1
Vo o rwo o rd
Fietsen van brink tot brink Wie Noord-Drenthe verkiest om de vakantie of een weekend door te brengen, zal zeker stuiten op de brink: een bijzonderheid in bijna elk dorp. De centrale plek, waar u op een bankje onder de eikenbomen, vast even zal gaan uitrusten van de fietstocht door het prachtige esdorpenlandschap. In de gemeente Noordenveld zijn er meer dan twintig te vinden, in de tien dorpen die de route aandoet. De ene brink direct herkenbaar als een historische dorpsruimte en de andere bijna onzichtbaar door de vele veranderingen in het landschap door de eeuwen heen. Laat u zich tijdens deze route inspireren door de prachtige natuur, maar vooral ook door de interessante historische achtergrond. Dat het vroeger op menige brink een drukte van belang was. Dat er handel werd bedreven, van paarden, schapen en klein vee, tot handel in hout en allerlei waren op de jaarmarkten. Veel later was de brink het centrum, waar de dorpsbewoners zich vermaakten op de kermis of met andere activiteiten. Maar geniet vooral ook van de rust, die de dorpsbrink uitstraalt en van de prachtige natuur in de gemeente Noordenveld tijdens deze fietstocht.
F ie t se n van brink t o t brink
2
Route tips • U kunt met behulp van de beschrijving op pagina 28 en het kaartje achterin de fietsroute volgen. Deze is 47 kilometer lang, maar is ook in te korten. • Er zijn ook enkele alternatieve routes aangegeven op de kaart. • U kunt de route zo volgen dat u in elke plaats van start kunt gaan. • In de meeste dorpen is horeca aanwezig.
3
Vo o rwo o rd
Land van Brinken Wat opvalt aan de Drentse esdorpen zijn vooral de historische boerderijen en de met bomen beplante brinken. De es was oorspronkelijk een gemeenschappelijke akker van de boeren in het dorp. De essen lagen vaak iets hoger dan het dorp zelf, vanwege de jarenlange bemesting van mest uit de potstal, een mengsel van heideplaggen en dierlijke uitwerpselen. De essen zijn ontstaan in de eerste jaren na vestiging van de eerste mensen in het dorp. De brink was de gemeenschappelijke ruimte tussen een aantal boerderijen, die bij elkaar in de buurt waren gebouwd. Van nature was dit in eerste instantie de rand van het dorp, de naam brink betekent dan ook ‘rand’. Aan de ene kant van het dorp lag het bouwland en aan de andere kant het uitloopgebied voor het vee. Kwamen er meer groepjes boeren wonen in het dorp, dan ontstonden er vaak ook meer brinken. De brinken in de Drentse esdorpen waren van oorsprong bedoeld voor het ‘inscharen’ (verzamelen) van vee: schapen, varkens en koeien. Ze vormden een schakel tussen de boerderijen, via de veedriften en de wegen, naar de weidevelden en heidegebieden. Op diverse brinken
F ie t se n van brink t o t brink
4
zijn nog waterputten terug te vinden, die dienden als drinkplaats voor het vee. Later werden brinken beplant met vooral eiken om te zorgen voor de houtproductie, voor eigen gebruik of voor de verkoop. Gekapte bomen werden gezaagd in zogenaamde zaagkuilen op de brink en het hout werd verkocht. De opbrengst van de openbare verkoop van het hout was nodig voor het onderhoud van onder andere wegen en sloten en betekende een bron van inkomsten voor de gezamenlijke eigenaren. Het eikenhout was, bijvoorbeeld, erg in trek voor de bloeiende scheepsbouw in de 17e eeuw. In de herfst dienden de eikels vaak als voedsel voor de varkens. De brinken kregen door hun centrale ligging een belangrijke functie voor het dorp voor de handel en het houden van allerlei activiteiten. Zo ontstonden er de veemarkten met aanbod van paarden, koeien, varkens en klein vee.
Norg en Roden en vele plaatsen in Drenthe kennen van oudsher een paardenmarkt en warenmarkt. Door diverse oorzaken is de handel in vee op dergelijke markten in de loop der jaren sterk afgenomen en komt het accent meer en meer te liggen op de warenmarkt en kermisactiviteiten. De jaarmarkten en veemarkten waren al bekend in de middeleeuwen.
5
Vo o rwo o rd
De Boermarke in Drenthe, een oude vorm van bestuur Brinken waren in het bezit van zogenaamde Marken of Boermarken. Deze Boermarken vormden een onderdeel van de ‘Drentsche dingspelen’. De dingspelen waren een soort rechtsgebieden. Later werden dit kantons, waar de kantongerechtsgebouwen stonden. Drenthe kende in de 19e eeuw 128 Boermarken. Het begrip Boermarke, ook wel Marke genoemd, gaat terug tot de tijd van de Germanen die zich op vaste plaatsen gingen vestigen. Het door een stam in bezit genomen gebied, dat door alle leden van de stam gemeenschappelijk werd gebruikt, is eigenlijk de oervorm van een Boermarke of Marke. De markegronden vormden een begrensd gebied. Marke betekende oorspronkelijk ‘grens’. Na de 14e eeuw kregen Boermarken een duidelijker vorm. Het ongeschreven Lantrecht werd op schrift gesteld. Er werden grenzen vastgesteld tussen de Boermarken en het gezamenlijke bouwland verdeeld over de boeren. Hierdoor ontstond het particuliere eigendom. Later volgden ook de groenlanden.
F ie t se n van brink t o t brink
6
In het vastgestelde Lantrecht van 1412 bleven de Drenten het recht behouden om geschillen binnen de marken te behandelen en om bepalingen en verordeningen te maken. Die verordeningen werden willekeuren genoemd en werden uitgevoerd door het dagelijks bestuur van de Boermarke ook wel Volmachten genoemd. Het begrip Volmachten wordt nog steeds gebruikt. De Volmachten kwamen bijeen ‘op den brinck’. Later werd er vergaderd in de cafés. De Volmachten kwamen bijeen na het blazen van de Boerhoorn.
Na de inlijving bij Frankrijk, in het jaar 1810, werden vele taken van de Boermarken overgenomen door provincies, gemeenten en waterschappen. Maar ook nu nog zijn er Boermarken actief in Drenthe. Als rechtspersonen nemen ze deel aan het
7
Vo o rwo o rd
maatschappelijk verkeer. Ook met hun eigendommen als brinken, ijsbanen, wegen en bosjes zijn ze een belangrijk onderdeel in de gemeenschap. Ze hebben een goede naam en zijn vaak aanspreekpunt voor de gemeente, provincie en diverse instanties. Alleen in Drenthe zijn ze nog actief. De Vereniging Drentse Boermarken telt nog 87 actieve en zelfstandige Boermarken. De taken van de Boermarke met betrekking tot de brinken waren en zijn ook nu nog: • De verkoop van bomen op de brinken • Het innen van boomgeld • Het bestellen van nieuwe aanplant • Snoeien van bomen, maaien van gras en ander onderhoud • Verkoop van stukken grond • Toezicht houden op loslopende koeien en varkens • Organiseren van volksspelen zoals eierenrapen • Verhuur van standplaatsen voor de kermis • Aankoop van een brandspuit • Aanleg van een waterput • Verhuur van het jachtrecht
F ie t se n van brink t o t brink
8
Routebeschrijving Norg Norg kent, net als vele andere esdorpen in Drenthe, een lange geschiedenis. Al in het begin van de middeleeuwen duikt Nurch of Norch op in oorkondes. Dit waren afspraken die werden vastgelegd op perkament. Het diende dus als bewijsstuk voor gemaakte afspraken. Veel oorkonden bleven zo goed bewaard, omdat zij voor latere eigenaren het bewijs van eigendom van een stuk grond of een recht vormden. Voor de kerk ligt de eerste brink. Deze brink heeft een voor de hand liggende naam: de Kerkbrink. Norg heeft maar liefst zes ‘echte’ brinken en nog een paar die zijn ontstaan vanwege overhoeken, die later zijn ingericht als brink. Naast de Kerkbrink komt u namen tegen als Van Essenbrink, Paardenbrink, Café brink, Putbrink, Brink aan de steeg en Brink Zandvoort. De Paardenbrink is nog steeds ingericht als vee- en warenmarkt en wordt ook nu nog als zodanig gebruikt. De Kerkbrink is nu deels parkeerplaats, waar een keer per week de weekmarkt wordt gehouden. De Putbrink heeft zijn naam te danken aan het afvoerputje voor overtollig regenwater. Op deze brink is de paardenlaadplaats in 2012 in ere hersteld. Op verzoek van den Friesche Bond van
9
Ro ut ebeschrij ving
Handelaren werd deze laadplaats in 1938 aangelegd. Door een dergelijke laadplaats kon de laadklep horizontaal worden gelegd, waardoor het inladen van de paarden met veel minder lawaai plaatsvond. Het lawaai werd gedempt door het gras en het inladen was dan ook minder angstig voor de paarden.
De Norgermarkt, de paardenmarkt die meerdere malen per jaar werd gehouden, is zeer bekend. Zo rond 1850 werden jaarlijks 9000 dieren verhandeld waarvan 6000 paarden. Doordat er veel ruimte nodig was, werd het hele dorp benut. Naast de paardenhandel werden er ook schapen en kleinvee verhandeld. De dag voor de Norgermarkt kwamen de meeste boeren al aan in Norg. Om de zondagsrust niet te verstoren, werd de markt gehouden op de dinsdag, zodat er op de maandag werd gereisd en vaak ook al werd gehandeld; dit noemde men de voormarkt. Op vele plekken in het dorp bestond de mogelijkheid te overnachten, zoals in café Holman, hotel Karsten en bij particulieren. Maar ook in het hooi of in linnenwagens. Er waren vele tapperijen in het dorp, waar drank werd geschonken. Deze tapperijen, vaak in een kamer van een boerderij, hadden een speciale vergunning om drank te verkopen op de marktdag. Tot aan de jaren zestig van de vorige eeuw vond dit gebruik plaats.
F ie t se n van brink t o t brink
10
De bomen op de brink werden vaak gebruikt door de mannen om tegenaan te plassen, wanneer de nood hoog was. Maar ook de vrouwen deden voor dat ze naar de kerk gingen vaak nog even hun behoefte daar, omdat er geen wc was in de kerk. Naast de handel in vee, op de brinken, werden er vele waren verkocht. Vooral spullen, zoals lederwaren, die te maken hadden met het vee, maar later ook allerhande huishoudelijke artikelen en niet te vergeten de vermaarde Drentse bollen. Naast deze warenmarkt kwam er ook een ander soort handelaren op af, zoals dobbelaars en andere beoefenaars van kansspelletjes. Net als ‘vrouwen uit Amsterdam’. Publieke vrouwen met een heel andere soort ‘handel’. Ook andere vormen van vermaak kwamen op de markt. Er waren kunstenaars met voordrachten, liederen en muziek. Zo werden uitgebreid ‘de moorden’ bezongen, die werden gepleegd in heel Nederland. Tot het moment dat dat werd verboden, omdat het te schokkend werd. Veel later was er ook kermisvermaak, tot de dag van vandaag. En er werden dorpsactiviteiten georganiseerd.
11
Sint-Margaretakerk De Sint-Margaretakerk in Norg is een deels romaanse, deels romanogotische kerk. De romanogotische stijl omvat een aantal bouwstijlen uit vooral de 13e en 14e eeuw, toen het romaans geleidelijk werd vervangen door de gotiek. Romanogotiek is in feite een nog grotendeels romaanse bouwstijl, waarbij gotische vormen werden toegepast en komt vooral voor bij kerken. De kerk werd gebouwd halverwege de 13e eeuw en werd gewijd aan de heilige Margaretha van Antiochië. De toren met een zadeldak werd het eerst gebouwd en daarna, in fasen, de rest van de kerk. De toren is in romaanse stijl. Het schip werd aanvankelijk gebouwd in dezelfde stijl, getuige de kleine romaanse vensters, maar werd later verhoogd en van grotere romanogotische vensters
Ro ut ebeschrijving
voorzien. In de 19e eeuw werden deze vervangen door grote spitsboogvensters om tenslotte tijdens een restauratie rond 1970 weer te worden hersteld. Het koor werd gebouwd in romanogotische stijl en is altijd in originele staat gebleven, inclusief meloengewelf. In het interieur bevinden zich een wijwaterbak en twee zandstenen doopvonten, die ouder zijn dan de kerk. Eén van de doopvonten zou afkomstig zijn uit de houten kerk, die eerder op deze plaats heeft gestaan. De preekstoel, het offerblok en de luiklok dateren uit de 17e eeuw. Het orgel was een geschenk van Marchien Martens uit Zuidvelde ter nagedachtenis aan haar broers. Het werd gebouwd in 1896 door de firma Leichel. De kerk werd in de jaren 1969 tot en met 1971 gerestaureerd en gereconstrueerd. Bij deze restauratie werden de schilderingen in de kerk aangevuld.
F ie t se n van brink t o t brink
12
Peest Na Norg komt u in het dorpje Peest, dat zeer mooi gelegen is. De brink kent een heel andere geschiedenis dan bijvoorbeeld de brinken in Norg. De brink was ook een verzamelpunt van schapen, voordat de herder met de kudde naar de heide ging. Aan de oostzijde van de brink was een grote boerderij gebouwd, die later, bij gebrek aan bluswater, is afgebrand. De aanleiding om een dobbe, een watergat of vijver, aan te leggen en te gebruiken voor bluswater. Tevens diende deze dobbe voor drinkwater voor mens en dier. Op deze brink stonden eiken. De eikels dienden in de herfst als voer voor de varkens. Er staan nu verschillende boomsoorten. De Boermarke van Peest bestaat nog steeds en is verantwoordelijk voor onder andere het beheer van de brink, hoewel de gemeente eigenaar is. De meeste inkomsten voor de Boermarke komen binnen door het verhuren van het jachtrecht.
Zuidvelde Zuidvelde kent een grote brink en nog drie kleinere hoekjes brinkgrond, die met bomen zijn beplant. De functie was vroeger een drinkplaats voor de schapen, naast de inkomsten uit de verkoop van hout. Ook nu nog lopen er schapen op de grootste brink. Op de brink werd hout gezaagd in een zogenaamde
13
Ro ut ebeschrijving
zaagkuil. Het gezaagde hout werd gebruikt voor de bouw van boerderijen in het dorp. Ook werd er veel hout bij opbod verkocht. Er stonden rond de brinken vroeger zeven boerderijen. De Boermarke Zuidvelde kent nog een vorm van plant. Dit plantrecht of pootrecht houdt in dat particulieren eigenaar zijn van bomen op grond van derden. Na het kappen van hun bomen, moeten deze gebruikers binnen een jaar zorgen voor nieuwe aanplant. Doen ze dit niet, dan vervallen hun rechten. Hier kent men een scheiding tussen het grondrecht en de rechten van wat er op het grondgebied staat.
F ie t se n van brink t o t brink
Norgerholt Het Norgerholt is een 25 hectare groot bos tussen Zuidvelde en Westervelde. Het is sinds 1962 in het bezit van Vereniging Natuurmonumenten en werd in 1997 aangewezen als bosreservaat. Dit betekent dat er niet meer wordt gekapt of geplant, zodat de begroeiing zijn natuurlijke levenscyclus kan volgen. Vermoedelijk dateert het bos uit de 9e eeuw, het is daarmee een van de oudste bossen in Nederland. De vroegst bekende schriftelijke vermelding is van 1585. Sinds dat jaar werd er regelmatig hout verkocht en nieuw aangeplant. Het bos bestaat nu voornamelijk uit zomereik en hulst. De oudste van de huidige eiken werden in 1850 geplant. Bijzonder zijn de zware tot 20 meter hoge hulstbomen, waarvan de grootste van Europa
14
in dit bos te vinden zijn. Onder de bomen bestaat een rijke, grotendeels onverstoorde humusbodem dat in Nederland zeldzaam is. De ouderdom van het bos maakt dat er sprake is van een zeer gevarieerde bodemflora met bosmuur, lelietje-van-dalen, dalkruid, bosanemoon, gewone salomonszegel en verschillende zeldzame braamsoorten. Op sommige plaatsen komt veel adelaarsvaren voor. In het bos zijn de nesten van 72 verschillende soorten vogels geteld. Het Norgerholt was eeuwenlang eigendom van de Boermarke en werd gezamenlijk gebruikt volgens de regels van het Drentse landrecht. Tot 1790 was het bos ook de plaats van de jaarlijkse vergadering van de markegenoten. De vergaderplaats, die was aangegeven door vier oude eiken, werd 't Aole Raodhoes genoemd.
Ro ut ebeschrijving
Er is een grote herkenbare brink in Westervelde, in de volksmond schoolbrink genoemd. Daarnaast zijn er twee kleinere brinken, die niet echt een brinkfunctie kenden. Deze zijn ingeplant met bomen. De schoolbrink was een aantal jaren geleden meer een soort waterplasje, een natte plek waar vroeger zelfs op werd geschaatst. De brink ligt daar net op een punt waar het grondwater zich verzamelt, vandaar de natte plek. Daarmee werd de brink een soort verzamelpunt van overtollig water. Later is de brink uitgegraven en opgevuld met waterdoorlatende grond, zodat het water niet bleef staan. In de jaren zeventig zijn er jonge eiken geplant, die de nu huidige brink vormen. Westervelde kent een middelgroot Hunebed met de naam D2. Van de vier oorspronkelijke dekstenen zijn er nog twee aanwezig. Op het informatiebord is meer te lezen over de achtergrond en de geschiedenis van dit hunebed.
Een Een wordt al beschreven in een oorkonde van 1040. Het dorp bestaat al eeuwen lang uit drie buurtschappen: Noord Eind, Middelboer en Zuid Eind. Een kent twee brinken. De ene, liggend bij de school en bekend van de naam ‘de Tip’, is driehoekig en een zogenaamde weilandbrink. Een brink zonder bomen op de brink, maar wel met bomen op de omliggende houtwallen. De andere
Westervelde
15
F ie t se n van brink t o t brink
16
brink ligt aan het Noord Eind, het oudste deel van het dorp en is eigendom van de Boermarke van Een. Vroeger werden hier de schapen bijeen gedreven om van hieruit naar de uitgebreide heidevelden te gaan om te grazen. ’s Avonds gingen de schapen weer terug naar de schaapskooien van de omliggende boerderijen. De eiken op deze brink zijn rond 1880 aangeplant. Deze zomereiken leverden duurzaam en hard hout, dat werd gebruikt voor gebinten, balken en planken. Dunner hout werd gebruikt als paalhout en stelen voor gereedschap. Ook nu nog lopen hier, in de zomer, schapen op deze brink.
Ro ut ebeschrijving
Steenbergen Dit esdorp is ontstaan in de late middeleeuwen. De naam van het dorp is afgeleid van het hunebed dat ten noorden van het dorp ligt: ‘de Steenen Berg’. Aan de westzijde van de hoofdstraat lag vroeger de brink. Na de grote brand in 1881 werden zes van de vijftien boerderijen in de as gelegd. Na de herbouw werd een groot deel van de brink opgeofferd. De huidige brink is opgeknapt en omvat een dorpspomp, een bankje en een informatiebord. Naast deze brink is er nog een tweede brink te vinden, de zgn. ‘Tellings van Steenbergen’, genoemd naar de jonge bomen (de tellings). Tot 1922 kwam er twee maal daags een grote kudde Drentse heideschapen langs om te drinken bij de dobbe. De laatste schaapherder van Steenbergen was Jan Boer. Jan blies op een koehoorn om de boeren te waarschuwen dat het tijd werd voor de uittocht van de schapen. Het agrarische karakter van Steenbergen is grotendeels bewaard gebleven.
17
Fi et s en van bri nk t o t bri nk
Hunebed D1 Tussen Steenbergen en Roderesch ligt het noordelijkst gelegen hunebed van Drenthe. Deze draagt de naam D1. De telling van de hunebedden is gedaan in 1925 door archeoloog A.E. van Giffen, die alle hunebedden in Drenthe in kaart bracht. ‘Hunen’ is een oude naam voor ‘reuzen’ en ‘hunebed’ betekent in feite: ‘reuzenbed’.
18
De eigen bewoners spraken meestal van steenhoop of steenbarg. De hunebedden zijn de oudste monumenten van Nederland. Ze zijn meer dan 5000 jaar geleden gebouwd door het Trechtbeker-volk. Zij waren de eerste boeren van NoordEuropa en begroeven hun doden in deze hunebedden.
Ro ut ebeschrijving
Roden Hoewel Roden vanouds een echt Drents brinkdorp was, is er van de oude brink weinig meer over. Wat nu de brink wordt genoemd, was in 1832 nog de tuin van de pastorie aan de noordkant. Alleen een strook aan de westkant was brink en als grasland in gebruik. Ten noordoosten van de kerk (kruising Mensingheweg/ Schoolstraat) was een open ruimte. Alleen het stukje op de kruising Brink/ Heerestraat/Raadhuisstraat werd brink genoemd, maar er omheen stonden geen boerderijen, zoals in Norg het geval was. Deze huidige brink is de plaats waar meerdere keren per jaar een kermis wordt gehouden. De brink is ook de plek, als onderdeel van het centrum, waar jaarlijks in september de Rodermarkt plaatsvindt, een vee- en goederenmarkt. De markt is van oorsprong een veemarkt, maar door het teruglopende aanbod van vee, de laatste tien jaar, komt de nadruk steeds meer te liggen op de warenmarkt.
19
F ie t se n van brink t o t brink
De Catharinakerk De Catharinakerk in Roden is een deels romanogotische en deels gotische kerk en ligt aan de brink. De kerk werd gebouwd in de 13e eeuw en is gewijd aan de heilige Catharina van Alexandrië. In het begin van de 15e eeuw werd het oude koor vervangen door een gotisch koor. Daarna werd aan het einde van de 15e eeuw de toren gebouwd. Bij de restauratie in de jaren dertig van de 20e eeuw, werd het pleisterwerk aan de binnenzijde van de kerk verwijderd, waardoor de baksteenstructuur zichtbaar werd. Volgens het testament van Maria Catharina Hoppinck uit 1776, werden 10.000 carolus-guldens beschikbaar gesteld voor de bouw van een orgel. Het orgel werd gebouwd door Albertus Antoni Hinsz (1704-1785), een uit
20
Duitsland afkomstige orgelbouwer. De orgelkas is gemaakt door A. Smid. Het verhaal van de schenking is beschreven op de wapens en tekstborden in de kerk. De 18e-eeuwse herenbank in de kerk heeft het wapen van de landschapssecretaris Coenraad Wolter Ellents en zijn echtgenote Gesina Oldenhuis, de bewoners van de naastgelegen Havezate Mensinge. De preekstoel dateert van 1717. Het doopvont van Bentheimer zandsteen is 13eeeuws.
21
Ro ut ebeschrij ving
Op de brink staat een standbeeld van Ot en Sien. Ot en Sien zijn de hoofdfiguren uit een serie Nederlandse kinderverhalen, die in de eerste helft van de twintigste eeuw zeer populair waren. De eerste serie, getiteld ‘Dicht bij Huis’, verscheen in 1902. De hoofdpersonen daarvan waren niet Ot en Sien zelf, maar twee andere kinderen, Pim en Mien. De tweede serie, getiteld ‘Nog bij Moeder’, verscheen in 1904 en die was helemaal aan Ot en zijn vriendinnetje Sien gewijd.
De verhalen werden geschreven door Hindericus Scheepstra en Jan Ligthart met als achterliggende gedachte de jeugd zich te laten verdiepen in het dagelijkse huiselijke gezinsleven. De bijbehorende tekeningen werden gemaakt door Cornelis Jetses. Hendricus Scheepstra is geboren in Roden maakte zich verdienstelijk als onderwijzer en pedagoog.
F ie t se n van brink t o t brink
22
Havezate Mensinge Havezate Mensinge was tot 1985 in particuliere handen, totdat de onderhoudskosten niet meer waren op te brengen. Het huis is al in 1381 bekend van de banden met het Bisdom Utrecht. Het huis is lange tijd bewoond geweest en daardoor is er veel van de inrichting bewaard gebleven. De Mensinge omvat nu een museum en een koetshuis, waar geregeld exposities worden gehouden.
Ook is er een restaurant/bistro gevestigd in een van de gebouwen, waar u op het terras wat kunt gaan drinken of eten. In de middag is het museum geopend, net als de expositieruimte in het koetshuis en zeker de moeite waard.
Ro ut ebeschrij ving
Peize In Peize vindt u de meest noordelijke brink van Drenthe. Een kleine brink waar geen oude bomen zijn terug te vinden. Vroeger had de brink de vorm van een zandloper. Het ene deel was de huidige brink met zijn driehoekige vorm en de andere lag tussen de bestaande brink en het voormalige gemeentehuis van Peize. Grenzend aan de brink ligt de dorpskerk uit de 2e helft van de 13e eeuw, met daaromheen veel eiken. Het gebied ten zuiden van de brink en de kerk is al eeuwenlang een onbebouwd weidegebied. Dit is ook op oude kaarten terug te zien. Vroeger werd de brink gebruikt voor het ‘inscharen’ van vee, want rond de brink stonden veel boerderijen. Ook was er de markt en de kermis. De brink van Peize is, voor zover bekend, nooit geheel beplant geweest met bomen. Hier en daar stonden er wel bomen op de brink, maar het was een open brinkruimte, te gebruiken voor activiteiten in het dorpscentrum. Ook stalden vroeger de boeren, van buiten het centrum, er hun paard en wagen, als ze naar de kerk gingen. Vlakbij de brink is een weiland waar vroeger dorpsactiviteiten plaatsvonden. Ook nu is dat nog het geval. Bij dit weiland ligt ook het fundament van het Huys te Peyse uit
23
F ie t se n van brink t o t brink
24
1500, een versterkt landhuis met slotgracht dat in 1812 werd afgebroken. Met de materialen is de boerderij gebouwd, die er nu nog staat. Deze groene ruimte midden in het dorp is typisch voor Peize; bij iedere uitbreiding in latere fases heeft het dorp steeds open plekken weten te bewaren. Van 1937 tot 1975 stond er op de brink een muziekkoepel. In 1975 is de houten opbouw met dak gesloopt, aangezien deze was vervallen. De gemetselde basis van de muziekkoepel heeft tot 1992 nog dienst gedaan als grote plantenbak, maar is toen ook gesloopt. Vroeger was Peize een Drents boerendorp met voornamelijk gemengde bedrijven. In de zestiende en zeventiende eeuw stond het dorp bekend om de uitgebreide teelt van hop, vooral gebruikt voor de bierbereiding in de stad Groningen. De Hopbel was het beeldmerk in het gemeentewapen, toen Peize nog een zelfstandige gemeente was. De naam hop komt nu nog veel voor in allerlei naamgevingen, zoals Hoppekampweg, vereniging De Hopruiters, bejaardencentrum De Hoprank en weekblad de Hopbel.
Door een groep vrijwilligers is een aantal zogenaamde Hopkuilen ingericht. Dit 'levend museum' is gelegen aan het fietspad uitkomend op de Hoppekampweg en toont de klassieke Hopteelt. In de eerste helft van de negentiende eeuw is de hopteelt vrijwel volledig verdwenen.
Ro ut ebeschrij ving
Lieveren
Het dorp staat bekend om de mooie natuur in de omgeving. Het rustieke karakter is heel goed bewaard gebleven en van uitbreiding van het dorp is nooit of nauwelijks sprake geweest. Lieveren is ontstaan als een traditioneel esdorp omringd door bossen. De bebouwing vind je vooral aan de rondlopende brinkweg, nu Centrum genaamd.
25
F ie t se n van brink t o t brink
26
Een echte brink is niet meer aanwezig. Deze lag oorspronkelijk aan de westkant van het dorp waar de Nijlandseweg begint. Hier stond in 1832 nog de lagere school van Lieveren. Opmerkelijk is dat Lieveren pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw straatnamen heeft gekregen. Al in de vroege Middeleeuwen ontstond een nederzetting aan het kronkelige Lieversche diepje op een nu nog duidelijk herkenbare zandrug. Dit was het begin van Lieveren. Er zijn zelfs restanten gevonden uit de IJzertijd bij het huidige Lieversche diep. Dit komt omdat een belangrijke verbindingsroute door Drenthe, de Koningsweg, bij Lieveren een doorwaadbare plek in het grote Peizerdiep had.
Langelo Langelo kent een structuur, die voor een belangrijk deel wordt bepaald door de twee brinken. De Westerbrink heeft een driehoekige vorm en vormde oorspronkelijk de zuidwestelijke rand van het dorp. De Schoolbrink heette eerst de Noorderbrink tot aan de bouw van de nieuwe school in 1929. De brink kent nog zeer oude lindebomen en een aantal Amerikaanse eiken. Net als vele brinken was er de productie van hout in een zaagkoel. Ook was er een bewaarplaats voor aardappelen in de grond. Kleine contouren hiervan zijn nog terug te vinden. Verder staat er een bankje en een dorpspomp.
27
Ro ut ebeschrij ving
Een bijzonder element in de bebouwing in het dorp is de Vicarie-hoeve, een boerderij die waarschijnlijk dateert van 1250. De structuur van Langelo bleef tot halverwege de 19e eeuw ongewijzigd en werd bepaald door de onregelmatig geplaatste Saksische boerderijen met hun hof- of huisakkers.
F ie t se n van brink t o t brink
28
Rondje Noordenveld ‘van brink tot brink’ Routebeschrijving Legenda: LA=links; RA=rechts; RD=rechtdoor; VRW=voorrangsweg; Ri=richting
We vertrekken vanuit Norg Brink (bij de kerk) Nr.
km.
Omschrijving
1
0,00
Start met de rug naar Hotel Karsten RA Voor u ziet u de kerkbrink
2
0,04
RA ‘Westeind’
3
0,1
LA ‘Zandvoort’
4
0,2
LA ‘Brinkstraat’ volg de weg naar links
5
0,4
Einde weg RA ‘Brink/Asserstraat’
6
0,5
LA ‘Pompstraat’
7
0,93
RA ‘Peesterstraat’ Na een paar honderd meter is links van de weg een brink met een paardenoplaadplaats
8
1,27
Vlak voor kombord Norg , rechts betonnen fietspad op RD
9
2,26
Peest Fietspad volgen
10
2,91
Einde fietspad RA
11
3,2
Hoofdweg volgen
12
3,4
RA ‘Brinkweg’ U ziet hier de brink
29
Ro ut ebeschrij ving
13
3,8
LA ‘Schaapdijk’
14
4,3
RA ‘Zuidveldigerweg’, ‘Zuidveldigerweg’ wordt later ‘Peesterweg’
15
7,2
Zuidvelde VRW oversteken ‘Asserstraat’ op fietspad LA
16
7,47
RA ‘Brink’, bij deze brink gaan we het pad in en keren weer om (doodlopende weg)
17
7,66
LA ‘Asserstraat’
18
8,00
Einde Fietspad VRW oversteken dan op fietspad LA
19
9,2
Bij Hotel/Café ‘Norgerholt’ LA, VRW oversteken op fietspad LA en direct weer RA, Ri ‘Westervelde’ U gaat door het Norgerholt
20
10
Westervelde ‘Hoofdweg’volgen. U ziet rechts een weggetje naar het hunebed en vervolgens aan de rechterhand aan de hoofdweg de ‘grote’ brink
21
10,55
RA ‘Steeg’
22
11
Einde weg LA ‘Schoolstraat’
23
11,95
‘Schoolstraat’ wordt ‘Westeind’ en daarna ‘Oldenhofweg’
24
14,2
VRW oversteken op fietspad LA ‘Eenerstraat’
25
14,45
Over de brug RA ‘Norgerweg’
26
15,2
Een ‘Norgerweg’ vervolgen
27
15,7
Einde ‘Norgerweg’ RA ‘Hoofdstraat’ langs deze weg ziet u aan de linkerhand de Brink Noordeinde
F ie t se n van brink to t brink
30
28
19,0
Steenbergen (vlak voor Steenbergen kunt u RA en langs de gaslocatie binnendoor weer terug naar Norg)
29
19,4
RA ‘Markeweg’ aan de rechterhand ‘de Tellings van Steenbergen’ met infopaneel
30
19,6
LA bij ANWB paddenstoel Ri Nieuw Roden, fietspad volgen
31
19,7
VRW oversteken en fietspad langs hunebed vervolgen Dit fietspad (schelpenpad) blijven volgen Ri Roderesch, gaat later over in asfaltweg
20,15
32
21,4
Roderesch Einde weg LA ‘Esweg’
33
22,85
Eerste weg RA ‘Hullenweg’ (alternatief mogelijk)
34
24,7
Roden Einde weg LA fietspad ‘Norgerweg’
35
25,35
Einde fietspad, de VRW oversteken en RD
36
25,48
Eerste weg RA ‘Brink’ Hier ziet u ‘Ot en Sien’ en de Catharinakerk
37
25,65
RA ‘Mensingheweg’ Indien u even doorrijdt, ziet u rechts Havezate Mensinge, daarna terug Ri Roden en RA ‘Spijkerzoom’
38
26,16
Voor de scherpe bocht in de ‘Spijkerzoom’ RA fietspad op , fietspad gaat achter de Golfbaan langs
39
26,94
Einde fietspad LA (langs de gaslocatie)
40
27,4
Einde weg RA ‘Weehorstweg’
41
28,3
Einde weg LA ‘Scharenhulsedijk’
31
Ro ut ebeschrijving
42
28,56
Eerste weg RA ‘Vossegatweg’ deze weg steeds rechtdoor rijden
43
30,28
Peize direct na de bocht LA fietspad door tunneltje na tunnel RA ‘Oude Velddijk’ deze weg steeds RD
44
31,23
RA ‘Brinkweg’ langs het evenemententerrein en ooievaarsnest
45
31,70
RA ‘Hoofdstraat’, u rijdt langs de kerk
46
31,75
RA ‘Kerkstraat’ wordt later ‘Hoge weg’ RD
47
32,67
RA langs de rotonde en eerste weg RA , Ri Altena , ‘Hornweg’ asfaltweg
48
33,4
Na de brug LA ‘Boerlaan’
49
35,15
Einde weg RA ‘Vaartweg’
50
35,5
Altena LA ‘Lieverseweg’ deze weg steeds volgen (alternatief mogelijk)
51
37,5
Lieveren weg wordt ‘Noordveldweg’ , ‘Centrum’ bij café RD, ‘Zuidesch’ later wordt het de ‘Lieverseweg’
52
40,0
Langelo ‘Oosterweg’ wordt ‘Schoolbrink’, links ziet u de brink
53
41,1
Einde weg, bij infobord en dorpspomp, LA ‘Hoofdweg’ (asfaltweg)
54
41,4
Na 50 m ziet u de Vicarie-hoeve, eerste weg RA ‘Westerstraat’
55
41,6
RA ‘Westerbrink’ links ziet u de Westerbrink
F ie t se n van brink t o t brink
32
56
41,7
Op kruising LA fietspad op, u rijdt langs gasopslagplaats ‘Langelo’ (info)
57
42,41
Op splitsing LA ‘Wiltenkamp’ (alternatief mogelijk)
58
43,83
VRW oversteken, op fietspad RA
59
44,8
Norg fietspad aanhouden
60
45,4
Einde fietspad LA ‘Schapendrift’ volg fietspad
61
45,9
Einde weg RA ‘Roeghoornweg’ volg fietspad, links ziet u de Paardenbrink met waterput (drinkplaats)
62
46,4
Einde weg RA ‘Oosteind’
63
47,0
We zijn weer terug op de brink, bij de SintMargaretakerk