Opgave 275U | 1/4
Benaming :
AANSLAGJAAR 2015
Federale Overheidsdienst FINANCIEN
............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................
(Boekjaar van........................... tot ...........................)
Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen
Ondernemingsnummer : ...............................................
Investeringsaftrek
Investeringsaftrek voor vennootschappen die niet opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling Octrooien
Onderzoek en ontwikkeling
Energiebesparende investeringen
Rookafzuig- of verluchtingssystemen in horecainrichtingen
Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 3 %)
Codes
Eenmalige investeringsaftrek Investeringen in nieuwe vaste activa door alle vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(a)
..................................
..................................
..................................
..................................
..................................
(b = a x Percentage)
..................................
..................................
..................................
..................................
..................................
Codes
Beveiliging (Percentage : 20,5 %)
Investeringen door bepaalde soorten vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(c)
..................................
(d = c x Percentage)
..................................
Codes
Nieuwe zeeschepen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen (Percentage : 30 %)
Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(e)
..................................
(f = e x Percentage)
..................................
Opgave 275U | 2/4
Codes
Nieuwe vaste activa die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (Percentage : 4 %)
Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(g)
..................................
(h = g x Percentage)
..................................
Codes
Onderzoek en ontwikkeling (Percentage : 20,5 %)
Gespreide investeringsaftrek Aanschaffings- of beleggingswaarde, afschrijfbaar
..................................
Aanneembare afschrijvingen Gespreid
(i)
..................................
(j = i x Percentage)
.................................. Codes
Belastbaar tijdperk
(k = b + d + f + h + j)
8310
..................................
Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken
(l)
8311
..................................
Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken
(m = n + o + p)
8330
..................................
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen (n)
8321
..................................
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (o)
8324
..................................
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen
(p)
8322
..................................
(q = k + l + m)
8340
..................................
1437.1
..................................
(s = q – r (= t + u + v))
8370
..................................
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen (t)
8361
..................................
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het huidig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (u)
8363
………………………..
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen
8362
..................................
Eenmalige en gespreide investeringsaftrek
In beginsel aftrekbare investeringsaftrek Investeringsaftrek aftrekbaar voor het belastbare tijdperk Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken
(r)
(v)
VOOR ECHT VERKLAARD,
................................................................ (datum) ............................................................... (handtekening)
Aanslagjaar 2015
Opgave 275U | 3/4
Investeringsaftrek voor vennootschappen die opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling Energiebesparende investeringen
Rookafzuig- of verluchtingssystemen in horecainrichtingen
Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 13,5 %)
(Percentage : 3 %)
(a)
..................................
..................................
..................................
(b = a x Percentage)
..................................
..................................
..................................
Codes
Eenmalige investeringsaftrek Investeringen in nieuwe vaste activa door alle vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
Codes
Beveiliging (Percentage : 20,5 %)
Investeringen door bepaalde soorten vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(c)
..................................
(d = c x Percentage)
..................................
Codes
Nieuwe zeeschepen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen (Percentage : 30 %)
Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
(e)
..................................
(f = e x Percentage)
..................................
Codes
Nieuwe vaste activa die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (Percentage : 4 %)
Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen Aanschaffings- of beleggingswaarde Eenmalig
Aanslagjaar 2015
(g)
..................................
(h = g x Percentage)
..................................
Opgave 275U | 4/4
Codes
Belastbaar tijdperk
8410
..................................
(j)
8411
..................................
(k = l + m + (n – o))
8430
..................................
(l)
8421
..................................
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (m)
8424
..................................
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen
(n)
8422
..................................
Investeringsaftrekken die niet konden worden afgetrokken voor de drie voorafgaande aanslagjaren met betrekking tot de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien en de eenmalige en de gespreide investeringsaftrekken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling
(o)
8423
..................................
(p = i + j + k)
8440
..................................
1437.2
..................................
(r = p – q (= s + t + u))
8470
..................................
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen (s)
8461
..................................
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het huidig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid (t)
8463
………………………….
Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen
8462
..................................
Eenmalige investeringsaftrek
(i = b + d + f + h)
Gespreide investeringsaftrek van vorige belastbare tijdperken voor andere investeringen dan investeringen in onderzoek en ontwikkeling Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken
Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen
In beginsel aftrekbare investeringsaftrek Investeringsaftrek aftrekbaar voor het belastbare tijdperk Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken
(q)
(u)
VOOR ECHT VERKLAARD,
................................................................ (datum) ............................................................... (handtekening)
Aanslagjaar 2015
Toelichting 275U | 1/4 toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek tot het bedrag van dat verschil verleend.
TOELICHTING – 275U (De wettelijke bepalingen zijn beschikbaar op de website van de FOD Financiën www.fisconetplus.be)
7.
Bedoelde artikelen : Art. 68 tot 77, 201, 207, 240, 528 en 530 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en art. 47 tot 49bis van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Uitgesloten investeringen De investeringsaftrek is niet van toepassing op: 1.
vaste activa die niet uitsluitend voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt;
2.
vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht met het doel het recht van gebruik ervan bij leasingcontract of bij overeenkomst van erfpacht of opstal, of enig gelijkaardig onroerend recht, aan een derde over te dragen, ingeval die vaste activa kunnen worden afgeschreven door de onderneming die het recht heeft verkregen;
3.
vaste activa waarvan het recht van gebruik op een andere dan de onder 2, vermelde wijze is overgedragen aan een andere belastingplichtige, tenzij die overdracht gebeurt aan een natuurlijk persoon of aan een vennootschap, die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, die de vaste activa in België gebruikt voor het behalen van winst of baten en die het recht van gebruik daarvan noch geheel noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt; die uitsluiting is niet van toepassing op bepaalde audiovisuele werken waarvan de distributierechten, met uitsluiting van alle andere rechten, tijdelijk worden overgedragen aan derden voor het uitzenden van deze werken in het buitenland;
4.
vaste activa die niet afschrijfbaar zijn;
5.
vaste activa waarvan de afschrijving over minder dan 3 belastbare tijdperken is gespreid;
6.
personenauto’s en auto’s voor dubbel gebruik zoals deze omschreven zijn in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen, met inbegrip van de lichte vrachtauto’s die zijn bedoeld in art. 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, daaronder niet begrepen : voertuigen die uitsluitend gebruikt worden voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de autovoertuigen vrijgesteld zijn; voertuigen die in erkende autorijscholen uitsluitend worden gebruikt voor praktisch onderricht en daartoe speciaal zijn uitgerust;
7.
bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse productiekosten wanneer die kosten niet samen met de vaste activa waarop zij betrekking hebben worden afgeschreven.
Voorafgaande opmerkingen Wie moet deze opgave invullen? Deze opgave moet worden ingevuld door vennootschappen die aan de vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-inwoners vennootschappen zijn onderworpen en die aanspraak maken op een investeringsaftrek.
Gebruikte afkortingen aj.
aanslagjaar
art.
artikel (van het) Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (van het) Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (van het) Wetboek van vennootschappen
WIB 92 KB/WIB 92 W.Venn.
Algemeen 1.
De eenmalige investeringsaftrek stemt overeen met een percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht (zie evenwel ook de uitleg bij de vakken ”Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen”) en van de nieuwe immateriële vaste activa, indien die vaste activa in België voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt.
2.
Het percentage van de investeringsaftrek is afhankelijk van de evolutie van de indexcijfers van de consumptieprijzen.
3.
De investeringsaftrek komt in mindering van de winst van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.
4.
In bepaalde gevallen kan evenwel gekozen worden voor een gespreide investeringsaftrek; in dat geval is de investeringsaftrek gelijk aan een bepaald percentage van de afschrijvingen op die activa die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen (zie uitleg bij het vak ”Gespreide investeringsaftrek”).
5.
6.
Indien de aftrek meer bedraagt dan de winst van het belastbare tijdperk, wordt het verschil, eventueel in beperkte mate, achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken (zie evenwel ook de uitleg bij de rubrieken ”Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken”), met uitzondering van de aftrek met betrekking tot bepaalde vaste activa, die slechts het voorwerp kan zijn van een overdracht naar het volgende belastbaar tijdperk (zie uitleg bij de vakken “Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen”, de regels “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” en de regels “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het huidig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid”). Indien bij de overdracht of bij de buitengebruikstelling van een vast activum het totaal van de reeds verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die
Aanslagjaar 2015
De investeringsaftrek komt niet in aanmerking voor het bepalen van de latere meer- of minderwaarden op de vaste activa waarvoor hij is verleend.
Toelichting bij de vakken Voorafgaande opmerking Vennootschappen die aan de vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-inwoners vennootschappen onderworpen zijn, kunnen opteren voor het “belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” (cf. art. 289quater, WIB 92). Vennootschappen die hiervoor kiezen kunnen evenwel geen aanspraak meer maken op de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, noch op de gespreide investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling. Die vennootschappen moeten, vanaf het aj. waarin die keuze wordt gemaakt, het vak “Investeringsaftrek voor vennootschappen die opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” van de opgave invullen. Die keuze is onherroepelijk; tijdens latere aj. kan er dus niet meer op teruggekomen worden. Vennootschappen die niet hebben geïnvesteerd in octrooien of in milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, alsmede vennootschappen die daar wel in hebben geïnvesteerd doch (nog) niet hebben gekozen voor het “belastingkrediet voor onderzoek
Toelichting 275U | 2/4 en ontwikkeling” moeten steeds het vak “Investeringsaftrek voor vennootschappen die niet opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” invullen. Vak ”Investeringsaftrek voor vennootschappen die niet opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” Het vak “Eenmalige investeringsaftrek” is bestemd voor de berekening van de eenmalige investeringsaftrek op vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbare tijdperk dat verbonden is aan het aj. 2015. De volgende bedragen moeten in het vak “Eenmalige investeringsaftrek” worden vermeld : op de regel “Aanschaffings- of beleggingswaarde”: de afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde van de in aanmerking komende investeringen; op de regel “Eenmalig”: de investeringsaftrek die gelijk is aan het product dat wordt verkregen door de voormelde aanschaffings- of beleggingswaarde te vermenigvuldigen met het overeenkomstige percentage. Voor het aj. 2015 gelden de volgende percentages :
tijdperk in de loop waarvan de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht. Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen Investeringen in “Nieuwe zeeschepen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen”: 30 %. In afwijking van het algemeen beginsel dat de investeringsaftrek slechts van toepassing is op investeringen in nieuwe vaste activa, kan de investeringsaftrek met betrekking tot zeeschepen ook verkregen worden voor tweedehandse zeeschepen, op voorwaarde evenwel dat zij voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen. Die investeringsaftrek kan daarenboven alleen verkregen worden door binnenlandse vennootschappen (of Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen) die uitsluitend activiteiten uitoefenen zoals omschreven in art. 115 van de programmawet van 2 augustus 2002, en dan nog enkel voor de periode waarin de winst uit zeescheepvaart niet wordt vastgesteld aan de hand van de tonnage.
Investeringen in nieuwe vaste activa door alle vennootschappen -
-
-
-
“Octrooien”: 13,5 %; investeringen in “Onderzoek en ontwikkeling”, d.w.z. vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken: 13,5 %; “Energiebesparende investeringen”, d.w.z. vaste activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie: 13,5 %; “Rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen”, d.w.z. rookafzuig- of verluchtingssystemen geïnstalleerd in rookkamers van horeca-inrichtingen, zijnde alle voor het publiek toegankelijke plaatsen of lokalen, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar de belangrijkste en permanente activiteit bestaat uit het voorbereiden en/of aanbieden van maaltijden en/of dranken voor consumptie, al dan niet ter plaatse, en dit zelfs kosteloos: 13,5 %; investeringen tot “Aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen”: 3 %. Het betreft hier inzonderheid materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn voor het verzekeren van: het productieproces van herbruikbare verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten, zoals vermeld in boek III “Milieutaksen” van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur; de terugname in de verkooppunten, de tussentijdse stockage, de verzending naar de afvuller of een distributiecentrale met het oog op de verdere sortering en reiniging, en de sortering en reiniging met het oog op de terugzending naar de respectievelijke afvullers van de voormelde herbruikbare verpakkingen.
Investeringen door bepaalde soorten vennootschappen, d.w.z. investeringen in nieuwe vaste activa door vennootschappen zoals bedoeld in art. 201, eerste lid, 1°, WIB 92 of in a rt. 15, W.Venn. Investeringen in “Beveiliging”, d.w.z. materiële vaste activa die dienen voor de beveiliging van de beroepslokalen en hun inhoud, en de in artikel 44bis, § 1, derde lid, WIB 92 bedoelde bedrijfsvoertuigen : 20,5%. Die investeringsaftrek kan slechts worden toegepast: door de in art. 201, eerste lid, 1°, WIB 92 bedoe lde vennootschappen, d.w.z. de binnenlandse vennootschappen waarvan de aandelen voor meer dan de helft toebehoren aan één of meer natuurlijke personen die de meerderheid van het stemrecht vertegenwoordigen; door de binnenlandse vennootschappen die op grond van art. 15, W.Venn. als kleine vennootschappen worden aangemerkt. De hoedanigheid van kleine vennootschap in de zin van dat art. 15 moet zijn vervuld voor het aj. dat is verbonden aan het belastbaar
Aanslagjaar 2015
Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen (zoals bedoeld in art. 15, W.Venn.) “Nieuwe vaste activa die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid”, d.w.z. in 2014 en 2015 verkregen of tot stand gebrachte investeringen die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid: 4 %. Deze eenmalige investeringsaftrek heeft betrekking op investeringen: als vermeld in art. 69, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92; in tijdens de jaren 2014 en 2015 verkregen of tot stand gebrachte vaste activa (tijdelijke regeling); door een vennootschap die, op grond van art. 15, W.Venn., als kleine vennootschap wordt aangemerkt voor het aj. dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin zij die investeringen heeft verricht, en voor zover deze vaste activa rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid die door de vennootschap werkelijk wordt uitgeoefend. De vaste activa waarvan de waarde, op basis van art. 205ter, WIB 92, zou worden afgetrokken in de berekening van het risicokapitaal voor de aftrek voor risicokapitaal, worden voor de toepassing van het vorige lid nooit geacht vaste activa te zijn die betrekking hebben op de economische activiteit. Deze investeringsaftrek is slechts van toepassing als de vennootschap, voor het belastbaar tijdperk waarin de investering wordt verricht, onherroepelijk verzaakt aan de in de art. 205bis tot 205novies, WIB 92, bedoelde aftrek voor risicokapitaal. Het vak ”Gespreide investeringsaftrek” is bestemd voor de berekening van de gespreide investeringsaftrek voor investeringen voor onderzoek en ontwikkeling die zijn verkregen of tot stand gebracht tijdens het belastbare tijdperk dat verbonden is aan het aj. 2015. De investeringsaftrek met betrekking tot voormelde investeringen kan desgewenst over de afschrijvingsperiode van die activa worden gespreid; in dat geval wordt de aftrek eenvormig bepaald op 20,5 % van de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van die periode worden aangenomen. De volgende bedragen moeten in het vak ”Gespreide investeringsaftrek” worden vermeld : op de regel “Aanschaffings- of beleggingswaarde, afschrijfbaar”: de afschrijfbare aanschaffingsof beleggingswaarde van de investeringen voor onderzoek en ontwikkeling; op de regel “Aanneembare afschrijvingen”: de afschrijvingen die voor het belastbare tijdperk op die investeringen aanneembaar zijn; op de regel “Gespreid”: de investeringsaftrek die gelijk is aan 20,5 % van de voormelde afschrijvingen. De rubriek “Gespreide aftrekken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken” is bestemd voor het vermelden van het totale bedrag van de gespreide aftrekken waarop de belastingplichtige voor het belastbare tijdperk aanspraak kan maken voor investeringen van
Toelichting 275U | 3/4 vorige belastbare tijdperken (voor de aj. 2006 en vorige kon de gespreide aftrek in bepaalde gevallen ook worden verleend voor andere investeringen dan investeringen voor onderzoek en ontwikkeling).
investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen” dient hetzelfde onderscheid te worden gemaakt als is voorzien in de rubriek ”Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken”.
Indien bij de overdracht of bij de buitengebruikstelling van een vast activum het totaal van de reeds verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek tot het bedrag van dat verschil verleend. Het te vermelden bedrag omvat in dat geval eveneens die aanvullende aftrek.
Tegenover “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het huidig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” moet het overdraagbaar gedeelte worden vermeld van de aftrek met betrekking tot de hiervoor in het vak “Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen” beoogde investeringen die in 2014 en 2015 tijdens het huidig belastbaar tijdperk zijn verkregen of tot stand gebracht en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid. De overdracht van deze niet-verleende aftrek, indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om ze te kunnen verrichten, wordt beperkt tot het volgende belastbaar tijdperk.
Het totale bedrag moet worden gedetailleerd op een afzonderlijke bijlage. In de rubriek ”Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken” moet het totale bedrag worden vermeld van het in principe voor het aj. 2015 aftrekbare gedeelte van de investeringsaftrekken waarop de belastingplichtige tijdens vorige belastbare tijdperken aanspraak kon maken, doch die wegens gebrek aan voldoende winst of wegens de ter zake geldende aftrekbeperking (zie vijfde lid hierna bij deze rubriek), niet konden worden verleend. Tegenover ”Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen” moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op tijdens vorige belastbare tijdperken gedane investeringen in zeeschepen zoals beoogd in het vak ”Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen”. Voor dit gedeelte is immers geen aftrekbeperking van toepassing. Het eventuele niet verrekende gedeelte van de investeringsaftrek zoals het bestaat op het ogenblik dat de winst uit zeescheepvaart voor de eerste keer wordt vastgesteld aan de hand van de tonnage, mag evenwel pas na het verstrijken van de periode waarvoor de winst aldus wordt vastgesteld opnieuw in mindering worden gebracht. Tegenover “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op in 2014 en 2015 verkregen of tot stand gebrachte investeringen zoals beoogd in het vak “Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen” die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid en die zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk. Het gedeelte van dit bedrag dat niet kan worden benut tijdens het huidig belastbaar tijdperk kan niet meer worden overgedragen. Tegenover ”Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen” moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op andere tijdens vorige belastbare tijdperken gedane investeringen. De aftrek van deze “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” en “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen” op de winst van het belastbare tijdperk verbonden aan het aj. 2015, mag niet meer bedragen dan 943.760 EUR, of, wanneer het totale bedrag van de aldus overgedragen investeringsaftrekken op het einde van het vorige belastbare tijdperk 3.775.060 EUR overtrof, 25 % van dat totale bedrag. In geval van verwerving of wijziging, tijdens het belastbare tijdperk, van de controle van de vennootschap die niet beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, is de niet-verleende investeringsaftrek wegens geen of onvoldoende winst van de belastbare tijdperken welke voorafgaan aan datgene waarin de verwerving of de wijziging van de controle plaats had, evenwel niet aftrekbaar van de winst van dat tijdperk, noch van deze van enig later belastbaar tijdperk. In de rubriek ”Investeringsaftrek aftrekbaar voor het belastbare tijdperk” moet het bedrag worden vermeld dat, rekening houdende met de winst van het belastbare tijdperk en met de voormelde aftrekbeperking, effectief is afgetrokken. In de rubriek “Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken” moet het totale bedrag worden vermeld dat naar latere belastbare tijdperken kan worden overgedragen. Voor de regels “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen” en “Over te dragen Aanslagjaar 2015
Vak ”Investeringsaftrek voor vennootschappen die opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” De toelichting bij het vak ”Eenmalige investeringsaftrek” van het vak “Investeringsaftrek voor vennootschappen die niet opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” is mutatis mutandis van toepassing op het vak ”Eenmalige investeringsaftrek” van het vak “Investeringsaftrek voor vennootschappen die opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling”. Wanneer de vennootschap onherroepelijk heeft geopteerd voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling, kan zij geen aanspraak maken op de investeringsaftrek voor octrooien en investeringen voor onderzoek en ontwikkeling. De rubriek “Gespreide investeringsaftrek van vorige belastbare tijdperken voor andere investeringen dan investeringen in onderzoek en ontwikkeling “ is bestemd voor het vermelden van het totale bedrag van de gespreide aftrekken waarop de belastingplichtige voor het belastbare tijdperk aanspraak kan maken voor investeringen van vorige belastbare tijdperken, met uitzondering evenwel van de gespreide aftrekken die betrekking hebben op tijdens vorige belastbare tijdperken gedane investeringen voor onderzoek en ontwikkeling. Indien bij de overdracht of bij de buitengebruikstelling van een vast activum dat niet werd gebruikt voor “onderzoek en ontwikkeling”, het totaal van de reeds verkregen gespreide aftrekken lager is dan de eenmalige aftrek die toegepast had kunnen worden, wordt een aanvullende aftrek tot het bedrag van dat verschil verleend. Het te vermelden bedrag omvat in voorkomend geval eveneens die aanvullende aftrek. Het totale bedrag moet worden gedetailleerd op een afzonderlijke bijlage. In de rubriek “Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken“ moet het totale bedrag worden vermeld van het in principe voor het aj. 2015 aftrekbare gedeelte van de investeringsaftrekken waarop de belastingplichtige tijdens vorige belastbare tijdperken aanspraak kon maken, doch die wegens gebrek aan voldoende winst of wegens de ter zake geldende aftrekbeperking (zie zesde lid hierna bij deze rubriek), niet konden worden verleend. Tegenover “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe zeeschepen of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen“ moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op tijdens vorige belastbare tijdperken gedane investeringen in zeeschepen zoals beoogd in vak “Investeringen in zeeschepen door vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheepvaart verkrijgen”. Voor dit gedeelte is immers geen aftrekbeperking van toepassing. Het eventuele niet verrekende gedeelte van de investeringsaftrek zoals het bestaat op het ogenblik dat de winst uit zeescheepvaart voor de eerste keer wordt vastgesteld aan de hand van de tonnage, mag evenwel pas na het verstrijken van de periode waarvoor de winst aldus wordt vastgesteld opnieuw in mindering worden gebracht. Tegenover “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op in 2014 en 2015 verkregen of tot stand gebrachte investeringen zoals beoogd in het vak “Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen” die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid en die zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk. Het gedeelte van dit
Toelichting 275U | 4/4 bedrag dat niet kan worden benut tijdens het huidig belastbaar tijdperk kan niet meer worden overgedragen. Tegenover “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen“ moet het gedeelte worden vermeld dat betrekking heeft op andere tijdens vorige belastbare tijdperken gedane investeringen (met inbegrip van de investeringen in octrooien en de investeringen voor onderzoek en ontwikkeling). Tegenover “Investeringsaftrekken die niet konden worden afgetrokken voor de drie voorafgaande aanslagjaren met betrekking tot de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien en de eenmalige en de gespreide investeringsaftrekken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling“ moeten de vennootschappen die voor het aj. 2015 geopteerd hebben voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling het gedeelte vermelden dat betrekking heeft op de aftrekken die voor de aanslagjaren 2012, 2013 en 2014 niet konden worden afgetrokken met betrekking tot, enerzijds, de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien, en anderzijds, de eenmalige en de gespreide investeringsaftrekken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling. De aftrek van “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het vorig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” (m in de versie “papier”) en van het verschil tussen “Vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen” en “Investeringsaftrekken die niet konden worden afgetrokken voor de drie voorafgaande aanslagjaren met betrekking tot de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien en de eenmalige en de gespreide investeringsaftrekken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling“ (n - o in de versie “papier"), toegepast op de winst van het belastbare tijdperk verbonden aan het aj. 2015, mag niet meer bedragen dan 471.880 EUR, of, wanneer het totale bedrag van het aldus overgedragen gedeelte van de investeringsaftrekken op het einde van het vorige belastbare tijdperk 1.887.530 EUR overtrof, 25 % van dat totale bedrag. In geval van verwerving of wijziging, tijdens het belastbare tijdperk, van de controle van de vennootschap die niet beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften, is de niet-verleende investeringsaftrek wegens geen of onvoldoende winst van de belastbare tijdperken welke voorafgaan aan datgene waarin de verwerving of de wijziging van de controle plaats had, evenwel niet aftrekbaar van de winst van dat tijdperk, noch van deze van enig later belastbaar tijdperk. In de rubriek “Investeringsaftrek aftrekbaar voor het belastbare tijdperk“ moet het bedrag worden vermeld dat, rekening houdende met de winst van het belastbare tijdperk en met de voormelde aftrekbeperking, effectief is afgetrokken. In de rubriek “Over te dragen naar volgende belastbare tijdperken“ moet het totale bedrag worden vermeld dat naar latere belastbare tijdperken kan worden overgedragen. Voor de regels “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe of tweedehandse zeeschepen die voor het eerst in het bezit van een Belgische belastingplichtige komen” en “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot andere investeringen” dient hetzelfde onderscheid te worden gemaakt als is voorzien in de rubriek ”Gecumuleerde vroegere nog niet afgetrokken investeringsaftrekken”. Tegenover “Over te dragen investeringsaftrekken met betrekking tot investeringen in nieuwe vaste activa die door kleine vennootschappen zijn verricht tijdens het huidig belastbaar tijdperk en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid” moet het overdraagbaar gedeelte worden vermeld van de aftrek met betrekking tot de hiervoor in het vak “Investeringen in nieuwe vaste activa door kleine vennootschappen” beoogde investeringen die in 2014 en 2015 tijdens het huidig belastbaar tijdperk zijn verkregen of tot stand gebracht en die rechtstreeks verband houden met de werkelijk uitgeoefende economische werkzaamheid. De overdracht van deze niet-verleende aftrek, indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om ze te kunnen verrichten, wordt beperkt tot het volgende belastbaar tijdperk. Uiteraard mag het gedeelte dat betrekking heeft op de aftrekken die voor de aj. 2012, 2013 en 2014 niet konden worden afgetrokken met betrekking tot investeringen in octrooien en investeringen in onderzoek en ontwikkeling (“Investeringsaftrekken die niet konden worden afgetrokken voor de drie voorafgaande aanslagjaren met betrekking tot de eenmalige investeringsaftrek voor octrooien en de eenmalige en de gespreide investeringsaftrekken voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling”), hier niet meer worden in opgenomen aangezien dit Aanslagjaar 2015
gedeelte als dusdanig niet naar latere belastbare tijdperken kan worden overgedragen (omzetting van de investeringsaftrek in een belastingkrediet).
Ter beschikking van de administratie te houden stukken De hiernavolgende documenten moeten niet bij de aangifte in de inkomstenbelastingen worden gevoegd, maar moeten wel ter beschikking van de administratie worden gehouden. Voor alle vennootschappen die aanspraak maken op de investeringsaftrek, een opgave, per categorie van de in “Toelichting bij de vakken” hiervoor bedoelde vaste activa (zie inzonderheid de vakken “Eenmalige investeringsaftrek” en “Gespreide investeringsaftrek”), met vermelding, per activum, van : 1. de datum van de aanschaffing of van de totstandkoming; 2. de juiste benaming; 3. de aanschaffings- of beleggingswaarde; 4. de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur. Voor vennootschappen die opteren voor de gespreide aftrek voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling (zie het vak “Gespreide investeringsaftrek”), verdient het aanbeveling, met het oog op de berekening van de jaarlijkse aftrek, de activa per afschrijvingsduur te groeperen. Voor vennootschappen die aanspraak maken op de aftrek wegens de aanschaffing van een octrooi of van een recht tot exploitatie ervan (zie “Octrooien”), de bescheiden waarvan sprake is in art. 47bis, KB/WIB 92 (namelijk een afschrift van het contract op grond waarvan de onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft en het bewijs dat het octrooi of het recht tot exploitatie ervan nooit door een onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt). Voor vennootschappen die aanspraak maken op de aftrek voor investeringen voor onderzoek en ontwikkeling (zie “Onderzoek en ontwikkeling”), de bescheiden waarvan sprake is in art. 48, § 4, KB/WIB 92 (namelijk de in het 1° tot 4° van die § 4 bedoel de verantwoordingen, alsmede een door het bevoegde Gewest uitgereikt attest waaruit blijkt dat de nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die resulteren uit het onderzoek en de ontwikkeling waarvoor de desbetreffende vaste activa worden gebruikt, geen effect hebben op het leefmilieu of het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk beogen te beperken). Voor vennootschappen die aanspraak maken op de aftrek voor energiebesparende investeringen (zie “Energiebesparende investeringen”), een attest van het Gewest waar de investering plaatsvindt (cf. art. 49, KB/WIB 92). Voor vennootschappen die aanspraak maken op de aftrek voor investeringen in beveiliging (zie “Beveiliging”), de documenten waarvan sprake in art 491, § 4, KB/WIB 92 (namelijk de facturen over de investeringen in de materiële vaste activa bedoeld in § 1 van dit art. en het betalingsbewijs van de bedragen die voorkomen op die facturen, evenals wat, enerzijds, de alarmsystemen en de daaraan verbonden componenten, bedoeld in § 1, 4°, a, van dit art. en , anderzijds de nadiefstalsystemen, bedoeld in § 1, 4°, c, van dit ar t. betreft, het bewijs van schriftelijke overeenkomst met een vergunde alarmcentrale, en, wat de camerasystemen bedoeld in § 1, 4°, b, van di t art. betreft, het origineel of een kopie van het attest dat bewijst dat het systeem werd aangegeven bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer).