Fietsroute Geuldal?
Typ hier om tekst in te voeren
Het kan!
Typ hier om tekst in te voeren
Gezond fietsen zonder adrenaline!
Fietsroute Geuldal? Het kan!
2
Gezond kunnen fietsen, zonder adrenaline of andere stresshormonen, is ook in Zuid-Limburg een haalbaar doel!
Titel:
Fietsroute Geuldal? Het kan!
Inhoud:
De Fietsersbond toont met voorbeelden aan hoe in het Geuldal een autoluwe fietsroute kan worden ingepast en benoemt de vele positieve effecten van zo’n route.
Auteurs:
Raymond Oostwegel (voorwoord), Laurent Theunissen (rapporttekst, illustraties).
Jaartal:
2013
De Fietsersbond komt op voor de belangen van fietsers in Nederland en zet zich in voor meer en betere mogelijkheden om te fietsen. Dat kan dankzij de steun van onze leden. De Fietsersbond heeft 35.000 leden, 150 afdelingen en 1500 actieve vrijwilligers, verspreid over heel Nederland. Copyright Fietsersbond 2013. Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding. Fietsersbond Postbus 2828 3500 GV Utrecht www.fietsersbond.nl Telefoon 030-2918171 Fax 030-2918188 E-mail [
[email protected]]
Fietsroute Geuldal? Het kan!
3
Een droom van een fietsroute door het Geuldal Ik heb in mijn jeugd in Houthem-St.Gerlach gewoond. De laatste klas van de lagere school en de zes klassen van het gymnasium heb ik in Maastricht gevolgd. Ik heb dus zeven jaar op en neer gereisd tussen Houthem en Maastricht. In de winter ging dat met de trein, maar van april tot november op de fiets. Na vier jaar met een zware boekentas achterop de Geulhemerberg beklommen te hebben had ik (en vooral mijn fietsmaatje) er een beetje genoeg van. De laatste drie jaar fietsten we het weggetje langs de Geul, langs de groeve Curfs, “De Nachtegaal” en dan via Rothem naar Maastricht. Dat was een beetje om maar wel een stuk vlakker en uiteindelijk ook sneller dan de route over Berg en Terblijt. Wat me uit die tijd bij is gebleven is de prachtige natuur waar je vanaf Geulhem tot Rothem doorheen fietste. Eerst langs de Geul zelf, later langs een molentak die naar de voormalige Oliemolen leidt. Rechts het kabbelende water en de uitgestrekte weilanden, links de mooie hellingbossen (“De Dellen”). Van het voorjaar tot de herfst heb ik er al fietsend vaak genoten. Later is het weggetje vanaf “De Nachtegaal” tot Rothem geasfalteerd en nu is deze route ook opgenomen in het Zuid-Limburgse Fietsknooppuntennetwerk. Mede daardoor is het een geliefd traject geworden, zowel bij recreanten, racefietsers als scholieren. Het is jammer dat het mooie stuk maar zo kort is, vanaf Maastricht kun je via de Molenweg heel relaxt fietsen tot Geulhem. Van daar af moet je naar de kern van Houthem en je route door het Geuldal vervolgen via de drukke voormalige Provinciale weg en het centrum van Valkenburg. Gelukkig is er vanuit een samenwerkingsproject van de gemeenten Maastricht, Meerssen en Valkenburg een plan ontwikkeld om een doorgaande fietsroute aan te leggen tussen Maastricht en Gulpen, die zo dicht mogelijk langs de Geul loopt (zie: www.gomv.nl). … Als alles meezit kan er binnenkort een van de mooiste fietsroutes van Nederland aangelegd worden. Niet zozeer geschikt voor racefietsers maar des te meer voor recreanten en scholieren. Het is voor hen niet alleen een prachtige maar ook veilige fietsroute en dat kan van het huidige tracé zeker niet gezegd worden. Ook uit toeristisch oogpunt wordt dit een belangrijke verbinding tussen de Maastrichtse Landgoederenzone en het Geuldal. Ik hoop van harte dat alle betrokken instanties het binnenkort eens kunnen worden en dat mijn (jongens)droom gerealiseerd wordt. Raymond Oostwegel, voorzitter Fietsersbond afdeling Maastricht en omstreken Augustus 2012
Fietsroute Geuldal? Het kan!
4
Inleiding Het Geuldal ligt dwars door Zuid-Limburg en is mede daardoor een heel belangrijk ruimtelijk element voor deze regio. Van oudsher liggen hier veel nederzettingen, met name onderaan de zuidhelling van het plateau van Schimmert. Ook voor het verplaatsen heeft het Geuldal een historische betekenis. Belangrijke woonkernen en toeristische verblijfplaatsen vormen samen met de wegeninfrastructuur een keten met als belangrijkste kernen Meerssen, Houthem, Valkenburg, Schin op Geul, Wijlre, Gulpen, Mechelen en Epen. Maastricht ligt net iets buiten de monding van het Geuldal in het Maasdal. In het Geuldal liggen ook veel fraaie landgoederen en bezienswaardigheden. Voor fietsers zijn dalen van grote betekenis omdat de fysieke inspanning zo beperkt is dat iedereen het kan, ook zonder dat een speciale dure fiets moet worden aangeschaft. Dalen kunnen heuvelachtige of bergachtige gebieden voor de fiets toegankelijk maken. Het Geuldal is dan ook in potentie een goede fietsverbinding tussen het Maasdal en het Zuid-Limburgse heuvelland. Als gevolg van de hoge bevolkingsdichtheid en de vele toeristische verblijfsplekken is er ook een groot potentieel aan fietsers voor het Geuldal. Echter, terwijl de historische wegenstructuur wat betreft de relatie met het natuurlijke reliëf vaak uitermate geschikt is om te fietsen heeft de doorgaande weg in het Geuldal zich ontwikkeld tot ontsluitingsweg voor auto’s. Dit maakt het fietsen over deze weg onaantrekkelijk. Daarnaast ontbreekt op deze weg vaak een eigen fietsruimte. Dat veroorzaakt een gevoel van onveiligheid wat met name onervaren fietsers, gezinnen met kleine kinderen en ouderen afschrikt om de fiets te gebruiken. In de Landschapsvisie Zuid-Limburg die de Wageningen Universiteit en de Provincie Limburg in 2007 hebben uitgebracht, wordt onder meer voorgesteld om recreatieve verbindingen tussen de historische elementen (kastelen, landhuizen, watermolens) in de beekdalen en droogdalen aan te brengen. Jammer is het dat in dit overigens prachtige rapport weinig wordt ingegaan op de fiets (alleen heel kort op pagina 87). Een leemte die de Fietsersbond een beetje probeert te vullen… De gemeenten Maastricht, Meerssen en Valkenburg hebben wel de nodige aandacht aan de fiets besteed. Voor hen was het grote fietspotentieel aanleiding om, in het kader van de ontwikkeling van de visie op het Beneden Geuldal als een groen en weldadig Citypark (GebiedsOntwikkeling Maastricht-Valkenburg), in 2008 een plan te laten maken voor een betere fietsroutestructuur in het gebied. In het Geuldal zelf is van dit plan anno 2013 nog helemaal niets daadwerkelijk gerealiseerd, ondanks een miljoenenbudget. In Maastricht is wel de bouw van een aanzet zichtbaar: een fietsbrug over de A2 en een fietstunnel onder de spoorlijnen in de landgoederenzone (open eind 2013). Hoog tijd om de knopen in het Geuldal op te lossen. Dat laatste vereist een heldere visie op de wenselijke lijntjes... lijntjes waarvan men achteraf denkt waarom ze in hemelsnaam niet eerder zijn aangelegd.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
1
5
Visie van de Fietsersbond
Vanaf het Maasdal bij Maastricht zou in het Geuldal een zo ver mogelijk doorgaande en laagdrempelige fietsroute moeten worden gerealiseerd. De belangrijkste eigenschappen daarvan moeten zijn: verkeersveilig, autoluw, ononderbroken en langgerekt. Bij de keuze van het tracé moet gebruik van of confrontatie met de doorgaande (provinciale) weg worden voorkomen en worden gezocht naar meervoudige functies voor de nieuwe route of delen daarvan. Deze route kan vervolgens met knooppuntenborden als recreatieve route worden bewegwijzerd en een lusstructuur vormen met de al bestaande utilitaire fietsverbinding over de doorgaande (provinciale) weg. Bij voorkeur ligt de autoluwe fietsroute aan de andere kant van het dal, zowel vanwege maximale ontsluiting als om te voorkomen dat fietsers alsnog verkeerslawaai ondergaan. Voor de realisatie van de route zijn nieuwe voorzieningen nodig als bruggetjes en aansluitende paden. De verschijningsvorm daarvan moet worden aangepast aan de gebiedseigenschappen en tot stand komen via integrale landschapsinrichting inclusief groenvoorzieningen. Toelichting Een voorbeeld van een ononderbroken, langgerekte, verkeersveilige en autoluwe route in onze regio is de Via Jecore in het Jekerdal tussen Maastricht en Tongeren. Met de aantekening dat de belevingswaarde van de Via Jecore route erg wisselend van niveau is, dat kan beter. Een belangrijk ontwerpprincipe van het fiets- en wandelnetwerk dat in 2008 voor GOMV werd ontworpen was “de Geul als gids”. Het al te letterlijk nemen van dit principe kan voor fietsroutes leiden tot een te kleinschalig ontwerp en daardoor ook tot moeilijkheden om de routes tot stand te brengen. Op het schaalniveau van de fietser lijkt het te verkiezen om het volgen van het dal als ontwerpprincipe te hanteren boven het volgen van de waterloop op zichzelf. Bij het hanteren van het eenvoudige ontwerpprincipe “volgen van het dal” kunnen allerlei bestaande structuren in het dal worden benut. De doorgaande (provinciale) weg rijgt de kernen weliswaar aaneen van Meerssen tot Gulpen/Wittem, maar fietsvriendelijke parallelstructuren zijn slechts fragmentarisch aanwezig: van Rothem tot voorbij Geulhem, in Valkenburg en bij Wijlre. Alleen de schakel bij Geulhem wordt al veel gebruikt door fietsers, de andere liggen te geïsoleerd. Door bestaande goede elementen in de lengterichting van het dal aan elkaar te koppelen tot een aaneensluitend geheel, kan een grote meerwaarde tot stand worden gebracht: een ononderbroken autoluwe route van gelijkmatige kwaliteit, laagdrempelig in het gebruik en regionaal van niveau. Daarnaast blijft het gebruik van de doorgaande (provinciale) weg ook mogelijk maar niet als enige optie. Het is niet nodig om meer dan één doorlopende autoluwe route in het dal te realiseren. Wel kan het voordelig zijn incidenteel wat fijnmazigere verbindingen toe te voegen, bijvoorbeeld om woonkernen of attracties beter aan te sluiten. Bij natte en droge zijdalen kunnen dwarsverbindingen naar de plateaus verbeterd worden aangekoppeld. Om de bestaande elementen in het buitengebied aan elkaar te koppelen dienen enkele ontbrekende schakels te worden aangelegd (denk aan fietspaden en fietsbruggen). In de kernen dienen potentiële schakels op het juiste niveau te worden gebracht wat betreft verkeersveiligheid en continuïteit/herkenbaarheid (denk met name aan Valkenburg). De doorgaande wegen moeten niet worden gebruikt en het aantal kruisingen daarvan dient minimaal te zijn. De potentie van de route is veel groter dan alleen recreatief fietsen. Van de fietsverplaatsingen heeft 94% een ander motief dan recreatie. Voorzieningen met meerdere gebruiksmogelijkheden hebben dus de voorkeur. Om die reden is het vaak beter de route op de centra van de kernen te oriënteren dan ze zo ver mogelijk erbuiten te houden. Al vanuit de woning of het vakantieverblijf moet het gebruik van de fiets of het lopen zo verleidelijk mogelijk zijn. Dat betekent dat breed moet worden ingezet: op benutten van kansen om de openbare ruimte in het algemeen te verbeteren, zowel in het buitengebied als in en om de kernen. Die kansen blijken er volop te zijn.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
Alles bij elkaar wordt het dan mogelijk om veilig, snel en plezierig kleine en grotere afstanden af te leggen, rondjes te rijden en het dal goed te kruisen!
6
Fietsroute Geuldal? Het kan!
2
7
Winst
Zuid-Limburg is een paradijs voor de toerfietser met vele sportieve uitdagingen en ook de mountainbiker vindt er een groot scala aan afwisselende mogelijkheden. Laagdrempelige voorzieningen voor “de gewone fietser”, zoals vrijliggende fietspaden en hellingvrije routes, zijn er echter weinig. Met de realisatie van zulke voorzieningen kan nog veel winst worden behaald. Volgens de visie van de Fietsersbond moet een betere toegankelijkheid van het Geuldal er toe leiden dat nieuwe groepen de fiets gaan gebruiken (mensen zonder fietservaring, gezinnen met kinderen), dat de senioren langer zullen doorgaan met fietsen (een antwoord op de vergrijzing en ter voorkoming van isolement), dat mensen de fiets vaker gaan gebruiken (niet alleen voor tochtjes en ommetjes maar ook voor bezoek, boodschappen, werk en school) en dat de afhankelijkheid van de auto afneemt. Dat leidt tot een versterking van het fietssysteem en meer fietscultuur, want fietsen in de regio wordt gewoner en het draagvlak voor fietsvoorzieningen neemt verder toe. Milieuvriendelijke recreatie en ecotoerisme krijgen meer kans. Meer concreet levert dat de volgende winstpunten op: betere volksgezondheid door meer beweging en een actievere leefstijl, betere ontsluiting van bepaalde attracties (landgoederen en ander buitengebied, cultureelhistorisch erfgoed als bijvoorbeeld basiliek Meerssen, specifieke toeristische attracties met name in en om Valkenburg, zwembaden), lagere vervoerskosten voor burgers, stimulans voor de economie (horeca, toerisme), minder auto’s op de weg (veiliger, rustiger, schoner, minder stikstof- en fijnstofdepositie), minder parkeerplaatsen per bezoeker nodig (ruimte- en kostenbesparing), beter woon-, leef- en vestigingsklimaat in de regio (ook qua imago), behoud van historische wegen, paden, landschappen en gebouwen door nieuwe functie. De ontwikkeling van een fietsroute door het Geuldal sluit aan op de provinciale Landschapsvisie Zuid Limburg (2009). Enkele toepasselijke ontwikkelingstactieken daarin zijn: beplanten en recreatief inrichten van assen van de droogdalen, vergroten toegankelijkheid kastelen c.q. kasteeldomeinen, vergroten toegankelijkheid landschap rondom kernen en gehuchten, aandacht voor pelgrimsroutes, vergroten toegankelijkheid landschappelijke raamwerk van steile hellingen, natte dalbodems en droogdalen door ontsluiten en verbinden. Door allerlei groene ambities uit deze Landschapsvisie in samenhang met de route te ontwikkelen kunnen landschapstructuur en fietsstructuur elkaar wederzijds versterken.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
3
8
Algemene inrichtingsconcepten
Oog voor het landschap Zowel voor de beleving van de fietser als voor de beleving van andere gebruikers kan de fietsroute een vorm aannemen die past bij het deelgebied dat wordt doorkruist, zolang de continuïteit van de route maar voldoende herkenbaar blijft. Door fietspaden lijnen in het landschap te laten volgen, worden ze niet als een hinderlijke doorsnijding van het landschap ervaren. Het zou dus ook niet alleen om de aanleg van fietspaden moeten gaan, maar om landschapsinrichting inclusief groen en zorgvuldig vormgegeven bruggen. Slim omgaan met breedte en verharding van paden Als gevolg van de hoge bevolkingsdichtheid en recreatiedruk in Zuid-Limburg kan de gebruiksintensiteit van voorzieningen soms hoog zijn. Maar het formaat en de materialisering van de voorzieningen moet en kan ook worden afgestemd op de omgeving, de ruimtelijke mogelijkheden, de historie van infrastructuur en de gewenste gebruikersgroepen van de betreffende schakel (verschillende soorten fietsers, wandelaars en eventuele andere gebruikers). Vanaf een breedte van twee meter kunnen twee fietsers elkaar zonder hinder passeren of inhalen en ook naast elkaar fietsen als er geen tegenliggers zijn. Een pad van twee meter is geschikt voor langzame fietsers, de belangrijkste doelgroep van de knooppuntenfietsroutes. Snelle sportieve fietsers zullen daar te veel hinder ervaren. Vanaf vier meter zou ook gesproken kunnen worden van fietswegen. Die zijn geschikter voor snelle en langzame fietsers door elkaar en voor grote groepen. Drie meter is een compromis.
De Voerenweg bij Gronsveld, onderdeel van de Maasdalroute, is ongeveer 4 meter breed wat toelaat dat 2 fietsers naast elkaar ongehinderd 2 tegemoetkomende fietsers kunnen passeren. Gelet op de vele groepen toerfietsers is dat hier geen overbodige luxe.
Bij smalle fietspaden kan soms ruimte voor wandelaars worden gemaakt met parallel lopende voetpaden of met grasbermen waarover uitgeweken kan worden.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
9
Het Keizer Willempad tussen Etenaken en Stokhem, opgenomen in het fietsroute knooppuntensysteem, is te smal, maar hinderlijke ontmoetingen worden verzacht door grasbermen. De verhardingswijze is niet alleen van belang voor het comfort en de bruikbaarheid onder allerhande weersomstandigheden, maar ook voor de herkenbaarheid van de route voor fietsers en andere gebruikers. Omdat bij smalle halfverharde paden de indruk kan ontstaan dat het een exclusief wandelpad betreft, zouden halfverharde fietspaden die ook aantrekkelijk zijn voor wandelaars wellicht beter relatief breed kunnen worden uitgevoerd (minimaal 3 meter). Bruggen zijn belangrijk Tijdens het fietsen is er zelden zicht op het water van de Geul als gevolg van een grote afstand tot en een vaak diepe ligging van de Geul. Dan vormen fietsbruggetjes ontmoetingsplekken van de fietsroute met de waterloop. Er zijn meer bruggen over de Geul of over zijarmen daarvan nodig om bestaande weggetjes met elkaar te verbinden tot schakels in een route. Zulke kansen liggen bij Meerssen, Schin op Geul, Engwegen, Stokhem en misschien ook bij Gulpen en ‘t Zinkviooltje. Door bruggetjes aan de smalle kant te houden hebben ze ook een sluiswerking: ze maken de route minder interessant voor snelle fietsers en versterken een rustig gebruik op het aansluitende tracé. Goede voorbeelden zijn al onder meer te vinden bij de Drie Beeldjes op landgoed Schaloen en op het Keizer Willempad bij Stokhem.
Zicht op helder stromend water bij De Drie Beeldjes.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
10
Subtiel bruggetje over de Geul bij Stokhem.
Fietsen door landgoederen is fijn In het gebied ligt een groot aantal landgoederen. De rust en de hoogwaardige omgeving maken het bijzonder aantrekkelijk om over een landgoed te kunnen fietsen. Dit is al mogelijk bij kasteel Vaeshartelt en kasteel Schaloen. En bij kasteel Geusselt en kasteel Bethlehem (hotelschool) worden in de periode 2013-2016 recreatieve fietspaden aangelegd. Omdat er in ons voorstel altijd een acceptabel alternatief is over de provinciale weg, is het redelijk dat de routes over de landgoederen zo nodig worden gesloten tussen zonsondergang en zonsopgang. Ook krappe bruggen, een enkele haakse bocht, halfverhardingen, informatiepanelen en het weglaten of beperken van verlichting kunnen bijdragen aan een juist gebruik van het gebied (rustig fietsen met aandacht voor de omgeving).
Gebruiksvoorwaarden voor fietsroute over landgoed Vaeshartelt.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
11
Op landgoed Zonnebeek bij het Buurser zand zijn fietsers welkom van zonsopgang tot zonsondergang, op wegen en paden. Inpassen fietsroutes over broekgronden Langs de Geul liggen natte gebieden die in gebruik zijn of (tot voor kort) in gebruik waren als weidegebied of beplant zijn met bosjes. Weiden met gras, bloemen en koeien zijn prachtig om langs te fietsen. Ze zijn onder meer te vinden bij Bunde, Ingendael, Schin op Geul, Stokhem, Mechelen en de Belgische grens. In natte gebieden liggen fietspaden meestal op een dijkje, mede om te voorkomen dat water de fundering aantast. Samen vormen ze een cultuurelement in het landschap. Beton is het meest comfortabel en duurzaam, kan heel flexibel worden toegepast en is in verschillende kleuren leverbaar. Toch zijn er ook acceptabele halfverhardingen te vinden, zoals Grauwacke op de Oosterweg. De korrelgrootte moet niet te groot (bobbels) noch te klein (prut) zijn. Halfverhardingen mogen niet verweken want dat leidt tot vorming van sporen en waterplassen. Paden die wat lager liggen vallen minder op. De landbouwwegen in de Haspengouw bij Riemst en Lanaken leren ons echter dat paden in vlakke leemgebieden vol zullen lopen als vijvers indien ze lager liggen dan de omgeving. Als het wenselijk is om verhardingen minder te laten opvallen kan daarom beter gedacht worden aan beplanting, bijvoorbeeld van het type Vlier-Sleedoornstruweel. Populieren zijn niet te combineren met asfaltfietspaden wegens wortelopdruk.
De Via Jecore tussen de Moulin du Broukay en Wonck. Het fietspad is ongeveer 2,5 meter breed.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
12
Fraai fietspad aan de rand van Almere Buiten Fietsroutes over nu onverharde wegen met landbouwverkeer Naar voorbeeld van België en Duitsland kan een verhard karrenspoorprofiel worden toegepast als intensief landbouwverkeer de weg kapot rijdt. Daarbij blijft de vorm van het halfverharde karrenspoor toch herkenbaar en kunnen wandelaars het onverhard spoor gebruiken. Hagen kunnen de kleinschalige landbouwtypologie versterken, wat met name gewenst is bij het realiseren van een rijke groene schil rondom de dorpen.
Eifel, karrenspoor in omgeving van Stadkyll.
Kanne, karrenspoorprofiel Castertweg
Molens bieden aanknopingspunten Uit onze verkenningen van het Geuldal zijn watermolens als belangrijk elementen voor fietsroutes in beeld gekomen: bijvoorbeeld de Rothemer/Nieuwe Molen, de Oliemolen (ook in Rothem), de Geulhemermolen, molens in de kern Valkenburg, de Schaloensmolen, de Commandeursmolen (Mechelen) en de Volmolen (Epen). Molens waren tot aan de industriële revolutie belangrijke centra van economische activiteit en daardoor ook goed verbonden met de omgeving. De toeleidende
Fietsroute Geuldal? Het kan!
wegen die met de watermolens in de dalbodem liggen, bieden meer dan eens een goed perspectief als vlakke fietsroute. Bovendien is de omgeving vaker archaïsch van aard, wat door veel mensen wordt gewaardeerd. En de molens zijn toeristische attractiepunten op zichzelf. Het herstellen of maken van verbindingen naar molens komt natuurlijk over en vormt dus een interessant perspectief voor het leggen van schakels in de autoluwe fietsroute.
13
Fietsroute Geuldal? Het kan!
4
14
Deelgebieden en oplossingsvoorbeelden
Deelgebied Maastricht-Meerssen Het is wenselijk het Geuldal zowel te verbinden met de stad Maastricht als met Rivierpark Maasvallei. Een laagdrempelige verbinding met de hoofdstad Maastricht is van groot belang om nieuwe gebruikers te trekken. De bestaande knooppuntenroute gaat door Rothem en volgt daar een rommelig tracé met steile hellingen. De Fietsersbond heeft gezocht naar een elegantere manier om het Geuldal met het Maasdal te verbinden: door het lage gebied van de dalmonding, dus ergens tussen Rothem (in het zuiden) en Meerssen/Bunde (in het noorden).
In deze visie wordt het laag gelegen gebied tussen Meerssen en Rothem beter doorkruisbaar gemaakt. Bij uitspanning de Nachtegaal komen alle takken bij elkaar. Oplossingsmogelijkheid: het Rothemermolenpad Vanuit Maastricht strekt de landgoederenzone zich historisch uit tot aan de Geul bij de Rothemermolen. Om een aantrekkelijke vlakke route te realiseren lijkt de Rothemermolenvariant de meest interessante optie: dit is een idee voor een nieuw fietspad met een of twee nieuwe fietsbruggetjes tussen het Proosdijveldpad (bij voetbalterrein Meerssen) en de Oude Steeg (bij de Rothemermolen en voetbalterrein Rothem). Het zal leuk zijn om via dit pad dicht achter elkaar drie Geultakken te kruisen. In Meerssen wordt gebruik gemaakt van het bestaande fietspad Bunde – Stella Maris. Daardoor maakt het pad een verkeersveilige knooppuntenroute mogelijk die ook het station, het Proosdijpark en het centrum van Meerssen in het recreatief netwerk betrekt. Het vervult echter nog meer functies: het biedt een parkachtige ontsluiting van de Rothemermolen vanuit de kernen, maakt combinatiegebruik van de sportvelden mogelijk en biedt een schakel die ook anderszins utilitair kan worden gebruikt.
Fietsroute Geuldal? Het kan!
15
In groen de bestaande knooppuntenfietsroutes, in rood mogelijke nieuwe tracés waaronder de Rothemermolenvariant.
De benodigde nieuwe infrastructuur (rood gestippeld) is beperkt. Door de rode routes te bewegwijzeren kunnen de knooppuntenroutes langs drukke wegen als de Meerssenerweg, Klinkenberg en Klipperweg en onaangename kruispunten als bij de Witte Hoek vervallen. Over de verbinding van Maastricht, Rivierpark Maasvallei en Meerssen is een uitgebreider document beschikbaar. Traject Rothem - Geulhem Vanaf het begin van het Geuldal bij Rothem tot voorbij Geulhem is reeds een autoluwe route aanwezig (De Dellenweg – Gemeentebroek – Geulweg – Wolfsdriesweg) met verspreide aansprekende horecagelegenheden, een camping en enkele hotels. Traject Geulhem -Valkenburg Het is van groot belang om bij Ingendaal de ontbrekende schakel met Valkenburg, de belangrijkste kern in het Geuldal, tot stand te brengen. Aan de westzijde heeft aansluiting op de Wolfsdriesweg de voorkeur maar is een verbinding vanuit de Onderstestraat (Houthem) een goede tweede optie. Aan de Valkenburgse zijde heeft aansluiting op de Plenkertstraat de voorkeur maar is aansluiting op de Prinses Beatrixsingel ook een acceptabele optie. Traject door de kern Valkenburg Fietsen door de kern Valkenburg vereist de nodige assertiviteit en doorzettingsvermogen. De omschrijving “prop in het Geuldal” (Landbouwuniversiteit) is van alle kernen het meest van toepassing op Valkenburg. Er zijn wel tal van autoluwe straten, maar die vormen nog geen sluitend geheel voor een doorgaande fietsroute. Er zou een tracé moeten worden vastgelegd waarop de doorgaande weg slechts twee maal haaks wordt gekruist en nergens gevolgd. Traject Valkenburg - Schin op Geul Ten oosten van Valkenburg maakt de bestaande knooppuntenroute gebruik van de Oosterweg van kasteel Oost naar kasteel Schaloen. Dit is een mooi pad, maar slechts een geïsoleerd element zolang
Fietsroute Geuldal? Het kan!
16
fietsers niet alleen in Valkenburg maar ook bij Oud-Valkenburg toch van de provinciale weg gebruik moeten maken. Er is een rechtstreekse fietsverbinding wenselijk tussen Schaloen en de kern van Schin op Geul. Dat is ruimtelijk mogelijk zonder dat daarvoor bestaande wandelpaden worden gebruikt. Oplossingsmogelijkheid: Schaloensmolenpad Het doorzetten van de fietsroute van de Oosterweg naar de kern Schin op Geul geeft het fraaiste resultaat als het gepaard gaat met het integreren van het gebied om kasteel Genhoes in een aaneengesloten landgoederenzone van Valkenburg tot Schin op Geul. Voor de inpassing van de fietsroute heeft een fietspad langs de molentak de voorkeur van de Fietsersbond (meer informatie is beschikbaar).
Door aanleg van enkele ontbrekende schakels (gestippeld rood) hoeven fietsers aan beide kanten van Schin op Geul niet meer per sé over de drukke N595. De bewegwijzerde knooppuntenroutes kunnen worden verlegd naar een veel prettiger omgeving.
Uitbreiding naar Gulpen-Wittem Het ligt voor de hand om de route buiten het gebied van GOMV door te zetten op het grondgebied van de gemeente Gulpen-Wittem. In het gebied tussen Schin op Geul en Wijlre liggen interessante ruimtelijke mogelijkheden voor de inpassing van een autoluwe fietsroute. Gulpen is een belangrijke kern en klooster Wittem een attractie. En bij Gulpen zijn verknopingen mogelijk met het Eyserbeekdal, Selzerbeekdal en het Gulpdal. Oplossingsmogelijkheid: bruggen slaan naar de Etenaker Broekweg Van Schin op Geul naar Stokhem kan een fietsverbinding worden gemaakt door Engwegen met een nieuw bruggetje te verbinden met de prachtige, halfverharde Etenaker Broekweg op de noordoever van de Geul. Ter hoogte van camping De Gele Anemoon kan de Etenaker Broekweg met een fietspad en bruggetje worden aangesloten op de Stokhemmergats door het verlengen van het Warme
Fietsroute Geuldal? Het kan!
17
Beemdenpad (zie intekening tracé op het vorige kaartje). Hiermee kunnen maar liefst drie campings een mooie fietsontsluiting krijgen. Bij Wijlre kan de Oude Stokhemerweg eventueel als karrenspoor worden verhard. Er is nog nader onderzoek nodig om te bezien of er elegantere mogelijkheden zijn om bij Gulpen het Geuldal te volgen, dus zonder het ervaren van een “prop” in het dal bij de kern Gulpen. Ook het gebied ten oosten van Epen is niet onderzocht op kansen, behalve dit: Verbinding Epen – België Door gebrekkige verbindingen ligt bij de Belgisch-Nederlandse grens een grote barrière in het dal. Vermoedelijk heeft de grens bijgedragen aan het ontbreken van een doorgaande weg in het dal. Op dalniveau liggen alleen wandelroutes. Fietsers moeten op en neer. Vrijwel niemand komt bijvoorbeeld op het idee om de bron van de Geul te gaan opzoeken. Het blijkt ruimtelijk mogelijk om een logische fietsroute te realiseren, maar omdat de landschappelijke waarden van het gebied tussen Ter Gracht en de grens nog hoger zijn dan elders in het Geuldal moeten hoge eisen worden gesteld aan de inpassing. Oplossingsmogelijkheid: brug slaan naar het Carboon Een logische schakel kan worden aangelegd met een fietsbruggetje over de Geul en aansluitende paadjes tussen kampeerboerderij ’t Zinkviooltje in Ter Gracht en de Birversbergweg bij de Heimansgroeve. Dit is een relatief korte schakel (ongeveer 400 meter) die het mogelijk maakt om nabij Cottessen aan te sluiten op het bestaande grensoverschrijdend weggetje en de daaraan gelegen camping. De nieuwe schakel zou op organische wijze met aangepaste materialen subtiel in het landschap moeten worden “gelegd”, wat mogelijk tot een verrijking van het beeld en de beleving zou kunnen leiden. Een mogelijke thematische benaming is (bijvoorbeeld) Carboonpad.
Het Carboonpad schept perspectief op een Euregionale fietsroute.
Bij grensoverschrijdend fietsverkeer kan met name worden gedacht aan tochtjes door verblijfstoeristen en aan lange afstandsfietsers. Dat is een groep van beperkte omvang. Een fietsroute
Fietsroute Geuldal? Het kan!
van de bron van de Geul nabij Aken tot aan de monding nabij Maastricht zou wel een herkenbaar toeristisch product kunnen zijn: de Via Gulia als tegenhanger van de Via Jecore.
18
Fietsroute Geuldal? Het kan!
19
Slotwoord: Fietsen zonder stress? Maak het mogelijk! De voorbeelduitwerkingen in dit onderzoek tonen alle aan dat in het Beneden Geuldal goede alternatieve fietsverbindingen te maken zijn voor de bestaande routes over de doorgaande (provinciale) weg of andere verkeerswegen. Waar de provinciale weg dan toch de enige doorgaande fietsverbinding vormt, wordt fietsers onnodig tekort gedaan. Met een dosis goede wil en het budget van 4 miljoen euro lijkt het mogelijk een complete autoluwe fietsroute door het Beneden Geuldal te realiseren die goed is ingepast in het landschap. De bestaande wandelbelangen kunnen worden veilig gesteld door gebruik te maken van relatief brede wegen en lanen en toevoeging van een beperkt aantal nieuwe kortsluitende paden die vaak wat meer midden in het dal kunnen liggen terwijl wandelaars vooral gebruik maken van de dalranden en hellingen. Het resultaat zal zijn dat milieuvriendelijke mobiliteit, recreatie en toerisme in Zuid-Limburg meer kans krijgen met alle voordelen voor gezondheid, natuur, landschap en economie.