3,847 3,8 47 3964 1,2 9 396 0 0,820 0,820
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007 Verbond van Verzekeraars
Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 2007. Een verslag dat niet alleen cijfers bevat, maar vooral ook achtergronden en verklaringen bij die cijfers. Dat laatste is van belang om ontwikkelingen te kunnen duiden en op die manier een beeld te schetsen van hoe het gaat in de branche. Dit jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), onder leiding van prof. dr. J.L.A van Rijckevorsel. Het CVS voert elk jaar de Voorjaarsenquêtes Leven, Schade & Zorg uit ten behoeve van de leden van het Verbond. In dit verslag zijn alle cijfers en trends uit die enquêtes weergegeven en geanalyseerd, en wel op zo’n manier dat beleidsverantwoordelijken in de branche er ook wat mee kunnen. Dat laatste is belangrijk, omdat de verzekeringsbranche een uniek kenmerk heeft: ze is gebaseerd op een omgekeerde productiecyclus. Pas aan het ‘eind van de rit’ weet een verzekeraar of zijn kostprijsberekening correct was. Vooraf beschikt hij alleen over (retrospectieve) statistieken. In de poging het ‘wat’ van een ‘waarom’ te voorzien, slaat dit jaarverslag een brug tussen de ‘droge’ statistieken en de beleidsbepalers bij de leden van het Verbond. Dat is echter niet het enige doel. Het Verbond vindt het daarnaast belangrijk dat ook andere geïnteresseerden uit bijvoorbeeld kabinet, parlement, overheid, toezichthouders, pers en maatschappelijke organisaties, kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. De verzekeringbranche heeft een belangrijke rol bij het organiseren van solidariteit en het beschermen van klanten tegen onvoorziene omstandigheden. De publieke belangstelling voor de bedrijftak is traditioneel groot. Deze belangstelling wordt versterkt door actuele discussies over arbeidsongeschiktheid, ziektekosten, verzekerbaarheid van overstromingen, pensioenen, levensloop, etc., dossiers waarin verzekeraars een belangrijke rol hebben. Een belangrijk thema in het jaar 2007 was transparantie, mede naar aanleiding van discussie over beleggingverzekeringen. De verzekeringssector streeft naar vergroting van transparantie en dit financieel jaarverslag is daarvan een teken. De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS van het Verbond van Verzekeraars, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van dit verslag. De commissie CVS bestaat uit de volgende leden: - dr. R. Th. Wijmenga, voorzitter (Eureko/Achmea) - mr. J. Boven (REAAL) - mr. P.J.W.G. Kok (Delta Lloyd) - drs. T. Pluijter (Fortis) - ing. W.H. Steenpoorte EMIM (REAAL) Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins van dienst is, en dat u de tijd wilt nemen om kennis te nemen van de inhoud die zeker de moeite waard is.
drs. H.J. Herbert directeur
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
1
Inhoud Voorwoord
1
Samenvatting Summary Zusammenfassung Resumé
3 4 5 6
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Verantwoording Representativiteit Een nieuwe werkwijze Leeswijzer
7 7 7 7 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Economische ontwikkelingen De wereldeconomie De Nederlandse economie Beleggingen De verzekeringsmarkt in 2007
9 9 9 10 11
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Levensverzekeringen Overzicht levenmarkt Individueel Nieuwe productie individueel Collectief
12 12 12 13 15
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Schadeverzekeringen Overzicht schademarkt Herverzekering Motorrijtuigen Brand Transport Aansprakelijkheid Rechtsbijstand Reis
17 17 18 18 20 22 23 24 24
5 5.1 5.2 5.3
Zorgverzekeringen Marktomvang Ziektekosten Inkomen
25 25 25 27
Verklaring begrippen
2
28
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Samenvatting Het premievolume van de verzekeringsbranche is in 2007 licht gegroeid ten opzichte van 2006 en kwam zelfs iets boven de stijgende inflatie uit. De groei vond vooral plaats in de sector Zorg en Leven, al was de groeivoet in Zorg aanzienlijk kleiner dan in 2006. Het resultaat is in 2007 zeer licht gestegen ten opzichte van 2006, maar blijft ver onder het niveau van 2005. De lichte stijging is vooral het gevolg van de ontwikkeling bij Leven.
Levensverzekeringen Alhoewel de nieuwe productie in deze sector afneemt, lijkt de ontwikkeling voor de sector als totaal nog redelijk positief. Het premievolume neemt toe en het resultaat stijgt. De toename van het premie volume wordt vooral veroorzaakt door de ontwikkelingen in het collectieve deel. In het individuele deel zien we de trend duidelijk omslaan met vooral dalingen bij beleggingsverzekeringen. Onder het positieve resultaat liggen dan ook ontwikkelingen die veel minder gunstig zijn en die reeds tot uiting komen in een afname van de nieuwe productie.
Schadeverzekeringen Het premievolume van de schadeverzekeringen stijgt in 2007 nauwelijks ten opzichte van dat van 2006. De felle concurrentie op zo goed als verzadigde markten zorgt ervoor dat de premies voortdurend onder druk staan, waardoor ondanks de stijgende inflatie en andere gunstige economische ontwikkelingen het premievolume nagenoeg constant blijft. Omdat de schade wel toeneemt, is het gevolg hiervan dat het resultaat in 2007 afneemt ten opzichte van de voorgaande jaren. Zowel de lage groei van het premie volume als het afnemen van het resultaat duiden op een omslag in deze sector.
Zorgverzekeringen De gevolgen van de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel zijn nog niet uitgewerkt, al zijn de effecten in 2007 lang niet zo dramatisch als in 2006. Het premievolume van de zorgverzekeringen neemt licht toe, maar aangezien de schade ook stijgt, leidt dit niet tot een beter resultaat. Voor ziektekosten is het resultaat net als in 2006 negatief, terwijl het voor inkomensverzekeringen afneemt.
Resultaat verzekeringsbranche 2007 premievolume1 2007 mrd. euro
netto combined ratio % groei
resultaat 2 2003 2004 2005 2006 2007 % verdiende premie
2007
26,6
t.o.v. 2006 3
n.v.t.
9
7
11
11
15
Totaal Schade - Motorrijtuigen - Brand - Transport - Overige
12,7 4,6 3,5 0,7 3,8
1 0 0 6 4
95 94 104 93 87
5 7 7 3 2
8 8 12 9 1
11 11 13 13 8
11 15 10 8 7
9 12 1 10 13
Totaal Zorg
36,7
4
99
8
11
15
4
3
Totaal
76,0
3
n.v.t.
8
8
12
8
9
Totaal Leven
3
remievolume van de directe binnenlandse tekening, de indirecte binnenlandse tekening en de directe buitenlandse P tekening. 2 Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van vennootschapsbelasting. 3 Inclusief levensloop. 1
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
3
Summary Premium turnover in the Dutch insurance industry enjoyed a slight growth in 2007, in comparison with 2006 and even rose somewhat above rising inflation. The said growth took place especially in the Health Care and Life sectors, even though the actual growth rate in the Health Care sector was relatively lower than in 2006. The result reveals a slight increase in 2007 as opposed to 2006, but remains far below the 2005 level. The slight increase is particularly attributable to developments in the Life insurance sector.
Life insurance Despite the fact that the new production within the sector is on the wane, the outlook for developments in the sector as a whole is rather positive. Premium turnover is on the increase and the results increase as well. The increase in premium turnover is especially attributable to developments in the collective share. As far as the individual share is concerned, we clearly see a reversal of the trend, with falls particularly in investment insurances. The positive results also encompass developments that are far from favourable and which are already being expressed in a drop in the new production.
Non-life insurance The premium turnover for non-life insurance hardly rose in 2007 as compared to 2006. The cutthroat competition in markets that are as good as saturated, ensured that premiums were constantly under pressure, as a result of which premium turnover remained more or less constant, spiralling inflation and other, favourable economic factors notwith standing. The rise in non-life insurance culminated in the results of the turnover for 2007 dropping in comparison with previous years. Both the growth in the premium turnover and the drop in the results point to a reversal in the sector.
Accident and Health insurance The consequences of the introduction of the new health care insurance system have not yet been assessed, even though the effects were no longer as severe in 2007 as they were in 2006. The premium turnover for accident and health insurance increased slightly but this did not culminate in better results owing to the fact that non-life insurance also rose. The result for health insurance was negative just like in 2006, and there was a downward trend in income insurances.
Results in the insurance industry in 2007 Premiums1 2007 billions of
net combined ratio
euros 26,6
% growth over 2006 3
Total Non-life - Car - Fire - Transport - Other
12,7 4,6 3,5 0,7 3,8
Total Accident & Health Total
Total Life
3
Results2 2003 2004 2005 2006 2007 % earned premiums
2007
n.a.
9
7
11
11
15
1 0 0 6 4
95 94 104 93 87
5 7 7 3 2
8 8 12 9 1
11 11 13 13 8
11 15 10 8 7
9 12 1 10 13
36,7
4
99
8
11
15
4
3
76,0
3
n.a.
8
8
12
8
9
The premium volume of the direct domestic turnover, indirect domestic turnover and direct foreign turnover. Result after interest, expressed as a percentage of the gross premium, after interest and after reinsurance, but before the deduction of corporation tax. 3 Life course savings scheme. 1 2
4
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Zusammenfassung Das Prämienvolumen der Versicherungsbranche hat im Vergleich zu 2006 im Jahr 2007 leicht zugenommen und überstieg die zunehmende Inflation sogar ein wenig. Dieses Wachstum fand vor allem im Bereich des Gesundheitswesens und im Lebensversicherungsbereich statt, wenn auch die Zuwachsrate beträchtlich geringer war als im Jahre 2006. Das Ergebnis stieg 2007 im Verhältnis zu 2006 besonders geringfügig, unterschreitet aber das Niveau von 2005 bei weitem. Der leichte Anstieg ist vor allem eine Folge der Entwicklung im Bereich der Lebensversicherungen.
Sachversicherungen Das Prämienvolumen der Sachversicherungen nahm 2007 im Vergleich zu dem des Jahres 2006 kaum zu. Die starke Konkurrenz auf nahezu gesättigten Märkten ist der Grund, weshalb die Prämien ständig unter Druck stehen. Das hält das Prämienvolumen trotz der zunehmenden Inflation und anderer günstiger wirtschaftlicher Entwicklungen so gut wie konstant. Da aber die Schäden zunehmen, nimmt das Ergebnis 2007 aufgrund dessen im Vergleich zu den Vorjahren ab. Sowohl das geringe Wachstum des Prämienvolumens als auch der Rückgang des Ergebnisses sind Indizien einer Wende in diesem Bereich.
Lebensversicherungen Obwohl die neue Produktion in diesem Bereich abnimmt, sieht die Entwicklung für die Branche insgesamt noch ziemlich positiv aus. Das Prämienvolumen nimmt zu und das Ergebnis nimmt auch zu. Die Zunahme vom Prämienvolumen ist hauptsächlich auf die Entwicklungen im Bereich der kollektiven Lebensversicherungen zurückzuführen. Hinsichtlich der individuellen Lebensversicherungen sehen wir hauptsächlich am Rückgang der Investitionsversicherungen eine eindeutige Trendwende. Dem positiven Ergebnis liegen nämlich weniger günstige Entwicklungen zugrunde, die sich bereits in einem Rückgang der neuen Produktion zeigen.
Krankenversicherungen Die Folgen der Einführung des neuen Krankenversicherungssystems wurden noch nicht ausgearbeitet, wenn auch die Folgen 2007 lange nicht so dramatisch sind wie sie 2006 waren. Das Prämienvolumen der Krankenversicherungen weist zwar leichtes Wachstum auf, da aber die Schäden auch zunehmen, kommt es zu keinem besseren Ergebnis. Das Ergebnis der Krankenversicherung ist wie im Jahre 2006 negativ, während das der Einkommensversicherungen abnimmt.
Ergebnis Versicherungsbranche 2007
Gesamt Leben3
Prämienvolumen1 Netto Kosten/ Ergebnis2 2007 Schadensatz 2003 2004 2005 2006 2007 Mrd. euro Wachstum 2007 % der verdienten Prämien i.V.z. 2006 26,6 3 nicht 9 7 11 11 15
Gesamt Schäden - Kraftfahrzeuge - Feuer - Transport - Übrige
12,7 4,6 3,5 0,7 3,8
1 0 0 6 4
zutreffend 95 94 104 93 87
5 7 7 3 2
8 8 12 9 1
11 11 13 13 8
11 15 10 8 7
9 12 1 10 13
Gesamt
36,7
4
99
8
11
15
4
3
Krankenvers. Summe
76,0
3
nicht zutreffend
8
8
12
8
9
rämienvolumen direktes Inlandsgeschäft, indirektes Inlandsgeschäft und direktes Auslandsgeschäft. P Technisches Ergebnis, ausgedrückt in Prozent der verdienten Bruttoprämie nach Zinsabgaben und Rückversicherung, aber vor Unternehmenssteuern. 3 Einschl. Lebenslauf. 1 2
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
5
Resumé Le volume des primes dans la branche de l´assurance a quelque peu augmenté en 2007 par rapport à 2006, à un taux légèrement supérieur à celui de l’inflation. Cette hausse a concerné principalement les secteurs Frais médicaux et Vie, bien que le taux de croissance du secteur Frais médicaux ait été nettement inférieur à celui de 2006. Le résultat 2007 est en très légère hausse par rapport à 2006, mais demeure bien inférieur au niveau de 2005. Cette légère hausse est surtout due au développement du secteur Vie.
Assurances vie Bien que la nouvelle production diminue dans ce secteur, l’évolution sur le plan global y semble assez positive. Le volume des primes est en hausse et le résultat aussi. L’augmentation du volume des primes est essentiellement engendrée par l’évolution de la part collective. On constate une nette inversion de la tendance dans la part individuelle, avec tout particulièrement des baisses concernant les assurances vie avec fonds d´investissement. Le résultat positif dissimule aussi des évolutions moins favorables qui se traduisent déjà par une baisse de la nouvelle production.
Assurances dommages Le volume des primes des assurances dommages augmente à peine en 2007 par rapport à celui de 2006. La concurrence acharnée sur des marchés quasiment saturés fait que les primes subissent une pression incessante, avec pour conséquence un volume des primes qui demeure pratiquement constant malgré une inflation en hausse et d’autres développements économiques favorables. Comme en revanche le volume des dommages augmente, il s´ensuit que le résultat en 2007 décroît par rapport aux années précédentes. La faible croissance du volume des primes ainsi que la baisse du résultat indiquent un basculement dans ce secteur.
Assurances maladie Les conséquences de l’introduction du nouveau système d´assurances maladie se font encore sentir, même si les effets sont nettement moins spectaculaires en 2007 qu’en 2006. Le volume des primes d’assurances maladie augmente légèrement, mais étant donné que les remboursements augmentent eux-aussi, cela ne conduit pas à un meilleur résultat. Pour les frais médicaux, le résultat est négatif, tout comme en 2006, tandis que celui des assurances contre les pertes de revenus décroît.
Résultat du secteur des assurances 2007
Total Vie3
volume des primes1 ratio Résultat 2 2007 combiné net 2003 2004 2005 2006 millards % croissance 2007 % prime acquise d’euros par rapport à 2006 26,6 3 sans objet 9 7 11 11
2007
15
Total Dommages - Véhicules automobiles - Incendie - Transport - Autres
12,7 4,6
1 0
95 94
5 7
8 8
11 11
11 15
9 12
3,5 0,7 3,8
0 6 4
104 93 87
7 3 2
12 9 1
13 13 8
10 8 7
1 10 13
Total Maladie
36,7
4
99
8
11
15
4
3
Total
76,0
3
sans objet
8
8
12
8
9
olume des primes des souscriptions nationales directes, des souscriptions nationales indirectes et des souscriptions étrangères V directes. 2 Résultat technique, exprimé en pourcentage de la prime acquise brute, après intérêt et après réassurance, mais avant paiement de l´impôt sur les sociétés. 3 Y compris assurance de planification des carrières. 1
6
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
1 Inleiding 1.1
Verantwoording
Dit verslag bevat een terugblik op de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsbranche over het jaar 2007. Het jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), het statistisch onderzoeksbureau van het Verbond van Verzekeraars. Alle hier gepresenteerde gegevens over de verzekeringsbranche zijn ontleend aan comptabele enquêtes, die het CVS in het voorjaar van 2008 heeft gehouden onder verzekeraars. Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt en die een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB). Voorheen beperkte het CVS zich hierbij tot de directe binnenlandse tekening. Vanaf dit jaar zoeken wij meer aansluiting bij DNB, die de cijfers inclusief indirecte tekening (dit is vooral herverzekering aangenomen van andere verzekeraars) en directe buitenlandse tekening weergeeft. De extra tekening is ongeveer 5% van het totaal en verhoogt de cijfers van het CVS in vergelijking met de uitkomsten van vorige jaren. De resultaten worden uitgedrukt in een percentage van de verdiende premie. De hier gepresenteerde resultaten zijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar voor afdracht vennootschapsbelasting. Deze resultaten zijn opgehoogd naar de omvang van de gehele Nederlandse verzekeringsbranche. De genoemde bedragen en aantallen in dit jaarverslag over voorgaande jaren kunnen op bepaalde punten licht afwijken van de bedragen en aantallen zoals vermeld in eerdere jaarverslagen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn bijstellingen op oude jaren, veranderingen in panelsamenstelling en de gewijzigde verslagleggingsregels. Alle resultaten en groeipercentages zijn afgerond op hele procentpunten. De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig van het CVS, tenzij anders vermeld.
1.2
Representativiteit
De financiële gegevens over levensverzekeraars zijn gebaseerd op ruim 90% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Leven, die het CVS jaarlijks houdt onder levensverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De enquête vraagt de verlies- en winstrekening, de technische en niettechnische rekening en de balans uit. De financiële gegevens van schadeverzekeraars zijn gebaseerd op bijna 75% van de Nederlandse verzeke-
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
ringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Schade & Zorg, die het CVS jaarlijks houdt onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstuk schadeverzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op alle schadeverzekeringen exclusief Zorg, namelijk verzekeringen voor motorrijtuigen, brand, transport, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en reis. De financiële gegevens van ziektekostenverzekeraars zijn gebaseerd op kwartaalcijfers van DNB over de gehele markt van Nederlandse ziektekostenverzekeraars. De sector Zorg bestaat uit ziektekosten- en inkomensverzekeringen, die weer zijn opgebouwd uit productgroepen. Hierbij wordt rekening gehouden met producten uit het nieuwe zorgstelsel (de basisverzekering) en de uitloop uit het oude zorgstelsel, alsmede de WIA en de uitloop van producten gerelateerd aan het oude sociale zekerheidsstelsel (Pemba, WAO-gat).
1.3
Een nieuwe werkwijze
Om de kwaliteit van de publicatie te verbeteren, wordt vanaf dit jaar gewerkt met een nieuwe verwerkingsmethode. In plaats van paneltotalen op basis waarvan de afgelopen vijf jaar worden teruggerekend, sluit het CVS nu zoveel mogelijk aan bij de officiële marktcijfers van De Nederlandsche Bank en worden groeivoeten uit de aangeleverde data gebruikt om cijfers over het laatste jaar te verkrijgen. De cijfers van de jaren 2003 tot en met 2006 kloppen dus met de cijfers van DNB, al zijn de cijfers waarover wij beschikken meer gedetailleerd. Voor 2007 hebben wij een raming gemaakt op basis van de marktcijfers van 2006 en groeivoeten uit data van verzekeraars. Dit betekent vooral dat de gepubliceerde data meer consistent worden. Cijfers uit het verleden worden niet meer aangepast als voor een ander panel wordt gekozen en de onderlinge optelbaarheid van productgroepen sluit beter aan. Wel is het mogelijk dat de gepubliceerde cijfers daarom afwijken van eerdere cijfers. In sommige gevallen kan het verschil zelfs aanzienlijk zijn. De nieuwe methode levert echter een betere kwaliteit van de ramingen en een meer betrouwbaar, consistent en stabiel beeld. De verbetering van de uitkomsten weegt daarmee ruimschoots op tegen een breuk in de gepubliceerde cijfers over de tijd.
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op algemene economische ontwikkelingen die van invloed zijn op de resultaten van de verzekeringssector. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de financiële ontwikke
7
lingen op de markt voor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling van het premievolume, de nieuwe productie en het resultaat. In hoofdstuk 4 wordt het resultaat van de diverse schadeverzekerin-
8
gen toegelicht. Ook wordt stilgestaan bij de impact van herverzekering. In hoofdstuk 5 wordt de markt van zorgverzekeringen toegelicht. Het verslag sluit met een verklarende lijst van begrippen.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
2 Economische ontwikkelingen4 2.1
De wereldeconomie
Ondanks turbulentie op de financiële markten in de tweede helft van het jaar, groeide de wereldeconomie in 2007 met bijna 5%. Hiermee lag de groei een fractie onder de ontwikkeling in de voorgaande jaren, wat vooral werd veroorzaakt door de lagere groei in de Verenigde Staten. De verwachting is dat de afzwakking van de groei aanhoudt en voor 2008 blijft steken op een niveau rond de 4%. De inflatie was tot nu toe redelijk gematigd. Dit maakt een bestendige economische groei waarschijnlijk, maar in 2007 is de inflatie weer toegenomen. Vooral de sterk gestegen olieprijzen dragen hieraan bij. Deze ontwikkeling versterkt de verwachting van een lagere economische groei dan in de voorgaande jaren. Verder blijven de bekende bedreigingen bestaan, zoals de hoge grondstoffenprijzen en het tekort op de betalingsbalans van de Verenigde Staten. Ook de stijging van de olieprijs en de kredietcrisis zijn factoren die nog steeds spelen en de druk op de inflatie en de economische groei verhogen. Gelukkig zijn er vooral in de opkomende economieën en in de Europese Unie nog enkele factoren om die ontwikkelingen deels te compenseren, waardoor de groei nog op een redelijk niveau kan blijven. De compenserende factoren zijn onder andere te vinden in de succesvolle economische integratie, wat een rol speelt bij de gunstige economische ontwikkeling in China en de nieuwe EU-lidstaten. Verder wordt het negatieve effect van een hoge olieprijs gecompenseerd door lage kapitaalkosten, effectief monetair beleid en een stijging van de arbeidsproductiviteit.
De ontwikkelingen op de financiële markten zijn het welhaast onvermijdelijke resultaat van de onevenwichtigheden die zijn ontstaan door de hoge groei en de lage inflatie van de afgelopen jaren. Dit levert een grote hoeveelheid kapitaal op waarvoor beleggers op zoek gaan naar een hoog rendement. Dit is vanwege de lage rente alleen te krijgen bij een hoog risico. Een hoge volatiliteit door onverwachte ontwikkelingen met grote gevolgen is dan het logische resultaat.
2.2
De Nederlandse economie
In 2007 hield de Nederlandse hoogconjunctuur aan. Inmiddels wordt de economische groei breed getrokken, door zowel de consumptie, de investeringen als de export. Hiervan is de export, zoals meestal, de belangrijkste factor. Al met al kwam de groei uit op 3,5%, de hoogste groei sinds het begin van het millennium en hoger dan de oorspronkelijk verwachte 2,8%. Het contrast tussen de ontwikkelingen op de finan ciële markten en de Nederlandse economische ontwikkelingen is erg groot. De verwachting is dan ook dat de doorwerking in 2008 alsnog volgt. De onrust op de financiële markten is begonnen in de Verenigde Staten. De ongunstige effecten hiervan op de economie en de daling van de koers van de dollar leiden tot afnemende exporten naar dit land. Verder ondervinden Nederlandse bedrijven met een filiaal in de Verenigde Staten nadelige gevolgen en kunnen finan ciële instellingen de kredietverlening aan con sumenten verminderen. Naar verwachting zal de economische groei in 2008 en 2009 dan ook alsnog dalen.
Figuur 1 Mutaties BBP ten opzichte van het vorige jaar (%) en de gemiddelde werkloze beroepsbevolking tussen 1999 en 2007 (bron: CBS). Voor 2008 en 2009 betreft het prognoses op basis van cijfers van het CPB werkloze beroepsbevolking (x 1.000)
volumemutaties BBP t.o.v. vorig jaar (%)
5 4
500
4,7 3,9 3,5
1,9
1,8 1,5
270
320
252
200 100
1 0,1
0 1999 4
310
302
301
2,3
2
413 344
300
2
483
399
400
3
3
479
2001
0,3
0 2003
2005
2007
2009
1999
2001
2003
2005
2007
2009
e tekst in dit hoofdstuk is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 2008 van het CPB, het jaarverslag 2007 van DNB en D publicaties van de OECD en de Wereldbank.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
9
Figuur 2
Beurskoersen AEX en MSCI in 2007 AEX
MSCI
600
1700 1650
560
1600 1550
520
1500 480
1450 1400
440
1350 1300
400 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
De economische groei gaat gepaard met stijgende inflatie en een aantrekkende arbeidsmarkt. Het aantal banen blijft stijgen en het aantal openstaande vacatures laat nog steeds een groei zien. Niettemin zal ook dit veranderen. Door de afnemende economische groei worden zowel het arbeidsaanbod als de werkgelegenheidsgroei kleiner. In 2008 zal hierdoor de werkloosheid naar verwachting nog iets verder afnemen, maar in 2009 loopt deze weer op. Daarnaast komt aan de periode met lage inflatie een einde. Door stijgingen van de loonkosten, de lonen, voedselprijzen, de prijs van olie en de daarmee samenhangende prijs van energie, zal de inflatie de komende jaren weer toenemen. Ook dit remt de gunstige economische ontwikkelingen.
Figuur 3 100%
80%
2.3
aug
okt
nov
dec
Beleggingen
De beurzen kenden vooral in de tweede helft van 2007 tumultueuze ontwikkelingen. De MSCI World Index, die een beeld geeft van de wereldwijde ontwikkelingen in de aandelenkoersen, schommelde tussen de -2% en +13% en eindigde uiteindelijk op een stijging ten opzichte van 1 januari 2007 van ruim 7%. De belangrijkste Nederlandse index, de AEX, liet soortgelijke schommelingen zien en steeg uiteindelijk met iets minder dan 3%. Verzekeraars beleggen een relatief klein deel van hun eigen vermogen in aandelen, onder andere om het risico op grote verliezen te verminderen en daarmee de integriteit van de beleidsvoering te verho-
Beleggingsmix schade- en levensverzekeraars (exclusief risico polishouders) 10%
11%
8%
7%
15%
14%
13%
10%
10% 7% 13%
12%
6% 16%
13%
6% 18%
overig
8% 6% 12%
60%
15%
11%
5%
51%
50%
vastgoed
10%
aandelen
48%
andere leningen
15%
40%
sep
43%
hypothecaire leningen
39%
obligaties 20%
0%
10
2002
2003
2004
2005
2006
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Figuur 4
Ultimo maandelijks u-rendement 2007 (%) ultimo maandelijks u-rendement 2007 (%)
5,0
4,5
4,0
2.4
De verzekeringsmarkt in 2007
De gevolgen van de kredietcrisis in 2007 vielen voor Nederland mee. Enerzijds komt dit omdat de beurskoersen in 2008 pas echt lager werden, anderzijds doordat de Nationale Banken adequaat reageerden en doordat in het huidige financiële stelsel reeds de nodige zekerheden en stabilisatoren zijn ingebouwd. Bij verzekeraars zijn weinig spectaculaire gevolgen van de kredietcrisis waar te nemen. Dat de rente door de kredietcrisis weer toeneemt, kan zelfs als een positief effect voor verzekeraars worden gezien.
3,5
3,0 januari
december
gen. Zodoende bestaat het grootste deel van beleggingen van verzekeraars uit vastrentende waarden, zoals staats- en bedrijfsobligaties, vorderingen uit (hypothecaire) leningen en vastgoed. De rendementen van deze vastrentende waarden hangen sterk af van de kapitaalmarktrente. De kapitaalmarktrente is voor veel verzekeraars dan ook een belangrijke determinant van de beleggingsopbrengsten. Een stijging van de kapitaalmarktrente heeft immers een negatief effect op de obligatiekoersen, maar vergroot (op de langere termijn) wel weer de beleggingsopbrengsten. Daardoor laten de beleggingsrendementen van verzekeraars weliswaar schommelingen zien, maar deze zijn vergeleken met de beursontwikkelingen veel meer gedempt. Ook hieruit blijkt dat uiteindelijk over geheel 2007 een positief beleggingsrendement is behaald, al is er wel sprake van een neerwaartse tendens in de laatste maanden. Dit beeld is te zien aan de ontwikkeling van de zogenaamde u-rendementen5 over 2007. Het u-rendement werd in 1995 geïntroduceerd als maatstaf om de rendementen op beleggingen te bepalen.
5
Van alle economische ontwikkelingen zijn voor verzekeraars vooral de stand van de rente en nieuw overheidsbeleid, zoals fiscale wetgeving en veranderingen in de zorgwet, van belang. Deze bepalen grotendeels hoe de conjuncturele ontwikkeling van de verzekeringsmarkt verloopt. Hierdoor heeft de verzekeringssector een eigen conjunctuur, die niet gecorreleerd is met de macro-economische conjunctuur. Op alle verzekeringsgebieden is sprake van felle concurrentie. De nieuwe Zorgverzekeringswet heeft geleid tot een nieuwe markt, die stormachtig werd veroverd en in 2007 verder werd ontwikkeld. In deze branche vinden dan ook de meeste veranderingen plaats op het gebied van premievolume en behaald resultaat. Voor levensverzekeraars is de kapitaalmarktrente van groot belang. De ontwikkelingen in 2007 zorgen voor de nodige onzekerheden, die de komende tijd zullen aanhouden. Dit kan voor de nodige veranderingen zorgen. De markt voor schadeverzekeringen wordt hier minder door beïnvloed, maar daar is de grote invloed van incidenten goed merkbaar. Ook hier kan een situatie dus ineens omslaan. Al met al reden genoeg om in de komende hoofdstukken bij elke branche gedetailleerder stil te staan.
et u-rendement is een rendementsmaatstaf welke maandelijks wordt gepubliceerd door het CVS. De hoogte van het H u-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van alle staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen) die voldoen aan een aantal specifieke criteria.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
11
3 Levensverzekeringen - Totaal premievolume neemt toe door collectieve verzekeringen - Nieuwe productie individueel neemt af - Aandeel beleggingsverzekeringen neemt af bij individueel - Kwaliteit nieuwe productie individueel neemt af - Resultaat Leven blijft goed
3.1
Overzicht levenmarkt
Voor de levensverzekeringsbranche is 2007 een bewogen jaar geweest. Levensverzekeraars werkten hard aan het verhogen van de transparantie om het vertrouwen bij de consument te vergroten. Aan de voorbereiding van de implementatie van de modellen De Ruiter werd dan ook veel aandacht besteed en het eerste uniforme pensioenoverzicht (UPO) werd uitgereikt. De ontwikkeling van de beurskoersen, die een belangrijke graadmeter voor de beleggingsresultaten vormen, was zowel positief als negatief. De AEX kende in 2007 een redelijk grillig verloop, maar sloot met een kleine stijging zelfs weer boven de 500-puntengrens aan het einde van het jaar, wat sinds 2001 niet meer was voorgekomen. Het grillige verloop is een negatief effect, omdat het de onzekerheid vergroot, maar de uiteindelijke eindstand laat dus een redelijk positieve stijging over geheel 2007 zien.
Het gedeelte van het premievolume van de levensverzekeringen dat op beleggingsbasis is gesloten, is met 7% gestegen. Het aandeel is hiermee licht toegenomen tot 44%, wat volledig op het conto van de collectieve markt kan worden geschreven, want binnen de individuele markt zien we een tegengesteld effect. Zowel het premievolume van premie- als koopsompolissen steeg dit jaar met een paar procent. De verhouding tussen deze twee groepen is ongewijzigd gebleven, 52% wordt via periodieke premie betaald. Het technisch resultaat stijgt in 2007 naar 15,5% van de bruto verdiende premie. Het resultaat wordt positief beïnvloed door een forse daling van de technische voorzieningen voor levensverzekering o.a. door afkoop en herverzekering in combinatie met een halvering van de post winstdeling en kortingen. Daartegenover staan stijgende uitkeringen en een stijging van overige technische lasten en beleggingslasten.
Het bruto premievolume van levensverzekeringen is in 2007 met ruim 3% gestegen en heeft voor het eerst de 26 miljard euro overschreden6. Ook het tech-
3.2
nisch resultaat steeg en wel van 11,1% naar 15,5% van de bruto verdiende premie. Om zoveel mogelijk aansluiting te houden bij de cijfers van toezichthouder DNB zijn in deze cijfers (evenals in eerdere jaren) premie-inkomsten uit overnamekoopsommen opgenomen zoals deze zijn gerapporteerd aan DNB.
Individuele levensverzekeringen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals hypothecaire levensverzekeringen, uitgestelde en direct ingaande lijfrenten, uitgestelde pensioenen, risicoverzekeringen en spaarverzekeringen. De nieuwe levensloopverzekering behoort overigens tot de
Figuur 5
Premievolume individueel en collectief, in miljarden euro’s
periodieke premie individueel
periodieke premie collectief
koopsom
20 16
7,3
7,6
7,8
7,8
7,9
16 12
9,1
9,3
9,7
9,7
9,8
4
8 4
0
4,3
4,2
3,6
4,5
4,9
4,2
3,9
3,8
3,7
4,0
2003
2004
2005
2006
2007
0 2003
6
koopsom
20
12 8
Individueel
2004
2005
2006
2007
it is inclusief verschuivingen van collectiviteiten. Onder IFRS moeten ingekomen voorzieningen van overgenomen D collectieve contracten als premie worden geboekt, wat de stijging van de premie positief beïnvloedt zonder dat er feitelijke premie-inkomsten tegenover staan.
12
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Figuur 6 Technisch resultaat Leven in procenten van de verdiende premie 16
15
12
11
11
9 7
8
4
0 2003
2004
2005
2006
2007
c ategorie spaarverzekeringen. De aanwezigheid van een overlijdensrisicodekking maakt het levensloopproduct tot een levensloopverzekering. Indien geen overlijdensrisicoverzekering aanwezig is, is het een bancaire levenslooprekening. Al gedurende meerdere jaren neemt het premie volume van individuele levensverzekeringen toe, maar het groeipercentage neemt elk jaar af. Groeide het premievolume in 2004 nog met 3,6%, in 2007 is dit nog maar 0,6%, waarmee de inflatie niet wordt bijgehouden. Het premievolume van de traditionele levensverzekeringen (in geld in plaats van beleggingen) is met 3% gestegen, terwijl het premievolume van de verzekeringen in beleggingseenheden dit jaar voor het eerst sinds jaren is gedaald, met 4% naar het volume van 2003. De verhouding tussen verzekeringen in geld en beleggingsverzekeringen in de individuele markt heeft zich een aantal jaren nauwelijks gewijzigd. In 2007 is het aandeel van geldverzekeringen echter weer met enkele procentpunten gestegen naar bijna 63%. De onderverdeling van het premievolume naar termijn van betaling is al jaren stabiel bij de individuele verzekeringen. Circa 55% van het premievolume wordt voldaan door middel van periodieke premie, de overige 45% via eenmalige stortingen (koopsom).
3.3
Nieuwe productie individueel
De productiepremie van nieuwe individuele levensverzekeringen is in 2007 met 10% gedaald van 8 miljard euro in 2006 tot 7,3 miljard euro. De daling van de productiepremie wordt veroorzaakt door drie productgroepen: direct ingaande lijfrenten, uitgestelde lijfrenten en spaarverzekeringen. Elk van deze productgroepen heeft een daling in de productiepremie gekend van 200 miljoen euro. De daling van de productiepremie van nieuwe individuele levensverzekeringen vindt voornamelijk plaats
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
bij verzekeringen die tegen periodieke premiebetaling worden afgesloten. De productiepremie van deze verzekeringen is met 20% gedaald, maar ook de nieuwe koopsomverzekeringen hebben een daling in de premie gekend, namelijk 7%. De daling in de productiepremie bij spaarverzekeringen vindt in zijn geheel plaats bij de verzekeringen die tegen een periodieke premiebetaling worden afgesloten. De spaarverzekeringen zijn hierdoor verantwoordelijk voor het grootste deel van de daling van de periodieke productiepremie (-200 miljoen euro). Hoewel de meeste productgroepen een daling hebben gekend in de periodieke productiepremie in 2007, hebben de producten ‘levenslang bij overlijden’ en ‘risicoverzekeringen’ een stijging doorgemaakt. De productiepremie, die periodiek wordt betaald op verzekeringen die een levenslange uitkering bij voortijdig overlijden garanderen, is in 2007 met 31% (16 miljoen euro) gestegen naar bijna 70 miljoen euro. De risicoverzekeringen tegen periodieke premie zijn ook gestegen, namelijk 10% (5 miljoen euro) naar 60 miljoen euro. Bij de verzekeringen die zijn afgesloten middels een koopsom, kenden direct ingaande en uitgestelde lijfrenten de grootste dalingen (-200 miljoen en -155 miljoen euro). Slechts bij één productgroep (risicoverzekeringen) is de productiepremie gestegen. De premie voor deze verzekeringen is in 2007 zelfs meer dan verdubbeld ten opzichte van 2006 naar 57 miljoen euro. De premie van nieuwe periodiek premiebetalende overlijdensrisicoverzekeringen is, als gevolg van concurrentie in de markt, gedaald. Waar de consument nog gemiddeld 510 euro per polis kwijt was in 2006, heeft de consument in 2007 495 euro betaald. Het verzekerd kapitaal per polis bleef in de periode 2006-2007 gelijk, zo’n 110.000 euro. Dit betekent dat de consument dus hetzelfde bedrag kan verzekeren tegen een lagere premie. De sterke daling van de productiepremie van nieuwe individuele verzekeringen tegen periodieke premie en de nieuwe verzekeringen tegen koopsommen hebben invloed op de APE (Annualised Premium Equivalent, oftewel de gestandaardiseerde productie). De APE wordt gebruikt om de kwaliteit van de productie weer te geven. Waar in 2006 de APE 2,5 miljard euro bedroeg, was deze in 2007 gedaald tot 2 miljard euro, wat betekent dat de kwaliteit van de nieuwe individuele productie is afgenomen. De meerderheid van de nieuwe polissen tegen periodieke premiebetaling zijn beleggingsverzekeringen. De verzekeringen waarbij bij aanschaf de premie wordt voldaan in de vorm van een koopsom zijn hoofdzakelijk traditioneel van aard.
13
Figuur 7
Nieuwe productiepremie in periodieke premie en koopsommen en de APE APE
koopsom
periodieke premie
8
5,9
6
6,1
5,4
5,7
4,8
4
2
0
1,6
1,5
1,6
2003
2004
2005
1,8
2,1
2,2
2003
2004
2005
2,5
2,1
1,5
2006
2007
2003
2004
2005
De productiepremie van zowel de nieuwe beleggingsverzekeringen als de nieuwe verzekeringen in geld zijn in 2007 ten opzichte van 2006 met respectievelijk 34 en 2 procent gedaald. Door de daling van de verkoop van beleggingsverzekeringen is het aandeel beleggingsverzekeringen in de totale nieuwe pro-
periodieke premie
2007
2006
2007
De verkoop van beleggingsverzekeringen hangt sterk samen met de beurskoers. De verkoop van beleggingsverzekeringen kende, als gevolg van het gunstige beursklimaat, in 1999 en 2000 een piek. In de periode daarna (2000-2005) is het aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe productie fors gedaald. De AEX kende in deze periode dan ook de laagste slotkoersen aan het eind van het jaar. Waar de beurs ultimo 1999 nog sloot op 671 punten, sloot deze in 2001 door de gebeurtenissen in de VS op 11 september 2001 op 507 punten. Eind 2002 sloot de AEX op een dieptepunt van 323 punten. In de jaren die volgden heeft de AEX zich moeizaam hersteld. In 2006 en 2007 ging het beter met de beurs. In deze jaren sloot de AEX op de laatste dag van het jaar op respectievelijk 495 en 516 punten.
koopsom beleggingen 9%
beleggingen 53%
2006
ductie van individuele levensverzekeringen gedaald van 25% in 2006 tot 18% in 2007, waarmee het terug is op het niveau van 1995.
Figuur 8 Aandeel beleggingsverzekeringen/verzekeringen in geld in productiepremie tegen perio dieke premie of koopsompremie in 2007
geld 47%
2,1
geld 91%
Figuur 9 Aandeel beleggingsverzekeringen in totaal aantal nieuwe verzekeringen, in premie en aantal en de AEX-index premie
aantal
AEX (slotkoers jaar)
60%
800 700
50%
600 40%
500
30%
400 300
20%
200 10%
100
0%
0 1997
14
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Figuur 10
Aantal nieuwe individuele levensverzekeringen en het gemiddelde verzekerd kapitaal per polis aantal nieuwe polissen (miljoenen)
verzekerd kapitaal per polis (x1.000 euro)
2,0
60
1,6
50 40
1,2
30 0,8
20
0,4
10
0,0
0 1995
1998
2001
2004
2007
In 2007 is duidelijk te zien dat de beurskoersen zich redelijk herstellen, terwijl de consument in 2007 minder vaak heeft gekozen voor een beleggingsverzekering. De oorzaak ligt zowel in het grillige verloop van de beurs in 2007 als in de ophef die is ontstaan over beleggingsverzekeringen. Naast de daling van de productiepremie is ook het aantal verkochte polissen gedaald. Het jaar 2007 was het derde achtereenvolgende jaar waarin de productie van het aantal nieuwe polissen afnam. Sinds het hoogtepunt in 1999 (1,8 miljoen verkochte polissen) is het aantal polissen sterk teruggelopen tot 1,1 miljoen in 2003. Na een korte opleving van de productie in 2004, is vanaf 2005 het aantal nieuw verkochte individuele levensverzekeringen gedaald van 1,3 miljoen tot 1,1 miljoen polissen in 2007. Het aantal nieuw verkochte uitgestelde lijfrenten is fors gedaald (-21%). Door wijzigingen in het belastingstelsel is er minder fiscale stimulans om producten aan te schaffen. In het jaar 2000 was er een piek (ruim 400.000 polissen) in de verkoop van uitgestelde lijfrente, maar na wijziging van het belastingstelsel in 2001 liep de verkoop terug tot 95.000 polissen in 2007. Door de daling van het aantal polissen en de productiepremie is ook het verzekerd kapitaal van de nieuwe individuele polissen over het jaar 2007 gedaald. In 2006 werd 58,4 miljard euro verzekerd en in 2007 ruim 56,8 miljard euro. Het gemiddelde verzekerd kapitaal per nieuwe polis is echter wel gestegen. Voor het eerst is het verzekerd kapitaal per polis boven de 50.000 euro uitgekomen, namelijk 52.000 euro.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
1995
3.4
1998
2001
2004
2007
Collectief
Het premie-inkomen is in 2007 met zo’n 8% gestegen. Evenals in 2006 is sprake van een substantieel bedrag aan overnamekoopsommen, maar ook het gedeelte dat middels periodieke premie wordt betaald, is met 7% gestegen in tegenstelling tot de daling in voorgaande jaren. Een verklaring hiervoor is de consolidatie van kleine pensioenfondsen in grotere verzekeraars. De kosten zijn door regelgeving en toezichthouders dusdanig gestegen, dat deze voor kleine fondsen te hoog worden. Door consolidatie worden de kosten als gevolg van schaalvoordelen weer lager. Verder neemt het premievolume toe vanwege een stijging van het aantal werknemers en de gemiddelde hogere inkomens. Ten opzichte van eind 2005 is het aantal werknemers, waarvan meer dan 90% een vast contract heeft, toegenomen met bijna 5%. Het premievolume van verzekeringen in geld daalde met zo’n 8%, terwijl het gedeelte beleggingen met meer dan 20% steeg. Het aandeel van beleggingsverzekeringen in de collectieve markt steeg hierdoor ook naar 56%. De premiestijging vond plaats in zowel premiebetalende als koopsompolissen. De verhouding hiervan bleef dan ook ongewijzigd op 45-55. Individuele pensioenen (derde pijler) worden bijna in zijn geheel verzekerd bij verzekeraars. Van de collectieve pensioenen wordt veelal gedacht dat deze hoofdzakelijk zijn ondergebracht bij de bedrijfstak-, beroeps- en ondernemingspensioenfondsen. Uit een meerjarige analyse blijkt echter dat verzekeraars in de periode 2003 t/m 2005 zo’n 21% van de tweede pijler pensioenmarkt bedienen. De verzekeraars bedienen een substantieel deel in de tweede pijler pensioenmarkt.
15
Hypothecaire verzekeringen en de verkoop van woningen De productie van hypothecaire verzekeringen is in 2007 zowel in aantallen, verzekerd kapitaal als in premieomzet gedaald. De daling van het aantal hypothecaire verzekeringen ging gepaard met een daling van het aantal verkochte woningen. Waar 2005 en 2006 nog een stijging kende in de verkoop van het aantal woningen (respectievelijk 7,6% en 1,5%), daalde het aantal verkochte woningen in 2007 met 3,5% tot 202.401 woningen. Ook zijn er minder hypothecaire verzekeringen afgesloten in 2007 dan in 2006. In 2006 werden namelijk 178.208 verzekeringen afgesloten, in 2007 was dit gedaald tot 154.059 polissen; dit betekent een daling van 13,6%. Gedurende 2007 had de verkoop van woningen een grillig verloop. Het jaar kende een aantal sterke pieken en dalen. Het aantal nieuw afgesloten hypothecaire verzekeringen volgt in grote mate de ontwikkeling van de huizenverkoop. Zo zijn in september zowel een kwart minder woningen als een kwart minder verzekeringen die gelieerd zijn aan een hypotheek, verkocht ten opzichte van de maand ervoor. In oktober zijn beide verkopen weer met 17% gestegen. Figuur 11 Aantal nieuwe hypothecaire verzekeringen en aantal verkochte woningen in 2007 per maand hypothecaire verzekeringen
aantal verkopen
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
16
J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
4 Schadeverzekeringen - Resultaat schade neemt af - Nauwelijks groei premievolume schade als gevolg van felle concurrentie - Incidenten beïnvloeden het resultaat sterk
4.1
Overzicht schademarkt
Bij het totaal van de schadeverzekeringen, dus exclusief Zorg (ziektekosten en inkomen), valt op dat het premievolume in 2007 nauwelijks stijgt ten opzichte van 2006. De felle concurrentie op nagenoeg verzadigde markten zorgt ervoor dat de premies voortdurend onder druk staan, waardoor ondanks een toenemend aantal polissen en stijgende inflatie het premievolume maar zeer licht kan groeien. Omdat de schadelast toeneemt, neemt het resultaat in 2007 af ten opzichte van de voorgaande jaren. Tabel 1
acceptatiebeleid slagen verzekeraars erin de betaalde schade binnen de perken te houden. In 2007 lijkt deze ontwikkeling niet langer meer houdbaar als strategie om het resultaat op peil te houden. Door enkele incidenten, door toenemende schade en door dalende premies staat het resultaat zodanig onder druk dat het voor het eerst in jaren afneemt. De netto combined ratio7 van het totaal van de schadeverzekeringen ligt in 2007 rond de 95. Dit is een aanzienlijke verhoging in vergelijking met 2006 (92),
Premievolume en premieontwikkeling schadebranches
branche
2006 miljard euro 4,6 3,5 0,7 3,7 1,2 0,5 0,5 12,6
Motorrijtuigen Brand Transport Overige * w.o. Aansprakelijkheid w.o. Rechtsbijstand w.o. Reis Totaal
2007
mutatie % 0 0 6 4 7 7 1 1
4,6 3,5 0,7 3,8 1,2 0,6 0,5 12,7
* Tot de Overige verzekeringen behoren ook Krediet & borgtocht en Diverse geldelijke verliezen. Dat het resultaat tot en met 2006 kon groeien, was vooral het gevolg van een afname van het aantal schaden. Door meer aandacht te schenken aan risicoidentificatie, preventie en een aanscherping van het Figuur 12
maar het betekent dat de inkomsten nog steeds voldoende hoog zijn om de uitgaven te kunnen dekken, zonder dat daarbij sprake is van compenserende beleggingsopbrengsten.
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio Schade voor herverzekering
na herverzekering
20
netto combined ratio schade
104 17
16
15
15
15
100
100 97
12
96
11 11
8 4
9 8
92
92
88
5
0
84 2003
7
95 93
11
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
De netto combined ratio gebruikt de bedragen gecorrigeerd voor herverzekering. Dit kan alleen op brancheniveau. Voor de onderliggende productgroepen is het aandeel herverzekering niet bekend en moet derhalve de bruto combined ratio worden berekend.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
17
Kyrill Op 18 januari 2007 vond de zwaarste storm in vijf jaar plaats. De schade van deze storm bedraagt meer dan 330 miljoen euro. Dit is ongeveer 20% van de totale schade op het gebied van brandverzekeringen over een heel jaar. Tabel 2
Stormschade 18 januari 2007 per branche
soort verzekering Bedrijven (opstal en inboedel) Opstal particulieren Motorrijtuigen Inboedel particulieren Transport Constructie en aanbouw
schade (in miljoenen) 180 100 20 15 8 7
Totaal
330
Van de totale schade kwam 295 miljoen euro voor rekening van de brandverzekeringen die opstal en inboedel dekten, waarvan het leeuwendeel uiteraard bestond uit schade aan opstal. De schade aan bedrijfsgebouwen (opstal en inboedel) was de grootste schadepost, bijna twee keer zo hoog als de schade aan particuliere opstal. De hoogte van de bedrijfsschade wordt mede veroorzaakt doordat de agrarische schade hieronder valt. De storm heeft veel kassen beschadigd, waarna de regen, de glasscherven en de daarna invallende vorst de oogst zodanig beschadigden dat de totale schade flink opliep.
4.2
Herverzekering
De ontwikkeling bij herverzekeringen beïnvloedt het behaalde resultaat van verzekeraars in 2007 negatief. De premie betaald aan herverzekeraars neemt al enkele jaren toe, een trend die in 2007 tot een halt komt. De door herverzekeraars uitgekeerde schade is gedaald, waardoor de herverzekeringsmarge, die gezien kan worden als het netto bedrag dat verzekeraars aan herverzekeraars betalen om hun risico te verkleinen, dit jaar groter is dan in de voorliggende jaren. Dit wordt enigszins gecompenseerd door toegenomen ontvangen provisie van herverzekeraars. De ontwikkeling van de herverzekeringen is een gevolg van wereldwijd gestegen herverzekeringspremies, mede als gevolg van terroristische dreigingen
en een toegenomen kans op rampen als gevolg van klimaatveranderingen. Om de gestegen herverzekeringspremies te compenseren, nemen verzekeraars meer in eigen behoud. Dit is voor het aan herverzekeraars betaalde premievolume min of meer neutraal. Omdat in 2007 de uitgekeerde schadelast afnam, is het verschil tussen de premie en de schade in 2007 groter dan in voorgaande jaren.
4.3
Motorrijtuigen
Het premievolume van de branche Motorrijtuigen is in 2007 ongeveer gelijk gebleven aan dat van 2006. Het effect hiervan is des te sterker, omdat de inflatie toeneemt en het wagenpark in 2007 verder is uitgebreid. De oorzaak van het gelijk blijvende premievolume ligt vooral in de dalende premies als gevolg van
Figuur 13 Herverzekeringsmarge, premie betaald aan en schade ontvangen van herverzekeraars, als percentage van de verdiende premie herverzekeringsmarge
premie
24
9 7
6
schade
20 6
6
19 18
20
20
10
10
2006
2007
19
16 5
12
4
11
8
3
9
8
4 0
0 2003
18
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Figuur 14 Gemiddelde verzekeringspremie van nieuw afgesloten personenautopolissen per kwartaal 520
477
480
477
440
436 423 413
408
400
360
daald. Dit komt doordat de individuele premies lager zijn geworden en omdat aan de dalingen van de schaden in 2007 een einde is gekomen. Uit cijfers van de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) is ook te zien is dat het aantal doden in het verkeer het afgelopen jaar weliswaar weer is gedaald, maar dat het aantal verkeersgewonden juist is toegenomen, van 9.501 in 2006 naar 9.683 in 2007. Dit betekent een hogere schadelast als gevolg van verkeersongevallen, in plaats van de daling die tot vorig jaar zichtbaar was. Dit kan niet worden gecompenseerd door het gunstige effect van een snellere afhandeling van letselschaden (zie pagina 21).
de sterke concurrentie in deze sector. Gecombineerd met een afnemende schadelast in het verleden heeft dit geleid tot substantiële premieverlagingen. Slechts dankzij een volume-effect blijft het totale premie volume nog op peil.
De diefstal van voertuigen loopt al enkele jaren terug. Alhoewel deze trend doorzet voor personenauto’s, bedrijfsvoertuigen en aanhangers, zien we bij motoren en bromfietsen juist een toename van het aantal gestolen voertuigen. Vooral bij bromfietsen is de stijging enorm. Ook dit drukt de schadelast van motorvoertuigen in 2007 dus niet in dezelfde mate als voorgaande jaren.
Het resultaat na rente en na herverzekering van de branche Motorrijtuigen is vergeleken met 2006 ge-
Het resultaat van motor is niet bij alle onderdelen afgenomen. Zo neemt het resultaat vooral bij de casco-
2006-3
Tabel 3
2006-4 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4
Diefstallen van voertuigen (bron: RDW-BOVAG)
categorie
2003 aantal
2004
2005
2006
2007
18.968
16.527
13.844
12.821
11.891
mutatie ’06/’07 % -7%
Bedrijfsvoertuigen
Personenauto’s
3.708
3.672
3.038
2.763
2.447
-11%
Aanhangers
1.045
942
1.032
1.030
987
-4%
Motorrijwielen
1.886
1.768
1.765
1.547
1.676
8%
nb
nb
nb
4.420
9.774
121%
25.607
22.909
19.679
18.161
17.001
-6%
% van vorig jaar
-17
-11
-14
-8
-6
2
% teruggevonden
65
66
61
55
56
1
Bromfietsen* Totaal
* Cijfers zijn bekend vanaf 2006 en daarom niet meegenomen in het totaal.
Figuur 15
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en netto combined ratio Motor na herverzekering
voor herverzekering
20
110 15
15 12
10
9 7
5
netto combined ratio schade
14
13 12
11
105
100
100 98
8
95
95
6
93 91
0
90 2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
2003
2004
2005
2006
2007
19
Figuur 16 Resultaat na rente vóór herverzekering Motor casco en Motor WA in procenten van de verdiende premie totaal WA
totaal casco
30
18 januari 2007 plaatsvond en waarvan het schadebedrag voor de brandverzekeringen op 295 miljoen euro wordt geraamd. Ook is de schade als gevolg van grote branden in 2007 hoger dan in 2006. Dit komt door incidenten en kan niet worden aangemerkt als een trend.
25
20
18
17
Doordat het herverzekerde schadebedrag is afgenomen als gevolg van gestegen herverzekeringspremies, drukken de schaden zwaarder op het resultaat, wat in 2007 dan ook zeer laag is. Slechts door de renteopbrengsten blijft het resultaat net boven nul. De netto combined ratio stijgt tot boven de 100, wat wil zeggen dat de binnengekomen premie niet voldoende is om de totale schade en kosten te dekken.
18
11
10
12 1
0
8
1
3
-10 2003
2004
2005
2006
2007
verzekeringen af en blijft bij WA gelijk. Bij zowel WA als casco blijft het resultaat positief. De afname van het resultaat van casco is zichtbaar bij zowel personenauto’s als bij bedrijfsauto’s.
4.4
De terugval van het resultaat is zowel bij particuliere verzekeringen (opstal- en inboedelverzekeringen) als bij de verzekeringen met bedrijventekening zichtbaar. Bij de verzekeringen met bedrijventekening is de terugval het sterkst. De afgelopen jaren werden daar mooie resultaten geboekt, maar door de hoge schadelast in 2007 is het resultaat teruggevallen naar het niveau van de particuliere verzekeringen van vorig jaar.
Brand
Het premievolume bij brandverzekeringen is in 2007 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2006. Door felle concurrentie op markten die reeds een hoge penetratiegraad kennen, staan de individuele premies onder druk en kan ook het totale premievolume nauwelijks groeien. Mede door toenemende aandacht voor preventie kon de schade de laatste jaren dalen, maar deze trend sloeg in 2007 om. De schadelast nam weer toe als gevolg van enkele incidenten, zoals de storm die op
Ongeveer 250 miljoen euro van het premievolume voor brandverzekeringen gaat om in de zogenoemde Technische verzekeringen. Dit zijn verzekeringen voor elektronica, machinebreuk en construction all risk. Deze productgroep heeft veel minder last gehad van de storm en andere incidenten dan de brandverzekeringen. Als gevolg hiervan is zowel het premievolume als het resultaat van de Technische verzekeringen in 2007 gestegen. Hiermee is deze productgroep een uitzondering binnen Brand.
Figuur 17 Resultaat na rente vóór herverzekering Personenauto’s en Bedrijfsauto’s, casco en WA in procenten van de verdiende premie personenauto’s WA
personenauto’s casco
40
40 25
20
bedrijfsauto’s WA
20
21
24
23
30
bedrijfsauto’s casco 31
20
16
11
15 6
0
11
7
7
0
-2
14
1
-1
-20
-20 -23 -27
-40
-40 2003
20
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Verkeersletselschaden steeds sneller afgehandeld Uit de letselstatistiek van het CVS blijkt dat de totale schadelast op het gebied van persoonlijk letsel over 2006 bijna 1,1 miljard euro bedraagt. Dit cijfer vertoont over de tijd een licht dalende tendens. Het grootste deel van de letselschade wordt in het verkeer veroorzaakt. De snelheid waarmee de zaken worden afgehandeld, lijkt toe te nemen in de loop van de tijd. Gemiddeld is een schadegeval in ongeveer twee jaar volledig afgehandeld, maar er zijn ook zaken die meer dan vier jaar openstaan. Dit zijn de zogenaamd langlopende letselschaden. Deze cijfers zijn voor verschillende jaren weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 4 Percentage niet met slachtoffer afgehandelde verkeersletselschaden naar schadejaar schadejaar
percentage verkeersletselschaden die niet zijn afgehandeld met slachtoffer meting 2005 meting 2006 meting 2007 december 2004 december 2005 december 2006 % % % n.v.t. n.v.t. 3,6 n.v.t. n.v.t. 2,5 n.v.t. 3,5 1,6 4,2 2,8 1,3 3,1 2,4 1,1 2,2 1,8 0,8 1,8 1,4 0,8 1,4 0,9 0,5 1,1 0,6 0,4 1,0 0,6 0,3 0,8 0,5 0,2 0,9 0,4 0,3 1,5 0,2 0,3 0,9 0,2 0,2 0,6 0,2 0,0 n.v.t. 0,1 0,3
peildatum 2002 2001 2000 1999 1998 1997 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990 1989 1988 1987 en eerder Bron: CVS
Uit deze cijfers blijkt dat het percentage openstaande schaden uit een bepaald jaar in de meeste gevallen nog afneemt, wat betekent dat er nog steeds actief aan de zaken wordt gewerkt. Kijken we bij elke editie een vast aantal jaren terug, dan zien we dat ook die percentages afnemen. Dit wijst erop dat de schaden sneller worden afgehandeld. Zo laat de meting van 2005 zien dat 4,2% van de schaden na vijf jaar nog openstaat. In de meting van 2006 is dit nog maar 3,5% en in de laatste editie is het cijfer zelfs geslonken tot 2,5%. Het lijkt er dus op dat de verkeersletselschaden steeds sneller worden afgehandeld. Overigens kan de oorzaak dat een zaak openstaat sterk verschillen. Zo kan er sprake zijn van openstaande juridische procedures of van doorgaande jaarlijkse uitkering.
Figuur 18
Resultaat na rente in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio Brand voor herverzekering
30
na herverzekering
netto combined ratio
110
27
104 21
20
19
100
15
10
95 12
10
13 10
90
88
90 87
7
0
1
-10
80
70 2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
2003
2004
2005
2006
2007
21
Figuur 19
Schadelast grote branden gecorrigeerd voor inflatie (1987=100) schadebedrag gecorrigeerd voor inflatie
excl. enschede
200
150
100
50
0
4.5
1988
1990
1992
1994
1996
Transport
Het premievolume bij transportverzekeringen is in 2007 gegroeid. De hoge groei van de wereldeconomie en de daarmee gepaard gaande groei van de internationale handel hebben een gunstig effect op de vervoerde goederen en de daarmee samenhangende verzekeringen. Ook de toegenomen bouwactiviteiten
1998
2000
2002
2004
2006
dragen bij aan een verhoging van het premievolume voor landmaterieel, dat ook onder de transportverzekeringen valt. Het resultaat na rente en na herverzekering van de branche Transport laat in 2007 een licht positieve ontwikkeling zien. Dit lijkt opmerkelijk omdat in 2007 enkele incidenten met een grote schadelast zijn voorgevallen. Op deze incidenten is
Figuur 20 Resultaat na rente vóór herverzekering Brand Bedrijven en Particulieren in procenten van de verdiende premie brand bedrijven
brand particulieren
50
20 40
40
39 15
16 14
30
27
20
12 14
10 0
13
23
8 4
4 -4
-10
0 2003
Figuur 21
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Resultaat na rente voor en na herverzekering en de netto combined ratio Transport voor herverzekering
na herverzekering
25
netto combined ratio
105 102 20
20 15
15
16
16
17
95
13
10 9
93 8
22
90
90
3
2003
94
94
10
5 0
100
85 2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Figuur 22 Resultaat na rente vóór herverzekering Aansprakelijkheid Bedrijven en Particulieren in procenten van de verdiende premie aansprakelijkheid bedrijven
aansprakelijkheid particulieren
30
30 23
23 21
20
20 14
10
10
8
4
0
-1
6
0 -2
-10
-7
-10 2003
Figuur 23
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Mutatie schadevoorziening AVB en AVP in procenten van de verdiende premie
mutatie schadevoorziening AVB
mutatie schadevoorziening AVP
30
30 25
25
20
20 14 11
10
10
10
7
4
4
0
0
-10
-10
0 -4
2003
2004
2005
2006
2007
echter goed geanticipeerd middels het treffen van voorzieningen. Zodoende drukken deze incidenten op meerdere jaren, waardoor het effect voor 2007 beperkt blijft.
4.6
Aansprakelijkheid
Het premievolume bij aansprakelijkheidsverzekeringen is afgelopen jaar gegroeid. Tot de branche Aansprakelijkheid behoren naast de aansprakelijkheid
2003
2004
2005
2006
2007
voor particulieren (AVP) en bedrijven (AVB) ook aansprakelijkheidsverzekeringen voor garagehouders en landbouwers. Het resultaat van aansprakelijkheidsverzekeringen laat een stijging zien, zowel bij de aansprakelijkheidsverzekeringen voor particulieren als bij de aansprakelijkheidsverzekeringen voor bedrijven. Bij de bedrijven blijft het resultaat hoger dan bij de particulieren, maar het verschil is kleiner dan in voorgaande jaren. Een mogelijk oorzaak van
Doorlooptijden aansprakelijkheidschaden nemen af Verreweg de meeste aansprakelijkheidszaken op het gebied van letsel ontstaan in het verkeer. Niettemin zijn er jaarlijks ook de nodige gevallen die vallen onder de aansprakelijkheidsverzekeringen van particulieren en bedrijven. Vooral de letselschaden die onder de bedrijfsaansprakelijkheid vallen, hebben een langere doorlooptijd dan de letselschaden in het verkeer. Waar de gemiddelde doorlooptijd 25 maanden bedraagt, is dit voor bedrijfsverzekeringen maar liefst 40 maanden en voor particuliere verzekeringen 24 maanden. De doorlooptijd blijkt samen te hangen met het aantal slachtoffers en de claimgrootte. Elke extra betrokkene verhoogt de verwachte doorlooptijd met 3,4 maanden, ongeacht de verzekering waaronder de letselschade valt. Per 1.000 euro geclaimd schadebedrag neemt de verwachte doorlooptijd voor bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen zo’n 10 à 11 dagen toe, wat reflecteert dat zaken met een hoog schadebedrag complexer zijn. Voor particuliere aansprakelijkheidsverzekeringen is dit zelfs 20 dagen per geclaimde 1.000 euro.
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
23
het hogere resultaat is de snellere afhandeling van letselzaken, die voor elke partij besparingen met zich meebrengt, onder andere omdat de omvang van de schadevoorzieningen hierdoor vermindert.
4.7
Rechtsbijstand
Het premievolume van rechtsbijstandverzekeringen liet in 2007 een flinke stijging zien. Vanwege het gestegen aantal schaden nam het resultaat echter licht af. Deze schaden betreffen vooral verkeerszaken en contracten.
4.8
Reis
Het premievolume in de branche Reis is in 2007 licht gestegen ten opzichte van dat van 2006. De laatste jaren is een lichte stijging te zien, wat samenhangt met de gestegen economische groei. Ook de stijgende eurokoersen maken reizen aantrekkelijker. Het aantal schademeldingen stijgt natuurlijk mee. Het effect van deze ontwikkelingen is dat het resultaat na rente van de totale reisbranche in 2007 licht daalt ten opzichte van 2006.
Figuur 24 Resultaat na rente vóór herverzekering en mutatie schadevoorziening van Rechtsbijstand in procenten van de verdiende premie resultaat na rente
mutatie schadevoorziening
16
15 13
12
12
12
11
11
10 8
6 4
5 4
2
2
2003
2004
0
4
0 2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Figuur 25 Resultaat na rente vóór herverzekering en mutatie schadevoorziening Reis in procenten van de verdiende premie resultaat na rente
mutatie schadevoorziening
20
4 17
15
14
17
16
15
3
2 1
10
1
1
0
0 5
0
-2 2003
24
2004
2005
2006
2007
2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
5 Zorgverzekeringen - Resultaat ziektekostenverzekeraars blijft negatief - Schadelast ziektekostenverzekeraars stijgt meer dan de premie-inkomsten - Bedrijfskosten ziektekostenverzekeraars aanzienlijk gedaald - Premievolume inkomensverzekeraars neemt toe, resultaat neemt af
5.1
Marktomvang
De sector Zorg bestaat uit de branches Ziektekosten en Inkomen. In beide branches hadden vooral in 2006 wetswijzigingen een grote impact. Bij Ziektekosten (verzekeringen tegen de kosten van ziekte) speelde de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw), oftewel de overgang van de ziekenfondsverzekering en particuliere verzekeringen naar de basisverzekering. In de branche Inkomen (verzekeringen tegen inkomensderving door arbeidsongeschiktheid en ongevallen) betekende de overgang van WAO naar WIA het aflopen van oude producten en de introductie van nieuwe producten. In 2007 ebben de gevolgen van deze veranderingen nog steeds na. Dit resulteert voor beide branches in een afname van resultaat, terwijl het premievolume toeneemt. Bij Ziektekosten is het resultaat al sinds de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet negatief.
5.2
Ziektekosten
Ziektekostenverzekeraars hebben inmiddels ruim twee jaar ervaring met de Zvw. In 2007 is het totale premievolume van de branche gegroeid tot 32,7 miljard euro (bruto geboekt), een stijging van slechts 4% ten opzichte van 2006. In de jaren daarvoor, toen in het oude ziektekostenstel nog onderscheid was naar ziekenfonds en particulier, steeg het particuliere premievolume elk jaar een stuk harder: in 2005 bedroeg de groei van de verdiende premieomzet nog 11% (waaronder ziekenfondsen inclusief bijdragen
Figuur 26
CVZ 14%, aanvullende verzekeringen 3% en privaatrechtelijk 6%). Op de basisverzekering is de afgelopen twee jaar in totaal meer dan een miljard euro verlies geleden (1.071 miljoen euro), dat niet gecompenseerd kan worden met het positieve resultaat op aanvullende verzekeringen (69 miljoen euro). De oorzaak van de slechte resultaten in de branche Ziektekosten ligt in de hevige prijsconcurrentie en de relatief sterk stijgende schadelast: de netto verdiende premie groeide in 2007 met 3,7%, terwijl de netto geleden schade met 4,8% toenam. Met de beperkte mogelijkheden voor marktwerking zijn maatregelen om de schadelast te beperken nog nauwelijks geïmplementeerd. Ziektekostenverzekeraars zijn er in geslaagd de bedrijfskosten aanzienlijk te reduceren, zowel in absolute als relatieve zin: een afname van ongeveer 0,1 miljard euro, oftewel 5,9% minder ten opzichte van 2006. De vermindering van de bedrijfskosten valt echter in het niet bij de stijging van de schadelast: een stijging van ruim 1,3 miljard euro, oftewel de genoemde 4,8%. Om tot een rendabele branche te geraken, zou een (relatieve) vermindering van het geconsumeerde zorgvolume (hoeveelheid en prijs) nodig zijn. De ontwikkeling van de schadelast is hoogst onzeker. De schadelast bestaat uit twee componenten: de
Netto resultaat in procenten van de verdiende premie en de netto combined ratio Ziektekosten netto resultaat
netto combined ratio
6
104 4
4
102
102
4
101
2
100
2
0
0
100
98
98
97
-1
-2
96 2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
2003
2004
2005
2006
2007
25
Tabel 5
Kengetallen Ziektekosten bruto geboekte premie (mrd)
Ziektekosten
netto combined ratio
2006
2007
31,5
32,7
2006 101,3
2007 101,7
27,8
29,1
103,4
102,7
3,5
3,7
101,9
100,7
waarvan Basis Aanvullend Bron: DNB etaalde schade en de wijziging van de schadevoorb zieningen. De betaalde schade in een jaar is eenvoudig vast te stellen door alle betalingen van 1 januari tot en met 31 december op te tellen tot een totaal van dat kalenderjaar. Voor nog te betalen behande-
lingen, ‘openstaande’ schaden waarvoor op enig moment nog enig bedrag moet worden betaald, houden verzekeraars schadevoorzieningen aan. De benodigde omvang van die reserves is echter zeer moeilijk in te schatten. Dat komt door de invoering
Hoge klanttevredenheid stijgt verder De gemiddelde waardering door de klant van de ziektekostenverzekeraar ligt hoog: onvoldoendes komen niet voor; alle verzekeraars scoren meer dan een zeven. Daarnaast is er de afgelopen jaren een toename zichtbaar van de waardering: van 7,6 in 2005 tot 7,8 in 2007. Ondanks de grote administratieve en procesmatige wijzigingen die de introductie van de basisverzekering in 2006 betekenden, is de waardering door verzekerden toegenomen. Met de ervaren verbetering in klantenservice is de waardering in 2007 verder gestegen. Figuur 27
Waardering door klanten van ziektekostenverzekeraars gemiddelde
9,0 8,5 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 2005
2006
2007
In de grafiek staat een punt voor een of meerdere verzekeraars (meerdere verzekeraars kunnen dezelfde score hebben). Van de 27 verzekeraars, waarvoor cijfers beschikbaar zijn van alle drie de jaren, is een (ongewogen) gemiddelde berekend. De hoge waardering wil natuurlijk niet zeggen dat er geen verbeterpunten zijn; als belangrijkste verbeter punten geven verzekerden aan de duidelijkheid over de mate waarin moet worden bijbetaald en de toestemmingsprocedure voor het krijgen van bepaalde medische zorg. Opvallende verbeteringen in 2007 ten opzichte van 2006 betreffen de ervaring van de klantenservice. Zo geeft 68% van de verzekerden in 2007 aan geen problemen te ondervinden bij telefonische bereikbaarheid, ten opzichte van 53% in 2006. 57% geeft aan altijd de benodigde telefonische hulp te krijgen van de klantenservice, tegen 49% in 2006. 75% van de verzekerden geeft in 2007 aan dat rekeningen altijd correct en snel worden afgehandeld, ten opzichte van 69% in 2006. Bronnen: NIVEL/CKZ, www.kiesbeter.nl
26
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
van de nieuwe bekostigingssystematiek bij ziekenhuizen, de onvoorspelbaarheid van de risicoverevening en de voortdurende beleidsveranderingen. De nieuwe financieringssystematiek op basis van diagnose-behandelcombinaties (dbc’s) is in administraties van ziekenhuizen nog niet voldoende op orde gebracht, waarmee de betrouwbaarheid van declaraties onbekend is. De onvoorspelbaarheid van de risicoverevening heeft betrekking op de verschillende geldstromen van en naar zorgverzekeringsfonds en voor hoge-kostencompensatie. De meest opvallende beleidsveranderingen zijn de vervanging van de noclaim teruggaaf door een eigen risico, de discussies over maatstafconcurrentie voor ziekenhuizen, en de gedeeltelijke overheveling van de geestelijke gezondheidzorg naar het basispakket.
5.3
Inkomen
Het premie-inkomen in de markt voor inkomensverzekeringen is met bijna 5% gestegen ten opzichte van 2006 naar 3,9 miljard euro. Dit is met name het gevolg van de komst van de WIA die per 1 januari 2006 de WAO vervangt. Een sterke stijging is terug te zien in het premie-inkomen van de WIA-gerelateerde producten.
Figuur 28
De WIA-gerelateerde producten leveren zowel in 2006 als in 2007 een negatief resultaat op (-17% respectievelijk -20%). Dit wordt vooral veroorzaakt door de hoge voorzieningen voor verwachte schade die vanaf 2008 zou worden uitgekeerd en door de sterke concurrentie binnen de WIA-markt die tot lage premies heeft geleid. Binnen de WIA-markt is de gemiddelde premie van de nieuwe productie in 2007 gedaald ten opzichte van de gemiddelde premie in 2006. Zowel in de AOV- als in de Ziektewetmarkt is een daling in het resultaat te zien. In de AOV-markt is dit voornamelijk veroorzaakt door een toename in de mutatie schadevoorziening. In de Ziektewetmarkt is de daling een gevolg van een toename in de betaalde schade. Het resultaat na rente en herverzekering in 2007 voor inkomensverzekeringen laat voor het eerst sinds jaren een daling zien. Deze daling is niet onverwacht, omdat vooral de nieuwe producten tegen scherpe premies worden aangeboden en daarom weinig winstgevend zijn. De netto combined ratio is als gevolg van een stijging in de schadevoorzieningen gestegen naar 73.
Netto resultaat Inkomen in procenten van de verdiende premie netto resultaat
netto combined ratio
50
100 40
40
93
39
90
30 20
41
25
88
80
20
75 73 69
70
10 0
60 2003
2004
2005
2006
2007
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
2003
2004
2005
2006
2007
27
Verklaring begrippen Annualised Premium Equivalent (APE) Het volume van de nieuwe levenproductie uitgedrukt in zogenaamde premie-equivalenten op jaarbasis. APE bestaat uit periodieke premies op jaarbasis plus 10% van de nieuwe koopsompremies.
Bedrijfskosten Het totaal van kosten en provisie; dit bestaan uit de componenten acquisitiekosten, wijziging overlopende acquisitiekosten, beheers- en personeelskosten, winstdeling en provisie herverzekering.
Beleggingsverzekering Een levensverzekering waarbij de premies of koopsom wordt belegd in aandelen of beleggingsfondsen. Het op te bouwen kapitaal wordt te zijner tijd omgezet in (jaarlijkse) uitkeringen.
Herverzekeringskosten (of herverzekeringsmarge) Kosten die bestaan uit de premie betaald aan de herverzekeraar, de herverzekerde schade, de provisie ontvangen van de herverzekeraar, en gemiste rente. De herverzekeringsmarge wordt uitgedrukt als percentage van de verdiende premie. Dit afgetrokken van het resultaat na rente levert het resultaat na herverzekering op.
Herwaarderingsreserve De niet-gerealiseerde winsten en verliezen op de aandelenportefeuille.
Koopsom Een bedrag dat een verzekerde ineens bij een verzekeraar stort om in de toekomst bijvoorbeeld een lijfrente-uitkering te ontvangen.
Bruto combined ratio Geleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, inclusief herverzekering.
Bruto verdiende premie Het totaal van de geboekte (ontvangen) premies inclusief het herverzekerde deel (de premies betaald aan de herverzekeraar), minus de premievoorziening ultimo (de premie die door de verzekeringnemer vooruit is betaald en waarvoor nog een verzekeringsprestatie geleverd gaat worden), plus de premievoorziening primo (vooruitbetaalde premie van het voorgaande jaar).
Leven collectief Bedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met verzekeringen waarbij één partij de verzekeringnemer is voor andere partijen. Bijvoorbeeld de collectieve pensioenverzekering voor werknemers, waarbij de werkgever als verzekeringnemer optreedt.
Leven individueel Bedrijfsonderdeel bij verzekeraars dat zich bezighoudt met levensverzekeringen die worden afgesloten door individuele personen.
Directe binnenlandse tekening
Netto combined ratio
De totale tekening (=omzet) van schade- en zorg verzekeraars bestaat uit directe en indirecte tekening (herverzekering aangenomen van andere verzekeraars). De directe tekening bestaat uit binnenlandse en buitenlandse tekening. De buitenlandse en indirecte tekening vormen samen ongeveer 5% van het totaal. In de Voorjaarsenquête Schade & Zorg van het CVS wordt enkel de directe binnenlandse tekening beschouwd.
Geleden schade en bedrijfskosten in verhouding tot de verdiende premie, exclusief herverzekering. De netto combined ratio is een indicator voor het verzekeringstechnische resultaat.
Periodieke premie Het bedrag dat periodiek wordt gestort bij een verzekeraar om in de toekomst een uitkering bij over lijden (kapitaalverzekering) of om een (periodieke) uitkering te ontvangen bij leven.
Eigen behoud Het gedeelte van een schade dat voor rekening van de verzekeraar en niet van de herverzekeraar komt.
(Technisch) resultaat voor herverzekering (ook: resultaat na rente)
Eigen vermogen
De verdiende premies minus de geleden schade en bedrijfskosten, plus de renteopbrengsten van de voorzieningen.
Het eigen kapitaal van een onderneming, waaronder het aandelenkapitaal en de reserves.
(Technisch) resultaat na herverzekering Grote branden Branden met een schade van meer dan 1 miljoen euro.
28
Het resultaat na rente (resultaat voor herverzekering) minus de herverzekeringsmarge (herverzekeringskosten).
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
Tweede pijler Het werknemerspensioen of de pensioentoezeggingen die zijn vastgelegd in pensioenregelingen die zijn overeengekomen tussen werkgever en werk nemers. Het werknemerspensioen kan naar keuze van de desbetreffende sociale partners zowel door verzekeraars als door pensioenfondsen worden uitgevoerd.
Opbouw resultaat voor schade verzekeringen: Geboekte premie - Mutatie premievoorziening = Verdiende premie
Opbouw resultaat voor levensverzekeringen: + Verdiende premies eigen rekening + Opbrengsten uit beleggingen + Overige technische baten/lasten eigen rekening - Uitkeringen eigen rekening - Wijziging overige technische voorzieningen eigen rekening - Winstdeling en kortingen - Bedrijfskosten - Beleggingslasten - Aan niet-technische rekening toegekende opbrengst uit beleggingen = Resultaat technische rekening levensverzekering
Betaalde schade + Mutatie schadevoorziening = Geleden schade Verdiende premie - Geleden schade - Bedrijfskosten = Technisch resultaat voor rente Technisch resultaat voor rente + Rente technische voorzieningen = Technisch resultaat na rente Technisch resultaat na rente - Kosten herverzekering = Technisch resultaat na herverzekering
Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007
29
Colofon © Uitgave van het Verbond van Verzekeraars, Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek Bordewijklaan 2, 2591 XR Den Haag Postbus 93450, 2509 AL Den Haag Telefoon: 070 - 3338500 Fax: 070 - 3338510 E-mail:
[email protected] Internet: www.verzekeraars.nl Vormgeving en druk: Artmark BNO, Rijswijk (2008.06.1,7.A)