Faculteitsblad Electrical Engineering
TwanBasten IntroductieWeek IntakeGesprekken KandidaatsBestuur
Oktober 2011
15
Become part of a learning adventure
SHAPING leading-edge technology
THALES NEDERLAND Toonaangevend in de sectoren Defence en Security. Met ca. 2.000 gedreven medewerkers de topaanbieder van hightechbanen. Onze primaire focus is het innoveren van onze producten en het ontwikkelen van nieuwe technologieën. Spraakmakende voorbeelden hiervan zijn radar-, communicatie- en command & controlsystemen voor marineschepen en communicatie-, beveiligings- en betaalsystemen voor het bedrijfsleven. Naast onze betrokkenheid in het OV-chipkaartprogramma zijn wij bekend door onze uiterst betrouwbare dataswitches. Qua omvang van onze R&D investeringen staan wij in Nederland op de negende plaats. Thales Nederland, met vestigingen in Hengelo, Huizen, Houten, Eindhoven, Delft en Enschede, is onderdeel van de internationale Thales Group.
OUR CAREER FEATURES
By courtesy of Royal Schelde Group
HIGHTECH Je werkt aan unieke en zeer complexe producten. MULTIDISCIPLINAIR Je werkt als specialist in gevarieerde, multidisciplinaire teams. INTERNATIONAAL Je werkt voor opdrachtgevers over de hele wereld door systemen te ontwikkelen, te verkopen, te installeren, te testen en te onderhouden. DYNAMISCH Je werkt in de dynamiek van de multinational Thales. Onze vestigingen vind je overal ter wereld. Je internationale doorgroeikansen dus ook. UITDAGEND “Als Software Engineer bij Thales in binnen- en buitenland Jewerken werkt aan persoonlijke ontwikkeling in een omgeving aanjeuiteenlopende projecten op softwareen harddieware je constant uitdaagt. gebied. In multidisciplinaire teams ontwikkel je
applicaties radar-, ADVENTURE communicatieEMBARK ONvoor A THALES INen command & controlsystemen voor marineschepen. Uiterst geavanceerde THE NETHERLANDS producten waarvan bij je deafgeronde allernieuwste technieken toepast.” Ben jij in het bezit een opleiding Informatica, Erik Schepers, Software Natuurkunde Engineer. of vergelijkbaar dan Elektrotechniek, Technische kan jouw loopbaan zich in verschillende richtingen ontwikkelen. Meer weten over naar eenuiteindelijk functieArchitect, binnen Project Software Bijvoorbeeld van Engineer Engineering bij Thales? Manager of Lijn Management. Mail dan naar
[email protected] of kijk op www.thalesgroup.com/netherlands. Daar tref je tevens meer dan 100 stage- en afstudeeropdrachten. Direct solliciteren kan ook door je brief en cv te zenden Apply away naarstraight Thales Nederland t.a.v. Recruitment, Postbus 42, Thales komt graag in contact met jou@om samen jouw mogelijk7550 GD Hengelo of e-mail: jobs nl.thalesgroup.com
heden te bekijken en je carrièrepad uit te stippelen. Ook bieden wij studenten met een technische achtergrond meer dan 100 uitdagende stage- en afstudeeropdrachten. Vraag onze gids aan of bezoek onze website. Je kunt daar ook solliciteren.
www.thalesgroup.com/netherlands
Tactical Display Area (TDA) Onderdeel van de user interface. Geeft een grafische weergave Worldwide: with 68.000 (in 2D of 3D) van de omgeving. Toont met iconen schepen, employees, a waar presence in vliegtuigen, onderzeeërs et 50 countries, Thales is a cetera zich bevinden.
global leader in aerospace, defence and security.
I Colofon J aa rg a n g 4 n u m m e r 3 Okto b e r 2 011 De Connecthor is een uitgave van de elektrotechnische studievereniging Thor en de Faculteit Electrical Engineering aan de Technische Universiteit Eindhoven. De Connecthor verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van 1200 stuks en is gratis voor alle leden van Thor en medewerkers van de faculteit Electrical Engineering.
I H o o fd r e d a c te u r Martijn van Beurden
Femke Verheggen
I Ein d r e d a c te u r Pieter-Paul Luijten
I Re d a ctie Martijn van Eerdt Twan Kamp Bart Smolders Celine Vincent
Anjo Peeters
Pauline van Gelder Elles Raaijmakers John Snoeijs Astrid van Bilsen
I Redactioneel
I On tw e r p L a y- o u t Pieter Weterings
I Il l us tr a tie O msla g
Deelnemers van de introductieweek bij Electrical Engineering - Rick van Kemenade
I Dru k
A
an het begin van het nieuwe collegejaar verwelkomen we natuurlijk allereerst onze eerstejaars studenten. Deze keer niet alleen studenten van de opleiding Electrical Engineering, maar voor de allereerste keer ook die van de opleiding Automotive, die eveneens is ondergebracht in onze faculteit. Met in totaal meer dan 100 eerstejaars zullen onze collegezalen weer ouderwets goed bezet zijn.
Jafra drukwerkservice
I Re d a ctie a d r e s
Connecthor Technische Universiteit Eindhoven Potentiaal 1.15 Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven
I Co n ta ct:
Telefoon: (040) 247 3221 of (040) 247 3223 Telefax: (040) 244 8375 E-mail:
[email protected]
I Vo l ge n d e e d itie : Deadline kopij:
28 oktober 2011
Naast de intro, besteden we aandacht aan een aantal andere activiteiten in de vorm van excursies voor studenten en natuurlijk ook aan de jaarlijkse onderwijsdag voor docenten. Daarnaast een uitkijkje naar het uitgekozen ontwerp van het nieuwe gebouw waarin de faculteiten Electrical Engineering en Technische Natuurkunde gehuisvest zullen worden. Het ontwerp werd gepresenteerd en toegelicht door het architectenbureau. Ben jij ook benieuwd naar hoe onze faculteit eruit gaat zien, kijk dan naar de eerste beelden. Daarnaast staan we ook stil bij het feit dat we de in augustus afscheid hebben moeten nemen van Hans Vossen. Hans was werkzaam als onderzoeks- en onderwijsmedewerker bij de leerstoel EES. We nemen middels een in memoriam afscheid van Hans. De afgelopen periode heeft Astrid van Bilsen de redactie verlaten. Astrid gaat bij de gemeente Hilvarenbeek als communicatiemedewerker een nieuwe uitdaging aan. Mocht je zelf in de redactie plaats willen nemen, heb je een leuk idee voor een artikel over een activiteit of wil je iemand nomineren voor een vlaai, neem dan contact op met de redactie via
[email protected]. We wensen je veel plezier toe met het lezen van deze nieuwe Connecthor!
I We b :
http://www.thor.edu http://www.ele.tue.nl
I A d ve r te e r d e r s :
De redactie
Binnenkant kaft: Thales Pagina 20: TenneT Buitenkant kaft: Siemens
© Connecthor 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie houdt zich het recht voor om artikelen in te korten dan wel te wijzigen. Een in een artikel verwoorde mening is niet noodzakelijk de mening van de e.t.s.v. Thor of de faculteit Electrical Engineering aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Oktober 2011 | 01
IINHOUDSOPGAVE [01] [04] [05] [06] [08] [10] [13] [14] [17] [18] [20] [24]
R e d a c ti o n e e l
14
Va n d e Be s t u u r s ta f e l Va n d e P r e s i d e n t I n Me m o r i a m : H a ns V o s s e n Introducing... N i e u ws I n ta k e e n m e e r O n d e r wi js d a g 20 1 1 H i g h la n d g a m e s N i e u wb o u w: “ R u i m t e v o o r o nt m o e t e n e n d u u r z a m e t e c h n o l o g i e e n” I n t r e e r e d e T wa n B a s t e n P r o m o t i e o n d e r z o e k J a s p e r Fru nt
Onderwijsdag 2011
:
" A n a lys i s o f Ba l a nci ng Re q u i r e m e nt s i n
Future Sustainable and Reliable Power Systems”
[26] [30] [33] [34] [38] [40] [42] [47] [48] [50] [52] [52] [54] [56]
Experimenteren in het onderwijs. Meer weten? Lees dan het artikel op pagina 14.
ODIN L u n c h le z i n g Ma s te r c la s s e s FSE D a g P r o m o t i e o n d e r z o e k M o h a mma d A l f i a d
:
" N e w Tr e n d s i n Op t i ca l T e l e co mmu ni ca t i o ns ” Bu i te n la n d s e S ta g e
Buitenlands Stage
Giel op ‘t Veld has been on an internship to Singapore. Read more about this on page 38.
H e t K a n d i d a a ts b e s t u u r D e V e r e n i g i n ge n s t e l l e n z i ch v o o r
38
E xc u r s i e P h i li p s M e di ca l B e s t S fe e r i mpre s s i e I nt r o Myt h o lo g i e : ALV E xc u r s i e AS ML P h o to n i c s I n te g r a t i o n F o r u m 2 0 1 1 ACCI W e e k e n d A c t i v i te i te n p a gi n a
Facult
02 | connecthor
eitsbla
d Elec
trical
Engin
eering
INHOUDSOPGAVE I
17 Sfeerimpressie Intro Kijk op pagina 48 voor een sfeerimpressie van de Intro.
Highlandgames
Wie kent de traditionele Schotse Highlandgames niet, waarbij de deelnemers via verschillende wedstrijden uitmaken wie de sterkste is? De studieverenigingen van Electrical Engineering en Werktuigbouwkunde bleken hier niet voor onder te doen. Lees meer op pagina 17.
30
48
Masterclasses
Meer studiepunten door goede afstemming voortgezet onderwijs en de TU/e. Lees meer hierover op pagina 30.
Oktober 2011 | 03
IFACULTEIT
Van de Bestuurstafel Door: Suzanne Udo
W
hat is going on at the Board of the Department? A lot of cheerful things happen. We are quite happy with the huge increase of freshmen this year. Society asks continually to deliver more Electrical Engineers. This year, for the first time in fourteen years, Electrical Engineering will start with more than 100 first-year students. A quarter of them is especially interested in Automotive Technology. A special track in the curriculum of EE will be theirs. The Board of the Department decided to start the Automotive track in a very short time: in November a plan was made in close cooperation with prof. dr. Maarten Steinbuch (Department of Mechanical Engineering), in December we got the approval of the Board of the University the day before the “Open days”, where the coming students were informed about the new Automotive track. All this means a lot of work for many people: especially tutors. Also the infrastructure needs to be tailored to the new situation. The fact that the library just left our building
04 | connecthor
makes things easier: the space they have left, will be used to accommodate the extra project groups. The bachelor school is an idea that was discussed for many many years, but this time it really becomes concrete. What the consequences of that decision will be, is not clear at this very moment, but it will have impact on the work for the educational process as well as for the decision lines in Electrical Engineering, like in all other departments of the TU/e. Another decision with impact is the choice for a team of architects for the new building. This building will accommodate the Department Electrical Engineering as well as a large part of the Department of Physics (see another article in Connecthor for more details). The fact that space is very expensive and money is scarce means that offices and other accommodation will be shared. Larger spaces will be used for more than one purpose: a gathering room at certain hours, a meeting hall at other moments, or even a place to do experiments that are stored nearby.
We will have to find new ways of working. This will open new possibilities. I am convinced that the new building will be more comfortable and attractive than the present situation. Suzanne Udo
VERENIGING I
Van de President Door: Roel Oomen
O
p het moment van schrijven zit ik nog te genieten van de rust en het weer, aan een lekker kabbelend riviertje, waar de een in de rivier aan het vissen is en de ander een bal uit het water mag halen, omdat een van zijn kinderen deze per ongeluk in het water heeft gegooid en er zelf niet meer bij kan. De ene helft van het bestuur is op het moment bezig de mountainbikes op te halen, omdat er een lekke band is. De andere helft zit lekker te genieten van het weer met een koud pilsje in de hand. Gelukkig kunnen we nog een paar dagen genieten, voordat we verder gaan met de afronding van ons jaar. Zo moeten er nog zaken voor de intro en ThEW geregeld worden en moet de afrekening gemaakt en gecontroleerd worden. Eigenlijk alles dat nog geregeld moet worden is voor de afronding van het jaar, zodat onze opvolgers een goede start kunnen maken aan een mooi jaar wat een Bestuursjaar is. Als ik zo terug kijk is het jaar toch zeer snel voorbij gegaan, het lijkt nog de dag van gisteren dat we aangesteld werden als Bestuur en nog niet veel wisten hoe het reilen en zeilen van een vereniging ging.
Maar er is zeer veel gebeurd in het Bestuursjaar. Het lijkt alleen alsof het snel voorbij gegaan is, omdat er steeds weer iets is waar je naar uitkijkt. Zo kijk je al uit naar de constitutieborrel als je net aangesteld bent als Bestuur. Daarna is er alweer de DIES, die ik helaas heb moeten missen vanwege een week thuis ziek op de bank liggen. Natuurlijk was er ook nog de studiereis naar Japan dat een van de beste reizen was die ik gemaakt heb.
waar je in contact kwam met je leden. Aan de andere kant is het ook fijn om weer af te zijn van de minder leuke dingen die het Bestuur zijn met zich mee brengt, zoals de bestuursvergaderingen op maandagochtend. Het is nu de taak voor het komende Bestuur om zich ook een jaar lang in te gaan zetten voor de vereniging en om er net zo’n geweldig jaar van te maken als wij dit gedaan hebben.
Mijn studie is nu wel op een laag pitje komen te staan. Dit heb ik natuurlijk al van te voren zien aankomen. Uiteindelijk heb ik maar twee vakken gehaald dit jaar. Het zal weer even duren voor dat het studeerritme er weer in zit. Ik heb er gelukkig wel weer vertrouwen in, want na een jaar bestuur heb ik er eigenlijk wel weer zin in om verder te gaan met de studie. Dit wil niet zeggen dat ik niet genoten heb van mijn jaar als Bestuur, zoals ik al eerder aangegeven heb.
Roel Oomen
Veel Gedonder,
President der e.t.s.v. Thor
Er zijn altijd wel wat dingen die ik zal gaan missen, zoals de feestjes waar je weer in contact kwam met de besturen van de andere studieverenigingen of de eigen activiteiten
Oktober 2011 | 05
In Memoriam
06 | connecthor
Ing. J.W.G.L. Vossen (1950-2011)
Op 3 augustus jongstleden is onze collega Hans Vossen overleden. Sinds 1973 was Hans werkzaam als onderwijs- en onderzoeksmedewerker in de groep Electrical Energy Systems en haar voorgangers. De laatste tien jaar was hij ziek en tot het laatst toe verzette hij zich hiertegen. Als we met hem spraken was hij altijd optimistisch en was er altijd het perspectief van een nieuwe, experimentele behandeling. Met veel wilskracht greep hij elke mogelijkheid aan. Ondertussen wilde hij maar een ding; aan het werk. We zijn hem dankbaar voor de mooie bijdrage die Hans nog heeft kunnen leveren aan de realisatie van ons Power Quality lab, onder andere het opzetten van een lab lay-out, veiligheidsvoorschriften en het daadwerkelijk aansluiten en in bedrijf nemen van de eerste apparatuur. Het onderwijs in de elektrische energietechniek had zijn bijzondere aandacht. Hij stond graag midden tussen de studenten. Lange tijd was dit ook letterlijk zo; zijn werkkamer was naast de studentenkamer en de tussendeur was altijd open. Vele tientallen stagiaires en afstudeerders heeft hij met raad en daad ondersteund. Een mijlpaal was het afstudeerwerk van Simon Linnemans in 1994, waarover later meer. Vele generaties studenten zijn door Hans ingewijd in het practicum Elektrische Energietechniek. De lat lag hierbij hoog. Hij toetste allereerst of de collegestof voldoende werd beheerst; zo niet leverde dat een forse dosis huiswerk op. Geheel volgens zijn karakter moesten de proeven accuraat en nauwgezet worden uitgevoerd. Studenten verzuchtten wel eens “wat maakt die ene ampère op die vele ampères nou uit”, maar Hans eiste zorgvuldigheid. Hans is onlosmakelijk verbonden met het roemruchte Hoge Stromen laboratorium. Toen dit lab in 2008 werd gesloten heeft Hans de geschiedenis van het lab beschreven in een artikel in Connecthor (december 2008). Dit lezenswaardige artikel schreef hij “voor de jonge generaties die het niet meer hebben meegemaakt”. Dit zinnetje laat zien hoe moeilijk hij het had met het sluiten van dit lab, met name omdat het zulke mooie mogelijkheden bood voor studenten. Het Hoge Stromen lab is opgezet net voordat Hans in 1973 aan de TU/e begon en de vele mogelijkheden van het lab moesten allemaal nog worden ontdekt. Een boeiende tijd, met mooi onderzoek naar het dynamische gedrag van lichtbogen in vermogensschakelaars. In het Hoge Stromen lab konden al spoedig stromen tot 40 kA worden gerealiseerd. Later heeft Hans bijgedragen aan baanbrekend onderzoek naar vacuümschakelaars (met name naar het verdampen van elektrodemateriaal en het effect hiervan op de vacuümboog), smeltveiligheden, hybride- en halfgeleiderschakelaars, het in- en uitschakelgedrag van transformatoren, het onderbreken van inductieve en capacitieve stromen met scheiderschakelaars en nog vele kleinere projecten. Een mijlpaal in Hans z’n carrière was het afstudeerwerk van Simon Linnemans in 1994. Na het nodige knutselwerk aan de condensatorbank in het Hoge Stromen lab werd een recordstroom van 78.000 A bereikt in een experiment om het uitschakelgedrag van een vacuümschakelaar te bestuderen. Hans onderging deze mijlpaal bescheiden en moest fiks worden aangespoord om op de roemruchte foto van dit moment te poseren (zie foto linksboven). Hij was trots op dit moment, maar negeerde bescheiden alle poespas rond dit record. Dit was immers een verdienste van alle collega’s in het lab. Hans was erg betrokken bij het reilen en zeilen binnen de faculteit. Allereerst als jarenlang lid van de faculteitsraad. Zijn ijzersterke geheugen was vaak van nut om te achterhalen waarom een bepaalde afspraak ook al weer was gemaakt. De begroting controleerde hij tot achter de komma, foutjes of onnauwkeurigheden in notulen ontsnapten hem niet. Zijn bijdragen waren altijd feitelijk, precies en accuraat. Een mooi voorbeeld van zijn betrokkenheid is zijn aanhoudende inzet voor beter meubilair in de “vissenkom” (cr 1.17), wat hem uiteindelijk een “vlaai van de maand” heeft opgeleverd (zie foto rechtsboven). Ook was hij lid van de BHV en de facultaire Arbo commissie. We herinneren Hans om zijn mooie proeven in het Hoge Stromen lab, zijn enthousiaste bijdrage aan het onderwijs in de Elektrische Energietechniek en de manier waarop hij onze studenten en promovendi motiveerde en interesseerde voor ons vakgebied. Ook tijdens zijn ziekte bleef hij nieuwsgierig naar alle ontwikkelingen in de groep en de faculteit. We hielden er nooit rekening mee dat hij nooit meer terug zou keren. We troosten ons bij de dierbare herinneringen aan deze warme, toegewijde en betrokken collega. Ook wensen we zijn vrouw Marianne, zijn kinderen, familie en dierbaren veel sterkte met het verwerken van dit verlies. Hans is begraven onder een prachtige eikenboom; een prachtige plek die hem toekomt. Guus Pemen, Rene Smeets Vakgroep Electrical Energy Systems
Oktober 2011 | 07
IFaculteit
Introducing... M
y name is Juan Carlos. I come from Colombia, where I was born in 1984, right in the middle of Colombia’s worst times. Perhaps you have heard about Pablo Escobar, the cartel of Medellin and the guerrilla group FARC. Nowadays, Colombia still has problems (and which country doesn’t have them anyway) but there are more good than bad things there to discover. One of the good things , is the production of the finest coffee of the world!! Colombia is located in the northern part of South America. As a tropical country, it doesn’t have seasons so you can enjoy the beach, the growing fields and the snowy high mountains all year long. That is why it is now a preferential travel destination and also why the only risk you may experience going there is wanting to stay. I was trained in Electronics Engineering and hold a Master in Biomedical Engineering. I am currently a PhD student at the Electromagnetics group and my job is to understand the interaction of EMF on human body tissues from a computational approach. Before moving to Eindhoven, I worked with biologists, physicians and therapists developing models of biological tissues. I don’t have special hobbies but would like to trade Spanish lessons for some Dutch lessons. Would you be interested?
H
ello! My name is Valentina Moskalenko. I was born in 1987 in Ukraine. My childhood was spent in the big industrial city on south-west of Ukraine. I studied physic-mathematics , did rhythmic gymnastics and took musical courses. In 2004, I decided to lead an independent life, so I moved to Moscow where I have been living until this summer. I studied in Lomonosov Moscow State University. While being an undergraduate student, I worked in Laboratory of Nanooptics and Metamaterials at Quantum Electronics department of the Physics faculty. In July of this year, I started to work at the OED group within the PARADIGM project. My research interests are devoted to ultrafast semiconductor laser technology. I really enjoy staying in Eindhoven, because I have a great opportunity to work with up-to-date scientific equipment with ambitious and astonishing people on such a fascinating field like photonics.
08 | connecthor
Faculteit I
H
ello, my name is Xi Long. I was born in China in 1983. I am a PhD candidate of the Signal Processing Systems Group. I received my bachelor’s degree of engineering from the Zhejiang University in China in 2006 and then finished the “Brain-Bridge” master program in TU/e in 2009. In the second year of my master period, I spent 14 months at the Philips Research for my thesis about activity monitoring. From 2009 to 2011, I was employed by Tencent, located in Shenzhen (the first Special Economic Zone of China), with responsibilities of data mining and user experience research. Tencent has grown into China’s most used internet service portal with around a billion registered users. In that phase, I was a technical expert in a user-centric design team. At the moment, I am working on my PhD project “HoSMo” that aims at exploring solutions of scientific groundwork for unobtrusive home sleep monitoring which can inform a person’s sleep quality. Specifically, I focus on objective physiological measures. The project is in association with Philips. It is great to be positioned between industrial and academic worlds for enriching my experiences in applied research. Personally, I like sports, art, karaoke and traveling. I believe opening my eyes to see different worlds definitely encourages me to think about things that can make our lives better. Best Regards, Xi
H
ello, my name is Marinus Grond and I recently (01-08-2011) started with a PhD research at the Electrical Energy Systems group. The project focuses on computational optimization in network planning of electricity networks with the use of mathematical optimization models. Therefore the project is in collaboration with CWI (Centrum Wiskunde & Informatica) in Amsterdam. I was born (1987) and grew up near Leeuwarden, the capital of the northern Dutch province Friesland/Fryslân. Fryslân is in some ways different from the other eleven provinces by having its own language and some traditional sports. One typical Frisian sport is ‘kaatsen’ (Frisian handball), which is my favorite hobby. It is a ballgame of two opposite teams of three players and has some aspects of tennis and baseball. I practice this sport since the age of 6, several times a week and especially in summer time. If the victory of a match is there, you will be honored with a wreath around your neck. At the beginning of this summer I obtained my Master’s degree at the Delft University of Technology in electrical power engineering. I performed my master thesis project in collaboration with Enexis (one of the largest Distribution Network Operators in the Netherlands) in the field of network planning for electricity distribution networks. I am looking forward to continue exploring this field and generate an own contribution.
Oktober 2011 | 09
INIEUWS Afscheid Piet van der Putten
Fulbright-beurs voor ir. Rob Gielen
Op donderdag 26 mei 2011 heeft Piet van der Putten afscheid genomen van de Faculteit Electrical Engineering. Piet heeft bij de TU/e gewerkt in zeer diverse functies. Onder andere als werkstudent en docent, was hij betrokken bij technisch onderzoek en betere ontwerpmethoden door het modelleren van het gedrag van mensen en systemen. De laatste jaren was Piet betrokken bij het Post-master ontwerponderwijs.
Na de zomervakantie werkt ir. Rob Gielen, promovendus bij Electrical Engineering, het grootste deel van zijn tijd aan de Universiteit van Californië in Santa Barbara (UCSB). Dinsdag 21 juni ontving hij uit handen van de Amerikaanse ambassadrice Fay Hartog Levin een Fulbright-beurs, waarmee hij vier maanden onderzoek gaat doen aan het prestigieuze instituut.
Groot geld uit Europa voor Mischi Dr.ir. Massimo Mischi ontvangt een ERC Starting Grant van de European Research Council, anderhalf miljoen voor een detectiemethode voor prostaatkanker. Dr.ir. Massimo Mischi, per 1 mei bevorderd tot universitair hoofddocent in de Signal Processing Systems Group van Electrical Engineering en finalist van de BIG Award, krijgt anderhalf miljoen euro voor het lokaliseren van prostaatkanker met behulp van ultrageluid. Aan de hand van gasbelletjes kan met ultrageluid zichtbaar gemaakt worden waar in de prostaat zich nieuwe bloedvaten ontwikkelen - een indicatie voor de aanwezigheid van een tumor. Dat het principe werkt, toonde Mischi al eerder aan. Hij wil zich nu met name richten op een nieuw soort gasbelletjes die specifieker terechtkomen in het dichte netwerk van bloedvaatjes rond de tumor. Als dat lukt, zou de methode volgens Mischi ook geschikt kunnen zijn voor de detectie van onder meer borstkanker en ontstekingen.
Foto: Bart van Overbeeke
10 | connecthor
In 2009 is Rob Gielen gestart met zijn promotie bij de groep Control Systems. Bijna een jaar geleden deed hij de aanvraag voor de Fulbright-beurs de deur uit. Die beurs is een initiatief van de gelijknamige senator die na de Tweede Wereldoorlog de uitwisseling van studenten tussen verschillende landen en de VS mogelijk wilde maken. De selectie ervoor is stevig. Gielen gaat van september tot en met december in Santa Barbara onderzoek doen onder supervisie van hoogleraar Andrew Teel, een autoriteit op het vakgebied van control systems. “Ik wilde tijdens mijn promotie ook graag een deel in het buitenland doen en samen met mijn begeleiders hebben we een lijst van interessante wetenschappers opgesteld, waarbij uiteindelijk een shortlist van drie kandidaten overbleef. We hebben toen contact gelegd met Teel, die in eerste instantie wat gereserveerd reageerde. Blijkbaar wilde hij eerst weten wat voor vlees hij met mij in de kuip had. We hebben toen samen een proefproject uitgevoerd, waarover we beiden erg enthousiast waren. Daarna heb ik hem ook een paar keer ontmoet op congressen. Toen was het ook geregeld dat ik daar terecht kon, maar ik moest daarvoor nog wel financiering vinden. De Fulbright-beurs, die voor mij vierduizend dollar bedraagt, was er zeer geschikt voor, maar je moet er redelijk wat moeite voor doen en er ook bijtijds mee beginnen.”
TU/e in slimste regio ter wereld De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) speelt met haar internationaal vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek een cruciale rol in de Brainportregio Eindhoven. Vanwege de uitmuntende samenwerking tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid heeft het Intelligent Community Forum (ICF) deze regio dan ook uitgeroepen tot slimste regio van 2011. Het ICF, een internationale denktank op het gebied van economie en sociale ontwikkeling, stelt jaarlijks een ranglijst van slimme gemeenschappen samen. Mede dankzij onze universiteit ziet het ICF de Brainportregio Eindhoven als een voorbeeld voor de nieuwe manier van denken, met name op het gebied van samenwerking en regionale ontwikkeling. Hier werken we gezamenlijk aan de technologie van morgen. Technologie die bijdraagt aan een zorgzame, veilige en duurzame wereld. TU/e-collegevoorzitter Arno Peels: “Deze prestigieuze prijs is een erkenning van de bijzonder goede regionale samenwerking tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid.”
NIEUWS I Internet moet slimmer om explosieve groei aan te kunnen De laatste vijftien jaar groeide het internetdataverkeer met een factor 15.000. Toch vond er in die periode geen wezenlijke update plaats; we transporteren datapakketjes nog steeds op dezelfde “weinig intelligente” manier, stelt prof.dr. Antonio Liotta. Volgens de TU/ehoogleraar Communication Network Protocols moet daar snel iets aan veranderen, want de groei van internet zal de komende tijd zelfs nog versnellen. Hij zoekt de oplossing in intelligente, lerende netwerken en haalt zijn inspiratie onder meer uit de natuur: mieren, vuurvliegjes en het menselijk brein. Het aantal internetgebruikers steeg de laatste vijftien jaar van 36 miljoen naar 2 miljard. Je zou zeggen: met een wereldbevolking van 7 miljard is het einde van de spectaculaire groei wel in zicht. Fout. Want de grote horde toekomstige nieuwe internetgebruikers bestaat niet uit mensen, maar uit ”dingen”’. Steeds meer apparaten zullen in de toekomst een netwerkverbinding hebben. Na de pc en de smartphone, komen binnenkort de auto’s, koelkasten, thermostaten, medische sensoren, veiligheidssystemen en het speelgoed online om maar een paar voorbeelden te noemen. Het internet verandert hierdoor in wat al het ”Internet of Things” is gedoopt, met fenomenaal grote nieuwe datastromen tot gevolg. Prof.dr. Antonio Liotta hield op 10 juni zijn intreerede met als titel Cognitive Interconnections. Eind juni verscheen zijn boek “Networks for Pervasive Services”. Daarin beschrijft hij hoe je het beste functionaliteiten kunt toevoegen aan het web. Het boek is gratis te downloaden voor TU/e-studenten en -medewerkers via http://bit.ly/ pervasive-networks
Dommeltunneltje proefterrein luchtzuivering Bij de ingang van het Dommeltunneltje heeft de onderzoeksgroep Electrical Power Systems onderzoek verricht naar de lucht in het tunneltje. Een groene container bevat een coronareactor, vertelt dr.ing. Guus Pemen (faculteit Electrical Engineering). Samen met ingenieursbureau Oranjewoud en de milieutechnici van HMVT uit Ede, testen Pemen en zijn collega’s de komende weken of de vonken van de coronareactor in staat zijn de lucht in het tunneltje van stikstofoxiden (NOx) en fijnstof te ontdoen. “Met een dieselaggregaat bootsten we de luchtcondities na van echte verkeerstunnels. Die vuile lucht zuigen we uit de tunnel en leiden we door de coronareactor. De gezuiverde lucht moet minder dan de milieunorm van 0,4 ppm (parts-per-million, red.) NOx bevatten. Dat is een uitdaging. In het lab halen we dat nu net en we willen laten zien dat het ook in een praktijksituatie kan.” Als de proef een succes blijkt, gaat deze luchtzuiveringstechniek ook bij echte verkeerstunnels worden toegepast.
Lupo haalt vijf trofeeën op in Berlijn Op het Michelin Challenge Bibendum 2011 in Berlijn heeft TU/e’s elektrische onderzoekswagen, de Volkswagen Lupo EL, maar liefst vijf awards gekregen. Het team heeft de gedeelde eerste prijs gewonnen in de klasse conceptauto’s. Vooral op acceleratie en zuinigheid deed de Lupo het erg goed. Binnen 3,6 seconden reed ze 50 km/u. Alleen een Franse Venturi trok sneller op. Wat zuinigheid betreft kon geen enkel automerk de Lupo overtreffen; met 9 kWh legde de kleine en lichtgewicht auto 125 kilometer af. ”Met onze batterij hadden we de rally wel tweemaal kunnen afleggen”, twitterde het team. En: ”We waren wel 30% zuiniger dan de gemiddelde deelnemer”. Onder de twaalf concurrenten waren grote merken als Daimler, Nissan, Volvo en Audi. De overallprijs werd op het laatste moment in twee categorieën verdeeld: een voor de productieauto’s en een voor conceptauto’s. Die laatste award werd toegekend aan zowel de TU/e als de universiteit van Helsinki.
Foto: Autozine.nl
Oktober 2011 | 11
INIEUWS Afscheid Astrid van Bilsen
Understanding Electrical Energy Systems
De redactie heeft afscheid genomen van Astrid van Bilsen, die vanaf half augustus aan de slag is gegaan bij de gemeente Hilvarenbeek als communicatiemedewerker. Wij wensen Astrid veel succes in haar nieuwe baan.
Subsidie voor onderwijsvernieuwing Door: Guus Pemen De capaciteitsgroep EES heeft een subsidie van 25 kEuro ontvangen van het Jansen-Dibbe-van der Horst fonds. Dit fonds beoogt het stimuleren en vernieuwen van onderwijs op het gebied van de elektrische energietechniek. Guus Pemen, UHD bij EES, liep al langer met plannen rond om een tweetal vakken te vernieuwen en deze subsidie is een mooie aanleiding om dit nu serieus aan te pakken. In het bachelor vak 5EE20 - Inleiding Elektriciteitsvoorziening – zullen een drie-tal collegedemo’s worden opgezet om de leerdoelen beter te ondersteunen en aanschouwelijker te maken. De eerste demo zal het begrip “blindvermogen” verduidelijken. Een tweede demo illustreert power quality aspecten van moderne verlichting (spaar- en led lampen). In een derde demo worden de technische gevolgen van het gebruik van kleine, duurzame energiebronnen voor het elektriciteitsnet geillustreerd.
Afscheid Sjoerd Ypma In juni heeft Sjoerd Ypma afscheid genomen van de faculteit om gebruik te gaan maken van de FPU. Sjoerd is werkzaam geweest bij de GTD, CS, EME, SPS en enkele jaren als coördinator bij het Stan Akkermans instituut. De laatste jaren was Sjoerd actief in de begeleiding van het Vaardighedenlab. Ook was Sjoerd 14 jaar lid van onze universiteitsraad.
Elektrische racewagen URE stuk lichter De nieuwe elektrische racewagen van het studententeam University Racing Eindhoven (URE) is een stuk lichter dan zijn voorganger. De URE06 is dankzij een ander chassis en gewijzigde wielophanging ruim dertig kilo afgevallen. De supersnelle bolide weegt nu nog 230 kilo. Vorige week werd de wagen gepresenteerd. Ook dit jaar zal URE deelnemen aan races in Engeland, Duitsland en Oostenrijk.
Foto: Jeroen Knippenberg
12 | connecthor
Voor het mastervak 5EE40 – Electrical Power Systems and System Integration – worden een casus en een aantrekkelijk praktikum opgezet. In de casus ontwerpen de studenten een straat in 2020, welke zich volledig voorziet van duurzame energie, waarbij vraag en aanbod intelligent op elkaar wordt afgestemd, waarin voornamelijk elektrische auto’s aanwezig zijn, deze auto’s slim worden opgeladen en deze auto’s het elektriciteitsnet ondersteunen. Het praktikum richt zich op de inkoppeling van zonne-energie in een elektriciteitsnet. Momenteel werkt EES ook aan een college “Smart grids” voor het Pre-University College. De casus en een deel van het te ontwikkelen praktikum zullen ook worden ingezet voor dit college.
FACULTEIT I
Intake en meer Door: Sjoerd Hulshof
106
. Dat is het aantal studenten dat we op maandag 5 september in de collegebanken verwachten. We praten hier over 78 EE-studenten en 28 AU-studenten. AU staat overigens voor Automotive, de nieuwe track binnen onze opleiding Electrical Engineering. Deze studenten volgen voor een groot gedeelte hetzelfde programma als de EE-studenten en een paar ”eigen” vakken (Automotive Trends, Auto-mobility en het WTB-vak Dynamica), terwijl de EE-studenten meer in de diepte gaan bij Netwerken en Computation. Verder hebben de AU-studenten andere projecten.
Vervolgens zijn ze wel vrijwel allemaal heel realistisch bij het beantwoorden van de vraag over de te verwachten studielast op de TU.
eerstejaars studenten. Het moge duidelijk zijn dat de mentoren een cruciale rol hebben in het hele begeleidingsproces.
En precies dít punt vormt vervolgens de kern van de groepsdiscussie die volgt naar aanleiding van de ingevulde vragenlijsten, want hoe ga je nu om met die cultuurshock? De leerlingen vertellen over hun VWO-tijd en wisselen ervaringen uit. Dit levert mij als studieadviseur al direct een schat aan informatie op, die ik verderop in het jaar kan gebruiken in de begeleiding van de nieuwe studenten.
Cursus studievaardigheden
Al met al starten we met een mooi aantal nieuwe studenten, van wie wij hopen een groot deel ook binnen te houden én succesvol te begeleiden naar een bul. Hiertoe hebben Jan Vleeshouwers en ondergetekende een intensief begeleidingsprogramma voor de eerstejaars studenten opgezet dat begint met zogenaamde intakegesprekken.
In de resterende tijd van de bijeenkomst bespreken we het belang van de Intro, de opzet en achtergronden van de ingangstoets (zie artikel in een eerder verschenen Connecthor), het globale rooster en opzet van het studiejaar en de begeleidingsactiviteiten waarmee wij de studenten in het eerste jaar extra ondersteunen. Een paar voorbeelden:
Elke student die zich aanmeldt bij onze faculteit via Studielink wordt in juni (direct na het CSE) uitgenodigd voor een kennisbijeenkomst waaraan ongeveer 7 studenten per keer deelnemen. Tijdens deze bijeenkomst vullen de studenten allereerst een vragenlijst in met betrekking tot hun studieverleden, hun beeld en verwachtingen van de studie, ondernomen studievoorlichtingsactiviteiten en hun privésituatie. De meest confronterende vraag (en daarmee ook een zeer interessante) is de vraag hoeveel uur zij op het VWO aan hun huiswerk besteedden (gemiddeld per week). Ik vertel daarbij dat ik het antwoord in de meeste gevallen al ken, maar toch graag van henzelf wil horen. En geheel naar verwachting vult ongeveer 80% van de leerlingen in: 0 tot 2 uur per week…
Mentoraat Elke student (EE en AU) wordt gedurende het eerste semester begeleid door een studentmentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt van de student en is op verschillende manieren betrokken bij zijn of haar studenten: via instructies waarbij de mentoren worden ingezet, via een wekelijks mentoruur in het eerste kwartiel en door middel van persoonlijke gesprekken met de studenten. De studenten die aan de intro deelnemen leren hun mentor daar al kennen aangezien elke introgroep een mentorgroep wordt en de mentor ook introbegeleider is van de betreffende groep. De studentmentoren hebben eens in de drie weken overleg met de studieadviseurs over de gang van zaken onder de
In het eerste kwartiel wordt aan alle nieuwe studenten een cursus studievaardigheden aangeboden. Deze cursus is ontwikkeld door STU en wordt (be)geleid door ouderejaars studenten van onze faculteit. De gereedschappen en tips die tijdens deze cursus worden aangereikt worden in het eerstvolgende mentoruur nog eens onder de loep genomen: ”Wat heb je er nu mee gedaan?” Daarnaast kent onze faculteit een aparte eerste week, waarin studenten op scherp worden gezet met betrekking tot hun huidige wiskundige vaardigheden en waarin door enthousiaste sprekers verschillende vakgebieden binnen de elektrotechniek worden belicht. Tenslotte willen we door het afnemen van deeltentamens na de vierde collegeweek al vroeg inzicht krijgen in het studiegedrag en capaciteiten van onze eerstejaars studenten. Op basis hiervan worden studenten uitgenodigd voor een gesprek om ze vervolgens daar waar nodig bij te sturen en te ondersteunen. In het kader van de nieuwe Bachelorschool die in september 2012 van start gaat en waarbij coaching een prominente rol gaat vervullen, denk ik dat we op onze faculteit al aardig op weg zijn.
Oktober 2011 | 13
IFACULTEIT
Onderwijsdag 2011 Door: Jan Vleeshouwers
\\ Exp eri m en ten in he t onde r wi j s
H
et lag dit jaar voor de hand dat het dagthema van de Onderwijsdag “experimenten” zou zijn, in elk geval voor de organisatoren. Het onderwerp “experimenten” hangt al jaren in de lucht. Door de OC is in 2007 een overzicht opgesteld van alle veranderingen in
in de vergeethoek terechtkomen. Want uiteindelijk schieten we natuurlijk niets op met goedbedoelde veranderingen waarvan we niet kunnen aangeven wat hun effect is geweest.
het onderwijs en toen concludeerden we dat er veel dadendrang was maar weinig evaluatiedrang. De 180-degrees werkgroep concludeerde afgelopen jaar vrijwel hetzelfde: wijzigingen binnen het onderwijs zouden op dezelfde manier moeten worden aangepakt als experimenten in het onderzoek. En nu blijkt de grootschalige herziening van het bachelor-onderwijs als een van de uitgangspunten precies dit thema te hebben, maar dan in het Engels: alle voorgestelde wijzigingen moeten “evidence based” zijn.
In het ochtendprogramma van de Onderwijsdag presenteerde Bart Smolders allereerst de stand van zaken rond het onderwijs. Veel van de ideeën van de 180-degrees werkgroep zijn inmiddels verwerkt in het bachelor-programma en wat misschien nog wel belangrijker is, het bachelor-programma past in zijn nieuwe vorm vrijwel naadloos in de TU/e-plannen voor de bachelor-herziening (“redesign”).
Het onderwijsexperiment wordt de komende tijd een kernbegrip in alles wat er rondom het onderwijs speelt. Daarbij gaan wij samenwerken met de Eindhoven School of Education (EsoE, http://www.esoe.nl/), de voormalige technische lerarenopleiding. Hun expertise op het vlak van experimenten is natuurlijk uiterst welkom. Het is zeer zeker ook welkom dat zij kunnen helpen met het opzetten en uitvoeren ervan. Dat kan ervoor zorgen dat evaluaties wat minder eenvoudig
14 | connecthor
Vervolgens presenteerde Anthonie Meijers de plannen rondom de grootschalige herziening van de bacheloropleidingen van de TU/e. Aan de basis van die herziening ligt de noodzaak de instroom en het opleidingsrendement te verhogen. De nieuwe opleidingsopzet moet een grotere groep β-geïnteresseerde studenten trekken: behalve de studenten die puur vanwege een technische interesse komen, zijn er ook veel meer studenten die een technische opleiding kiezen vanwege het beroepsperspectief of vanwege ideële motieven. De nieuwe opleidingsopzet moet
ook tot hogere rendementen leiden, zodat de universiteit zijn afspraken met het ministerie na kan komen. Als laatste ochtendonderdeel presenteerde Wim Jochems van EsoE hoe een onderwijsexperiment werkt, welke aandachtspunten en valkuilen er zijn en hoe ingenieurs in het onderwijs eigenlijk niets anders zouden moeten doen dan wat zij gewend zijn te doen in een technische omgeving: aan de ene kant teamwork, aan de andere kant hypotheses maken en die zorgvuldig verifiëren. De EsoE wil graag bijdragen aan onderwijsexperimenten bij EE, en de OC zal begin volgend academisch jaar een concreet voorstel doen daarvoor.
Het middagprogramma bestond uit drie workshops, drie manieren waarop ‘activerend onderwijs” vorm zou kunnen krijgen. De meest vergaande workshop was die van Ton Marée, een van onze alumni en momenteel promovendus bij EsoE, en Helm Jansen, docent van het vak Vermogensconversie. Ton Marée experimenteert met het vervangen van het standaard college-instructie-onderwijs door zogenaamde concept-maps, een schema waarin alle kernbegrippen van een vak verzameld zijn. Studenten krijgen dat schema en de opdracht om samen met een collega-student de relaties te leggen tussen de kernbegrippen. Studenten krijgen de opdracht om daar een standaard manier voor te volgen, maar doen dat verder in hun eigen tijd. Het idee riep tijdens de workshop zoveel vragen op, dat we er niet meer aan toekwamen zelf een concept-map samen te stellen. Helm vertelde de concept-map te
FACULTEIT I gaan gebruiken in zijn vak, waarschijnlijk in een hybride vorm. Want al wijkt deze vorm van onderwijs wel erg af van wat we gewend
André verzorgde een aansprekende quizronde. Hij benadrukte dat de juiste vraag op de juiste tijd in een presentatie
en had een eigen pagina die als logboek fungeerde, waarop de docent het project kon volgen. Bas maakt via Google-docs en Google-sites internet-quizzes, met daarbij inbegrepen een automatische samenvatting van de antwoorden in kolomgrafieken en een automatisch antwoord aan de deelnemende studenten van de juiste antwoorden op de vragen. Het bleek inderdaad kinderlijk eenvoudig om een quiz te maken, zo eenvoudig dat ad-hoc-gebruik in het onderwijs geen enkel probleem is. “Zeker gezien de huidige problemen met OASE is het goed te weten dat er een simpel alternatief is.”, aldus een van de deelnemers.
zijn, de concept-map appelleert wel aan het idee dat onderwijs meer gericht moet zijn op inzicht en begrip en dat goed onderwijs vooral de inzet van de student stimuleert. Bovendien is het gebruik van een conceptmap als studiemethode natuurlijk niet nieuw.
moet worden opgenomen om te peilen of studenten de stof daadwerkelijk begrepen hebben. Er is veel meer mogelijk met het systeem maar daar hebben Andre en Hans zich niet in verdiept. In de laatste workshop lieten Bas de Hon en Erwin Bente zien hoe je met simpele middelen een website kunt maken ter ondersteuning van het onderwijs. Erwin gebruikte die in zijn OO-project: elke projectgroep vond op deze site alle benodigde achtergrondmateriaal
De afsluiting van de dag was in handen van Ruurd Taconis (EsoE), die geheel in stijl, de knijpertjes gebruikte om te peilen in hoeverre de Onderwijsdag bij de deelnemers de lust tot experimenteren in het onderwijs wakker had gemaakt. Als we de antwoorden mogen geloven, dan heeft het gewerkt. Ik ben benieuwd welke vernieuwingen we gaan zien en ik ben zeker ook benieuwd naar de aandacht die er zal zijn voor de evaluatie daarvan... Na de sluiting heeft Bart Smolders de BKO-certificaten uitgereikt aan Guus Pemen, Reza Mahmoudi, Erwin Bente en Xaveer Leijtens.
De tweede workshop werd verzorgd door André Duif (faculteit Technische Natuurkunde), geassisteerd door Hans Hegt. Onderwerp van de workshop was het gebruik van een response systeem in het onderwijs. Het systeem is vrij eenvoudig te gebruiken door de benodigde software op je computer te installeren. Vervolgens kan in Powerpoint een nieuwe presentatie met response vragen worden gemaakt of kan aan een bestaande presentatie response vragen worden toegevoegd. Iedere student krijgt een cricket/ stemkastje/knijpertje. De knijpertjes zijn gekoppeld aan de computer. De studenten melden zich aan en daarna kan de vragensessie van start gaan. Studenten hebben dertig seconden de tijd om hun antwoord in te toetsen. Op het scherm verschijnt een diagram waarop een overzicht te zien is hoe geantwoord is. Ook worden de antwoorden van de individuele student bijgehouden.
Oktober 2011 | 15
Link yourself to the power of TenneT Netwerken: daar gaat het om bij TenneT. Letterlijk en fi guurlijk. We zijn de eerste grensover schrijdende elektriciteitstransporteur van Europa met 20.000 kilometer aan hoogspanningsnetwerken in Nederland en Duitsland. Onze focus is gericht op de ontwikkeling van een Noordwest-Europese energie markt en de integratie van duurzame energie. Tegelijkertijd staat de continuïteit
van de elektriciteitsvoorziening voorop. 24 uur per dag, 7 dagen per week. We zoeken de samenwerking met professionals die interesse hebben in een unieke uitdaging. Wil jij op hoog niveau aan de slag in je vak? Bij een bedrijf dat in meerdere opzichten netwerken verbindt? Link yourself en ga vandaag nog naar
www.werkenbijTenneT.nl
TenneT zoekt: Ambitieuze technici en andere professionals
Vereniging I
Highlandgames Door: Elles Raaijmakers
\\ Wie ken t d e t radi ti o ne l e S cho tse Hi ghl an d g ames n iet, waarb ij d e d eeln emers via vers c hillen de we d s t ri j den ui t m ake n w i e de ste r k ste i s? De s tu d ieveren ig in g en van Elec tric al En g in eerin g en We r kt ui g bo uw kunde bl e ke n hi e r ni e t voo r on d er te d oen .
O
p een wonderschone zonnige dag in mei was het eindelijk zo ver; de dag van de krachtmeting tussen Thor en Simon Stevin was aangebroken. Maar liefst negen teams zouden strijden voor de titel ”kampioen van de Highlandgames”. Simon Stevin leverde drie teams, waaronder een groep die enkel en alleen bestond uit vrouwen. Iets beter vertegenwoordigd was Thor met zes teams, die onder andere bestonden uit de besturen en kandies van Thor en van dispuut ODIN en het voetbalteam ‘de Lage Lat’, die hun geluk blijkbaar elders gingen beproeven. Sommige teams waren echt in stijl en liepen in authentieke Schotse kledij rond. Zo paradeerde het Bestuur van Thor trots rond in kilts in hun smaakvolle bestuurskleuren knalrood en felgroen. ”Zelf gemaakt”, claimden ze, door David ”bestuursmoeder” van Eijl. Ook het kandidaatsbestuur van ODIN had zich uitgedost als echte Schotten en had gele kilts aangeschaft. Ondanks de grote hoeveelheid kiltdragers was er slechts één persoon die zich echt durfde in te leven in de Schotse cultuur: De Commissaris Walhalla van Thor verzekerde iedereen ervan dat hij NIETS onder zijn kilt aan had. Of hij nou blufte of echt alleen een kilt droeg is niet zeker, want niemand mocht het van hem controleren. De games zelf bestonden uit het klassieke worstelen op een springkussen, waarbij je elkaar van een verhoging moest duwen met een stok, het traditionele Schotse autoduwen, touwtrekken, voetbal met een bal met een diameter van 2 m, paalwerpen en tijgeren. Het worstelen kwam al snel te vervallen, want de stok bleek niet bestand te zijn tegen
de harde strijd die de deelnemers met elkaar aangingen. Het werd vervangen door het elastieklopen, waarbij deelnemers gebonden met een elastiek bekertjes aan het einde van de baan moesten pakken. Het populairste spel was waarschijnlijk wel het voetballen met de enorme bal. De wedstrijden draaiden er vaak op uit wie het lompst speelde en meer dan een deelnemer moest dan ook onverhoeds de strijd staken. De kandies van Thor werden letterlijk en figuurlijk platgewalst door een ander team, die hadden besloten hun gewicht in de strijd te werpen. Na een aantal goals, schrammen, blauwe plekken en een tand door een lip werd er besloten het toch maar iets rustiger aan te doen. Ook het autoduwen ging niet iedereen even goed af. Zo bleek het vrouwenteam van Simon Stevin de nodige moeite te hebben met het verslepen van de zware auto. Het is dus wel duidelijk wie je niet moet bellen als de tapauto ergens met een lekke band staat. In de pauze kon iedereen gelukkig even bijkomen in het zonnetje onder het genot van een ijsje. De sfeer zat er goed in, want uit de
speakers van DJ Tom van Nunen klonk valse doedelzakmuziek die in de wijde omgeving te horen was. Na de pauze was het harder gaan te waaien, maar de Commissaris Walhalla verzekerde iedereen ervan dat hij er nog geen last van had gehad. Degenen die wel te lijden hadden onder de harde wind waren de voetballers, want de bal had een eigen wil gekregen en rolde steeds het voetbalveld af. Deze bal had inmiddels nog meer goed werk geleverd: de score was gestegen met nog twee bloedneuzen en een extra tand door een lip. Het paalwerpen bleek gelukkig iets veiliger te zijn en sommigen bleken hier daadwerkelijk goed in te zijn. Teun van den Biggelaar behaalde naar eigen zeggen een score van 10.32 m, wat slechts een beetje verschilde van de 3.50 m die de scheidsrechter mat. Ook bij het touwtrekken werd hier en daar gesmokkeld en de meeste teams eindigden dan ook met een behoorlijk aantal strafpunten. Na de Highlandgames volgde er nog een gezellige barbecue met de twee studieverenigingen voordat alles werd opgeruimd.
Oktober 2011 | 17
IVaria
Ruimte voor ontmoeten en duurzame technologieen Door: Maartje Lamers
\\ Ee n b l i k o p h et ni e uwe ge bo uw vo o r EE
I
n juni is Architectuurstudio HH gekozen voor het ontwerp van Project 2; de nieuwbouw voor de faculteiten Technische Natuurkunde en Electrical Engineering op de plaats van het huidige natuurkundegebouw. Project 2 is onderdeel van het huisvestingplan Campus 2020, dat een compacte campus moet realiseren.
Dienst Huisvesting ontwikkelde in nauw overleg met de faculteiten Technische Natuurkunde en Electrical Engineering het Programma van Eisen (PvE) voor de te realiseren nieuwbouw.
Begin 2011 hebben diverse architecten hun visie op het PvE gepresenteerd. Op basis van deze presentaties en het materiaal dat zij daarvoor hadden aangeleverd zijn 3 bureaus gekozen. In juni is de definitieve keuze gemaakt voor Architectuurstudio HH. Anne van Dortmont, projectleider van Project 2: “Architectenstudio HH is gekozen omdat ze “overall” het beste scoorden op basis van de gestelde eisen op de onderdelen architectuur, programma en duurzaamheid.” Architect Laurens Jan Ten Kate van Architectuurstudio HH is verheugd om het project te gaan uitvoeren: “Uiteraard zijn we erg blij. Een faculteit bouwen is een uitdaging, het is voor een architect altijd leuk om in de universitaire wereld aan de slag te gaan.” De bouw van een faculteit vindt Ten Kate ook architectonisch een erg interessante opdracht. “Het gebouw dient in vele functies te voorzien. Er moet kunnen worden gedoceerd, gestudeerd, men moet kunnen werken aan onderzoek en elkaar kunnen ontmoeten. En dat allemaal samen in één gebouw.” Van Dortmont beaamt dit: “De verschillende functies moeten elkaar niet in de weg staan maar juist ondersteunen. Architectuurstudio HH is sterk in logistieke en sociale structuren, dit is erg belangrijk in het nieuwe gebouw. ”
Ruimte voor ontmoeten Belangrijk bij het ontwerp van HH is het transparante karakter van het gebouw. “Het bestaat als het ware uit straten en pleinen,” legt Ten Kate uit. “De straten zijn om in te werken, de pleinen om elkaar te ontmoeten. Er is contact tussen meerdere verdiepingen en dat maakt het gebouw ruimtelijk.” Ontmoeten staat centraal in het nieuwe gebouw. Ten Kate: “Oude gebouwen uit de jaren ’50 zijn puur functioneel, iedereen had zijn eigen kantoor en anderen ontmoeten was niet aan de orde. Dat is in deze tijd niet meer denkbaar.”
18 | connecthor
Varia I Die samenhang moet ook de op de Campus meer tot uiting komen. Project 2 telt 10 verdiepingen en wordt daarmee even hoog als het Hoofdgebouw. “De nieuwbouw moet een hoog gebouw zijn om als het ware ‘mee te kunnen doen’ met het Hoofdgebouw en Vertigo,” legt Ten Kate uit. “Dat brengt eenheid in de Campus.” N-laag wordt nu door mensen veelal gezien als het einde van de campus. Het nieuwe gebouw moet daar samen met de Groene Loper verandering in brengen. Van Dormont: “In september wordt de landschapsarchitect van de Groene Loper gekozen. Dan volgt er ook overleg met HH, om te kijken hoe Project 2 aan de Groene Loper kan worden gekoppeld.”
Platform voor duurzaamheid Het nieuwe gebouw wordt een testomgeving voor duurzame ontwikkelingen. Van Dortmont: “De ambitie is het gebouw een platform te laten zijn voor onderzoek op het gebied van duurzame energie.” Het ontwerp houdt mogelijk ook rekening met faciliteiten voor duurzame energietechnologieën die nog niet ontwikkeld zijn of nu nog te duur zijn. “Op korte termijn gaan we om tafel zitten met diverse mensen van de verschillende faculteiten om te bespreken wat de mogelijkheden zijn,”aldus Van Dortmont. De gedachte is dat het gebouw dus ook na oplevering in ontwikkeling zal blijven. “Duurzaamheid wordt nu vertaald in het ontwerp, binnen kaders. In de toekomst moeten hier ontwikkelingen aan kunnen worden toegevoegd. Het ontwerp zou daar rekening mee moeten houden.” “Inderdaad,” vult Ten Kate aan. “De ambitie is om dit gebouw het duurzaamste faculteitsgebouw van Nederland te maken.”
Van schetsontwerp tot start bouw Ten Kate: “Nu het schetsontwerp er ligt, is 10% van ons werk klaar. Nu volgt het dialoog met gebruikers. Zijn er zaken die moeten worden aangepast? En zijn de gestelde eisen wel uitvoerbaar in het gebouw?” Van
Dortmont: “De hoofdkenmerken, waarbij het programma is vertaald in een zogenoemd huisvestingsconcept, liggen vast. Nu wordt verder gekeken. De werkgroepen Laboratoria, Programma (bewaker van het PvE) en Algemene zaken, waaronder ICT, beveiliging, kantine en studentenverenigingen, houden zich bezig met het verder uitwerken van de details. Er wordt zoal bekeken hoe de servicegebieden eruit komen te zien en aan welke eisen de labs meer in detail moeten voldoen.” Ten Kate : “Een architect maakt niet alleen een ontwerp en is dan klaar. Het proces is belangrijk, daar genieten wij van. Het wordt pas echt leuk als je om tafel zit.”
Medio september wordt het voorlopige ontwerp vastgesteld waarin de principes en concepten zijn vastgelegd. Begin oktober wordt het voorlopige ontwerp teruggekoppeld aan de toekomstige gebruikers. Begin 2012 moet het definitieve ontwerp klaar zijn en de bouw start dan in de zomer van 2012. Intussen worden de plannen voor (het gereed maken van) de tijdelijke huisvesting van de faculteit Technische Natuurkunde, voor de sloop van gebouw N-laag en voor de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting uitgewerkt. Naar verwachting zal de nieuwbouw voor de faculteiten Technische Natuurkunde en Electrical Engineering medio 2014 opgeleverd worden.
Oktober 2011 | 19
IFACULTEIT
The Disappearing Computer By: Twan Basten
\\ “ Th e m o st p ro fo und te chnol ogi e s a re th os e th at d is ap p ear. Th ey weave th ems el ves in to t h e fa b r ic o f ever yday l i fe unti l they a re i ndi s tin g u is h ab le from it.” M ark Weis er, in [1] Embedded systems The personal computer as we know it is rapidly disappearing. Computers are more and more often embedded in everyday appliances, professional and industrial equipment, and in our surroundings. Everything in our society – communication, the healthcare system, the financial system, transportation, the electrical infrastructure – is driven by, in fact, depends on, embedded computers. Embedded computing is what makes our society smart. Reliability, performance, energy efficiency and cost of embedded computer systems are crucial. Model-driven development of embedded systems is needed to achieve the required product quality in a cost-effective way. To date, we lack the appropriate modeling abstractions to predict system properties of embedded systems early during development.
A computational model relates parameters to metrics of interest.
Challenges One of the research themes in the Electronic Systems group is model-driven design for embedded systems. Challenges we are trying to address are: Can we accurately predict
performance aspects such as latency and throughput without resorting to a prototype? Can we predict power consumption? And reliability? How do we automatically synthesize system implementations that satisfy performance and reliability requirements within given power budgets? How do we effectively explore the huge space of design alternatives? Can we characterize the trade-offs between performance, reliability, energy-efficiency and costs? Can we develop systems that work reliably under different, changing circumstances?
Trends
“The automatic car park just smashed your car. Sorry” [Volkskrant, 25 January 2005, vk.nl]
20 | connecthor
Embedded systems are rapidly evolving from closed, sequential, monolithic systems performing a single function to open, parallel, networked systems performing a multitude of functions and applications in different combinations. The evolution of mobile phones into smart phones is a prominent example of this trend. Predicting performance or power dissipation of such systems, guaranteeing that applications always meet their deadlines, and guaranteeing the proper functioning under all circumstances is challenging. Other trends that complicate matters are the increasing variability in the properties of produced
FACULTEIT I hardware, and the fact that system performance depends more and more often on the data being processed. These trends imply that the nature of embedded computers is changing, and that the complexity of both the embedded systems themselves and their development trajectory is growing rapidly.
Computational models A computational model relates system parameters, like amount and type of processing and storage resources, to system metrics, like throughput or energy efficiency. Models are used both for analysis – deriving properties of a system – and for synthesis – constructing system implementations satisfying certain properties. Computational modeling plays a crucial role in addressing the mentioned challenges and in coping with the growing complexity of embedded systems and their development. We need appropriate modeling abstractions with accompanying analysis and synthesis techniques. We further need to embed these techniques in a model-driven development process that is efficient and that leads to high-quality results. It is very difficult though to combine good expressive modeling power with powerful analysis and synthesis techniques while keeping the cost of model-driven implementation low.
An MPEG-4 example Consider an MPEG-4 SP video decoder application running on a multiprocessor systemon-chip. The figure below shows a synchronous dataflow (SDF) model. It captures the required computations in four so-called actors – VLD, IDCT, MC and RC. The computations themselves are abstracted away, and only the worst-case actor execution times on a specific type of processor are taken into account. The edges between the actors, called channels, capture data and control
A synchronous dataflow model of an MPEG-4 SP decoder running on a multiprocessor. dependencies. Communication occurs through tokens, abstract units of data or control. Each actor consumes upon execution a fixed number of tokens from each of its incoming channels and produces a fixed number of tokens on each of its outgoing channels. Channels are annotated with these numbers, called rates, where a rate of 1 is omitted. A VLD actor execution, for example, produces one token on its channel to MC, whereas MC needs 99 tokens from this channel in order to execute. Channels may contain initial tokens, the black dots in the figure; this allows capturing delayed dependencies. An SDF model can be analyzed for various properties, among others the maximal achievable throughput. An SDF model executes in
iterations. One iteration returns the model to its original state. In the example, an iteration consists of 99 VLD and IDCT executions combined with one execution of MC and RC. One iteration corresponds to the decoding of a single video frame. When not yet taking the illustrated mapping onto the 2-processor platform into account, it is possible to guarantee a throughput of 306 frames per second. Any mapping on a resource-constrained platform will limit performance, because of resource sharing, communication delays, etc. The earlier analysis result for the MPEG-4 decoder shows that performance is good enough to investigate a mapping on a platform with only limited resources. Using an SDF model and a platform description giving the number and speed of processors, the size and access latency of memories, and the speed and capacity of the interconnect, a mapping can be synthesized for any given throughput constraint. The figure shows the resulting mapping for the MPEG-4 decoder for a 2-processor platform and a throughput guarantee of 15 frames per second. The trajectory also gives the required processor, memory and interconnect capacities.
Good models
Conflicting requirements on computational models.
The SDF model and accompanying synthesis trajectory illustrate the most important benefit of model-driven development: an end result with a guaranteed quality, a throughput guarantee in the MPEG-4 example.
Oktober 2011 | 21
IFACULTEIT Other potential benefits are energy and cost efficiency and faster development, resulting in a shorter time-to-market. An important question remains however. How good are the results? It is not clear whether or not better results could have been achieved through a manual implementation trajectory, or through the use of different models. An important characteristic of modern multimedia applications is that the workload depends on the data being processed. In video decoding, for example, the amount of movement of objects between subsequent frames has a large impact on the processing workload and the amount of data flowing through the processing pipeline. An SDF model abstracts from the workload dynamics by assuming worst-case actor execution times and worst-case data rates. This may lead to overly conservative results, leading to unnecessary resource reservations, in turn implying extra costs and energy dissipation. Workload dynamics can be captured in a Scenario-Aware DataFlow (SADF) model. Such a model essentially defines a number of scenarios. For the MPEG-4 example, nine scenarios for decoding a frame can be defined (I, P0, P30, …, P80, P99), based on the coding being used (I or P) and the amount of motion between frames. A state machine defines the possible orders in which scenarios may occur; each scenario is captured by an SDF model. In the example, the actor execution times and the consumption rates of actors MC and RC may differ between scenarios; the structure of the SDF model remains constant. An important observation is that the worst-case actor execution times for different actors occur in
An SADF model of the MPEG-4 SP decoder, capturing data-dependent dynamics. different scenarios. This provides room for improvement when compared to the SDF model of the decoder. With the synthesis trajectory described in [2], a mapping can be synthesized for the same 2-processor platform that we have seen before. The results are given in the table below. For the same throughput guarantee, processor capacity reservations can be reduced by 70% when compared to the result of SDF synthesis. A similar exercise comparing SDF and SADF synthesis for an MP3 decoder shows substantial savings for memory and interconnect usage. These savings are obtained purely by
Comparison between SDF synthesis and SADF synthesis.
22 | connecthor
using more appropriate models. The functionality and performance of the end result is not affected. When comparing SDF and SADF, we see that SADF is more expressive than SDF. A broader range of analysis and synthesis techniques is available for SDF though and the cost of model-driven implementation is lower. Aspects like concurrency, data-dependent behavior and pipelined execution of iterations make analysis and synthesis of SADF models challenging. Nevertheless, SADF gives, overall, the best result for the MPEG-4 and MP3 examples. This illustrates the importance of choosing the right modeling techniques. The comparison between SDF and SADF further illustrates the conflicts between model expressiveness and compactness, on the one hand, and the availability of analysis and synthesis techniques and the cost of implementation, on the other hand. SADF has been developed in the Electronic Systems group. Its development is illustrative for the type of research in computational modeling that we are doing. We aim to find the appropriate modeling abstractions and accompanying analysis and synthesis techniques to address the challenges in embedded systems development. All results are laid down in tooling and made available to the community at large. Industrial adoption is our ultimate goal.
FACULTEIT I describes a multiprocessor synthesis trajectory for Scenario-Aware Dataflow, whereas [3] surveys analysis and synthesis techniques for SADF. The last two papers give many pointers for further reading about dataflow modeling, analysis and synthesis. 1. M. Weiser. The Computer for the 21st Century. Scientific American, 165(3):94– 104, 1991, Reprinted in IEEE Pervasive Computing, Jan-Feb 2002, p. 19-25. 2. S. Stuijk, M. Geilen, T. Basten. A Predictable Multiprocessor Design Flow for Streaming Applications with Dynamic Behaviour. In Digital System Design, 13th EUROMICRO Conference, DSD 2010, Proceedings, pages 548-555. IEEE CS Press, 2010.
The abstraction pyramid.
Complexity Another important challenge is the ever growing complexity of embedded systems and their development. The number of design alternatives for an embedded system is huge; each design alternative comes with a different trade-off in terms of functionality, costs, performance, energy efficiency, reliability, etc. How to find the right design alternative? The answer to this question boils down to making the right decisions at the right abstraction level. At higher abstraction levels, a larger part of the design space can be explored at a reasonable cost; model predictions of system properties will have limited accuracy though, so one has to be careful to make only those decisions for which the predictions are sufficiently precise. To date, the model abstractions for the lower abstraction levels of embedded system design are widely accepted; there is no consensus though about the right higher-level abstractions for open, interacting, multiprocessor systems. Also the combination of the appropriate modeling, analysis and synthesis techniques into model-driven development trajectories for different types of systems is still open. Standardized model-driven development trajectories accepted by industry are crucial for the development of reliable, high-quality, cost-effective embedded systems. If we do not get a grip on complexity, the envisioned smart society will not materialize.
Predictable systems To keep complexity manageable, development processes need to be improved through structured component-based design. Furthermore, predictability of system properties at all levels of abstraction is a prerequisite. It is clear that further developments
in computational modeling will lead to improved predictability. However, also the embedded systems themselves may be designed for better predictability. Nowadays, cost, performance and energy consumption are the drivers for design. Predictability should be added. Models and systems should be developed hand-in-hand. The most prominent example of such a co-development is the digital abstraction. Sequential digital circuits can be modeled, analyzed and synthesized with state-machine models. The clock that synchronizes state transitions ensures that models and realizations fit. Synchronously clocked circuits are still dominant today, despite the fact that synchronous clocks have important disadvantages, such as high power dissipation and high wiring cost. Synchronous clocks have been invented to manage complexity and to achieve predictability. Predictability should again become a key driver in embedded system design.
3. S. Stuijk, M. Geilen, B. Theelen, T. Basten. Scenario-Aware Dataflow: Modeling, Analysis and Implementation of Dynamic Applications. In International Conference on Embedded Computer Systems: Architectures, Modeling, and Simulation, IC-SAMOS 11, Proceedings, pages 404-411. IEEE CS Press, 2011.
Understanding Computational modeling will play a crucial role in the further development of a smart society driven by embedded computers. Computers will disappear. They will become part of our natural environment, as envisioned two decades ago by Mark Weiser. The most important benefit of modeling is that it leads to understanding. “An understanding of the natural world and what’s in it is a source of not only a great curiosity but great fulfillment.” David Attenborough
Twan Basten, Professor of computational models, Electronic Systems group This article is a short version of my inaugural lecture, given on April 15, 2011
Further reading Readers interested in the original ubiquitous computing vision laid out by Mark Weiser may have a look at [1]. Reference [2]
Oktober 2011 | 23
ITECHNIEK
Analysis of Balancing Requirements in Future Sustainable and Reliable Power Systems By: Jasper Frunt
\\ P ro m o t i o n a l re se a rch by J a spe r Fr unt f rom th e d ep ar tmen t of Elec tric al En erg y Sys tems Introduction In today’s society, electricity is essential for welfare and economic growth. Furthermore, over the last century, there is a tendency that independent electricity supply systems are growing in size and are getting interconnected with each other. In Europe, the power systems of different countries are interconnected via either synchronous or asynchronous interconnections into several synchronous areas as illustrated in Figure 1. Some reasons exist for this interconnection of national areas. Firstly, disturbances have a smaller effect on a large system than on a small system and therefore interconnection leads to higher reliability. Secondly, a synchronous interconnection gives the option to share resources and costs between neighboring systems. A more recent advantage of the interconnection of power systems is the ability to internationally exchange amounts of energy and therefore creating the opportunity to optimize generation. Last but not least political and ideological reasons can play a role for the interconnection of power systems.
Electricity is a rather peculiar commodity since, in the absence of large-scale energy storage, it must be produced almost simultaneously with its consumption. Therefore, in any electrical power system, always a continuous balance between generation and load must be maintained to ensure a reliable operation. Any imbalance between both is, in a synchronous power system, initially compensated by a change in the kinetic energy of the connected motors and generators. As a result, the grid frequency will start to deviate from its rated value. As such, the power system can be regarded as a spinning flywheel which is accelerated by generators and decelerated by loads. As long as generation and load are balanced the frequency of the European grid will remain at 50 Hz (Figure 2).
Three causes of imbalance between load and generation can be distinguished: • events, such as failures of generation, loads or part of the network,
24 | connecthor
Figure 3: Subsequent activation of balancing resources to restore the power balance. A disturbance (loss of generation) is assumed to occur at t = 0 s
Power balancing
Figure 2: The power system balance can be represented as a wheel, accelerated by generation units (P) and decelerated by loads (L)
Figure 1: European interconnected power systems [source: www.entsoe.eu]
With the integration of more generation based on renewable energy sources (RES), the imbalances due to the last reason will increase.
• control policy and inaccuracies of adjusting generation with respect to the load, and • forecasting errors for generation or load.
Maintaining the power balance between generation and load, and ensuring the availability of sufficient balancing capacity is initially a task of the Transmission System Operators (TSOs). Each TSO is responsible for a specific part of the power system. In many cases the TSOs acquire balancing resources via market mechanisms, and, as such, forward part of the balancing responsibility to so-called Balance Responsible Parties (BRPs). These are the entities that represent and aggregate producers and consumers. To enable power balancing they are supposed to inform their respective TSO about scheduled energy exchanges per Program Time Unit (PTU) with other BRPs one day ahead, and are in real-time held responsible for their actual behavior. Depending on the country, the PTU is defined as a time frame of either 15, 30 or 60 minutes. In real-time any deviation from the scheduled exchange per PTU will have financial consequences for the BRP. In this way BRPs are faced with economic incentives to minimize any deviations from their schedules. This separation of responsibilities causes BRPs to optimize their generation
TECHNIEK I days and the power output of a 25.5 MW wind farm site close to Rotterdam during the same 7 days. Both signals are normalized. In the system load, clearly the daily (day and night) weekly profiles can be observed. It can also be observed that the power output of the wind farm site varies incoherently with the system load and that rapid variations in power output do occur. These rapid, and often poorly predictable variations in renewable generation make that the needs for balancing resources in the power system to overcome power imbalances will change. However, by analyzing the power output variations on different levels of aggregation, the needs for balancing capacity in the different classes (i.e. primary, secondary and tertiary) to cancel out fluctuations of renewable generators can be determined.
Figure 4: Grid frequency measurements from July 27th to August 2nd 2010. The gray lines indicate measurements for each individual day while the red lines indicate the average frequency over all measured days. Sharp frequency deviations can be observed at hourly and half-hourly transitions
portfolio over each PTU while not taking into account constraints considering continuous power balance. It was found in the research that this PTU-length determines the distribution of responsibility for balancing between BRPs and TSO and as such has an impact on the grid frequency as can be concluded from the sharp hourly and half-hourly frequency excursions in Figure 4. The European Network of Transmission System Operators for Electricity (ENTSO-E) defines operating reserves for balancing actions (between generation and load) in three categories; primary, secondary and tertiary reserves. Whenever any imbalance occurs, these multiple resources for power balancing are activated subsequently as shown in Figure 3 to restore the power balance in the grid. After any disturbance, primary control should first be activated within 30 seconds to stop any frequency deviation. Primary control is activated proportionally to the frequency deviation, and as such it is activated simultaneously throughout the complete synchronous area. This gives the country where the imbalance was caused time to activate secondary and tertiary control capacity which should restore the grid frequency and the national power balance within a timeframe of 15 minutes. As such the European interconnection is used to overcome the initial threat by an imbalance (primary control) while each country is subsequently responsible for solving its own imbalance (secondary and tertiary control).
Renewable generation Over the last years there can be observed an increase in the share of renewable generation due to political and climate reasons as well as due to the depletable nature of fossil fuels. The plans of the European Union are to have a 20 % share of renewable energy use by the year 2020. However, as for some sectors which consume fossil fuels (e.g. transportation), a transition to renewable energies in a direct way is difficult, the share of renewable energy in electricity generation is expected to exceed 20 % by the year 2020.
Figure 5: System load in NL and the power output of a 25.5 MW wind farm site during 7 subsequent days
However, generators based on RES, such as photovoltaic generation and wind power, behave different from conventional generators, and this situation complicates their integration in the electricity system. One of their characteristics is the fluctuating output that these generators have. The output of generators based on RES tends to fluctuate with limited predictability. This variability is illustrated in Figure 5 which shows the consumption of electricity in NL during 7 subsequent
Figure 6: June 1st 2011, PhD defense in the auditorium of Eindhoven University of Technology
Conclusion In the research it was found that design variables in the imbalance system, such as the PTU-length, largely influence which entities are responsible for maintaining the power balance in the system. As with the further introduction of renewable generation in power systems, imbalances are more likely to occur, multiple techniques to analyze the variability and subsequently to define the balancing requirements are proposed. Also it can be concluded that creating the right incentives to avoid and to overcome imbalance, as well as creating proper incentives for renewable generators to actively participate in power balancing will become ever more crucial in future sustainable and reliable power systems.
Oktober 2011 | 25
IFACULTEIT
ODIN Lunchlezing Door: Matthijs Albeers
\\ “S pl i t t i n g wave l e ngths, co m bi ni ng W D M an d P ON”
D
onderdag 26 mei in de lunchpauze heeft ODIN haar 4e officiële activiteit gehouden. Twee sprekers, dr. H. de Waardt van TU/e, faculteit EE, capaciteitsgroep ECO en drs. R. Hommes van het coöperatief Tallgrass, hebben presentaties verzorgd over Wavelength Division Multiplexing, WDM, een techniek die onlosmakelijk verbonden is met glasvezelcommunicatie. De zaal was goed gevuld met studenten die geïnteresseerd zijn in deze techniek. Tijdens de presentaties is uiteraard een lunch geserveerd. Dr. de Waardt voerde als eerste het woord en vertelde over de geschiedenis van glasvezelcommunicatie en de snelheden waarmee
26 | connecthor
het allemaal begon. Rond 1980 was er een optisch transmissiesysteem ontwikkeld dat 34 Mb/s kon transporteren, gebruikmakend van multimode glasvezels en 850 nm multimode laser diodes. De datasnelheid liep in de loop der jaren op naar hogere snelheden door het toepassen van nieuwe technieken zoals de single-mode glasvezel en de doorontwikkeling naar een single-mode laser met een golflengte van 1310 nm resp. 1550 nm. In 1995 deed WDM haar intrede. Door het toepassen van meerdere single-mode lasers met verschillende golflengtes kon de bandbreedte die een glasvezel biedt beter benut worden en de introductie van WDM viel samen met de ontwikkeling van een
breedbandige volledig optische versterker, werkend in het 1550 nm golflengtedomein, die lange afstand transmissie over glasvezel vereenvoudigde en economisch haalbaar maakte. Voor de komst van de optische versterker moest het verzwakte optische signaal telkens worden geregenereerd; de informatie werd opgevangen door een fotodiode, die de informatie uit het optische domein omzette in het elektrische domein, verwerkte en vervolgens werd de informatie opnieuw uitgezonden door een laser. De introductie van WDM bracht een aantal verbeteringen met zich mee; het verhoogde de capaciteit aan informatie die over een
FACULTEIT I enkele glasvezel kan worden getransporteerd en het biedt de mogelijkheid om golflengten en dus de informatiestromen die de verschillende golflengten bevatten te routeren en te schakelen. Bovendien is WDM transparant voor de verschillende lijncodes. Het WDM kent verschillende categorieën; Coarse en Dense WDM. Coarse WDM heeft als eigenschap dat per datakanaal meer spectrum is gereserveerd waardoor er minder data over een glasvezel worden getransporteerd dan bij DWDM. Het grote voordeel van CWDM is dat deze techniek relatief goedkope apparatuur met lagere eisen aan de lasers en filters toegepast kan worden. Dense WDM maakt beter gebruik van het beschikbare spectrum op een glasvezel; er kunnen meer golflengten die data transporteren naast elkaar worden geplaatst. Dit vertaalt zich in hogere capaciteit die een enkele glasvezelkabel kan bieden. Hier tegenover staat dat de apparatuur zoals lasers en filters aan een hogere kwaliteit moeten voldoen en duurder zijn dan in het geval van CWDM.
Shift Keying (DQPSK) en door onderscheid te maken in polarisatie is de gebruikte bandbreedte slechts 25 GHz in plaats van 100 GHz ingeval van On-Off Keying (OOK). Er zijn verschillende versterkers die lange afstand communicatie mogelijk maken zoals de semiconductor optical amplifier (SOA) en de doped fiber amplifier (DFA). De semiconductor optical amplifier is een halfgeleiderstructuur die het binnenkomende signaal direct optisch kan versterken. In het geval van de Erbium Fiber Doped Amplifier wordt een glasvezel over een bepaalde lengte gedoteerd met een zeldzame aarde (Erbium) en wordt naast het signaal een extra golflengte in de glasvezel gepompt om optisch versterking te bereiken. Vervolgens ging dr. De Waardt in op methodieken om WDM signalen te multiplexen en te demultiplexen. Componenten om dit te bewerkstelligen zijn discrete diffractietralies gecombineerd met lenzen en de geavanceerdere in halfgeleider te integreren Array
afnemen zijn Internet Service Providers (ISP’s) en telecomoperators. Tallgrass doet metingen aan glasvezels die in de grond geïnstalleerd liggen om te evalueren of deze glasvezels geschikt zijn om grote hoeveelheden data te transporteren en geeft advies. Tevens test Tallgrass de connectoren die glasvezels met de apparatuur verbindt. In de praktijk komt Tallgrass tal van problemen tegen die door menselijke misverstanden ontstaan. Ter illustratie wordt een afbeelding van een glasvezelkern getoond die ernstig vervuild is; een aannemer likte een keer met de tong langs de vezel om zo een ”goede” verbinding te realiseren. Het coöperatief van drs. Hommes richt zich voornamelijk op CWDM en de apparatuur die hierbij hoort. Dit is een techniek waarbij op de apparatuur hogere toleranties worden toegelaten en veel wordt toegepast voor commerciële doeleinden. Als voorbeeld licht drs. Hommes de laser toe. Lasers die worden gebruikt kunnen een zekere afwijking vertonen van de gespecificeerde golflengte waarop deze zou moeten werken en vertonen drift bij temperatuurveranderingen. Bij CWDM wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Thin-Film Filters. Dit zijn robuuste interferentiefilters: in een geselecteerde band worden golflengten doorgelaten en de overige worden teruggekaatst. Vervolgens wordt ingegaan op de diensten die over een glasvezel kunnen worden getransporteerd. Tv is een éénwegs broadcast service, dit is eenvoudig te implementeren door gebruik te maken van passive optical networks (PON’s). Dit is in principe het splitten van een glasvezel naar meerdere paden die allemaal dezelfde informatie transporteren. Voor het gebruik van internet worden hogere eisen aan het netwerk gesteld. De bandbreedte per gebruiker is beperkt, het aantal huishoudens dat hiervan gebruik maakt is hoog en bovendien gaan de informatiestromen twee kanten uit (bidirectioneel).
Door de tijd heen is de transmissiecapaciteit van de glasvezel steeds verder toegenomen; zo was het al in 1996 mogelijk om met 64 golflengten een geaggregeerde transmissiecapaciteit van meer dan 1 Tb/s te realiseren. Door het toepassen van geavanceerdere lijncodes zoals Differential Phase Shift Keying (DPSK) kan de signaalruis verhouding (S/N) worden verbeterd en door het toepassen van polarisatiemultiplexing kan de bitrate nog verder worden opgevoerd zonder extra spectrale ruimte te benutten. Zo kan er 100 Gb/s per kanaal worden verstuurd door het toepassen van Differential Quadrature Phase
Waveguide Grating (AWG). In combinatie met optische schakelaars zijn hiermee zogenaamde ROADM’s (Reconfigurable Optical Add-Drop Multiplexers) samen te stellen waarmee op de verkeersknooppunten golflengtekanalen kunnen worden afgesplitst dan wel toegevoegd kunnen worden. Na de presentatie van dr. De Waardt neemt drs. R. Hommes het woord. Hij introduceert zichzelf en vertelt kort waarmee het bedrijf Tallgrass zich bezig houdt; Tallgrass richt zich op de Nederlandse markt voor glasvezelcommunicatie en de klanten die hun diensten
Om meer flexibiliteit in de toekomst te realizeren is Tallgrass bezig om een techniek te ontwikkelen dat DWDM over CDWM toepast. Hierbij kan het bestaande point-to-point netwerk bij de eindgebruiker worden opgewaardeerd. Deze techniek zou het mogelijk moeten maken om de capaciteit van het huidige netwerk te verhogen. Na afloop van de presentaties zijn de sprekers met een geschenk bedankt voor hun komst en hun gegeven presentaties. De presentaties zijn terug te vinden op de website van ODIN: http://www.ODIN.ele.tue.nl.
Oktober 2011 | 27
15
11
4
12 6
1
13
20
17 9
24
26
3
10
25 16
22
8 19
5
7
23
2
21
18
14
1. Woensdagploegfeest
11. Thor goes Thor3D
21. en 22. ACCI feest
2. ACCI Tafelvoetbaltoernooi
12. ACCI erger je niet
23. Lunchlezing Shell
3. Tapperswedstrijden
13. en 14. Jamsessie
24. Promolunch
4. en 5. FSE dag
15. t/m 17. Highlandgames
25. 197e ALV
6. en 7. ACCI weekend
18. EYM sessie 3
26. Begin vakantie feest
8. en 9. Maandagploegfeest
19. Workshop heartbeat sensor
10. Hak n jus, win n plu
20. Actieve leden BBQ
IFaculteit
Meer studiepunten door goede afstemming voortgezet onderwijs en de TU/e Door: Henry van Bergen
\\ Ee n k l ei n e b l o eml ez i ng va n a c ti vi te i te n
E
en goede overgang van het vwo naar de TU/e is belangrijk. Zeker nu langstudeerders vanaf 2012 voortaan beboet worden. De TU/e, maar zeker ook onze faculteit, legt de laatste jaren steeds meer onderlinge verbindingen met het voortgezet onderwijs. Deze trend is de laatste jaren op veel universiteiten ingezet. Van beide kanten blijkt er behoefte te zijn aan onderling contact. Voor de TU/e is het belang om het aantal inschrijvingen en het studierendement te verhogen. Voor de docenten is interessant om eigentijdse voorbeelden van recent onderzoek mee te maken. Als de vaak hbogeschoolde docenten al iets weten van de TU/e dan blijkt vaak dat hun beeld niet meer aansluit bij de huidige opleidingen die de TU/e aanbiedt.
Daarom organiseert onze faculteit, samen met andere faculteiten, veel activiteiten voor vwo-leerlingen en hun docenten. Een kleine bloemlezing van de afgelopen maanden.
DocNtdag voor natuurkunde docenten De N in de naam DocNtdag staat voor Netwerk, Nascholing en Natuurkunde. Tijdens de dag maakt men kennis met de nieuwste ontwikkelingen op de TU/e en wordt de vertaalslag daarvan naar het bedrijfsleven getoond. Tussendoor is er ruimte om met elkaar en met de TU/e te netwerken. Het thema van de vijfde DocNtdag, die samen met TN, BMT en Jet-Net op 17 februari werd georganiseerd, was ‘Energie’.
De ruim 90 docenten kwamen grotendeels uit de regio Noord-Brabant en Limburg, maar ook uit Culemborg, Dordrecht, Rotterdam en Barneveld. Na de opening door EE decaan Ton Backx, trapte Jan Blom af met een prikkelende lezing: ‘Duurzaamheid begint bij jezelf’. Hij ging in op het begrip duurzaamheid en de lessen die uit het rapport van de Club van Rome zijn getrokken. De docenten hadden vooraf hun energiegebruik moeten doorgeven. Jan liet zien dat de spreiding in gebruik tussen de aanwezigen groot is, maar grosso modo tussen verschillende groepen in de samenleving niet zoveel verschilt. Zijn slotconclusie was dat energiebesparing goed mogelijk is. Daarna volgden drie parallellezingen. Zo liet Natal van Riel tijdens de lezing over “Energiehuishouding in de cel” zien, hoe deze gebruikt kan worden om een beter beeld te krijgen van bijvoorbeeld diabetes type 2. Ferry Zijp van Philips Lighting nam de aanwezigen in zijn lezing “Over de grenzen van de energiebesparing met LED’s” mee in de spannende strijd tussen verschillende fabrikanten om zo’n energiezuinige LED te ontwikkelen die een zo hoog mogelijk lichtrendement hebben. Hoe beperk je de eco-footprint van lithografische machines was het thema in de lezing van Xavier Theunissen, sustainability manager bij ASML. Het middagprogramma startte in het International Center of Sustainable Excellence (ICSE). Dit instituut, dat is gevestigd in de Philips Lichttoren, werkt met bedrijven die
30 | connecthor
Faculteit I ruimtes huren. Doel is om een permanente expo van duurzame showcases op te zetten en de deelnemers ook onderling te laten samenwerken. Na de lunch gaf Niek Lopes Cardozo een lezing over kernfusie; de belofte van schone en veilige energie, voor iedereen, voor altijd. Alras bleek de realisatie van dit idee extreem moeilijk, maar interessant te zijn. Bij terugkomst hadden de deelnemers op de TU/e de keuze om iets over ‘energieverbetering in de chemische industrie’ te horen van Mark Mureau (Shell) of over energie in de gebouwde omgeving van Elphi Nelissen, werkzaam bij Nelissen Ingenieursbureau. Om kwart voor 3 vertrok een bus vol docenten richting De Slimste Woning op het Evoluonterrein of naar OTB Solar. Een groep docenten ging te voet naar het plasmalab in N-laag. Decaan TN decaan Klaas Kopinga sloot in de Zwarte Doos de dag af met het uitreiken van de nascholingscertificaten.
Masterclass “Enjoy Engineering”. Dit jaar hadden zich zo’n 70 leerlingen uit 5-vwo van 20 verschillende scholen van Heerlen tot Ossendrecht aangemeld voor de negen Masterclasses. Deze leerlingen zijn de besten van hun school voor wat betreft de bèta vakken en ze zijn bovendien geïnteresseerd in een technische studie. Om zo eerlijk mogelijk te verdelen, werd besloten om van elke school 2 à 3 leerlingen toe te laten. Een motivatiebrief was daarbij het selectiecriterium. Een masterclass bestaat uit 6 leerlingen die gedurende 5 dagen, verdeeld over 5 weken, wetenschappelijk onderzoek verricht en experimenten uitvoert. Dit wordt gedaan in samenwerking met de faculteiten Technische Natuurkunde en Electrical Engineering.
Het doel van de Masterclass is in de subtitel “Enjoy Engineering” verwoord: geniet van techniek, beleef de universiteit. De deelnemers ervaren de universiteit door de manier van werken (via het uitvoeren van een echt onderzoek), wat er aan onderzoek gebeurt op beide faculteiten (Bèta –tour), contact met studentenbegeleiders en professoren en het studentenleven (een borrel bij de studieverenigingen). De druk bezochte afsluiting in De Blauwe Zaal van het auditorium vond op 2 april plaats. Decaan Ton Backx heette in zijn openingstoespraak de ruim 230 aanwezigen (ouders, verdere familie, docenten, begeleiders en overige belangstellenden) welkom en memoreerde wat de TU/e doet om het onderwijs in de bèta vakken te stimuleren. Dat de deelnemers inderdaad hebben genoten, bleek wel uit hun enthousiaste presentaties. Men ging bedreven om met alle mogelijkheden die de computer biedt. Alle ins en outs flitsten over de schermen. Zelfs de kleinste details van di-verse opstellingen werden op het scherm weergeven. Bijvoorbeeld bij Masterclass “Train Challenge”. Vier wagons moesten door twee locomotieven naar de juiste plaats gerangeerd worden…het lukte bijna. Trots demonstreerden de deelnemers van “Intelligent Traffic Management” het door hen bedachte systeem voor rekeningrijden. De rekening die de automobilist krijgt
is afhankelijk van de drukte op de weg. Hun begeleider Nick meldde dat ze tijdens het programmeren voor de moeilijkste wiskundevariant kozen. De dames van “Human Body Signals” vertelden hoe ze signalen van het lichaam hebben gemeten en wat de kleine spanningen vertellen over de toestand van het menselijk lichaam. Deze signalen kun je gebruiken om een biosensor te activeren. Met vele malen hogere span-ningen werkten de deelnemers van “Pulsed Power Purification”. Het was hen gelukt om met behulp van pulserende hoogspanning methylblauw te ontkleuren en andere stoffen te reinigen. Bas vertelde dat hij in deze Masterclass echt hard moest werken, maar dat dat veel leuker was dan school. Trots toonde Thomas het eindresultaat, een hologram op een geweer waarmee je zuiver kunt schieten. Eenzelfde trots bij ‘The Mind Switch’. Het was de deelnemers gelukt een robot door middel van je gedachten aan te sturen. Op de grond lagen drie verschillend gekleurde vellen papier. Op het middelste vel staat de robot. Door middel van vragen beslissen de aanwezigen welke kant de robot moet bewegen…en ja hoor hij deed dat perfect. Sophie, Laura, Charlotte, Kristel, Josphine en Jeffrey fabri-ceerde zonnecellen. Hetzelfde voor ‘Mythbusting Masterclass’ die de mythe bevestigde dat onderkoeld water heel snel bevriest als je er een tik op geeft. De deelnemers vertelden dat het soms echt moeilijk was, maar dat de bezoeken aan de studentenbar “Wahalla” vaak verlichting brachten.
Oktober 2011 | 31
IFaculteit dan uiteenvallen in een paar fotonen, waardoor hun aantal stijgt. Het lijkt erop dat de wetenschappers dus niet het deeltje, maar wel sporen ervan gevonden hebben. Wellicht veroorzaakt een ander onbekend deeltje dit verschijnsel. Of de metingen kloppen niet: het laten botsen van deeltjes is nogal een chaos en levert zelden direct heldere resultaten op. Eén ding staat vast: de onderzoekers zijn iets op het spoor. Lex van Deursen, van onze eigen faculteit, verklaarde vervolgens de piek die alle HiSPARC detectoren op 14 juli in de namiddag waarnamen. Deze piek werd het eerst waargenomen in het cluster ‘Eindhoven’ en later door de andere clusters. De oorzaak was een heftige onweersbui. Alleen de piek lag 1 uur na deze onweersbui. Zijn conclusie was dat niet de bliksem voor de piek heeft gezorgd, maar de straling die ontstaat door het verval van radioactieve deeltjes die door de bliksem zijn gevormd.
Als afsluiting werd de Masterclass bij ‘Bicolored Fiber Optic Transmission’ belicht. Keurig ging een video- en een audiosignaal door een glasvezel en kwam als geluid en beeld aan de andere kant van de zaal weer tevoorschijn. De presentaties werden om 12.30 uur door Annemieke Vennix en Henry van Bergen afgesloten. Ze bedankten iedereen en gaven aan dat er nog nooit zoveel meisjes aan de Masterclass hadden deelgenomen, echt ‘girlpower’. Onder het genot van een broodje en koffie bekeek men de posterpresentatie en sprak men nog gezellig na.
HiSPARC Symposium Op de daken van 13 deelnemende scholen van cluster ‘Eindhoven’ staan sinds twee jaar twee skiboxen met daarin apparatuur om kosmische straling te detecteren. Dit alles gebeurt in het kader van HiSPARC, waarover in een vorige Connecthor al een en ander is geschreven. HiSPARC staat voor High School Project on Astrophysics with Cosmics en biedt middelbareschoolleerlingen de kans om aan een echt wetenschappelijk onderzoek deel
32 | connecthor
te nemen. Onderzoek waarvan de resultaten daadwerkelijk worden gebruikt om meer over mysterieuze en zeldzame deeltjes te weten te komen. Het unieke aan dit project is dat de TU/e en leerlingen en docenten van dertien scholen rond Eindhoven samen optrekken en elkaar helpen. Cluster “Eindhoven” behoort samen met zes andere clusters tot een landelijk netwerk. In samenspraak met de landelijke organisatie is op vrijdag 1 april een dagvullend symposium in “De Zwarte Doos” georganiseerd. Dit symposium is bedoeld voor leerlingen uit 4-5-6 havo/vwo en de docenten natuurkunde. Na een warm welkom door decaan Ton Backx, volgden lezingen van diverse sprekers, ondermeer de voorzitter van het NWO bestuur, Jos Engelen, en Stan Bentvelsen van het Nikhef. De laatste meldde de ruim 90 aanwezigen de stand van zaken met betrekking tot de jacht naar het Higgs deeltje in de Large Hadrion Collider (LHC) in CERN te Geneve. De deeltjesversneller levert meer fotonparen met een energie van 115 GeV op dan verwacht. Dat klinkt minder spannend dan het is. Veel fysici denken namelijk dat het Higgs-deeltje – als het er is – een massa heeft van ongeveer 115 GeV. Een Higgs-deeltje zou zo nu en
Margot Peters besprak haar masteronderzoek “Het Gerasimova-Zatsepin Effect”. Dit effect wordt veroorzaakt als in de kosmische zonnestraling een zware kern vervalt tot twee kleinere kernen. Deze twee kleinere deeltjes veroorzaken beide, op hetzelfde moment, een regen van energetische deeltjes in de dampkring. Deze worden op de aarde door HiSPARC detectoren gemeten. Verder bevatte het programma presentaties van leerlingen, een hands-on opdracht en een apart programma voor docenten. De laatsten leerden hoe je HiSPARC kunt inzetten tijdens de lessen. Zoals ieder jaar werd er een prijs uitgereikt aan de leerlingen met de beste presentatie van hun profielwerkstuk. Geen eenvoudige opgave voor de jury, die vond dat de presentaties dit jaar van bijzonder hoog niveau waren! De deelnemers van het Philips van Horne in Weert gingen met de prijs, een ééndaagse reis naar CERN, naar huis.
Vereniging I
FSE dag
Door: Rob Verhaart
\\ He t o rg a n i s eren va n de ‘da g va n de toe koms tig e in g en ieu r ’
R
uim een jaar geleden ontstond het idee om een dag voor alle studenten van de TU/e te organiseren. Wie zou dat beter kunnen doen dan de FSE, de overkoepelende stichting van de 10 studieverenigingen van de TU/e. Besloten werd dat er van 6 studieverenigingen iemand in de organisatie zou komen, waaronder ikzelf namens Thor. Er is gekozen voor een dagvullend programma met een serieus karakter. In eerste instantie was het plan dat er in de ochtend twee cases gegeven zouden worden en in de middag een zestal lezingen en workshops. Als algemeen thema voor de dag werd multidisciplinair samenwerken gekozen, een van de belangrijkste kenmerken van een ingenieur dezer dagen. De dag zou afgesloten worden met een grootse borrel voor alle studenten. Vanwege deze borrel werd er gekozen voor een donderdag, de borreldag bij uitstek. Vol goede moed zijn we begonnen met het rond krijgen van het programma. Al snel bleek dat het moeilijker was om sprekers en sponsors te regelen dan verwacht. Toen we onze go/no-go eisen niet dreigden te halen zagen we ons genoodzaakt het programma voor de dag om te gooien. Uiteindelijk hebben we toch nog één case in de ochtend kunnen regelen en gedurende de gehele dag lezingen in de trappenzaal van Vertigo. Tijdens de borrel zou de student van het jaar bekend worden gemaakt. De volgende uitdaging was mensen enthousiast krijgen voor ons programma. Allereerst probeerden we de case vol te krijgen, aangezien men zich daarvoor diende in te schrijven. Na heel veel moeite waren er uiteindelijk ruim
30 man van allerlei verschillende studies aanwezig. Iedereen was erg enthousiast over de case. Helaas is het niet gelukt om mensen enthousiast te krijgen voor de lezingen. De studenten die er waren vonden het allemaal interessant, maar de lezingen werden helaas niet druk bezocht. De lunchlezing was wel druk bezocht, waarschijnlijk omdat iedereen pauze had en er gratis lunch werd uitgedeeld. De kans bestond dat de afsluitende borrel letterlijk in het water zou lopen. Na een hele week angstig de weersverwachtingen in de gaten te hebben gehouden, hebben we op het laatste moment nog een aantal tenten moeten regelen. Op een buitenborrel met regen komen namelijk niet heel veel mensen af. Met een mooi draaiboek op zak voor het opzetten van de borrel dacht ik dat alles goed voorbereid was. De toiletwagen kwam netjes op tijd , maar vervolgens kwamen de drank, geluidsapparatuur, frietwagen en een van de sponsoren allemaal ongeveer tegelijk aan. Tegelijkertijd moesten er ook nog 2 tenten opgehaald worden en opgezet. Een flinke opdracht om dit met slechts een paar man in goede banen te leiden, maar zeker leuk en leerzaam om een keer te doen.
De borrel zou van 16.00 tot 21.00 duren en de drankvoorziening werd via het Walhalla geregeld. Rond 16.00 deden de taps het, nadat de elektriciteit meermaals was uitgevallen, en kon er eindelijk bier geschonken worden. Nog iets later brak de zon door de grijze lucht en werd het lekker buitenborrelweer. De borrel werd heel druk bezocht, mede doordat alle borrelruimtes op de campus dicht waren en het uiteindelijk echt lekker weer werd. Wat de borrel vooral heel gezellig maakte was het grote aantal Thor mensen. Om 21.00 werd besloten nog een half uurtje door te gaan, wegens de goede sfeer die er hing. Om 21.30 was een groot deel van het bier op, de frietkraam leeg en de organisatie dik tevreden. Nadat het grasveld weer was schoongeveegd is de organisatie nog even met een biertje gaan nagenieten van de mooie dag. Het organiseren van een volledige dag is moeilijker gebleken dan we van te voren dachten. Ik heb er heel veel van geleerd en er volop van genoten, hopelijk jullie ook.
Oktober 2011 | 33
ITECHNIEK
New Trends in Optical Telecommunications By: Mohammad S. Alfiad
\\ How m uc h c a n we bor row f ro m wi re l e ss telec ommu n ic ation s to imp rove th e c ap ac it y an d resilie nc e o f o p t i c a l t ransmi ssi o n? The new digital lifestyle Since the beginning of the last decade, the world has started witnessing a complete change in the style of people’s lives, forced by the Internet. Nowadays people became very dependent in their lives on a set of bandwidth demanding Internet applications. These applications include voice over IP (VOIP), file sharing, video streaming, online gaming and so on. Furthermore, it became a tradition nowadays for everyone to have his own 3G mobile phone in order to stay connected to the internet the whole time. Due to all of these applications, data traffic rates have started growing at an enormous speed. Fig. 1 shows an example for this growth. According to this figure, which is taken from the Amsterdam Internet-exchange, the demand on data is increasing by a factor of 40% per year. This growth rate is threatening of capacity crunch in our telecommunication network, which was very nicely described by an article in the Times magazine titled “Bandwidth Is the New Black Gold”. This article will discuss some techniques that are mainly borrowed from the rich field or radio telecommunications to increase the capacity of optical telecommunication networks, which would avoid having a capacity crunch anytime soon.
Fig 1: Aggregated traffic on all AMS-IX connected networks ports
34 | connecthor
At June 23rd 2011, Mohammad Alfiad has successfully defended his thesis “Multilevel Modulation Formats for Robust Long-Haul High Capacity Transmission”. The defense was awarded with the distinction “cum Laude”. Mohammad S. Alfiad was born in Zarqa, Jordan in 1982. He received the B.Sc. degree in electronics and communications engineering from the Jordan University of Science and Technology in 2005. This achievement was granted with the Shell price, which enabled him to continue his studies at the Eindhoven University of Technology, Faculty of Electrical Engineering. In 2007 he was the first to obtain the M.Sc. degree in the direction of Broad Band Telecommunication (cum Laude). He carried out his master assignment at Siemens AG (currently Nokia Siemens Networks, NSN) in Munich, Germany. The topic of his master assignment was MLSE (Maximum Likelyhood Sequence Estimation) for optical phase-shift modulation formats. In 2007 he started his PhD study at the capacity group ECO, on detachment at NSN in Munich. His research was in the area of
Long-haul optical links Long-haul optical links represent the backbone of the whole telecommunication network. Because of their high data rates and long transmission distances, which usually exceed 1000 km, those links are also considered to be the most challenging part of the network. The wavelength division multiplexed (WDM) channels running over these links have data rates of either 10 Gb/s or 40 Gb/s and mainly employ binary modulation formats. The reason behind using such spectrally inefficient modulation formats is the complexity of detecting multilevel optical modulation formats using the conventional optical detection technique. This detection technique is usually referred
optical multilevel modulation formats for resilient and robust long-haul high capacity data transmission. He is (co) author of numerous journal and conference contributions. His papers submitted to the OFC (Optical Fibre Communication conference) were awarded twice (2008 and 2009) with the second best position in the Corning best student paper competition. In 2009 he obtained the NSN quality award and in 2010 he was granted with the Telecommunication award from the royal Dutch engineering society (KIVI-NIRIA) and the graduate student fellowship of the IEEE Photonics Society. In the article “New trends in Optical Communications” Mohammad details further on the background and the results of his research. Huug de Waardt Capacity group ECO
to as direct-detection and it is based on detecting the optical field using a single photo-detector. Consequently, such detection technique can only detect the amplitude of received optical signals and it is incapable of recovering any data that is encoded in the phase or the state of polarization. Even when binary phase modulating signals are used such as binary differential phase shift keying (BDPSK) a prior stage is required before detection to extract the information from the phase of the optical signal and convert it into amplitude variations. As a result, benefiting from more sophisticated modulation formats with high spectral efficiency has so far not been possible. However, employing such multi-dimensional optical modulation formats is very essential for increasing the
TECHNIEK I total capacity of long-haul optical transmission links. Therefore, new advanced detection techniques should be exploited.
Fig 2: Structure of an optical coherent receiver
Why reinvent the wheel? Coherent detection is a well known concept in radio telecommunications. In general, coherent detection receivers are based on multiplying the received signal with a reference local-oscillator in order to downconvert its frequency to the base-band and subsequently separate its in-phase and quadrature components. This receiver type has been adopted for optical detection as depicted in Fig. 2. According to the figure, the two polarization components of the received optical signal are first separated and subsequently mixed with a local-oscillator (continuous-wave laser). When mixed with the local-oscillator using the 90o hybrid and two photo-detectors, both the in-phase and quadrature components of each polarization component are converted from the optical domain to the electrical domain. As a result, a complete reconstruction for the optical field will be possible in the electrical domain.
would improve the total capacity of optical links. Another less obvious advantage for coherent receivers is the “low-noise” amplification for the received optical signals through multiplication with the local-oscillator. This amplification substantially improves the sensitivity of the optical receiver which translates into a better transmission reach. During transmission over the fiber channel several impairments take place on the optical signal. These impairments have either linear or nonlinear nature. Linear impairments such as chromatic dispersion and polarization mode dispersion can severely distort the shape of optical symbols and case inter-symbol interference between adjacent symbols. Since the full optical field can be reconstructed in the electrical domain in case of coherent detection, the mature field of digital signal processing can be employed for compensating this inter-symbol interference. This can be easily achieved using zero forcing equalizers. Compensation of nonlinear transmission impairments can be realized as well in coherent receivers through inverting the transfer function of the fiber channel in the electrical domain.
Robust high capacity optical transmission Thanks to the flexibility offered by optical coherent detection, one can be very creative in the design of optical transmission links. Fig. 3 depicts our lab set up for a 100 Gb/s polarization-multiplexed quadrature phase shift keying (POLMUX-QPSK) transmitter. The 100 Gb/s channels generated by this transmitter fits in a total bandwidth of merely 50 GHz, which translates into a spectral efficiency of 2 b/s/Hz compared to 0.2 b/s/Hz in case of currently in use 10 Gb/s channels. Using this channel type the total capacity of a single fiber link can be boosted up to between
8Tb/s and 9.6Tb/s. Furthermore, using a 100 Gb/s channel instead of ten 10 Gb/s channels significantly reduces the footprint and power consumption of the optical transmitter. The transmission system that is based on 100 Gb/s POLMUX-QPSK channels with coherent detection is very robust has a transmission reach of over 2000 km.
Fig 4: Lab set-up of 200 Gb/s POLMUX16QAM transmitter In order to further increase the capacity of the transmission link, the POLMUX- 16 level quadrature amplitude modulation (16QAM) modulation can be utilized. POLMUX-16QAM encodes 8 bits in each symbol, which can easily enable generating 200 Gb/s channels with a total bandwidth of around 50 GHz, i.e. spectral efficiency of 4 b/s/Hz. Consequently, employing such spectrally efficient modulation format further increases the total capacity of a single fiber up to between 16 Tb/s and 19.2 Tb. The set-up depicted in Fig. 4 has been used in our lab to generate the 200 Gb/s POLMUX-16QAM channel. This bulky set-up can be effectively reduced by optical and electrical integration of the several components in use. Fig. 5 shows the constellation diagrams of a 200 Gb/s channel that has been generated using this set-up. A transmission distance of up to 1500 km has been achieved with this channel.
Fig 3: Lab set-up of 100 Gb/s POLMUXDQPSK transmitter Several advantages can be attained from this detection technique. The most obvious advantage is enabling the use of all degrees of freedom in modulating the optical signal since polarization, phase and amplitude components can be detected simultaneously now. This facilitates the use of the very rich field of digital communications for choosing robust spectrally efficient modulation formats that
Fig 5: Experimentally obtained constellation diagrams of 200-Gb/s POLMUX-16QAM signal
Oktober 2011 | 35
IAdvertorial
An advanced beard trimmer \\ Us er- c en t ri c produc t de si gn by Phi l i ps Con s u mer Lifes t yle Author: Pieter-Jelle Buijs particularly when they go out on a Saturday night. Depending on how fast their facial hair grows, they will typically stop shaving on a Thursday or Friday morning in order to grow a stubble for the weekend. The problem with most beard trimmers on the market is that they use a set of interchangeable combs that only allow users to adjust the trim length in steps of around 1 mm. The unique consumer need that we identified was therefore a trimmer that provided greater control of the trim length. Consumer testing in our user-experience laboratory at Philips Consumer Lifestyle in Drachten, suggested that 0.5 mm trim length adjustment was required. Another driver that will promote sales of a stubble trimmer is that the trimmer should be washable ‘under the tap’.
From interchangeable to adjustable
T
he first thing to ascertain before you design anything is exactly why you are designing it. When it comes to producing new consumer products, that means identifying real user needs. It may not sound like an engineering problem, but it’s fundamental to the design process, because it is only when you understand exactly why someone will buy a product and how they will use it, that you begin to understand both the form and function you need to achieve when you design it. If it’s going to give you an edge over the competition rather than being a ‘me-too’ product, it needs to incorporate functionality that shows a unique understanding of end users. In the case of a new beard trimmer, recently designed at Philips Consumer Lifestyle’s Innovation Site in Drachten (The Netherlands) to extend Philips’ personal grooming product range, that consumer need can be summed up in two words - ‘perfect stubble’. Our consumer research indicated that an increasing number of men want to have well-designed stubble for the weekend,
36 | connecthor
Because 0.5 mm trim length adjustment precluded the use of interchangeable combs (too many would have been needed to cover the total trim length range in 0.5 mm steps), it was decided to investigate the feasibility of an adjustable comb that could be operated by a control on the body of the trimmer. Direct linear actuation of this comb via a clickstop slide control was quickly discounted because of the need to provide click-stops 0.5 mm apart that could be easily set by the user. Providing an ‘at a glance’ indication of the set trim length would also have been impossible using this technique. An adjustment mechanism with a long scale length that could be geared down to sub-millimetre linear movement of the comb was therefore
?
Pieter-Jelle Buijs is a Project Manager and Design for Six Sigma Black Belt at Philips Consumer Lifestyle’s Innovation Site in Drachten, just outside Groningen in the north of The Netherlands.
required. Electrical actuation of the comb was deemed too complicated and too expensive a solution. The mechanism chosen to solve the problem was based on a leadscrew design that converts the movement of a rotating ‘zoom wheel’ into linear movement of the comb. However, in order to accommodate this zoom wheel where it could be easily operated by the user, it was necessary to wrap it around the trimmer’s battery/motor drive train assembly. In other words, this assembly would need to become the hub on which the zoom wheel rotates. Unfortunately, none of the drive train assemblies for our existing trimmers had been designed with this zoom wheel functionality in mind, so one of the first tasks was to design a new assembly. Because our drive train manufacturing is outsourced, detailed design of this new assembly was performed in conjunction with the manufacturer, based on a specification that indicated parameters such as battery capacity, motor torque, diameter and hermetic sealing (required to achieve washability ‘under the tap’). Hermetic sealing was achieved using a special seal design, patented by Philips, that provides clip-together simplicity for the battery pack while also coping with the
Advertorial I
thermal and pressure stresses associated with battery charging and discharging. With the battery/motor drive train assembly inserted through the middle of the zoom wheel, it was then possible to transfer rotary movement of the zoom wheel to the comb via a sliding bar that runs in a groove in the trimmer’s internal housing. Click-stop positioning of the comb is provided by a conventional spring and ballbearing detent mechanism that mates with indentations in the rim of the zoom wheel. The large diameter of the zoom wheel provides a scale length on which the set trim length is easily visible.
Maintaining brand image
constraints of the injection molding process window. Ultimately the technique proved very effective and has now become a formula that we can apply to future products.
Rapid design innovation It is worth pointing out that the entire design cycle, from initial idea to production ramp up of the finished product, was completed in little more than a year and a half by a closely knit multidisciplinary team of around five design engineers working at our Drachten Innovation Site. This is in stark contrast to the large in-house design teams that
develop Philips’ high-end products such as its SensoTouch and Arcitec shavers, and was achieved by leveraging the specific expertise of different component and assembly suppliers. By allowing the team to focus their creativity on making sure that the product concept meets a real user need and on architectural-level and system-level design aspects, this way of working keeps the team close to the targeted end-user experience. Design decisions that impair functionality or impact cost are therefore less likely to occur. After producing a comprehensive set of design requirements, much of the detailed design is then performed by the component or assembly supplier. This has the added benefit that the design is automatically optimized for their production methods and also for minimum cost. In fast-moving consumer product markets, where changing fashions can limit product lifetimes to little more than a year, the flexibility and agility of these small design teams really pays dividends.
With the mechanical and electro-mechanical design of the trimmer complete, the final step was to design a body shell that would provide the trimmer with the right look, feel and brand image. The objective was to give the new trimmer a similar aesthetic appearance to Philips’ high-end SensoTouch shaver, which has metallic foils inlaid into its plastic body shell molding to give it distinctive flashes. However, on a lower cost product such as the trimmer, these foil techniques were too expensive. A technique therefore needed to be found that gave a similar appearance at significantly lower production cost. We therefore worked with our plastic injection molding supplier to come up with a double-shot injection molding technique that would provide contour lines with a depth effect similar to that on the SensoTouch shaver. This involved producing a test mold to test whether we could produce consistent results within the
Oktober 2011 | 37
IVARIA
Stageverslag By: Giel op ‘t Veld
I
t is no secret that our dear retired colleague Martin Bastiaans loves to travel. When we went through the list of possible destinations for my internship, I could clearly see his eyes twinkle when he mentioned Singapore. I could not choose between a great academic experience (at for example a prestigious American university) or valuable lessons in working in a different culture. As we engineers love trade-offs, I ended up somewhere in the middle, at the prestigious Data Storage Institute in the Asian, but former British crown colony of Singapore.
Through Frans Willems, I got in touch with Cai Kui, an alumna of the joint PhD program between the National University of Singapore and the TU/e. She is a project leader for the
signal processing division in the research on non-volatile memories (flash, HDD etc.). She asked me to investigate the state of art
38 | connecthor
of floating codes. These coding techniques are meant for memory cells which can only increase in value. So a 0 can become a 1, but not vice versa. The popular flash memory has this feature and can only rewrite data if it erases and rewrites entire blocks when even as little as one bit has reached its maximum level. These operations are slow and decrease the system’s life span.
was of course optimal for that particular code. In my simulations, I put almost the entire state of art to the test in practical situations, i.e. random data and high code rates. No-one ever made a full (and therefore honest) comparison between several floating codes and my results quickly showed why; the practical performances were not at all fit for application.
Floating codes are designed to store data “on top” of the previous data as many times as possible. The encoder reads the current
Half-way my internship I got an incredible opportunity to meet a special guest at DSI: Eitan Yaakobi. Although you have probably never heard of him, I was familiar with almost all of his research, talks, workshops and theses through my research. He is one of the main contributors in the field, so I certainly had some great discussions. I think that not many other internship students ever got the chance to get so close to the global forefront of research.
state of the memory and must find a way to store information in all the gaps and cell levels that are left. This research area has recently become very active thanks to the popularity of flash, but it holds similarities to write-once memories and writing to memories with defects, which were both hot topics in the 80s and early 90s. For the reader without engineering background, floating codes are also closely related to packing your suitcase as efficiently as possible. Research on these codes has been highly academic. Professors and PhD students were involved in a short-lasting arms race for papers, trying to beat each other with codes that could accommodate more and more rewrites. Results were heavily biased, showing all proposed constructions in a setting that
Unfortunately, my talks with Eitan also confirmed my fears that floating codes were already out-dated. Since all results were so academic, the field shifted back to the more practical coding for write-once memories (the so-called WOM-codes) quite recently. As a consequence, I was forced to take a 180 degrees turn in my project and more or less start over. Even more unfortunate, for WOM-codes there are no simple analogies like packing suitcases. They rely less on intuition and basic intelligence and more on hardcore information theory, far beyond the one course in our Bachelor curriculum. Though, WOM-codes are also a field full of opportunities. The first constructions were published in a time of punch cards and the introduction of the CD. Flash memory only existed on the drawing table, not to mention multi-level flash. To date, little to none papers discuss non-binary WOM-codes, so I could just choose any direction and be sure I would be somewhat of a pioneer.
VARIA I freedom and control, the state would give wealth in return. What followed was a period in which the government built dozens of entire neighborhoods, each with massive flats offering cheap apartments, food courts, shops and basic every-day needs. In addition to providing these modern facilities, the government set up strict rules, high punishments and promoted nationalism to unite the diversified society of Chinese, Malays and Indians into one well-behaving and hardworking nation of Singapore.
For my personal experiences, the city of Singapore is a major step from Eindhoven, but it still feels very small compared to a metropolis like Tokyo. The government has
set a clear goal to change that, though, which can be summarized by the words growth and more (repeated by more and more and more). You cannot walk 100 meters before running into another building site. And if the massive Marina Bay Sands Hotel & Casino was not crazy enough as a building project, behind it lies an enormous man-made peninsula set to double the skyscraper-district of Singapore in the ridiculously short period of the next coming years. The city is constantly growing and it is interesting to see how Dubai-like shopping malls arise on one side of the street,
while their predecessors from the 80s and 90s decline and are left with hair salons and souvenir stalls. It shows Singapore’s philosophy that constant innovation is mandatory to stay on the global frontier and that it is more important than taking care of what is already there.
I think that this ambition also summarizes the nature of the entire state. After acquiring independence in 1965, Singapore made sure it could follow into the footsteps of the prosperous West instead of standing still amongst its neighbors. The government basically made a deal with the people; at the price of a little
In general, an internship abroad can be quite a hassle to organise, but I was determined to fit it in somewhere in the tight schedule of our Electrical Engineering program. But no matter what endless paperwork or what uncertainties you might face, it will probably never get as easy to live abroad for a short period as it is now. Personally, I wanted to test myself. I wanted to see how I would react to suddenly leaving everything behind and starting over in an alien culture. Could I perhaps do it for several years or maybe longer? Because it is
very easy to say you love to travel, but you will only know if you could live the expat life if you just try it. As academically educated engineers we may get the overseas job offer. Would you be daring to take that step? Now is a free and unique opportunity to find out. I suggest you take the plunge. People will tell you it is fun and exciting and it certainly is, but it is mainly a very valuable lesson I did not want to miss. To answer my own question: Yes, I can. And probably, I will. See you soon.
Oktober 2011 | 39
IVereniging
Het kandidaatsbestuur A
ls eerste mag ik me voorstellen, aankomend President der e.t.s.v. Thor. Mijn naam is Manon Eijsvogel, geboren op 28 oktober 1991 te ’s-Hertogenbosch. Mijn ouders wonen in Weert, maar ik woon sinds een jaar op kamers in Eindhoven.
Manon Eijsvogel President
E
n dan ben ik, nummer drie, aan de beurt. Mijn naam is Elles Raaijmakers en ik hoop volgend jaar de penningmeester(es) van Thor te worden. Ik ben opgegroeid in het pittoreske Mariaheide, dat ongeveer 25 km ten noordoosten van Eindhoven ligt. Na de basisschool volgde het gymnasium aan het Zwijsen College in Veghel. Het kiezen van een vervolgstudie was erg lastig, want ik had geen flauw idee welke kant ik op wilde. Na meeloopdagen op de kunstacademie, klassieke talen en elektrotechniek koos ik voor het laatste omdat ik me thuis voelde in Eindhoven. Ik begon dan ook met veel twijfel aan mijn studie. De vakken en vaardigheden bleken een echte uitdaging te zijn, omdat ik eigenlijk nog helemaal niets wist van elektronica en alles er omheen. Geheel tegen mijn verwachtingen in haalde ik mijn propedeuse in één jaar en dat is eigenlijk de belangrijkste reden geweest toch door te gaan met elektrotechniek. Ondanks dat elektrotechniek niet echt mijn ding bleek te zijn, gold dat wel voor studievereniging Thor. De gemoedelijke en een
40 | connecthor
Na de basisschool volgde het havo/vwo aan het Bisschoppelijk College, maar na een jaar lang hard werken mocht ik naar het Gymnasium. In het derde jaar was al snel duidelijk welke profielen ik zou kiezen, namelijk NT en NG, maar welke studie ik wilde doen was een veel lastigere keuze. Het was snel duidelijk dat ik voor de TU/e zou kiezen, alleen welke studie was een andere vraag. Allereerst ben ik begonnen met een lijstje te maken met alle bacheloropleidingen en alles wat me niks leek weg te strepen. Er bleven nog steeds veel studies over, waardoor ik veel open dagen en meeloopdagen heb meegemaakt. De meeloopdag van Electrical Engineering was interessant en gezellig, waardoor ik voor deze studie gekozen heb.
heb ik ook in één jaar mijn propedeuse zonder herkansingen gehaald. In mijn tweede jaar ben ik met de ACCI en bij het Tappersgilde begonnen. Naast actief zijn bij Thor heb ik ook acht maanden in de Universiteitsraad zitting genomen. Na twee actieve jaren was het tijd voor de volgende stap: Bestuur worden.
Na een lange vakantie begon op maandag 17 augustus 2009 de intro. Natuurlijk werd het eerste vooroordeel van Electrical Engineering meteen bevestigd: ik was de enige vrouw in mijn jaar. Nadat ik van deze schrik bekomen was, merkte ik op hoe leuk en gezellig Thor eigenlijk was. Gedurende het eerste jaar was ik daarom vele dagen in het Walhalla en begon ik met de OHD. Naast veel lol maken,
Veel Gedonder!
tikkeltje corporale sfeer die er is binnen Thor spreekt me erg aan en is iets waar ik veel waarde aan ben gaan hechten. In het eerste jaar heb ik alleen in de jaarraad gezeten, maar al halverwege het eerste jaar begon ik met cartoontekenen voor de Connecthor. In mijn tweede jaar sloot ik me dan ook aan bij de redactie, waar ik meer artikelen ging verzorgen. Ook heb ik in mijn tweede jaar in de ACCI gezeten. Het jaar daarna volgde de symposiumcommissie, waar ik ook nu nog volop mee bezig ben. Ik ben nu tevens bezig met het afronden van mijn bachelor en ik hoop deze dan ook tijdens mijn bestuursjaar binnen te halen. Omdat het studeren me wat snel ging en omdat ik graag meer wilde halen uit mijn studententijd ben ik kandidaat voor het bestuur van Thor geworden. Ik had vorig jaar ook al interesse, maar toen is het er helaas niet van gekomen. Ik hoop er daarom het komend jaar alsnog een mooi jaar van te maken en ik denk dat dat zeker ook gaat lukken. Geen gedonder!
Het komende jaar zal ik, samen met mijn mede-bestuursleden, onze vereniging gaan leiden. Dit zal voor het eerst in de geschiedenis met twee vrouwelijke bestuursleden zijn, waarop ik natuurlijk extra trots ben. Ik heb er in ieder geval veel zin in en we gaan ervoor zorgen dat het een goed jaar voor ons als Bestuur en jullie als Thorleden gaat worden.
Elles Raaijmakers Penningmeester Commissaris Onderwijs
Vereniging I Fer Radstake Secretaris
M
ijn naam is Fer Radstake en ik wil me graag voorstellen als aankomend Secretaris der e.t.s.v. Thor. Ik ben op 6 januari 1991 geboren in Arnhem, waar ik tot twee jaar geleden gewoond heb. Na de basisschool ben ik naar het Stedelijk Gymnasium Arnhem gegaan. Hier bleek al snel dat de technische/natuurkundige vakken mij toch meer lagen dan de talen en sociale vakken. Het was dan ook niet moeilijk om te kiezen voor de profielen N&T en N&G.
L
ast, but not least, heb ik de gelegenheid gekregen om mezelf voor te stellen. Ik ben Teun van den Biggelaar en zal (hopelijk) volgend jaar de 4de statutair verplichte functie bekleden: Vice-President. Hiernaast ben ik op moment van schrijven ook kandidaat-Commissaris Externe Betrekkingen. Ik ben tussen de koeien en tractoren opgegroeid in het Brabantse dorpje Erp. Hier heb ik ongeveer 18 jaar gewoond. Na mijn basisschool ben ik, net als mijn medekandi Elles, naar het Zwijsen College te Veghel gegaan. Hier heb ik, net als ongeveer iedereen die de studie EE volgt, mijn interesse in de techniek gevonden en daarom ook het profiel N&T en N&G gekozen. Dankzij gebrek aan uitdaging op het VWO heb ik me goed kunnen oriënteren in vervolgstudies. Na verschillende open dagen, een masterclass, enkele meeloopdagen en een pre-university college gevolgd te hebben ben ik uiteindelijk toch op EE uitgekomen. En ook al ben ik zeer geïnteresseerd in technische onderwerpen van
Toen ik na vijf en een half jaar op het Gymnasium aan mijn eindexamens zou beginnen en een vervolgopleiding moest kiezen wist ik al van mezelf dat ik de technische kant op wilde gaan. Na mezelf georiënteerd te hebben op de mogelijke vervolgstudies bleven er een aantal keuzes over, waaronder Electrical Engineering. Ik heb toen op een open dag de rondleiding/introductie van Electrical Engineering gevolgd en was meteen verkocht.
Jammer genoeg bleek het Walhalla niet voor niets het hol van het grote boze hongerige studiepuntenmonster genoemd te worden, want er bleek al gauw een negatief exponentieel verband te bestaan tussen mijn bierconsumptie en tentamencijfers. Aan het eind van het jaar moest ik dan ook flink mijn best doen om het net dat jaar ingevoerde Bindend Studie Advies te halen. Dit lukte mij en ik kon zonder problemen aan mijn tweede jaar beginnen.
Zelfs nog voordat ik mijn definitieve studiekeuze had gemaakt, had mijn scheikundelerares me al aangeraden om naar Eindhoven te gaan. Zij vond me namelijk niet kakkerig genoeg voor Delft en niet agrarisch genoeg voor Twente. Omdat de open dag in Eindhoven me ook al bevallen was hoefde ik niet langer te twijfelen en ik schreef me dan ook snel in. Ik had toen echter al mijn vakantie gepland en die bleek precies samen te vallen met de Intro/ThEW waardoor ik deze ervaring gemist heb, iets dat ik nog altijd jammer vind. Gelukkig werd ik op mijn eerste dag bij Electrical Engineering wel meteen door een andere eerstejaars meegesleept naar het Walhalla. Op de een of andere rare manier sprak dit donkere stinkende hol met te harde (maandag)muziek me aan en het duurde dan ook niet lang voordat ik een tweede keer langskwam. Na deze tweede keer volgde al snel een derde en binnen de kortste keren was ik “verslaafd”.
Nadat ik in mijn eerste jaar actief ben geweest bij de Open Huis Dag commissie, waarin ik mee heb geholpen bij de OHD-Dag en de OHD-Cantus aan het eind van ons jaar, schreef ik me al snel in voor de ACCI. Na mijn ervaringen in deze commissie, leek Bestuurslid worden me zowel een leuke als een nuttige ervaring, dus toen het huidige Bestuur een Bestuursinformatieavond organiseerde kwam ik meteen langs. Na meegegaan te zijn op de Satori-reis ben ik met de andere potentiële kandi’s aan tafel gaan zitten. Na enkele weken vergaderen bleven toen mijn mede-kandi’s en ik over.
welke aard dan ook, het was de gezelligheid van Thor en het Walhalla bezoekje na de meeloopdag, dat voor mij de doorslag gaf.
Ik heb er erg veel zin in om samen met hen de vereniging te leiden en zal mijn uiterste best doen om het een ontzettend leuk jaar te maken, zowel voor jullie als voor ons als Bestuur! Geen Gedonder!
Teun van de Biggelaar Vice-President Commissaris Externe Betrekkingen
Na de intro, ThEW en mijn eerste Walhalla bezoeken bleek dat ik qua gezelligheid de goede beslissing had gemaakt. En gelukkig kreeg ik dat gevoel ook later voor de studie. Vervolgens ben ik vrij snel op kamers gegaan in Eindhoven, waardoor ik meer van het studentenleven in Eindhoven kon meepikken. Maar desondanks is het me toch gelukt mijn Propedeuse in één jaar, zonder herkansingen, te kunnen halen en in mijn tweede jaar lig ik ook aardig op schema. Tijdens de intro was ik al lichtelijk enthousiast om een jaar bestuur te doen van een vereniging. Na hier en daar aan wat activiteiten te hebben deelgenomen en commissies te hebben gedaan, was het voor mij ook wel vrij snel duidelijk dat ik definitief bij Thor een bestuursjaar wilde doen. En volgend jaar is het dan eindelijk zo ver. Ik heb er in ieder geval zin in en ik hoop iedereen vaak te zien
bij de gave en interessante activiteiten te zien die wij komend jaar voor jullie gaan organiseren. Geen Gedonder!
Oktober 2011 | 41
Ivereniging
Elektrotechnische Studievereniging Thor \\ Ge e n G edo n d er!
D
e elektrotechnische studievereniging Thor, e.t.s.v. Thor, is de studievereniging van de faculteit Electrical Engineering. Thor is gevestigd op vloer 2 van gebouw Potentiaal aan de Technische Universiteit Eindhoven. Thor behartigt alle belangen van de studenten in de elektrotechniek, wat wil zeggen dat zij studenten helpt tijdens hun studentenleven. Dit doet Thor door zowel studiegerelateerde als ontspannende activiteiten te organiseren en studenten te helpen bij hun persoonlijke ontwikkeling. Aan het hoofd van Thor staat het Bestuur dat de vereniging draaiende houdt en alles in goede banen leidt. Natuurlijk kunnen zij niet alleen alléén een vereniging draaien. Thor heeft veel leden die zich vrijwillig inzetten voor de vereniging. In commissies organiseren zij allerlei kleine en grote activiteiten voor de studenten Electrical Engineering. Thor probeert het studeren voor de studenten Electrical Engineering gemakkelijker te maken door allerlei services aan te bieden. Zo verkoopt Thor studieboeken aan alle studenten. Studenten kunnen zo goedkoop en op één adres alle benodigde boeken halen. Verder verzamelt Thor oude tentamens en bewaart deze in het digitale tentamenarchief dat via de website www.thor.edu bereikbaar is. Studenten kunnen deze downloaden om zo oude tentamens te oefenen. Verder zorgt Thor voor het opwaarderen van printtegoed, kan er contant geld opgenomen worden bij Thor en staat het Bestuur altijd klaar voor het beantwoorden van allerlei vragen over de studie of over activiteiten. Maar er is meer dan studeren alleen. Een echte student wil ook regelmatig ontspannen en daarom organiseert Thor ook allerlei ontspannende activiteiten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan avondjes uit zoals poolen, lasergamen of karten, maar ook aan een weekendje survivallen in de Ardennen of een nachtelijke dropping. Verder worden er regelmatig feesten georganiseerd in de stad en in Het Walhalla. Het Walhalla, de faculteitsborrelruimte in de kelder, staat onder beheer van Thor en is een ideale plaats om te ontspannen na een dag hard werken en/ of studeren: de hemel van E-hoog. Thor organiseert ook veel andere activiteiten om studenten beter voor te bereiden op hun toekomst na het studeren. Thor organiseert bijvoorbeeld excursies naar elektrotechnische bedrijven zodat studenten kunnen ontdekken waar ze na hun studie terecht kunnen komen.
42 | connecthor
Naast al deze activiteiten worden bij Thor nog veel meer initiatieven ontplooid. Zo wordt er in samenwerking met de faculteit een professioneel verenigingsblad gemaakt, de Connecthor, welke je nu in je handen hebt. Daarnaast zijn er studenten die foto’s maken van alle activiteiten en deze online zetten en studenten die de commissiecomputers en de servers van Thor beheren. Ook probeert Thor elk jaar een jaarboek uit te brengen waarin verslag wordt gedaan van alles wat er dat jaar heeft plaatsgevonden.
Ook worden er lunchlezingen georganiseerd waarbij een bedrijf naar de universiteit komt om een presentatie te geven over een elektrotechnisch onderwerp. Daarnaast organiseert Thor symposia. Een symposium is een gehele dag vol lezingen en presentaties over een bepaald onderwerp in de elektrotechniek. Ten slotte organiseert Thor meerdaagse buitenlandse excursies en studiereizen. Bij deze activiteiten reist een groep studenten af naar een ander land, en soms zelfs een ander continent, om de cultuur en de daar gevestigde bedrijven te ontdekken. Zo is Thor vorig jaar februari op een drie weken durende reis door Japan geweest waarbij verschillende steden, universiteiten en bedrijven bezocht zijn.
Thor heeft ook een speciale commissie voor de eerstejaars studenten, de Ivaldi. Deze commissie organiseert een dag op de universiteit voor de ouders van de eerstejaars studenten. Zo kunnen ook je ouders zien wat je zoal leert bij Electrical Engineering. Ook organiseert deze commissie een feest in Het Walhalla voor alle Electrical Engineering studenten. Alle studenten, van eerstejaars- tot schakel- tot masterstudenten zijn welkom bij Thor, zowel om dingen te organiseren als om aan activiteiten mee te doen. Thor is een ideale speeltuin om jezelf te ontwikkelen en om te leren hoe je dingen organiseert. Je kunt zeer veel voor je medestudenten betekenen en je leert er zelf ook ontzettend veel van. Kortom, Thor is een vereniging met een ideale combinatie van serieuze en gezellige activiteiten voor elke elektrostudent!
vereniging I
IEEE Student Branch Eindhoven \\ An i n t ro d uc t i o n to the l oc a l IEEE S tude nt Bran c h
S
ome of you might have already heard of IEEE or IEEE Student Branch Eindhoven (IEEE SBE) and some of you might never have heard of it. In this article we hope to extend your view of IEEE (SBE) or get you introduced.
IEEE The IEEE (pronounced eye-triple-e) or the Institute of Electrical and Electronics Engineers is an organization that aims to improve technological innovations. It is the world’s largest institute of engineers. The institute has more than 400,000 members worldwide and operates in more than 160 countries. Amongst the members are about 100,000 student members, which are enlisted at about 1,800 student branches. All the members together form a unique international network of professionals. Because of its worldwide operations, IEEE is a leading authority in several engineering fields. The institution is for example active in aerospace technologies, computers, telecommunications, power electronics, consumer electronics, etc. Yearly, the IEEE publishes nearly 150 magazines on the latest technologies and developments. Furthermore IEEE is responsible for a large number of worldwide standards concerning electronics. Students can become a member of IEEE at reduced cost. This way they can profit early from the benefits offered by IEEE. It is a good way to stay informed about all the developments within your technical field.
IEEE Student Branch Eindhoven One of the Student Branches of IEEE is founded in Eindhoven. The focus of our Branch is mainly on (international) Master students and PhDs, but we are recently also widening our audience to Bachelor students. The Student Branch is run by a board of three or four students and
there are several supporting committees. At the moment the board consists of four members: Mattia Fiumara (Chairman), Pieter-Paul Luijten (Secretary), Roel van Bakel (Treasurer) and Daan Michielsen (Vice-Chairman and Officer of External Relations).
Women In Engineering Affinity Group The IEEE Student Branch Eindhoven also has a Women In Engineering Affinity Group (WIE AG). The purpose of this group is to promote the participation of women in engineering studies. The WIE AG organizes several activities each year, including lectures, a dinner, and quite a few social activities.
Student Paper Contest
One of the most important tasks of the Student Branch is to be the ‘spokesperson’ of the large IEEE. We help students to apply for their membership. Students which apply for their IEEE membership are automatically registered as a member of the local Student Branch. In this way our members will profit from the benefits offered by our Branch as well as the benefits you get with your IEEE membership. That includes the magazine Spectrum, discounts on conference fees, local events and more. Furthermore we can help you find your way in the large, worldwide network of engineers and students. The Student Branch also organizes a large number of technical and social events and activities. These activities are organized by both the board of the Branch as well as our committees. These committees consist of several of our members and organize some of the larger events. Some activities are a sailing weekend, excursions and workshops like a Snooker Clinic last year or the LaTeX markup-language workshops. If you are interested in joining any of our activites, just visit us in our Boardroom (PT 2.35) or look for posters outside.
The IEEE Region 8 organizes an annual Student Paper Contest. Our Branch is allowed to send in two papers. A selection of the best papers from the region is made and those selected are invited to present their paper on the IEEE EUROCON conference in Malta. There the winners are selected and awarded with money prizes.
For those of you are that are currently working on a graduation paper or have just finished one: Let us know! Winning this contest can be a nice extra reward for your work on the paper.
Membership If you would like to sign up for membership, you can always visit us in our Boardroom (PT 2.35). We will be glad to help you and answer your questions. You can become a member for only € 20,-. For graduate students and PhDs from the department of Electrical Engineering, membership is even free! For these students membership is sponsored by the department. Besides that, PhDs can also choose one society to join for free. IEEE has many societies aimed at several different technical fields. If you would like to join the WIE AG, you can contact them at
[email protected] or again, visit us at our Boardroom (PT 2.35).
Oktober 2011 | 43
Ivereniging
Draaistroomdispuut Waldur Zendamateursdispuut ESRAC \\ De een h ei d va n stro o m i s k A!
\\ Papa India 4 Tango Uniform Echo CQ Intro Kids
W
A
aldur is het draaistroomdispuut van Thor. Een dispuut is een soort ondervereniging die zich richt op een bepaalde doelgroep. Waldur richt zich vooral op de (duurzame) energietechniek, vermogenselektronica en elektromechanica. Met de steeds groeiende aandacht voor de “Smart and Sustainable Society” zijn deze onderwerpen niet meer uit de samenleving weg te denken. Energietechniek is de opwekking en distributie van elektrische energie. De vermogenselektronica houdt zich bezig met het omzetten van “grote” stromen en spanningen én het omzetten daarvan in andere elektrische energievormen. Elektromechanica is het omzetten van bewegingsenergie in elektrische energie en andersom natuurlijk, bijvoorbeeld bij motoren en generatoren. Bij het vakgebied dat Waldur omvat komen hoge spanningen (400 kV) en hoge stromen (20 kA) voor, bijvoorbeeld grote generatoren/motoren en het energienet, maar ook hele kleine spanningen en stromen voor bijvoorbeeld de vermogenselektronica die in de lader van je mobiele telefoon zit.
ls je meteen wist wat de ondertitel van dit stuk betekende, of het graag wilt weten, kom dan eens langs bij ESRAC, of lees in ieder geval verder! ESRAC, de Eindhovense Studenten Radio Amateur Club is het zendamateurdispuut van Thor. In tegenstelling tot bijvoorbeeld ODIN en het IEEE SB is ESRAC niet alleen voor masterstudenten interessant, maar kun je ook als eerstejaars langs komen bij ESRAC. ESRAC heeft een zendstation, de “shack”, in de échte hemel van Potentiaal: lokaal 13.19. Van hieruit worden verbindingen gemaakt met de hele wereld. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld gewoon door in een microfoon te praten, maar er zijn meer opties. Wat denk je bijvoorbeeld van diverse digitale modes, zoals AX-25, PSK31 en SSTV? Of ouderwets met behulp van Morse. Je vraagt je natuurlijk af: “Wat is er zo leuk aan zenden en verbinding maken met iemand? Telefoneren of e-mailen is toch veel makkelijker?” In de meeste gevallen is dat inderdaad makkelijker, maar daarom ook een stuk minder interessant. Doordat je werkt met beperkte middelen, namelijk je eigen transceiver en antenne, ben je afhankelijk van de atmosferische condities en je eigen vaardigheden. Aan de andere kant ben je hierdoor niét afhankelijk van wispelturige software en fiberkabels op de bodem van de oceaan (die nog wel eens doorgesneden willen worden). Zendwedstrijden zijn de culminatie van radioverbindingen leggen. Hierbij moet je volgens bepaalde regels met zo veel mogelijk stations een verbinding maken om te winnen. Je krijgt bijvoorbeeld punten voor de afstand: hoe verder weg, hoe beter. Je kunt ook je eigen uitdaging stellen: proberen het signaal van een overkomende satelliet te horen, of met iemand een verbinding leggen via de maan (zgn. “moonbounce”). De mogelijkheden zijn bijna eindeloos. Alles wat te maken heeft met radiosignalen kan bij ESRAC!
Voor haar leden organiseert Waldur excursies, lezingen, studiereizen en symposia. Ook biedt Waldur organisatorische hulp bij (afstudeer) stages in binnen- en buitenland. Door de vele oud-leden waar Waldur nog steeds mee in contact staat, is er een grote verscheidenheid aan bedrijven waar oud-Waldur leden werkzaam zijn die Waldur nog steeds een warm hart toedragen en willen helpen met het regelen van excursies of stages. Verder staat Waldur bekend om zijn worstenwarmer, die regelmatig bij promotieactiviteiten wordt ingezet. De kalender voor het komende jaar is weer goed gevuld, dus kom eens kennismaken met de energietechniek op een van onze excursies of lunchlezingen. Binnenkort hebben we een excursie over kernfusie, een bezoek aan een energiecentrale en een lunchlezing over het elektriciteitsnet. Gewoon binnenlopen kan natuurlijk ook, op maandag in de pauze staan de koffie en koekjes voor je klaar.
44 | connecthor
Om te mogen zenden in Nederland en bijna alle andere landen ter wereld moet je een vergunning hebben. Daarvoor moet je een examen afegen en vervolgens krijg je een callsign. ESRAC heeft twee vergunningen: onze clubvergunning is PI4TUE (Papa India 4 Tango Uniform Echo). Die gebruiken we bijvoorbeeld tijdens wedstrijden. Onze tweede vergunning, PI5EHV is een educatieve licentie. Die mag iedereen gebruiken, ook als je zelf geen vergunning hebt. Je kunt dus nu naar de lift lopen, op 13 drukken, naar ESRAC lopen en als we er dan zijn kun je meteen beginnen! Naast het vanuit onze shack verbindingen maken, wordt er ook driftig geknutseld aan transceivers en antennes, en organiseren we ook verschillende activiteiten. Onze laatste excursie bijvoorbeeld was naar het wereldzendstation in Wertachtal (zie Conncethor augstus 2009). Ook gaan we regelmatig naar evenementen zoals beurzen en doen we mee met vossenjachten, waarbij je in een bos diverse zenders moet zoeken door met een ontvanger uit te peilen. De kennis die je opdoet bij het zendamateurisme komt zeer van pas bij het verloop van je studie. http://www.esrac.ele.tue.nl
VERENIGING I
Communicatie Dispuut ODIN
Het Walhalla
\\ Ee n h ei d do o r c om m uni c ati e
\\ De Hemel van E-h oog
C
H
Communiceren doet men al van oudsher, sommige fluisteren en andere schreeuwen juist weer. Maar om toch grote afstanden te kunnen overbruggen werd de postduif ingezet wat niet altijd even betrouwbaar bleek te zijn. De indianen gebruikte daarentegen weer rooksignalen om hun informatie over grote afstanden te kunnen versturen. Doordat de communicatie systemen in de loop der jaren steeds beter en betrouwbaarder zijn geworden loop jij nu met een smartphone in je broekzak rond waar we niet alleen kunnen bellen via het GSM-netwerk, maar tegelijkertijd lees je jou email berichten via het UMTS netwerk of thuis via wifi en via het GPS netwerk kom je ten alle tijden op je bestemming aan. Zo zie je maar dat zo’n klein apparaatje al een heleboel informatie- en communicatietechnologie bevat waar je haast al niet meer zonder kan.
In het Walhalla wordt Bavaria bier geschonken. Vorig jaar is er weer een nieuw contract met Bavaria afgesloten waardoor we de komende jaren weer van het Bavaria bier kunnen genieten! Naast het Bavaria bier op de tap worden er verschillende speciaalbieren, speciaalbieren op de wisseltap, wijnen, sterke dranken en frisdranken geschonken. Ook zijn er voor de hongerige klant snacks te verkrijgen.
ommunicatiedispuut ODIN is een dispuut der e.t.s.v. Thor. ODIN richt zich voornamelijk op de informatie- en telecommunicatietechnologie binnen de faculteit Electrical Engineering. Dit omvat een groot gebied binnen de elektrotechniek en hier zal dan ook steeds meer vraag naar zijn. Om een simpel voorbeeld te nemen, de smartphone die je nu in je broekzak hebt zitten, zit boordevol met informatie- en communicatietechnologie.
ODIN richt zich op een breed vakgebied, maar bovenal een vakgebied waar niemand meer zonder kan. ODIN organiseert in dit gebied excursies en lezingen. Voor komend jaar staat al een excursie gepland naar Nokia Siemens Networks, waarvan de posters inmiddels al in de gangen hangen. Naast deze serieuze activiteiten organiseert ODIN ook wat minder serieuze activiteiten om de communicatie onderling te vergroten, voor zowel leden als donateurs. Denk hierbij aan een ledenavond, borrels en de inmiddels beruchte ODDDIN. Voor aankomend academisch jaar is er inmiddels een nieuw bestuur aangetreden. Dit bestuur zal zich met vol enthousiasme gaan inzetten om er weer een succes jaar van te maken. Het bestuur staat altijd open voor nieuwe suggesties, tips of geïnteresseerden die zich bezig willen houden met het organiseren van activiteiten of excursies. Ook als je interesse hebt om een bestuursfunctie te willen vervullen horen we dit graag! Ben je geïnteresseerd geraakt of wil je nog meer informatie? Schroom dan niet en kom langs tijdens het communicatie-uurtje welke iedere dinsdag middag in de pauze plaatsvindt in PT 11.35 of neem een kijkje op de website: www.odin.ele.tue.nl. Voor degenen die andere op dinsdag middag andere bezigheden hebben en toch geïnteresseerd zijn geraakt, je zult ons regelmatig in de wandelgangen tegen komen en wij zullen ook met enige regelmaat in het Walhalla te vinden zijn! Namens het hele bestuur 2011-2012,
et Walhalla is de faculteitskroeg van de faculteit Electrical Engineering. Het Walhalla is opgericht in 1974 en is al die jaren de beste kroeg op de TU/e-campus geweest. Het Walhalla is te vinden in de kelder van Potentiaal (vroeger E-hoog) en is elke werkdag geopend van 16:30u tot 19:00u. Andere faculteitskroegen op de campus zijn alleen op donderdag geopend; met deze openingstijden hebben we dus de meeste openingsuren van de campus!
Het Walhalla wordt draaiende gehouden door de Tappers onder leiding van de Commissaris Walhalla of een Walhalla Commissie. Tappers zijn EE-studenten die voor de gezelligheid vrijwillig achter de bar staan. Tapper wordt je niet zomaar, hier gaat een opleiding van ongeveer 5 maanden aan vooraf. Wanneer een tapper-in-opleiding goed genoeg bevonden wordt om als Tapper achter de bar te staan, krijgt hij een Tappersopdracht. Wanneer de Tappersopdracht met succes wordt afgerond, wordt de tapper-in-opleiding benoemd tot Tapper en ontvangt hij de felbegeerde Tappersblouse. Alle Tappers samen, ongeveer 10 tot 12 man, vormen het Tappersgilde. Het Walhalla is dus de ideale plek om lekker te ontspannen na colleges of werk. Onder het genot van een drankje kunnen colleges en lopende onderzoeken worden besproken, gehaalde tentamens worden gevierd en niet-gehaalde tentamens worden verdronken. Ook wordt er vanzelfsprekend veel over typische kroegonderwerpen gesproken die heel gezellig zijn, maar niet direct een nut hebben. Ook voor de prijs hoef je het niet te laten, een bierkaart met 12 bier kost slechts € 5,-. Dit is nog geen 42 cent per biertje! Het Walhalla is er natuurlijk niet alleen voor studenten. Het oorspronkelijke doel van het Walhalla is het contact tussen medewerkers en studenten bevorderen. Medewerkers zijn dus ook van harte welkom om gezellig een drankje te komen drinken. De Tappers hopen het komende jaar weer veel eerstejaars, ouderejaars en medewerkers te verwelkomen om er weer een gezellig jaar van te maken! Tot in het Walhalla!
EENHEID!
Oktober 2011 | 45
Ifaculteit
Welkom bij het StudentenBuro \\ Waar o n der w i j si nspr a a k o nde r ste unt
W
elkom bij het StudentenBuro. Jaarlijks wordt aan de organisaties bij de faculteit Electrical Engineering waarin (oud)studenten actief zijn, gevraagd om een artikeltje te schrijven. Zo krijgt iedere nieuwe student of medewerker een introductie in die organisatie en krijgt de rest een korte opfriscursus. Dit jaar heb ik die taak op me genomen voor het SB. Jullie krijgen van mij de meest verse informatie over het werk van het StudentenBuro.
De medewerkers van het SB. vlnr: Mike Wilmer, Bianca Slaats, Maarten van Rossum Het SB faciliteert de studentenonderwijsinspraak. Het zorgt ervoor dat studentleden voor verschillende commissies en raden op hun plek komen, helpt mee in de onderwijsevaluatie en denkt mee over oplossingen om het onderwijs aan onze faculteit nóg beter te maken. De onderwijsinspraak aan de faculteit bestaat uit een aantal evaluatie- en adviesorganen. Studenten vergaderen in verschillende jaarraden over de kwaliteit van de vakken die ze volgen en de organisatie die daar bij hoort. Voor de Bachelor zijn dit de Eerste-, Tweedeen Derdejaarraad. De studenten die van het HBO afkomen komen samen in de Schakelraad en voor de Masterstudenten is er de Master Students Council. De studenten uit deze raden zorgen ervoor dat problemen op korte termijn opgelost worden in samenwerking met de betreffende docenten. De Eerste- en Tweedejaarraad vergaderen wekelijks in de pauze. De vergaderingen zijn gemoedelijk en proberen zo goed mogelijk de beleving van de student bij de verschillende vakken te bespreken. Een kleine moeite, maar met grote waardering. De Schakelraad en de Derdejaarraad vergaderen ééns in de twee weken. Voor beide raden hoeft er minder vergaderd te worden omdat de studenten het onderwijs veel zelfstandiger ervaren. De Derdejaarraad bespreekt
46 | connecthor
in het eerste semester de verschillende minoren waar EE verantwoordelijk voor is. Studenten uit de Master bespreken één keer per kwartiel de vakken die zij volgen in de Master. Het SB verzamelt per jaarraad de informatie van een semester en vat deze samen. Hierdoor komen zichzelf herhalende problemen naar voren en kunnen structurele problemen over verschillende jaren vergeleken worden. De samenvattingen gaan naar de Opleidingscommissie. Die commissie gebruikt de samenvatting samen met informatie uit enquêtes om het onderwijs te evalueren. Daarnaast wordt deze informatie ook gebruikt om te bedenken hoe we onze opleidingen kunnen verbeteren. Ook bij de OC zijn studenten nauw betrokken. Deze studenten worden door het SB aangedragen aan de Faculteitsraad en na een kort gesprek wordt besloten welke kandidaat in de commissie deel neemt. De studentleden uit de onderwijsinspraak komen samen met het SB en de Opleidingsdirecteur bij elkaar tijdens het Overkoepelend Studenten Overleg, dat ééns in de twee weken plaatsvindt, waar zij elkaar op de hoogte houden. Op deze manier kunnen urgente problemen ook voor het eind van een semester al goed behandeld en verholpen worden. Nieuw voor het SB is de Docentenlunch. Tijdens een lunch met docenten uit alle jaren worden een aantal stellingen besproken die te maken hebben onderwijs aan onze faculteit. Hierdoor wordt duidelijk wat docenten
ervaren van het onderwijs en kan over de stellingen een consensus bereikt worden. Zo wordt duidelijker wat docenten verwachten van het onderwijs en kan een weg gevonden worden om ook aan hun verwachtingen te voldoen. Het afgelopen jaar was deze lunch erg verhelderend en het SB is van plan deze dit jaar nogmaals te organiseren. Tevens is er tegenwoordig het Onderwijsloket, een samenwerking van StudentenBuro en studentenadministratie. Een lid van het SB ondersteunt op dinsdag en vrijdag in de pauze de studentenadministratie, zodat studenten direct hun onduidelijkheden of problemen met het onderwijs bij EE kwijt kunnen. Tot dusverre de korte introductie van het StudentenBuro. Als je onvoldoende tevreden bent over het onderwijs, laat dan iets weten via het Onderwijsloket of de jaarraden. Voor meer informatie, zie: http://sb.ele.tue.nl
Studenten uit de onderwijsinspraak worden bedankt tijdens de jaarlijkse OSO barbecue.
VERENIGING I
Excursie Philips Medical Best Door: Matthijs Albers
O
p maandagmorgen 19 april ging communicatiedispuut ODIN samen met ESRAC naar Philips Medical in Best. Philips Medical in Best richt zich op het onderzoeken, testen en produceren van imaging systemen voor het menselijk lichaam. Bij aankomst van de groep werden wij ontvangen door Rob Kleihorst. Na een korte wandeling over de campus werd het gezelschap van 14 mensen een presentatie voorgezet door Peter Meuleman over wat algemene gegevens van Philips om vervolgens te duiken in wat Philips medical doet en waar Philips in Best zich op richt.
De kwaliteit van het beeldmateriaal waar de vloeistof op wordt gedetecteerd gaat samen met de hoeveelheid vloeistof die toegediend moet worden. Contrastvloeistof is over het algemeen een radioactief middel om zaken als energiestromen te volgen. Hierbij is van belang dit zoveel mogelijk te beperken. De imagingsystemen kunnen hier een goede bijdrage leveren door de data- en beeldverwerking met algoritmes te verbeteren. Er worden nu al algoritmen toegepast om 3D simulaties te doen en problemen te detecteren.
Philips maakt systemen om het menselijk lichaam door te lichten en dit kan met verschillende technieken worden gedaan. Dit werd gedurende de presentatie verduidelijkt. Er wordt gewerkt aan iXR wat voor interventional X-Ray staat, tevens wordt RF en MR gebruikt om het lichaam van binnen te bekijken. Deze ‘imaging systems’ worden gebruikt om behandelingen en interventies uit te voeren, in het bijzonder in het hart en de hersenen. Vroeger werden grote incisies gemaakt om een operatie uit te voeren, maar met de nieuwe technieken waarbij live beeld wordt verschaft door imaging systemen zoals die door Philips gemaakt worden is heden ten dage slechts een kleine ingreep nodig om een behandeling uit te voeren. Dit wordt gedaan door een kleine incisie te maken in de lies en een katheter in te brengen. Door de katheter te volgen op het scherm kan deze precies op de juiste locatie worden gebracht waar behandeling nodig is.
Als voorbeeld kan een aneurysma worden genomen. Hier wordt door de contrastvloeistof te detecteren een 3D constructie gemaakt om een goed beeld te krijgen van het probleem en de oplossing te bepalen. Vervolgens kan met een katheter een stent worden ingebracht op de juiste locatie om het probleem te verhelpen. Dit moet met de nodige zorgvuldigheid, maar ook snelheid worden gedaan omdat de lijm waarmee de stand op de plek wordt gehouden snel werkt.
Deze beelden worden niet gecomprimeerd, omdat compressietechnieken kleine details kunnen verhullen die van groot belang zijn voor het succes van de behandeling. Door geen gebruik te maken van verliezende datacompressie technieken, genereren de imaging systemen enorme hoeveelheden data die verwerkt moeten worden. Bij systemen waarbij contrastvloeistof gebruikt wordt, is er een constante afweging hoeveel detail een arts nodig heeft.
Bij het ontwikkelen van imaging systemen is het van belang dat de detectoren en de bronnen van de straling de patiënt fysiek niet raken. Deze systemen worden zeer robuust gebouwd en hebben een grote massa. Het is een uitdaging deze met grote precisie op de juiste plek te roteren. Tevens moeten de systemen een hoge betrouwbaarheid hebben; een meting dient niet over gedaan te worden door bijvoorbeeld een softwarefout en de machines moeten zeer lang meegaan (in ordes van decennia) Na de presentatie werd de groep rondgeleid door het pand waar onder andere een laboratorium zit waar onderzoek wordt gedaan naar MR imaging. In dit laboratorium werd duidelijk gemaakt dat deze apparaten een zeer hoog veld opwekken, maar op ruisniveau moeten meten voor de benodigde data. Momenteel wordt gewerkt aan modules die digitaal meerdere kanalen van de sensoren kunnen verwerken. Er wordt tegenwoordig
veel gebruik gemaakt van standaard modules die met opgegeven specificaties worden ingekocht. De eisen aan medische apparatuur zijn strenger dan voor consumentenapparatuur, deze moeten dan opnieuw getest worden om te meten of deze de opgegeven specificaties daadwerkelijk halen. Na een korte pauze werd de rondleiding hervat bij een laboratorium waar een opstelling van enkele X-Ray machines stonden. Het werktuigbouwkundige aspect is bij deze machines van groot belang. De tafel moet een patiënt kunnen dragen van 300 kg maar mag maar minimale afwijking vertonen. Ook werd weer gewezen op botsingdetectie met andere delen en de patiënt. Na dit bezoek werd er een rondleiding gegeven door het klantencentrum, waar allerlei demo modellen stonden opgesteld. Hier wordt meteen duidelijk dat het comfort en de beleving van de patiënt een belangrijk aspect is. Zo wordt met verlichting en mooi vormgegeven machines het stoffige imago van oude ziekenhuiskamer afgeschud. De rondleiding werd afgesloten met een bezoek aan de testruimte waar in verschillende cellen de MRI scanners staan opgesteld. De ruimte achter de MRI is gevuld met allerlei koeling en systemen om de MRI aan te sturen. In de ruimte waar de MRI staat opgesteld wordt een behandeling van een patiënt gedemonstreerd en de plaatsafhankelijke kracht van het magneet veld met een koperen plaat aangetoond. Nadien was er een lunch waar een HR manager ons de kansen en mogelijkheden van Philips Best vertelde en er de mogelijkheid tot vragen stellen was.
Oktober 2011 | 47
Ivereniging
Sfeerimpressie Intro \\ De n i euwe eers te j a a r s m a ke n ke nni s met h et s tu d en ten leven
Maandag
Dinsdag
48 | connecthor
vereniging I
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Oktober 2011 | 49
IVaria
Noorse Mythologie: ALV Tekst: Fer Radstake, Illustratie: Elles Raaijmakers
\\ Ho e een A LV aa rdbevi nge n de e d o ntsta an
W
ie enigszins bekend is bij Thor heeft ongetwijfeld wel eens gehoord van de beruchte Algemene Leden Vergaderingen. Deze bijeenkomsten kunnen meerdere dagen duren en gaan vaak gepaard met eindeloos gezeur van de Oude Bokken. Dit gezeur kan zowel nuttig als niet nuttig zijn, wat vaak afhangt van de hoeveelheid alcohol die aan het zeuren vooraf is gegaan. Deze ALV’s vertonen verassend veel overeenkomst met het Germaanse “ding”. De leden van een stam kwamen hierin samen om wetswijzigingen door te voeren, recht te spreken en de algehele voortgang van de stam te bespreken. Niet heel veel anders dan onze ALV’s dus. De goden hielden zelf ook wel eens vergaderingen. Zo ook toen op een regenachtige avond alle goden samen zouden komen voor een feest van de zeegod Ægir. Na het uitgebreide banket zouden ze de gelegenheid gebruiken om eens te overleggen over het reilen en zeilen van de godenstad Asgaard. Thor had laten weten wat later te komen omdat hij reuzen aan het slachten was in Rusland, maar verder was iedereen er.
Net als bij onze ALV’s was er alcohol in overvloed, maar waar het er bij ons meestal nog redelijk rustig blijft, liep het bij de goden compleet uit de hand. Moraal van het verhaal: houd je bij een ALV een beetje in of het zou nog wel eens slecht met je kunnen aflopen… Het voorafgaande banket viel goed in de smaak en de goden zaten flink te smullen van de enorme partijen vlees. Enorme hoeveelheden mede en bier konden hier natuurlijk niet aan ontbreken en veel goden waren dan ook al behoorlijk aangeschoten. In hun zatte bui werden een aantal godinnen ook al wat losbandiger en een paar van de mooiste godinnen zaten al ronduit te flirten met de bediende Fimafeng. De god Loki, die het zatst was van iedereen, kon niet verdragen dat alle mooie vrouwen aandacht hadden voor een andere man en stapte in zijn jaloezie op Fimafeng af. Loki kon nauwelijks meer op zijn benen staan en het gros van de goden lachte hem dan ook keihard uit, maar het lachen verstomde snel toen Loki ondanks zijn dronkenheid een goedgerichte vuistslag tegen Fimafengs slaap gaf die zo hard was dat deze dood neerviel. “Wat heb je gedaan?!” riep Freyja geschokt en Odin voegde hieraan toe:
“Eruit, nu!” waarop de god Bragi de tegenstribbelende Loki oppakte en naar buiten in de modder smeet. Toen Loki genoeg was ontnuchterd om op te staan, zinde hij op wraak. “Goed, ik heb misschien een beetje overdreven, maar Bragi had mij niet zo naar buiten moeten smijten! Mij, de grote Loki, vanwege zo’n miezerige vuile slaaf als Fimafeng!” Hij sloeg zoveel mogelijk modder van zijn doorweekte gewaad af en klopte aan waarop de norse Odin open deed. “Wat moet je, Loki? Je bent niet welkom hier!” “Weet je nog, Odin, dat toen wij lang geleden samen in een enorme veldslag streden, je mij je woord hebt gegeven dat je nooit bier zou drinken zonder dat ik daarbij welkom was?” Bragi riep hierop vanaf zijn stoel “Luister niet naar die smiecht, Odin! Ik heb hem niet voor niets buiten gesmeten. Iemand als hij hoort hier niet!” Odin antwoordde echter: “Ik weet het, Bragi. Maar ik heb Loki toen inderdaad mijn woord gegeven en ik zal me daaraan houden. Goed, Loki, je krijgt nog één kans. Kom binnen en gedraag je.” Loki nam plaats aan de enorme tafel en sprak: “Heil goden, heil godinnen! Heil iedereen hier, behalve die vuile Bragi daar!” Bragi zuchtte: “Alsjeblieft, Loki, begin nu niet een hele ruzie! Hou je koest, dan geef ik je een paard en één van mijn mooiste zwaarden.” “Dat kan je makkelijk doen, ja,” antwoordde Loki, “want aan zowel paarden als zwaarden heb jij niks. Jij bent te laf om ze in de strijd te gebruiken.” “Als ik jouw zelfbeheersing zou hebben had je nu allang een paar flinke klappen gehad. Ik zou dus maar stil wezen voordat het nog zover komt.” “Zo in je stoel ben je dapper ja. Maar durf eens op te staan en dat nog eens recht in mijn gezicht te zeggen.”
50 | connecthor
Varia I Bragi maakte aanstalten om inderdaad op Loki af te stappen, waarop Bragi’s vrouw Iðunn hem probeerde te sussen. Loki pikte dat niet en begon nu tegen Iðunn uit te vallen. De godin Gefjun kwam tussenbeide en werd hierop het nieuwe doelwit van Loki. Odin probeerde Loki tot stilte te manen maar kreeg slechts een brutale mond terug. Zo ging het gescheld over en weer, tot het binnenin één groot kabaal was van al het geschreeuw. Op dat moment kwam Thor net terug van zijn tocht door Rusland. Terwijl hij zijn paard stalde hoorde hij al aan het geschreeuw binnen dat er een enorme ruzie bezig was. Met een klap sloeg hij de deur open. “Wat is hier aan de gang?” bulderde hij en toen hij merkte wat er aan de hand was: “Hou nu verdomme je mond Loki en ga zitten! Als je niet binnen drie tellen zelfstandig je mond hebt dichtgedaan help ik je een handje met mijn hamer Mjölnir!” “Ach kijk eens, de grote dappere god Thor komt ook eindelijk eens binnenwandelen. Natuurlijk weer net “toevallig” als er een ruzie
bezig is, al is dat bij zo’n lompe hersenloze spierbundel als jij natuurlijk niet zo raar,” smaalde Loki. “Ik waarschuw je nog één keer, als je nu niet stil bent geef ik je zo’n kaakslag dat je de lucht in vliegt en pas in Rusland weer neer komt!” “Ja, doe maar lekker stoer, dat doet je misschien de angst vergeten waarin je verkeerde toen je je in de handschoen van de reus Skrymir verborg omdat je te bang was om hem te bevechten!” “Nu heb je het te bont gemaakt!” donderde Thor terwijl hij woedend op Loki afstapte. “Kom hier en ik zal je leren de goden te beledigen!” “Ik heb alles wat ik hier wou zeggen allang gezegd, maar alleen voor jou ga ik nu weg. Want hoe laf je ook was bij Skrymir, je bent de beste vechter hier.”
Hierop rende Loki snel weg met een menigte woedende goden achter zich aan. Toen hij bij een waterval kwam veranderde hij zichzelf snel in een zalm en dook in het diepe water waar de goden hem niet konden volgen. Nadat de goden enkele dagen later vernamen dat Loki wat met de moord op de god Baldr te maken had, spanden ze een groot net in de rivier en vingen zo Loki. Ze bonden hem met de ingewanden van zijn zoon Váli vast aan een grote rots en de godin Skaði maakte een gifslang vlak boven zijn hoofd vast. Het bijtende gif van de slang druppelde langzaam op Loki’s gezicht en hoewel zijn vrouw Sigyn de druppels in een kom opving, moest zij zo nu en dan weg om de kom te legen. Telkens als het pijnlijke gif op Loki’s huid kwam brulde hij van de pijn en spartelde daarbij zo hard dat de hele aarde meetrilde en dat is hoe aardbevingen ontstaan.
Oktober 2011 | 51
Ivereniging
Excursie ASML Door: Maarten Thomassen
\\ Ee n d a g j e o n de r de pa nne n bi j ASML
“O
h, hij doet het niet” zei Wouter, toen hij de bus instapte en zijn OV-Chipkaart voor de reader hield. Met z’n zevenen stapten we in de bus, zes derdejaars en een masterstudent, op weg naar de campus van ASML in Veldhoven. Er was helaas weinig animo voor de excursie, wegens het tentamen BEM, een van de grote struikelvakken in de Bachelor, waar de volgende dag veel mensen aan deelnamen. Eenmaal aangekomen op de campus, was het nog even zoeken in welk van de gebouwen we nu precies moesten zijn. Na een kwartiertje lopen, werden we ontvangen in het auditorium van ASML, met een kopje koffie of thee en een plakje cake. De studenten uit Delft en Enschede arriveerden even later ook. Na de koffie en thee, gingen we een soort collegezaal in voor een inleidend praatje. Hierin werd ons kort het bedrijf voorgesteld. Voor de mensen die dit niet weten, ASML is de belangrijkste producent van zogenaamde “Chip Lithografie Machines”. Kort door de bocht betekent dit, dat zij de machines maken waarmee computer chips gemaakt worden. Ook maakten we kennis met wat belangrijke termen binnen het bedrijf, zodat we “konden meepraten”. Na nog een technisch praatje waar eigenlijk niemand iets van snapte, werden we opgesplitst in groepjes en toegewezen aan een medewerker voor een rondleiding. Onze begeleider liet ons een kantoor zien, waar net een paar mensen zichzelf aan het installeren waren. “We moeten hier namelijk om de 6 maanden van werkplek wisselen om de productiviteit te verhogen. De laatste
keer had ik m’n bureau aan de andere kant van het gebouw, dan het lab waar ik steeds moest zijn. Ach, als je 25 keer op een dag 300 meter op en neer loopt, verlies je tenminste wel die bierbuik in de baas z’n tijd!” Daarna op naar de cleanroom. Een laag gebouw, waar een gang helemaal aan de buitenkant loopt. Aan de binnenkant van deze gang, zien we een lange rij met ramen met daarachter verschillende kamers met apparatuur en mensen in speciale pakken. De cleanroom is volledig luchtdicht gemaakt, zodat er bijna geen stofje in de lucht zit. Dit wordt gedaan, omdat in deze ruimte de machines die ASML maakt in elkaar worden gezet. Deze machines zijn zo gevoelig, dat er absoluut geen stof of vuil in terecht mag komen, omdat anders het maken van een computerchip volledig kan mislukken. We mochten deze ruimte dan ook zelf niet in. Na het lopen over de grote campus (waarop overigens 1 hele boom staat, de rest is parkeerplaats) en door de verschillende gebouwen, kwamen we terug in het auditorium voor de lunch. Hierna gingen we weer de collegezaal in voor een volgende presentatie. Hierin werd een probleem besproken,
52 | connecthor
waar ASML tegenaan was gelopen tijdens de ontwikkeling van een van hun nieuwste machines. Na de presentatie werd aan ons, de studenten, gevraagd om een oplossing voor dit probleem te bedenken. In dezelfde groepjes gingen we in de kantine hierover brainstormen. Na anderhalf uurtje moest ieder groepje hun idee presenteren. Hieraan zat ook nog een kleine prijs voor de groep met het beste idee verbonden. Dit was de groep waar ikzelf in zat natuurlijk. We kregen een leuk prijsje overhandigd, een usb-stick in de vorm van een Rubik’s Cube. Om de dag te beëindigen, gingen we weer terug naar het auditorium voor “a drink with bitterballen”, zoals de organisatrice het noemde. Na nog wat gezellig gepraat te hebben met een paar medewerkers, was het weer tijd om te gaan. De organisatrice kreeg van Max, vanuit Thor, het jaarboek aangeboden en wij kregen allemaal een goodiebag. We gingen weer met de bus, waarin de OV-chipkaartreader het deze keer wel deed, terug naar het station.
TECHNIEK I
Photonics Integration Forum 2011 \\ 3rd Euro pean P ho toni c Inte gr ati o n For u m
O
n June 21st the 3rd European Photonic Integration Forum took place in the Auditorium of TU Eindhoven. It was organized jointly by the Photonic Integration group (former OED group) of TU/e. Photonic Integration is rapidly gaining importance. The European Commission has recently identified Photonics as a Key Enabling Technology (KET), this is a technology that enables an application market that is much larger than the market of the technology itself. A well-known example of a KET is micro-electronics. Microelectronic chips are applied almost everywhere and serve a huge market, but the cost of a chip is usually only a small fraction of the value of the equipment or the service that it enables.
Fibre sensors are used for monitoring structural integrity (deformation and cracks) of constructions like bridges and windmill propellers. The afternoon session was focused on recent developments in photonic integration technology. Dr. Mike Wale, research director of the UK company Oclaro and chairman of the Manufacturing and Design workgroup of the European Photonics21 platform, explained the European research strategy in the field of Photonic Integration. Prof. Roel Baets from the University of Ghent reviewed the status
Example of a Multi-Project Wafer (MPW) realised in the generic process of the COBRA Research Institute of TU/e. Left: the wafer is subdivided in 9 sectors, three for test structures and six for Photonic IC designs from different users. Middle: the mask layout. Right: photograph of a realized wafer, from which every user gets his own chip(s).
Photonics is expected to take up a similar role in the coming decades. Compared to microelectronics, photonic integration is still in an early stage, but it shows rapid growth. At the Forum progress in the technology and its applications were reviewed. In the morning session the application of Photonic ICs in five different application fields was discussed: • Optical transport networks, by dr. Alfredo Viglienzoni, Head Strategic Programs of Ericsson • Fiber-To-The-Home networks, by dr. Gerlas van den Hoven from the Dutch company Genexis • Computer interconnect, by prof. Wim Bogaerts from IMEC • Optical Coherence Tomography, by dr. Jeroen Kalkman from the Academic Medical Centre in Amsterdam (AMC) • Fiber Sensor readout, by Pim Kat, CEO of the Dutch company Technobis.
of generic photonic integration technology. Generic photonic integration is a novel approach based on development of open access to broadly applicable integration processes through photonic foundries. It uses dedicated design software with component libraries for the basic building blocks and more complex components, similar to the way in which it works in microelectronics. In Europe large R&D projects are presently running for setting up generic foundry platforms for three different technologies, which are largely complementary and cover together a major part of the application space. Three speakers presented the status of each of these platforms, which started in 2007. Dr. Xaveer Leijtens from the Photonic Integration group of TU/e presented the status of the JePPIX platform for Indium-Phosphide based monolithic integration, in which Europe’s key players in the field of InP-technology are cooperating. Dr. Laurent Fulbert from LETI in Grenoble presented progress in the ePIXfab
platform in which Europe’s key players in Silicon Photonics and CMOS technology are cooperating. Both platforms are suited for fabrication of a variety of Photonic ICs operating in the near-infrared wavelength region (1500-1600 nm). Dr. Arne Leijnse from LioniX, a Dutch company, presented the status of their TriPleX platform, which offers access to a dielectric waveguide technology that provides low-loss high quality passive functionality (filters, multiplexers, delay lines etc.) over the full range from visible wavelengths to infrared. The introduction of generic integration technology is a European initiative, which was started by the universities of Ghent and Eindhoven. At present there is a worldwide interest in this approach. Recently a similar initiative has been started in the USA. At the Forum prof. Thomas Koch from Lehigh University (PA) presented the novel USA platform on hybrid InP and silicon based technology CHIPfab , and prof. Michael Hochberg from the University of Washington presented the Silicon Photonics platform OPSIS. The Forum was attended by more than 100 people from companies and universities all over Europe. It was chaired by prof. Meint Smit from the Photonic Integration group (former OED group) of TU/e. All presentations are available on www. jeppix.eu/documents.
3D-image of the retina of the human eye, measured with Optical Coherence Tomography.
Oktober 2011 | 53
IVereniging
Een weekendje vol activiteiten, feesten en lol Door : Teun van den Biggelaar
\\ Zo a l s geb rui kel i j k he e f t de Ac ti vi te i te nc ommis s ie d er e.t.s.v. Th or, kor t weg ACCI, een weeken dje we g n eerg ezet.
H
et was al vrij vroeg besloten, dat we het Limburgse dorpje Schin op Geul onveilig gingen maken, en wel tijdens het weekend van 13, 14 en 15 mei. Omdat er een studiereis in het zicht was en de organisatie iedereen een eerlijke kans wilde geven om in te kunnen schrijven, had zij besloten om de inschrijvingen na de studiereis te openen. Echter was er een Oud-Bestuurslid dat een rare visie had op dit weekend, iets met Oude-BokkenWeekend of zo. Hierdoor had de desbetreffende persoon de inschrijflijst opgehangen tijdens de hiervoor genoemde studiereis en ervoor gezorgd dat de inschrijving alles behalve eerlijk verliep. Gelukkig kon toch ieder enthousiast lid mee en was deze actie, die tot een volle inschrijflijst leidde, een groot succes. Op 13 mei was het dan zover. Ongeveer 30 van de in totaal 44 deelnemers waren vanaf half 6 aan het wachten voor hun overheerlijke en gezonde avondmaal: een menu van de Burger King. Het personeel bij de Burger King dacht dat ze binnen 10 minuten alle 30 menu’s konden klaarmaken. Dit was helaas ietwat optimistisch gedacht, waardoor we meteen achterliepen op schema. Maar na het eten konden we gelukkig toch nog op tijd naar het toen nog onschuldige Schin op Geul vertrekken. Met de trein of met een busje met
aanhanger, dat volgeladen was met onder andere bagage, frisdrank, ontbijt, fusten bier en een van tevoren gecontroleerde tap. Eenmaal aangekomen bij de locatie werden de spullen uitgeladen. Echter, tijdens het uitladen zag de organisatie iets eigenaardigs gebeuren. Alles werd op zijn kop gezet door een groep mensen. Oude Bokken noemden ze zichzelf. Rare personen. Maar goed, alles stond alweer in zijn normale toestand toen de eigenaar besloot een kijkje te nemen. Gelukkig maar, want anders hadden we wellicht een heel kort ACCI-Weekend 2011 gehad. Om de stress van de vier organisatoren nog iets verder op te voeren, werd ons ook nog eens verteld dat de verkeerde bierkoppeling was meegenomen vanuit Eindhoven.
54 | connecthor
Hierdoor werd de ingeplande biertijd in het huisje aanzienlijk ingekort, waardoor iedereen naar Valkenburg ging. Iedereen werd verdeeld over 6 teams en elk team kreeg opdrachten mee. Zo hebben veel mensen Leeuw bier gedronken, was er hier en daar een teamfeut verkleed en zijn er veel nummers van vrouwen gescoord. Dit laatste was zo uit de hand gelopen, waardoor iemand 3 Limburgse vrouwen mee had genomen om een afterparty te houden. Een afterparty was namelijk weer mogelijk gemaakt door een uiterst briljant drietal, die kroeg na kroeg zijn afgegaan, op zoek naar een (goede) bierkoppeling. En gelukkig werd hun werk beloond en kon de rest een afterparty houden op locatie.
Vereniging I ’s Ochtends werd weer iedereen gewekt om te ontbijten, waarna iedereen naar Valkenburg vertrok om te gaan laserschieten in een grot en te bowlen. Het laserschieten kon jammer genoeg niet zonder gewonden blijven, iemand verzwikte zijn enkel. Verder kwam iedereen er zonder kleerscheuren vanaf en kon er met grote honger terug naar de locatie terug gelopen worden, waar een barbecue op ze stond te wachten. Er was genoeg vlees, genoeg drinken en genoeg gezelligheid. Er vloog misschien wel iets te veel mayonaise door de lucht, maar dat laten we maar terzijde… ’s Avonds werd er weer lekker geborreld. Door alle gezelligheid heen werd door de organisatoren toch nog plek gemaakt om het ACCI-Weekend eventjes om te toveren in een Oude-Bokken-Weekend door middel van bokkenpootjes. Ook werd onder het zicht van het bijna complete Tappersgilde de plaatsvervangende ‘Ron’ (de ‘ACCI’) opnieuw uitgereikt aan de Tappers die de eer wel echt verdienden. En als klap op de vuurpijl hadden de eerstejaars ook nog het vermaak omhoog gekrikt met hun eigen variant van het spel ‘Stef Stuntpiloot’. Deze heette ‘Dirk Drankkoerier’ en ik denk dat de titel wel voor zichzelf spreekt.
De lol kon nog niet op. De organisatoren hadden nog een dropping georganiseerd tijdens de laatste nacht. Na hier en daar wat tegenstribbelen is toch iedereen in de bus terecht gekomen (sommigen zelfs twee keer) om ze af te zetten in het bos, waar de dropping kon beginnen. De meeste groepen
hadden de dropping succesvol volbracht. Echter, één groep was verdwaald , één groep werd opgehaald omdat het regende en één groep had een taxi gebeld. Uiteindelijk kwam toch iedereen thuis en heeft iedereen kunnen genieten van de soep die voor ze klaarstond. Na dit soepje ging iedereen langzaam naar bed, aangezien de dag erna alle deelnemers vroeg uit het huisje moesten zijn. En zo snel als je deze zin hebt gelezen, zo snel ging onze wekker weer. Althans dat zei ons gevoel. Na slechts enkele uren slaap ging de organisatie alweer mensen uit bed trommelen, zodat iedereen met een slaperige kop de spullen kon pakken, ontbijten en op tijd het huisje uit zijn. Tegen alle verwachtingen in was toch iedereen op tijd buiten en werd het huisje na de grote schoonmaak goedgekeurd door de eigenaar. Na het schrijven van dit artikel besef ik weer hoe leuk het weekend was (ja zelfs voor de veel te kleine organisatie) en hoeveel leuke momenten de revue zijn gepasseerd. En ik hoop (en ga er stiekem ook wel vanuit) dat de deelnemers het ook heel erg naar hun zin hebben gehad. Op naar ACCI-Weekend 2012! De ACCI-Weekend organisatie
Oktober 2011 | 55
IAgenda
Activiteitenpagina September TU/e – 2 september 2011 Alumni Lustrumdag
Thor – 15 september kandiborrel
De Alumni Lustrumdag begint met een voor alle alumni toegankelijk ochtendprogramma in het Auditorium van de TU/e. In dit programma staat de verbinding tussen universiteit en samenleving centraal. De universiteit geeft deze verbinding gestalte op een drietal strategische gebieden. Na een inleiding waarin dr.ir. Arno Peels, voorzitter van het College van Bestuur, de toekomst van de TU/e schetst, worden de Strategic Areas Health, Energy en Smart Mobility belicht door drs. Roel Fonville, dr. Rick Harwig en dr.ir. Carlo van de Weijer. Zij zijn voor de TU/e de vormgevers van deze strategische gebieden. Meer informatie op de Alumni Lustrumdag website.
De kandi’s zullen op deze avond proberen het recht verwerven om aan de Bestuurstafel te mogen zitten. Dit gaat gepaard met een heel spektakel, kom dus kijken!
TU/e – 5 september 2011 Start nieuw collegejaar Thor – 8 september Tappersafscheid Chris Geelen Na enkele jaren getapt te hebben in het Walhalla houdt Chris ermee op. Wil je hem een laatste keer in actie zien? Dit kan van 16:30 tot 19:00 in het Walhalla.
Thor – 9-11 september Thor Eerstejaars Weekend De ThEW is de uitgelezen mogelijkheid voor eerstejaars om elkaar na de intro nog beter te leren kennen.
ODIN – 14 september Constitutieborrel ODIN
Faculteit – 19 september 2011-07-08 Promotie P. Sakian Dezfuli MSc Titel: “A Reconfigurable 60GHz Receiver Providing Robustness to Process Variations” 16.00 uur in collegezaal 5 van het Auditorium
Thor – 19 september Wisselings ALV Vanaf maandag 19 september vindt de wisselings-ALV plaats. Tijdens deze ALV, die waarschijnlijk meerdere dagen gaat duren, wordt het afgelopen jaar behandeld en worden er besluiten genomen, met als hoogtepunt de decharge van het huidige 54e bestuur en de installatie van het 55e.
Thor – 27 september Excursie V-PS Thor – 29 september Tappersopdracht Michael Heidweiller Michael Heidweiller zal een feest organiseren in het Walhalla om te worden toegelaten tot het Tappersgilde. Kom langs om te zien of dit hem lukt.
Oktober TU/e – 2 oktober 2011 TU/eXperience
Thor – 6 oktober Constitutieborrel
Deze dag opent de universiteit haar deuren voor algemeen publiek van 12.00uur tot 17.00uur. Dit jaar laat de TU/e activiteiten zien van Health, Energy en Smart Mobility.
Na de wisseling van het Bestuur is er tijdens de constitutieborrel de mogelijkheid om het nieuwe Bestuur te feliciteren met haar aanstelling. Besturen van andere verenigingen en oud-Besturen zullen hier uitvoerig gebruik van maken, dus het belooft een gezellige avond te worden.
TU/e – 28 en 29 oktober 2011 Open Dagen Vwo-leerlingen oriënteren zich tijdens deze dagen op de bacheloropleidingen van de universiteit. Leerlingen bezoeken de opleidingen en nemen een kijkje in onderwijsruimtes en laboratoria.
November/December Thor – 28 november - 2 december Dies Thor Thor is jarig, dus is het tijd voor een groots verjaardagsfeest. De hele week lang zullen leuke activiteiten georganiseerd worden, waaronder een symposium en een groot feest.
56 | connecthor
Puzzel I
Puzzel W
ie hoort bij wat? Hieronder zie je 10 portretten van beroemde wetenschappers en 10 bekende formules. Het is aan jou uit te zoeken wie deze wetenschappers zijn en welke geleerde bij welke formule hoort. Je hoort dus bij een bepaalde letter de goede naam van de wetenschappen en de goede formule te zoeken. Stuur je antwoord voor 11 oktober naar
[email protected] en wie weet win jij de volgende vlaai.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
6
S B = C log 2 1 + N
7
A⋅ B = A + B
z = ∫ f ( x)e ax dx
8
eix = cos( x) + i sin( x)
d � Ψ Ψ=H dt
9
1
E = mc 2
2
∇× E = −
3 4
i
5
H ( x) =
dB dt
x
∫ δ (t )dt
−∞
n
∑ I
k
=0
k =1
10 ∑ studenten(eindeerstejaar ) =
∑ studenten(begineerstejaar ) / 2
Uitreiking puzzelvlaai editie 14 De puzzel uit editie 14 heeft de redactie veel correcte inzendingen opgeleverd, hopelijk ontvangen we ook deze keer weer veel inzendingen. De vlaai voor deze puzzel is gegaan naar Matthijs Zwemer.
Oktober 2011 | 57