Feitenonderzoek De Boonacker Gemeente Purmerend
Rapport
drs. R.J. Morée MBA mr. J.M. Hoek MRE
WO-1311-0294-mdp
20 november 2013
Inhoudsopgave
1. Een feitenonderzoek naar De Boonacker 1.1 Inleiding 1.2 Aanleiding onderzoek 1.3 Opdrachtformulering 1.4 Uitvoering van het onderzoek 1.5 De opzet van het rapport
1 1 1 1 2 3
2. Feitenrelaas De Boonacker 2.1 Inleiding 2.2 De fase van vergunningverlening 2.3 Start werkzaamheden en verzakkingen 2.4 Opbouwwerkzaamheden tot oplevering
4 4 4 8 14
3. De taken van de gemeente 3.1 Inleiding 3.2 De gemeente als dienstverlener 3.3 De gemeente als bestuur 3.4 De gemeente als organisatie
16 16 16 18 20
4. Reflectie op het handelen 4.1 Inleiding 4.2 De gemeente als dienstverlener 4.3 De gemeente als bestuur 4.4 De gemeente als organisatie 4.5 Bejegening en vertrouwen
21 21 21 22 25 27
5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Inleiding 5.2 Conclusies 5.3 Aanbevelingen
29 29 29 31
Bijlagen 1. Geïnterviewde personen 2. Geraadpleegde documenten 3. Website voor omwonenden
1. Een feitenonderzoek naar De Boonacker
1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanleiding voor het feitenonderzoek (1.2), de opdrachtformuleopdrachtformul ring (1.3) en de uitvoering van het onderzoek (1.4). Het hoofdstuk wordt wordt afgesloten met een leeswijzer (1.5).
1.2 Aanleiding onderzoek De gemeenteraad van Purmerend heeft op 27 mei 2010 een besluit genomen tot wijziging van het bestemmingsplan en het verlenen van een bouwvergunning voor de Nieuwstraat 22-38. 22 Het besluit betreft de realisatie van bouwproject De Boonacker1),, een privaat initiatief voor 20 appartementen, appartementen drie winkelruimten en een parkeerkelder2). Al snel na de start van de werkzaamheden kregen omliggende panden te maken met verzakkingen. De bouwwerkzaamheden werden en door de projectontwikkelaar gestaakt. Mede als ls gevolg van de verzakverza kingen kreeg het private bouwproject tevens een publieke (en publiekrechtelijke) dimensie. Daarbij is het voor de gemeente van belang af te wegen welke rol zij oppakt en hoe ver zij daarin moet en/of wil gaan. De gemeenteraad van Purmerend heeft ten aanzien van het voorgaande behoefte aan een reconstrucreconstru tie van de feiten in een feitenrelaas en wil daaraan conclusies en aanbevelingen verbinden om een lerend effect ct te sorteren voor toekomstige situaties. De raad heeft het college verzocht een onafhankeonafhank lijk onderzoek te laten verrichten naar de gang van zaken. Het gaat daarbij om de rol van de verschilverschi lende bij het bouwproces betrokken actoren en de communicatie rondom rondom het bouwproces. Het onderzoek betreft de feiten vanaf het moment van indienen nen van een aanvraag voor een sloopvergunning (2009) tot en met de oplevering van de bouwwerken (maart ( 2013).. Hierbij dienen naast de feiten ten aanzien van (de voortgang van) het bouwproject vooral de communicatie over de problemaproblem tiek en de wijze van reageren en handelen door de gemeente (en andere actoren) te worden onderonde zocht. Daarbij is het van belang dat alle betrokken partijen de gelegenheid krijgen om hun ervaringen/visie vanuit hun perspectief weer te geven. Het onderzoek is extern verricht om de onafhankelijkheid te kunnen waarborgen.
1.3 Opdrachtformulering Vanwege haar ervaring met soortgelijke onderzoeken heeft de gemeente Purmerend Twynstra Gudde benaderd om het onafhankelijk nkelijk onderzoek uit te voeren. Twynstra Gudde heeft voor de benodigde specifieke juridische kennis op het terrein van bouw en vastgoed een beroep gedaan op legalHOEK uit Amsterdam. De volgende opdrachtformulering is voor het uitvoeren van het onderzoek gehanteerd: g
1
)
2
)
Gedurende de bouw werd naar het project verwezen als ‘Nieuwstraat 22-38’, 22 38’, maar in deze rapportage gebruiken wij doorgaans de naam De Boonacker, zoals het complex nu wordt genoemd. Bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38 22 2010, p.7.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 1/31
HOEK verrichten een feitenonderzoek naar de gang van zaken omtrent het Twynstra Gudde en legalHOEK bouwproject De Boonacker vanaf het moment van indienen van een aanvraag voor een ee sloopvergunning tot en met de oplevering van de bouwwerken. bouwwerken Het feitenonderzoek bevat conclusies en aanbeveaanbev lingen die erop zijn gericht om de gemeente lering te laten trekken uit de gebeurtenissen voor toekomstige situaties. Het feitenonderzoek heeft geleid tot voorliggend onderzoeksrapport. onderzoeksrapport. Het doel van het rapport is i het geven van inzicht in de feitelijke gang van zaken (feitenrelaas), alsmede het trekken van conclusies en het doen van aanbevelingen, gericht op het leren.
1.4 Uitvoering van het onderzoek Het onderzoek is verricht in de maanden augustus tot en met november 2013. Om het feitenrelaas zo objectief mogelijk in beeld te kunnen brengen, is gebruik gemaakt van verschillende methoden van dataverzameling,, te weten documentenonderzoek en interviews. interviews. De gemeentelijke organisatie heeft de documentatie waaruit het relevante relevante handelen van de diverse actoren blijkt of waar dit handelen op is gebaseerd (onderliggende stukken) aan de onderzoekers overhandigd. Ook hebben de onderzoekers de beschikking gekregen over notities van de bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. en haar advia seur. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de gebruikte documentatie docu (bijlage 2). 2) Naast documentenonderzoek heeft eveneens dataverzameling plaatsgevonden door middel van semigestrucsemi tureerde gesprekken met betrokkenen. Dit betreft interviews met onder meer omwonenden3), de bewonerscommissie en haar adviseur, adviseur de adviseur van de gemeente, betrokkenen uit de ambtelijke organisatie en het bestuur van de gemeente. Een overzicht van geïnterviewde personen is opgenomen in bijlage 1. Ondanks herhaalde verzoeken rzoeken van de zijde van de gemeente Purmerend hebben de projectontwikkeprojectontwikk laar (Linden Groep) en aannemer (BAM) aangegeven geen medewerking te willen verlenen aan het feitenonderzoek onderzoek in de vorm van een interview. Wel was hun correspondentie ten aanzien van het h dossier beschikbaar vanuit het archief van de gemeente. Het feit dat zowel projectontwikkelaar als aannemer geen medewerking wilde verlenen, verlenen heeft consequenties voor de reikwijdte van het onderonde zoek ten aanzien van het handelen van deze actoren; ten aanzien aanzien van dit handelen kon op deze wijze immers geen wederhoor worden toegepast. Op basis van de op bovenbeschreven wijze verkregen inzichten hebben wij het feitenrelaas gerecongereco strueerd, dat ter validatie is voorgelegd aan de ambtelijke organisatie en de bewonerscommissie bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. Bijij de reconstructie van het feitenrelaas hebben wij in het kader van de ‘behapbaarheid’ soms keuzes moeten maken welke ‘feiten’ wel en niet zijn opgenomen en het detailniveau dat daarbij wordt gehanteerd.. De focus heeft hierbij h gelegen op relevante feiten die tevens van belang zijn voor het handelen van de gemeentelijke organisatie in toekomstige gevallen. Het verleden kan niet worden veranderd, maar er kan wel van worden geleerd.
3
)
Omwonenden van de Nieuwegracht en de Nieuwstraat zijn door middel van een brief door ons verzocht om medewerking te verlenen aan het et feitenonderzoek. Zij konden via een speciaal ingerichte website (zie bijlage 3) aangeven of zij dit wilden doen door middel van een gesprek, door middel van een telefoongesprek of door middel van het schriftelijk (via de website) aanleveren van informatie. ie. Vier individuele omwonenden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door middel van een gesprek (2) of telefoongesprek (2).
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 2/31
1.5 De opzet van het rapport De verdere opbouw w van het rapport is als volgt: in hoofdstuk 2 is het feitenrelaas gereconstrueerd op zo objectief mogelijke wijze, zonder normering of oordeel. In hoofdstuk 3 is een kader geschetst voor het handelen van de gemeente, gemeente, opgebouwd vanuit de verschillende rollen die de gemeente geacht wordt te vervullen. In hoofdstuk 4 wordt op het handelen, zoals dat naar voren komt in het feitenrelaas, feitenrelaas gereflecteerd - op basis van het in hoofdstuk 3 geschetste kader. In hoofdstuk 5 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 3/31
2. Feitenrelaas De Boonacker
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk is het feitenrelaas De Boonacker beschreven. Dit feitenrelaas start met de fase van vergunningverlening (2.2). Vervolgens komt de fase van de start van de werkzaamheden werkzaamheden en verzakverza kingen aan de orde (2.3). Het feitenrelaas wordt afgesloten met de fase van opbouwwerkzaamheden tot oplevering (2.4).
2.2 De fase van vergunningverlening De fase van vergunningverlening heeft betrekking op het moment van aanvraag van de benodigde benod vergunningen om te slopen en te bouwen tot het moment dat de daartoe benodigde vergunningen worden verleend. planvorming
‘Voor de herontwikkeling van de voormalige Zijpgarage en enkele aangrenzende panden aan de Nieuwstraat in Purmerend is een bouwplan ontwikkeld. Daarbij wordt uitgegaan van de sloop van de gebouwen Nieuwstraat 22-36 36 en de bouw van 20 appartementen, 3 winkelruimten winkelruimten en een parkeerparkeer kelder met 37 parkeerplaatsen’4)5). Het bouwplan waarover hier wordt gesproken, is afkomstig van Linden Groep - De Where Vastgoed (verder: LG). LG) Het bouwproject heeft de naam ‘De Boonacker’ gekregen. De eerste gesprekken met de gemeente gemeente over de herontwikkeling verliepen tussen LG en de toenmalige wethouder Ruimtelijke Ordening. In gezamenlijkheid tussen LG,, een architectenbureau en de gemeente zijn de plannen vervolgens tot stand gekomen. De gemeente had destijds een stedenstede bouwkundige in dienst, die in het begin namens de gemeente betrokken was. Omwonenden die de plannen ter ore waren gekomen, gekomen hebben in november 2007 voor het eerst contact gezocht met de wethouder Ruimtelijke Ordening rdening en de wens geuit om vanwege het ingrijpende karakter van de ontwikkeling actief te worden geïnformeerd. geïnformeerd
Figuur 2.1. Impressie voorzijde bouwproject b De Boonacker6)
2009 sloopvergunning
Op 9 april 2009 dient LG een aanvraag in voor het slopen van bouwwerken inclusief bijbehorende funderingen op de percelen Nieuwstraat 22-34 22 De sloopwerkzaamheden bestaan uit het slopen van 4 5
6
) )
)
Ruimtelijke onderbouwing Zijpgarage Nieuwstraat in het kader van een projectbesluit, concept, 14 mei 2009. In 2005 is door de gemeenteraad van Purmerend bepaald dat uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is, dat deze op eigen terrein voorzien in een parkeerruimte. De parkeernorm voor nieuwe woningen is 1,3 parkeerplaats per woning, voor detaildetai 2 handel 2,3 parkeerplaats per er 100 m bvo. Bron: Parkeren in binnenstad Purmerend en omgeving; Parkeerbeleid 2004-2010, 2004 8 februari 2005. Bron figuur: Bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38 22 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 4/31
arage, Nieuwstraat 22-34, 22 34, tot en met de fundering en de asbestsanering van de de voormalige Zijpgarage, opstallen. Voor Nieuwstraat 36 en 38 betreft het de fundering. Op 18 mei 2009 wordt deze vergunning verleend conform de Gemeentelijke Bouwverordening Purmerend (versie 26 oktober 2008). 2008) Aan de vergunning zijn door de gemeente op basis van deze verordening voorschriften (SV 09-006) 09 verbonden. Het bij de sloopvergunning behorende Sloopdocument van van Arie Hollenberg SloopSloop en Milieuwerken B.V. vermeldt onder meer dat de belendende percelen voorafgaand aan de werkzaamheden zowel interieur als exterieur zijn opgenomen, dat er alles aan wordt gedaan om schade te voorkomen en dat na afronding van de sloop sloop en voorafgaand aan het plaatsen van de damwand een tussenoptusseno name wordt uitgevoerd om de staat van de belendingen te bepalen. bouwvergunning damwand
coördinatieregeling; bestemmingsplan én bouwvergunning
Voor het plaatsen van damwanden rondom de bouwput van project Nieuwstraat te Purmerend is een aparte bouwvergunningprocedure doorlopen. De aanvraag voor het plaatsen van de damwand is apart gedaan, om reden van noodzakelijke bodemsanering. Door de damwandconstructie apart te vergunvergu nen, kan de bodemsanering eerder plaatsvinden, voordat de bouwvergunning bouwvergunning van het woongebouw en winkels is verleend. De provinciale vergunning voor de bodemsanering heeft namelijk een beperkte geldigheidsduur. De damwanden zijn benodigd om de grond te kunnen afgraven ten behoeve van de sanering en (uiteindelijk) de aanleg a van de ondergrondse parkeergarage. De bouwvergunning is aangevraagd op 3 augustus 2009 en afgegeven op 19 augustus 2009 (BV09-210). Inzake deze bouwvergunning zijn geen bezwaren en geen beroepschriften ontvangen. Om de bouwplannen van LG te realiseren, bleek een herziening van het bestemmingsplan noodzakenoodzak lijk. Dit onder meer vanwege de geplande parkeerkelder onder de nieuwbouw, een overschrijding van de diepte van het bouwwerk (van voorvoor tot achtergevel) op een aantal plaatsen (appartementen en trappenhuis), de toegestane bouwhoogte en pandbreedte. Hierbij is gekozen voor een zogenaamde gemeentelijke coördinatieregeling, wat erop neerkomt dat de bestemmingsplanprocedure en de aanvraag voor de bouwvergunning zijn gecoördineerd en een gezamenlijk besluit tot vaststelling kennen. De Wet et ruimtelijke ordening en de Woningwet maken het mogelijk dat het nieuwe nieuw bestemmingsplan op basis van deze regeling de juridische grondslag vormt voor het bouwplan. Op 8 oktober 2009 wordt het plan voor het eerst besproken in de commissie SOB (stedelijke ontwikkeontwikk ling en beheer) van de gemeenteraad. Een meerderheid geeft groen groen licht, maar vraagt specifiek aandacht voor de muurhoogte van het bouwproject in relatie tot bezonning van een van de omwonenomwone den. Het herziene bestemmingsplan (ontwerpbestemmingsplan ( Nieuwstraat 22-38,, d.d. 17 september 2009) heeft van 17 november 2009 tot tot en met 28 december 2009 ter inzage gelegen. Aan A de wettelijke kennisgevings- en terinzageleggingsvereisten is voldaan. Tijdens de voorbereiding van het beb stemmingsplan is op 30 juni 2009 een informatieavond voor omwonenden georganiseerd door LG en op 15 december 2009 door de gemeente. Van beide avonden zijn verslagen opgesteld. Op het ontwerpbestemmingsplan heeft de gemeente dertien zienswijzen ontvangen,, waarvan er twaalf tijdig zijn ontvangen en daarmee ontvankelijk zijn verklaard.
damwandconstructie nader beschouwd
Op de informatieavond op 15 december 2009 richt een groot deel van de vragen van omwonenden zich op de damwandconstructie in nabijheid van de bestaande woningen. Hoewel vergunning hiertoe reeds was verleend - en het onderwerp daarmee in beginsel be geen deel uitmaakte van de avond zegde de gemeente een second opinion toe op de technisch inhoudelijke beoordeling van de bouwbou aanvraag voor de damwand. De gemeente heeft deze op onderdelen laten controleren door externe partij ABT uit Delft7). Het oordeel van ABT (d.d. 1 maart 2010) luidde dat ‘de berekeningen conform de vigerende voorschriften zijn gemaakt en dat de vergunning terecht is verleend’. verleend’ ABT doet daarnaast een aantal aanbevelingen voor verbeteringen ter zake van het aantal toe te passen sen stempelramen en 7
)
Brief gemeente Purmerend, Controle bouwvergunning stukken BV 09-210 09 damwand Nieuwstraat 26 t/m 38 te Purmerend, 18 januari 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 5/31
het trillingsvrij inbrengen van de damwand. damwand Ook adviseert ABT een monitoringsplan op te stellen, stellen waarin zakkingscriteria zouden moeten worden opgenomen. opgenomen. Omwonenden worden van de onderonde zoeksresultaten op de hoogte gebracht8). In de tussentijd heeft LG laten onderzoeken of de damwand zou kunnen vervallen indien er geen ondergrondse parkeergarage zou worden aangelegd. Haar adviseur dviseur De Ruiter Boringen en BemalinBemali gen geeft aan dat ook in dat geval plaatsing van een damwand benodigd zou blijven (zij het een iets kleinere), voor de sanering van de verontreinigde bodem. Bovendien zou LG dan volgens haar adviseur het gevaar lopen dat de beschikking op het bestaande saneringsplan door de Provincie Noord-Holland zou worden ingetrokken, hetgeen tot vertraging van het project zou leiden9).
2010 vaststelling bestemmingsplan/ verlening bouwvergunning
In een Memorie van antwoord ntwoord (februari 2010) heeft de gemeente haar reactie op de ingediende zienswijzen kenbaar gemaakt. De zienswijzen hebben niet geleid tot wijzigingen in het ontwerpbeontwerpb stemmingsplan en het bouwplan. In de genoemde Memorie geeft de gemeente onder meer het volgende aan: - ‘de e gemeente toetst het bouwplan aan de eisen die gelden voor het verlenen van een bouwvergunbouwvergu ning. Indien aan deze eisen wordt voldaan, wordt de bouwvergunning verleend. Dit volgt uit het limitatief/imperatief stelsel van de Woningwet bij bouwvergunningverlening. Dit betekent dat als de bouwvergunning voldoet aan de eisen die in de Woningwet genoemd worden, de bouwvergunning bou moet worden verleend.’ - ‘de gemeente gaat geen nulmeting van de woningen (laten) uitvoeren. De hoofdaannemer, die de bouwwerkzaamheden uitvoert, is verantwoordelijk voor eventuele schade die deze werkzaamheden veroorzaken. Het laten uitvoeren van van een nulmeting is daarmee een verantwoordelijkheid van de aannemer.’
Figuur 2.2. Verbeelding bestemmingsplan
8 9
) )
Brief van de gemeente Purmerend aan omwonenden inzake nieuwbouw Nieuwstraat locatie Zijp, 18 maart 2010. Brief De Ruiter Boringen en Bemalingen BV aan Linden Groep – De Where Vastgoed BV inzake Bodemsanering odemsanering Nieuwstraat te Purmerend, 22 februari 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 6/31
De commissie SOB van de gemeente Purmerend vergadert op 12 mei 2010 opnieuw over het bouwproject.. Vijf omwonenden maken gebruik van het inspreekrecht. Raadsleden stellen, stellen mede naar aanleiding daarvan, nadere vragen aan het college. De wethouder Ruimtelijke R Ordening rdening zegt aanvullende informatie toe en beantwoordt de vragen een week later door middel van een memo10). Daarin wordt ingegaan op een en aantal waarborgen in het project (uitgevoerde nulmeting meting en herhalingsmetinherhalingsmeti gen, monitoring, verzekering en communicatie). Voor de gemeente zelf ziet de wethouder een rol in toezicht en handhaving. En [..] ‘daarnaast ‘daarnaast kunnen bewoners zich tot de gemeente wenden, w wanneer zij klachten hebben. Bij de gemeente is een projectleider aangewezen voor dit project.’ met drieëndertig stemmen voor en twee tegen) tegen het besluit Op 27 mei 2010 neemt de gemeenteraad (met tot vaststelling van het bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38 22 2010 en daarmee verlening van de bouwvergunning (BV09-197). 197). De raad vraagt daarbij door middel van een motie (D66) aandacht voor communicatie richting omwonenden. In de motie wordt het college verzocht ‘op essentiële momenten tijdens de ontwikkeling van Nieuwstraat 22-38 22 38 zorg te dragen voor een actieve informatie-uitwisseling informatie tussen bewoners, projectontwikkelaar en gemeente door middel van een in te stellen werkgroep. Deze werkgroep wordt voorgezeten door een onafhankelijk persoon/organisatie en de resultaten result worden teruggekoppeld naar de raad.’11) Het college zegt daarop toe een platform in te stellen voor vragen en/of communicatie. Dit betreft een vertegenwoordiging van omwonenden, projectontwikkelaar/aannemer en de gemeente Purmerend12). Het college stelt de raad wel voor om dit te doen zonder onafhankelijk voorzitter, ‘want dan pas krijg je discussie over status en wie is dan exact verantwoordelijk’13). De raad gaat mee in het voorstel van het college (en verwerpt de motie met tien leden voor v en vijfentwintig tegen). Het gemeentebestuur heeft met het instellen van het platform gekozen voor een nadrukkelijke ke positionering in het geheel.
Tegen de besluiten van de gemeenteraad is door geen van de belanghebbenden beroep ingesteld bij de Raad van State.. Evenmin is een verzoek tot voorlopige voorziening aangevraagd. aangevraagd communicatie
Op 14 juni 2010 vindt een overleg plaats tussen omwonenden, LG en de gemeente in het kader van de communicatie rond de nieuwbouw, alsmede het meten en monitoren. De omwonenden wordt verzocht om een afvaardiging samen te stellen die de omwonenden representeert in een vaste overleggroep waarin omwonenden, omwonenden LG en gemeente zitting hebben teneinde regelmatig informatie uit te wisselen14)15).
10
) ) 12 ) 13 ) 14 ) 11
15
)
Memo wethouder aan de leden van de gemeenteraad inzake Bestemmingsplan Nieuwstraat, 19 mei 2010,. D66, Motie bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38, 22 27 mei 2010. D66, Gespreksmemo Nieuwstraat tbv commissie SOB (zonder datum). Uispraak van de wethouder Ruimtelijke Ordening in de raadsvergadering van 27 mei 2010, via purmerend.raadsinformatie.nl. Brief van de gemeente Purmerend, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, inzake nieuwbouw aan de Nieuwstraat, 24 juni 2010. Tot aan de oplevering van De Boonacker is genoemde overleggroep circa twintig keer bijeengekomen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 7/31
2.3 Start werkzaamheden en verzakkingen De fase ‘Start tart werkzaamheden en verzakkingen’ verzakkingen heeft betrekking op de start van de sloopsloop en bouwwerkzaamheden en de verzakkingen die als gevolg van de bouwwerkzaamheden optreden16). sloopwerkzaamheden
De sloopwerkzaamheden heden hebben plaatsgevonden in het voorjaar/de zomer van 2009 en zijn zonder noemenswaardige bijzonderheden verlopen.
monitoringsplan
Voor de daadwerkelijke start van de werkzaamheden verzoekt de gemeente LG om een monitoringsmonitoring plan voor de uitvoering van de werkzaamheden. Het monitoringsplan monitoring plan wordt opgesteld door BouwRisk BouwR en gaat in op het monitoren van trillingen, grondwaterstanden en deformaties gedurende het realiserealis ren van de bouwkuip. Voor deze onderdelen worden in het plan aannames gedaan van te verwachten verwa gevolgen die kunnen optreden door de bouwwerkzaamheden17). Een concept van het plan is door de gemeente beoordeeld en geaccordeerd. geaccordeerd Het definitieve monitoringsplan dateert van 6 augustus 2010.
start werkzaam-
In augustus 2010 kunnen de bouwwerkzaamheden starten. Al snel blijkt dat er in de bouwrijp veronvero derstelde grond op het perceel Nieuwstraat 22-38 2 nog oude niet ingemeten funderingspalen aanwezig zijn. Deze palen liggen zo diep dat eerst grond moet worden afgegraven alvorens deze kunnen kunn worden getrokken. Een behoorlijk aantal funderingspalen bevindt zich op het tracé waar de damwand is voorzien. De projectontwikkelaar bekijkt of het mogelijk is om het bouwproject op andere wijze in het perceel in te passen, maar ziet hiertoe geen optie conform de bestaande bouwplannen. plannen. Ook zou dit onherroepelijk leiden tot een nieuwe procedure voor vergunningaanvraag. Besloten wordt om de oude funderingspalen uit de grond te trekken. Met verschillende adviseurs wordt door de aannemer bekebek ken conform welke ke werkmethode de palen het beste kunnen worden getrokken. Besloten wordt dat dit de sleufkistmethode is18). De gemeente stelt daarbij als voorwaarde dat de werkzaamheden plaatsvinplaatsvi den onder het regime van het et bestaande monitoringsplan, waarvan de grenswaarden en immers betrekking hebben op de omringende bouwwerken19).
heden
trekken van de palen, werkzaamheden stilgelegd
Wanneer wordt gestart met het op deze wijze trekken van de palen, treden al snel verzakkingen op bij een aantal nabijgelegen woningen, waardoor scheurvorming ontstaat. Bewoners hebben hierover klachten ingediend en de gemeente adviseert de aannemer om de werkzaamheden ter plekke te staken, totdat er met de betrokken omwonenden omwonenden een voor alle partijen werkbare afspraak is gemaakt voor de hervatting van het laatste deel van deze werkzaamheden. De aannemer staakt vervolgens de werkzaamheden. De e raad wordt hiervan door het college op de hoogte gesteld20). De bewonerscombewonersco missie Nieuwegracht e.o. schrijft eveneens een brief aan de gemeenteraad waarin zij haar licht op de zaak werpt21).
16
)
17
) )
18
19 20
21
) ) )
In de fase van vergunningverlening viel het dossier De Boonacker hoofdzakelijk onder de wethouder met de portefeuille Ruimtelijke Ordening. Na vergunningverlening is het dossier overgegaan naar de wethouder met de portefeuille Toezicht en Handhaving. De grenswaarden zijn afkomstig uit een naslagwerk met betrekking tot zakkingscriteria, de CUR-publicatie CUR publicatie 166. 1 ‘Het verwijderen van de palen vindt dan plaats door de kist met een kraan zo ver mogelijk in de grond te drukken. Als dat niet nie meer gaat wordt normaliter de grond binnen de container zo ver verwijderd dat de kist wel weer dieper kan worden weggewegg drukt. kt. Dat proces zet zich voort tot de gewenste diepte is bereikt en de paalkoppen in het zicht zijn gekomen. Deze worden vervolgens getrokken, waarna het onstane gat wordt volgezet met cement-bentoniet.’ cement bentoniet.’ Bron: ABT, second opinion met betrekbetre king tot de methode de van verwijderen houten palen nabij belendingen in plan Nieuwstraat te Purmerend, Delft 8 november 2010. Verslag Nieuwstraat overleg verwijderen heipalen, 22 september 2010. Brief van het college van B&W aan de gemeenteraad van Purmerend inzake Nieuwbouwproject Linden Groep aan de Nieuwstraat, 20 oktober 2010. Brief van Werkgroep bewoners Nieuwegracht aan raadsleden, fractievoorzitters en leden commissie SOB van 21 oktober 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 8/31
Na de staking wordt door LG onderzocht op welke wijze de werkzaamheden voortgezet zouden kunnen worden. De meest geëigende en veilige toepasbare methodiek m blijkt de (eerder eerder gekozen) gekozen methode met een sleufkist te zijn, zijn, zij het met een op onderdelen aangepaste werkwijze. werkwijze Deze werkwijze dient strikt te voldoen aan opgegeven methodieken en goed te worden gemonitord. gemonitord Om die reden stelt de projectontwikkelaar aar voor dat zij dagelijks permanent toezicht laat houden op de werkzaamhewerkzaamh den. Daarbij zouden continu hoogtemetingen moeten worden uitgevoerd, zodat direct kan worden geconstateerd of verzakkingen plaatsvinden en in welke mate. De projectontwikkelaar zegt bovendien toe, dat eventuele schade die alsnog optreedt door LG zal worden hersteld ‘naar het punt zoals het zich bevond ten tijde van de vastgestelde 0-meting 0 door Perfect Bouw’22). Constructieadviesbureau Steens B.V. heeft in opdracht van LG berekeningen gemaakt voor de te construeren sleufkist. De gemeente Purmerend heeft technisch adviesbureau ABT om een second opinion ten aanzien van het geheel gevraagd. ABT beoordeelt de door Geomet voorgestelde werkwijwerkwi ze en begeleiding van de uitvoering door middel van van metingen als verantwoord en passend bij de omstandigheden. ABT verwacht dat zakking van belendingen beperkt blijft en de constructieve veiligheid van belendingen niet in gevaar zal komen. Op 23 november 2010 laat het college van B&W aan LG weten op basiss van de hiervoor beschreven verbeterde werkmethode van oordeel te zijn dat er geen bezwaren zijn tegen het uitvoeren hiervan23). Ook geeft het college aan de situatie opnieuw te beoordelen op het moment dat zich nieuwe problemen voordoen. De werkzaamheden kunnen worden voortgezet. vervolg werkzaamheden
De werkzaamheden gaan verder. verder De controles op de werkzaamheden worden door de gemeente geïntensiveerd. In een brief van het college aan de gemeenteraad (14 december 2010) wordt de gemeenteraad op de hoogte gesteld van de laatste stand van zaken van het bouwproject in de Nieuwstraat 22-3824). In deze brief staat beschreven dat sinds de de verbeterde werkmethode nog geen verzakkingen zijn geconstateerd die de grenswaarden overschrijden (maximale (maxi verzakking 5 mm.). BouwRisk voert in opdracht van LG dagelijks metingen uit om te bepalen of de grenswaarden niet worden overschreden. Na ontvangst worden de meetgegevens beoordeeld door de gemeente op de grenswaarden en worden de meetgegevens doorgegeven aan de bewonerscommissie bewonerscommissie. Overleg met de bewonerscommissie vindt tweewekelijks plaats. Hierbij geeft de gemeente toelichting op de gang van zaken en kunnen vragen worden gesteld aan de gemeente. Sinds begin december 2010 heeft de bewonerscommissie ondersteuning euning van een externe adviseur. Een motie in de gemeenteraad van 16 december 2010 om een mediator aan te stellen, behaalt geen meerderheid d (19 tegen, 14 voor), maar geeft wel aan dat het bouwproject nadrukkelijk in de politieke schijnwerpers staat.
2011 opnieuw staking werkzaamheden
Op 5 januari 2011 blijkt uit de (door BouwRisk verrichte) hoogtemetingen inzake zettingen van de bodem dat er meer dan 5 mm zetting is opgetreden bij het gebruik van de sleufkist in combinatie met het trekken van de palen. Conform het eerder genoemde Geomet-rapport Geomet rapport zijn de werkzaamheden op basis daarvan door LG op vrijdag 7 januari 2011 2011 opnieuw gestaakt. Ondanks deze staking van werkzaamheden zijn op maandag 10 januari toch heipalen verwijderd,, op basis waarvan de gemeente Purmerend richting LG aangeeft dat daarmee het vertrouwen is geschaad. Op 7 en 11 januari heeft 22
)
23
)
24
)
Brief van Linden Groep - De Where Vastgoed aan de gemeente Purmerend inzake Methodiek aanwezige heipalen i.c.m. sanering, Amsterdam, 28 oktober 2010; Brief van Linden Groep - De Where Vastgoed aan omwonenden inzake Project Nieuwstraat te Purmerend, Amsterdam, 8 december 2010. Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan Linden Groep - De Where Vastgoed BV inzake Beoordeling rapporten inzake het voortzetten van de werkzaamheden aan de Nieuwstraat 22-38 22 38 te Purmerend, Purmerend, 23 november 2010. Brief van het college van B&W aan de gemeenteraad van 14 december 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 9/31
onden tussen bewoners, LG L en gemeente, onder leiding van een bemiddelaar van overleg plaatsgevonden het Nederlands Mediation Instituut. Daarbij is door LG vertrouwen gewekt om tot een goede oplossing te komen25). uitwerking mediation
De mediation leidt ertoe dat LG in overleg gaat met gedupeerde bewoners om afspraken te maken over het herstel van de schade en de wijze waarop de werkzaamheden kunnen worden voortgezet. Correspondentie over en weer tussen LG en bewoners/bewonerscommissie leidt aanvankelijk aanvan tot de nodige toenadering op het gebied van het kunnen vervolgen van de werkzaamheden en afspraken over het afhandelen van de schade. De gesprekken over schadeafhandeling lijken op enig moment tot overeenstemming te leiden, maar uiteindelijk lukt dat da toch niet. LG laat de schadeafhandeling dan over aan de verzekeraar. Bij brief van 15 februari 2011 geeft het college van B&W (mede mede naar aanleiding van een brief van LG van 3 februari 2011) de afspraken over het hervatten van de werkzaamheden als volgt weer:26) 1. Tijdens het indrukken van de damwanden worden alle gebouwen grenzend aan het bouwterbouwte rein, continue op zakking gemeten (door middel van rondmeting). 2. Resultaten van deze metingen worden dagelijks, door de gemeente Purmerend, per e-mail e met de bewonersvertegenwoordiging vertegenwoordiging en haar adviseur gecommuniceerd. 3. Hoofdaannemer BAM informeert de betrokken bewoners over de bereikbaarheid van de woningen, de voortgang en planning van de werkzaamheden. 4. Trillingen veroorzaakt door de inzet van materieel worden op basis van het monitoringsplan BouwRisk isk op de gevolgen beoordeeld. Bij trillingshinder worden de werkzaamheden niet geg staakt, tenzij een calamiteit zich voordoet. 5. Als de grenswaarde (genoemd in het monitoringsplan BouwRisk Bouw d.d. d. 6 aug. 2010) wordt overschreden, staken de damwandwerkzaamheden niet. Tenzij tijdens de werkzaamheden een calamiteit zich voordoet. Gestreefd wordt om bij het indrukken van de damwanden binbi nen de zetting van 5 mm te blijven, uitgaande van de “0” meting zoals door BouwRisk Bouw is vastgelegd bij het installeren van de continue rondmeting zoals onder punt 1 is beschreven. Indien er verondersteld veronderstel wordt dat deze grenswaarden worden overschreden, overschreden zal er nader overleg tussen de partijen plaatsvinden. 6. Bij calamiteiten en kunnen de werkzaamheden in overleg met de betrokken bewoners, BAM, De Where Vastgoed B.V. en de gemeente Purmerend worden opgeschort. Een calamiteit kan zijn: een dusdanige usdanige zetting bij één van de belendingen, waardoor de veiligheid (constructie(constructi ve- en gebruiksveiligheid) eiligheid) in het geding komt. Bij een calamiteit wordt overleg gevoerd met ala le betrokkenen. Doel van dit overleg: aandragen van een acute deugdelijke bouwkundige opo lossing voor de calamiteit en hoe de werkzaamheden, op de kortst mogelijke termijn, kunnen worden voortgezet. 7. In de brief van 3 februari 2011 heeft De Where Vastgoed verder aangegeven dat zij, in samenhang met de voornoemde werkafspraken, akkoord gaat met het aanbrengen van voorvoo spanning op het tweede stempelraam door middel van het aanbrengen aanbrengen van opdraaibare vijvi zels. De additionele kosten voor deze extra maatregelen bedragen volgens de opgave van De Where Vastgoed circa € 50.000,--. De bewonerscommissie onderschrijft de zeven uitgangspunten voor het hervatten van de werkzaamwerkzaa heden, maar wilil daarmee pas akkoord gaan wanneer er sprake is van sluitende afspraken over het herstel van de schade aan de woningen van een aantal gedupeerde bewoners27). Het college van 25
)
26
)
27
)
Gemeente Purmerend, Brief college van burgemeester en wethouders aan Linden Groep - De Where Vastgoed B.V. betreffende werkzaamheden perceel Nieuwstraat 22-38 22 te Purmerend, 14 januari 2011. Zie: Brief van de Linden Groep - De Where Vastgoed aan de bewonersvertegenwoordiging Nieuwe Gracht 6 t/m 19 van 3 februari 2011 en Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed BV van 15 februari 2011. E-mailwisseling mailwisseling tussen LG en de bewonerscommissie d.d. d 4 februari 2011.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 10/31
‘zev punten’ B&W geeft aan LG aan dat het onder voorwaarde van navolging van de voornoemde ‘zeven geen bezwaar heeft tegen het voortzetten van de werkzaamheden. Wel geeft het college aan er vanuit te gaan dat LG in overleg blijft met de gedupeerden om te komen tot schadeafwikkeling. Op 18 februari ontvangen de omwonenden een brief van BAM met een aankondiging en planning van verdere werkzaamheden. toezicht op de constructieve veiligheid
opvolging schadeafwikkeling en explicitering rol gemeente
In het kader van voornoemde uitgangspunten 5 en 6 intensiveert de gemeente het toezicht nog verder. In een memo aan de wethouder wordt hierover gerapporteerd28). Omliggende bouwwerken worden continu gemeten op zakkingen. zakkingen De gemeente krijgt de monitoringsgegevens en beoordeelt beoordeel deze. Zo nodig wordt een adviesbureau ingeschakeld voor een second opinion. Indien er zakkingen plaatsvinplaatsvi den of schademeldingen worden gedaan, gedaan dan wordt per situatie afgewogen of de veiligheid van het gebruik en de constructie van het desbetreffende bouwwerk in het geding is. De afspraak is gemaakt dat wanneer dat het geval is, wordt wor bepaald welke maatregelen getroffen moeten worden om het gevaar weg te nemen (zoals stempels plaatsen, staken werkzaamheden, verbieden werkmethode, nader onderzoek). Na het beëindigen van het indrukken van de damwanden zijn alle aangrenzende bouwwerken door de bouwinspecteur en de constructeur van de gemeente Purmerend Pu merend bezocht en geïnspecteerd op constructieveconstructieve en gebruiksveiligheid. Bij geen van de geïnspecteerde bouwwerken is onveiligheid in het gebruik of in de constructie geconstateerd. Een aantal specifieke ecifieke panden is bezocht door een extern constructiebureau (Steens) om vast te stellen of bij de komende graafwerkzaamheden in de bouwkuip van het bouwproject de verzakte aanbouwen de eventuele zettingen bij deze werkwer zaamheden veilig kunnen doorstaan. De bouwinspecteur en de gemeentelijke constructeur inspecteren een aantal panden eenmaal maal per week op constructie- en gebruiksveiligheid. Indien nodig worden maatregelen getroffen om de veiligheid zeker te stellen. Hierover Hierove worden dan afspraken met de betrokken bewoners gemaakt. Als daar aanleiding voor is, worden de inspecties uitgebreid naar andere adressen en/of worden de inspectiefrequenties inspectie opgevoerd. Bij gebrek aan verdere voortgang inzake de schadeafwikkeling doen de omwonenden een beroep op de wethouder om zich hiervoor in te zetten. In een overleg met omwonenden in april 2011 geeft de wethouder aan zich daartoe te zullen inspannen. Hij zegt een overleg overleg tussen LG en de bewoners toe over het maken van afspraken over het herstel van de woningen van de omwonenden aan wie is toegezegd dat LG zou zorgen voor schadeherstel. Ook zal worden onderzocht of het toezicht moet worden verbeterd met het oog op de bewaking bewaking van de constructieve veiligheid van de woningen en of het de bevoegdheid van de gemeente is om een funderingsonderzoek te laten uitvoeren. Het overleg tussen LG, omwonenden en gemeente vindt plaats op 29 april 2011. In het overleg komt men tot afspraken dat: (1) de e wethouder het initiatief zal nemen om een bijeenkomst te beleggen met aannemer BAM, de verzekeraar, LG,, de gemeente en de bewoners om op zo kort mogelijke termijn tot een ordentelijke schadeafwikkeling te komen zonder procedureleed (2) LG met de verzekering van BAM zal nagaan hoe en in hoeverre het verzekeringsproces kan worden bekort (3) de wethouder w zal uitzoeken wat precies de specifieke gemeentelijke verantwoordelijkheid is in deze kwestie mede in verband met de gemeentemonumenten29) en (4) de e wethouder onderzoekt of de gemeente, krachtens nieuwe wet- en regelgeving, schadegeld kan voorschieten30). In de weken na het overleg informeert de wethouder over de uitkomsten. Op 4 mei 2011 vindt een terugkoppeling plaats tussen de bewonerscommissie bewonerscommissie en ambtenaren van de gemeente waarin de gemeente uiteenzet hoe zij tegen de gemeentelijke verantwoordelijkheid aankijkt. De gemeente heeft de bevoegdheid om funderingsonderzoek te laten doen, maar maakt daar alleen 28 29
30
) ) )
Ambtelijke memo aan de wethouder inzake Nieuwstraat 22-38, 22 22 april 2011. Een aantal panden rond het gebied van het bouwproject is aangewezen als gemeentelijk monument, waarvan een deel deze status heeft verkregen per 22 februari februa 2011, tijdens de bouwwerkzaamheden. Bewonersoverleg Bouwproject Nieuwstraat 22-38 22 Purmerend, verslag bijeenkomst 29 april 2011.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 11/31
gebruik van ingeval de constructieve veiligheid in gevaar komt. ‘Als Als de fundering wordt onderzocht, wordt getoetst of deze voldoet aan de minimale eisen van bestaande bouw (Woningwet en BouwbeBouwb sluit 2003). Als blijkt dat de fundering niet aan die eisen voldoet (bijvoorbeeld paalrot of er ontbreekt een fundering) dan is de eigenaar van het bouwwerk daarvoor verantwoordelijk. De eigenaar is op grond van de Woningwet verantwoordelijk voor de staat van het pand. De eigenaar dient in dat geval maatregelen te treffen omtrent de fundering zodat het het pand aan de desbetreffende eisen van het Bouwbesluit 2003 voldoet’31). De wethouder geeft (naar aanleiding van het overleg van 29 april 2011) richting de bewonerscommisbewonerscommi sie aan dat gemeentemonumenten onder de Monumentenverordening (2010) van de gemeente Purmerend vallen. Wanneer door de bouwwerkzaamheden in het plangebied schade aan de gemeengemee telijke monumenten ontstaat, zal voor het herstel van de schade veelal een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. Het uitvoeren van herstelwerkzaamheden wordt namelijk gezien als een wijziging van een gemeentelijk monument. De eigenaren van gemeentelijke monumenten kunnen in aanmerking komen voor restauratiesubsidie. Deze restauratiesubsidie kan wellicht een tegemoetkotegemoetk ming zijn in de kosten van herstel, tenzij de kosten geheel of gedeeltelijk worden vergoed door een verzekering of vanuit overeenkomsten in het kader van de aansprakelijkheid. Ten aanzien van het voorschieten van schadegeld door de gemeente geeft de wethouder aan dat de wet- en regelgeving over het et voorschieten van schadegeld betrekking heeft op geldschulden tussen bewoners en gemeente. Dat is hier niet van toepassing. Het betreft primair een private kwestie. Daarom ziet de gemeente geen rol in de schadeafhandeling zelf. Hoewel de gemeente Purmerend Purmere geen partij is, wil de wethouder wel ‘meedoen’ in de zin van stimuleren en bestuurlijke druk uitoefenen om partijen bij elkaar te brengen inzake de schadeafhandeling. Voor de wethouder is dit de invulling van een ‘actieve bijdrage’ van de gemeente. Hij geeft aan toe te blijven zien op (de voortgang van) het traject van schadeafhandeling32). Op 15 juni 2011 vindt een door BAM georganiseerde (door de wethouder op 29 april toegezegde) bijeenkomst plaats met omwonenden over de afhandeling van de schade. Er wordt wordt door BAM uitleg gegeven over de schadeafhandelingsprocedure. Alle redelijke kosten voor onderzoek en (con(co tra)expertise kunnen bij de verzekeraar worden ingediend en de verwachting wordt uitgesproken dat omwonenden het schadeverhaal rond zouden kunnen hebben op het moment dat de begane grond vloer is aangelegd. Op dat moment is dat voorzien in november/december 2011. Het verslag van de bijeenkomst geeft aan dat de e vergadering in goede orde is verlopen en dat de omwonenden hebben aangegeven voldoende te zijn geïnformeerd. vijzeldruk
Op 27 juni 2011 stuurt de gemeente een brief aan LG met betrekking tot het zevende uitgangspunt inzake het aanbrengen van voorspanning op het tweede stempelraam door middel van het aanbrenaanbre gen van opdraaibare vijzels33). De gemeente heeft daartoe op 20 juni 2011 documenten van LG ontvangen en vervolgens beoordeeld. Naar aanleiding van de beoordeling verzoekt de gemeente om een verdere detailuitwerking op twee onderdelen (het vijzelen/toe te passen vijzeldruk en bepaling van v de verplaatsing van de damwanden). De detailuitwerkingen die daarop door LG worden aangeleverd, aangeleverd zijn door de gemeente beoordeeld en ter advisering voorgelegd aan ABT. Op grond daarvan geeft het college van B&W op 1 juli 2011 aan niet akkoord te gaan met de ingediende constructieberekeningen en nadere detailuitwerkingen, tenzij wordt voldaan aan een drietal aanvullende (bouwtechnische) 31 32
33
) ) )
Gemeente Purmerend, verslag inzake overleg funderingsonderzoek, 4 mei 2011. Ambtelijke memo inzake beantwoording actiepunten nav overleg 29 april 2011, 12 mei 2011 en mail van de wethouder aan de bewonerscommissie van 24 mei 2011. Brief van de gemeente Purmerend, afdeling VTH, aan De Where Vastgoed B.V. inzake verzoek om nadere detailuitwerking vijzelen met opdraaibare aibare vijzels en toe te passen vijzeldruk (Nieuwstraat 22-38 22 38 te Purmerend), 27 juni 2011.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 12/31
voorwaarden34). De bewonerscommissie geeft vervolgens door middel van een brief aan het college van B&W aan dat zij van mening is dat de ambtelijke organisatie (VTH) met de brief van 27 juni 2011 ‘op eigen houtje’ heeft geacteerd en dat een van de volgens de commissie belangrijkste (technische aanvullende) afspraken, gemaakt in een overleg op 22 juni 2011 tussen de gemeente, ABT en de adviseur van de bewonerscommissie, daarin ontbreekt35). Het college van B&W beantwoordt de brief op 15 juli 2011 en bericht daarin dat B&W de toezichthoudende en handhavende bevoegdheden van de bouwregelgebouwregelg ving hebben. Voorts informeert B&W over de de stand van zaken en geeft aan wanneer de bewonersbewoner commissie Nieuwegracht e.o. opnieuw zal worden geïnformeerd36). De LG reageert op het schrijven van B&W d.d. 1 juli 2011 met een brief waarin zij aangeeft het oneens te zijn met de handelwijze van de gemeente, gemeente, maar zich onder protest toch genoodzaakt ziet de door de gemeente voorgestelde wijzigingen door te voeren, voeren teneinde verdere vertraging en schade te voorkomen. Ook stelt LG de gemeente aansprakelijk voor de meerkosten die dit met zich meebrengt. LG beoordeelt ordeelt het besluit van de gemeente als onrechtmatig37). In een reactie op deze brief stelt het college van B&W niet aansprakelijk te zijn. De werkzaamheden omtrent vijzelen en graven lagen reeds stil en de gemeente heeft daartoe geen besluit hoeven nemen. Daardoor is er ook geen sprake van een onrechtmatig genomen besluit. De gemeente ziet het niet vervolgen van de werkzaamheden als een door LG ter harte genomen waarschuwing. De gemeente laat het aan LG hoe zij de werkwer zaamheden wil voortzetten, mits door LG aannemelijk kan worden gemaakt dat wordt voldaan aan artikel 4.8 en 4.10 van de bouwverordening (inzake bescherming van de omgeving)38). Op 16 augustus 2011 volgen herziene constructieberekeningen van LG. De gemeente Purmerend verzoekt naar aanleiding daarvan arvan om een gedetailleerde werkomschrijving, een beschrijving van de wijze van monitoring van de werkzaamheden en een omschrijving van het lossen van het stempelstempe raam, alvorens een definitieve beoordeling te geven over het voortzetten van de werkzaamheden39). Op 26 augustus 2011 ontvangt de gemeente Purmerend de benodigde bescheiden. De gemeente heeft uit het oogpunt van zorgvuldigheid gevraagd om een second opinion van ABT. Op basis van de bescheiden en de second opinion van ABT heeft de gemeente geen bezwaren bezwaren tegen het uitvoeren van de vijzel- en graafwerkzaamheden40). De gemeente stelt de omwonenden op 2 september 2011 per brief op de hoogte van dit besluit en geeft daarbij aan dat het bedrijf BouwRisk (ditmaal in opdracht van de gemeente Purmerend) de belendende belendende gebouwen continu zal meten op zakkingen. Ook de wekelijkse metingen door de gemeentelijke landmeter worden in deze periode uitgevoerd en de bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. wordt van de resultaten op de hoogte gehouden41).
34
)
35
)
36
)
37
)
38
)
39
)
40
)
41
)
Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake beoordeling nadere detailuitwerkingen inzake het vijzelen met opdraaibare opdraaibare vijzels en de toe te passen vijzeldruk (Nieuwstraat 22-38 22 te Purmerend), 1 juli 2011. Brief van de bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. aan het college van B&W van de gemeente Purmerend inzake voorwaarden met betrekking tot hervatting werkzaamheden Nieuwstraat N 22-38, 6 juli 2011. Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan de bewonerscommissie Nieuwgracht e.o. inzake Reactie op de brief d.d. 6 juli 2011 inzake Nieuwstraat 22-38, 22 15 juli 2011. Brief van De Where Vastgoed B.V. aan aan het gemeentebestuur van Purmerend inzake brief van het college van B&W d.d. 1 juli 2011. Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake reactie op de brief van De Where Vastgoed B.V. van 1 juli 2011 (Nieuwstraat (Nieuwst 22-38 te Purmerend), 19 augustus 2011. Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake reactie herziene constructieberekeningen Nieuwstraat 22-38 22 te Purmerend, 26 augustus 2011. Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake beoordeling herziene constructieberekeningen en werkplan (Nieuwstraat 22-38 22 te Purmerend), 2 september 2011. Brief van de afdeling VTH van de gemeente Purmerend aan a omwonenden, 1 september 2011.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 13/31
vervolg werkzaamheden
Op 14 september 2011 worden de werkzaamheden vervolgd. Omwonenden worden hier op 7 sepse tember over geïnformeerd door BAM. Ook informeert de wethouder de commissie SOB door middel van een rapportage met de voortgang en stand van zaken42). Deze wijze van rapporteren porteren wordt vanaf dat moment structureel in de commissie SOB. Op 10 oktober 2011 bericht BAM de omwonenden dat de vijzelwerkzaamheden zijn afgerond en er nauwelijks enige vorm van zetting is gemeten. Ook wordt de planning van verdere werkzaamheden geschetst. geschetst. Op 14 oktober laat BAM een nieuw schrijven uitgaan met nadere uitleg op onderdelen. Daarna volgen regulier informatiebrieven aan omwonenden met betrekking tot specifieke werkzaamheden en de overlast die daarmee gepaard gaat of kan gaan. Er treden nog problemen op bij het inbrengen van de palen, wat meer trillingen veroorzaakt dan verwacht43). Een oplossing hiervoor wordt gevonden in het aanhouden van een rustiger tempo dan voorzien. De verdere werkzaamheden, zoals het ontgraven van de bouwput, verlopen verlopen conform plan. BAM houdt rekening met de omstandigheden om onnodige trillingen te voorkomen. Een grondwatergrondwate probleem dat zich voordoet, wordt eveneens door tussenkomst van de adviseur van de gemeente (ABT) en de adviseur van de bewonerscommissie opgelost, opgelost, door het grondwater te infiltreren.
2012 In maart 2012 is de aanleg van de begane grond vloer gereed en kan de opbouw beginnen.
2.4 Opbouwwerkzaamheden werkzaamheden tot oplevering De fase van ‘Opbouwwerkzaamheden pbouwwerkzaamheden tot oplevering’ oplevering start op het moment dat de begane grond vloer is aangebracht, waarmee de opbouwwerkzaamheden van start gaan. De fase loopt tot het moment van oplevering van De Boonacker. toezicht
In het kader van het gemeentelijk toezicht continueren de bouwinspecteurs uwinspecteurs ook in deze fase hun controle of de werkzaamheden conform de bouwregelgeving worden uitgevoerd. Nog altijd vinden er in deze fase wekelijks hoogtemetingen metingen plaats, uitgevoerd door de gemeentelijke landmeter en wordt erop toegezien of de constructieve uctieve en gebruiksveiligheid van panden in de omgeving van de bouwbou plaats in het geding is44). Bij schademeldingen van omwonenden wordt direct op huisbezoek gegaan. Dit doet de gemeentelijke bouwconstructeur eventueel vergezeld met een externe constructeur45).
opbouw-
In april 2012 informeert de wethouder de commissie SOB dat de saneringswerkzaamheden zijn afgerond en dat de funderingsbalken en betonwanden worden gemaakt. De opbouw is in volle gang. Bij het verwijderen van een deel van de damwanden doen zich onverwacht problemen voor, waardoor voor een andere werkmethode moet worden gekozen. De gemeente stemt hiermee in onder de voorwaarde dat tijdens deze werkzaamheden trillingstrillings en hoogtemetingen worden uitgevoerd. Dit gaat in overleg met de adviseurs van de gemeente (ABT) en de bewonerscommissie. Het heeft niet tot extra zettingen, schade of overlast geleid.
werkzaamheden
De bouw verloopt vanaf dat moment voorspoedig, spoedig, zij het met enige vertraging. De wethouder blijft de commissie maandelijks informeren informeren en de frequentie van het overleg met de bewonerscommissie wordt met wederzijdse goedkeuring verlaagd. 42
43
)
) ) 45 ) 44
In de rapportage van de wethouder wordt tevens voor het eerst melding gemaakt van beschadiging aan het riool als gevolg van de bouwwerkzaamheden. Dit onderwerp neemt vanaf dan een groeiende plaats in de communicatie met bewoners en raad in. Het onderwerp valt echter buiten de scope van voorliggend feitenonderzoek naar De Boonacker en komt als zodanig verder niet in deze rapportage aan de orde. ABT, Interpretatie trillingsmetingen bouwput, 13 april 2011. De hoogtemetingen metingen hebben plaatsgevonden tot een week na oplevering van De Boonacker. Zie onder meer rapportage laatste stand van zaken Nieuwstraat 22-38 22 38 van de wethouder aan de commissie SOB van 13 maart 2012 en 12 april 2012.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 14/31
2013 Op 22 maart 2013 bericht BAM aan de gemeente dat de woningen, woningen, daktuin, parkeerkelder en stegen zijn opgeleverd en in gebruik genomen door bewoners/wooncompagnie pagnie en dat de winkels w 28 maart 2013 worden overgedragen aan LG.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 15/31
3. De taken van de gemeente
3.1 Inleiding In het kader van onderzoek naar het functioneren van gemeenten (zoals bestuurskrachtmetingen of herindelingsonderzoek)) wordt veelal uitgegaan van de verschillende rollen die een gemeente geacht wordt te vervullen. Het gaat dan om de gemeente als dienstverlener, de gemeente als bestuur, de gemeente als organisatie en de gemeente als medeoverheid46). Hierna beschrijven wij deze rollen in het licht van het bouwproject De Boonacker in de gemeente Purmerend. Eerst wordt ingegaan op de gemeente als dienstverlener (3.2), waarbij ook het juridisch kader voor de gemeente wordt geschetst. Vervolgens wordt ingegaan egaan op de gemeente als bestuur (3.3) en de gemeente als organisatie (3.4). De rol van de gemeente als medeoverheid is voor de casus van bouwproject De Boonacker niet relevant en wordt verder buiten beschouwing gelaten.
3.2 De gemeente als dienstverlener Voorr bouwproject De Boonacker komt de gemeente als dienstverlener in beeld op twee gebieden, te weten de vergunningverlening (sloopvergunning en bouwvergunning) en vervolgens, wanneer de vergunningen zijn verleend, op het gebied van toezicht en handhaving. De gemeente is in het geval van bouwproject De Boonacker geen dienstverlener met betrekking tot het ontwikkelen of aanbieden van woningen/bedrijfsruimte. Zij faciliteert de mogelijkheden hiertoe door deze functies op te nemen in het bestemmingsplan, maar is zelf geen initiatiefnemer. Bouwproject De Boonacker is een privaat initiatief. De onderdelen vergunningverlening en toezicht en handhaving vormen tevens het juridisch kader voor dit onderzoek. Hierna worden in dat verband de wettelijke taken en mogelijkheden mogelijkhed geschetst van de gemeente op deze onderdelen.
3.2.1 Vergunningverlening Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om beslissingen te nemen op aanvragen voor een sloopvergunning en bouwvergunning (thans omgevingsvergunning). Vergunningaanvragen worden den getoetst aan verschillende vereisten. Het gaat daarbij om: - het bestemmingsplan (ruimtelijke kwaliteit; externe veiligheidsafstanden) veiligheids - bouwbesluit en bouwverordening (technische veiligheidsvereisten zoals bewapening, valbeveiliginvalbeveiligi gen, brandwerendheid) - redelijke delijke eisen van welstand (bouwwerk architectonisch passen in de omgeving). Wordt aan deze criteria voldaan, voldaan dan moet de vergunning worden verleend. Er is dan geen weigeweig ringsgrond aanwezig. Een vergunning om te bouwen kan overeenkomstig de Woningwet (tot 1 oktober 2010) en de Wet et algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (W worden geweigerd indien de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden het naar het oordeel van het college niet aannemelijk maken dat het bouwen voldoet aan de voorschriften in het Bouwbesluit en de Bouwverordening. Hierbij komt het college in enige mate beoordelingsvrijheid toe.
46
)
Er zijn diverse varianten van deze indeling in omloop, maar ze zijn afgeleid van een studie van prof.dr. Th.A.J. Toonen en Moret Ernst & Young (Toonen, Toonen, Th.A.J., M. van Dam, M. Glim en G. Wallagh, Gemeenten in ontwikkeling – Herindeling en kwaliteit, Van Gorcum, Assen, 1998 ). Wij sluiten aan bij de in die studie gehanteerde indeling.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 16/31
Tot 1 oktober 2010 waren deze bevoegdheden gebaseerd op de Woningwet, daarna op de Wabo. Het toetsingskader in het onderhavige geval wordt gevormd door de Woningwet, het Bouwbesluit 2003 en de Gemeentelijke bouwverordening Purmerend van 26 2 oktober 2008. Het Bouwbesluit 2003 bevat voorschriften die zien op veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en enerene giezuinigheid. Het Bouwbesluit 2012 trad op 1 april 2012 in werking. Het grootste deel van de technitechn sche voorschriften is daarmee in de verordening vero vervallen en opgenomen in het nieuwe Bouwbesluit. Aan het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften op het gebied van milieu toegevoegd. Op 1 oktober 2010 is de bouwverordening van de gemeente Purmerend aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Wabo. In verband met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 is op op 1 april 2012 de bouwverordening door de gemeente Purmerend wederom aangepast. In het Bouwbesluit besluit 2012 zijn voorschriften opgenomen met het oog op de veiligheid in de omgeving. Tevens is bepaald dat maatremaatr gelen kunnen worden vastgelegd in een bouwbouw of sloopveiligheidsplan. Deze regeling komt vrijwel overeen met de voorschriften als weergegeven in hoofdstuk 4 van de Gemeentelijke bouwverordening Purmerend ten tijde jde van de vergunningverlening en uitvoering van de werkzaamheden. werkzaamheden Een verzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan moet vergezeld gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing. wing. In de d onderbouwing wordt ingegaan op relevante elevante omgevingsfactoren en wetwet en regelgeving. Uit de rechtspraak volgt dat de gemeenteraad bij de keuze van de bestemming op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel een afweging dient te maken van alle belangen die betrokken betr zijn bij de vaststelling van het plan. De De gemeenteraad heeft bij de belangenafweging beoordelingsvrijheid (soms ook beleidsvrijheid genoemd). genoemd) De voor- en nadelen van alternatieven natieven dienen in die afweafw ging te worden meegenomen. Gaat het om een concrete aanvraag, zoals een aanvraag tot vrijstelling (onder de WRO) of ontheffing (onder de Wro) van het bestemmingsplan, bestem en is een en project op zichzelf aanvaardbaar, dan kan het bestaan van alternatieven slechts dan tot het onthouden van medewerking mede nopen, indien op voorhand duidelijk is dat da door verwezenlijking zenlijking van alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk aanme minder bezwaren.
3.2.2 Toezicht en handhaving Na de vergunningverlening wordt toezicht gehouden of conform de verleende vergunningen vergunnin en regelgeving (Woningwet, Bouwbesluit en Bouwverordening) wordt gebouwd. Als er overtredingen worden geconstateerd, dan kan een handhavingsprocedure gestart worden. Het college is ten aanzien van toezicht en handhaving het bevoegd gezag. De bescherming ing van naburige bouwwerken is ten tijde van de werkzaamheden in het project De Boonacker op basis van artikel 7b lid 1 Woningwet geregeld in artikel 4.8 en 4.10 van de Bouwverordening Purmerend 2008 (gewijzigd 1 oktober 2010). 2010) Het bouwen moet geschieden op o veilige wijze, zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van onder meer naburige bouwwerken (4.8). Het is verboden bij de uitvoering schade of ernstige hinder voor de omgeving te veroorzaken (4.10). Op grond van artikel 4.6 moet et de vergunninghouder, zolang de bouwwerkzaamhebouwwerkzaamh den niet zijn voltooid, alle opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoeken verrichten, verricht welke de gemeente in het kader van de controle op de naleving van de Bouwverordening en het Bouwbesluit nodig acht. Deze regeling is per 1 april 2012 in de Bouwverordening vervallen. Veiligheid wordt vanaf dat moment geregeld door het Bouwbesluit 2012. Per 1 april 2007 is een ingrijpende wijziging in de Woningwet ingevoerd, waarmee het uitgangspunt werd verankerd dat de verantwoordelijkheid voor een gebouw bij de eigenaar ligt. Met deze wijziging is niet zozeer de inhoud van de technische eisen veranderd, veranderd, maar meer de wijze waarop deze door de overheid kunnen worden afgedwongen. De mogelijkheden voor handhaving door de overheid zijn Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 17/31
aangepast. Dit is onder meer gedaan door de voorschriften van het Bouwbesluit voor bestaande bouw rechtstreeks bindend te maken ken, en door de introductie van een zorgplicht. Overeenkomstig artikel 1b lid 2 sub a Woningwet vormt het niveau Bouwbesluit bestaande bouw de absolute ondergrens van eisen waaraan een bestaand gebouw moet voldoen. Op grond van deze bepaling is een gebouweigegebouwe naar rechtstreeks gebonden aan de voorschriften voor bestaande gebouwen van het Bouwbesluit. Het artikel is geformuleerd als een verbodsbepaling: ‘Het Het is verboden om een bestaand gebouw in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet voldoet aan Bouwbesluit niveau bestaande bouw.’ Overtreding van dit verbod is strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten. De gemeente kan handhavend optreden. Het is voor een gemeente niet relevant hoe lang de overtreding al bestond, wie hem heeft veroorzaakt eroorzaakt en wie hier vanuit privaatrechtelijk oogpunt financieel voor aansprakelijk is47). De gemeente Purmerend heeft een Handhavingsbeleidsplan Bouwen Purmerend (31 31 oktober 2007) 2007 vastgesteld. Hierin zijn de toezichtsmomenten weergegeven. Deze betreffen onder meer verificatie van gegevens over de bouwplaats, bevestiging van werkafspraken met de bouwer, uitzetten van de bouw/ controle van de uitgezette bouw, heien et cetera. Bij vergunningen is voor de toetsing het onderscheid gemaakt tussen risicovol en niet-risicovol. niet risicovol. Bij de risicovolle activiteiten wordt het aantal toezichtsmotoezicht menten vergroot, afhankelijk van de bij de toetsing geïnventariseerde bijzondere omstandigheden.
3.3 De gemeente als bestuur De gemeente komt als bestuur in beeld op het strategisch niveau veau van de dienstverlening (hier ( door middel van het verlenen van vergunningen en het wijzigen van het bestemmingsplan). bestemmingsplan) In het traject van besluitvorming daartoe zou het uitgangspunt moeten zijn dat belanghebbenden mogelijkheden voor inbreng door middel van overleg en/of inspraak worden geboden en dat de uitkomsten hiervan daadwerkelijk worden meegenomen. In dit verband is een onderzoek van de d Rekenkamercommissie Purmerend uit maart 2012 inzake burgerparticipatie in n de gemeente Purmerend relevant48). Hierin wordt ingegaan op het participatiebeparticipatieb leid en -instrumentarium instrumentarium dat de gemeenteraad van Purmerend hanteert. In de rapportage is een model opgenomen van de participatieladder – de verschillende niveaus van participatie e die de gemeente bij beleidsvorming kan gebruiken – en de bestuursstijl, de rol van het bestuur, die daarbij hoort (figuur 3.1).
47
)
48
)
Publiekrechtelijke ‘aansprakelijkheid’ voor gebreken bij bestaande gebouwen’, gebouwen’, Handboek bouwgebreken, februari 2012 Nieman Raadgevende Ingenieurs ing. J.C. (Jacco) Huijzer LL.B. LL.B Rekenkamercommissie gemeente Purmerend, Onderzoek burgerparticipatie, maart 2012.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 18/31
Figuur 3.1. Participatieladder49)
Het model van de participatieladder kan het bouwproject De Boonacker en de (formele) rol van de gemeente daarbij in perspectief plaatsen: ten aanzien van de projectontwikkeling heeft de gemeente alleen haar formele dienstverlenende rol (zie 3.2). Het project komt namelijk niet voort uit gemeentebegemeenteb leid, maar is een privaat initiatief van een projectontwikkelaar. pr Wanneer we in het model kijken naar de rol/invloed van de participant (linkergedeelte van het model), dan zitten we in dat verband helemaal bovenaan in de participatieladder. De geëigende bestuursstijl daarbij (rechtergedeelte van het model) mo is een faciliterende. Door het private karakter van het initiatief kan de gemeente zich na verlening van de vergunning verder beperken tot toezicht en handhaving. In het geval van bouwproject De Boonacker heeft de gemeente op dit vlak echter een aanvullende rol naar zich toegetrokken, toegetrokken te weten op het gebied van communicatie richting omwonenden. omwonenden Dit vereist concrete doelstellingen en een rolopvatting ten aanzien van de mate van communicatie (of participatie) van betrokkenen. Gezien het moment waarop deze aanvullende rol op het gebied van communicatie werd gedefinieerd, moge helder zijn dat de mogelijke ruimte voor participatie voor omwonenden, uitgedrukt in het model van de participatieladparticipatiela der niet hoog op de ladder kan zijn; er er is immers een (onherroepelijke) vergunning afgegeven voor een bouwproject met bijbehorend bestek. In het kader van het voorgaande, voorgaande, maar ook in het algemeen in het kader van het bouwproject, is de rolverdeling tussen gemeenteraad en college van B&W van belang; b onderlinge rol- en taakverdeling dienen helder te zijn en concrete doelstellingen ten aanzien van de rol van de gemeente zouden moeten zijn vastgelegd.. In het kader van het dualisme zoals we dat als uitgangspunt kennen in het lokaal bestuur, ziet de gemeenteraad daarbij als algemeen bestuur toe op de grote lijn en draagt het college als dagelijks bestuur zorg voor de (concrete) aansturing op de uitvoering.
49
)
Bron: Partners+Pröpper, 2009.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 19/31
3.4 De gemeente als organisatie De gemeente als organisatie heeft betrekking op de gemeentelijke organisatiewijze; ganisatiewijze; hoe is de organisatie vormgegeven op onderdelen als personele bezetting, informatievoorziening,, administratieve organisatie, hoe is de cultuur et cetera? Op deze onderwerpen heeft niet de focus gelegen in het voorliggende onderzoek, maar op onderdelen raakt de casus van bouwproject De Boonacker wel aan deze rol van de gemeente. De vraag naar de kwaliteit die de gemeentelijke organisatie in staat is te leveren, hoort bij dit onderdeel thuis. Ook hebben wij voor deze rol gekeken naar wat we hier hi noemen de projectmatige opzet van het handelen van de gemeente inzake bouwproject De Boonacker. Het gaat dan eveneens om de vraag of de gemeente de verschillende flanken (van beleid) waar het project aan raakt voldoende heeft meegenomen in de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van het bouwproject De Boonacker.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 20/31
4. Reflectie op het handelen
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van het in hoofdstuk 3 geschetste kader gekeken naar de feiten zoals deze zijn gepresenteerd in het feitenrelaas feitenre en als zodanig wordt gereflecteerd op het handelen van de diverse betrokken actoren. Hierbij wordt de indeling uit hoofdstuk 3 aangehouden: gemeente als dienstverlener (4.2), gemeente als bestuur (4.3) en gemeente als organisatie (4.4). onderzoek komt Waar relevant, en wanneer daarover iets kan worden gezegd op basis van het onderzoek, vanzelfsprekend binnen deze structuur ook het handelen van de andere betrokken partijen aan de orde.
4.2 De gemeente als dienstverlener 4.2.1 Vergunningverlening Er is weinig informatie te achterhalen over de aanloopfase aanloopfase van het project De Boonacker. Zo blijkt niet of in die fase van het project rekening is gehouden met mogelijke schade schade aan naburige bouwwerken. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeente in de Memorie van antwoord naar aanleiding van de ingediende zienswijzen formeel gereageerd naar aanleiding van de geuite zorg over het aanbrengen van de damwand. De bouwvergunning voor de damwand was al eerder afgegeven, onherroepelijk en stond niet meer ter discussie. Niettemin temin had de gemeente in het kader van een zorgvuldige besluitvorming om medewerking te verlenen aan vaststelling van het bestemmingsplan en in het kader van haar beoordelingsvrijheid in de voorbereidende fase explicieter de belangen van de omwonenden in haar aar afweging kunnen betrekken. Zo had de gemeente bij LG kunnen aandringen op het onderzoeken van eventuele alternatieven waarmee een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren. Daarmee is overigens niet gezegd dat de gemeente gemeente dan tot een ander besluit zou zijn gekomen. Immers alleen al voor de bodemsanering moest een damwand worden aangebracht, zij het van geringere omvang en LG kon ook moeilijk de mogelijkheid tot slopen en bouwen (en het trekken van oude heipalen) worden n ontzegd. Daarbij komt dat de toestand van de fundering van de naburige bebouwing in eerste instantie een verantwoordelijkheid is van de eigenaren, enig risico bij binnenstedelijke lijke herontwikkelingen als de onderhavige niet geheel is uit te sluiten en uitvoeringsrisico’s oeringsrisico’s doordoo gaans worden opgevangen door een zo veilig mogelijke en minst hinderlijke wijze van uitvoering (het nemen van maatregelen).. Voorts was de omliggende bebouwing opgenomen (een nulmeting) zodat eventuele schade ook kon worden vastgesteld. Kortom,, niet gesteld kan worden dat de gemeente genoopt zou zijn tot andere besluitvorming als zij in de aanloop van het project (meer) zou hebben he aangedrongen op onderzoek van voor- en nadelen van eventuele alternatieven. Wel el zou een dergelijke actie vanuit de gemeente in de aanloopfase van het project meer inzicht hebben kunnen verschaffen in de toestand van de (fundering van de) omliggende bebouwing, tot een concretere risicoafweging hebben kunnen leiden en het besluit tot het meewerken aan het vaststellen vaststellen van het bestemmingsplan meer maatschappelijk draagvlak vlak hebben kunnen geven. geven
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 21/31
De gemeente heeft overigens naar aanleiding van de informatieavond op 15 december 2009 en de bezorgdheid over de damwandconstructie door technisch adviesbureau ABT een second opinion laten uitvoeren, een technisch inhoudelijke beoordeling van de bouwaanvraag voor de damwand. Het oordeel van n ABT (d.d. 1 maart 2010) luidt dat ‘de berekeningen conform de vigerende voorschriften zijn gemaakt en dat de vergunning terecht is verleend’. verleend’. ABT doet daarnaast een aantal aanbevelingen voor verbeteringen en adviseert een monitoringsplan te laten opstellen. op Het concept monitoringsplan is door de gemeente beoordeeld en geaccordeerd. Hiermee heeft de gemeente in ieder geval voorafvoora gaand aan de bouw zich alsnog actief het belang van voorkoming c.q. beperking van schade aan belendingen voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden aangetrokken en heeft zij maatregelen genomen.
4.2.2 Toezicht en handhaving De gemeente ziet in het kader van het bouwtoezicht bouwtoezicht erop toe dat overeenkomstig de bouwvergunning en de bouwregelgeving wordt gebouwd. Uit de verstrekte informatie is niet gebleken dat de gemeente haar taken in het kader van bouwtoezicht en handhaving niet naar behoren heeft uitgevoerd. Op het moment dat vlak na de start van de werkzaamheden bleek dat door het trekken van de oude heipalen en vooral de ontgraving die daarvoor nodig was verzakkingen optraden, staakt de aannemer haar werkzaamheden in overleg met de gemeente. Handhaving door de gemeente e is niet nodig. De gemeente Purmerend heeft ABT om een second opinion ten aanzien van het geheel gevraagd. ABT beoordeelt de voorgestelde werkwijze en begeleiding van de uitvoering door middel van metingen als verantwoord en passend bij de omstandigheden. ABT verwacht dat zakking van belendingen beperkt blijft en de constructieve veiligheid van belendingen niet in gevaar zal komen. De werkzaamheden worden voortgezet. Op 5 januari 2011 blijkt na hoogtemetingen dat er meer dan 5 mm zetting is opgetreden bij het gebruik van de sleufkist in combinatie met het trekken van de palen. Daarna zijn de werkzaamheden opnieuw gestaakt. Toen LG vervolgens in strijd met de afspraken toch heipalen verwijderde, verwijderde heeft de gemeente onmiddellijk LG hierop aangesproken en heeft overleg met LG en bewoners plaatsgevonden. DaaropDaaro volgend zijn in februari 2011 afspraken gemaakt, is het werk hervat en het toezicht geïntensiveerd. Op basis van de gepresenteerde feiten kunnen geen kritische kanttekeningen worden geplaatst bij het door de gemeente uitgevoerde toezicht op de bouw. Waar nodig heeft de gemeente het toezicht geïntensiveerd,, technische onderzoeken verlangd van LG en deze onderzoeken bij wijze van een second opinion laten beoordelen door een extern technisch adviesbureau. Een dergelijke handelwijze getuigt van adequaat en proactief toezicht bij een complex binnenstedelijk bouwproject als het onderonde havige.
4.3 De gemeente als bestuur 4.3.1 Participatie aan de voorkant De gemeente komt als bestuur in beeld op het strategisch niveau van de dienstverlening (door middel van het verlenen van vergunningen en het wijzigen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad). In het traject van besluitvorming daartoe zou het uitgangspunt moeten zijn dat belanghebbenden mogelijkheden voor inbreng door middel middel van overleg en/of inspraak worden geboden en dat de uitkomsten hiervan daadwerkelijk aadwerkelijk worden meegenomen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 22/31
In de eerste vergadering van de commissie SOB waar het bouwproject De Boonacker op de agenda staat (oktober 2009), wordt reeds ingesproken door een omwonende.. Ook in latere vergaderingen van de commissie voordat de vergunningverlening plaatsvindt, is dat het geval.. Het inspreekrecht in de commissievergadering in mei 2010 heeft (mede) geleid tot nadere vragen van de raad aan het college. Hierop heeft het college een brief aan de raad doen toekomen waarin de vragen worden beantwoord en de rol van de gemeente op onderdelen wordt geëxpliciteerd50). Ook hebben belanghebbenden zienswijzen kunnen indienen. Een criticaster zal zeggen dat deze instrumenten (inspreekrecht en zienswijzen) geen nut hebben gehad, omdat zij niet hebben geleid tot wijzigingen in het bestemmingsbestemmings of bouwplan. Desalniettemin heeft hee de gemeente hier geopereerd conform vigerende wet- en regelgeving. In het vorige hoofdstuk is het model van de participatieladder gepresenteerd. gepresenteerd. Van belang is in dit verband dat het project een private aangelegenheid is en zich daarmee bovenin het model van de participatieladder bevindt;; een private initiatiefnemer, die grond bezit in de binnenstad en daar iets mee wil. Een initiatiefnemer. Daar hoort in beginsel een faciliterende bestuursstijl bij en als zodanig is het bouwproject ook door de gemeente benaderd. b . Dit laat onverlet dat omwonenden zich vanaf het begin zorgen hebben gemaakt en hebben geroerd. Dit signaal is door de gemeente pas laat la in het proces geadresseerd.. Deze constatering is echter niet uniek voor bouwproject De Boonacker. Het eerdergeeerderg noemde oemde onderzoek van de Rekenkamercommissie Purmerend51) schetst dat ook in trajecten op andere beleidsvelden de participatie laat in het proces plaatsvindt. Dit gegeven in algemene zin binnen de gemeente Purmerend én het feit dat het een privaat traject betreft, betreft, maakt dat de gemeente heeft gehandeld zoals zij heeft gehandeld.
4.3.2 Participatie gedurende de bouw De gemeenteraad heeft de signalen van bewoners vervolgens (zoals gezegd pas in een laat stadium) omgezet in actie, door middel van een motie die aandacht vroeg voor communicatie richting omwoomw nenden52). Het college heeft op grond van deze (overigens niet aangenomen) motie toegezegd een platform in te stellen waarin omwonenden, projectontwikkelaar en gemeente zitting hebben. Het bestuur heeft hiermee vanuit een goede intentie een impuls willen geven op bewonersbetrokkenheid bij bouwproject De Boonacker,, maar creëerde tegelijkertijd een zeer complexe opgave voor de gemeentelijke organisatie; deze diende te zorgen voor een actieve informatie-uitwisseling informatie uitwisseling in een traject waar de gemeente niet zelf over ging. In dezelfde raadsvergadering gaf de raad immers toestemming aan LG om het ingediende bouwplan uit te mogen voeren. Ofschoon alle betrokken partijen zullen hebben aangevoeld dat de bedoelde communicatie noodzakelijk was om met elkaar in gesprek te kunnen blijven, was er uiteindelijk geen enkele grond op basis waarvan partijen verplicht konden worden zich aan deze afspraak te houden. houden Aan het platform is uitwerking gegeven in die zin dat partijen bijeen zijn gebracht (de omwonenden is gevraagd een vertegenwoordiging af te vaardigen) en er overleg is opgestart tussen betrokken partijen. partijen Er was (zoals door het gemeentebestuur besloten) geen ge onafhankelijk voorzitter.. Ook is geen uitwerking gegeven aan de rollen len en bevoegdheden van de verschillende betrokken partijen. Gezien het verloop van het proces tot dan toe was hieraan wel behoefte in het kader van verwachtingsmanageverwachtingsmanag ment; voor alle partijen zou helder moeten zijn wat zij konden verwachten van het overleg. overleg Gaande het traject is zichtbaar dat de meningen uiteen gaan lopen over waar het overleg wel en niet toe is beb doeld. De bewonerscommissie commissie vindt dat er bindende afspraken gemaakt kunnen worden en gaat gaa daarin ver, ook op inhoudelijk gebied ten aanzien van zaken zaken die primair de projectontwikkeprojectontwikk laar/aannemer of de toezicht-- en handhavingsfunctie (bevoegdheid van de gemeente) betreffen.
50
) ) 52 ) 51
Brief van B&W aan de gemeenteraad van Purmerend inzake Informatie over bestemmingsplan Nieuwstraat, 19 mei 2010. Rekenkamercommissie gemeente Purmerend, Onderzoek burgerparticipatie, maart 2012. D66, Motie bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38, 22 27 mei 2010.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 23/31
In bijvoorbeeld de brief van de bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. aan het college van B&W van 6 juli 2011 (p.2) komt dit tot uitdrukking: ‘De ambtelijke vertegenwoordiging huldigt echter regelmatig zeer ten onrechte het standpunt dat in het bewonersoverleg geen bindende afspraken tussen partijen kunnen worden gemaakt [..]’. Hieruit wordt duidelijk dat de bewonerscommissie missie meer wil dan alleen informatie-uitwisseling. Aangezien er aan de voorkant echter geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bij het overleg betrokken partijen,, is het de vraag waar het ‘ten onrechte’ van de bewonerscommissie op is gebaseerd. Ons zijn geen nadere concretiseringen van vastgelegde afspraken bekend,, behalve de brief met de zeven uitgangspunten voor het hervatten van de werkzaamheden van het college van B&W van 15 februari februar 2011. In die periode is naar aar aanleiding van de mediation ook afgesproken dat betrokken partijen ‘een gezamenlijke maximale inspanning zouden plegen om tot een minimale extra schade te komen’. Concrete handvatten biedt dit in onze optiek niet en aangezien a er voor was gekozen om geen onafona hankelijk voorzitter te benoemen, was er niemand in het overleg die de partijen vanuit een neutrale ne positie kon binden en begeleiden. begeleiden Het gehele traject in ogenschouw nemende is de gemeente, gestimuleerd door de continue vraag van de bewonerscommissie, ver gegaan in het faciliteren van de commissie met allerhande uitkomsten van metingen, second opinions en correspondentie én voorts in het betrekken van de commissie bij (bouwtechnische) keuzen aan de voorkant. Wel helder is dat dit over en weer niet altijd van harte ging en dat er continu spanning zat op de relatie tussen de bij het overleg betrokken partijen. Wij komen hier later op terug (4.5).
4.3.3 De rol van het bestuur Bestuursrecht, geen privaatrecht Uit het feitenrelaas (hoofdstuk ofdstuk 2) blijkt dat het dagelijks bestuur van de gemeente in formele zin steeds primair de bestuursrechtelijke kant van de zaak heeft belicht en vooral inzette op toezicht (en indien nodig handhaving) en algemeen belang. Vanuit het oogpunt van het laatste e heeft de wethouder een aantal malen (meer, dan wel minder expliciet zichtbaar) opgetreden richting de partijen (projectontwik(projectontwi kelaar en aannemer) om zaken voor elkaar te krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het stimuleren van een overleg gericht op de schadeafwikkeling (dat uiteindelijk voor dat moment (15 juni 2011) naar tevredenheid plaatsvindt),, maar ook om het op de achtergrond inzetten op een mediationtraject door de projectontwikkelaar53). De wethouder wethouder maakt voortdurend de afweging of een bepaalde vraag gericht op handelen van de gemeente privaatrechtelijk of bestuursrechtelijk is. De privaatrechtelijke weg wil de gemeente niet bewandelen, omdat dat niet bij de taak van de gemeente thuishoort in dit traject. tr De wethouder heeft dan ook altijd afgehouden partij te worden in de schadeafhandeling, anders dan een actieve bijdrage te leveren aan het proces van schadeafhandeling in de zin van stimuleren en uitoefeuitoef nen van bestuurlijke druk. Dit is door de omwonenden niet (op ieder moment) zo ervaren, maar in schriftelijke uitingen van de gemeente (verslagen van bijeenkomsten, brieven, mails en ambtelijke memo’s) komt deze lijn continu naar voren. Later wordt nog ingegaan op de bejegening, die bij dit vraagstuk ook ok een belangrijke rol speelt (zie 4.5).
53
)
Dit terwijl een motie daartoe in de gemeenteraad op 16 december 2010 werd verworpen. De wethouder was ook van mening dat de gemeente geen organisator organisator zou moeten zijn van mediation, omdat de schadeafhandeling iets was tussen projectontprojecton wikkelaar/aannemer en bewoners en vanwege het feit dat mediation alleen kan werken als partijen daar vrijwillig aan meeme werken.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 24/31
Informatievoorziening aan de raad Vanaf september 2011 hanteert nteert de wethouder een vast format om maandelijks aan de commissie SOB te rapporteren. Ook ten aanzien hiervan verschillen de meningen of de informatievoorziening informatievoo adequaat was. De bewonerscommissie heeft meerdere malen de aandacht van leden van de raad weten te vestigen op ontbrekende informatie of het ontbreken van detailniveau. Het niveau van informatievoorinformatievoo ziening sluit aan bij de dualistische rolverdeling rolverdelin tussen college en raad enerzijds en de nadrukkelijke actualiteit van de situatie anderzijds. anderzijds. Bovendien werd de raad ook standaard op de hoogte gesteld van belangrijke correspondentie in het bouwproject, bouwproject door middel van een afschrift daarvan. Maatregelen in het kader van het toezicht Het college heeft zich door de ambtelijke organisatie laten voorlichten ten aanzien van de vraag of een funderingsonderzoek benodigd was en welke consequenties dit met zich mee zou brengen (ook voor de bewoners). Op basis daarvan rvan heeft het college besloten daar niet verder op te acteren zo lang de constructieve veiligheid van panden niet in gevaar kwam. Gedurende het traject is het toezicht door de gemeente steeds verder versterkt, versterkt vooral toen de constructieve veiligheid van de e aanbouwen in beeld kwam, zo blijkt ook uit het feitenrelaas. feitenrelaas Er zijn gedurende de bouwwerkzaamheden meldingen bekend van zaken die niet werden waargenomen door de toezichthouder. Gezien ezien het feit dat toezicht van de gemeente niet zeven dagen per week vierentwintig uur per dag aanwezig is op een bouwplaats, bouwplaats is dit niet vreemd.. Als de gemeente met een dergelijke intensiteit toezicht zou willen houd den, zou de betreffende formatie fors moeten worden uitgebreid. Het bouwproject was door de gemeentelijke organisatie aangemerkt als risicovol en viel in die zin onder de categorie zwaar toezicht. Als gevolg van de onvoorziene omstandigheden die zich voordeden en keuzes die naar aanleiding daarvan dienden te worden gemaakt, kende het bouwproject bouwproject naast de reguliere toezichtslijn ook nog een toezichtslijn die was gericht op beoordeling en begeleiding van de werkmethoden. De gemeente heeft bedoelde elde meldingen van toezichtzaken adequaat opgepakt, door naar aanleiding daarvan ter plaatse te gaan en de stand van zaken waar te nemen. Als dat nodig was, was heeft de gemeente de projectontwikkelaar/aannemer ook aangesproken op het handelen. Bijvoorbeeld door middel van een brief van het college, college toen bekend werd dat werkzaamheden werden verricht, terwijl wass afgesproken dat dit niet het geval zou zijn. Ook op het moment dat de werkzaamheden leidden tot zakkingen of ernstige trillingen heeft de gemeente het toezicht op die wijze weten vorm te geven dat er niet hoefde te worden gehandhaafd, gehandhaafd maar het werk wel werd stilgelegd (de projectontwikkeprojectontwikk laar/aannemer staakte de werkzaamheden altijd vrijwillig). Het college ging vervolgens niet over één nacht ijs alvorens het ‘geen geen bezwaar’ bezwaar afgaf om de werkzaamheden te continueren. Daarbij werden de belangen van enerzijds de projectontwikkelaar – in bezit van een onherroepelijk lijk afgegeven vergunning – en anderzijds de omwonenden zorgvuldig in ogenschouw genomen.
4.4 De gemeente als organisatie De vraag naar de kwaliteit die de gemeentelijke organisatie in staat is te leveren hoort hoo thuis bij het onderdeel de gemeente als organisatie. organisatie. Ook hebben wij voor deze rol gekeken naar wat we hier noemen de projectmatige opzet van het handelen van de gemeente inzake bouwproject De BoonacBoona ker. Het gaat dan ook om de vraag of de gemeente de verschillende verschillende flanken (van beleid) waar het project aan raakt, heeft betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van het bouwproject De Boonacker.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 25/31
4.4.1 Geen projectmatige insteek vanuit de gemeente De gemeente heeft bouwproject De Boonacker vanaf het begin gezien als een privaat project, project waar de gemeente een rol in had in het kader van toezicht en handhaving, maar verder geen bemoeienis mee zou hebben na de wijziging van het bestemmingsplan en verlening van de bouwvergunning. Door het instellen van n het platform tussen omwonenden, projectontwikkelaar en gemeente veranderde dit, maar het is de vraag of de gemeentelijke organisatie daar voldoende in heeft meebewogen. Gezien het private karakter van het project is dit ook een lastig verhaal (zoals hiervoor hier al aan de orde is geweest). Toch had de gemeente er goed aan gedaan om juist daarom de taak waar de gemeente voor stond projectmatig aan te pakken (of daar op andere wijze uitvoeriger bij stil te staan dan is gedaan). gedaan Ofschoon het hier geen alledaagse taak betrof, is er geen aanpak of projectplan voor opgesteld. opgesteld Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen zijn niet uitgekristalliseerd en daar is niets over vastgelegd. Een bijkomend voordeel van een projectmatige insteek zou zijn geweest dat het flankerend beleid in relatie tot het bouwproject daarmee onder de aandacht zou zijn gekomen. Ons zijn twee voorbeelden van dergelijk flankerend beleid bekend, bekend waar in relatie tot het bouwproject ect door de gemeente niet zorgvuldig op is geacteerd. Het betreft het monumentenbeleid en het parkeerbeleid van de gemeente Purmerend. Monumentenbeleid Op 22 februari 2011, wanneer het bouwproject zich conform het feitenrelaas net na de escalatie van de afspraken over het vergoeden van de schade aan de verzakte aanbouwen bevindt, bevind , besluit B&W een behoorlijk aantal panden in nabijheid van het bouwterrein (zestien panden aan de Nieuwegracht en één in de Plantsoensteeg) tot monument aan te wijzen54). In de aanwijzingsbesluiten nwijzingsbesluiten is opgenomen dat de onroerende zaak ‘op op grond van zijn cultuurhistorische, architectuurhistorische, stedenbouwkundige waarde alsmede de gaafheid en zeldzaamheidswaarde’ zeldzaamheidswaarde op de gemeentelijke monumentenlijst wordt geplaatst. Hoewel deze status tus niets verandert aan de situatie en evenmin een rol zou hebben gespeeld bij vergunningverlening op het moment dat de panden al eerder de monumentale status hadden bezeten, is het een besluit dat bij betreffende bewoners tot verder ongenoegen heeft geleid. gelei De bewoners voelden zich tekortgedaan door de gemeente, gemeente die in hun ogen niet goed opkwam voor hun belangen en de bescherming van hun woningen, woningen maar tegelijkertijd deze panden kennelijk wel van grote waarde vond voor de gemeente Purmerend, door deze d als monument aan te wijzen. Parkeerbeleid In de ogen van omwonenden heeft met name de bouw van de parkeergarage tot veel schade geleid. De ondergrondse garage was conform het plan een noodzakelijke oplossing voor het uitgangspunt dat bij nieuwe ontwikkelingen n wordt voorzien in parkeerruimte op eigen terrein. Bij de oplevering van het bouwproject blijkt echter dat bewoners geen gebruik maken van de parkeerplaatsen in de betreffende garage en daartoe ook niet kunnen worden verplicht door de gemeente Purmerend. Bewoners kunnen gewoon een vergunning krijgen voor parkeren aan de straat. Het parkeerbeleid is daar niet tijdig op aangepast. Hoewel dit niet direct leidt tot schade of ongemak, is de leegstaande ondergrondse parkeergarage voor omwonenden wel een zeer delicate delicate kwestie, gezien de problemen die de aanleg ervan met zich heeft meegebracht55).
54
)
55
)
Voor de volledigheid dient te worden opgemerkt dat de aanbouwen van betreffende panden niet de monumentale status hebben. De verzakkingen als gevolg van de bouwwerkzaamheden zijn opgetreden bij de aanbouwen van de woningen. Op dit vlak kan ter nuancering worden ingebracht dat het bouwproject bouwproject oorspronkelijk koopappartementen betrof en een parkeerplaats zou zijn gekoppeld aan een koopappartement. Gedurende het bouwproject kwam het complex echter in bezit van woningcorporatie Wooncompagnie en werden de appartementen huurappartementen, waarbij de parkeerplaats als afa zonderlijke optie door de huurder kon worden afgenomen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 26/31
4.4.2 Toerusting gemeentelijke organisatie Een vraag van de commissie SOB voor dit onderzoek is of de gemeentelijke organisatie voldoende is toegerust om projecten als De Boonacker, in een kwetsbare omgeving als de binnenstad van PurmePurm rend, inhoudelijk te beoordelen. Op basis van dit onderzoek komt wat ons betreft een gemeentelijke organisatie naar voren die voldoende weet welke zaken zij zelf kan beoordelen en kan inschatten inschatt wanneer het handig of nodig is om externe expertise aan te haken. Hier zijn voldoende voorbeelden van, die in het feitenrelaas expliciet naar voren komen. Daarbij heeft de door de bewonerscommissie gegenereerde druk in onze optiek zeker een rol gespeeld en wij hebben voor dit onderzoek geen trajecten in Purmerend onderzocht waarbij geen bewonerscommissie betrokken was. In die zin is er geen vergelijking te maken of de gemeente heeft gehandeld zoals zij normaal zou doen. Medewerkers van de gemeente hebben in ieder geval veel menskracht moeten steken in bouwproject De Boonacker. Alleen al om die reden kan de gemeente niet meerdere van dit soort grote projecten naast elkaar hebben lopen, dat zou te veel capaciteit van de gemeente vergen. Bij dit vraagstuk is ook van belang te onderkennen dat er vele wegen naar Rome leiden, waarbij ook diverse transportmiddelen kunnen worden gebruikt. Verschillende experts kunnen er bij complexe projecten op werkwijzen en gevolgen daarvan verschillende visies nahouden. Vaak is het zo dat aan de hand van de uitwerking in de praktijk pas kan worden gezegd of een expert het (achteraf) juist had. Het voortdurend meten is dan van groot belang, zodat er zo snel mogelijk kan worden ingegrepen indien dat noodzakelijk is.. De gemeente heeft eft daar op toegezien en zeker ook ten aanzien van de constructieve veiligheid. Verder heeft de gemeente er in het kader van het toezicht ook op toegezien en op aangestuurd dat voor wat betreft de bouwwerkzaamheden is gerekend met aannames die uitgingen van de meest kwetsbare funderingsfundering wijze (fundering op staal) en materialen en werkwijzen zijn gebruikt die tot zo min mogelijk schade en overlast leidden. Wanneer er redenen waren om de bouwwerkzaamheden stil te leggen, gebeurde dat zonder dat de gemeente hoefde fde te handhaven. De gemeente nam voldoende tijd en zorgvuldigheid in acht alvorens het bezwaar tegen het voortzetten van de werkzaamheden werd opgeheven.
4.4.3 Informatievoorziening omwonenden De informatievoorziening richting omwonenden in het kader van de uitvoering van het traject was adequaat. De gemeente heeft belangrijke besluiten die zij nam (in in het kader van bijvoorbeeld het afgeven van geen bezwaar tegen het vervolgen van de werkzaamheden) breed onder omwonenden verspreid. Met name ook de aannemer heeft omwonenden gedetailleerd op de hoogte gehouden van de planning van werkzaamheden. werkzaamheden
4.5 Bejegening en vertrouwen Wat opvalt in het voorgaande is een langdurig traject dat een betrokkenheid kende van verschillende partijen met verschillende belangen, waarbij de partijen maar niet met elkaar in een goede cadans weten te komen. Gezien het onvoldoende onvoldoende betrekken van omwonenden aan de voorkant, was het op het moment dat de omwonenden wel een rol kregen in het geheel, als gevolg van het communicatiecommunicati platform,, moeilijk om nog met hen op één lijn te komen. Het project was inmiddels immers een voldonvoldo gen feit. Bovendien, zo is eerder al betoogd, is niet voldoende nagedacht over rollen en bevoegdheden van de partijen in het platform. De informatie werd uitgewisseld uitgewisseld in het platform, maar de langdurige verbondenheid aan elkaar heeft niet geleid tot een platform waarin vertrouwen werd opgebouwd en partijen elkaar gemakkelijk wisten te vinden om zaken (en ergernissen) af te handelen. handelen Van alle betrokken partijen zijn er voorbeelden te vinden van gedrag dat kan worden gezien als gedrag dat contraproductief werkt op het (noodzakelijke) ( vertrouwen binnen het platform: de gemeente die zich steeds erg strikt langs de juridische lijn opstelt, opstelt de bewonerscommissie die (daarmee daarmee) het gevoel krijgt tegen muren op te lopen en op verschillende momenten het platform passeert, door onder meer de
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 27/31
n de projectontwikprojectontwi wethouder, de raadscommissie SOB en individuele raadsfracties aan te schrijven en kelaar die (bijvoorbeeld) zonder het platform platform daarover te informeren modificaties aanbrengt in het bestek, terwijl bekend is dat dit met omwonenden gemaakte (moeizaam tot stand gekomen) afspraken schendt. Omwonenden geven aan dat zij zich door de gemeente in de steek gelaten voelen. Het gemeentebegemeenteb stuur tuur (zowel raad als college) is nauwelijks ter plaatse geweest, terwijl dit project voor de omwonenden een zeer grote impact had. Omwonenden missen empathie en medeleven vanuit het bestuur. bestuur Wanneer vroegtijdig meer aandacht was besteed aan de verschillende verschillende belangen in het traject, had dit veel negatieve energie, geld en tijd kunnen besparen en vertrouwen kunnen opleveren. opleveren Een onafhankelijke voorzitter in het bewonersplatform bewoners had deze gemiste rol van ‘omgevingsmanager’ kunnen vervullen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 28/31
aan 5. Conclusies en aanbevelingen
5.1 Inleiding Het bouwen in binnenstedelijk gebied gaat altijd gepaard met de nodige risico’s en levert, levert gelet op de inpassing in bestaande bebouwing, bebouwing bijna per definitie (enige) schade op. Dat kan echter geen reden zijn om niet aan revitalisering en herstructurering van binnensteden te werken. Zo lang partijen elkaar weten te respecteren, worden en voor knelpunten oplossingen gevonden. Schade is bijzonder vervelend voor de betrokkenen,, maar is ook te herstellen. Risico’s ten aanzien van de constructieve constructie veiligheid dienen vanzelfsprekend te allen tijde te worden voorkomen. De aanleg van de ondergrondse parkeerparkee garage van bouwproject De Boonacker was geen ongebruikelijk project. project Dergelijke ergelijke projecten komen veelvuldig voor in Nederlandse (historische) binnensteden. binne Het project kreeg echter wel te maken met onvoorziene omstandigheden. Deze zijn beschreven in het feitenrelaas en de reflectie daarop in de voorgaande hoofdstukken. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste conclusies uit het onderzoek aan de orde.
5.2 Conclusies Gemeente geeft pas laat gehoor aan omgeving Hoewel over de aanloopfase fase van het project weinig informatie beschikbaar is, kan worden geconclugeconcl deerd dat de gemeente haar rol in dit private project aanvankelijk beperkt zag tot vergunningverlening, vergunningverlening toezicht oezicht en handhaving. Pas later, ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan, heeft de geg meente gehoor gegeven aan de oproep van omwonenden en zich alsnog, voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden, actief bemoeid met het belang van voorkoming c.q. beperking beperking van schade aan de omliggende bebouwing en heeft zij daartoe maatregelen genomen. De gemeente had ter voorkoming van onrust en ter afweging aan de voorkant van het traject en in het kader van de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan nadrukkelijker nadru bij de projectontwikkelaar kunnen aandringen op het onderzoeken van voor- en nadelen van eventuele alternatieven gelet op de nabijheid en de staat van de naburige bebouwing. Dat betekent niet dat de besluitvorming anders zou zijn verlopen. Wel zou dat mogelijk hebben geleid tot meer inzicht vooraf in de uitvoeringsrisico’s en zou voor de besluitvorbesluitvo ming meer maatschappelijk appelijk draagvlak zijn gecreëerd56). Overleg betrokken partijen miste heldere positionering De gemeente (ambtelijke organisatie) zag zich geconfronteerd met een complexe opgave van het gemeentebestuur als gevolg van het instellen van een platform waarin de gemeente het op zich nam te zorgen voor een actieve informatie-uitwisseling informatie in een traject waarover zij zelf,, behoudens vergunningvergunnin verlening en toezicht, niet ging. De gemeente heeft vervolgens niet de tijd genomen (en door de loop der dingen ook niet gekregen) om de opgave goed te doordenken en uit te werken. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ijkheden van de verschillende betrokken partijen werden niet geëxpliciteerd. geëxpliciteerd Evenmin werd de suggestie tot benoeming van een onafhankelijk voorzitter overgenomen. overgenomen Gezien het verloop van het proces tot dan toe was hiertoe hier wel aanleiding in het kader van verwachtingsmanag wachtingsmanagement. 56
)
Inmiddels is op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de Regeling omgevingsrecht op 1 oktober 2010 in werking getreden. Daarin wordt bepaald dat bij de aanvraag aanvraag van een vergunning een bouwveiligheidsplan moet worden verve strekt met daarin de uitgangspunten voor een monitoringsplan ter voorkoming van schade aan naburige bouwwerken. DaarDaa mee zijn de mogelijkheden voor gemeenten om bij de aanvraag van een vergunning op dit punt controlerend (en regisseregiss rend) op te treden expliciet in de regelgeving opgenomen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 29/31
Gaande het traject werd zichtbaar dat de meningen uiteen liepen over waar het overleg tussen bewonerscommissie, ontwikkelaar en gemeente wel en niet voor was bedoeld. De gemeente is, als gevolg van het gebrek aan kader (en onafhankelijk onafhankelijk voorzitterschap) en gestimuleerd door de continue vraag van de bewonerscommissie, ver gegaan in het faciliteren van de commissie met allerhande uitkomsten van metingen, second opinions en correspondentie én voorts in het betrekken van de commissie bij (bouwtechnische) keuzes.. Een en ander overigens niet naar tevredenheid van de ontvangende partij. Een heldere positionering van het platform had dit kunnen voorkomen en mogelijk een beter werkbaar werkba en meer gestroomlijnd proces opgeleverd. Doordat het platform voor de bewonerscommissie niet resulteerde in wat zij ervan verlangde, werd door de commissie op meerdere momenten contact gezocht met het college van B&W. De wethouder maakte e in deze gevallen en ook in bredere communicatiemomenten met omwonenden de afweging of een bepaalde vraag gericht op het handelen van de gemeente privaatrechtelijk of bestuursrechtelijk was. s. De privaatrechtelijke weg wilde wil de gemeente niet bewandelen, omdat die aspecten in dit traject niet bij de gemeente thuis hoorden. hoor De wethouder heeft dan ook altijd afgehouden partij te worden in de schadeafhandeling, anders dan een actieve bijdrage te leveren aan het proces van schadeafhandeschadeafhand ling in de zin van stimuleren en uitoefenen van bestuurlijke druk om tot overeenstemming te komen. komen De lijn die het dagelijks bestuur in deze heeft gevolgd is eenduidig en helder. Gemeente handelt zorgvuldig op terrein van toezicht en handhaving Vanaf het moment dat de bouwwerkzaamheden gestart zijn, heeft de gemeente adequaat en zorgvulzorgvu dig gehandeld op het terrein van toezicht en handhaving. Het bouwproject kende onvoorziene omstanomsta digheden en de gemeente heeft daar telkens op ingespeeld, wat blijkt uit het feit dat de gemeente de projectontwikkelaar/aannemer wanneer zij dat nodig achtte op basis van overleg overleg wist te bewegen tot het stilleggen van de werkzaamheden, werkzaamheden op meerdere momenten een second opinion van de externe adviseur werd gevraagd en het toezicht door de gemeente gedurende gedurende het traject steeds verder werd versterkt, vooral toen de constructieve veiligheid van de aanbouwen van belendingen in beeld kwam. De belangenafweging tussen enerzijds de projectontwikkelaar – in bezit van een onherroepelijk afgegeven vergunning – en anderzijds de omwonenden, omwonenden werd door de gemeente zorgvuldig gemaakt. Informatievoorziening ievoorziening op orde De informatievoorziening richting omwonenden in het kader van de uitvoering van het traject was adequaat. De gemeente heeft belangrijke besluiten die zij nam breed onder omwonenden verspreid. Ook de aannemer heeft omwonenden voortdurend gedetailleerd op de hoogte gehouden van de planning van werkzaamheden. Voor informatievoorziening aan de raad hanteert de wethouder vanaf september 2011 een vast format om maandelijks aan de commissie SOB te rapporteren. Het niveau van informatievoorziening sluit aan bij de dualistische rolverdeling tussen college en raad enerzijds en de nadrukkelijke actualiteit van de situatie anderzijds. Bovendien werd de raad ook standaard op de hoogte gesteld van belangrijke correspondentie in het bouwproject, door middel van een afschrift daarvan. Projectmatige insteek gemeente kan beter De gemeente heeft het bouwproject De Boonacker lange tijd beschouwd als een privaat project, waar de gemeente een rol in had in het kader van toezicht en handhaving, maar verder geen bemoeienis mee zou hebben na de wijziging van het bestemmingsplan en verlening van de bouwvergunning. Door het inrichten van het platform voor informatie-uitwisseling in veranderde dit, maar het is de vraag of de gemeentelijke organisatie daar voldoende in heeft meebewogen. De gemeente zou er goed aan hebben gedaan om de taak waar de gemeente voor stond meer en van meet af aan projectmatig aan te pakken en (of daar op andere wijze uitvoeriger bij stil te staan dan is gedaan).
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 30/31
Dit had de positionering voor het eigen optreden van de gemeente vergemakkelijkt, maar ook het flankerend beleid in relatie tot het bouwproject in beeld kunnen brengen, zodat daarop daaro zorgvuldiger had kunnen worden geacteerd (monumentenbeleid, parkeerbeleid).
5.3 Aanbevelingen Wij bevelen de gemeente Purmerend aan om aandacht te besteden aan de wijze waarop zij zowel bestuurlijk als organisatorisch met toekomstige complexe bouwprojecten als ls De Boonacker om wenst te gaan. De gemeente zou zich op basis van de uitkomsten van voorliggende rapportage moeten bezinnen op een procedure of werkwijze waarin onder meer: vroegtijdig expliciete aandacht wordt besteed aan een risico-inschatting risico inschatting van een bouwproject standaard gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de Wabo biedt in het kader van een vergunningaanvraag (laten laten opstellen bouwveiligheidsplan, monitoringsplan) afhankelijk van de technische complexiteit, de best beschikbare expertise in huis huis bij de gemeente en de wenselijkheid om meer maatschappelijk draagvlak te creëren, creëren wordt afgewogen of een ses cond opinion benodigd is voor de beoordeling van de bouwaanvraag. bouwaanvraag. Een gemeente van de omo vang van Purmerend hoeft zeker niet alle expertise zelf in i huis te hebben aandacht wordt besteed aan het betrekken van de omgeving en de rol die de omgeving wordt toebedacht (alleen informatie of meer verregaande participatie), participatie) en zo nodig een onafhankelijk omgevingsmanager57) wordt betrokken be wanneer de situatie dit vereist of wenselijk maakt aandacht wordt besteed aan de rolverdeling tussen college, college, raad en bij het project betrokken belanghebbenden een projectmatige uitvoeringswijze wordt gekozen voor de aanpak binnen de gemeente, gemeente waarbij aandacht wordt besteed aan a flankerend beleid. Een roep vanuit omwonenden is daarnaast gericht op voldoende interesse en aandacht vanuit het bestuur. Het bestuur zou daarbij tevens meer oog moeten hebben voor de beeldvorming. Dat er achter de schermen het nodige heeft plaatsgevonden in het bouwproject De Boonacker,, is niet (altijd) zichtbaar geweest voor omwonenden. Zij kunnen dit dan ook niet meewegen in hun beoordeling. In dit verband tot slot de opmerking dat omwonenden nog altijd verwikkeld zijn in schadezaken als gevolg van het bouwproject.. De gemeente geme zou bij de schadeafhandeling inzake bouwproject De Boonacker, Boonacker zoals toegezegd en indien mogelijk, een actieve bemiddelende rol kunnen spelen, zonder hierbij overigens partij te worden.
57
)
Een omgevingsmanager organiseert het samenwerkingsproces zodanig, dat er een oplossing komt die door alle betrokken partijen als winst wordt gezien. Zodra partijen par elkaars belangen kennen en respecteren, kan de creatieve zoektocht naar een gezamenlijk einddoel beginnen.
Feitenonderzoek De Boonacker | 20 november 2013 | Pagina 31/31
Bijlagen
Bijlage 1. Geïnterviewde personen
Naam
Organisatie
mw. C. Agtersloot
Juridisch beleidsmedewerker afdeling VTH, gemeente PurmePurm rend
mw. R. Braspenning
Directeur, gemeente Purmerend
mw. J. de Bruin
Teamleider vergunningverlening, beleid en advies, gemeente Purmerend
B. Everts
Extern geotechnisch adviseur gemeente Purmerend, ABT
R. Helm
Wethouder o.a. portefeuille toezicht en handhaving, handhaving gemeente Purmerend
J. Kemper
Bouwplanbeoordelaar, gemeente Purmerend
A. de Koeijer
Adviseur bewonerscommissie Nieuwegracht e.o.
E. Kooning, R. Luiks en T. Sluijs
Bewonerscommissie Nieuwegracht e.o.
O. Rohde
Projectleider binnen afdeling Ruimtelijke Ordening, gemeente Purmerend
J.B. de Soet
Bouwinspecteur, gemeente Purmerend
B. Stroek
Controlerend constructeur, gemeente Purmerend
E. Verduin
Voormalig projectleider bouwproject De Boonacker (destijds voor het project ingehuurd door de Linden Groep)
E. Zoutman
Beleidsmedewerker toezicht en handhaving, handhaving gemeente Purmerend
Omwonenden Omwonende (a) Omwonende (b) Omwonende (c) Omwonende (d)
Bijlage 1
Bijlage 2. Geraadpleegde documenten Algemeen - Bouwbesluit (2003 en 2012) - Gemeente Purmerend, Parkeren in binnenstad Purmerend en omgeving; Parkeerbeleid 2004-2010, 2004 8 februari 2005 - Gemeente Purmerend, Handhavingsbeleidsplan Bouwen Purmerend, Purmerend 31 oktober 2007 - Gemeentelijke Bouwverordening Purmerend (versies 2008, 2010, 2012) - Gemeente Purmerend, Monumentenverordening Purmerend Purmerend 2010, 30 september 2010 - Gemeente Purmerend, Bestuursadvies korte toelichting aan B&W betreffende Definitieve vaststelvastste ling 40 nieuwe gemeentelijke monumenten, inclusief conceptaanwijzingsbesluiten, 17 januari 2011 - Huijzer, J.C., Publiekrechtelijke ‘aansprakelijkheid’ ‘aansprakelijkheid’ voor gebreken bij bestaande gebouwen, gebouwen Handboek bouwgebreken, Nieman Raadgevende Ingenieurs, Ingenieurs februari 2012 - Partners+Pröpper, figuur participatieladder, p 2009 - Rekenkamercommissie gemeente Purmerend, Onderzoek burgerparticipatie, maart 2012 - Toonen, Th.A.J., M. van Dam, M. Glim en G. Wallagh, Gemeenten in ontwikkeling – Herindeling en kwaliteit, Van Gorcum, Assen, 1998 - Woningwet - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Regeling omgevingsrecht - Wet op de economische delicten - Wet ruimtelijke jke ordening (Wro) Inzake bouwproject De Boonacker - Ruimtelijke onderbouwing Zijpgarage Nieuwstraat in het kader van een projectbesluit, concept, 14 mei 2009 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan Hollenberg Sloop en Milieuwerken B.V. betreffenbetreffe de opdracht sloopwerkzaamheden Nieuwstraat 22-34, 15 mei 2009 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan omwonenden van Nieuwstraat 24-38 24 betreffende sloop Nieuwstraat 24-34, 34, 15 mei 2009 - Gemeente Purmerend, Sloopvergunning voor het slopen van bouwwerken inclusief bijbehorende funderingen op de percelen Nieuwstraat 22 t/m 34 en sloop fundering Nieuwstraat 36 en 38, inclusief voorschriften (SV 09-006), 09 18 mei 2009 - Arie Hollenberg Sloop- en Milieuwerken B.V., Sloopdocument Nieuwstraat 24-34, 24 34, 18 mei 2009 - Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V., Uitnodiging omwonenden voorlichtingsavond Nieuwstraat 24-38 38 Purmerend, 17 juni 2009 - Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V., Antwoorden op vragen omwonenden, naar aanleiding van de voorlichtingsavond dinsdag 30 juni 2009 - Gemeente ente Purmerend, Brief Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Vergunningen aan Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. betreffende welstandsbeoordeling, 22 juli 2009 - Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V., Aanvraag bouwvergunning, 3 augustus 2009 - Gemeente Purmerend, bouwvergunning 19 augustus 2009 (BV09-210) (BV09 - Ontwerp Bouwplan Nieuwstraat 22-38 22 regels en toelichting, 17 september 2009 - Verslagen/afsprakenlijsten commissie Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, 8 oktober 2009 tot en met 11 september 2013 - Brief van 15 omwonenden en een vertegenwoordiger van de bewoners van de Avondzon aan de gemeente Purmerend met vragen aan de gemeente en de Lindengroep over het op het met ingang van 17 november 2009 ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan Nieuwstraat 22-38 22 en het bijbehorende bouwplan, 7 december 2009
Bijlage 2 | blad 1
- Verslag van informatieavond nieuwbouw Nieuwstraat (bewonersavond), 15 december 2009 - Gemeente Purmerend, Brief Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling, Team Projecten aan ABT bv betrefbetre fende controle bouwvergunning stukken BV 09-210 210 damwand Nieuwstraat 26 t/m 38 te Purmerend, 18 januari 2010 - Gemeente Purmerend, Memorie van Antwoord, Zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Nieuwstraat 22-38, februari 2010 re Vastgoed BV inzake - Brief De Ruiter Boringen en Bemalingen BV aan Linden Groep – De Where Bodemsanering Nieuwstraat te Purmerend, 22 februari febr 2010 - Gemeente Purmerend, college van burgemeester en wethouders, Raadsvoorstel en Ontwerpbesluit inzake de vaststelling van het bestemmingsplan “Nieuwstraat 22-38 22 38 2010”, 1 maart 2010 - Brief ABT aan de gemeente Purmerend inzake second opinion bouwput Nieuwstraat te Purmerend, 1 maart 2010 - Brief van de gemeente Purmerend aan omwonenden inzake nieuwbouw Nieuwstraat locatie Zijp, 18 maart 2010 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan het College van Burgemeester en Wethouders, Wethouders Wethouder Ruimtelijke Ordening, gemeente Purmerend betreffende Project Nieuwstraat 22-38, 22 reactie op rapport ABT, 22 april 2010 - Brief belanghebbenden m.b.t. ontwikkeling Zijp-garage Zijp garage resp. vaststelling bestemmingsplan bestemming Nieuwstraat 22-38 38 aan fractievoorzitters, leden van de commissie SOB en raadsleden, 26 april 2010 - Gemeente Purmerend, Brief wethouder ethouder aan de leden van de gemeenteraad betreffende antwoord op vragen over het bestemmingsplan, 19 mei 2010 - Bestemmingsplan n Nieuwstraat 22-38 22 2010 (definitief) - D66, Motie (niet aangenomen) bestemmingsplan Nieuwstraat 22-38, 22 38, 27 mei 2010 - Gemeente Purmerend, Besluiten genomen in de gemeenteraadsvergadering van de gemeente Purmerend van 27 mei 2010 - Gemeente Purmerend, Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, andhaving, Memo inhoud werkomwerko schrijving monitoring bouwwerkzaamheden project Nieuwstraat, 10 juni 2010 - Gemeente Purmerend, memo Beoordeling monitoringsplan project ondergrondse parkeergarage Nieuwstraat, 2 juli 2010 - De Ruiter Boringen en Bemalingen bv, Werkplan bemaling ten behoeve van de nieuwbouw van een kelder bij de Nieuwstraat te Purmerend, 12 juli 2010 - Verslagen bewonersoverleg van 10 augustus 2010 tot en met 27 augustus 2013 (21 verslagen) - Bam Woningbouw, verslag inzake overleg Gemeente Purmerend/BAM, 22 juni 2010 - Brief van de gemeente Purmerend, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, inzake nieuwbouw aan de Nieuwstraat, 24 juni 2010 - Monitoringsplan BouwRisk, rapportnummer rapportnu R360402Bi, 6 augustus 2010 - Verslag Nieuwstraat overleg verwijderen heipalen, 22 september 2010 - Brief van het college van B&W aan de gemeenteraad van Purmerend inzake Nieuwbouwproject Linden Groep aan de Nieuwstraat, 20 oktober 2010 - BouwRisk, Rapportage trillingsmetingen t.b.v. trekken palen d.d. 5 t/m 19 oktober 2010 in opdracht van BAM Woningbouw Alkmaar, 21 oktober 2010 - Brief van werkgroep bewoners Nieuwegracht aan raadsleden, fractievoorzitters en leden commissie SOB, 21 oktober 2010 - Trots op Nederland en D66, Motie (niet aangenomen) over de bouwactiviteiten bouwactiviteiten aan de Nieuwstraat op de voormalige locatie van garage Zijp, 21 oktober 2010 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan de bewoners van de Nieuwe Gracht 6 t/m 19 betreffende project Nieuwstraat, 25 oktober 2010 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed Vastgoed B.V. aan de gemeente Purmerend betreffende Methodiek aanwezige heipalen icm sanering, 28 oktober 2010 - Geomet Advies, memo Nieuwstraat 40 4 te Purmerend, 29 oktober 2010 Bijlage 2 | blad 2
verwijder palen - Brief ABT aan de gemeente Purmerend inzake beoordeling werkzaamheden t.b.v. verwijderen Nieuwstraat te Purmerend, 29 oktober 2010 - Verslag bewonersoverleg, 2 november 2010 - Reactie n.a.v. overleg 2 november 2010 van Bewonersgroep Nieuwegracht aan de gemeente Purmerend, 4 november 2010 - Memo gesprek bewonersvertegenwoordiging en de Lindengroep Lindengroep op initiatief van wethouder, 5 november 2010 - ABT, second opinion met betrekking tot de methode van verwijderen houten palen nabij belendinbelendi gen in plan Nieuwstraat te Purmerend, 8 november 2010 - Gemeente Purmerend, Brief college van burgemeester en wethouders wethouders aan Linden Groep-De Groep Where Vastgoed B.V. betreffende Beoordeling rapporten inzake het voortzetten van de werkzaamheden aan de Nieuwstraat 22-38 38 te Purmerend, 23 november 2010, inclusief Bestuursadvies Bestuursadvies - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan de gemeente Purmerend betreffende Sleufkist, Sleuf 25 november 2010,, inclusief bijlage Sterkteberekening sleufbekisting van ConstructieConstructie en Adviesbureau Steens B.V., 19 november 2010 - Gemeente Purmerend, Brief Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Toezicht en Handhaving aan Linden Groep-De Groep De Where Vastgoed B.V. betreffende Berekening van ConstructieConstructie Adviesbureau Steens B.V. d.d. 19 november 2010 met ordernummer 3296 definitief (Nieuwstraat 22-38 38 te Purmerend), 30 november 2010 - Brief van de heer A. de Koeijer aan de Bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. inzake Reactie op rapportages en metingen betreffende sloopsloop en bouwwerkzaamheden aan de Nieuwstraat, 2 december 2010 - A. de Koeijer, Sloop- en bouwwerkzaamheden aan de Nieuwstraat 22 – 38 te Purmerend (Locatie voormalige Garage Zijp); Reactie op rapportages en stukken betreffende deze werkzaamheden, werkzaamheden definitieve versie, 6 december 2010 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan de bewoners van de Nieuwe Gracht 6 t/m 19, Plantsoensteeg 1-3 3 en Nieuwstraat Nieuwstraat 20 betreffende Project Nieuwstraat, 8 december 2010 - Gemeente Purmerend, Brief wethouder ethouder aan de gemeenteraad betreffende reactie op de brief van de heer Luiks inzake werkzaamheden Nieuwstraat 22-34, 22 14 december 2010 - Gemeente Purmerend, Beantwoording door het college van B&W van schriftelijke vragen ingevolge artikel 41 van het reglement van orde voor de raad inzake berichtgeving en ontwikkelingen werkwer zaamheden Nieuwstraat 22-38, 22 14 december 2010 - Gemeente Purmerend, Brief college van burgemeester en wethouders wethouders aan Linden Groep-De Groep Where Vastgoed B.V. betreffende Werkzaamheden perceel Nieuwstraat 22-38 22 8 te Purmerend, 14 januari 2011 - Brieven BAM woningbouw aan de bewoners van de Nieuwe Gracht 6 t/m 19, Nieuwstraat 22 en Plantsoensteeg 1 betreffende (aankondiging en planning van) werkzaamheden,, februari 2011 tot en met maart 2013 - Brief Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. aan de bewoners van de Nieuwe Gracht 6 t/m 19, Nieuwstraat 22 en Plantsoensteeg tsoensteeg 1 betreffende Project Nieuwstraat, 3 februari 2011 - E-mailwisseling mailwisseling tussen LG en de bewonerscommissie d.d. 4 februari 2011 - Gemeente Purmerend, bestuursadvies Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Vergunningen aan het college van burgemeester en wethouders, 10 februari 2011 - Brief van het college e van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. B van 15 februari 2011 - ABT, Rapportage Interpretatie trillingsmetingen bouwput, 13 april 2011 - Memo afspraken wethouder – bewoners Nieuwegracht, Nieuwstraat en Plantsoensteeg, d.d. 13 april (Avondzon), 13 april 2011 - Bam woningbouw,, Bezoekersrapportage Nieuwegracht 99 10- 11- 12- 13 ten behoeve van de conditie van de gasleidingen, 15 april 2011 Bijlage 2 | blad 3
emo aan de wethouder inzake Nieuwstraat 22-38, 22 38, 22 april 2011 - Gemeente Purmerend, Memo - Brief Constructieadviesbureau sbureau Steens B.V. Zoetermeer aan Linden Groep inzake inspectie woninwoni gen achterzijde bouwput, 28 april 2011 - Verslag bijeenkomst Bewonersoverleg Bouwproject Nieuwstraat 22-38 22 38 Purmerend, 29 april 2011 - Gemeente Purmerend, Verslag inzake overleg funderingsonderzoek, funderingsonderzoek, 4 mei 2011 - Gemeente Purmerend, Intern memo m actielijst/stappenplan Nieuwstraat 22-38, 38, z.d. - Gemeente Purmerend, Intern memo gemeentelijke gemeentelijke monumenten in de nabijheid van het plangebied Nieuwstraat, 10 mei 2011 - Gemeente Purmerend, Intern memo actiepunten nav overleg 29 april 2011, 12 mei 2011 - Gemeente Purmerend, Ambtelijke memo inzake beantwoording actiepunten nav overleg 29 april 2011, 12 mei 2011 en mail van de wethouder aan de bewonerscommissie van 24 mei 2011 - Brief van ABT aan de gemeente Purmerend Purmerend inzake advies m.b.t. voortzetting werkzaamheden Bouwput Nieuwstraat te Purmerend, 2 juni 2011 - Brief bewonersvertegenwoordiging aan het college van burgemeester en wethouders betreffende bouwproject Nieuwstraat 22-38, 22 6 juni 2011 - Gemeente Purmerend,, Brief Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Team Vergunningen betreffende reactie op brief 6 juni 2011 inzake het bouwproject Nieuwstraat 22-38, 22 38, 7 juni 2011 - HB & S Konstrukteurs B.V., Rapportage opgetreden zettingen, project Schade aan woningen aan de Nieuwegracht 10 t/m 13 te Purmerend, 10 juni 2011 - ABT, Verslag bespreking d.d. 22-06-2011 22 2011 te Purmerend betreffende bouwput Nieuwstraat, 22 juni 2011 - Gemeente Purmerend, Rapportages bezoeken Nieuwegracht in het kader van constructieve veiligheid doorr constructeur en bouwinspecteur, tussen 24 juni 2011 en 4 november 2011 - Brief van de gemeente Purmerend, afdeling VTH, aan De Where Vastgoed B.V. inzake verzoek om nadere detailuitwerking vijzelen met opdraaibare vijzels en toe te passen vijzeldruk (Nieuwstraat (Nieu 22-38 38 te Purmerend), 27 juni 2011 - Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake beoordeling nadere detailuitwerkingen inzake het vijzelen met opdraaibare vijzels en de toe te paspa sen vijzeldruk (Nieuwstraat at 22-38 22 te Purmerend), 1 juli 2011 - Brief van De Where Vastgoed B.V. aan het gemeentebestuur van Purmerend inzake brief van het college van B&W d.d. 1 juli 2011, 1 juli 2011 - Brief van de bewonerscommissie Nieuwegracht e.o. aan het college van B&W van de gemeente ge Purmerend inzake voorwaarden met betrekking tot hervatting werkzaamheden Nieuwstraat 22-38, 22 6 juli 2011 - Gemeente Purmerend, Brief Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Team Vergunningen aan de Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. betreffende betreffende de grondwaterstand, 14 juli 2011 - Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan de bewonerscommissie NieuwegNieuw racht e.o. inzake Reactie op de brief d.d. 6 juli 2011 inzake Nieuwstraat 22-38, 38, 15 juli 2011 - Gemeente Purmerend, Brief Afdeling Vergunningen, Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Team Vergunningen aan de Linden Groep-De De Where Vastgoed B.V. betreffende de grondwaterstand, 28 juli 2011 - Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake reactie op de brief van De Where Vastgoed B.V. van 1 juli 2011 (Nieuwstraat 22--38 te Purmerend), 19 augustus 2011 - Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake reactie herziene constructieberekeningen Nieuwstraat 22-38 22 38 te Purmerend, 26 augustus 2011 - Gemeente Purmerend, Brief Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Team Vergunningen aan de bewoners van de Nieuwstraat 20 en 40, Nieuwegracht 6 t/m 22 en Plantsoensteeg Plantsoensteeg 1, 5, 7, 9 en 11, 1 september 2011
Bijlage 2 | blad 4
- Brief van het college van B&W van de gemeente Purmerend aan De Where Vastgoed B.V. inzake beoordeling herziene constructieberekeningen en werkplan (Nieuwstraat 22-38 22 38 te Purmerend), 2 september 2011 rmerend, Memo (maandelijks) van de wethouder aan de commissie SOB inzake - Gemeente Purmerend, laatste stand van zaken Nieuwstraat 22-38, 22 38, september 2009 tot en met mei 2013 - Gemeente Purmerend, Memo wethouder aan Commissie SOB betreffende laatste stand van zaken Nieuwstraat 22-38, 38, 7 oktober 2011 - Brief ABT B.V. aan de gemeente Purmerend betreffende waterstanden rondom bouwput Nieuwstraat, 23 november 2011 - D66, Gespreksmemo Nieuwstraat tbv commissie SOB (zonder datum) - A. de Koeijer, (Input voor) Onderzoek naar gang van zaken bij bouwproject bouwproject Nieuwstraat door Twynstra Gudde, 15 oktober 2013 - Bewonerscommissie Nieuwegracht e.o., Chronologie De Boonacker van BC voor TG, 20 oktober 2013
Bijlage 2 | blad 5
Bijlage 3. Website voor omwonenden
Bijlage 3