Fasering fiets- en wandelpadennetwerk gemeente Moerdijk
Datum: 11 April 2011
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding .............................................................................................................................................. 4 2. Wegingsfactoren ............................................................................................................................... 6 2.1. Inleiding......................................................................................................................................... 6 2.2. Effectiviteit..................................................................................................................................... 6 2.2.1. Utilitaire fietsverbindingen ...................................................................................................... 6 2.2.2. Recreatieve fietsverbindingen................................................................................................ 6 2.2.3. Wandelverbindingen .............................................................................................................. 7 2.3. Financiering .................................................................................................................................. 7 2.3.1. Financiering aanleg verbindingen .......................................................................................... 7 2.3.2. Financiering structurele kosten verbindingen ........................................................................ 8 2.3.3. Personele kosten ................................................................................................................... 8 2.3. Alternatieve financieringsbronnen ................................................................................................ 8 2.4. Autonome ontwikkelingen ........................................................................................................... 10 3. Fasering............................................................................................................................................ 12 3.1. Inleiding....................................................................................................................................... 12 3.2. Uitgevoerde en lopende infrastructurele maatregelen................................................................ 12 3.3. Infrastructureel korte termijn (2011 - 2013) ................................................................................ 13 3.4. Infrastructureel lange termijn (2014 – 2020)............................................................................... 14 3.5. Mensgerichte activiteiten ............................................................................................................ 15 3.6. Meerjarenplanning ...................................................................................................................... 16 Bijlagen................................................................................................................................................. 20 Bijlage 1 - Richtlijnen wegen gemeente Moerdijk .............................................................................. 22 Bijlage 2 - Noodzaak aanleg van fietspaden bij ETW I 60................................................................. 23 Bijlage 3 - Omschrijving utilitaire fietsverbindingen ........................................................................... 24 Bijlage 4 - Omschrijving recreatieve fietsverbindingen...................................................................... 25 Bijlage 5 - Incidentele kosten en alternatieve financieringsmogelijkheden ....................................... 26 Bijlage 6 - Structurele jaarlijkse kosten verbindingen ........................................................................ 27 Bijlage 7 - Kaart met op te pakken fietsverbindingen …………………………………………………… 28
2
3
1. Inleiding In 2007 heeft de gemeente Moerdijk het Lokaal Mobiliteitsplan vastgesteld. In dit plan is de ambitie opgenomen om de mobiliteit van langzaam verkeer, in het bijzonder fietsers en wandelaars, verder te ontwikkelen. Als actiepunten zijn opgenomen ‘oppakken van fietsknelpunten en ontbrekende schakels’ en ‘oppakken van knelpunten voor voetgangersvoorzieningen’. In het uitvoeringsprogramma Beleidsplan Economie (2008) is voor het thema Toerisme en Recreatie de ontwikkeling van een wandelknooppuntensysteem, in samenwerking met SES West-Brabant, opgenomen. Bovenstaande ambities en plannen zijn verder geconcretiseerd en verwerkt in de visienota Fiets- en wandelpadennetwerk gemeente Moerdijk. In de visienota zijn ook de dorps- en stadsplannen, de plannen van het Sociaal Economisch Samenwerkingsverband West-Brabant (SES), realisatie van Ecologische VerbindingsZones (EVZ’s) en plannen van buurgemeenten (zoals regionaal fietsnetwerk GGA Breda) meegenomen als uitgangspunten en randvoorwaarden. Deze fiets- en wandelnetwerken beslaan reeds bestaande wegen, fietspaden en wandelpaden, maar er zijn ook ontbrekende schakels. De meeste wegen zijn dusdanig rustig dat er veilig overheen gefietst en gewandeld kan worden, utilitair alsmede recreatief. Toch is er een aantal knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid en worden niet alle mogelijkheden op het gebied van recreatie benut. Daarom dient er nog een aantal verbindingen aangepakt te worden. De gemeenteraad heeft deze visienota op 18 december 2008 vastgesteld en aangevuld met de verbinding Willemstad - Zevenbergen. Deze visienota dient als kader voor verdere ontwikkeling. Dat wil zeggen dat de visienota nog niet concreet en volledig is. Mede op basis van voortschrijdend inzicht wordt in deze notitie een nadere invulling gegeven aan de oorspronkelijke nota. Bij het vaststellen van de visienota heeft de gemeenteraad een bedrag van € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld voor uitvoering. Dit bedrag is lang niet voldoende om de uitvoering van het fiets- en wandelpadenplan te bekostigen. Een optelsom van alle geschatte kosten uit het oorspronkelijk plan leidt tot het bedrag van circa 4,3 miljoen euro. In deze nota zijn niet alle kosten van ontbrekende schakels verwerkt. Een ruwe schatting leert nu dat er tussen de 2,8 en 6 miljoen euro nodig is om alle verbindingen te realiseren. Deze variatie is met name het gevolg van de keuze die gemaakt kan worden voor de verschillende soorten verbindingen. Dit betekent dat er ofwel een aantal verbindingen niet opgepakt kan worden, ofwel dat er gezocht dient te worden naar extra alternatieve financieringsbronnnen. Deze laatste optie heeft de voorkeur en wordt daarom uitgewerkt in deze notitie. Hier bij is het wel noodzakelijk dat het plan gefaseerd uitgevoerd wordt. Deze notitie heeft tot doel op basis van objectieve argumenten te komen tot een fasering in de aanpak van de fiets- en wandelpaden in de gemeente Moerdijk. Hierbij spelen de factoren effectiviteit, financiering, alternatieve financieringsbronnen en autonome ontwikkelingen een rol. De eerste drie factoren worden gebruikt om per verbinding de meest geschikte maatregel te kiezen.
4
5
2. Wegingsfactoren 2.1. Inleiding Zoals in hoofdstuk één reeds is aangegeven, speelt er een aantal factoren een rol bij de keuze tot fasering van de realisatie van de verbindingen. Daarnaast hangt ook de keuze tot het uitvoeren van een specifieke maatregel om een knelpunt op te lossen van deze factoren af. De eerste factor is effectiviteit. Effectiviteit kan hier uitgelegd worden als oplossend vermogen. De verbindingen kunnen op verschillende wijze aangepakt worden. Door objectief te kijken naar de effectiviteit van de maatregelen kan bepaald worden welke maatregel uitgevoerd dient te worden om het probleem op te lossen. Het kader voor deze factor wordt verder uiteengezet in paragraaf 2.2. De tweede factor die een rol speelt is financiering. Meer specifiek gaat het om de hoogte van de incidentele (aanleg)kosten en de structurele kosten, maar ook de personele capaciteit. In paragraaf 2.3 worden deze kosten verder uitgelegd. Factor drie is de mogelijkheid tot alternatieve financieringsbronnen. Want zoals in hoofdstuk één is aangegeven, is 2,8 miljoen euro niet voldoende om het gehele fiets- en wandelpadenplan uit te voeren en dienen alternatieve financieringsbronnen gezocht te worden.In paragraaf 2.4 wordt hier verder op in gegaan. Een laatste factor die meespeelt is autonome ontwikkelingen. Dit wordt verder uitgelegd in paragraaf 2.5. 2.2. Effectiviteit In deze paragraaf wordt het kader voor de factor effectiviteit geschetst. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen fiets- en wandelverbindingen en bij fietsverbindingen wordt een onderscheid gemaakt tussen utilitair en recreatief gebruik. Fiets- en wandelverbindingen die zich in de woonkernen bevinden, zijn buiten beschouwing gelaten in het fiets- en wandelpadenplan en in deze notitie. In bijlage 7 zijn de op te pakken fietsverbindingen op een kaart weergegeven. De nummering op deze kaart correspondeert met de nummering uit de oorspronkelijke visienota en deze wordt herhaalt in hoofdstuk drie en bijlage vijf. 2.2.1. Utilitaire fietsverbindingen De utilitaire verbindingen worden veelal gebruikt door scholieren dan wel forenzen. Een aantal van deze verbindingen wordt ook gebruikt door toeristen en recreanten. Met het oppakken van deze verbindingen worden dus niet alleen scholieren en forenzen bediend, maar ook toeristen en recreanten. Deze verbindingen beslaan veelal bestaande wegen, maar ook enkele ontbrekende schakels. De meeste wegen zijn dusdanig rustig dat er veilig overheen gefietst kan worden. Toch is er een aantal knelpunten op het gebied van onder andere verkeersveiligheid. Om te komen tot de meest efficiënte oplossing voor de knelpunten is het belangrijk eerst te bezien wat het daadwerkelijke probleem is. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met ongevalcijfers en de wegkenmerken van de wegen. In bijlage 1 is een uitleg van de wegcategorisering gegeven. Bij een aantal verbindingen zijn meerdere oplossingen te bedenken. Hierin zijn onder andere de richtlijnen van de CROW publicatie 164d (bijlage 2) voor de noodzaak voor de aanleg van fietspaden bij erftoegangswegen meegenomen. Deze opties variëren in tijd, effectiviteit en kosten. In bijlage 3 zijn alle utilitaire fietsverbindingen uiteengezet, waarbij aangegeven is wat het daadwerkelijke probleem is, welke cijfers en kenmerken hierbij horen en welke maatregelen er mogelijk zijn om de knelpunten op te lossen. Aan deze maatregelen zijn scores gehangen. In figuur 2.1 staat de uitleg van deze scores aangegeven. Op basis van deze scores wordt geadviseerd een specifieke maatregel voor een verbinding te treffen. Ook wordt op basis van deze score deels de fasering van alle maatregelen bepaald. Dit is verder uitgewerkt in hoofdstuk drie. 2.2.2. Recreatieve fietsverbindingen De recreatieve verbindingen die opgenomen zijn in deze notitie zullen veelal gebruikt worden door toeristen / recreanten. Het betreft nog niet bestaande paden. Er zijn dus geen ongevalcijfers of wegkenmerken beschikbaar. Ook is er in bijna alle gevallen maar één optie te noemen om de verbinding te realiseren. Een dergelijke afweging die bij de utilitaire fietsverbindingen wordt gemaakt, is bij deze recreatieve fietsverbindingen niet te maken. Daarom speelt de factor effectiviteit geen grote rol voor de fasering, maar wel de factoren praktische uitvoerbaarheid en beschikbaarheid van alternatieve financieringsbronnen. De op te pakken recreatieve fietsverbindingen staan in bijlage 4 vermeld.
6
2.2.3. Wandelverbindingen De wandelverbindingen in dit document betreffen allemaal recreatieve verbindingen. Utilitaire wandelverbindingen bevinden zich met name in de woonkernen en deze zijn buiten beschouwing gelaten in het fiets- en wandelpadenplan. Er worden nog geen concrete verbindingen genoemd, omdat later uit andere onderzoeken, zoals van het SES, zal blijken welke voorzieningen of ontbrekende schakels gerealiseerd dienen te worden. Er kunnen wel stappen geschetst worden hoe uiteindelijk bepaald wordt of er voorzieningen getroffen dienen te worden en welke. De eerste fase is momenteel in voorbereiding. SES is bezig met de aanleg van een wandelpadennetwerk in West-Brabant (ook in de gemeente Moerdijk). Zij gebruiken hierbij bestaande wegen/paden. De gemeente sluit aan bij het bepalen van het netwerk binnen de gemeentegrenzen.Ook andere belanghebbende partijen worden betrokken. Als uit deze fase blijkt dat er aanpassingen in het netwerk verricht moeten worden (zoals het plaatsen van rustpunten), kan de gemeente deze aanpakken. In de tweede fase wordt er bekeken of ontbrekende schakels die uit het onderzoek van SES naar voren komen, gerealiseerd kunnen worden. Hierbij gaat het om de aanleg van wandelpaden en wellicht de aanleg van bruggetjes. Daarnaast worden er in het kader van de EVZ (ecologische verbindingszones) onderhoudspaden aangelegd die wellicht ook dienst kunnen doen als recreatieve wandelpaden. In fase drie wordt er bekeken of er naast de aanleg van nieuwe wandelpaden die volgen uit het SES onderzoek en EVZ nog andere routes wenselijk zijn. Hiervoor dient een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd te worden (2014). 2.3. Financiering Zoals in paragraaf 2.1 al is beschreven, hangt de fasering ook af van de hoogte van de kosten die gemoeid zijn met het aanleggen of verbeteren van de verbindingen. Jet gaat dan om zowel financiële als personele kosten. De keuze voor een bepaalde maatregel hangt voor een deel af van de hoogte van de kosten. Ook speelt mee voor de uitvoerbaarheid of de benodigde grond in eigendom is van de gemeente. Met name bij de realisatie van nieuwe tracés zal intensief moeten worden onderhandeld als de benodigde gronden in andere handen zijn (bij aanpassingen aan bestaande infrastructuur is grondeigendom van minder groot belang). In paragraaf 2.3.1 wordt verder ingegaan op de incidentele (aanleg)kosten van verbindingen en in paragraaf 2.3.2 wordt uitleg gegeven over de structurele kosten, ofwel onderhoudskosten van de verbindingen. Paragraaf 2.3.3. geeft verdere uitleg over de factor personele kosten. 2.3.1. Financiering aanleg verbindingen Zoals reeds is aangegeven, zijn per verbinding verschillende maatregelen mogelijk om het probleem op te lossen. Deze zijn omschreven in bijlage 3. Voor deze maatregelen zijn ook globale kostenramingen gemaakt, welke in bijlage 5 te zien zijn. En net als bij de factor effectiviteit, kan bij de factor kosten ook een score toegewezen worden. In figuur 2.1 staat de uitleg van de scores aangegeven die in de tabel in bijlage 3 verwerkt zijn. Figuur 2.1: variatie in scores Effect(iviteit) Scoort zeer goed op alle onderdelen 5 (snelheid, intensiteit, bereikbaarheid, verkeersveiligheid)
Kosten
Totaal (afweging)
Laag
Kosten wegen ruimschoots op tegen baten
10
Hoog
Kosten wegen NIET op tegen baten
2
4 3 2 1
Weinig/geen positieve effecten en ontstaan van negatieve neveneffecten
Op basis van alle globale kostenramingen uit de bijlage is er naar schatting in totaal tussen 2,8 miljoen en 6 miljoen euro nodig om alle verbindingen te maken. Dit is inclusief grondverwerving en plankosten, maar exclusief structurele onderhoudskosten. Deze variatie is met name het gevolg van de keuze die gemaakt moet worden voor de volgende verbindingen: Koekoekendijk - Koekoeksedijk, Hellegatsweg en de Noordlangeweg.
7
Naast de hoogte van de kosten speelt ook de praktische uitvoerbaarheid een rol. Zoals al is aangehaald, is de medewerking van grondeigenaren of terreinbeheerders erg belangrijk voor de mogelijke aanleg van verbindingen. Hiervoor is onderhandeling noodzakelijk. De uitkomsten hiervan zijn op voorhand niet in te schatten. Bij een inschatting van de uitvoerbaarheid van maatregelen kan echter wel gesteld worden dat er een belangrijk onderscheid is tussen grond in handen van particulieren en grond in handen van (semi)overheden of terreinbeherende organisaties. Bij deze laatste categorie is de kans aanzienlijk groter dat door middel van onderhandeling tot overeenstemming gekomen kan worden. Realisatie van fiets- en wandelpaden is vaak mogelijk mits er sprake is van een goede ruimtelijke inpassing. Lastiger is het om met particulieren tot overeenstemming te komen. Onderhandelingsmogelijkheden zijn dan beperkter. Particulieren hebben in de meeste gevallen weinig baat bij de realisatie van fiets- en wandelpaden. Het doorsnijden van percelen betekent voor hen in de meeste gevallen aanzienlijke opbrengstderving op de betreffende percelen als het gaat om agrarische percelen. Financiële compensatie (uitkopen, vergoeding) of het aanbieden van ruilgronden zijn vaak de enige mogelijkheden. 2.3.2. Financiering structurele kosten verbindingen Naast de incidentele kosten voor de aanleg van de verschillende fiets- en wandelverbindingen, zullen er ook jaarlijkse kosten voor onderhoud aan straatwerk, bewegwijzering en verkeersborden, bermen, verlichting, afrastering, gladheidbestrijding en dergelijke ontstaan. Deze kosten zijn in de visienota niet verwerkt. Op dit moment kan er slechts een globale raming van de jaarlijkse structurele kosten per verbinding aangegeven worden. De kosten voor onder andere onderhoud hangen namelijk sterk af van onder andere materiaalgebruik voor bestrating/verharding en bermenonderhoud. Deze specifieke zaken worden later bij voorbereiding van de aanleg van de verschillende verbindingen duidelijk. Voor nu wordt er uitgegaan van geasfalteerde fietspaden. Na circa 45 jaar is het noodzakelijk dat de fietspaden volledig opnieuw “aangelegd “ worden. In de tabel in bijlage 6 is uiteengezet hoeveel de verschillende verbindingen per jaar kosten in euro’s en uren. Het hangt van de gekozen maatregel af hoeveel extra jaarlijkse onderhoudskosten erbij opgeteld dienen te worden. Dit varieert van € 28.331 tot € 67.293 per jaar. Deze variatie is te maken op basis van de keuze die gemaakt moet worden voor de volgende verbindingen: Koekoekendijk Koekoeksedijk, Hellegatsweg, Oostdijk - Vesting Willemstad, en de Noordlangeweg. Wanneer dit 45 jaar gedaan wordt, komt het uit op respectievelijk € 1.274.900 tot € 3.028.200. Voor de financiering van dit bedrag is het noodzakelijk om, op basis van het besluit beeldkwaliteit openbare ruimte (gemeenteraad 16-12-2010), extra budget beschikbaar te stellen voor onderhoud van nieuwe fietspaden of anders gezegd, areaal uitbreidingen. 2.3.3. Personele kosten De fasering hangt ook af van personele capaciteit. Met de huidige capaciteit is het niet mogelijk om alle verbindingen in een zeer korte periode aan te (laten) leggen. Er moeten namelijk veel voorbereidende werkzaamheden verricht worden alvorens een fietspad aangelegd kan worden. Hierbij moet gedacht worden aan het proces rond grondverwerving, wijzigen van bestemmingsplannen en het maken van ontwerpen. Dit moet voor iedere verbinding afzonderlijk gebeuren. Voor de verbinding Noordhoeksedijk –Zwingelspaansedijk zal ongeveer 100 uur nodig zijn voor advies, werkvoorbereiding en toezicht. Werkzaamheden met betrekking tot grondverwerving en wijzigen van bestemmingsplannen zijn hierin niet meegenomen. Bij het aanleggen van vrijliggende fietspaden langs de Koekoeksedijk Koekoekendijk zal een veelvoud van deze uren nodig zijn. 2.3. Alternatieve financieringsbronnen Zoals in hoofdstuk één al is beschreven, hangt de fasering ook af van de beschikbaarheid en de eventueel daaraan gekoppelde termijnen van de verschillende financieringsmogelijkheden naast het fiets- en wandelpadenplan-budget. Dit betreft enkel de financiering voor incidentele kosten, ofwel de aanleg van de paden. Wanneer blijkt dat op korte termijn of voor bepaalde tracés aanvullende financieringsmogelijkheden zijn (buiten het reeds door de gemeente beschikbaar gestelde budget) kan dat een aanleiding zijn om betreffende tracés versneld of binnen een bepaalde termijn te realiseren. Ook de keuze om een specifieke maatregel te treffen voor een verbinding hangt deels van deze factor af.
8
De volgende mogelijkheden worden bij de afweging betrokken: cofinancieringsregeling provincie NoordBrabant, koppeling projecten, Structuurvisie en Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen, koppeling met onderhoudswerkzaamheden wegen en de plannen van andere partijen. Al verschillende jaren bestaat de cofinancieringsregeling van de provincie Noord-Brabant. Gemeenten kunnen hierop aanspraak maken. In de GGA regio Breda is afgesproken dat om in aanmerking te komen voor gelden uit deze regeling, infrastructurele projecten ingediend kunnen worden die het fietsgebruik en de verkeersveiligheid aantoonbaar verbeteren. Fietsprojecten moeten daarnaast opgenomen zijn in het “Regionale Fietsnetwerk GGA Breda”. Bij akkoord zal minimaal 35% van de kosten ‘gesubsidieerd’ worden. Voor mensgerichte maatregelen zoals aanschaf en plaatsing van Dynamische Snelheidsindicatoren (hierna DSI’s) wordt 80% van de kosten gefinancierd. Echter, door bezuinigingen bij de provincie is het nog onzeker hoe lang deze regeling op deze manier blijft bestaan. Aan deze cofinancieringsaanvraag zitten termijnen verbonden. Zo kan er uiterlijk 15 september van het voorafgaand jaar van aanbesteding/uitvoering een project ingediend worden, waarvoor de officiële toestemming pas in maart wordt gegeven. Voorbeeld: vóór 15 september 2010 is het onderhoudsproject Driehoefijzersstraat ingediend. Dit project kan dan pas in (na maart) 2011 aanbesteed en uitgevoerd worden. Vóór 1 december 2012 moet het project volledig klaar zijn en verantwoord. Omdat er verschillende regels verbonden zitten aan het indienen, moet goed afgewogen worden of het aanvragen van cofinanciering opweegt tegen de verwachte kosten. Wanneer blijkt dat eerder genoemde fiets- en wandelverbindingen ruimtelijk overlap vertonen met autonoom lopende projecten (planvorming rond de Roode Vaart, gebiedsontwikkeling Moerdijk-Oost, project Fort Sabina, etc) binnen de gemeente Moerdijk, dan is het verstandig om deze verbindingen te koppelen aan de betreffende projecten, waarbij ook de financiering meegenomen kan worden. Een derde mogelijke alternatieve financieringsbron vindt zijn oorsprong in de nieuwe Structuurvisie en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. De structuurvisie fungeert als een kompas voor het toekomstige beleid en de ontwikkelingen van Moerdijk. Het geeft hoofdlijnen aan waarbinnen ruimte wordt gelaten aan voorziene en nog niet te voorziene ontwikkelingen. Tevens wordt conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) ingegaan op de wijze waarop dit beleid gerealiseerd dient te worden. Door de invoering van de Wro (met de grondexploitatieparagraaf) op 1 juli 2008 is het gemeentelijk kostenverhaal bij ruimtelijke ontwikkelingen veranderd. De Grondexploitatiewet (afd. 6.4 nieuwe Wro) schept een publiekrechtelijk kader om kosten te verhalen, kosten te verevenen en locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie te stellen. Ter uitvoering van het programma, dat is gebaseerd op de structuurvisie, zet de gemeente Moerdijk in op fondsvorming, concreet: Fonds Bovenwijks en Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen. Dit laatste fonds heeft tot doel een algemene verbetering van de woonwerk en leefkwaliteit te bewerkstelligen en wordt onder andere ingezet voor realisatie van het fiets- en wandelpadenplan. Daarnaast kan de onderhoudsplanning de totale kosten van aanpassing van verbindingen drukken. In de onderhoudsplanning zijn onder andere wegen opgenomen die de komende jaren onderhoud behoeven. Als blijkt dat deze plannen overeen komen met fiets- en/of wandelverbindingen, kunnen deze gekoppeld worden, waardoor kosten gedrukt worden omdat werk met werk gemaakt kan worden. Verder hebben andere partijen ook plannen met fiets- en wandelverbindingen, zoals het SES WestBrabant. Hierbij kan gemakkelijk aangesloten worden zodat kosten gedeeld of bespaard kunnen worden. Voor de implementatie van het wandelknooppuntensysteem in de gemeente Moerdijk is inmiddels Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) toegekend. Waarschijnlijk wordt het SES fietsknooppuntensysteem in 2011 geactualiseerd. Hieruit volgt wat er (nog) uitgevoerd dient te worden en welke/hoeveel middelen hier tegenover staan. Voor het project Brabant aan Zee is het op dit moment niet duidelijk wanneer en hoe hier uitvoering aan wordt gegeven en welke middelen beschikbaar zijn.
9
In het Waterplan gemeente Moerdijk 2009-2015 is de kans “het combineren van de aanleg van een fietsroute met het thema Water met de realisatie van ecologische verbindingszones” opgenomen. Dit houdt in dat de gemeente een convenant met het Waterschap Brabantse Delta heeft afgesloten om bij de aanleg van ecologische verbindingszones (EVZ’s) en onderhoud aan dijken daar waar mogelijk ruimte te geven aan wandel- en/of fietspaden. Door dit convenant kunnen kosten van nieuwe fiets- en wandelverbindingen die in EVZ’s gepland zijn, gedrukt worden, omdat werk met werk gemaakt kan worden. In bijlage 5 is uiteengezet welke andere financieringsmogelijkheden beschikbaar zijn voor de genoemde oplossingen voor de verschillende verbindingen.
2.4. Autonome ontwikkelingen De laatste factor die een rol speelt bij de fasering zijn de autonome ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de aanleg van verbindingen. Dit kunnen zowel gemeentelijke projecten zoals het Logistiek Park Moerdijk zijn als mogelijk toekomstige infrastructurele ontwikkelingen door de Rijksoverheid zoals de Robel-lijn. Deze autonome ontwikkelingen kunnen namelijk grote gevolgen hebben voor diverse verbindingen, waardoor eerder uitvoeren onnodige extra uitgaven met zich meebrengt. Een voorbeeld hiervan is de Koekoekendijk. De autonome ontwikkelingen zoals de omlegging van de Roode Vaart, de aanleg van de interne baan tussen het LPM en het industrieterrein Moerdijk en de Robel-lijn zijn van invloed op deze verbinding, waardoor een vrijliggend fietspad voor en na deze autonome ontwikkelingen een heel ander tracé dient te volgen.
10
11
3. Fasering 3.1. Inleiding Met de informatie uit hoofdstuk twee en bijlagen drie, vier en vijf met betrekking tot de omschrijving van problemen, de daarbij behorende realistische oplossingen en kosten en de mogelijke alternatieve financieringsbronnen kan een schema opgesteld worden, waarin de aanpak van de verschillende verbindingen in de tijd worden gezet. Dit wordt in dit hoofdstuk uiteengezet, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen drie soorten maatregelen: 1. Infrastructurele maatregelen korte termijn (2011-2013) o infrastructurele maatregelen die met onderhoudswerkzaamheden op korte termijn uitgevoerd kunnen worden; o infrastructurele maatregelen waarvoor een relatief klein budget voor nodig is; o zeer verkeersonveilige situaties op basis van (ongevallen)cijfers. 2. Infrastructurele maatregelen lange termijn (2014 -2020) o infrastructurele maatregelen die op langere termijn gekoppeld kunnen worden aan gemeentelijke projecten of projecten van andere partijen; o infrastructurele maatregelen die uit het Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen bekostigd kunnen worden; o ontbrekende schakels en fietspaden waarvoor grondverwerving noodzakelijk is. 3. Mensgerichte activiteiten en voorzieningen (2011 - 2020) o Activiteiten die niet infrastructureel van aard zijn, kunnen ook bijdragen aan het bevorderen van het fietsgebruik en verkeersveiligheid zoals het plaatsen van Dynamische SnelheidsIndicatoren (DSI’s), verkeersborden en bewegwijzering. Bij de verschillende maatregelen zijn jaartallen genoemd. Deze jaartallen impliceren het jaar dat de maatregel daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Bij de aanleg van nieuwe fietsvoorzieningen dient er reeds ver voor deze termijn aangevangen te worden met voorbereidende werkzaamheden. Voorbeelden hiervan zijn: overleg over en de daadwerkelijke aankoop van gronden, het maken van ontwerpen, het wijzigen van bestemmingsplannen. Bij het laatste punt kan er ook gedacht worden aan het meenemen van de verbindingen in de actualisatie van het bestemmingsplan buitengebied en niet apart het bestemmingsplan te wijzigen, om zo de kosten te drukken. Voor deze voorbereidende werkzaamheden moet er uitgegaan worden van een periode van 3 tot 4 jaar alvorens de maatregel uitgevoerd kan worden. Allerlei ontwikkelingen, wijzigingen in beschikbaarheid van alternatieve financieringsbronnen en voortschrijdend inzicht kunnen van invloed zijn op de daadwerkelijke realisatie van de verbindingen en het soort maatregel dat getroffen dient te worden. Hierdoor is het, met name voor de verbindingen die op langere termijn aangepakt dienen te worden, zeer moeilijk om een harde termijn te stellen waarbinnen de verbinding wordt gerealiseerd. Het gaat daarom slechts om indicaties en moet dynamisch gezien worden. Voordat in de paragrafen 3.3 tot en met 3.6 ingegaan wordt op de toekomstige maatregelen, worden eerst kort de reeds uitgevoerde en geplande maatregelen aan fietsverbindingen belicht in paragraaf 3.2.
3.2. Uitgevoerde en lopende infrastructurele maatregelen Zoals in hoofdstuk twee al is aangegeven zijn er in de tussentijd een aantal verbindingen reeds opgepakt, zoals de J.W. Frisostraat in Moerdijk en de Driehoefijzersstraat in Zevenbergschen Hoek. Hierna wordt aangegeven waarom deze verbindingen reeds zijn opgepakt. Langs de J.W. Frisostraat te Moerdijk lag een eenzijdig gelegen tweerichtingen fietspad. Het fietspad is zeer smal (slechts 1,5 meter) waardoor conflicten ontstaan tussen tegemoetkomende fietsers en bromfietsers. Dit was een veel gehoorde klacht. Verbreding van het pad is door de vele aanwezige bomen niet mogelijk. De fietsroute is belangrijk voor scholieren naar Zevenbergen en voor kansrijke woon-werk fietsrelatie naar het industrieterrein Moerdijk. In de inventarisatie van de Regionale fietsnetwerk GGA-Breda uitgevoerd is dit knelpunt eveneens opgenomen.
12
Daarom kon er aanspraak gemaakt worden op de cofinancieringsregeling. Dit is ook gebeurd en de provincie heeft een bedrag van circa € 70.000 toegekend. De Driehoefijzersstraat te Zevenbergen wordt in 2011 gereconstrueerd. De maximum snelheid op deze weg is al 60 km/uur maar is niet als zodanig ingericht. De bedoeling is om de rijbaan te versmallen en daarnaast verhoogde fietspaden aan te leggen. Deze verbinding is ook opgenomen in het regionale fietsnetwerk GGA Breda, met als gevolg dat voor deze aanpassing cofinanciering aangevraagd kan worden, wat ook gebeurd is. De provincie heeft hier officieel nog geen beschikking voor gegeven, maar naar alle waarschijnlijkheid ontvangt de gemeente hiervoor een bijdrage van circa € 178.000 euro.
3.3. Infrastructureel korte termijn (2011 - 2013) Maltaweg – A29 (nr. 2.5) Aanpassen markering in 2011. Voor dit probleem zijn geen andere geschikte maatregelen mogelijk. Hellegatsweg (nr. 1.5) Het verbreden van de parkeerstrook zodat de fietssuggestiestrook vrij blijft van geparkeerde auto’s is eenvoudiger, redelijk snel realiseerbaar en goedkoper dan de andere optie die genoemd wordt in bijlage 3 en scoort tevens hoog qua effectiviteit. Hiermee komt deze optie dus beter uit de kostenbaten analyse. (2013) Willemstad – Klundert -Zevenbergen (nr. Wi-Ze) Zoals in bijlage 3 al is omschreven zijn de Noordlangeweg en de Oostdijk uitstekend geschikt voor langzaam verkeer omdat per definitie gemotoriseerd verkeer geen gebruik van deze wegen mag maken als zij geen bestemmingsverkeer zijn. Helaas gebeurt dit in de praktijk wel. De eerste maatregel die getroffen moet worden, is extra handhaven (2011/2012). Een tweede maatregel, om het moeilijker of zelfs onmogelijk te maken voor verkeer die hier geen bestemming heeft, is het veranderen van de Noordlangeweg in een fietsstraat. Hiervoor is extra bebording, een zogenaamde landbouwsluis en een verkeersbesluit nodig (2013). Deze route van Willemstad naar Zevenbergen wordt logischer zodra de verbinding Noordhoeksedijk – Zwingelspaansedijk gereed is. Een mogelijk nadelig effect van het creëren van een fietsstraat is dat de Oostdijk dan meer ‘illegaal” gebruikt wordt voor doorgaand verkeer. Koekoekendijk – Koekoeksedijk (nr. 2.7) Een maatregel die op redelijk korte termijn uitgevoerd kan worden is het aanbrengen van verlichting en snelheidsremmers zoals drempels of wegversmallingen zodat het voor fietsers veel veiliger wordt. Zo zijn ze beter zichtbaar en het wordt voor met name vrachtverkeer moeilijker/onmogelijk om deze wegen te gebruiken (2013). Het realiseren van een vrijliggend fietspad parallel aan deze wegen is op korte termijn onmogelijk, omdat er rekening gehouden moet worden met grondaankopen en het mogelijke omleggen van de Roode Vaart ten noorden van de rijksweg A17, het realiseren van een interne baan tussen industrieterrein Moerdijk en LPM en de mogelijke aanleg van de Robel-spoorlijn. Dikkendijk – provinciale weg (N285) en Galgenweg – provinciale weg N285 (nr. 1.6 en 1.2) Van deze beide verbindingen is de gemeente Moerdijk niet de wegbeheerder. Dit is de provincie. Wanneer er iets gewijzigd dient te worden moet er overleg met de provincie plaatsvinden om te besluiten welke maatregelen er eventueel uitgevoerd worden (2011). De uitkomst kan ook zijn dat er niets gerealiseerd wordt. De verbindingen dienen daarnaast opgenomen te worden in de meerjarenplanning van de provincie. Wanneer dit niet het geval is, worden de verbindingen niet opgepakt. Als het besluit inhoudt dat extra markering en verkeersborden aangebracht kunnen worden om automobilisten erop te attenderen dat er fietsers kunnen oversteken, kan dit op korte termijn opgepakt worden (2013). Wandel verbindingen Naar aanleiding van het actualiseren van het wandelnetwerk door SES kan het mogelijk zijn dat er kleine aanpassingen aan netwerk verrichten dienen te worden zoals het plaatsen van rustpunten (2011/2012).
13
3.4. Infrastructureel lange termijn (2014 – 2020) Dikkendijk – provinciale weg (N285) en Galgenweg – provinciale weg N285 (nr. 1.6 en 1.2) Als uit het overleg met provincie blijkt dat er grootschalige maatregelen getroffen worden, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van verkeerslichten (VRI’s) of de kruising ongelijkvloers uitvoeren, zal dit op lange termijn pas gebeuren (2017/2018). De kans op dergelijke aanpassingen is echter zeer klein, omdat ten eerste het plaatsen van VRI’s in strijd is met het provinciaal beleid en ten tweede het realiseren van fietstunnels zeer kostbaar is en wellicht niet inpasbaar is in de ruimte. Kraaiendijk (nr. 1.11), Zuiddijk (nr. 1.8) Aanbrengen van 60 km plateaus zodat snelheid van motorvoertuigen lager wordt (2014). Verkeersdrempels zorgen op deze wegen niet voor negatieve effecten omdat hier weinig/geen vrachtverkeer en bussen rijden en weinig tot geen overlast veroorzaakt voor omwonenden omdat hier nauwelijks woningen gelegen zijn. Wat betreft de Zuiddijk gaat het specifiek om het wegvak tussen de Pootweg en de kern Langeweg. Noordhoeksedijk – Zwingelspaansedijk (nr. 2.4) Voor deze nieuwe verbinding is één geschikte route te noemen. Om deze ontbrekende verbinding te realiseren dient grond aangekocht te worden. Deze verbinding bedient met name de bereikbaarheidsdoelstelling (2015). Deze verbinding staat vermeld in het Regionaal Fietsnetwerk GGA Breda. Dit betekent dat er aanspraak gemaakt kan worden op cofinanciering van minimaal 35%. Let wel, deze regeling kan in de toekomst wijzigen. Hellegatsweg (nr. 1.5) Als uit toekomstige verkeerstellingen blijkt dat de verkeersdruk in de zomerperiode op Hellegatsweg (te) hoog is dan kan er op een later moment besloten worden om een nieuwe fietsverbinding waarbij de Westdijk wordt doorgetrokken richting de Lantaarndijk (2018). Koekoekendijk – Koekoeksedijk (nr. 2.7) Voor het realiseren van een vrijliggend fietspad is grondverwerving noodzakelijk en zijn er grootschalige werkzaamheden noodzakelijk om dit mogelijk te maken. Het is verstandig om te wachten met het aanleggen van een vrijliggend fietspad totdat er duidelijk is over het geplande omleggen van de Roode Vaart aan de noordzijde van de rijksweg A17, het realiseren van een interne baan tussen industrieterrein Moerdijk en LPM en de mogelijke aanleg van de Robel-spoorlijn. Wanneer deze plannen uitgevoerd worden zal de verkeerssituatie zodanig wijzigen dat het eerder uitvoeren van een vrijliggend fietspad een onnodige extra uitgave zal zijn (2020). Door de gewijzigde verkeerssituatie kan het daarnaast ook mogelijk zijn dat een vrijliggend fietspad niet noodzakelijk is, omdat de verbinding dan reeds veilig is. Dit dient voor de uiteindelijke uitvoering onderzocht te worden. Een andere mogelijke optie zou kunnen zijn een alternatieve route via het LPM te realiseren. Dit moet in relatie met de ontwikkeling van het LPM bezien worden. Steenweg (nr. 2.13) Op basis van de scores in bijlage 3 blijkt dat beide opties geschikt zijn. Ze hebben dezelfde score wat betreft effect voor onder andere verkeersveiligheid en dezelfde score voor kosten. Het is verstandig om pas bij het uiteindelijk ontwerp en de civiel technische uitwerking te bepalen wat de best realiseerbare optie is. Er dient echter met realisatie van één van de opties gewacht te worden totdat de verkeerssituatie rondom het Logistiek Park Moerdijk (hierna LPM) vorm heeft gekregen. Dit zal blijken uit de MER studie die uitgevoerd dient te worden voor het LMP. De nieuwe situatie kan namelijk gevolgen hebben voor de Steenweg, waardoor het uitvoeren van het fietspad, voordat het LPM vorm heeft gekregen, een onnodige extra uitgave kan zijn (2015). Het lijkt daarom ook logisch dat deze verbinding in het kader van de realisatie van het LPM opgepakt wordt en eventueel ook gefinancierd als dit noodzakelijk blijkt uit de MER studie. Een andere ontwikkeling waar rekening mee gehouden dient te worden, is het plan de stamspoorlijn, die bij de kern Moerdijk ligt, verder buiten het dorp te plaatsen. Deze spoorlijn kruist de Steenweg en is dus van invloed op de precieze uitvoering van het fietspad. Hierbij is overleg met Prorail noodzakelijk. Pelgrimsdijk – Lapdijk (nr. 2.12) Voor deze nieuwe verbinding is één geschikte route te noemen. Om deze ontbrekende verbinding te realiseren dient grond aangekocht te worden. Deze verbinding bedient zowel de verkeersveiligheidals de bereikbaarheidsdoelstelling. De verkeersveiligheid wordt met deze verbinding verbeterd omdat deze verbinding, als onderdeel van een route, een goed alternatief biedt voor de Achterdijk. 14
De bereikbaarheid van met name het LPM wordt verbeterd omdat er een goede fietsverbinding ontstaat. Deze verbinding heeft een duidelijke ruimtelijke overlap met het project LPM waardoor koppeling met dit project logisch is (2015). Achterdijk (nr. 2.8) Op een middellange termijn is de beste oplossing om 60 km plateaus en/of wegversmallingen aan te brengen zodat de snelheid van motorvoertuigen lager wordt (2014). Op langere termijn is het realiseren van een alternatieve route de beste optie. Deze alternatieve route is afhankelijk van de realisatie van de fietsverbinding Lapdijk – Pelgrimsdijk. Zie hiervoor nummer 2.12 (2015). Ook moet er bij het realiseren van een dergelijke alternatieve fietsroute rekening gehouden worden met de aanleg van de Noordrand omdat deze toekomstige ontwikkeling de Achterdijk zal doorkruisen. Fortweg (nr. 2.10), Steigerweg - Volkerakweg (nr. 1.7), Markweg-Zuiddijk (nr. 2.6), Rolleplaatweg (nr. Di-Fij), Oostdijk-vesting Willemstad (nr. 2.3), Fietsbrug Dintelsas (2.9). Bij deze punten gaat het om realisatie van ontbrekende recreatieve fietsverbindingen. Hiervoor is grondverwerving noodzakelijk. Voor verwezenlijking en om kosten te drukken is het verstandig om aan te sluiten bij het realiseren van EVZ’s, het project Fort Sabina en het project Windpark Oud Dintel, (2014-2017). Wat betreft de verbinding Oostdijk – vesting Willemstad bestaan er twee opties. Het is verstandig om pas bij het uiteindelijk ontwerp en de civiel technische uitwerking te bepalen wat de best realiseerbare optie is. Er wordt voor de fasering uitgegaan van de duurste maatregel. De mogelijke fietsbrug Dintelsas wordt verder in tijd gezet, omdat deze maatregel moeilijk uitvoerbaar is, overeenstemming met meerdere partijen vergt en een aansluitend fietsnetwerk op grondgebied van gemeente Steenbergen nog ontbreekt (2020). Willemstad – Klundert -Zevenbergen (nr. Wi-Ze) Als op lange termijn uit onderzoek blijkt dat de fietsstraat niet werkt en het ‘illegale’ verkeer op onder andere de Oostdijk en Noordlangeweg niet tegen is te gaan dan is de laatste optie de aanleg van een vrijliggend fietspad parallel aan Noordlangeweg (2018). Hier is een grote kostenpost mee gemoeid en een mogelijk negatief effect van een dergelijk maatregel is dat de snelheid van motorvoertuigen op deze weg omhoog gaat omdat fietsers van de weg zijn ‘gehaald’. Wandelverbindingen Op langere termijn kunnen er eventueel ontbrekende wandelverbindingen verwezenlijkt worden. Dit gebeurt pas nadat het SES netwerk en de EVZ paden gerealiseerd zijn, een combinatie is gemaakt met de fietsverbindingen en er uit een (haalbaarheids)onderzoek (gepland 2014) blijkt dat er nog extra wandelpaden gewenst en mogelijk zijn (2015-2017).
3.5. Mensgerichte activiteiten Boerendijk (nr. 1.9 en 1.10), Koekoekendijk - Koekoeksedijk (nr. 2.7),Noordhoeksedijk-KreekdijkWeeldijk (nr. 2.1), en Achterdijk (nr. 2.8), Drogedijk Aanschaffen en plaatsen van Dynamische SnelheidsIndicatoren∗ (DSI’s) waardoor automobilisten attent worden gemaakt op de gereden snelheid, met als wenselijk gevolg dat zij gas terug nemen. Hiervoor kan cofinanciering aangevraagd worden bij de provincie (2012). Wandelverbindingen SES West-Brabant zal in 2011 knooppuntborden en kaarten plaatsen op verschillende plaatsen in de gemeente.
∗ DSI is een systeem dat gedurende een periode het aantal voertuigen en hun snelheid op een bepaalde locatie direct via de display toont en naderhand via een computer- uitdraai kan rapporten.
15
3.6. Meerjarenplanning Op de volgende pagina staan de verbindingen schematisch in de tijd. De meest effectieve en realiseerbare oplossingen worden hierbij genoemd. Bij verbindingen die een sterke relatie hebben met een project, moet een slag om de arm gehouden worden omdat projecten vertraging op kunnen lopen. Naast de fasering van de aanleg van de verschillende verbindingen is ook een kolom opgenomen waarin het voorstel staat vermeld vanuit welke financieringsbron maatregelen worden gedekt. Hieruit valt te concluderen dat de fietsverbindingen die voor 2016 uitgevoerd worden, en aanpassingen aan wandelverbindingen bekostigd worden met het zogenaamde fiets- en wandelpadenbudget. Ook de mogelijke gemeentelijke kosten voor aanpassing van de provinciale weg N285 zullen uit dit budget gefinancierd worden. De overige fietsverbindingen die na 2016 opgepakt worden, zullen uit andere financieringsbronnen, zoals het Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen bekostigd worden. Door deze verbindingen op latere termijn op te pakken, is de kans groter dat deze ook daadwerkelijk gefinancierd kunnen worden uit het eerder genoemde fonds. Dit fonds wordt namelijk gevoed door andere ruimtelijke ontwikkelingen (met name woningbouw) in de gemeente. Bij de dekking van kosten moet een slag om de arm gehouden worden, want door bijvoorbeeld vertraging in projecten, wijzigingen in beschikbaarheid van alternatieve financieringsbronnen en door voortschrijdend inzicht kan deze verdeling anders uitpakken.
16
17
Tabel 3.1: meerjarenplanning Actiepunten Utilitair fietsen Markering Maltaweg – A29 (Willemstad) Snelheidsmaatregelen Boerendijk (Fijnaart) Snelheidsmaatregelen Kraaiendijk (Heijningen) Snelheidsmaatregelen Noordhoeksedijk - Kreekdijk Weeldijk (Noordhoek - Standdaarbuiten) Snelheidsmaatregelen Zuiddijk (Langeweg) Achterdijk (Zevenbergschen Hoek) snelheidsmaatregelen alternatieve fietsroute (koppeling nr. 2.12) Steenweg (Moerdijk) aanliggende fietspaden Koekoekendijk - Koekoeksedijk (Moerdijk Zevenbergen) ^ verlichting en snelheidsmaatregelen vrijliggende fietspaden Dikkendijk - Provinciale weg N285 (Zevenbergen) * markering verkeerslichten tunnel Galgenweg - Provinciale weg N285 (Zevenbergen) * markering verkeerslichten tunnel Aanleg verbinding Noordhoeksedijk Zwingelspaansedijk (Fijnaart - Noordhoek) Hellegatsweg (Willemstad - Fort de Hel) ^ Verbreden parkeerstrook Aanleg nieuwe verbinding langs Westdijk Aanleg verbinding Pelgrimsdijk - Lapdijk (Zevenbergschen Hoek - Moerdijk) Oostdijk / Noordlangeweg (Willemstad – Zevenbergen)^ fietsstraat instellen vrijliggend fietspad langs Noordlangeweg Drogedijk Recreatief fietsen Openstellen verbinding Fortweg - Fort Sabina (Heijningen) Aanleg verbinding Steigerweg - Volkerakweg (Volkerak - Fort Sabina en verder zuidwaarts) Aanleg Fietsbrug Dintelsas (Sluisweg) Aanleg verbinding Markweg - Zuiddijk (Langeweg) Aanleg verbinding Rolleplaatweg (langs Dintel) Oostdijk - vesting Willemstad Recreatief wandelen Aanpassingen, ontbrekende schakels wandelnetwerk TOTAAL
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
1.500
Fiets- en wandelpaden krediet Fiets- en wandelpaden krediet + cofin. Fiets- en wandelpaden krediet + cofin. Fiets- en wandelpaden krediet + cofinanciering Fiets- en wandelpaden krediet + cofin. Fiets- en wandelpaden krediet + cofin.
16.000 voorber.
40.000
voorber.
60.000
voorber.
50.000
8.000
16.000 voorber. 16.000
Dekking
221.174
Fiets- en wandelpaden krediet Fiets- en wandelpaden krediet + cofinanciering
105.600 1,4 mln
onderzoek
Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen Provincie
overleg provincie of project vuilstort Provincie overleg provincie
of project vuilstort
voorber. voorbereiding
Fiets- en wandelpaden krediet + cofinanciering Fiets- en wandelpaden krediet
320.000 67.040 onderzoek
voorbereiding
319.300
Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen Fiets- en wandelpaden krediet
150.546
Fiets- en wandelpaden krediet voorber.
118.716 onderzoek
Fonds Ruimtelijke Ontwikkelingen
1.4 mln
16.000
Fiets- en wandelpaden krediet + cofin nvt voorber.
Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling
420.176 onderzoek
voorber. voorbereiding
304.970 voorber.
5.000 6.500
10.000 82.000
pm
526.961
291.356
327.600 onderzoek 454.970
30.000 721.720
20.000 874.561
35.000 455.176
Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling Fiets- en wandelpaden krediet + waterplan Fiets- en wandelpaden krediet + waterplan Fiets- en wandelpaden krediet Fiets- en wandelpaden krediet
319.300
1,4 mln
1,4 mln
^ oplossing en bijbehorende kosten onderverdeeld in korte en lange termijn * oplossing en bijbehorende kosten afhankelijk van overleg en besluit provincie
18
19
Bijlagen
20
21
Bijlage 1 - Richtlijnen wegen gemeente Moerdijk Relevante wegkenmerken per wegcategorie Essentiële kenmerken Overige wegen Stroomwegen
Gebiedsontsluitingsweg 1
Gebiedsontontsluitingsweg 2
Erftoegangsweg 1
regionaal
bui beb kom
bin beb kom
bui beb kom
bin beb kom
bui beb kom
bin beb kom
bui beb kom
bin beb kom
SW 120/100
GOW 80
GOW 70/50
GOW 80
GOW 70/50
ETW 60
ETW 30
ETW 60
ETW 30
120 (100)
120 (100)
80
70/50
80
70/50
60
30
60
30
100.000-200.000
30.000-100.000
15.000-30.000
8.000-30.000
6.000-15.000
4.000-8.000
2.000-4.000
2.000-4.000
0-2.000
0-2.000
10-15%
10-15%
10%
10%
10%
10%
4-8%
4-8%
min
Min
-
-
-
-
100-800 f/etm
100-800 f/etm
100-400 f/etm
100-400 f/etm
0-100 f/etm
0-100 f/etm
parallelweg
parallelweg
parallelweg/ (brom)fietspad
parallelweg/ (brom)fietspad
(brom)fietspad
fietspad
Fiets suggestie (rabat)/ fietsstrook
nee
nee
1 x 3.00 / 2 x 2.50
1 x 3.00 / 2 x 2.50
1 x 3.00 / 2 x 2.50
2 x 2.10
fietssuggestiestr/ fietsstrook/ fietspad 100 / 150 / 1 x 3.00 / 2 x 2.00
100 / 150
nvt
nvt
Nationaal SW 120 Max snelheid
Gemeentelijke wegen Erftoegangsweg 2
Overige kenmerken Intensiteit mvgt Intensiteit vrvk/bus Intensiteit fiets Fietsvoorzieningen Breedte fietsvoorz.
1 x 3.00 / 2 X 2.50 1 x 3.00 / 2 x 2.50
22
Bijlage 2 - Noodzaak aanleg van fietspaden bij ETW I 60
Definitie vrijliggende fietspaden: Fietspad dat parallel loopt met de naastgelegen rijbaan en daarvan door een tussenberm wordt gescheiden, hetzij een geheel eigen tracé volgt.
Bron: CROW publicatie 164d – Handboek Wegontwerp Erftoegangswegen, februari 2002
23
Bijlage 3 - Omschrijving utilitaire fietsverbindingen Verbinding
Wegcat. *
Maltaweg – afrit A29 (Willemstad)
Aantal (brom) fietsers GOW II 80 141
Boerendijk (zuid/noord) (Fijnaart)
ETW I 60
182 / 92
Aantal voert. per etm (wrkd) / teljaar 3314 jr 2000 1854 / 2254
Gemeten snelheid 80
Aantal ongevallen met fietsers 0
73 / 88
0
jr 2002
Kraaiendijk (Heijningen)
ETW II 60
43
582 jr 2001
78
0
Noordhoeksedijk - Kreekdijk Weeldijk (Noordhoek - Standdaarbuiten)
ETW I 60
84
1654
61
0
Zuiddijk (Langeweg)
ETW II 60
24
1092 jr 2000
88
0
Achterdijk (Zevenbergschen Hoek)
ETW I 60
60
1454
78
0
jr 2009
jr 2008
Omschrijving probleem / knelpunt
Realistische oplossing(en)
“Onveilige” oversteek omdat het voor automobilisten niet duidelijk te zien is dat langzaam verkeer hier kan oversteken. De Boerendijk en Blaaksedijk zijn voorzien van fietsstroken. De gemeten snelheden liggen te hoog.
Door het aanpassen van markering wordt de oversteek duidelijker en daardoor veiliger. 1. Als snelheidsremmende maatregel kunnen dynamische snelheidsindicatoren (DSI's) geplaatst worden. Op andere locaties in de gemeente zijn inmiddels al DSI's geplaatst om de snelheid te minderen en het blijkt te werken. Uit snelheidsmetingen (afkomstig van de DSI's) komt naar voren dat de snelheden van bestuurders dalen. (2 x DSI) 2. 60 km plateaus aanbrengen om de 200 á 300 meter (8x) De snelheid ligt hoog. 1. Als snelheidsremmende maatregel kunnen DSI's geplaatst worden. (1 x DSI) 2. 60 km plateaus aanbrengen (4x) De snelheid ligt iets hoog. Er is vooral veel overlast van vrachtverkeer, Het Als snelheidsremmende maatregel kunnen DSI's geplaatst worden. (1 x DSI) verbod voor vrachtverkeer is onlangs aangescherpt. Er is met belanghebbenden (bewoners betreffende wegen) al gesproken over maatregelen. Zij zijn tegen de aanleg van verkeersdrempels. Bewegwijzering vrachtverkeer is reeds aangepast. De snelheid ligt nog te hoog. Bij de komgrens van Langeweg is reeds een DSI 1. Als snelheidsremmende maatregel kunnen DSI's geplaatst worden. (3 x DSI) geplaatst. 2. 60 km plateaus aanbrengen (6x) De Achterdijk vormt een verbinding tussen Zevenbergen en de A16. Door files op 1. op korte termijn snelheidsremmende maatregelen invoeren zoals het plaatsen de A17 is er druk op deze weg. Ook de snelheid op het wegvak ligt nog te hoog. van 2 DSI's. Ondanks het verbod is er nog steeds sprake van vrachtverkeer. 2. Extra wegversmallingen of 60 km plateaus aanbrengen (5x). 3.
Steenweg (Moerdijk)
Koekoekendijk - Koekoeksedijk (Moerdijk - Zevenbergen)
GOW II 80 291 en ETW I 60
ETW I 60
123 (323)
3634
71
1
jr 2001
2316
87
De snelheid en intensiteit (auto+fiets) op dit wegvak zijn redelijk hoog omdat deze weg als woon-werk route wordt gebruikt naar het industrieterrein Moerdijk en als schoolroute van Moerdijk naar Zevenbergen. Ook rijdt er ondanks het verbod nog teveel vrachtverkeer.
jr 2007
Dikkendijk - Provinciale weg N285 (Zevenbergen)
Galgenweg - Provinciale weg N285 (Zevenbergen)
GOW I 80
0
GOW I 80
Noordhoeksedijk Zwingelspaansedijk (Fijnaart - Noordhoek)
Nvt
Hellegatsweg (Willemstad - Fort de Hel)
ETW I 60
Pelgrimsdijk - Lapdijk (Zevenbergschen Hoek - Moerdijk)
Nvt
Willemstad - Klundert - Zevenbergen (Oostdijk of Noordlangeweg)
ETW II 60
Drogedijk
ETW I 30 en 60
* zie bijlage 1 voor uitleg wegcategorisering ° zie pagina 4 voor uitleg
0
nvt
nvt
De Steenweg, één van de belangrijkste uitvalswegen van het dorp Moerdijk, en vooral van het industrieterrein, en is daarom onveilig voor fietsers. De hoeveelheid fietsers in relatie tot de verkeersintensiteit maken het wenselijk maatregelen te treffen. Nog steeds rijdt veel vrachtverkeer via deze sluiproute van/naar het industrieterrein.
nvt
Deze oversteek is een zogenaamde koude oversteek, dat betekent een gelijkvloerse aansluiting tussen de provinciale weg en Dikkendijk waar het alleen is toegestaan om de weg recht over te steken. Het provinciale beleid wil dergelijke oversteken opheffen vanuit veiligheid.
Deze oversteek is een zogenaamde koude oversteek, dat betekent een gelijkvloerse aansluiting tussen de provinciale weg en Galgenweg waar het alleen is toegestaan om de weg recht over te steken. Het provinciale beleid wil dergelijke oversteken opheffen vanuit veiligheid.
Er ontbreekt een korte fietsroute vanuit de richting Fijnaart/Willemstad naar Noordhoek en verder (Zevenbergen). De huidige route over de Klundertsedijk is niet veilig. Deze verbinding (Hellegatsweg) wordt met name vanuit recreatief oogpunt gebruikt, echter is deze verbinding niet verkeersveilig, onder andere door de fout geparkeerde auto's (vooral in de zomer).
nvt
nvt
nvt
138 86
548 552
66
46
2239 jr 2009
60
Ontbrekende schakel in de fietsroute naar het station Lage Zwaluwe, met name in relatie tot Logistiek Park Moerdijk. De Oostdijk en de Noordlangeweg mogen gebruikt worden door fietsers en gemotoriseerd bestemmingsverkeer. Aan deze laatste regel houden veel personen zich niet (ca 500 mvg/etm). Het gevolg is dat fietsers van de weg ‘gedrukt’ worden. 0
De snelheid ligt hoog (met name nabij komgrens) en het percentage landbouw gerelateerd vrachtverkeer is hoog
1.
Op langere termijn een alternatieve fietsroute (pad) realiseren b.v. via de Pelgrimsdijk en Lapdijk (zie P2.12) richting station Lage Zwaluwe. een gescheiden of verhoogd aanliggend fietspad (2x 1ri) parallel aan de weg in combinatie met veilige oversteekvoorziening creëren met een 60km plateau bij de overgang vrijliggend naar fietsstroken of aanliggend fietspad
Gezien de intensiteit, (auto + fiets) de snelheid van voertuigen op deze weg, is een oplossing een vrijliggend (1 x 2ri) Dit kan op lange termijn wellicht meegenomen worden met project LPM. Hierbij is het noodzakelijk in overleg te treden met Prorail om de situatie bij de spoorwegovergang ook veilig te maken. 1. Op kortere termijn kunnen extra DSI’s aangebracht worden in combinatie met handhaving op snelheid en doorgaand verkeer. 2. Op iets langere termijn kan openbare verlichting (30) aangebracht worden en snelheidsremmende maatregelen zoals verkeersdrempels (4) of wegversmallingen zodat ook het gebruik van de weg door vrachtverkeer wordt ontmoedigd. 3. Gezien de snelheid van voertuigen op deze weg is de verregaande oplossing een vrijliggend fietspad parallel aan de weg. Een idee is om deze optie te koppelen aan project ‘Moerdijk Meer Mogelijk’ De provincie is wegbeheerder en dat betekent dat de provincie besluit of en welke maatregelen genomen worden. Overleg met provincie is daarom noodzakelijk voordat er maatregelen getroffen kunnen worden. De oplossingen om de oversteek veiliger te maken zijn: 1. plaatsen van verkeersregelinstallatie (VRI) (is in strijd met provinciaal beleid) 2. de kruising ongelijkvloers uitvoeren (tunnel). (erg duur, niet realistisch) 3. minder optimale oplossing is het aanbrengen van extra markering en verkeersborden. De provincie is wegbeheerder en dat betekent dat de provincie besluit of en welke maatregelen genomen worden. Overleg met provincie is daarom noodzakelijk voordat er maatregelen getroffen kunnen worden. De oplossingen om de oversteek veiliger te maken zijn: 1. plaatsen van verkeersregelinstallatie (VRI) (is in strijd met provinciaal beleid) 2. de kruising ongelijkvloers uitvoeren (tunnel). (erg duur, niet realistisch) 3. minder optimale oplossing is het aanbrengen van extra markering en verkeersborden. Het aanleggen van deze nieuwe verbinding is zowel voor het utilitair als recreatief gebruik belangrijk, omdat het een ontbrekende schakel oplost waardoor bereikbaarheid per fiets duidelijk verbeterd. Ook kan op deze manier de Klundertsedijk vermeden worden. 1. Dit probleem kan opgelost worden door de parkeerstrook te verbreden, waardoor de fietssuggestiestrook vrij blijft van geparkeerde auto’s. 2. vrijliggend fietspad langs nieuw te realiseren evenementen(parkeer)terrein (langs Westdijk) Aanleggen van fietsverbinding tussen Pelgrimsdijk en Lapdijk zodat een alternatieve fietsroute ontstaat voor de Achterdijk. Ook ontstaat op deze manier een rechtstreekse fietsverbinding van/naar LPM 1. handhaving 2. fietsstraat maken (auto te gast)
Effect Kosten Totaal ° 2
5
7
3
5
8
3 3 4
4 5 4
7 8 8
2
5
7
2 4
5 4
7 8
3
5
8
4
4
8
5
3
8
4
3
7
4
3
7
3
5
8
4
3
7
4
1
5
3 5 1
3 1 5
6 6 6
3 5 1
3 1 5
6 6 6
5
3
8
4
4
8
5
2
7
5
3
8
3
5
8
3
4
7
2.
3.
vrijliggend fietspad langs Noordlangeweg
5
1
6
1. 2.
Als snelheidsremmende maatregel kunnen DSI's geplaatst worden. (2 x DSI) 60 km plateaus aanbrengen (4x)
3 3
5 4
8 7
24
Bijlage 4 - Omschrijving recreatieve fietsverbindingen Verbinding
Fortweg - Fort Sabina (Heijningen) Steigerweg - Volkerakweg (Volkerak – Fort Sabina en verder zuidwaarts)
Nummering in Fiets- en wandelpadenplan 2.10
Omschrijving probleem / knelpunt
Realistische oplossing
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Dit knelpunt kan in het project 135 (Fort Sabina) opgepakt worden. Zodra er meer duidelijkheid is over toekomst van dit fort, moet ook de bereikbaarheid van dit fort meegenomen worden. Uitvoering in combinatie met waterplan, dat wil zeggen dat in combinatie met de aanleg van EVZ (ecologische verbindingszones) gekeken kan worden of er fietspad aangelegd kan worden. Voor deze verbinding is overleg met Rijkswaterstaat noodzakelijk omdat het een waterkering betreft. Hierdoor wordt de kans kleiner dat deze verbinding aangelegd kan worden. Deze maatregel is moeilijk uitvoerbaar omdat dit overeenstemming met meerdere partijen vergt en een aansluitend fietsnetwerk op grondgebied van gemeente Steenbergen nog ontbreekt. Uitvoering in combinatie met waterplan, dat wil zeggen dat in combinatie met de aanleg van EVZ (ecologische verbindingszones) gekeken kan worden of er fietspad aangelegd kan worden. Uitvoering in combinatie met project Windpark Oud Dintel, dat wil zeggen dat in combinatie met de realisatie van dit windpark gekeken kan worden of er fietspad aangelegd kan worden. 1. verbinding Oostdijk – Landpoortstraat/Steenpad (over zogenaamde Kleine Singel) 2. rechtstreekse verbinding Oostdijk – vesting langs vestingmuur of langs jachthaven(ponton). Deze verbinding kan meegenomen worden in de mogelijke ontwikkeling van een brede school bij/op de huidige sportvelden. Er bestaat nu al de mogelijkheid om in dit gebied langs de Mark te fietsen, echter dit is op het grondgebied van de gemeente Halderberge. Het netwerk sluit hier goed op aan. Voorlopig is het dus niet noodzakelijk om een nieuw fietspad op grondgebied van Moerdijk aan te leggen.
1.7
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Fietsbrug Dintelsas (Sluisweg)
2.9
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Markweg - Zuiddijk (Langeweg)
2.6
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Rolleplaatweg (langs Dintel)
Di-Fij
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Oostdijk - vesting Willemstad
2.3
ontbrekende schakel in recreatief netwerk
Fietspad langs oever van Mark (parallel aan Molendijk Markdijk, Standdaarbuiten Zevenbergen)
2.11
Geen aanleiding om deze verbinding op te pakken
25
Bijlage 5 - Incidentele kosten en alternatieve financieringsmogelijkheden Fietsverbinding Utilitair fietsen Maltaweg - A29 (Willemstad) Boerendijk (Fijnaart)
Kosten (incidenteel)
Nr.
2.5 1.9 en 1.10
Kraaiendijk (Heijningen)
1.11
Noordhoeksedijk - Kreekdijk - Weeldijk (Noordhoek Standdaarbuiten)
2.1
Zuiddijk (Langeweg)
1.8
Achterdijk (Zevenbergschen Hoek)
2.8
Steenweg (Moerdijk)
2.13
Koekoekendijk - Koekoeksedijk (Moerdijk - Zevenbergen)
2.7
Dikkendijk - Provinciale weg N285 (Zevenbergen)
1.6
Galgenweg - Provinciale weg N285 (Zevenbergen)
1.2
Noordhoeksedijk - Zwingelspaansedijk (Fijnaart Noordhoek)
2.4
Hellegatsweg (Willemstad - Fort de Hel)
1.5
Pelgrimsdijk - Lapdijk (Zevenbergschen Hoek - Moerdijk) Willemstad - Klundert - Zevenbergen (Oostdijk of Noordlangeweg) Drogedijk Recreatief fietsen Fortweg - Fort Sabina (Heijningen) Steigerweg - Volkerakweg (Volkerak - Fort Sabina en verder zuidwaarts) Fietsbrug Dintelsas (Sluisweg) Markweg - Zuiddijk (Langeweg) Rolleplaatweg (langs Dintel) Oostdijk - vesting Willemstad Recreatief wandelen Aanpassingen, ontbrekende schakels
(1) (2) (1) (2)
1.500 16.000 80.000 8.000 40.000
(1) (2) (1) (2) (3) (1) (2)
24.000 60.000 16.000 50.000 zie 2.12 221.174 169.200
(1) 16.000 (2) 105.600 (3) 1.400.000 PM variërend van 1 mln tot 132.000 tot 5.000 PM variërend van 1 mln tot 132.000 tot 5.000
Cofinanciering (80%) Cofinanciering (min. 35%) Cofinanciering DSI’s (80%) Cofinanciering (min. 35%) Fonds Bovenw Voorz Cofinanciering (min. 35%) Cofinanciering (min. 35%)
Mogelijkheid 3
Onderhoud (kosten drukken) 2015
(1) (2) (2) (3) (1) (2)
67.040 319.300 150.546 118.716 1.412.000 16.000 40.000
Onderhoud (kosten drukken) 2016 Onderhoud (kosten drukken) 2018 Fonds Bovenw Voorz / kopp project LPM Onderhoud (kosten drukken) 2018 Fonds Bovenw Voorz / kopp project LPM Onderhoud (kosten drukken) 2018
Cofinanciering (80%) Cofinanciering (min. 35%) Fonds ruimtelijke ontwikkelingen
Cofinanciering (min.35%)
Provincie
Cofinanciering (min. 35%)
Kopp met toekomstig project op terrein vuilstort
Provincie
Cofinanciering (min. 35%)
Kopp met toekomstig project op terrein vuilstort
320.000 Cofinanciering (min. 35%)
2.10
Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Fonds ruimtelijke ontwikkelingen
Fonds ruimtelijke ontwikkelingen
Project LPM
Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Cofinanciering (80%) Cofinanciering (min. 35%)
- Project Fort Sabina
1.7 2.9 2.6 Di-Fij 2.3
Cofinanciering (80%) Cofinanciering (min. 35%) Cofinanciering (80%) Cofinanciering (min. 35%)
Mogelijkheid 2
8.000 Cofinanciering (80%)
2.12 Wi-Ze
Mogelijkheid 1
(1) (2)
420.176 Fonds ruimtelijke ontwikkelingen
Waterplan (EVZ)
pm 526.961 304.970 180.400 327.600
Waterplan (EVZ) Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Project brede school/ sportvelden Project brede school/ sportvelden
Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Project windpark Oud Dintel Fonds ruimtelijke ontwikkelingen Fonds ruimtelijke ontwikkelingen
100.000 Project SES West-Brabant
Project Fort Sabina
Waterplan (EVZ)
Waterplan (EVZ)
Er is naar schatting in totaal tussen € 2,8 miljoen tot € 6 miljoen euro nodig om alle verbindingen aan te maken. Deze variatie is te maken op basis van de keuze die gemaakt moet worden voor de volgende verbindingen: Koekoekendijk - Koekoeksedijk, Hellegatsweg en de Noordlangeweg
26
Bijlage 6 - Structurele jaarlijkse kosten verbindingen
De volgende uitgangspunten zijn gebruikt voor de ruwe berekeningen: onderhoud geasfalteerde fietsinfrastructuur (breedte 3,5m): € 1,- per m² p.j. uitlezen DSI’s: 3 uur per DSI - onderhoud verlichting: € 17,- per lichtmast p.j. - parkeerstrook (in asfalt) € 0,47 m² per jaar - houten brug > 500 m² met levensduur van 20 jaar € 27,50 per m²
De totale jaarlijkse onderhoudskosten variëren van € 28.331 tot € 67.293. Deze variatie is te maken op basis van de keuze die gemaakt moet worden voor de volgende verbindingen: Koekoekendijk – Koekoeksedijk Hellegatsweg Oostdijk – Vesting Willemstad - Noordlangeweg
Fietsverbinding
Nr.
Utilitair fietsen Maltaweg - A29 (Willemstad)
2.5
Boerendijk (Fijnaart) Kraaiendijk (Heijningen)
1.9 en 1.10 1.11
Noordhoeksedijk - Kreekdijk - Weeldijk (Noordhoek - Standdaarbuiten)
2.1
Zuiddijk (Langeweg)
1.8
Achterdijk (Zevenbergschen Hoek)
2.8
Steenweg (Moerdijk)
2.13
Koekoekendijk - Koekoeksedijk (Moerdijk - Zevenbergen)
2.7
Dikkendijk - Provinciale weg N285 (Zevenbergen) Galgenweg - Provinciale weg N285 (Zevenbergen) Noordhoeksedijk - Zwingelspaansedijk (Fijnaart - Noordhoek)
1.6 1.2 2.4
Hellegatsweg (Willemstad - Fort de Hel)
1.5
Pelgrimsdijk - Lapdijk (Zevenbergschen Hoek - Moerdijk)
2.12
Willemstad - Klundert - Zevenbergen (Oostdijk of Noordlangeweg)
Wi-Ze
Drogedijk Recreatief fietsen Fortweg - Fort Sabina (Heijningen) Steigerweg - Volkerakweg (Volkerak - Fort Sabina en verder zuidwaarts) Fietsbrug Dintelsas (Sluisweg) Markweg - Zuiddijk (Langeweg) Rolleplaatweg (langs Dintel) Oostdijk - vesting Willemstad
Kosten (structureel p.j.)
1. 2. 1. 1. 2. 3. 1. 2.
nvt 6 uur 720 3 uur 360 6 uur 9 uur 540 6 uur 450 1.120 980 3 uur 870 17.500 Provincie Provincie 3.850 800 3.850 1.528 nvt nvt 15.600 6 uur 360
1. 2.
nvt 7.175 pm 8.050 2.275 1.313 4.125
1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 3.
2.10 1.7 2.9 2.6 Di-Fij 2.3
Recreatief wandelen Aanpassingen, ontbrekende schakels
nnb
27
Bijlage 7 - Kaart met op te pakken fietsverbindingen
28