premie
schade
24
9
21 20
20 6
6
19
19
18
16
5 4
12 3
11
3
3
8
12 10
10
2006
2007
12
4 0
0 2005
2006
2007
2008
2009
2005
bedrijfskosten met bijna één procentpunt van de verdiende premie geeft aan dat de door de maatschappijen genomen maatregelen effectief zijn geweest. De netto combined ratio5 van het totaal van de schadeverzekeringen ligt in 2009 op 100, wat betekent dat de inkomsten even hoog zijn als de uitgaven, zonder dat daarbij rekening is gehouden met het beleggingsresultaat. Ten opzichte van 2008 is dit een verslechtering.
4.2
Figuur 16
2009
Herverzekering
Ten opzichte van 2008 neemt de marge op herverzekeringen licht toe, waardoor het resultaat na herverzekering voor verzekeraars over 2009 iets lager uitvalt dan in 2008. Zowel de betaalde herverzekeringspremie als de uitgekeerde herverzekerde schade zijn gedaald. Vanwege een afname van de door herverzekeraars betaalde provisie en winstdeling neemt de herverzekeringsmarge per saldo toe.
4.3 Omdat de beleggingsopbrengsten over 2009 aanzienlijk beter zijn dan over 2008, is het beeld van het resultaat positiever dan dat van de netto combined ratio. Daarnaast zijn verzekeraars efficiënter gaan werken. De bedrijfskosten zijn in bijna elke branche gedaald, wat een positief effect heeft op zowel de netto combined ratio als het resultaat.
2008
Motor
Het premievolume van de branche Motor is in 2009 gedaald ten opzichte van 2008, met bijna 2%. De daling van het premievolume, welke zichtbaar is bij zowel WA als casco, is het gevolg van de sterke concurrentie in deze branche en de sterke daling (22%) van het aantal verkochte nieuwe personenauto’s. Aangezien het wagenpark in 2009 toch is toegenomen,
Gemiddelde verzekeringspremie voor personenauto’s per kwartaal (portefeuille, in euro’s)
440 427
425 423
422
420
414
412
412 406
400
380
5
2008-1
2008-2
2008-3
2008-4
2009-1
2009-2
2009-3
2009-4
De netto combined ratio gebruikt de bedragen gecorrigeerd voor herverzekering. Dit kan alleen op brancheniveau. Voor de onderliggende productgroepen is het aandeel herverzekering niet bekend en moet derhalve de bruto combined ratio worden berekend.
20
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Schade bij branche Motor verder gestegen in 2009 Het jaar 2008 viel op door de sterke toename van de schade. Daarvoor kon een aantal verklaringen worden gevonden, zoals de hagelbui op 23 juni 2008 en de toename van de ruitschade. Aangezien de extreme hagelbui als een incident kan worden gezien, was er enige verwachting dat de schade in 2009 onder het niveau van 2008 uit zou komen. Cijfers geven echter aan dat de schade in 2009 uitkomt boven de schade van 2008. Mogelijke verklaringen kunnen worden gevonden in de relatief strenge vorstperiode begin 2009. In februari en maart ontstonden veel beschadigingen aan het asfalt met name het ZOAB. Door opspattende steentjes ontstond in die periode veel cascoschade waaronder sterretjes in ruiten. Een eerste analyse van het aantal ruitschaden in 2009 geeft ook aan dat het aantal ruitschaden in januari-mei hoger ligt dan in andere jaren. Ook de hevige sneeuwval in de tweede helft van december heeft door de ontstane gladheid veel WA- en cascoschade veroorzaakt. moet worden geconcludeerd dat de gemiddelde premie per personenautopolis in 2009 is gedaald. Deze conclusie wordt ondersteund door cijfers uit de CVS Productiestatistiek Schade & Zorg. Overigens zijn deze cijfers een combinatie van zowel WA-verzekeringen als cascoverzekeringen, waardoor de samenstelling van de portefeuille een effect kan hebben op de gemiddelde premie.
wel tot stilstand gekomen. De premie-inkomsten zijn in 2009 gedaald ten opzichte van 2008, terwijl de schadelast juist iets steeg, onder andere als gevolg van de gladheid in 2009 en meer claims op het gebied van ruitschade (zie kader). Een hoger beleggingsresultaat compenseert deze ontwikkelingen, waardoor het totale resultaat uiteindelijk ongeveer gelijk blijft.
Het resultaat na rente en na herverzekering van de branche Motor is in 2009 ongeveer gelijk aan het resultaat behaald in 2008. De sterke daling die optrad in 2008 is hiermee niet gecompenseerd, maar
Het effect van het beleggingsresultaat is goed te zien in de netto combined ratio, die voor 2009 een verslechtering laat zien ten opzichte van 2008. Met de premie-inkomsten alleen zijn de uitgaven in de
Figuur 17
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en netto combined ratio van Motor voor herverzekering
na herverzekering
15
netto combined ratio
110 13 12
12 13
10
11
105
11
103 100
100 96
5
95
95
2
2 1
1
0
93
90 2005
Tabel 2
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Diefstallen van voertuigen (bron: RDW-BOVAG)
categorie
2005
2006
2007
2008
2009
12.821
11.891
11.216
11.025
aantal Personenauto’s
13.844
Mutatie ’08/’09 % -2
Bedrijfsvoertuigen
3.038
2.763
2.447
2.476
2.631
6
Aanhangers
1.032
1.030
987
1.015
896
-12
Motorrijwielen
1.765
1.547
1.676
1.926
2.112
10
nb
4.420
9.774
11.687
13.276
14
19.679
18.161
17.001
16.633
16.664
0
Bromfietsen* Totaal % van vorig jaar
-14
-8
-6
-2
0
2
% teruggevonden personenauto’s
61
55
56
56
56
0
*Cijfers zijn bekend vanaf 2006 en daarom niet meegenomen in het totaal.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
21
branche Motor niet volledig te dekken, maar dankzij de opbrengsten uit beleggingen valt het resultaat over 2009 toch positief uit. Uit cijfers van de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) valt op te maken dat het aantal verkeersdoden het afgelopen jaar verder is gedaald. De diefstal van voertuigen is in 2009 ongeveer even hoog als in 2008, al is de verdeling lichtelijk gewijzigd. Zo zijn in 2009 minder personenauto’s en aanhangers gestolen dan in 2008, maar de diefstal van gemotoriseerde tweewielers en bedrijfsvoertuigen is juist gestegen.
Figuur 18 Resultaat na rente vóór herverzekering Motor casco en Motor WA in procenten van de verdiende premie totaal WA
30 25
20 15
10 Het resultaat van WA-verzekeringen (voor rente en herverzekering) is in 2009 verder verslechterd. Was het resultaat over 2008 al negatief, in 2009 is het verder gezakt tot -7% van de bruto verdiende premie. Door de relatief goede opbrengsten uit beleggingen is het resultaat na rente positief en zelfs iets hoger dan in 2008. Sinds 2006 stijgt de schadelast bij cascoverzekeringen, maar met de marginale stijging in 2009 lijkt deze trend gestopt. De reden van deze schadeontwikkeling ligt mogelijk in de opkomst en teruggang van het aantal polissen met een no-claimbeschermer. In
totaal casco
16
10 7 1
1
1 1
0
0 2005
2006
2007
2008
2009
2009 zijn al diverse maatschappijen gestopt met het aanbieden hiervan. Als we het resultaat van WA en casco onderverdelen naar personenauto’s en bedrijfsauto’s, zien we dat vooral de bedrijfsauto’s bijdragen aan het positieve resultaat van cascoverzekeringen.
Figuur 19 Resultaat na rente vóór herverzekering personenauto’s en bedrijfsauto’s, casco en WA in procenten van de verdiende premie personenauto’s WA
personenauto’s casco
40
bedrijfsauto’s WA
bedrijfsauto’s casco
40 31
20
25
17
16
23 16
20 9
0
2
16
1
14
6
-2
-2
12
11 7
-5
3 -2
0 -20
-40
-20 2005
22
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
4.4
Brand
Het premievolume bij brandverzekeringen is in 2009 met 5% gestegen. Hiermee wordt de groei die in 2008 optrad, doorgezet. De stijging vond vooral plaats op de zakelijke markt, de particuliere markt blijft vanwege de premieontwikkeling als gevolg van sterke concurrentie min of meer op hetzelfde niveau als 2008. Figuur 20
Het resultaat na herverzekering heeft na het dieptepunt in 2008 ook weer de weg omhoog gevonden. De schadelast neemt minder toe dan de premie, waardoor de netto combined ratio verder is gedaald. Ook de lagere schadelast van grote branden heeft in 2009 een positief effect op het resultaat. Het aantal grote branden nam weliswaar toe, van 96 in 2008 naar 105 in 2009, maar omdat de gemiddelde schade
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio van Brand voor herverzekering
netto combined ratio
na herverzekering
110
30
101 21
20
99
100
19 18
93 90
90
13
10
87
10
13 11
80 7 3
2
0 2005 Figuur 21
2006
2007
70
2008
2005
2009
2006
2007
2008
2009
Schadelast grote branden gecorrigeerd voor inflatie (1987=100) schadebedrag gecorrigeerd voor inflatie
excl. Enschede
1991
1999
200
150
100
50
0 1989
1993
1995
1997
2001
2003
2005
2007
2009
Figuur 22 Resultaat na rente vóór herverzekering Brand Bedrijven en Particulieren in procenten van de verdiende premie Brand Particulieren
Brand Bedrijven
20
50 39
15
16
40
12
26
30
25
20
14
12 9
8
8
16
5
4
10
0
0 2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
2005
2006
2007
2008
2009
23
Figuur 23 in euro’s
Gemiddelde verzekeringspremie van nieuw afgesloten particuliere brandpolissen per kwartaal
gemiddelde premie opstal en inboedel
200
196 190
190
185 182
181 178
180
176 172
170
160
2008-1
2008-2
2008-3
2008-4
2009-1
2009-2
2009-3
2009-4
Figuur 24 Resultaat na rente vóór herverzekering in procenten van de verdiende premie en de bruto combined ratio van de Technische verzekeringen bruto combined ratio
voor herverzekering
110
40% 32
31
99
100
30% 22
22
90
84
20%
81 78
80
72
8
10%
70 60
0% 2005
2006
2007
2008
2005
2009
per brand aanzienlijk lager is, is het totaal van de schade als gevolg van grote branden in 2009 lager dan in 2008, namelijk 369 miljoen euro in plaats van 491 miljoen euro.
2006
2007
2008
2009
De stijging van het resultaat van Brand komt volledig voor rekening van de zakelijke verzekeringen. Bij de particuliere verzekeringen (opstal- en inboedelverzekeringen) is het resultaat licht afgenomen.
Figuur 25 Resultaat na rente vóór en na herverzekering in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio van Transport voor herverzekering
na herverzekering
25
netto combined ratio
110 20
20
104
105 16
15
15
100 97 13
12
10
94
95 6
9
90
5
2
90
90
0
0
85 2005
24
3
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Figuur 26 Resultaat na rente vóór herverzekering Aansprakelijkheid totaal, Bedrijven en Particulieren in procenten van de verdiende premie Totaal aansprakelijkheid
AVP
40
40
30
30
AVB
32 29 24
20
19
18
16
19
18
22
24
20 12 9
10
10
0
0
6 -1
-10
-1
-10 2005
Figuur 27
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Mutatie schadevoorziening AVB en AVP in procenten van de verdiende premie mutatie schadevoorziening AVP
mutatie schadevoorziening AVB
20
20
12 10
10
10
7 4
5
4
6
1
0
0
0
-5
-10
-10 2005
2006
2007
2008
Door sterke concurrentie op verzadigde markten zien we de gemiddelde verzekeringspremie voor nieuw afgesloten polissen afnemen (CVS Productiestatistiek). Ongeveer 300 miljoen euro (iets minder dan 10%) van het premievolume voor brandverzekeringen gaat om in de zogenoemde Technische verzekeringen. Dit zijn verzekeringen voor Elektronica, Machinebreuk en Construction All Risk. In 2008 deden zich enkele incidenten voor die de schadelast verhoogden, waardoor het resultaat sterk daalde. In 2009 deden zich niet van dit soort incidenten voor.
4.5
2005
2009
Transport
Het premievolume bij transportverzekeringen is in 2009 aanzienlijk gestegen, maar de stijging is kleiner dan in 2008. De stijging wordt waarschijnlijk vooral veroorzaakt door extra buitenlandse tekening in de sector schepen. Ook grote Nederlandse werven hebben een goed jaar achter de rug omdat eind 2008 hun orderportefeuille nog prima was gevuld. Het resultaat laat echter een ander beeld zien. Het resul-
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
2006
2007
2008
2009
taat voor rente en voor herverzekering komt uit op -1% van de verdiende premie en is daarmee gelijk gebleven aan 2008. Waar in 2008 het resultaat na rente en na herverzekering nog positief uitkwam, komt 2009 uit op het nulpunt. Dit jaar heeft in het bijzonder de productgroep Vervoerde Goederen, die qua premievolume bijna 40% van de branche uitmaakt, een negatief stempel gedrukt op het resultaat van de gehele branche.
4.6
Aansprakelijkheid
Tot de branche Aansprakelijkheid behoren naast de aansprakelijkheid voor particulieren (AVP) en bedrijven (AVB) ook aansprakelijkheidsverzekeringen voor garagehouders, landbouwers, bestuurders en commissarissen, en beroepsaansprakelijkheid. Het resultaat van aansprakelijkheidsverzekeringen blijft in 2009 ongeveer gelijk aan dat van 2008, zowel voor het totaal als voor de belangrijkste productgroepen: bedrijven (AVB) en particulieren (AVP). De daling van het resultaat bij de aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere mutatie van de schadevoorziening.
25
Figuur 28 Resultaat na rente vóór en na herverzekering en mutatie schadevoorziening van Rechtsbijstand in procenten van de verdiende premie resultaat voor herverzekering resultaat na herverzekering
mutatie schadevoorziening
10
20 17
16
7
14 13
12
11
11
12
5
5 4
8
4 3
7 5
4 0
0 2005
2006
2007
2008
De opbrengsten uit beleggingen zijn daarnaast verbeterd, zodat het resultaat op ongeveer hetzelfde niveau als een jaar geleden blijft.
4.7
2005
2009
Rechtsbijstand
Het premievolume van rechtsbijstandverzekeringen laat in 2009 een stijging zien. Vooral bij gezinsrechtsbijstand is de groei groot, wat wordt veroorzaakt door een toename van de gemiddelde premie per
2006
2007
2008
2009
polis. Het resultaat daalt, omdat de schade meer toeneemt dan de premie. De daling van het resultaat is zowel te zien bij het resultaat na herverzekering als bij het resultaat voor herverzekering. De toename van de schade kan worden verklaard door een stijging van het aantal schademeldingen (zie kader). Dit leidt tot een hogere mutatie van de schadevoorzieningen.
Stijging arbeidszaken bij rechtsbijstandverzekeringen Rechtsbijstandverzekeraars hebben vorig jaar een record aantal schademeldingen ontvangen. De 423.600 meldingen betekenen een stijging van ruim zes procent ten opzichte van 2008 en zelfs een stijging van tien procent in vergelijking met 2007. De oorzaak hiervan is de economische crisis, die vanaf eind 2008 tot meer ontslagen heeft geleid. Het aantal arbeidszaken is in 2009 dan ook met 35 procent toegenomen ten opzichte van 2008. Hetzelfde beeld is terug te zien in de claimfrequentie. Hierbij maken we onderscheid naar gezins-, bedrijfs-, motorrijtuigen- en overige rechtsbijstandpolissen. De gemiddelde claimfrequentie over alle categorieën over de laatste drie jaar bedraagt negen procent. De bedrijfsrechtsbijstandverzekeringen springen daar uit, met een gemiddelde van 24 procent. Figuur 29
Gemiddelde claimfrequentie naar soorten rechtsbijstand bedrijfsrechtsbijstand
gezinsrechtsbijstand
overige rechtsbijstand
totaal
30 25 20 15 10 5 0 claimfrequentie (gemiddeld 2007-2009)
26
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
Figuur 30 Resultaat na rente vóór herverzekering en mutatie schadevoorziening van Reis in procenten van de verdiende premie mutatie schadevoorziening
resultaat na rente
2
25 20
20
17
17
17
1
18
1
15 0 10
0
0
-1
5 0
-2 2005
4.8
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Reis
In 2009 daalt het premie-inkomen van reisverzekeringen ten opzichte van 2008. De schade neemt een fractie toe, maar doordat reisverzekeraars erin slagen de kosten te drukken, stijgt het resultaat nog enigszins.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
27
5 Zorgverzekeringen - Resultaat ziektekostenverzekeraars licht positief - Premievolume inkomensverzekeraars stagneert, resultaat blijft dalen
5.1
Algemeen
De sector Zorg bestaat uit de branches Ziektekosten en Inkomen. Wetswijzigingen in 2006 hadden voor beide branches grote gevolgen. Bij Ziektekosten waren de gevolgen het grootst, met de introductie van de basisverzekering. De omzet van deze branche nam fors toe, terwijl het resultaat afnam en aanvankelijk zelfs negatief werd. Bij Inkomen (verzekeringen tegen inkomensderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door ziekte of ongeval) betekende de overgang van WAO naar WIA het aflopen van oude producten en de introductie van nieuwe producten. Vanwege vrijval van schadevoorziening leidde dit niet direct tot wijzigingen in het resultaat, maar inmiddels ebt dit effect weg en we zien juist dat er veel aan de schadevoorziening wordt toegevoegd als gevolg van een toename van het aantal claims en daaraan gekoppelde hogere invalideringen en lagere revalideringen. De oplopende schadelast zorgt ervoor dat het resultaat sinds 2008 blijft dalen. Tabel 3 Premievolume en premieontwikkeling zorgbranches Branche Ziektekosten Inkomen Totaal
2008 2009 mrd. euro mrd. euro 33,4 35,3 3,7 3,8 37,2 39,1
Mutatie % 6 1 5
De cijfers voor de branche Inkomen wijken af van de cijfers vermeld in eerdere jaarverslagen. De ongevallendekking die onder reisverzekeringen valt, werd voorheen onder de branche Inkomen gerapporteerd. Vanaf dit jaar valt deze dekking onder de branche Overig. Hierdoor is het premievolume van Inkomen verlaagd.
5.2
Ziektekosten
De ziektekostenverzekeraars concurreren sinds de introductie van het nieuwe zorgstelsel in 2006 onder andere sterk op de premie. Tezamen met de onbekendheid met de werking en effecten van het vereveningsstelsel en een onderschatting van het consumptiepatroon van de verzekerden, leidde dit aanvankelijk tot een negatief resultaat. In 2009 komt het resultaat voor het eerst weer boven de nul. In 2008 leek dit al te gebeuren, maar de voorlopige cijfers bleken te voorbarig en de definitieve cijfers lieten alsnog een licht negatief resultaat zien over 2008. Door premie- en dekkingsaanpassingen door verbeterd inzicht in risico’s is het resultaat uiteindelijk omgeslagen in een kleine plus. Ook in de netto combined ratio is deze verbetering zichtbaar. De netto combined ratio komt voor het eerst sinds de introductie van het nieuwe zorgstelsel weer onder de 100. De inkomsten zijn in 2009 voor het eerst sinds de invoering van het nieuwe zorgstelsel hoger dan de uitgaven.
Figuur 31 Resultaat na rente na herverzekering in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio van Ziektekosten (basisverzekering en aanvullende verzekeringen, bron: DNB) resultaat na rente na herverzekering
4
netto combined ratio
102
4
101
101
100
2
2
100
0
98
98 0
0
0 97
-2
96 2005
28
2006
2007
2008
2009
2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
5.3
Inkomen
Het premie-inkomen in de markt voor inkomensverzekeringen is in 2009 vrijwel gelijk aan dat van 2008. Slechts een lichte stijging is te zien van 3,74 miljard in 2008 naar 3,78 miljard in 2009. De geleden schade is daarentegen met bijna tien procentpunten van de verdiende premie toegenomen. Het resultaat staat dan ook onder druk, maar dit wordt enigszins gecompenseerd doordat de beleggingsopbrengsten in 2009 beter zijn dan in 2008. Niettemin neemt het resultaat in 2009 verder af. De afname is vooral sterk bij de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandig ondernemers (AOV) en ziekteverzuimverzekeringen. De sterke afname in het resultaat bij de AOV komt met name door de hogere betaalde schade en grote toevoeging aan de schadevoorzieningen. Dit hangt samen met de invalideringskans, die gestegen is van 1,2% in 2008 naar 1,4% in 2009, terwijl de revalideringskans daalde (kans op revalidatie in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid was 33% in 2008 en 28% in 2009, bron: CVS risicostatistiek AOV). Dit betekent dat verzekeraars meer en langer moeten uitkeren.
De gemiddelde premie voor individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen is in 2009 vrijwel niet veranderd ten opzichte van 2008. Het gemiddeld verzekerd bedrag en de eindleeftijden zijn echter harder gestegen dan de premie (bron: CVS risicostatistiek AOV Individueel). Dit betekent dat de premie relatief gezien goedkoper is geworden: verzekerden hebben een hogere en langere dekking. Het gemiddeld verzekerd bedrag is de afgelopen twee jaar met circa 8% gestegen. Als een verzekerde arbeidsongeschikt raakt, keert een inkomensverzekeraar dus hogere bedragen uit. Een andere factor die de ontwikkeling van de gemiddelde premie bepaalt, is de eindleeftijd waarop de AOV eindigt. In de afgelopen twee jaar is er een duidelijke ontwikkeling in de eindleeftijd zichtbaar. Het aandeel verzekerden met hogere eindleeftijden (> 60 jaar) is sterk toegenomen en het aandeel verzekerden met lagere eindleeftijden is afgenomen. Dit betekent dat er langer dekking wordt geboden. Deze verschuiving past bij het feit dat we in Nederland met z’n allen steeds langer doorwerken.
Figuur 32 Resultaat vóór herverzekering in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio van Inkomen resultaat voor rente
resultaat na rente
50
netto combined ratio
100 39
41
40 91
40
90 28
30
26
20
82
80 22
22
80 16
75
76
2006
2007
20 12
10 0
70
60 2005
2006
2007
2008
2009
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
2005
2008
2009
29
Verklaring begrippen Annualised Premium Equivalent (APE) Het volume van de nieuwe levenproductie uitgedrukt in zogenaamde premie-equivalenten op jaarbasis. APE bestaat uit periodieke premies op jaarbasis plus 10% van de nieuwe koopsompremies.
verzekeraar, de herverzekerde schade, de provisie ontvangen van de herverzekeraar, en gemiste rente. De herverzekeringsmarge wordt uitgedrukt als percentage van de verdiende premie. Dit afgetrokken van het resultaat na rente levert het resultaat na herverzekering op.
Bedrijfskosten Het totaal van kosten en provisie; dit bestaan uit de componenten acquisitiekosten, wijziging overlopende acquisitiekosten, beheers- en personeelskosten, winstdeling en provisie herverzekering.
Herwaarderingsreserve De niet-gerealiseerde winsten en verliezen op de aandelenportefeuille.
Koopsom Beleggingsverzekering Een levensverzekering waarbij de premies of koopsom wordt belegd in aandelen of beleggingsfondsen. Het op te bouwen kapitaal wordt te zijner tijd omgezet in (jaarlijkse) uitkeringen.
Bruto combined ratio Geleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, inclusief herverzekering.
Bruto verdiende premie Het totaal van de geboekte (ontvangen) premies inclusief het herverzekerde deel (de premies betaald aan de herverzekeraar), minus de premievoorziening ultimo (de premie die door de verzekeringnemer vooruit is betaald en waarvoor nog een verzekeringsprestatie geleverd gaat worden), plus de premievoorziening primo (vooruitbetaalde premie van het voorgaande jaar).
Directe binnenlandse tekening De totale tekening (= omzet) van schade- en zorgverzekeraars bestaat uit directe en indirecte tekening (herverzekering aangenomen van andere verzekeraars). De directe tekening bestaat uit binnenlandse en buitenlandse tekening. De buitenlandse en indirecte tekening vormen samen ongeveer 5% van het totaal.
Eigen behoud Het gedeelte van een schade dat voor rekening van de verzekeraar en niet van de herverzekeraar komt.
Een bedrag dat een verzekerde ineens bij een verzekeraar stort om in de toekomst bijvoorbeeld een lijfrente-uitkering te ontvangen.
Leven collectief Bedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met verzekeringen waarbij één partij de verzekeringnemer is voor andere partijen. Bijvoorbeeld de collectieve pensioenverzekering voor werknemers, waarbij de werkgever als verzekeringnemer optreedt.
Leven individueel Bedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met levensverzekeringen die worden afgesloten door individuele personen.
Netto combined ratio Geleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, exclusief herverzekering. De netto combined ratio is een indicator voor het verzekeringstechnische resultaat.
Periodieke premie Het bedrag dat periodiek wordt gestort bij een verzekeraar om in de toekomst een uitkering bij overlijden (kapitaalverzekering) of om een (periodieke) uitkering te ontvangen bij leven.
(Technisch) resultaat voor herverzekering (ook: resultaat na rente)
Eigen vermogen
De verdiende premies minus de geleden schade en bedrijfskosten, plus de renteopbrengsten van de voorzieningen.
Het eigen kapitaal van een onderneming, waaronder het aandelenkapitaal en de reserves.
(Technisch) resultaat na herverzekering
Grote branden Branden met een schade van meer dan 1 miljoen euro.
Herverzekeringskosten (of herverzekeringsmarge) Kosten die bestaan uit de premie betaald aan de her-
30
Het resultaat na rente (resultaat voor herverzekering) minus de herverzekeringsmarge (herverzekeringskosten).
Tweede pijler Het werknemerspensioen of de pensioentoezeggingen die zijn vastgelegd in pensioenregelingen die
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
zijn overeengekomen tussen werkgever en werknemers. Het werknemerspensioen kan naar keuze van de desbetreffende sociale partners zowel door verzekeraars als door pensioenfondsen worden uitgevoerd.
Opbouw resultaat voor schadeverzekeringen: Geboekte premie + Mutatie premievoorziening = Verdiende premie Betaalde schade + Mutatie schadevoorziening = Geleden schade
Opbouw resultaat voor levensverzekeringen: + + + =
Verdiende premies eigen rekening Opbrengsten uit beleggingen Overige technische baten/lasten eigen rekening Uitkeringen eigen rekening Wijziging overige technische voorzieningen eigen rekening Winstdeling en kortingen Bedrijfskosten Beleggingslasten Aan niet-technische rekening toegekende opbrengst uit beleggingen Resultaat technische rekening levensverzekering
Verdiende premie - Geleden schade - Bedrijfskosten = Technisch resultaat voor rente Technisch resultaat voor rente + Rente technische voorzieningen = Technisch resultaat na rente Technisch resultaat na rente - Kosten herverzekering = Technisch resultaat na herverzekering
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009
31
Colofon © Uitgave van het Verbond van Verzekeraars, Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek Bordewijklaan 2, 2591 XR Den Haag Postbus 93450, 2509 AL Den Haag Telefoon: 070 - 3338500 Fax: 070 - 3338510 E-mail:
[email protected] Internet: www.verzekeraars.nl Vormgeving: Artoos Communicatiegroep bv, Rijswijk Druk: DeltaHage bv, Den Haag (2010.06.1,5.DH)
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009 Verbond van Verzekeraars