Face-work in e-mails van Nederlanders en Vlamingen
Communicatie- en informatiewetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Masterscriptie Docent: Dr. M.M.H. Bax 19 januari 2011 Jorien de Boer
[email protected] S1656678
Samenvatting
In deze masterscriptie is onderzoek gedaan naar de manier waarop face-work wordt geuit in e-mails van Nederlanders en Vlamingen en naar de mogelijke verschillen hierin tussen deze twee groepen. Door middel van een sociopragmatische analyse met behulp van de beleefdheidstheorie van Brown en Levinson is antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvraag:
In welk(e) opzicht(en) verschillen ‘Nederlanders’ en ‘Vlamingen’ bij het realiseren van facework rondom verzoekuitingen in e-mails naar een reisorganisatie?
De beleefdheidstheorie van Brown en Levinson stelt dat een face-threatening act op vier verschillende manieren gedaan kan worden, namelijk: bald on record (zonder omhaal), door middel van positieve face-work (met omhaal), door middel van negatieve face-work (met omhaal) en als laatste off-record. Brown en Levinson verbinden aan elke manier een aantal face-strategieën. Aan de hand van deze gecategoriseerde face-strategieën is een sociopragmatische analyse gemaakt van 45 Nederlandse en 45 Vlaamse e-mails aan een Nederlandse organisatie. De verwachtingen rond dit onderzoek waren dat er door de verschillen in de cultuur van Nederlanders en Vlamingen, bepaald met behulp van het model van Hofstede, ook verschillen in de uiting van face-work te vinden zouden zijn tussen de twee groepen. Deze twee culturen verschillen volgens Hofstede vooral in de mate van masculiniteit, de mate van onzekerheidsvermijding en in de beleving van machtsafstand. Het antwoord op de onderzoeksvraag is dat er vrijwel geen verschillen zijn tussen de Nederlanders en Vlamingen in het onderzoeksmateriaal bij het realiseren van face-work rondom verzoekuitingen. De culturele verschillen komen dus niet terug in deze resultaten. In de slotbeschouwing wordt nog eens kritisch naar de resultaten gekeken.
Face-work in e-mails
Inhoudsopgave 1.
Inleiding..................................................................................................................... 1
2.
Theoretische achtergronden ...................................................................................... 3 2.1
Het coöperatie-principe............................................................................................... 3
2.2
Pragmatic Competence ............................................................................................... 5
2.3
Definities van beleefdheid ........................................................................................... 6
2.4
Polite vs. politic behaviour .......................................................................................... 7
2.5
Beleefdheidstheorie van Brown & Levinson ............................................................... 9
2.6
Beleefdheid, indirectheid en universaliteit ............................................................... 14
2.7
Verzoeken .................................................................................................................. 15
2.8
Interculturele en crossculturele communicatie ........................................................ 17
2.9
Nederland vs. Belgisch Vlaanderen ........................................................................... 19
2.10 Samenvatting ............................................................................................................. 20 3.
Methode .................................................................................................................. 22 3.1
Onderzoeksvraag ....................................................................................................... 22
3.2
Operationalisatie ....................................................................................................... 23
3.3
Materiaal.................................................................................................................... 24
3.4
Methode .................................................................................................................... 24
4.
Exemplarische analyse ............................................................................................. 27
5.
Resultaten ............................................................................................................... 39 5.1
Resultaten Vlaamse e-mails...................................................................................... 39
5.2
Resultaten Nederlandse e-mails................................................................................ 50
5.3
Verschillen en overeenkomsten ................................................................................ 57
6.
Conclusie ................................................................................................................. 63
7.
Slotbeschouwing ...................................................................................................... 66
Face-work in e-mails
Literatuur ....................................................................................................................... 67 Bijlagen .......................................................................................................................... 71
Face-work in e-mails
1.
Inleiding
In dit onderzoek staat de sociopragmatische dimensie van schriftelijke communicatie van Nederlanders en Vlamingen centraal. Er wordt in het onderzoek gekeken naar een alledaags fenomeen in de communicatie: beleefdheid. De studie naar beleefdheid is sinds de jaren 80 populair geworden en het fenomeen beleefdheid is inmiddels voor veel verschillende talen en landen onderzocht (Hickey & Stewart, 2005: 1). Binnen de communicatie zijn twee factoren erg belangrijk, namelijk efficiëntie en face-behoud, zo ook in schriftelijke communicatie. Verzoeken worden bijna altijd hoordervriendelijker gemaakt op een aantal uitzonderingen na: In situaties waarin een spreker zich dat meent te kunnen veroorloven, omdat de zwaarte van het verzoek niet groot is (als je iemand goed kent, of juist als je je in een machtspositie bevindt), dan wel omdat er zeer veel belang is gemoeid met de duidelijkheid, zoals in een waarschuwing: “kijk uit!” (Berenst, 2005: 117). Ook in professionele settings waar het normaal is om directieven te gebruiken, zoals in de zorginteractie, wordt er toch vaak geprobeerd om een directieve taalhandeling op een hoordervriendelijke manier te presenteren, zoals in: “Mag u even gaan staan” (Noppen, 2010: 70). Bedrijven krijgen steeds vaker te maken met klanten uit andere landen. De communicatie met klanten uit andere landen geschiedt vaak op een andere wijze dan de communicatie met klanten uit eigen land. Zo is er natuurlijk vaak al een taalverschil, maar ook al spreek je elkaars taal, dan nog kunnen er verschillen in communicatie optreden door de verschillen in cultuur. Cultuur is een belangrijke factor die van invloed is op het communicatieproces. Claes & Gerritsen (2002: 11) stellen dat “de manier waarop de mens communiceert en zijn interpretatie van communicatieve handelingen bepaald worden door zijn culturele achtergrond”. Dit kan problemen opleveren bij grote cultuurverschillen, zoals een Nederlands bedrijf dat zaken doet met een Chinees bedrijf. Maar ook veel dichter bij huis kunnen cultuurverschillen een rol spelen in de communicatie. Neem bijvoorbeeld België, een land waarvan de helft van de bevolking ongeveer dezelfde taal spreekt als die in Nederland, maar waar toch verschillen in de manier van communiceren zijn. Van Nederlanders wordt wel eens gezegd dat ze luid en direct zijn (Wouters, 2005: 22), terwijl Belgen bescheiden en meesters in contextuele communicatie worden genoemd (2005: 24).
1
Face-work in e-mails
Dit soort vooroordelen bevat vaak wel een kern van waarheid, maar om culturele verschillen in beleefdheid vast te stellen is onderzoek noodzakelijk. Deze culturele verschillen kunnen geanalyseerd worden aan de hand van de beleefdheidstheorie van Brown & Levinson (1987). Deze theorie stelt dat je in alle culturen vormen van sociaal gedrag terugziet die te classificeren zijn als wederzijds gedeeld respect voor anderen (Watts, 2003: 14). Om de beleefdheidstheorie als sociolinguïstische tool te kunnen gebruiken, moeten ook de culturele waarden van de betreffende culturen worden verwerkt in het onderzoek (Brown & Levinson, 1987: 12). Voorheen zijn in vergelijkbare onderzoeken vooral resultaten uit Discourse Completion Tests geanalyseerd (Blum-Kulka, 1989; Le Pair & Korzilius, 2000; Mulken, 1996). In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van empirisch materiaal, afkomstig uit de emailcorrespondentie van reisorganisatie Het Andere Reizen. Met betrekking tot deze data is een onderscheid gemaakt tussen de Nederlandse en de Vlaamse afzenders in de leeftijdsgroep achttien tot vijfendertig. Het doel van dit onderzoek is om door middel van het in kaart brengen van de verschillende beleefdheidsstrategieën die, bewust of onbewust, toegepast worden bij het realiseren van verzoekuitingen te kijken of er verschillen zijn tussen Nederlanders en Vlamingen. Daarnaast wordt getracht deze verschillen te verklaren. In hoofdstuk twee worden de voor dit onderzoek relevante theorieën en alle eerder genoemde begrippen uitgelegd in een uitgebreid theoretisch kader. In hoofdstuk drie wordt de gehanteerde methode van onderzoek beschreven, waarna in hoofdstuk vier enkele exemplarische analyses worden gegeven. De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd
in
hoofdstuk
vijf.
Alle
patronen
en
bevindingen
die
in
het
onderzoeksmateriaal zijn aangetroffen worden hier besproken en geïllustreerd met fragmenten uit het onderzoeksmateriaal. Ten slotte wordt de onderzoeksvraag in hoofdstuk zes beantwoord. Hoofdstuk zeven is een slotbeschouwing waarin nog eens kritisch naar het onderzoek en de resultaten wordt gekeken.
2
Face-work in e-mails
2.
Theoretische achtergronden
Om een theoretisch kader te bieden voor dit onderzoek, worden hier verschillende theorieën belicht. Naast de reeds in de inleiding genoemde beleefdheidstheorie van Brown en Levinson komen ook andere theorieën over beleefdheid aan bod. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de culturele verschillen tussen Nederland en Vlaanderen met behulp van het model van Hofstede. Aan het eind van dit hoofdstuk zal een korte samenvatting worden gegeven. 2.1
Het coöperatie-principe
Aan taalgebruik ligt volgens Grice (1975: 41-58) een principe ten grondslag waar iedereen, bewust of onbewust, zich aan houdt om geslaagde communicatie te bewerkstelligen: het coöperatie-principe (ook wel samenwerkingsbeginsel genoemd). Volgens Grice is communicatie een vorm van samenwerking. De spreker1 verwacht dat de hoorder begrijpt dat de spreker een bedoeling probeert over te dragen en dat de hoorder bereid is dit beoogde effect te realiseren. De hoorder verwacht dat de spreker precies datgene doet wat nodig is om zijn bedoeling kenbaar te maken:
Make your conversational contribution such as is required, at the stage at which it occurs, by the accepted purpose or direction of the talk exchange in which you are engaged. (Grice, 1989: 26)
De vier conversationele maximes van Grice (1975: 41-58): 1. Kwaliteit: zeg alleen wat waar is, c.q. wat je als waar beschouwt. 2. Kwantiteit: zeg iets dat voldoende informatief is binnen de uitwisseling; niet meer en niet minder dan nodig is. 3. Relevantie: zorg dat je bijdrage relevant is. 4. Wijze: wees kort en ordelijk, vermijd onduidelijkheden en ambiguïteit.
De effectiviteit van indirecte taalhandelingen kan begrepen worden door de verwachting van sprekers en hoorders dat men zich normaliter aan deze ‘regels’ van Grice houdt (Houtkoop & 1
Hier wordt gesproken over spreker en hoorder. In het onderzoeksmateriaal is dit schrijver en lezer.
3
Face-work in e-mails
Koole, 2000: 45; Grice, 1975: 41-58). Grice geeft hiervoor het onderstaande voorbeeld (Cf. Houtkoop & Koole, 2000: 45-46):
(A staat naast een stilstaande auto en B komt langs.) A: Ik sta zonder benzine. B: Er is een garage om de hoek.
A kan uit de opmerking van B afleiden, dat B bedoelt dat A bij de garage om de hoek benzine kan krijgen. Deze conversationele implicatuur komt tot stand, omdat A ervan uitgaat dat B handelt op basis van het coöperatie-principe en daarbij de maxime van relevantie in acht neemt. Een conversationele implicatuur is een boodschap die verborgen is in (de context van) een uiting: hij wordt geïmpliceerd (Houtkoop & Koole, 2000: 45-46). Interculturele communicatie gaat vaak moeizaam. Dit komt echter niet doordat de coöperatie, ‘de regels van het spel’, anders is, maar door culturele verschillen in communicatiestijl. Cultuurverschillen kunnen volgens Clark (1996: 97) leiden tot verschillen in stijl (bijvoorbeeld een voorkeur voor ‘directe’ verzoeken of antwoorden), een verschil in wereldkennis en een verschil in common ground (de gedeelde kennis, opvattingen en veronderstellingen). Voor succesvolle communicatie, het overdragen van bedoelingen, moeten gesprekspartners weten welke kennis (informatie) ze delen en dus ook welke niet. Dit is goed te begrijpen bij bijvoorbeeld het aanduiden van een object (‘dat huis, ‘die fiets daar’). Het doel van de zender is dat de ontvanger begrijpt welk specifiek object hij bedoelt. Als dat lukt, wordt het object onderdeel van de common ground (Clark, 1996: 97). Een coöperatieve zender houdt dus rekening met wat de ontvanger weet, althans met zijn inschatting daarvan. Bovenstaande is schematisch weergegeven in Figuur 1.
4
Face-work in e-mails
Figuur 1: Common ground. Een combinatie van het originele zender-ontvanger model van Shannon en Weaver (1949) met het common ground principe van Clark (1996).
2.2
Pragmatic Competence
Een punt van kritiek is dat er in het coöperatie-principe geen rekening wordt gehouden met beleefdheid. De bestaande maximes worden namelijk overtreden zodra er beleefdheid wordt toegepast en daarom wordt er gepleit voor een extra maxime voor beleefdheid. Dit zal duidelijker worden aan de hand van onderstaande theorie. Lakoff (1973a: 292-305) heeft een model ontwikkeld, waarbij ook maximes voor beleefdheid zijn opgenomen (zie Figuur 2).
Figuur 2: Lakoff's rules of pragmatic competence
5
Face-work in e-mails
Lakoff stelt een overkoepelend principe voor, met twee subregels, namelijk 1. Be clear; en 2. Be polite. De eerste (Be clear) is het coöperatieprincipe van Grice, wat ze de rules of conversation heeft genoemd. Regel twee (Be polite) is een verzameling van drie regels: R1: Don’t impose; R2: give options; en R3: make A(dressee) feel good – be friendly (zoals hierboven in Figuur 2 schematisch is weergegeven). De regels van duidelijkheid (Be clear) zijn onderdeel van de regels van beleefdheid (Lakoff, 1973a: 305). Als een zender alle regels van de beleefdheid volgt, zal hij of zij op een gegeven moment de Griceaanse regels van duidelijkheid overtreden. Dit is volgens Lakoff het grote gebrek in het coöperatieprincipe van Grice (Watts, 2003: 60): “..when clarity conflicts with politeness, in most cases politeness supersedes” (Lakoff, 1973a: 297). Lakoff (1979) ordent de beleefdheidstypen van formal politeness (Don’t impose) naar informal politeness (Give options) en uiteindelijk naar intimate politeness (Make A feel good) (Cf. Watts, 2003: 60,61). Kritiek op dit model is dat (in)formaliteit voor elke cultuur anders is en een bepaalde soort uiting niet altijd ook een van beleefdheid hoeft te zijn (Watts, 2003: 61).
2.3
Definities van beleefdheid
Om het fenomeen beleefdheid beter te begrijpen, worden hier enkele definities van linguïstische beleefdheid gegeven:
…politeness is developed by societies in order to reduce friction in personal interaction. (Lakoff, 1975b: 64)
Hier wordt gesuggereerd dat friction ongewenst is en dat samenlevingen strategieën ontwikkelen om deze wrijving te voorkomen.
Politeness is strategic conflict avoidance, which can be measured in terms of the degree of effort put into the avoidance of a conflict situation, and the establishment and maintenance of comity. (Leech, 1980: 19)
Ook Leech heeft het over conflictvermijding als iets dat voorkomen moet worden. Volgens hem gebeurt dat echter op een strategische manier.
6
Face-work in e-mails Politeness is a complex system for softening face-threatening acts. (Brown & Levinson, 1978: 24)
Volgens Brown en Levinson gaat het allemaal om het verzachten van face-threatening acts, zij richten zich op het face concept.
2.4
Polite vs. politic behaviour
Brown en Levinson, Leech en Lakoff zien face-work en beleefdheid op hetzelfde niveau, terwijl andere onderzoekers, zoals Watts (1992, 2003), Kasper (1990), en Locher (2004) op het gebied van beleefdheid juist een onderscheid maakten in niveaus (Locher & Watts, 2005: 14). Watts visie is dat beleefdheid en face-work heel verschillende dingen zijn (2003: 97). Face-work, door Watts politic behaviour genoemd, is het (non-)verbale gedrag dat de participanten construeren als passend in de lopende sociale interactie (ibid.: 276). Beleefdheid en onbeleefdheid zijn juist afwijkingen van de ‘normale’ politic behaviour, zodat het wordt omgezet in (on)beleefdheid (ibid.: 241). Watts beweert dan ook dat de beleefdheidstheorie van Brown en Levinson eigenlijk helemaal niet een theorie voor beleefdheid is, maar louter een theorie voor face-work, die zich alleen bezig houdt met het verzachten van face threatening acts (ibid.: 97). Dus beleefdheid gaat een stapje verder dan wat de interactie vraagt in termen van face-behoud, terwijl onbeleefdheid betekent dat er minder wordt gedaan dan de situatie vereist (Bax, 2010: 41).
Politeness ↑ In excess Social interaction
→ Interaction order
→ Face-work (“Politic behaviour”) ↓ Below par Impoliteness
Figuur 3: Face-work en (on)beleefdheid (Bax, 2010: 42)
7
Face-work in e-mails
Locher en Watts geven ter verduidelijking enkele voorbeelden (2005: 15). Zie hieronder (1) en (2): (1) Leen me je pen. (2) Kun je me je pen lenen?
Hier zal (2) wellicht als meer beleefd worden ervaren dan (1), maar het mag duidelijk zijn dat een verschuiving in de sociale context van de interactie zal leiden tot een verschuiving in de mogelijke ervaringen van beleefdheid. De meeste mensen zouden (2) niet per se als een beleefde uiting ervaren. Voorbeeld (1) zal door veel mensen misschien als te direct worden gezien, maar niet per se als onbeleefd. Een man en zijn vrouw gebruiken (1) en (2) bijvoorbeeld in verschillende sociale contexten en vinden de een niet beleefder dan de ander, maar vinden (1) en (2) even passend (Locher & Watts, 2005: 15). Bekijk nu het verzoek zoals in (3): (3) Oi! Pen!
Zonder context, lijkt (3) een wat grove of onbeleefde uiting. Als echter blijkt dat de spreker en hoorder deze vorm zouden zien als een leuk grapje, dan is de uiting weer passend in de sociale situatie (ibid.). Een verzoek kan ook gedaan worden als in uiting (4): (4) Ik was benieuwd of je zo aardig zou zijn om me je pen te lenen?
In veel sociale contexten is (4) niet passend en zou waarschijnlijk als te beleefd (over-polite) of ironisch worden gezien. Er zullen dus veel mensen zijn die uiting (4) als negatief zouden aanduiden, maar het nog steeds als beleefd zouden aanduiden (ibid.). Hier wordt zonder meer nog eens duidelijk dat context erg belangrijk is in de ervaring van beleefdheid en dus dat een linguïstische uiting niet op zichzelf als beleefd zou moeten worden gezien (Locher & Watts 2005: 16; cf. Watts, 2003: 168). Brown en Levinson kijken volgens Watts slechts naar face-work en dit kan niet zomaar verbonden worden aan de mate en waardering van beleefdheid. Maar de theorie van Brown en Levinson is wel, zoals Locher en Watts zeggen, “..clearly in a class of its own in terms of its comprehensiveness, operationalizability, thoroughness and level of argumentation” (2005: 10). Voor het onderzoeken van de waardering en de mate van beleefdheid is het model dus niet geschikt, maar het model geeft wel een goed 8
Face-work in e-mails
gecategoriseerde basis voor het zoeken naar uitingen van beleefdheid. Dit model wordt in de volgende paragraaf uitgebreid beschreven.
2.5
Beleefdheidstheorie van Brown & Levinson
Goffman (1955) is de belangrijkste bron van de pragmalinguïstiche theorie over face-work. Hij schreef over het concept van gezichtsbehoud (face-keeping), het verschijnsel dat mensen tijdens de interactie proberen hun eigen gezicht (face) en dat van anderen te beschermen, zodat er geen gezichtsverlies optreedt. In navolging van het concept face-keeping van Goffman,
hebben
Brown
en
Levinson
(1987)
dit
verder
uitgewerkt
in
een
beleefdheidstheorie. Zij stellen in hun theorie dat gesprekshandelingen soms een aantasting kunnen vormen voor het gezicht van de zender of ontvanger. Ze maken ruwweg onderscheid tussen twee concepten, namelijk negative face en positive face (Brown & Levinson, 1987: 43,61). Negative face wordt omschreven als de behoefte van de hoorder aan vrijheid van handelen en aan zeggenschap over het eigen leven. Positive face wordt gezien als de behoefte van de hoorder om door anderen geliefd, gewaardeerd en erkend te worden (Berenst, 2005: 107). Iemands face kan worden bedreigd door middel van face threatening acts (fta’s). Brown & Levinson hebben deze theorie vervolgens verder ontwikkeld naar de relatie tussen de mate van de mogelijke face-bedreiging en linguïstische beleefdheid. Deze mate van mogelijke gezichtsbedreiging is in het model als weight (W) benoemd. Dit is de som van drie sociale parameters: the rate of imposition (R), de zwaarte van de betreffende taalhandeling in een specifieke cultuur; the social distance (D), de sociale afstand tussen de zender en de ontvanger; en the power (P), de macht die de ontvanger heeft over de zender (Brown & Levinson, 1987: 74-76).
W (FTA) = R + D + P Weight is Face Threatening Act = Rate of imposition + social Distance + Power (Brown & Levinson, 1987: 74-76)
De formule geeft weer dat de zwaarte van de fta afhankelijk is van een combinatie van drie factoren, waarvan de spreker een inschatting moet maken (Berenst, 2005: 114).
9
Face-work in e-mails
In hun onderzoek naar linguïstische beleefdheid hebben Brown en Levinson een aantal talen onderzocht. Hun analyses duiden aan dat er meerdere manieren zijn om een fta vorm te geven. Al deze manieren kunnen, volgens Brown en Levinson, teruggebracht worden naar vier hoofdstrategieën:
Figuur 4: Brown en Levinson’s beleefdheidsstrategieën (1987: 60)
Zoals in Figuur 4 hierboven te zien is, kiest een spreker meestal een hoger strategienummer als de fta zwaarder is. Niet alleen de zwaarte bepaalt de strategiekeuze. Elk geval in elke context is een afweging tussen duidelijkheid en aandacht voor het face. De hiërarchie die al in bovenstaande schema is weergegeven, wordt in combinatie met de aspecten duidelijkheid en aandacht voor het face weergegeven in onderstaand schema: + duidelijkheid/ - face-aandacht 1. bald on record 2. positieve beleefdheid 3. negatieve beleefdheid 4. off-record 5. fta achterwege laten - duidelijkheid/ + face-aandacht Schema 1: beleefdheidsstrategieën in relatie tot face-aandacht en duidelijkheid (Berenst, 2005: 116).
Deze vier hoofdstrategieën van Brown en Levinson worden hieronder beschreven:
Strategie 1: bald on record
10
Face-work in e-mails
Een zender kan er voor kiezen om de fta heel direct en zonder omhaal te doen, bald on record. Dit is de strategie waarbij de zender het meeste risico loopt om het gezicht van de ontvanger of zichzelf te bedreigen. Deze strategie gaat in haar meest directe vorm gepaard met een imperatief, zoals in “Doe de deur dicht”. Strategie 2: positive politeness
De positieve beleefdheidsstrategieën zijn bedoeld om iemands positive face te beschermen. Hierbij speelt de zender in op de behoefte van de ontvanger om begrepen, geliefd en gewaardeerd te worden (Brown & Levinson, 1987: 62). Ze hebben deze strategie uitgewerkt in vijftien substrategieën (101-129; Watts, 2003: 89-90): (1)
Toon interesse voor hoorders interesses, wensen, behoeften, bezit.
(2)
Overdrijf je waardering, interesse en sympathie voor de hoorder.
(3)
Intensiveer je betrokkenheid bij de hoorder.
(4)
Gebruik groepstaal, waarmee de identiteit van de groep waartoe je als spreker en hoorder behoort, herkend kan worden.
(5)
Zoek naar overeenstemming met de hoorder.
(6)
Vermijd onenigheid met de hoorder.
(7)
Breng de veronderstelling in dat je met de hoorder hetzelfde perspectief deelt, of dat je weet wat de kennis en de wensen van de hoorder zijn.
(8)
Maak grapjes om de hoorder op zijn gemak te stellen.
(9)
Stel of vooronderstel dat je de wensen van de hoorder kent en dat je je daarbij betrokken voelt.
(10) Breng tot uitdrukking dat wat je doet, in het belang is van de hoorder. (11) Breng tot uitdrukking dat je ervan uitgaat dat de hoorder jouw wensen wil helpen realiseren. (12) Suggereer dat je samen met iemand een activiteit (zult) verricht(en). (13) Geef redenen voor het gerealiseerd willen hebben van bepaalde wensen. (14) Suggereer dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat (voor wat hoort wat). (15) Bied de hoorder sympathie, begrip, medewerking etc. aan, of geef hem goederen. Strategie 3: negative politeness
11
Face-work in e-mails
Negatieve beleefdheidsstrategieën zijn bedoeld om tegemoet te komen aan iemands negative face. De zender speelt bij het gebruik van dit type strategieën in op de behoefte van de ontvanger aan vrijheid van handelen en zeggenschap over het eigen leven (Brown & Levinson, 1987: 62). Brown en Levinson hebben dit uitgewerkt in tien substrategieën (129210; zie ook Watts, 2003: 90-91): (1)
Wees ‘conventioneel indirect’ in de formulering van directieven.
(2)
Neem niet bij voorbaat aan dat de hoorder mee wil werken (gebruik bijvoorbeeld vraagformuleringen of hedges).
(3)
Neem aan dat de hoorder niet zonder meer geneigd is om een gewenste handeling te verrichten.
(4)
Minimaliseer de belasting (de Rx-factor in de formule).
(5)
Vergroot de P- en D-factoren, door het tonen van respect ten opzichte van de hoorder.
(6)
Verontschuldig je voor de inbreuk.
(7)
Depersonaliseer de te verrichten handeling (vermijd ik en jij).
(8)
Maak van de fta een algemene regel.
(9)
Gebruik
beschrijvende
aanspreekvormen
in
plaats
van
persoonlijke
voornaamwoorden. (10) Gebruik nominalisaties in plaats van werkwoordsvormen.
Strategie 4: Off-record
Daarnaast zijn er ook nog off-record strategieën. "A communicative act is done off record if it is done in such a way that it is not possible to attribute only one clear communicative intention to the act" (Brown & Levinson, 1987: 211). Deze strategie is dus ideaal als de spreker of schrijver de verantwoordelijkheid voor het doen van de fta wil vermijden. Op die manier kan de geadresseerde zelf beslissen hoe de fta wordt geïnterpreteerd. Brown en Levinson geven de volgende vijftien off-record strategieën (1987: 211-227): (1)
Geef hints (de afwas staat er nog).
(2)
Geef aanwijzingen (volgens mij moet de afwas nog gedaan worden).
(3)
Breng presupposities in die niet-relevant lijken, tenzij er een fta-interpretatie wordt gemaakt (ik heb alweer de afwas gedaan).
12
Face-work in e-mails
(4)
Maak gebruik van understatements (jij bent niet echt een huishoudelijk type, bedoeld is: jij doet nooit wat in het huishouden).
(5)
Maak gebruik van overstatements (jij doet nooit de afwas, bedoeld is: jij bent aan de beurt voor de afwas).
(6)
Maak gebruik van tautologieën (mannen blijven mannen, bedoeld als excuus of als verwijt).
(7)
Maak gebruik van contradicties (je bent er en je bent er niet, bedoeld als een vorm van kritiek).
(8)
Maak gebruik van ironie (wat een goede oplossing! terwijl bedoeld wordt dat de hoorder absoluut niet meewerkt aan een oplossing).
(9)
Gebruik metaforen (Mijn man is een luiaard).
(10) Gebruik retorische vragen (heb ik je ooit laten wachten?) (11) Wees ambigu (is er wellicht iemand die het raam weleens open doet?) (12) Wees vaag (je haar is bijzonder, als antwoord op de vraag wat je van het nieuwe kapsel van iemand vindt). (13) Maak gebruik van generalisaties (blaffende honden bijten niet!). (14) Richt de boodschap die eigenlijk voor de hoorder is bestemd, tot een ander. (15) Gebruik incomplete uitingen (als je goed geluisterd had....). Al deze off-record strategieën schenden de maximes van Grice: strategieën 1 tot en met 3 schenden de maxime van relevantie, 4 tot en met 6 schenden de maxime van kwantiteit, 7 tot en met 10 schenden de maxime van kwaliteit en 11 tot en met 15 schenden de maxime van wijze. Daarnaast kan een zender er ook voor kiezen om de fta niet te doen, omdat hij denkt dat deze te belastend zou zijn voor de hoorder of zichzelf (5: Don’t do the fta). De verschillende beleefdheidsstrategieën zijn samengevoegd in tabel 1. Strategie 1: Bald on record Strategie 2: Positieve beleefdheidsstrategieën 1 2 3 4 5 6 7
Toon interesse voor H Overdrijf (interesse, goedkeuring, toon sympathie) Versterk de interesse in de bijdrage van S Gebruik groepstaal Zoek overeenstemming in veilige onderwerpen Vermijd onenigheid Veronderstel common ground (breng de veronderstelling dat je met H hetzelfde perspectief deelt, of
13
Face-work in e-mails
8 9 10 11 12 13 14 15
dat je weet wat de kennis en de wensen van de hoorder zijn) Maak grapjes om de hoorder op zijn gemak te stellen Stel of veronderstel kennis van en zorg voor hoorders wil Doe beloftes Breng tot uitdrukking dat je ervan uitgaat dat de hoorder jouw wensen wil helpen realiseren. Betrek zowel spreker als hoorder in de activiteit (laten we…) Geef redenen voor het gerealiseerd willen hebben van bepaalde wensen Suggereer dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat (voor wat hoort wat) Geef H geschenken (goederen, medeleven, begrip, samenwerking)
Strategie 3: Negatieve beleefdheidsstrategieën 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Wees conventioneel indirect Neem niet bij voorbaat aan dat H mee wil werken (vraag, hedge) Neem aan dat de hoorder niet zonder meer geneigd is om een gewenste handeling te verrichten Minimaliseer de belasting Toon achting en respect Verontschuldig je Wees onpersoonlijk (vermijd ik en jij) Maak van de fta een algemene regel Gebruik beschrijvende aanspreekvormen in plaats van persoonlijke voornaamwoorden Gebruik nominalisaties in plaats van werkwoordsvormen
Strategie 4: Off-record strategieën 1 Geef hints 2 Geef aanwijzingen 3 Laat vooronderstellingen zien 4 Maak gebruik van understatements 5 Maak gebruik van overstatements 6 Maak gebruik van tautologieën 7 Maak gebruik van contradicties 8 Maak gebruik van ironie 9 Gebruik metaforen 10 Gebruik retorische vragen 11 Wees ambigu 12 Wees vaag 13 Maak gebruik van generalisatie 14 Richt de boodschap die eigenlijk voor de hoorder is bestemd, tot een ander. 15 Maak gebruik van incomplete uitingen Tabel 1: De beleefdheidsstrategieën van Brown en Levinson (1987: 101-227)
2.6
Beleefdheid, indirectheid en universaliteit
Naast de voornaamste kritiek op de beleefdheidstheorie van Brown en Levinson, namelijk dat ze het slechts hebben over face-work en niet zozeer over beleefdheid, is er ook nog andere kritiek. Brown en Levinson gingen er vanuit dat een uiting waarin een heel directe taalhandeling werd gedaan (doe het raam open) als minder beleefd zou worden gezien dan bijvoorbeeld een hint (wat is het hier heet) of een conventioneel indirecte uiting (zou je het raam kunnen openen?). De mate van indirectheid werd een tijdlang gezien als de mate van linguïstische beleefdheid (Watts, 2003: 70). In de jaren 80 kwam een onderzoeksgroep onder naam van
14
Face-work in e-mails
het CCSARP project2 echter met resultaten die deze bewering tegenspraken. Uit dit onderzoek bleek juist dat het per cultuur verschilt of er voorkeuren zijn voor meer directe of meer indirecte uitingen. In sommige talen, zoals het Hebreeuws en het Russisch, worden meer directe vormen van verontschuldigingen en verzoeken geprefereerd (Watts, 2003: 70). In culturen waarin directe uitingen worden geprefereerd, worden dan wel weer beleefdheidspartikels of hedges toegepast. Uiteindelijk bleek de meest gewaardeerde beleefdheidsvorm niet, zoals werd verwacht, de off-recordstrategie, maar de conventioneel indirecte uiting (kun je mij het zout aangeven?) te zijn (Watts, 2003: 70). Het CCSARP weerlegt hiermee het idee dat hoe indirecter de uiting, hoe hoger de waardering van beleefdheid (1987: 131). Naast deze kritiek van het CCSARP project over de relatie tussen beleefdheid en indirectheid is er ook nog andere kritiek op het model van Brown en Levinson. Dit heeft vooral te maken met de universele claim van het model. Verschillende onderzoekers hebben aangetoond dat in bijvoorbeeld Aziatische culturen geen, of op een heel andere manier, sprake is van negative face (Huls, 2001: 180). Handelingen die Brown en Levinson als inbreuk zien, worden in Aziatische landen niet zo opgevat. 2.7
Verzoeken
In dit onderzoek wordt gekeken naar e-mails van (potentiële) klanten waarin verzoeken worden gedaan aan een bedrijf. Een verzoek kan worden opgevat als een taalhandeling waarmee de zender de aangesprokene zover wil krijgen dat deze een handeling uitvoert die in het algemeen in het belang van de zender is en die van de aangesprokene een zekere moeite of inspanning vergt (Le Pair & Korzilius, 2000: 338). Een verzoek is dus een fta, want het doen van een verzoek vormt een mogelijke bedreiging van het negatieve gezicht van de hoorder. Om een verzoek als zodanig te classificeren, moet een taaluiting voldoen aan een aantal voorwaarden. De voorwaarden voor verzoeken volgens Searle zijn:
2
Het Cross-Cultural Speech Act Realization Patterns project, onder leiding van Shoshana Blum-Kulka, Juliane House en Gabriele Kasper, waarvan de resultaten warden gepubliceerd in 1989 onder de titel Cross-cultural pragmatics: requests and apologies.
15
Face-work in e-mails Directieven (Verzoeken) Propositionele
Toekomstige handeling A van H
inhoud Voorbereidend
1. H is in staat om A te doen. S gelooft dat H in staat is om A te doen. 2. Het is zowel S als H duidelijk dat H bij een normaal verloop der gebeurtenissen A niet uit zichzelf zal doen.
Oprechtheid
S wil dat H A doet.
Essentieel
Geldt als een poging om H ertoe te bewegen A te doen.
Tabel 2: Voorwaarden van verzoeken (Searle, 1977: 80, 81).
Volgens de eerste voorwaarde (de propositionele-inhoudsvoorwaarde) moet het gaan om een toekomstige handeling. De voorbereidende voorwaarde houdt in dat H in staat is om de toekomstige handeling uit te voeren en dat H deze niet uit zichzelf zou verrichten. Deze laatstgenoemde voorwaarde is wat Labov en Fanshel (1977: 78) typeren als the need for request. De oprechtheidsvoorwaarde betekent dat S oprecht wil dat H de handeling uitvoert. De laatste, essentiële, voorwaarde omvat de poging van S om H ertoe te bewegen de handeling te verrichten. Labov en Fanshel (1977: 78) hebben deze voorwaarden specifieker gemaakt door zich alleen te richten op strikte verzoeken, zoals bevelen. Hierdoor hebben ze enkele toevoegingen gegeven op het model van Searle:
X moet gedaan worden (need for action). B heeft een verplichting om X te doen of wil X doen. A heeft de macht om B te kunnen zeggen X te doen.
Een zender zal een verzoek zo helder en expliciet mogelijk willen formuleren, in overeenstemming met het door Grice geformuleerde coöperatie-principe en zijn conversationele maximes (1975: 41-58), maar er tevens voor willen zorgen dat zijn verstandhouding met de aangesprokene niet geschaad wordt door het doen van het verzoek (Le Pair & Korzilius, 2000: 338). Afhankelijk van de ‘zwaarte’ van het verzoek, zal de zender een bepaalde mate van face-work moeten toepassen, om het gezicht van de ontvanger te beschermen. Zo is er bijvoorbeeld een verschil in zwaarte tussen de uiting “Wil je me een
16
Face-work in e-mails
pen lenen?” en de uiting “wil je me je huis lenen?”. Daarnaast verschilt deze zwaarte ook nog per context: stel je deze vraag aan je vriend of aan je baas?
2.8
Interculturele en crossculturele communicatie
Interculturele communicatie betreft de communicatieve interactie tussen leden van verschillende culturen (Sarangi, 1995: 22), zoals in dit onderzoek het geval is bij de Vlaamse klant die het Nederlandse bedrijf aanschrijft. Bij crossculturele communicatie gaat het om de vergelijking tussen verschillende culturen (Sarangi, 1995: 22; Shadid, 1998: 72), zoals in dit onderzoek het geval is wanneer de verschillen tussen de Nederlanders en de Vlamingen worden bekeken. Zoals in de inleiding werd genoemd is het van belang om de culturele waarden van de betreffende culturen in dit onderzoek te verwerken om de beleefdheidstheorie voor sociolinguïstische doelen te kunnen toepassen. Binnen de culturele antropologie is het besef ontstaan dat alle samenlevingen voor dezelfde fundamentele problemen staan (Hofstede 1991: 25). Afhankelijk van de basiswaarden worden deze fundamentele problemen van cultuur tot cultuur op eigen wijze opgelost. In 1954 stelden Inkeles & Levinson (Hofstede, 1991: 25) dat er een aantal kwesties zijn die gezien kunnen worden als wereldwijde fundamentele problemen die gevolgen hebben voor het functioneren van samenlevingen, groepen binnen samenlevingen en individuen binnen deze groepen. Deze kwesties worden als volgt ingedeeld (Ibid.): 1.
De verhouding tot gezag.
2.
Het heersende beeld dat de mensen van zichzelf hebben, met name ten aanzien van: - de verhouding tussen individu en samenleving. - de gewenste rollen van mannen en vrouwen.
3.
Manieren van omgaan met conflicten, waaronder het beheersen van agressie en het uiten van gevoelens.
Hofstede (1991: 26) komt aan de hand van zijn onderzoek bij IBM met een soortgelijke indeling in fundamentele kwesties: 1.
Maatschappelijke ongelijkheid, waaronder de houding ten opzichte van gezag.
2.
De verhouding tussen individu en groep. 17
Face-work in e-mails
3.
De gewenste rolverdeling tussen mannen en vrouwen: de maatschappelijke gevolgen van het geboren worden als jongen of meisje.
4.
Manieren van omgaan met onzekerheid, waaronder de wenselijkheid van het beheersen van agressie en van het uiten van emoties.
De kwesties die Inkeles en Levinson als wereldwijde fundamentele problemen opstelden, komen goed overeen met de onderzoeksresultaten van Hofstede twintig jaar later. Uit deze indeling komen vier dimensies van verschillen tussen nationale culturen naar voren. Na heranalyse van Hofstedes onderzoeksresultaten door Aziatische onderzoekers is door één van deze onderzoekers, Michael Bond, een op Chinezen georiënteerde vragenlijst opgesteld. Na onderzoek met deze vragenlijst werd er een extra dimensie geïdentificeerd, door de Aziatische onderzoeker Confuciaans Dynamisme genoemd (Hofstede, 1991: 32). Later voegt Hofstede dit Confuciaans Dynamisme toe als vijfde dimensie van verschillen tussen
nationale
culturen,
onder
de
naam
Langetermijngerichtheid
tegenover
Kortetermijngerichtheid. De vijf dimensies worden door Hofstede & Hofstede (2005: deel I: 53-237) als volgt geformuleerd: ▪ Machtsafstand: De mate van ongelijkheid onder mensen die door de bevolking van een land als normaal wordt beschouwd (power distance: PDI). ▪ Individualisme tegenover collectivisme: De mate waarin mensen voelen dat zij verondersteld worden om te zorgen voor, of zelf te worden verzorgd door hun families of organisaties waartoe zij behoren (individuality: IDV). ▪ Masculiniteit tegenover femininiteit: De mate van masculiniteit binnen een cultuur. Een cultuur wordt als masculien beschouwd als de sociale sekserollen duidelijk gescheiden zijn: mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes; vrouwen horen bescheiden en gevoelig te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het leven. Bij een feminiene cultuur overlappen de sociale sekserollen juist: zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan. (masculinity: MAS). ▪ Onzekerheidsvermijding: De mate waarin de mensen in een land gestructureerde boven ongestructureerde situaties verkiezen. Culturen met een sterke onzekerheidsvermijding hebben veel formele regels en leggen een grote nadruk op culturele waarden. 18
Face-work in e-mails
Onduidelijkheid wordt zoveel mogelijk verminderd, wat tot uitdrukking komt in het streven naar een duidelijke structuur in de organisaties, instituties en relaties (uncertainty avoidance: UAI). ▪ Langetermijn- tegenover kortetermijnoriëntatie: De mate waarin een cultuur gericht is op de toekomst. Een cultuur met een langetermijnoriëntatie is georiënteerd op de toekomst. De mensen binnen een dergelijke cultuur denken veel na over de toekomst en sparen. Culturen met kortetermijnwaarden zijn naar het verleden en het heden georiënteerd en hebben eerbied voor traditie, zijn gericht op face-behoud en op het vervullen van sociale verplichtingen (long term orientation: LTO).
2.9
Nederland vs. Belgisch Vlaanderen
Hieronder is in Figuur 5 weergegeven wat de waarden voor Nederland en Belgisch Vlaanderen zijn op de verschillende dimensies
(Hofstede & Hofstede, 2005:
56,90,129,174,212). Nederland
Belgisch Vlaanderen
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
PDI - Machtsafstand IDV - Individualisme MAS - Masculiniteit UAI - Onzekerheidsvermijding LTO - Langetermijnoriëntatie
PDI
IDV
MAS
UAI
LTO
Figuur 5: De vijf dimensies voor Nederland en Belgisch Vlaanderen
Zoals in Figuur 5 goed te zien is, zijn er voor de dimensies individualisme en langetermijnoriëntatie weinig verschillen te zien tussen Nederland en Belgisch Vlaanderen. In Figuur 5 is ook te zien dat de waarde van de PDI bij de Vlamingen anderhalf keer zo hoog is als die bij de Nederlanders. Dit betekent dat de mensen in de Vlaamse cultuur zich gemakkelijker neerleggen bij het feit dat de macht ongelijk verdeeld is, dan mensen in de Nederlandse cultuur (Shadid, 1998: 85).
19
Face-work in e-mails
Ten tweede kunnen we opmaken uit Figuur 5 dat Belgisch Vlaanderen meer masculiniteit kent dan Nederland. In België zijn de sociale sekserollen nog veel meer gescheiden: mannen worden geacht assertief en hard te zijn en gericht op materieel succes, vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan (Shadid, 1998: 86). De Nederlandse samenleving is feminien, want de sociale sekserollen overlappen elkaar: zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het leven. Daarnaast is te zien dat de Vlamingen een hoge onzekerheidsvermijding hebben. De leden van de samenleving voelen zich bedreigd door onzekere of onbekende situaties en hebben behoefte aan voorspelbaarheid en formele of informele regels. De Nederlandse samenleving heeft het liefst zo min mogelijk regels en afwijkend gedrag wordt vaak getolereerd (Shadid, 1998: 86-87). Er is echter ook kritiek op het onderzoek van Hofstede. Zo heeft het onderzoek plaatsgevonden in een institutionele setting (bij IBM), maar worden de resultaten gegeneraliseerd naar de betreffende landen en culturen (Ross & Faulkner, 1998: 37). Bovendien bestaat de onderzoeksgroep, de werknemers van IBM, voornamelijk uit hoogopgeleide mannen uit de middenklasse en uit de stad, waardoor subculturen als minderheidsgroepen slecht vertegenwoordigd zijn (Ross & Faulkner, 1998: 38). Ondanks deze kritiek wordt de grote bijdrage die dit model heeft geleverd aan het onderzoek naar interculturele communicatie geroemd (ibid.: 39). 2.10
Samenvatting
Dit hoofdstuk heeft inzicht gegeven in de grondbeginselen van de verschillende beleefdheidstheorieën. Face-work is het (non)verbale gedrag dat de participanten construeren als passend in de sociale interactie. Beleefdheid en onbeleefdheid zijn juist afwijkingen van de ‘normale’ politic behaviour, zodat het wordt omgezet in (on)beleefdheid. Watts beweert dan ook dat de beleefdheidstheorie van Brown en Levinson eigenlijk helemaal niet een theorie voor beleefdheid is, maar louter een theorie voor face-work. Ondanks deze kritiek is de theorie van Brown en Levinson erg uitgebreid en overzichtelijk en goed te gebruiken in onderzoek naar face-work. Vanaf hier zal het onderzoek zich dan ook richten op face-work en zal de term beleefdheid worden losgelaten.
20
Face-work in e-mails
Met behulp van het culturele dimensiemodel van Hofstede zijn de cultuurverschillen tussen Nederland en Belgisch Vlaanderen beschreven. Deze culturen verschillen volgens dit model vooral in de mate van masculiniteit, de mate van onzekerheidsvermijding en in de beleving van machtsafstand. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven wat de gehanteerde methode van onderzoek is.
21
Face-work in e-mails
3.
Methode
In het voorgaande hoofdstuk is een theoretisch kader voor het onderzoek geschetst. In dit hoofdstuk zal de analysemethode uiteen worden gezet. Allereerst komen de onderzoeksvragen aan de orde en zal er worden ingegaan op het doel van het onderzoek en de operationalisatie. Vervolgens zal het onderzoeksmateriaal worden besproken en wordt de analyseprocedure besproken.
3.1
Onderzoeksvraag
De centrale vraag in dit onderzoek luidt: In welk(e) opzicht(en) verschillen ‘Nederlanders’ en ‘Vlamingen’ bij het realiseren van face-work rondom verzoekuitingen in e-mails naar een reisorganisatie? Deze mogelijke verschillen zullen geïnterpreteerd worden aan de hand van het culturele model van Hofstede. Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden moet echter eerst worden gekeken welke vormen van face-work door Nederlanders en Vlamingen worden gerealiseerd rondom verzoekuitingen.
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de verschillende face-strategieën bij het realiseren van verzoekuitingen in e-mails en daarnaast om te kijken of er verschillen zijn tussen Nederlanders en Vlamingen. Voorheen zijn in vergelijkbare onderzoeken (Blum-Kulka, 1989; le Pair & Korzilius, 2000; Mulken, 1996) voornamelijk resultaten uit ‘Discourse Completion Tests’ geanalyseerd. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van empirisch materiaal, afkomstig uit de emailcorrespondentie tussen de Nederlandse en Vlaamse klant en een Nederlands bedrijf. Hierdoor zal het onderzoek een zinvolle aanvulling zijn op eerder onderzoek en inzicht bieden in de manier waarop dergelijke face-strategieën in verzoekuitingen worden gebruikt. De aard van dit onderzoek is descriptief, met behulp van bestaande overzichten van face-strategieën wordt gekeken naar verschijningsvormen en patronen van face-work in bovengenoemde data (Baxter & Babbie 2004: 71,72). De onderzoeksgegevens worden verkregen door middel van tekstanalyse. Het gaat hier dus om een kwalitatief onderzoek.
22
Face-work in e-mails
Daarnaast zal echter ook onderzocht moeten worden of de verschillen door toeval zijn ontstaan of dat deze statistisch significant zijn. Voor een deel is dit onderzoek dus ook toetsend en dus kwantitatief.
3.2
Operationalisatie
Wanneer is er sprake van face-work? In dit onderzoek wordt gekeken naar de verschijningsvormen van linguïstische beleefdheid. Elke uiting die niet bald on record (direct) wordt uitgevoerd, wordt ingekleed met, al dan niet bedoelde, vormen van face-work. Tijdens de analyse wordt onderstaand schema aangehouden. Het onderzoek heeft een open karakter, dus nieuwe inzichten of combinaties binnen het schema zijn mogelijk en zullen dan ook beschreven worden. Strategie 1: Bald on record Directe formuleringen of vragen, zonder omhaal
Strategie 2: Positieve face-strategieën 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Toon interesse voor de hoorder Overdrijf (interesse, goedkeuring, toon sympathie) Versterk de interesse in de bijdrage van S Gebruik in-groep identiteitsmarkers Zoek overeenstemming in veilige onderwerpen Vermijd onenigheid Veronderstel, beweer common ground Maak grapjes om de hoorder op zijn gemak te stellen Beweren of veronderstel kennis van en zorg voor hoorders wil Doe beloftes Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is Betrek zowel spreker als hoorder in de activiteit (laten we…) Geef of vraag naar redenen Suggereer dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat (voor wat hoort wat) Geef H geschenken (goederen, medeleven, begrip, samenwerking)
Strategie 3: Negatieve face-strategieën 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Wees conventioneel indirect Neem niet bij voorbaat aan dat H mee wil werken (vraag, hedge) Wees pessimistisch over het kunnen of willen van H om mee te werken (subjunctief) Minimaliseer de belasting Toon achting Verontschuldig je Wees onpersoonlijk (vermijd ik en jij) Maak van de fta een algemene regel Gebruik beschrijvende aanspreekvormen in plaats van persoonlijke voornaamwoorden Doe alsof je een schuld int, of alsof je bij H nu een open schuld krijgt
Strategie 4: Off-record strategieën 1 2 3 4
Geef hints Geef aanwijzingen Laat vooronderstellingen zien Maak gebruik van understatements
23
Face-work in e-mails 5 Maak gebruik van overstatements 6 Maak gebruik van tautologieën 7 Maak gebruik van contradicties 8 Maak gebruik van ironie 9 Gebruik metaforen 10 Gebruik retorische vragen 11 Wees ambigu 12 Wees vaag 13 Maak gebruik van generalisatie 14 Misplaats H: spreek H niet direct aan (richt je tot iemand anders) 15 Wees incompleet, maak gebruik van ellipsis Tabel 3: De face-strategieën van Brown en Levinson (1987: 101-227).
3.3 Materiaal Het materiaal bestaat uit correspondentie tussen klanten en een Nederlands bedrijf. De correspondentie bestaat uit e-mails waarin voornamelijk om informatie wordt gevraagd. Hierin worden vaak (indirecte) verzoeken gedaan. De e-mails zijn afkomstig van Vlaamse en Nederlandse klanten in de leeftijdsgroep achttien tot vijfendertig jaar en komen uit de periode 2008 tot halverwege 2010. De verzoeken in het onderzoeksmateriaal zijn over het algemeen niet onredelijk in deze context. Een klant wil meer informatie van een dienstverlenend bedrijf, de mate van belasting (R) is dus laag. Uit andere onderzoeken bleek al dat directieven ook in formele communicatie zoveel mogelijk hoordervriendelijk worden gemaakt (Cf. Noppen, 2010). Ondanks de lage mate van belasting wordt verwacht dat de klant in de e-mail toch vormen van face-work toe zal passen. De sociale afstand (D) en de macht van de ontvanger over de zender (P) zijn in principe in het gehele materiaal hetzelfde, hier hoeft dus niet apart naar te worden gekeken. Het gaat in het materiaal alleen om nieuwe klanten, dus de sociale afstand (D) is steeds gelijk.
3.4
Methode
Het onderzoeksmateriaal, dat bestaat uit vijfenveertig Nederlandse e-mails en vijfenveertig Vlaamse e-mails, wordt geanalyseerd aan de hand van de face-strategieën van Brown en Levinson, zoals beschreven in de theorie. Hierbij wordt gekeken naar de verzoeken, de fta’s. De context zal echter ook in beschouwing worden genomen, omdat face-work niet alleen in de fta zelf kan voorkomen, maar ook in aanloop naar of na afloop van de fta. De analyseprocedure verloopt als volgt:
24
Face-work in e-mails
Alle 90 e-mails zullen worden bestudeerd, daarvan worden alle verzoeken en de context daaromheen geselecteerd en in een tabel gezet. Er zal voor elke groep een tabel worden gemaakt, dus een tabel voor de Vlamingen en een tabel voor de Nederlanders. De e-mails zijn van tevoren genummerd. Deze nummers zullen ook in de tabel worden aangehouden:
Nr. Aanhef SubUitingsvormen en afsluiting strategie
Uitleg
Opmerkingen Code
Vervolgens wordt er per e-mail gekeken naar de aanspreekstijl, die bestaat uit de aanhef en afsluiting en de persoonlijke voornaamwoorden. Deze zullen worden beoordeeld aan de hand van formaliteit. Als er in een e-mail bijvoorbeeld wordt gevousvoyeerd en de groetformuleringen zijn formeel, zoals ‘geachte’, dan zal de e-mail worden ingedeeld als formeel. Daarna zullen de verzoeken worden beoordeeld met behulp van de bestaande facestrategieën (tabel 3). Ook de aanloop naar of de afronding van een verzoek zal worden beoordeeld, omdat face-work, zoals eerder vermeld, ook daar kan voorkomen. Er zal daarnaast ook worden gekeken naar beleefdheidspartikels en andere eventuele opvallendheden. Per e-mail zal de zwaarte van de fta worden bepaald. Er wordt gekeken naar wat er gevraagd wordt en er zal worden bepaald of het een zwaar verzoek is (gemarkeerd) of dat het een, voor deze context, normaal verzoek is (ongemarkeerd). Aan de hand van onderstaande tabel zullen er codes (1, 2a, 2b, 2c, 3a, 3b, 3c of 4) worden toegekend aan de substrategieën voor de statistische verwerking van de resultaten. De substrategieën zijn gecategoriseerd naar gelijkenis van strategie zodat voor de statistische verwerking slechts acht groepen overblijven.
Type
Strategie
Uitingsvormen
Code
Bald on record
Onomwonden formuleringen, zeer direct Interesse en sympathie tonen
Gebruik van imperatieven, zoals “Geef me..., “
1
Interesse tonen, in-groep markers, veilige onderwerpen, grapjes Pos. substrategieën 1 t/m 6, 8
2a
On record Positief
25
Face-work in e-mails On record Positief On record Positief On record Negatief
Overeenkomsten benadrukken
Common ground claimen, beloftes doen Pos. substrategieën 7, 9, 10, 12
2b
Aandacht voor samenwerking benadrukken Ruimte geven voor vrijheid van handelen
2c
On record Negatief On record Negatief Offrecord
Belasting fta minimaliseren
Wees optimistisch over medewerking, geef redenen Pos. substrategieën 11, 13 t/m 15 Wees conventioneel indirect, maak gebruik van vragen of hedges, wees pessimistisch over medewerking Neg. substrategieën 1 t/m 3 Minimaliseer de belasting, verontschuldig je, toon achting Neg. substrategieën 4 t/m 6 Wees onpersoonlijk (vermijd ik en jij), wees formeel, maak van de fta een algemene regel Neg. substrategieën 7 t/m 10 Geef hints, wees ambigu of vaag
Afstand creëren tussen de uiting en de spreker/hoorder fta door hoorder laten interpreteren
3a
3b
3c
4
Tabel 4: Face-strategieën en de bijbehorende codes: De substrategieën van Brown en Levinson (1987: 101227) omgezet in een analysetabel (Cf. Hofman, 2009: 15).
Vervolgens wordt met behulp van een Chi-kwadraat toets onderzocht of de verschillen tussen de twee groepen die zijn waargenomen, veroorzaakt zijn door toeval of niet. Er wordt dus gekeken of de verschillen statistisch significant zijn. Er wordt gekeken naar de verdeling van de substrategieën, maar ook naar verschillen binnen de strategieën en naar verschillen in bijvoorbeeld de aanspreekstijl. Kwalitatieve methoden van onderzoek kunnen soms voor enige subjectiviteit zorgen, omdat de denkbeelden en kennisachtergronden van de onderzoeker meespelen in het denkproces en dus het beschrijvingsproces (Boer e.a., 2005: 137). In het hoofdstuk hierna zal daarom eerst een exemplarische analyse van enkele e-mails volgen. Dit is bedoeld om de analyse inzichtelijk en transparant te maken. De gehele analyse wordt in een tabel gezet (zie bijlage I) en vervolgens zullen de resultaten daarvan in hoofdstuk vijf worden beschreven en ondersteund door de kwantitatieve analyse.
26
Face-work in e-mails
4.
Exemplarische analyse
In dit hoofdstuk zullen enkele Nederlandse en Vlaamse e-mails uitgebreid worden geanalyseerd. Deze exemplarische analyse dient als voorbeeld voor de gehele analyse. Aan de hand van het schema uit hoofdstuk drie worden de verschillende uitingen geanalyseerd. De resultaten van de gehele analyse zullen worden verwerkt in een tabel (zie bijlage I). Uiteindelijk worden de resultaten gecodeerd zodat er kwantitatieve data ontstaan die statistisch verwerkt kunnen worden. Zo wordt er onderzocht of de resultaten niet aan toeval zijn toe te wijzen. Een uitgebreide beschrijving van de methode is te vinden in hoofdstuk drie. De resultaten van de analyse zullen worden beschreven in hoofdstuk vijf. De voorbeeldfragmenten zijn als volgt weergegeven: (Nummer fragment: nummer in analysetabel, met een N voor de Nederlandse data en een V voor de Vlaamse data).
(1: 1V) 1 2 3 4 5 6
Hallo, Ik heb jullie website bekeken en vind de formule van vrijwillgerswerk en Spaans leren heel toff en spreekt mij enorm aan en dan in het bijzonder in Peru in Cusco. Ik heb een vraagje: is er ook een formule om 3 weken naar Cusco te gaan en enkel vrijwilligerswerk te doen en Spaans te leren zonder die andere activiteiten. Ik ben al naar Peru geweest en heb dit al gezien. Staan die data voor de reizen al vast? Bedankt! Vriendelijke groetjes,
Bovenstaande e-mail begint met de informele groetformulering “hallo”. In deze e-mail zijn zowel positieve als negatieve face-strategieën terug te vinden, in zowel de verzoeken zelf als in de context. In de eerste zin wordt er interesse en sympathie getoond voor de organisatie: “...vind de formule van vrijwilligerswerk en Spaans leren heel toff en spreekt mij enorm aan...”. Dit is een vorm van positieve face-work (substrategie 1: Toon interesse voor de hoorder). De positieve evaluaties “heel toff” en het bijwoord “enorm” duiden ook op een overdrijving van deze interesse (substrategie 2: Overdrijf interesse, goedkeuring, sympathie). Deze uiting is op zichzelf geen fta, maar wel een face-strategie ter voorbereiding op de daadwerkelijke fta. In de tweede zin wordt het verzoek om informatie ingeleid. De belasting van de aanstaande fta wordt geminimaliseerd met behulp van het verkleinwoord ‘vraagje’. Dit is
27
Face-work in e-mails
een voorbeeld van negatieve face-work (substrategie 4: Minimaliseer de belasting). De belasting in dit verzoek is reëel omdat er om een afwijking van het bestaande programma wordt gevraagd: “Is er ook een formule om 3 weken naar Cusco te gaan en enkel vrijwilligerswerk te doen en Spaans te leren zonder die andere activiteiten?”. Deze zin is bald on record, direct gedaan en is tevens de daadwerkelijke fta. In zin 4 wordt ook nog een reden gegeven voor het verzoek: “Ik ben al naar Peru geweest en heb dit al gezien”. Dit is een vorm van positieve face-work (substrategie 13: Geef of vraag naar redenen). Daarna wordt in zin 5 nog een directe vraag gesteld: “Staan die data voor de reizen al vast?”. Deze vraag wordt niet voorafgegaan door een inleidende of afzwakkende uiting en wordt bald on record gesteld. In de laatste zin van deze e-mail wordt middels de afsluitende uiting “bedankt!” optimisme over het kunnen en willen meewerken van de lezer wordt getoond. Dit is wederom een vorm van positieve face-work (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is). Deze uiting, waarmee vooraf bedankt lijkt te worden voor de handeling(en) van de lezer, toont tevens aan dat het hier om een verzoek gaat. De e-mail eindigt met de informele groetformulering “Vriendelijke groetjes”. In bovenstaande e-mail worden informele groetformuleringen gebruikt en ook de aanspreekstijl is informeel (“..jullie website..”, r.1). In deze e-mail, met een reële fta door het vragen naar een afwijkend programma, zijn vormen van zowel positieve als negatieve facework gevonden.
In onderstaande e-mail wordt de informele groetformulering “Beste,” zelfstandig gebruikt. Deze groetformulering wordt in het Nederlands alleen gebruikt als de geadresseerde bekend is, zoals in ‘Beste Anne’. De formulering komt in het Nederlands niet zelfstandig voor zoals in deze Vlaamse e-mail en is voor een Nederlandse lezer dus gemarkeerd. (2: 2V) 1 2 3 4 5
Beste, Ik ben een (bijna) 22-jarige Belgische geneeskunde-studente en wil deze zomer graag nog eens een stukje van de wereld zien. Ik heb als 18-jarige 5 weken in een vrijwilligerswerkproject in kenia gewerkt, en sindsdien heb ik de charmes van reizen naar andere culteren ontdekt. Nu heb ik mijn zinnen op midden-amerika gezet. Na wat zoekwerk kwam ik bij "het andere reizen" terecht en ik ben erg geïnteresseerd. Ik zou graag 4 weken spaanse les volgen in nicaragua/panama/een ander midden-amerikaans land gevolgd door 4 weken vrijwilligerswerk.
28
Face-work in e-mails 6 7 8 9 10
Ik heb op jullie site gezien dat jullie hier tal van interessante projecten hebben. Daarom wil ik eens vragen wat nog mogelijk is, want ik besef dat ik aan de late kant ben. Het type vrijwilligerswerk dat ik wil doen is vooral werk waarbij menselijke relaties op de voorgrond staan. Een medisch project zou heel tof zijn (gezien mijn studies), maar werken met kansarme vrouwen of kinderen lijkt me ook zeer boeiend! De periode waarin ik kan gaan loopt van 1 juli-20 september, het liefst zou ik de laatste week van juli vertrekken en blijven tot 20 september (dan kan ik mij na mijn examens in juni rustig en goed voorbereiden op de reis!)
11 12 13 14 15
Ik wou ook eens vragen hoe jullie precies werken. Hebben jullie een kantoor in nederland? En zo ja waar? Want ik zou toch graag iemand van de organisatie willen spreken voor ik knopen doorhak. Zijn er problemen omdat ik de Belgische nationaliteit heb?
16
Alvast bedankt! Vriendelijke groeten
De schrijver begint de e-mail met een korte introductie over zichzelf, gevolgd door een positieve vorm van face-work (substrategie 1: toon interesse voor de hoorder) in zin 4: “....en ik ben erg geïnteresseerd”. In zin 7 wordt het verzoek voorzien van een vorm van positieve face-work (substrategie 13: geef of vraag naar redenen): “Daarom wil ik eens vragen wat nog mogelijk is...”. Met het bijwoord “daarom” maakt de schrijver duidelijk dat er een reden wordt gegeven. De fta is hier redelijk reëel, omdat de schrijver laat contact opneemt. In zin 11 wordt een indirect verzoek gedaan, doordat alleen gesproken wordt over wat Searle (zie 2.7) de oprechtheidsvoorwaarde noemt. Door alleen aan te halen wat de schrijver wil, is dit letterlijk genomen geen verzoek. De uiting zal echter, in deze context, toch als zodanig worden gezien en is dus een vorm van negatieve face-work (substrategie 1: wees conventioneel indirect): “Ik wou ook eens vragen hoe jullie precies werken”. Dan volgen in zin 12 en 13 enkele directe vragen, die worden ingekleed met een positieve vorm van face-work in zin 14 (substrategie 13: geef of vraag naar redenen): “want ik zou toch graag iemand van de organisatie willen spreken voor ik knopen doorhak.” Door deze uiting met “want” te beginnen geeft de schrijver aan dat er een reden komt. In zin 15 wordt er nog een directe vraag gesteld, deze staat los van de andere vragen en wordt niet voorafgegaan of bijgestaan door enige vormen van face-work. Ook deze e-mail wordt afgesloten met een positieve vorm van face-work (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is): “Alvast bedankt!”. De schrijver is positief gestemd over het willen en kunnen meewerken van de lezer en bevestigt met deze uiting tevens dat het hier om een verzoek
29
Face-work in e-mails
gaat. De afsluitende groetformulering “Vriendelijke groeten” is niet heel formeel, wat meer het geval is bij ‘met vriendelijke groeten’ of ‘hoogachtend’. De groetformulering is echter ook niet heel informeel, zoals in ‘groetjes’. De toon van bovenstaande e-mail is informeel te noemen, omdat de groetformuleringen (redelijk) informeel zijn en de aanspreekstijl ook (“jullie”). In deze e-mail, met een redelijk reële fta door het laat aanvragen van informatie, zijn vormen van zowel positieve als negatieve face-work gevonden.
De e-mail hieronder begint met de formele groetformulering ”Geachte,”. Merk op dat ook deze term zelfstandig gebruikt wordt, net als “beste” in de e-mail hierboven. Er wordt vervolgens weer uitgebreid beschreven wie de schrijver van de e-mail is, wat hij of zij doet en wat het doel is. In deze e-mail zitten twee reële (gemarkeerde) fta’s. De eerste zit in zin 6 en 7. De schrijver contacteert laat, terwijl de aanvraag “ten laatste op 20 mei moet ingediend worden”. Hier wordt echter wel een vorm van positieve face-work aan toegevoegd (substrategie 13: geef of vraag naar redenen): “Ik contacteer jullie nogal laat, maar dit komt doordat mijn oorspronkelijke stageplaats in Cuba geen toestemming van de overheid heeft gekregen om een stagiair aan te nemen”. De schrijver geeft hiermee een reden (of eigenlijk de oorzaak) van zijn/haar late schrijven. In zin 8 wordt de tweede reële fta gerealiseerd. Hier wordt indirect een verzoek gedaan: “Voor mijn aanvraag heb ik een organisatie van hier en een ter plaatse nodig plus telkens een contactpersoon die voor mij verantwoordelijk wil zijn”. De aanvraag moet dus niet alleen snel binnen zijn, de schrijver heeft ook nog allerlei eisen. Dit verzoek is conventioneel indirect, omdat alleen de need for request wordt uitgesproken. Letterlijk genomen is deze uiting geen verzoek. Dat deze uiting, in deze context, toch als een verzoek zal worden gezien, maakt het conventioneel indirect en dus negatief afgezwakt (substrategie 1: wees conventioneel indirect). In zin 9 wordt ook een indirect verzoek gedaan, maar deze is nog indirecter: “Een korte werkomschrijving ware ook zeer handig”. Hier verwoordt de spreker alleen een motief of voorwaarde voor een handeling en laat hij de ander hieruit concluderen wat er van hem gevraagd wordt (Huls, 2001: 89). Dit is een voorbeeld van een off-record strategie (substrategie 1: Geef hints).
30
Face-work in e-mails (3: 3V) Geachte, 1 2 3 4 5
ik ben voor mijn opleiding op zoek naar een stage voor deze zomer (liefst augustus). Ik studeer Bio-Ingenieur Land- en Bosbeheer en zit nu in mijn derde Bachelorjaar. Ik spreek Spaans, werk graag, reisde reeds alleen door Cuba,.... De plaats van mijn stage is voor mij persoonlijk om het even. Mijn voorkeur gaat uit naar Ecuador maar als u een geschiktere plaats kent of een plaats waar een stagiair gewenst is, is dit ook goed.
6
Twee aandachtspuntjes zijn evenwel dat mijn persoonlijk budget redelijk beperkt is en dat mijn stageaanvraag ten laatste op 20 mei moet ingediend worden. Ik contacteer jullie nogal laat, maar dit komt doordat mijn oorspronkelijke stageplaats in Cuba geen toestemming van de overheid heeft gekregen om een stagiair aan te nemen. Voor mijn aanvraag heb ik een organisatie van hier en een ter plaatse nodig plus telkens een contactpersoon die voor mij verantwoordelijk wil zijn. Een korte werkomschrijving ware ook zeer handig. Het soort werk is voor mij ook om het even. Liefst wat praktische toepassingen en echte handenarbeid, eventueel afgewisseld met wat onderzoek of dergelijke.
7 8 9 10 11
12 13
Ik heb hierbij ook een klein CV in het spaans gevoegd. Als u meer info wenst over mij, mijn opleiding of andere zaken, vraag maar raak.
14
Alvast bedankt en vriendelijke groeten,
In zin 10 en 11 lijkt het erop dat de schrijver probeert de belasting te minimaliseren door zelf niet te veel eisen te hebben: “Het soort werk is voor mij ook om het even. Liefst wat praktische toepassingen en echte handenarbeid, eventueel afgewisseld met wat onderzoek of dergelijke”. Hiermee verzwaart de schrijver echter de belasting van het verzoek juist, doordat het de lezer veel meer werk geeft. De fta is hier dus reëel. Zin 11 is hier een duidelijk voorbeeld van wat in de theorie be vague wordt genoemd. Dit is een off-record strategie (substrategie 12: wees vaag) en is dus een heel indirect verzoek. De toevoeging van “of dergelijke” versterkt dit nog eens. In zin 13 wordt de directe uiting “vraag maar raak” gebruikt. Ondanks dat dit een vrij directe uiting is, maakt de schrijver duidelijk dat de lezer gerust om extra informatie mag vragen. De schrijver is dus coöperatief, dus het zou ook als een vorm van positieve face-work kunnen worden gezien (substrategie 15: Geef H geschenken. Goederen, medeleven, begrip, samenwerking). In deze e-mail is wederom gebruik gemaakt van de positieve face-strategie “Alvast bedankt...” als afsluiting van de e-mail (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is). De schrijver is positief gestemd over het willen en kunnen meewerken van de lezer en bevestigt met deze uiting tevens dat het hier om een
31
Face-work in e-mails
verzoek gaat. De afsluitende groetformulering “...en vriendelijke groeten” volgt meteen hierna in dezelfde zin. Deze formulering is niet heel formeel, wat meer het geval is bij ‘met vriendelijke groeten’ of ‘hoogachtend’. De groetformulering is echter ook niet heel informeel, zoals in ‘groetjes’. De
toon
van
bovenstaande
e-mail
is
formeel
te
noemen, omdat
de
groetformuleringen (redelijk) formeel zijn en de aanspreekstijl ook (“u” en een keer “jullie”). “Jullie” wordt overigens tegenwoordig steeds vaker als meervoud van u gebruikt. Ondanks dat dit grammaticaal niet helemaal correct is, lijkt de intentie van deze e-mail formeel en daarom wordt deze ook als zodanig bestempeld). In deze e-mail, met een redelijk gemarkeerde fta door het laat aanvragen van informatie, zijn veel vormen van positieve face-work gevonden. Daarnaast is er ook een vorm van negatieve face-work gevonden en een off-record strategie. De volgende e-mail begint met een formele groetformulering, zoals we die in het Nederlands kennen als de geadresseerde onbekend is: “Geachte heer/mevrouw”. (4: 1N)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Geachte heer/mevrouw Sinds kort ben ik afgestudeerd aan de NHTV te Breda. Ik heb mijzelf tijdens de drie jaar aan de NHTV gespecialiseerd in Tour Manager. Ik heb tijdens mijn studie dan ook diverse rondleidingen gegeven in Nederland maar ook buiten Nederland. Ik ben op zoek naar een leuke en uitdagende werkervaring in de toerisme branche in het buitenland. Door op het internet te zoeken kwam ik bij jullie organisatie terecht en zag dat jullie leuke projecten hebben in de toerisme branche. Het eerste project wat mij erg aansprak is het vrijwilligerswerk in Oaxaca bij reisorganisatie Gran Via Travel. Naast dit project spraken mij de projecten aan in het toerisme in Peru. Ik zou graag voordat ik aan het project begin nog 1 a 2 weken een spaanse talencursus willen volgen en daarna voor ongeveer 4 maanden aan de slag willen op een project. Ik zou alleen graag willen weten welke tarieven daarvoor gelden. Ik zou dus graag wat meer informatie willen m.b.t het project in Oaxaca en de projecten in Peru. Ik stuur bij deze mijn cv door en zou graag van jullie willen weten wat jullie denken welk project daar het beste op aan sluit. Ik zie uw reactie graag tegemoet. Met vriendelijke groeten,
Na een introductie over de schrijver zelf, volgt ook in bovenstaande e-mail een positieve vorm van face-work (substrategie 1: toon interesse voor de hoorder). De schrijver geeft aan de projecten van de organisatie erg interessant te vinden: “...en zag dat jullie leuke projecten hebben in de toerisme branche”. In zin 9 wordt een indirect verzoek gedaan om
32
Face-work in e-mails
eerst een talencursus te volgen en daarna aan de slag te gaan bij een project. Dit verzoek gaat gepaard met een vorm van negatieve face-work, omdat het conventioneel indirect wordt vormgegeven (substrategie 1: wees conventioneel indirect). In plaats van ‘vertel me welke tarieven daarvoor gelden’, wordt de zin indirect geuit: “Ik zou alleen graag willen weten welke tarieven daarvoor gelden”. Zonder kennis van geldende conventies zou er taaltechnisch gezien geen verzoek gedaan zijn. Er wordt alleen gezegd wat de schrijver zou willen weten (de oprechtheidsconditie van Searle, zie 2.7). Dit geldt ook voor de indirecte verzoeken in de zinnen 8, 10 en 11. Met ‘alleen’ in zin 9 lijkt ook nog een afzwakking te worden gegeven (hedge). Deze conventioneel indirecte verzoeken gaan hier ook nog gepaard met het beleefdheidspartikel ‘graag’. Door al deze vormen van face-work zou je verwachten dat de fta in deze e-mail heel zwaar zou zijn. De vragen die de schrijver hier stelt zijn heel normale vragen die dit bedrijf elke dag krijgt. De enige reden waarom de fta zwaar zou kunnen zijn is dat er niet specifiek wordt gezegd welke informatie er wordt verwacht (behalve de tarieven). De fta is dus in werkelijkheid nauwelijks face-threatening te noemen en zal hier dus worden beoordeeld als een ongemarkeerde fta. In bovenstaande e-mail is opnieuw te zien dat er wordt afgesloten met een positieve face-strategie (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is). De schrijver is positief gestemd over het willen en kunnen meewerken van de lezer: “ik zie uw reactie graag tegemoet”. Hoewel deze uiting, als deze wordt ontleed, redelijk direct wordt geuit (“ik zie uw reactie tegemoet”), wordt deze afgezwakt door middel van het partikel ‘graag’. Ondanks de directe vorm, is dit een algemeen geaccepteerde vorm van afsluiting in het Nederlands. Dit zien we ook in de volgende uiting:
(5: 22N) Graag hoor ik van u!
Deze afsluitende uiting is heel direct geformuleerd: “Ik hoor van u!”. De uiting is alleen afgezwakt door de toevoeging van het beleefdheidspartikel ‘graag’. Deze uiting is echter ook een algemeen geaccepteerde vorm van afsluiting in het Nederlands.
33
Face-work in e-mails
De
toon
van
bovenstaande
e-mail
is
formeel
te
noemen, omdat
de
groetformuleringen formeel zijn en de aanspreekstijl ook (“u en jullie”. “Jullie” wordt overigens tegenwoordig steeds vaker als meervoud van u gebruikt. Ondanks dat dit natuurlijk niet klopt, lijkt de intentie van deze e-mail formeel en daarom wordt deze ook zo bestempeld). In deze e-mail, met een ongemarkeerde fta, zijn veel vormen van zowel positieve als negatieve face-work gevonden, waarbij ook nog veel afzwakkingen en beleefdheidspartikels zijn gebruikt. Dit is wel bijzonder gezien de zwaarte van de fta.
Hieronder is een voorbeeld van een erg uitgebreide e-mail te zien. De aanhef “Hallo” is een erg informele groetformulering. (5: 13V) 1 2 3 4 5 6
7 8
9 10 11
12 13 14
15 16
17 18
Hallo, ik ben een leuvense pas afgestuurde studente (bachelor psychologie) en ik vond jullie site via het googlen van 'vrijwilligerswerk costa rica/ecuador'. Uiteraard heb ik een aantal vragen, maar ik ben zeer geïnteresseerd in jullie organisate... de persoonlijke en ecologische invalshoek komt echt naar voor een spreekt me zeer aan. Ik zet mijn vragen even wat overzichtelijk op een rijtje: 1) Ik heb eigenlijk zin om naar twee landen te reizen: Ecuador en Costa rica. Mijn vader is van Chili, en toen ik hem zei dat ik naar latijns amerika wou reizen om mijn spaans te perfectioneren, toen raadde hij mij deze twee landen aan, owv de combinatie: veiligheid en goede uitspraak spaans. In hoeverre is het mogelijk om deze twee te combineren, want misschien is het nogal kostelijk, mijn max tijd van verblijf zou 3 maanden zijn. Misschien, als ik een kuststreek in ecuador en costa rica kies, dat het vervoer gemakkelijk via boot zou kunnen gaan, ik heb ook gehoord dat vluchten binnen latijns amerika veel goedkoper zijn... 2) Mijn hoofddoel is: mijn spaans perfectioneren. Ik kan namelijk al heel wat spaans. Mijn vader heeft veel spaans met mijn gepraat en doet dat ook nog steeds, maar heeft mij nooit gedwongen om dat terug te spreken, met als gevolg dat ik altijd nederlands terugspreek en hij dan vaak in het nederlands verdergaat... en zo leer ik het dus niet hé. Ik probeer wel al enkele jaren om wat spaans terug te praten, maar omdat het zo moeizaam gaat vaak, schakel ik al snel terug over op nederlands. Maar ik begrijp dus bijna alles, en woorden die ik begrijp, daar kan ik soms niet opkomen... vreemd, maar dat is de situatie. Ik hoop dus, dat, na drie maand alleen maar spaans spreken, ik dus eindelijk niet meer zal moeten sukkelen. Dat brengt mij ook bij mijn enige twijfel: dit is een nederlandse organisatie, zullen er veel nederlanders zijn? Want dan zou de verleiding soms misschien wat groot zijn om in het nederlands te spreken en dat wil ik dus écht écht niet. 3) Mijn tweede doel is: vrijwilligerswerk doen. Bij voorkeur: natuurwerk, zeeschilpadden en wilde dieren en ook werken met kinderen.
34
Face-work in e-mails 19
De keuze bij jullie is zo groot (al zag ik niets over werken met dieren, maar ik las het wel in de getuigenissen van mensen die in costa rica geweest waren), dat ik vraag: kunnen jullie iets voorstellen? Gegeven bovenstaande info?
20 21
Sorry voor mijn wat lange mail, heeeeel hard bedankt alvast voor de info!!!
22
ps: ik ben 25 jaar, weet niet of dat belangrijk is Groetjes,
In bovenstaande e-mail wordt eveneens in het begin (zin 2) interesse getoond in de organisatie (substrategie 1: Toon interesse voor de hoorder): “...maar ik ben zeer geïnteresseerd in jullie organisatie...”. De vergrotende trap die het bijwoord “zeer” aangeeft duidt zelfs op een overdrijving van deze interesse (substrategie 2: Overdrijf interesse, goedkeurig, sympathie). In zin 4 neemt de schrijver een coöperatieve houding aan ten opzichte van de lezer: “Ik zet mijn vragen even wat overzichtelijk op een rijtje”. Dit is een vorm van positieve face-work (substrategie 15: Geef H geschenken. Goederen, medeleven, begrip, samenwerking). In het gedeelte daarna worden informatievragen gesteld. In zin 7 wordt een directe vraag gesteld: “In hoeverre is het mogelijk om deze twee te combineren...”. Deze wordt niet voorafgegaan of bijgestaan door vormen van face-work. In zin 8 wordt off-record, via een hint, een verzoek gedaan om meer informatie over de reismogelijkheden te krijgen (substrategie 1: geef hints): “Misschien, als ik een kuststreek in ecuador en costa rica kies, dat het vervoer gemakkelijk via boot zou kunnen gaan, ik heb ook gehoord dat vluchten binnen latijns amerika veel goedkoper zijn...”. De volgende vraag in zin 15 wordt dan weer direct gesteld: “zullen er veel nederlanders zijn?”. Deze vraag wordt echter wel bijgestaan met een reden (substrategie 13: geef of vraag naar redenen): “Want dan zou de verleiding soms misschien wat groot zijn om in het nederlands te spreken en dat wil ik dus écht écht niet”. Al deze vragen maken onderdeel uit van het informatieverzoek, maar het hoofdverzoek lijkt te worden gedaan in zin 19: “...kunnen jullie iets voorstellen?”. Dit verzoek wordt afgezwakt door middel van een vorm van negatieve face-work. Er wordt letterlijk gevraagd of de lezer in staat is om iets te doen (de voorbereidende voorwaarde, zie 2.7). Taaltechnisch gezien is dit geen verzoek. Deze uiting wordt echter, in deze context, wel als een verzoek gezien en is dus een conventioneel indirect verzoek (substrategie 1: wees conventioneel indirect).
35
Face-work in e-mails
In bovenstaande e-mail is ook een nieuw fenomeen te zien, namelijk de verontschuldiging in zin 20: “Sorry voor mijn wat lange mail”. Dit verontschuldigen is een vorm van negatieve face-work (substrategie 6: Verontschuldig je). Door te verontschuldigen minimaliseert de schrijver de belasting van alle fta’s in de e-mail. Hierna wordt in zin 21 eveneens de e-mail afgesloten met de positieve face-strategie (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is). Dit doet zij echter wel op een gemarkeerde en uitgesproken manier: “heeeeel hard bedankt alvast voor de info!!!”. De spelling is gemarkeerd, er zijn extra “e’s” toegevoegd aan het woord “heel”. De woordkeus is ook gemarkeerd, want iemand wordt meestal “hartelijk” bedankt en niet “hard”. Het woord informatie is hier afgekort tot “info”. Daarnaast zijn de drie uitroeptekens een voorbeeld van een gemarkeerde interpunctie. Hiermee wijkt de vorm af van de andere data, wat duidt op een gemarkeerde fta. De toon van bovenstaande e-mail is informeel te noemen, omdat de groetformuleringen informeel zijn (“hallo” en “groetjes”) en de aanspreekstijl ook (“jullie”). In deze e-mail, met een redelijk reële fta door de lengte van de e-mail, het aantal vragen en het verzoek tot een voorstel, zijn vormen van zowel positieve als negatieve face-work gevonden. Ook is er een voorbeeld van een off-record strategie gevonden. Uit de analyses hierboven lijkt het alsof er altijd wordt afgesloten met de positieve facestrategie om optimisme te tonen over een mogelijk respons (substrategie 11: Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is). Hieronder is echter een voorbeeld te zien waarbij deze positieve strategie niet voorkomt: (6: 6N) 1 2 3 4 5 6
Beste medewerkers van ''het andere reizen'', Ik heb jullie site gelezen met veel interesse omdat ik op zoek ben naar een stage in Latijns Amerika. Ik heb wat inzicht gekregen in wat jullie zoal doen, maar kon eigenlijk niet vinden of jullie nu een bemiddelingsbedrijf waren waar ik nog extra voor moet betalen? En zo Ja, hoe hoog zijn die kosten dan? Ik vroeg mij ook af of er stage projecten waren in Midden Amerika (guatemala bv.), omdat ik daar al eens geweest ben lijkt het mij erg leuk om daar stage te lopen. Maar ook het project in Ecuador spreekt mij erg aan als stage. Ik zou dus graag meer informatie willen over de mogelijkheden en de eventuele kosten voor een stage bij jullie. Met vriendelijke groet,
De aanhef “Beste medewerkers van het andere reizen” is redelijk informeel. Daarna wordt er ingeleid met een positieve vorm van face-work door interesse te tonen voor de organisatie 36
Face-work in e-mails
(substrategie 1: toon interesse voor de hoorder): “Ik heb jullie site gelezen met veel interesse..”. In zin 2 wordt een indirect verzoek gedaan doordat er alleen gerefereerd wordt aan de need for request (substrategie 1: wees conventioneel indirect): “Ik heb wat inzicht gekregen in wat jullie zoal doen, maar kon eigenlijk niet vinden of jullie nu een bemiddelingsbedrijf waren waar ik nog extra voor moet betalen?”. Het vraagteken aan het eind van deze uiting, die taaltechnisch gezien geen vraag is, lijkt ervoor te moeten zorgen dat de lezer de uiting als een vraag of verzoek opvat. In zin 3 wordt een directe vraag gesteld, waarna in zin 4 nog een conventioneel indirect verzoek wordt gedaan. Eerst wordt de oprechtheidsvoorwaarde uitgesproken: “Ik vroeg mij ook af of er stage projecten waren in Midden Amerika (guatemala bv.)”. Waarna vervolgens een reden voor het verzoek wordt gegeven door de schrijver (positieve face-work): “omdat ik daar al eens geweest ben lijkt het mij erg leuk om daar stage te lopen” (substrategie 13: geef of vraag naar redenen). Hierna volgt het hoofdverzoek, dat eigenlijk een samenvatting is van alle vragen, in een indirecte vorm (substrategie 1: wees conventioneel indirect): “ik zou dus graag meer informatie willen...”. Hier wordt de oprechtheidsvoorwaarde aangesproken (zie 2.7). Daarna wordt meteen overgegaan op de afsluitende groetformulering van de e-mail: “met vriendelijke groet”. De toon van bovenstaande e-mail is informeel te noemen, omdat de groetformuleringen redelijk informeel zijn (“beste” en “met vriendelijke groet”) en de aanspreekstijl ook (“jullie”). In deze e-mail, met weer een ongemarkeerde fta doordat er normale vragen worden gesteld die je als bedrijf kunt verwachten, zijn vormen van zowel positieve als negatieve face-work gevonden. Er is in deze e-mail geen gebruik gemaakt van een aparte afsluiter die we in de vorige e-mails wel zagen. Na de analyse van alle e-mails zal duidelijk worden of dit een uitzondering vormt of dat dit vaker voorkomt.
Naast de uitgesproken positieve manier van afsluiten “alvast bedankt” die veel voorkomt, komt er ook een andere vorm van deze positieve strategie (substrategie 1: toon interesse voor de hoorder) voor. Dit is te zien in onderstaand voorbeeld: (7)(45N) 1 2
Geachte heer/mevrouw, Sinds enkele maanden lees ik met interesse uw website. Ik ben erg geïnteresseerd geraakt om vanaf 1 september '09 een aantal maanden vrijwilligerswerk en Spaanse les te gaan doen en volgen in Ecuador.
37
Face-work in e-mails 3 4
5
Hier zou ik graag wat meer informatie over willen. Mijn vraag aan u is dan ook of het wellicht mogelijk is om te bellen of gebeld te worden om dingen te vragen over bijvoorbeeld de begeleiding daar, een visum en of er meerdere mensen rond die periode die kant op gaan. Ik hoop snel iets van u te horen. Met vriendelijke groet,
Ter afsluiting wordt hier eveneens gebruik gemaakt van de positieve face-strategie (substrategie 1: toon interesse voor de hoorder), maar op een minder stellige manier: “ik hoop snel iets van u te horen”. Bij een uiting als ‘alvast bedankt’ wordt er verondersteld dat het verzoek zal worden ingewilligd. Bij de uiting hierboven wordt slechts de hoop daarop uitgesproken.
38
Face-work in e-mails
5.
Resultaten
Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het onderzoek. Zoals al eerder is genoemd is het niet noodzakelijk voor klanten om in hun communicatie naar een dienstverlenend bedrijf facework toe te passen. Toch gebeurt dit. Waarschijnlijk omdat dit onderdeel is van onze aangeleerde communicatieconventies. In dit hoofdstuk is te lezen op welke manier de Vlamingen en de Nederlanders face-work toepassen. Ook is onderzocht of deze twee groepen hierin verschillen, wat gezien de verschillen in cultuur te verwachten is. De tabellen met de gehele analyse zijn te vinden in bijlage I. De voorbeeldfragmenten zijn als volgt weergegeven: (Nummer fragment)(Nummer in analysetabel, met een N voor de Nederlandse data en een V voor de Vlaamse data).
5.1
Resultaten Vlaamse e-mails
Zoals al was voorspeld wordt er inderdaad veel face-work toegepast in de e-mails. Vormen van positieve en negatieve face-work wisselen elkaar af. Toch worden er ook nog veel directe vragen gesteld.
Verdeling strategieën Vlamingen 3B 3%
4 3%
3C 0%
Strategie:
1 2A
3A 19%
1 34%
2B 2C 3A
2C 29%
2A 12%
3B 2B 0%
3C 4
5.1.1 Verzoeken Strategie 1 Veel verzoeken worden bald on record, direct, gedaan. Dit betekent dat er geen extra handelingen worden gedaan om iemands face te beschermen. De schrijver acht de fta in deze gevallen waarschijnlijk als gering.
39
Face-work in e-mails
Deze strategie gaat in de theorie vaak gepaard met een imperatief: “Vertel me X”. In de onderzoeksdata wordt deze strategie echter vaak in de vorm van een vraag gegoten: “Wat is X?”. Het verzoek is op die manier nog steeds direct, maar door dit directe verzoek in een vraagvorm te gieten wordt deze wel minder zwaar dan bijvoorbeeld een imperatief. In de Vlaamse onderzoeksdata komt deze strategie in 34% van alle toegewezen strategieën voor. 1
Direct, onomwonden
Hieronder is een voorbeeld hiervan uit de Vlaamse data te zien:
(8)(18V)
“- Kan je als Belg mee met uw organisatie? - Als ik ervoor kies om jullie het vliegticket te laten regelen, is dit dan via een Nederlandse luchthaven vertrekken? - Is er een datum voorzien waarop je ten laatste moet ingeschreven zijn voor de vakantie van 2010? - Is er sprake van introductiedagen voor het vertrek of kennismaking met andere deelnemers?”
In bovenstaande uitingen worden vragen direct en onomwonden gesteld. Er worden geen extra handelingen verricht om mogelijk gezichtsverlies te voorkomen. Op deze manier worden veel directe verzoeken geformuleerd in de data.
Strategie 2A Uitingen met deze strategie omvatten zelf geen verzoek, maar worden ter voorbereiding op de verzoeken gedaan. Deze strategie zal worden besproken in paragraaf 5.1.2. over de context van de verzoeken.
Strategie 2B Deze strategie komt niet voor in de Vlaamse onderzoeksdata. Dit komt waarschijnlijk doordat deze substrategieën eerder in de informele en mondelinge interactie voor zullen komen. 7 9
Veronderstel of beweer common ground Stel of veronderstel kennis van en zorg voor hoorders wil
40
Face-work in e-mails 10 12
Doe beloftes Betrek zowel spreker als hoorder in de activiteit (laten we…)
Strategie 2C Daarnaast worden er veel verzoeken gedaan die worden ingekleed met een vorm van positieve face-work. Hierbij worden naast het verzoek een of meer redenen gegeven voor het doen van het verzoek (substrategie 13: geef of vraag naar redenen). Deze strategie gaat vaak gepaard met een direct verzoek (strategie 1).
13
Geef of vraag naar redenen
Deze strategie wordt tegelijkertijd met het verzoek gedaan of vlak daarna en suggereert een gemeenschappelijke argumentatieve basis (Berenst, 2005: 119). De andere positieve facestrategieën die vallen onder de code 2C worden juist in de context gedaan en niet in de verzoeken zelf en worden daarom in de volgende paragraaf behandeld. De strategie 2C vervult 29,3% van alle toegewezen strategieën, maar deze substrategie 13 vervult daarvan slechts 9,3%. Hieronder is een voorbeeld te zien van deze substrategie uit de Vlaamse data.
(9)(17V)
“Nu zie ik dat de minimum periode op 5 weken staat. Aangezien ik werk als ingenieur bij Electrabel (energieproducent België) is het niet mogelijk om mij langer dan 3 tot max 4 weken aan een stuk vrij te maken. Zijn er mogelijkheden om mij voor zulk een periode op te geven voor de aangeboden projecten of is dit strict 5 weken en wordt hier niet van afgeweken”.
In de onderzoeksdata is te zien dat er redelijk vaak (9,3% van alle toegewezen strategieën) een reden wordt gegeven voor het doen van het verzoek. Ook in bovenstaande e-mail wordt een reden gegeven voor het verzoek. Met het bijwoord “aangezien” wordt deze reden ingeleid: “Aangezien ik werk als ingenieur bij Electrabel (energieproducent België) is het niet mogelijk om mij langer dan 3 tot max 4 weken aan een stuk vrij te maken.” Hierna volgt het verzoek in een directe vraag: “Zijn er mogelijkheden om mij voor zulk een periode op te geven voor de aangeboden projecten of is dit strict 5 weken en wordt hier niet van afgeweken”. Er wordt redelijk veel (overbodige) informatie gegeven. De schrijver had ook alleen aan kunnen geven dat het wegens werk niet mogelijk is om langer dan 4 weken vrij te
41
Face-work in e-mails
nemen. In plaats daarvan noemt hij zijn werkgever, legt uit wat dat voor bedrijf is en wat hij daar doet. Het lijkt erop dat de schrijver hoopt op compassie vanuit de organisatie door zoveel informatie over zichzelf te geven, waardoor ze eerder bevestigend op zijn verzoek in zullen gaan.
Strategie 3A Ook zijn er vormen van negatieve face-work gevonden in de Vlaamse onderzoeksdata. Van de negatieve vormen wordt voornamelijk de negatieve face-strategie 3A toegepast. De strategie wordt gebruikt in 19% van alle toegewezen strategieën. Deze strategie zorgt ervoor dat er ruimte wordt gegeven voor de vrijheid van handelen van de geadresseerde. Hieronder is een voorbeeld te zien uit de Vlaamse onderzoeksdata van substrategie 1: 1 Wees conventioneel indirect (10)(28V)
“Zou u me een brochure of lijst van de deelnameprijzen kunnen doormailen?”
Bovenstaande uiting zou ook op een directe manier gedaan kunnen worden: ‘Mail me een brochure of lijst van de deelnameprijzen door‘. In bovenstaande uiting worden echter allerlei toevoegingen gedaan, waardoor de uiting letterlijk gezien geen verzoek meer is. Door te vragen of de lezer iets ‘kan’, wordt alleen de voorbereidende voorwaarde in ogenschouw genomen (is het mogelijk dat X). De uiting zal echter, zeker gezien de context, toch als een verzoek worden beschouwd, en is daarom een voorbeeld van een conventioneel indirect verzoek. Zo wordt de geadresseerde vrijer gelaten in zijn of haar handelen, omdat er meer ruimte is voor afwijzing van het verzoek. Naast het aanspreken van de voorbereidende voorwaarde worden verzoeken binnen deze categorie ook gedaan door middel van het aanspreken van de oprechtheidsvoorwaarde (“Ik zou graag wat meer info krijgen ivm. vrijwilligerswerk in Peru”) of de need for request (“Voor mijn aanvraag heb ik een organisatie van hier en een ter plaatse nodig..”). Daarnaast is er ook nog het aanspreken van de need for action, maar die komt in deze context niet voor. Al deze vormen zijn letterlijk genomen geen verzoeken, maar worden in de regel wel zo opgevat, vandaar dat het conventioneel indirecte verzoeken zijn (zie ook 2.7).
42
Face-work in e-mails
De conventioneel indirecte verzoeken kunnen ook voorkomen samen met een hedge, zoals te zien is in onderstaand voorbeeld: 2 Neem niet bij voorbaat aan dat H mee wil werken (vraag, hedge) (11)(14V)
“Misschien kunnen jullie mij hiermee helpen?”
Het bijwoord ‘misschien’ duidt op een onzekerheid en zorgt er in bovenstaande uiting voor dat er ruimte wordt gelaten aan de geadresseerde. De schrijver laat zien dat hij er niet bij voorbaat vanuit gaat dat de geadresseerde mee wil werken. Dit is een vorm van negatieve face-work (substrategie 2).
Substrategie 3 van de negatieve vormen van face-work komt niet voor in de Vlaamse onderzoeksdata: 3
Wees pessimistisch over het kunnen of willen van H om mee te werken
Strategie 3B Er zijn ook een aantal vormen van de negatieve face-strategie 3B gevonden in de Vlaamse onderzoeksdata. Met deze strategie wordt de belasting van de fta geminimaliseerd. Deze strategie komt voor in 2,4% van alle toegewezen strategieën. Hieronder volgen enkele voorbeelden uit de data: 4 Minimaliseer de belasting (12)(35V)
“Ik zou graag een beetje meer informatie hebben over het programma.”
De schrijver wil graag meer informatie hebben, maar minimaliseert de belasting door te zeggen dat hij “een beetje” meer informatie wil hebben. Door deze toevoeging wordt het verzoek minder zwaar gemaakt. Een soortgelijk geval is te zien in het volgende voorbeeld:
(13) (1V)
“Ik heb een vraagje...”
De schrijver heeft een vraag voor de organisatie, maar maakt van het woord ‘vraag’ een verkleinwoord. Hierdoor wordt een poging gedaan om het verzoek minder zwaar te maken.
43
Face-work in e-mails
Het verzoek hoeft hierdoor natuurlijk niet minder zwaar te zijn, omdat het er maar net aan ligt wat voor vraag er gesteld gaat worden.
Naast bovenstaande substrategie 4 is nog een andere substrategie binnen de negatieve facestrategie 3B in de data gevonden: 6 Verontschuldig je (14)(13V)
“Sorry voor mijn wat lange mail...”
In bovenstaande uiting verontschuldigt de schrijver zich voor zijn of haar lange mail en probeert daarmee de zwaarte ervan te verkleinen. Substrategie 5 van de negatieve face-strategieën (toon achting) komt niet voor in de Vlaamse onderzoeksdata: 5
Toon achting
Strategie 3C De negatieve face-strategie 3C komt in zijn geheel niet voor in de Vlaamse onderzoeksdata. Hoewel sommige kenmerken gedeeltelijk wel zijn toe te wijzen, vormen deze altijd onderdeel van uitingen met een andere strategie. Onderstaande uiting is hier een voorbeeld van:
(15)(3V)
“Een korte werkomschrijving ware ook zeer handig.”
Bovenstaande uiting, die geclassificeerd is als hint (off-record strategie), is erg onpersoonlijk geformuleerd. Ook is de uiting erg afstandelijk en formeel. Toch zijn dit kleine kenmerken van een uiting die als geheel getypeerd is als hint. 7 8 9 10
Wees onpersoonlijk (vermijd ik en jij) Maak van de fta een algemene regel Gebruik beschrijvende aanspreekvormen in plaats van persoonlijke voornaamwoorden Doe alsof je een schuld int, of alsof je bij H nu een open schuld krijgt
44
Face-work in e-mails
Strategie 4 In 3% van alle toegewezen strategieën zijn off-record strategieën gevonden. Hieronder is van deze strategie een voorbeeld te zien (substrategie 1): 1
Geef hints
(16)(14V)
“Ik vroeg mij af of jullie een lijst met tarieven hebben voor dit soort projecten”.
In bovenstaande uiting wordt een indirect verzoek gedaan om een lijst met tarieven te krijgen. Dit indirecte verzoek is echter letterlijk gezien geen verzoek. Het lijkt een mededeling: “ik vroeg mij af of jullie X hebben”. In deze uiting wordt niet de handeling zelf verwoord, maar alleen de voorwaarde voor een handeling (Huls, 2001: 89). Normaliter zou hierna het verzoek kunnen volgen, zoals in: ‘zo ja, stuur me die dan’ of meer indirect: ‘zo ja, zouden jullie die kunnen/willen sturen?’. Omdat er echter niets soortgelijks volgt op bovenstaande uiting, zal de ander zelf moeten concluderen wat er van hem gevraagd wordt en of hij de uiting als verzoek interpreteert. Naast deze substrategie is er ook nog een enkele keer een andere substrategie in de data gevonden (substrategie 12):
12 (17)(3V)
Wees vaag “Liefst wat praktische toepassingen en echte handenarbeid, eventueel afgewisseld met wat onderzoek of dergelijke”.
In bovenstaande uiting wordt, net als in het voorbeeld daarvoor, eveneens geen letterlijk verzoek gedaan. De schrijver doet een heel indirect verzoek, dat ook nog eens heel vaag is geformuleerd. Je zou voor of na deze uiting een verduidelijkende uiting verwachten, maar die is er niet. Het lijkt erop dat de schrijver probeert de belasting te minimaliseren door zelf niet te veel eisen te hebben: “Liefst wat praktische toepassingen en echte handenarbeid, eventueel afgewisseld met wat onderzoek of dergelijke”. Hiermee verzwaart de schrijver echter de belasting van het verzoek juist, doordat het de lezer meer werk geeft. Deze uiting is vaag en dus een voorbeeld van de off-record substrategie 12: wees vaag. De andere substrategieën binnen de categorie off-record zijn niet gevonden in de Vlaamse onderzoeksdata.
45
Face-work in e-mails
5.1.2 Context Als er gekeken wordt naar de context van de verzoeken, dan is te zien dat de e-mail vaak wordt ingeleid door middel van de positieve face-strategie 2A: Toon interesse. Deze strategie vormt 12% van alle toegewezen strategieën. Hieronder is een voorbeeld daarvan te zien uit de Vlaamse onderzoeksdata: 1 (18)(15V)
Toon interesse voor de hoorder “Eerst en vooral wil ik jullie een schouderklopje geven voor de leuke organisatie dat jullie hebben!”
Een dergelijke inleiding, die voorafgaat aan een of meerdere verzoeken, lijkt het verzoek door middel van de getoonde interesse te moeten ‘goedmaken’. Terwijl dit in verzoeken aan een dienstverlenend bedrijf toch niet nodig lijkt te zijn, komt dit erg vaak voor in de Vlaamse e-mails. Er zou misschien wel gezegd kunnen worden dat als deze positieve inleiding er niet is, dat het gemarkeerd is. Als het verzoek niet op deze manier wordt ingeleid, dan wordt het ingeleid met een introductie over de schrijver van de e-mail.
Het einde van de e-mail wordt ook vaak voorzien van een positieve face-strategie, maar dit keer wordt strategie 2C daarvoor gebruikt. Substrategie 11 is in 18% van alle toegewezen strategieën te vinden. Hieronder is daarvan een voorbeeld te zien: 11 (19)(14V)
Wees optimistisch dat de hoorder wil wat de spreker wil, zodat de fta gering is “Alvast bedankt”.
Met deze strategie wordt de samenwerking benadrukt. De schrijver laat zien dat hij optimistisch is over de medewerking van de geadresseerde. Bovenstaande uiting veronderstelt dat het verzoek zal worden ingewilligd. Een andere variant van deze strategie is in het voorbeeld hieronder te zien:
(20)(35V)
“Ik hoop snel van u te horen”.
46
Face-work in e-mails
Hier wordt, tegenover het veronderstellen van de medewerking, slechts de hoop op medewerking uitgesproken. Deze uiting is dus ook optimistisch, maar in minder sterke mate dan de uiting ‘alvast bedankt’, waarbij er zonder twijfel vanuit wordt gegaan dat er medewerking/ een respons zal volgen.
Binnen de positieve vorm 2C komt ook substrategie 14 voor in de onderzoeksdata. Deze wordt niet veel gebruikt en komt welgeteld een keer voor in de Vlaamse data: 14
Suggereer dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat (voor wat hoort wat)
(21)(43V)
“Hopelijk kunnen jullie me aan wat extra informatie helpen, dan maak ik waarschijnlijk snel een keuze!”
De schrijver maakt hier duidelijk dat als de organisatie meer informatie verschaft, dan zal hij of zij waarschijnlijk snel een keuze maken met betrekking tot het boeken van de reis. Hiermee wordt benadrukt dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat. Bovenstaande uiting is zelf geen verzoek, maar benadrukt wel het eerdere verzoek. Binnen de positieve face-strategie 2C komt ook substrategie 15 voor in de onderzoeksdata. Deze wordt overigens niet veel gebruikt en komt vier keer voor in de Vlaamse data: 15 (22)(25V)
Geef H geschenken (goederen, medeleven, begrip, samenwerking) “...en mss zijn er nog vragen van jullie uit, die nodig zijn om mee een juiste keuze te maken.”
Ook met deze uiting wordt de samenwerking benadrukt. De schrijver stelt zich coöperatief op ten opzichte van de lezer en wil op die manier samen tot “een juiste keuze” komen. In 20% van de e-mails wordt geen extra afsluiting gegeven. Dan wordt na een vraag of verzoek meteen overgegaan tot de afsluitende groetformulering. De e-mail lijkt op deze manier redelijk abrupt te worden afgesloten.
5.1.3 Patroon Tijdens het analyseren is er een patroon gevonden in de volgorde en het gebruik van de verschillende soorten face-strategieën. Hieronder is dit patroon schematisch weergegeven:
47
Face-work in e-mails
Positieve face-strategie (2A: interesse tonen)
Verzoek(en) Direct, positief, negatief of off-record (1/ 2C/ 3A/4)
Positieve face-strategie (2C: optimisme over medewerking) Figuur 6: Patroon face-strategieën
Van alle Vlaamse e-mails uit de onderzoeksdata volgt 40% dit patroon. Andere e-mails slaan bijvoorbeeld de beginstrategie of de eindstrategie over. Een opvallende uitzondering is een e-mail waarin alleen directe verzoeken worden gedaan: (23)(16V)
“Maar is dit verstandig omdat het dan regenseizoen is? Weten jullie ook ongeveer hoeveel het mij gaat kosten voor het eten per dag?”
Deze grote uitzondering op het patroon komt slechts een keer voor in de Vlaamse onderzoeksdata. Er moet wellicht wel bij opgemerkt worden dat dit een korte e-mail betreft. Dit kan er mee te maken hebben dat er weinig verschillende face-strategieën worden gebruikt.
5.1.4 Beleefdheidspartikels In de Vlaamse e-mails wordt ook redelijk vaak gebruik gemaakt van het beleefdheidspartikel ‘graag’ (22% van alle e-mails). Dit partikel wordt voornamelijk gebruikt in de conventioneel indirecte verzoeken, zoals in onderstaand voorbeeld:
(24)(4V)
“Graag zou ik wat meer informatie willen over vrijwilligerswerk in Cusco”.
5.1.5 Aanspreekstijl In de Vlaamse e-mails wordt de ontvanger in 51% van alle e-mails informeel aangesproken. De Vlaamse schrijvers tutoyeren en gebruiken bijvoorbeeld de informele groetformulering 48
Face-work in e-mails
zoals ‘beste’. Daarnaast wordt in 20% van de e-mails de ontvanger formeel aangesproken. In die gevallen wordt er gevousvoyeerd en gebruik gemaakt van formele groetformuleringen zoals ‘geachte’ en ‘met vriendelijke groet’. Ook wordt er in 20% van de e-mails gebruik gemaakt van een onpersoonlijke aanspreekstijl. De ontvanger wordt in deze gevallen niet persoonlijk aangesproken, er wordt dus geen gebruik gemaakt van de voornaamwoorden ‘jij’ of ‘u’. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘de organisatie’ of ‘het vrijwilligerswerk’. In de overige e-mails (9%) is het onduidelijk welke aanspreekstijl er is gebruikt. Zo wordt de informele groetformulering ‘beste’ bijvoorbeeld in combinatie met het voornaamwoord ‘u’ gebruikt. In de Vlaamse e-mails wordt overigens opvallend vaak ‘beste’ of ‘geachte’ gebruikt zonder daar een naam of een andere aanspreekvorm van een geadresseerde achter te zetten. Ook opvallend is het gebruik van ‘jullie’ als meervoud van ‘u’. Dit zorgt er ook voor dat er niet altijd een classificatie aan de aanspreekstijl kon worden gegeven.
5.1.6 Zwaarte fta De verzoeken die worden gedaan aan een dienstverlenend bedrijf door (potentiële) klanten zijn over het algemeen geen verzoeken waarin extra face-work nodig is. Toch wordt er nog genoeg face-work gedaan. Omdat er een verschil kan zitten in de zwaarte van de fta, het verzoek, is er gekeken hoeveel echte fta’s er zijn gedaan, dus een verzoek met een gemarkeerde zwaarte, en hoeveel ongemarkeerde fta’s er zijn gedaan, dus een verzoek zonder een reële zwaarte. Wellicht dat er iets gezegd kan worden over de hoeveelheid gemarkeerde fta’s en de verschillende soorten face-strategieën. In de Vlaamse onderzoeksdata zijn grofweg 42% van de verzoeken gemarkeerd, en dus bestaat de data voor 58% uit ongemarkeerde verzoeken.
49
Face-work in e-mails
5.2
Resultaten Nederlandse e-mails
Verdeling strategieën Nederlanders 3B 1%
3C 0%
4 4%
Strategie:
1 2A
3A 21%
1 38%
2B 2C 3A
2C 25%
3B
2A 11%
3C 2B 0%
4
5.2.1 Verzoeken Ook in de Nederlandse data worden veel verzoeken bald on record, direct, gedaan. In de Nederlandse onderzoeksdata komt deze strategie in 35% van alle toegewezen strategieën voor. 1
Direct, onomwonden
Hieronder is een voorbeeld daarvan uit de Nederlandse data te zien:
(25)(16N)
“Weet jij of het makkelijk is om over land te reizen naar Costa Rica? Maar zijn Costa Rica en Nicaraqua landen waar je als vrouw alleen met zo'n toestel gemakkelijk op straat loopt? Heeft Nicaraqua en Costa Rica een echte cultuur zoals Peru bijvoorbeeld?”
In bovenstaande uitingen worden vragen direct en onomwonden gesteld. Er worden geen extra handelingen verricht om mogelijk gezichtsverlies te voorkomen. Op deze manier worden veel directe verzoeken gedaan in de data. Enkele keren wordt de strategie ook toegepast als afsluitende uiting van de e-mail en niet als direct verzoek. Deze manier zal in paragraaf 5.2.2 over de context worden besproken.
Strategie 2C Deze strategie behelst in totaal 26% van alle gevallen, maar deze strategie wordt niet altijd tijdens het verzoek ingezet. Alleen substrategie 13 wordt gelijkt met het verzoek gedaan.
50
Face-work in e-mails
Deze substrategie omvat 5% van alle toegewezen strategieën. De andere substrategieën uit deze categorie zullen worden besproken in paragraaf 5.2.2 over de context. De uiting hieronder is een voorbeeld van substrategie 13 uit de Nederlandse onderzoeksdata:
(26) (11N)
“Mijn vraag was eigenlijk of het ook mogelijk is mij alleen voor een project aan te melden, of dat het beter is dat vanaf 2 personen te doen. Het plan was namelijk met iemand samen te gaan, maar dit gaat helaas niet door”.
De schrijver van de e-mail wil het verzoek verantwoorden door een reden te geven. De verwachting zou zijn dat men dit alleen bij reële verzoeken doet, maar dit is in de onderzoeksdata lang niet altijd het geval. Het kan zijn dat de schrijver van de e-mail in een dergelijk geval de belasting van de fta zwaarder inschat dan dat deze in werkelijkheid is.
Strategie 3A Deze strategie vormt 26% van alle toegewezen strategieën bij de Nederlandse onderzoeksdata. Onderstaande uitingen zijn voorbeelden van substrategie 1 (wees conventioneel indirect):
(27)(12N)
“Daarnaast zou ik graag willen weten hoeveel het mij ongeveer gaat kosten.”
Bovenstaande uiting zou ook op een directe manier gedaan kunnen worden: ‘vertel me hoeveel het mij ongeveer gaat kosten‘. In bovenstaande uiting worden echter allerlei toevoegingen gedaan, waardoor de uiting letterlijk gezien geen verzoek meer is. De schrijver zegt
dat
hij
of
zij
iets
“graag
zou
willen
weten”
en
spreekt
daarbij
de
oprechtheidsvoorwaarde aan (zie 2.7). De essentiële voorwaarde wat het verzoek een verzoek maakt ontbreekt. Toch zal deze uiting als een verzoek worden opgevat, daarom is dit een voorbeeld van een conventioneel indirect verzoek. De geadresseerde wordt vrijer gelaten in zijn of haar handelen, omdat er meer ruimte is voor afwijzing van het verzoek. In onderstaande uiting zien we iets soortgelijks:
(28)(16N)
“Kunt u mij ook vertellen wat de kosten zijn?”
51
Face-work in e-mails
Door te vragen of de lezer iets ‘kan’, wordt alleen de voorbereidende voorwaarde in ogenschouw genomen (is het mogelijk dat X). De uiting zal echter, zeker gezien de context, toch als een verzoek worden beschouwd, en is daarom wederom een voorbeeld van een conventioneel indirect verzoek. Deze vorm van face-work kan ook voorkomen samen met een hedge, zoals te zien is in onderstaand voorbeeld:
(29)(31N)
“Misschien kunnen jullie me verder helpen?”
Het bijwoord ‘misschien’ duidt op een onzekerheid en zorgt er in bovenstaande uiting voor dat er ruimte wordt gelaten aan de geadresseerde. De schrijver laat zien dat hij er niet bij voorbaat vanuit gaat dat de geadresseerde mee wil werken. Dit is een vorm van negatieve face-work (substrategie 2).
Strategie 3B Er zijn ook een aantal vormen van de negatieve face-strategie 3B gevonden in de Nederlandse onderzoeksdata. Met deze strategie wordt de belasting van de fta geminimaliseerd. Deze strategie komt voor in 2% van alle toegewezen strategieën. Hieronder volgen enkele voorbeelden uit de data:
(30)(8N)
“Nu hadden we nog een paar vraagjes:”
De schrijver heeft wat vragen voor de organisatie, maar verkleint het woord ‘vragen’ tot ‘een paar vraagjes’. Hierdoor wordt een poging gedaan om het verzoek minder zwaar te maken. Dit is een voorbeeld van substrategie 4 binnen de negatieve face-work. Naast bovenstaande strategie is ook substrategie 6 binnen de negatieve facestrategie 3B in de data gevonden: (31)(40N)
“Ik realiseer me dat het een hoop vragen zijn, maar ik hoop dat jullie mij verder kunnen helpen!”
52
Face-work in e-mails
In bovenstaande uiting verontschuldigt de schrijver zich voor zijn of haar vele vragen en probeert daarmee de zwaarte ervan te verkleinen.
Strategie 4 In 4% van alle toegewezen strategieën zijn off-record strategieën gevonden. Hieronder is van deze strategie een voorbeeld te zien (substrategie 1):
(32)(13N)
“Verder was ik erg benieuwd of er in deze periode al mensen de reis geboekt hebben.”
In bovenstaande uiting wordt een indirect verzoek gedaan om erachter te komen of er “in deze periode al mensen de reis geboekt hebben”. Dit indirecte verzoek is echter letterlijk gezien geen verzoek. Het lijkt een mededeling: “Ik was benieuwd of X”. In deze uiting wordt niet de handeling verwoord, maar alleen een motief voor een handeling. Normaliter zou hierna het verzoek kunnen volgen, zoals in: ‘laten jullie dat weten?’ of meer indirect: ‘zo ja, zouden jullie dat willen laten weten?’. Omdat er echter niets soortgelijks volgt op bovenstaande uiting, zal de ander zelf moeten concluderen wat er van hem gevraagd wordt en of hij de uiting als verzoek interpreteert. Hieronder is nog een ander voorbeeld te zien van een off-record strategie: (33)(26N)
“Een ruwe inschatting van de kosten, verblijf, eten, Spaans cursus?”
Bovenstaande uiting is een verzoek om meer informatie over de kosten, het verblijf, het eten en de Spaanse cursus. Dit verzoek wordt echter heel indirect en vaag gedaan. De uiting is geen volledige zin en bevat bijvoorbeeld geen persoonlijk voornaamwoord of werkwoord. Dit is dan ook een voorbeeld van de off-record substrategie 12: wees vaag.
5.2.2 Context Als er gekeken wordt naar de context van de verzoeken, dan is te zien dat de e-mail vaak wordt ingeleid door middel van de positieve face-strategie 2A: Toon interesse. Deze strategie vormt 12% van alle toegewezen strategieën. Hieronder is een voorbeeld daarvan te zien uit de Nederlandse onderzoeksdata:
53
Face-work in e-mails (34)(5N)
“Tijdens het zoeken kom ik steeds terug op uw website, uw organisatie spreekt mij
erg aan”.
In een dergelijke inleiding die vooraf aan een of meerdere verzoeken wordt gedaan lijkt het alsof de getoonde interesse het verzoek moet ‘goedmaken’. Terwijl dit in verzoeken aan een dienstverlenend bedrijf toch niet nodig lijkt te zijn, wordt dit erg vaak gedaan in de Nederlandse e-mails. Het einde van de e-mail wordt ook vaak voorzien van een positieve face-strategie, maar dit keer wordt strategie 2C daarvoor gebruikt. Substrategie 11 is in 21% van alle toegewezen strategieën te vinden. Hieronder is hiervan een voorbeeld te zien:
(35)(13N)
“Alvast bedankt”
Met deze strategie wordt de samenwerking benadrukt. De schrijver laat zien dat hij optimistisch is over de medewerking van de geadresseerde. Bovenstaande uiting veronderstelt dat het verzoek zal worden ingewilligd. Een andere variant van deze strategie is in het voorbeeld hieronder te zien:
(36)(2N)
“Ik hoop snel wat van u te horen”.
Hier wordt, tegenover het veronderstellen van de medewerking, slechts de hoop op medewerking uitgesproken. Deze uiting is dus ook optimistisch, maar in minder sterke mate dan de uiting ‘alvast bedankt’, waarbij er zonder twijfel vanuit wordt gegaan dat er medewerking/ een respons zal volgen. Binnen de positieve face-strategie 2C komt ook substrategie 15 een enkele keer voor in de onderzoeksdata:
(37) (14N)
“We kunnen eventueel onze minor aanpassen”.
Ook met deze uiting wordt de samenwerking benadrukt. De schrijvers stellen zich coöperatief op ten opzichte van de lezer, ze zijn zelfs bereid hun eigen programma aan te passen.
54
Face-work in e-mails
In de Nederlandse onderzoeksdata komt ook nog zeven keer een directe vorm van afsluiten voor: (38)(23N)
“Ik hoor graag van u”.
Bovenstaande uiting is erg direct geformuleerd: “ik hoor van u”. Deze uiting wordt afgezwakt met behulp van het beleefdheidspartikel ‘graag’. In 7% van de e-mails wordt er geen extra afsluiting gegeven. Dan wordt er na een vraag of verzoek meteen overgegaan tot de afsluitende groetformulering. De e-mail lijkt op deze manier redelijk abrupt te worden afgesloten.
5.2.3 Patroon Tijdens het analyseren is ook bij de Nederlanders eenzelfde patroon gevonden in de volgorde en het gebruik van de verschillende soorten face-strategieën. Hieronder is dit patroon nog eens schematisch weergegeven:
Positieve face-strategie (2A: interesse tonen)
Verzoek(en) Direct, positief, negatief of off-record (1/ 2C/ 3A)
Positieve face-strategie (2C: optimisme over medewerking) Figuur 7: Patroon face-strategieën
Van alle Nederlandse e-mails uit de onderzoeksdata volgt 29% dit patroon. Als er niet met behulp van de positieve face-strategie 2A een inleiding wordt gegeven in de e-mail, dan is er meestal een inleiding over de schrijver. Dan wordt er bijvoorbeeld uitgelegd wie de schrijver is, wat de schrijver in het dagelijkse leven doet en waarom hij of zij deze reis wil maken.
55
Face-work in e-mails
Andere e-mails slaan bijvoorbeeld de afsluitende strategie over. Een opvallende uitzondering is ook hier een e-mail waarin alleen directe verzoeken worden gedaan: (39) (14N)
“Is het vrijwilligerswerk iedere dag en in welk ziekenhuis? Is het mogelijk om zelf aan te geven op welke afdeling je wilt helpen? Is er rond die tijd een cursus mogelijk? Kun je zelf een beetje je taken invullen?”
Deze opvallende uitzondering op het patroon komt slechts een keer voor in de Nederlandse onderzoeksdata.
5.2.4 Beleefdheidspartikels In de Nederlandse e-mails wordt ook redelijk vaak gebruik gemaakt van het beleefdheidspartikel ‘graag’ (31% van alle e-mails). Dit partikel wordt voornamelijk gebruikt in de conventioneel indirecte verzoeken, zoals in onderstaand voorbeeld: (40)(6N)
”Ik zou dus graag meer informatie willen over de mogelijkheden en de eventuele kosten voor een stage bij jullie”.
5.2.5 Aanspreekstijl In de Nederlandse e-mails wordt de ontvanger in 31% van alle e-mails informeel aangesproken. In deze e-mails wordt getutoyeerd en gebruik gemaakt van informele groetformuleringen. Daarnaast wordt eveneens in 31% van de e-mails de ontvanger formeel aangesproken. In die gevallen wordt er gevousvoyeerd en gebruik gemaakt van formele groetformuleringen zoals ‘geachte’ en ‘met vriendelijke groet’. In 13% van de e-mails wordt gebruik gemaakt van een onpersoonlijke aanspreekstijl. De ontvanger wordt in deze gevallen niet persoonlijk aangesproken, er
wordt dus geen gebruik gemaakt
van de
voornaamwoorden ‘jij’ of ‘u’. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘de organisatie’ of ‘het vrijwilligerswerk’. In de overige e-mails (25%) is het onduidelijk welke aanspreekstijl er is gebruikt. Zo wordt de informele groetformulering ‘beste’ bijvoorbeeld in combinatie met het voornaamwoord ‘u’ gebruikt. Opvallend is het vele gebruik van ‘jullie’ als meervoud van ‘u’. Dit zorgt er ook voor dat er niet altijd een classificatie aan de aanspreekstijl kon worden gegeven.
56
Face-work in e-mails
5.2.6 Zwaarte fta In de Nederlandse onderzoeksdata zijn grofweg 40% van de verzoeken reëel (gemarkeerd), en dus bestaat de data voor 60% uit ongemarkeerde verzoeken.
5.3
Verschillen en overeenkomsten
In deze paragraaf worden de resultaten van de Nederlanders en de Vlamingen naast elkaar gelegd en zal er blijken waarin deze met elkaar overeenkomen en waarin deze van elkaar verschillen. 5.3.1 Overeenkomsten
Verdeling strategieën Vlamingen en Nederlanders 80 70 60 50 40 30 20 10 0
70
76 60 51 39
43
2523 0 0 1
2A
2B
2C
Vlamingen
3A
5 2
0 0
3B
3C
6 7
4
Nederlanders
Figuur 8: Verdeling strategieën Vlamingen en Nederlanders
Bij beide groepen is te zien dat er in ruim 60% van alle verzoeken een bepaald soort facework wordt toegepast. De verzoeken zonder omhaal (without redressive action), strategie 1, nemen namelijk 34% van het totaal in bij de Vlamingen en 38% bij de Nederlanders. De rest van de verzoeken bevatten dus enige vorm van face-work. In Figuur 8 is te zien dat de twee groepen slechts kleine verschillen vertonen in de verdeling van de face-strategieën. In de volgende paragraaf zal dieper op deze verschillen worden ingegaan. 5.3.2 Verschillen In deze paragraaf zullen per onderdeel de verschillen worden aangegeven. Ook zal er per onderdeel worden aangegeven of dit verschil al dan niet significant is. 57
Face-work in e-mails
Positief vs. negatief Als er wel een vorm van face-work wordt toegepast is er zowel bij de Nederlanders als bij de Vlamingen een voorkeur te zien voor de positieve face-strategieën. Bij de Vlamingen vormt positieve vorm van face-work 66% en bij de Nederlanders is dat 62%. Er zit dus wel enig verschil in, maar dit is geen significant verschil (Z = 0,370, p = 0,543). Strategie 4, de offrecord strategie, wordt hier buiten beschouwing gelaten. De off-record strategie neigt wellicht meer naar negatieve dan naar positieve face-work, maar dit geldt niet voor alle gevallen en wordt door Brown en Levinson ook niet op die manier gecatogeriseerd.
De verdeling van de strategieën Zoals in Figuur 7 te zien is zijn er geen grote verschillen in de verdeling van de facestrategieën tussen de groepen Nederlanders en Vlamingen. Het kleine verschil in de verdeling van de strategieën tussen de Nederlanders en de Vlamingen is dan ook niet significant (Z = 2,595, p = 0,762). Hierna zal er per strategie gekeken worden of er verschillen zijn.
Verschil per strategie De onomwonden en directe vorm van het uiten van verzoeken, met andere woorden strategie 1, is van alle strategieën toch nog de meest voorkomende vorm, zowel bij de Nederlanders als bij de Vlamingen. Deze strategie komt vooral in de vorm van een directe vraag voor. Bij de Vlamingen komt deze vorm 70 keer voor, bij de Nederlanders is dit 76. Er zit dus wel een klein verschil in, maar deze is niet significant (Z = 0,247, p = 0,619). Strategie 2A, de eerste vorm van positieve face-work, komt vooral voor in het begin van de e-mails. Er wordt vooraf interesse getoond voor de organisatie of het programma, om vervolgens een of meerdere verzoeken te doen. Bij de Vlamingen zien we deze strategie 25 keer terugkomen, bij de Nederlanders 23 keer. Hier zit dus weinig verschil in. Ook hier dus een niet-significant verschil (Z = 0,083, p = 0,773). Strategie 2B komt bij beide groepen niet voor in de onderzoeksdata. Hierin zitten dus ook geen verschillen. De laatste positieve face-strategie, strategie 2C, komt in verschillende vormen voor in de onderzoekdata. Zo komt deze voor in de vorm van het geven van redenen, vaak in combinatie met een directe vraag of verzoek, maar ook in de vorm van een afsluiting. Met 58
Face-work in e-mails
deze strategie wordt dan op een positieve manier afgesloten, door te benadrukken dat men hoopt of dat er vanuit wordt gegaan dat medewerking zal volgen door de ontvanger. Deze verzameling van substrategieën komt bij de Vlamingen 60 keer voor, bij de Nederlanders 51. Dit is dus wel degelijk een verschil, maar geen significant verschil (Z = 0,730, p = 0,393). Verderop in deze paragraaf zal nog aandacht worden besteed aan de verschillen tussen de substrategieën p11 en p13. De eerste categorie van de negatieve face-strategieën, strategie 3A, wordt ook veel gebruikt in de onderzoeksdata. Zowel de Vlamingen (39 keer), als de Nederlanders (43 keer) maken hier tijdens de verzoeken veel gebruik van. Vooral de substrategie van de conventionele indirectheid komt veel voor. Het verzoek is in dat geval taaltechnisch geen verzoek, maar zal wel zo worden geïnterpreteerd. Volgens de sociale conventies is het gangbaar om een dergelijke uiting wel als een verzoek op te vatten. Het verschil tussen de twee groepen binnen deze categorie is minimaal en dus ook niet significant (Z = 0,195, p = 0,659). Strategie 3B, de strategie waarbij wordt geprobeerd de belasting van de fta te minimaliseren. Dit gebeurt voornamelijk door het gebruik van verkleinwoorden en afzwakkingen zoals “een paar” of “een beetje”. Het komt echter niet vaak voor in de onderzoeksdata. Bij de Vlamingen is deze strategie 5 keer gebruikt en bij de Nederlanders 2 keer. Er zit dus wel verschil in, maar dit verschil is niet statistisch significant (Z = 1,286, p = 0,257). Strategie 3C is, net als strategie 2B, niet teruggevonden in de onderzoeksdata. Wel zijn er aspecten van deze strategie teruggevonden, maar deze werden in andere vormen van face-work geïntegreerd. De laatste categorie, die van de off-record strategieën (strategie 4), is eveneens een strategie die niet veel voorkomt in de onderzoeksdata. Deze strategie is waarschijnlijk ook meer geschikt om te gebruiken in informele en mondelinge interactie. Bij de Vlamingen is deze strategie 6 keer gevonden en bij de Nederlanders 7 keer. Het verschil is nihil en dit is ook terug te zien aan het feit dat het niet statistisch significant is (Z = 0,077, p = 0,782).
59
Face-work in e-mails
Het verschil binnen strategie 2C Binnen strategie 2C verschilt het gebruik van de Vlamingen en de Nederlanders al enigszins, zoals hierboven al vermeld is. Binnen deze strategie zijn echter ook nog verschillende substrategieën, namelijk substrategie 11, die voornamelijk wordt gebruikt ter afsluiting van de e-mail en substrategie 13, het geven van redenen rondom het verzoek. Bij de Vlamingen wordt de eerste, substrategie 11 (p11) 36 keer gebruikt, en substrategie 13 (p13) 19 keer. Bij de Nederlanders is dit 41 (p11) om 9 (p13). Dit is een vrij groot verschil en is statistisch gezien ook bijna significant op een significantieniveau van 5% (Z = 3,666, p = 0,056).
Verschil in gevonden patroon Het patroon dat naar voren kwam in de bevindingen, komt in verschillende mate voor bij
Positieve face-strategie (2A: interesse tonen)
de twee groepen. Bij de Vlamingen is dit patroon 18 keer gevonden (40%) en bij de Nederlanders 13 keer (29%). Dit lijkt een groot verschil, maar dit verschil is niet statistisch significant (Z = 1,230, p = 0,267).
Verzoek(en) Direct, positief, negatief of off-record (1/ 2C/ 3A/4)
Positieve face-strategie (2C: optimisme over medewerking)
Figuur 9: Patroon face-strategieën
Verschil in gebruik beleefdheidspartikels Het meest opvallende bijwoord dat wordt gebruikt in de e-mails is het beleefdheidspartikel ‘graag’. Naar aanleiding van de theorie werd dit partikel ter compensatie verwacht in de wat directere uitingen, terwijl dit partikel toch voornamelijk in de conventioneel indirecte uitingen is teruggevonden. Van de Nederlandse e-mails bevat 31% een of meerdere beleefdheidspartikels (14 van de 45 e-mails). Bij de Vlaamse e-mails was dit 22% (10 van de 45 e-mails). Dit verschil is niet groot en ook niet statistisch significant (Z = 0,909, p =0,340). Verschil in aanspreekstijl Tijdens de analyse is er gekeken naar een formele, informele en onpersoonlijke aanspreekstijl. Daarnaast zijn een aantal e-mails ingedeeld in de categorie (in)formeel. Dit omdat het niet eenduidig was tot welke categorie deze e-mails toebehoorden. Deze e-mails bevatten in een dergelijk geval teveel inconsistentie wat betreft stijl. De belangrijkste
60
Face-work in e-mails
bevindingen zitten in het verschil in formele en informele aanspreekstijl tussen de twee groepen. Bij de Vlamingen heeft de informele aanspreekstijl (51%) duidelijk voorkeur boven de formele stijl (20%). Bij de Nederlanders is deze voorkeur er niet en omvatten beide stijlen 31% van het totaal. De overige e-mails zijn dus onpersoonlijk of zonder eenduidige stijl. Het verschil in aanspreekstijl is een groot verschil, maar is net niet significant op een significantieniveau van 5% (Z = 3,023, p = 0,082).
60 50 40 30
Vlamingen
20
Nederlanders
10 0 Formeel
Informeel
Figuur 10: Verschil in aanspreekstijl
Dat de Vlamingen hier de voorkeur geven aan een informele aanspreekstijl is wellicht te verklaren doordat de organisatie die aangeschreven wordt een kleine organisatie is die een persoonlijke en informele sfeer nastreeft en dat ook uitstraalt op haar website. De Vlamingen passen zich in dat geval gewoon goed aan aan de stijl van de organisatie. De Nederlanders hebben in de data geen voorkeur voor een bepaalde aanspreekstijl. De zwaarte van de fta’s De e-mails zijn beoordeeld op de zwaarte van de fta. Zoals al in de theorie naar voren kwam wordt de zwaarte van de fta bepaald door een combinatie van een drietal factoren. In de methode is reeds beschreven dat factoren social distance (D) en power (P) voor elke e-mail vrijwel gelijk zijn, dus het gaat hier voornamelijk over de rate of imposition (R). W (FTA) = R + D + P Weight is Face Threatening Act = Rate of imposition + social Distance + Power (Brown & Levinson, 1987: 74-76)
61
Face-work in e-mails
De verzoeken in deze context zijn, zoals reeds vermeld, niet ongewoon en zouden dus niet per definitie voorzien hoeven worden van allerlei face-strategieën. De verzoeken die als heel normaal en niet zwaar worden gezien in deze context, zijn beoordeeld als ongemarkeerde verzoeken. De verzoeken die zwaarder zijn, doordat er bijvoorbeeld bijzondere vragen worden gesteld, of afwijkende verzoeken worden gedaan, zijn beoordeeld als gemarkeerde verzoeken. De verhoudingen hierin zijn bij beide groepen vrijwel gelijk. Bij de Nederlanders is deze verhouding 40% (gemarkeerd) om 60% (ongemarkeerd) en bij de Vlamingen is dit 42% (gemarkeerd) om 58% (ongemarkeerd). De ongemarkeerde verzoeken zijn dus in de ruime meerderheid, terwijl de meerderheid van de verzoeken toch voorzien is van een of meerdere vormen van face-work. Er is nauwelijks sprake van een verschil en deze is al helemaal niet statistisch significant (Z = 0,046, p = 0,830).
Verschil in afsluiting De afsluitingen in de e-mails zijn voornamelijk gedaan in de vorm van de positieve substrategie 11. Deze afsluitingen variëren van het uitspreken van de verwachting op medewerking als in “alvast bedankt”, tot het uitspreken van de hoop op medewerking zoals in “ik hoop op een antwoord”. Toch is er bij de Nederlanders ook nog een andere vorm van afsluiten gevonden, namelijk via een directe strategie. Deze vorm is een direct verzoek, die in de Nederlandse onderzoeksdata wel altijd gecompenseerd wordt door middel van het beleefdheidspartikel ‘graag’: “Ik hoor graag van u”.
62
Face-work in e-mails
6.
Conclusie
In bijna alle vormen van interactie worden, bewust en onbewust, vormen van face-work toegepast. Ook in de schriftelijke communicatie aan een dienstverlenend bedrijf zijn mensen, als onderdeel van een samenleving met vele ongeschreven sociale conventies, geneigd om allerlei face-work te verrichten, om de mogelijke bedreiging van iemands face zoveel mogelijk te verkleinen. Dit gebeurt niet alleen in informele interactie, maar ook in communicatie in de professionele sfeer. Iedere cultuur heeft haar eigen sociale conventies en dus ook haar eigen normen omtrent face-work. Dit onderzoek had als doel om er achter te komen of er ook verschil zit in de beleefdheidsnormen tussen Nederlanders en Vlamingen: twee verschillende culturen, althans volgens Hofstede, met dezelfde taal.
Het doen van een verzoek vormt een mogelijke bedreiging voor iemands negative face. Dit betekent dat de spreker een mogelijke inbreuk maakt op de vrijheid en de autonomie van de hoorder. De spreker kan deze mogelijke face-bedreiging voorkomen of minimaliseren door het toepassen van een of meerdere face-strategieën. Allereerst is gekeken welke vormen van face-work door de ‘Nederlanders’ en ‘Vlamingen’, in de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar, gerealiseerd worden rondom verzoekuitingen. Daaruit is naar voren gekomen dat tweederde van alle strategieën met omhaal (with redressive action) worden gedaan. Dit geldt zowel voor de Nederlanders als voor de Vlamingen. Zo worden veel verzoeken ingeleid met behulp van positieve facestrategieën. Dit gebeurt veelal door het tonen van interesse voor de organisatie. Vervolgens worden veel verzoeken, als ze niet op een directe manier worden gedaan, op een conventioneel indirecte manier geformuleerd om zo de geadresseerde meer ruimte te geven voor zijn of haar vrijheid van handelen. Dit is een vorm van negatieve face-work. Daarnaast worden er ook redenen gegeven voor het doen van het verzoek, waarmee een gemeenschappelijke argumentatieve basis wordt gesuggereerd. Sommige verzoeken worden off-record gedaan, bijvoorbeeld door het verzoek als een hint in te kleden. Veel e-mails uit de onderzoeksdata worden afgesloten middels een positieve face-strategie. Hier wordt vooral optimisme getoond over de medewerking van de ontvanger. Zoals ook uit bovenstaande is af te leiden, is uit het onderzoek gebleken dat er een bepaald patroon in de volgorde van de strategieën in de e-mails zit. Dit patroon wordt lang 63
Face-work in e-mails
niet altijd gevolgd, maar toch is dit patroon nog goed voor 40 procent van alle e-mails van de Vlamingen en 29 procent van de Nederlanders. De verwachtingen rond dit onderzoek waren dat er door de verschillen in cultuur ook verschillen in de uiting van face-work te vinden zouden zijn tussen de twee groepen. Met behulp van het culturele dimensiemodel van Hofstede zijn eerder in dit verslag de cultuurverschillen tussen Nederland en Belgisch Vlaanderen beschreven. Deze culturen verschillen volgens dit model vooral in de mate van masculiniteit, hierdoor zijn de Vlamingen meer gericht op de ouderwetse rollenpatronen dan de Nederlanders; de mate van onzekerheidsvermijding, waardoor de Vlamingen onzekere of onbekende situaties liever uit de weg gaan en daardoor een grotere behoefte hebben aan voorspelbaarheid en regels dan de Nederlanders; en in de beleving van machtsafstand, hierbij leggen de Vlamingen zich makkelijker neer bij een ongelijke machtsverdeling dan de Nederlanders. Voor de dimensies individualisme en langetermijnoriëntatie zijn weinig verschillen te zien tussen Nederland en Belgisch Vlaanderen.
Nadat er naar de afzonderlijke resultaten van de twee groepen is gekeken, is het nu tijd om een antwoord te geven op de centrale vraag van dit onderzoek:
In welk(e) opzicht(en) verschillen ‘Nederlanders’ en ‘Vlamingen’ bij het realiseren van facework rondom verzoekuitingen in e-mails naar een reisorganisatie?
In dit onderzoek is naar face-work gekeken in empirisch materiaal van Nederlanders en Vlamingen. Deze data is met behulp van de beleefdheidstheorie en de daarbijbehorende face-strategieën van Brown en Levinson geanalyseerd. Daaruit is naar voren gekomen dat er weinig tot geen verschillen zijn in zowel de manier waarop de twee groepen de verschillende strategieën tot uiting brengen als de voorkeur voor de verschillende strategieën. De verdeling van de verschillende face-strategieën is vrijwel gelijk. Zowel de Nederlanders als de Vlamingen kiezen er in een derde van de gevallen voor om een verzoek zonder omhaal, bald on record, te doen. Daarnaast doen beide groepen dus ook ongeveer even vaak verzoeken met omhaal. Ook in de uitvoering van de strategieën zit weinig verschil. Zoals in de resultaten te zien is voeren beide groepen de verschillende strategieën ook nagenoeg in dezelfde vorm uit. De verhouding van ongemarkeerde en gemarkeerde (reële) fta’s is bij 64
Face-work in e-mails
beide groepen gelijk, net als het gebruik van het beleefdheidspartikel ‘graag’. Deze laatste komt overigens opmerkelijk vaak voor in combinatie met een conventioneel indirect verzoek, waar je dit partikel wellicht eerder zou verwachten ter compensatie van een direct verzoek. Toch zijn er ook enkele kleine verschillen gevonden in de resultaten van beide groepen. Binnen de positieve face-strategie 2C, verschillen de twee groepen in het gebruik van twee substrategieën. De Vlamingen maken hier meer gebruik van substrategie 13, het geven van redenen voor het doen van het verzoek, dan de Nederlanders. Dit is een bijna significant verschil (Z = 3,666, p = 0,056). Ook in de aanspreekstijl is er enig verschil te zien tussen de twee groepen. De Vlamingen geven in de onderzoeksdata een voorkeur aan een informele aanspreekstijl. Bij de Nederlanders is van een dergelijke voorkeur geen sprake. Dit verschil is net niet significant (Z = 3,023, p = 0,082). Tenslotte is er een verschil in de manier van afsluiten tussen de twee groepen. De Nederlanders gebruiken enkele keren een erg directe manier van afsluiten. Een dergelijke vorm van afsluiten komt in de data van de Vlamingen niet voor. Ondanks de verschillen in cultuur zijn er dus geen noemenswaardige, en al helemaal geen significante, verschillen te ontdekken in de manier waarop de groepen Nederlanders en Vlamingen face-work toepassen in hun e-mails. Door de hogere onzekerheidsvermijding van de Vlamingen zou je verwachten dat deze groep meer gebruik zou maken van indirecte verzoeken dan de Nederlanders. Ook kun je verwachten dat de Vlamingen, door een hogere score op de machtsafstand, een grotere voorkeur zouden hebben voor een formele aanspreekstijl. De resultaten van dit onderzoek druisen dus in tegen deze verwachtingen. Dat de Vlamingen hier de voorkeur geven aan een informele aanspreekstijl kan overigens komen doordat de organisatie die aangeschreven wordt een kleine organisatie is die een persoonlijke en informele sfeer nastreeft en dat ook uitstraalt op haar website. In dat geval zouden de Vlamingen zich beter aanpassen aan hun ontvanger. De Nederlanders hebben geen voorkeur voor een bepaalde aanspreekstijl. Dit lijkt dus te kloppen met het niet hebben van specifieke regels bij de Nederlanders. De verschillen in cultuur komen dus niet terug in (grote) verschillen in de uiting van face-work bij de groepen Nederlanders en Vlamingen.
65
Face-work in e-mails
7.
Slotbeschouwing
De culturele verschillen tussen Nederlanders en Vlamingen die met behulp van het model van Hofstede zijn vastgesteld, zorgden voor de verwachting dat er verschillen in het gebruik van face-work zouden zijn. Er blijken echter nauwelijks verschillen te zijn, een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat de personen uit de onderzoeksgroepen uit de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar komen. Dit is een generatie die wellicht de culturele verschillen van de vorige generaties deels heeft overbrugd. De onderzoeksgroep weerspiegelt ook niet de gehele bevolking van een land en de resultaten geven, net als het model van Hofstede, slechts een algemeen beeld zonder dat deze kunnen worden gegeneraliseerd naar de gehele cultuur van een land. Een ander punt van overwegingen met betrekking tot de resultaten is dat er onderzoek is gedaan naar de correspondentie van Nederlanders en Vlamingen aan een Nederlandse organisatie. Misschien dat de Vlamingen hun face-work anders zouden inkleden als zij aan een Vlaamse organisatie zouden schrijven. De verwachting van dit onderzoek was dat er zeker verschillen zouden worden gevonden. De organisatie zelf zegt ook een verschil te ervaren bij het lezen van de Nederlandse en Vlaamse e-mails, maar kan niet aanwijzen waar dat verschil in zit. Een dergelijk verschil is in dit onderzoek niet naar voren gekomen. De resultaten van dit onderzoek hangen ook samen met de manier van onderzoeken. In dit onderzoek is louter gekeken naar face-work, het (non)verbale gedrag dat als taak heeft om face-threatening acts te verzachten. Er zou wellicht wel een verschil in de mate van beleefdheid kunnen zijn. Dan zou in een vervolgonderzoek bijvoorbeeld onderzocht kunnen worden hoe Nederlanders en Vlamingen zelf de beleefdheid van beide groepen in de e-mails beoordelen. Beleefdheid wordt namelijk, zoals Watts (2003: 98) al opmerkte, bepaald aan de hand van de beoordeling van de uitingen door anderen. Ondanks dat de resultaten van dit onderzoek anders zijn dan was verwacht, verschaft deze scriptie nieuwe inzichten over de verschillen en overeenkomsten in de uitingsvormen van face-work van Nederlanders en Vlamingen in e-mails in een (semi-)formele setting.
66
Face-work in e-mails
Literatuur
Bax, M.M.H. (2010) Epistolary presentation rituals. Face-work, politeness, and ritual display in early modern Dutch letter-writing. In: Culpeper, Jonathan & Kádár, Dániel Z., eds. Historical (im)politeness. Bern: Lang, 37-85
Baxter, L.A. & Babbie, E. (2004) The basics of communication research. Belmont, CA: Wadsworth/Thomson Learning.
Berenst, J. (2005) Gespreksanalyse. Identiteiten en Sociale Relaties in Gesprekken. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Blum-Kulka, S. (1987) Indirectness and politeness in requests: same or different. In: Journal of Pragmatics, 11, (131-146).
Blum-Kulka, S., J. House & G. Kasper eds. (1989) Cross-cultural pragmatics: requests and apologies. AppAblex, Norwood, NJ.
Boer, D.J. den, Bouweman, H., Frissen, V. et al. (2005) Methodologie en statistiek voor communicatie-onderzoek. Alphen aan den Rijn: Kluwer
Brown, P. & S.C. Levinson (1987) Politeness. Some universals in language usage, Cambridge: Cambridge university press.
Claes, M. & M. Gerritsen (2002) Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Clark, H.H. (1996) Using language. Cambridge: Cambridge university press: 2.4, 3.3, 9.4.
Goffman, E. (1955) On face-work: an analysis of ritual elements in social interaction. In: J. Laver & S. Hutcheson (eds.) (1972) Communication in face to face interaction. Penguin: Harmondsworth: 319-347 67
Face-work in e-mails
Grice, H.P. (1975) Logic and conversation. In: P. Cole & J. Morgan (eds.). Syntax and Semantics, 3: speech acts. New York: Academic Press. Grice, H. P. (1989) Studies in the way of words. Cambridge: Harvard University Press. Hickey, L. & M. Stewart (2005) Politeness in Europe. Clevedon: Multilanguage matters. Hofman, J. (2009) Beleefdheid in multiculturele teams. Een studie naar ‘beleefdheid’ in crossculturele Belbinteams tijdens een conflictsituatie. Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie, Rijksuniversiteit Groningen.
Hofstede G. (1991) Allemaal andersdenkenden: omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact.
Hofstede, H. & G.J. Hofstede (2005) Allemaal andersdenkenden: omgaan met cultuurverschillen. Amsterdam: Contact.
Houtkoop, H. & T. Koole (2000) Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal. Bussum: Coutinho.
Huls, E. (2001) Dilemma’s in menselijke interactive. Een inleiding in de strategische mogelijkheden van taalgebruik. Utrecht: Lemma
Kasper, G. (1990) Linguistic politeness: Current research issues. In: Journal of Pragmatics, vol.14 (2): 193-218.
Lakoff, R. (1973a) The logic of politeness; or minding your p’s and q’s. In: Chicago Linguistics Society 8: 292-305.
68
Face-work in e-mails
Le Pair, R. & Korzilius, H. (2000) Interculturele communicatieve competentie: directheid in verzoeken. In R. Neutelings, N. Ummelen & A. Maes (red.), Over de grenzen van de taalbeheersing, (pp. 337-349). Den Haag: Sdu.
Locher, M.A. (2004) Power and Politeness in Action: Disagreements in Oral Communication. Berlin/New York: Mouton de Gruyter.
Locher, M.A. & R.J. Watts (2005) Politeness theory and relational work. In: Journal of Politeness Research vol. 1: 9-33
Mulken, van M. (1996) Politeness markers in french and dutch requests. In: Language Sciences, Vol. 18: 689-702.
Noppen van M. (2010) Mag u even gaan staan. Formuleringsvarianten van directieve taalhandelingen in de zorginteractie. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Ross, R. B. & S. L. Faulkner (1998) Hofstede's dimensions: An examination and critical analysis. In: Civic Discourse: Multiculturalism, Cultural Diversity and Global Communication, edited by K. S. Sitaram, M. H. Prosser. London: Ablex, 31-40.
Sarangi, S. (1995) Culture. In: Handbook of Pragmatics, edited by J. Verschueren, J.-O. Östman, J. Blommaert. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publ. Co., 1-30.
Searle, J.R. (1977) Taalhandelingen. Een taalfilosofisch essay. Utrecht/ Antwerpen: Uitgeverij het Spectrum
Shadid, W. (2003) Grondslagen van interculturele communicatie. Studieveld en werkterrein. Alphen aan den Rijn: Kluwer.
Shannon C. E. & W. Weaver (1949) A mathematical model of communication. Urbana, IL: University if Illionois.
69
Face-work in e-mails
Watts, R.J. (1992) Linguistic politeness and politic verbal behavior: Reconsidering claims for universality. In: Politeness in Language: Studies in its History, Theory and Practice, Richard J. Watts, Sachiko Ide, and Konrad Ehlich (eds.), 43-69. Berlin/New York: Mouton de Gruyter.
Watts, R.J. (2003) Politeness. Cambridge: Cambridge University Press.
Wouters, P. (2005) België – Nederland: verschil moet er zijn. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat.
70
Face-work in e-mails
Bijlagen I. Analysetabellen Vlamingen en Nederlanders II. Tabellen uitkomsten Chi-kwadraattoetsen
71
Face-work in e-mails
Bijlage I Analysetabellen Vlamingen en Nederlanders Analysetabel Vlamingen Nr. Aanhef en afsluiting
SubUitingsvormen strategie
Uitleg
Opmerkingen
Code
1
P1
Ik ..... vind de formule van vrijwillgerswerk en Spaans leren heel toff en spreekt mij enorm aan en dan in het bijzonder in Peru in Cusco.
Interesse tonen, complimenteren
-Stijl: informeel -FTA: reëel. Afwijkend programma
2A
N4
Ik heb een vraagje
3B
1
P13
is er ook een formule om 3 weken naar Cusco te gaan en enkel vrijwilligerswerk te doen en Spaans te leren zonder die andere activiteiten. Ik ben al naar Peru geweest en heb dit al gezien.
Belasting minimaliseren dmv verkleinwoord Dir.
Reden geven
2C
1
Staan die data voor de reizen al vast?
Dir
1
P11 P1
Bedankt! ik ben erg geïnteresseerd.
Optimistisch over medewerking Interesse tonen
2C 2A
P13
Daarom wil ik eens vragen wat nog mogelijk is, want ik besef dat ik aan de late kant ben. Ik wou ook eens vragen hoe jullie precies werken. Hebben jullie een kantoor in nederland? En zo ja waar? Want ik zou toch graag iemand van de organisatie willen spreken voor ik knopen doorhak. Zijn er problemen omdat ik de Belgische nationaliteit heb?
Reden geven
Alvast bedankt! Twee aandachtspuntjes zijn evenwel dat mijn
2
Hallo/ vriendelijke groetjes
Beste/ Vriendelijke groeten
N1 1 1 P13
1
P11
3
Geachte/
1
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: pseudo
2C
Conv. indir. wou vragen = oprechtheidsvw Direct Dir Reden geven
3A
Dir
1
Optimistisch over medewerking
2C
1 1 2C
-Stijl: formeel
72
Face-work in e-mails vriendelijke groeten P13
2C
Conv indir. Need for request
3A
Hint
4
Wees vaag
4
Als u meer info wenst over mij, mijn opleiding of andere zaken, vraag maar raak.
Direct, maar coöperatief
2C
P11 N1
Alvast bedankt Graag zou ik wat meer informatie willen over vrijwilligerswerk in Cusco.
Optimistisch over medewerking Conv indir. dmv graag zou ik = oprechtheidsvw
1
- Is het mogelijk om 1 week Spaanse les te volgen en 4 weken vrijwilligerswerk? Ik ben dit jaar zelf gestart met Spaanse les, vandaar dat ik liever nog 1 weekje les volg in Cusco. - Kunnen de lesgevers ook Nederlands of verloopt het in het Engels? - Ik lees dat jullie ook excursies doen. Zijn deze ook tijdens het vrijwilligerswerk of enkel tijdens de taalstage? Aangezien ik al in Cusco geweest ben, heb ik al bepaalde dingen gezien. Als jullie een excursie houden die ik al eens gedaan heb,
Direct
O1 O12
P15
4
Met vriendelijke groeten
-FTA: reëel, veel vereisten. Reden geven
N1
Hallo
persoonlijk budget redelijk beperkt is en dat mijn stage-aanvraag ten laatste op 20 mei moet ingediend worden. Ik contacteer jullie nogal laat, maar dit komt doordat mijn oorspronkelijke stageplaats in Cuba geen toestemming van de overheid heeft gekregen om een stagiair aan te nemen. Voor mijn aanvraag heb ik een organisatie van hier en een ter plaatse nodig plus telkens een contactpersoon die voor mij verantwoordelijk wil zijn.
P13 1 1 P13
Een korte werkomschrijving ware ook zeer handig. Liefst wat praktische toepassingen en echte handenarbeid, eventueel afgewisseld met wat onderzoek of dergelijke.
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:reëel. veel vragen
2C 3A
1
Reden geven
2C
Dir
1
Dir
1
Reden geven
2C
73
Face-work in e-mails 1
kan ik dan een andere doen? Of wat zijn dan de mogelijkheden? - Als ik na die 5 weken nog een week in Cusco wil blijven, kan ik dan eventueel nog in een appartement blijven van jullie of ist dit dan voor andere vrijwilligers? - Is er op voorhand een infomoment in Nederland?
Dir
1
Dir
1
Dir
1
P11 P1
Hopelijk krijg ik spoedig een antwoord van jullie. Op u site vonden we interessante projecten. Het Kinderziekenhuis en revalidatiecentrum San Juan de Dios en Kliniek Hermanas de Calcutta boeien ons.
Optimisme over medewerking Interesse tonen in organisatie
2C 2A
N1
Kan u ons laten weten met wie we contact moeten opnemen om te vragen of het mogelijk is om daar onze stage te doen? Of kunnen we via u te weten komen of er nog plaatsen vrij zijn?
Conv. indirect dmv kunnen = voorber.vw
Kan u ons zo snel mogelijk iets laten weten?
Conv. indirect. dmv kunnen = voorber.vw
1
1
5
Beste Mvg +
N1 u N1
6
Geachte Geen afsluiting + u/jullie
P1
1 1
7
Beste Met
P11 P1
U had eerder contact met mijn medestudente, Sophie Coenen, zoals zij eerder vermeldde ben ook ik geïnteresseerd in jullie projecten, vooral dan in Peru.
-Stijl: formeel, maar wel Beste, -Geen standaard afsluiting -FTA:pseudo
3A 3A
3A -Stijl: formeel -FTA:pseudo
Interesse tonen
2A
Wat maakt dan zoal deel uit van het takenpakket van een stagiaire? Is er ook in Bolivia een mogelijkheid om stage te lopen in de 'verslaafdenzorg'?
Direct
1
Dir
1
Alvast bedankt voor u antwoord. De projecten van Het Andere Reizen in het zuiden lijken mij bijzonder interessant, omdat ik mijn stage graag zou koppelen aan een
Optimisme over medewerking Interesse tonen
-Stijl: onpers -Beleefdheidspartikel ‘graag’
2C 2A
74
Face-work in e-mails
8
vriendelijke groeten
P1
+onpers.
N1
Beste
N1
met vriendelijke groeten
1
+onpers.
1
1 1 1
9
10
Beste +u
Beste
ontwikkelingsprogramma. Vooral de projecten in Quito spreken me erg aan. Graag had ik geïnformeerd of de mogelijkheid bestaat om één van deze projecten te koppelen aan één van de deelgebieden van mijn studie. en zou graag wat meer info krijgen ivm. vrijwilligerswerk in Peru. Wanneer moet je ingeschreven zijn en hoe verloopt de voorbereiding? Wanneer je 4 weken Spaanse les volgt, welk niveau heb je dan behaalt wanneer je van nul start? Als je een vlucht boekt via de organisatie, via welke maatschappij en op welke luchthaven vlieg je dan? Wat is de kostprijs ongeveer? Zou het dan mogelijk zijn om mee te lopen met een psycholoog in vb. Casa Mantay?
-Geen extra afsluiting -FTA:pseudo Conv. indirect dmv graag had ik geïnformeerd = oprechtheidsvw Conv. indirect oprechtheidsvw Direct
3A
-Stijl: onpers -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:pseudo
3A 1 1
Optimisme over medewerking 1 1 1
P11 1 P13
Alvast bedankt! Welk niveau van Spaans ze verwachten voor de stage? Het zou mij beter uitkomen als ik later zou kunnen vertrekken, niet meteen na de examens.
Direct, in vraagvorm, wel ingeleid. Voorwaarde voor het hoofdverzoek Reden geven (stille ‘namelijk’ na “mij”).
N1 N2 N2
Zou het ook mogelijk zijn om een gedetailleerde omschrijving van de stage te ontvangen indien dit mogelijk is? En misschien ook een lijstje van zaken die ik zeker moet meenemen? Zoals bv. een laptop ofzo?
Conv. indir dmv ‘zou het mogelijk zijn’ = voorber. voorwaarde Hedge: indien dit mogelijk is (dubbelop) Hedge: misschien
P11 N1
Alvast bedankt Graag had ik hier wat meer informatie over gekregen. Hoe verloopt de procedure precies? Is het mogelijk om nog wat meer informatie te
Optimisme over medewerking Conv. indir ‘had’ +graag, afgezwakt met ‘wat meer’ Direct Conv indir ‘is het mogelijk’ voorber
1 N1
2A
-Stijl: (in)formeel -FTA: pseudo
2C 1 2C
3A 3A 3A
-Stijl: onpers. -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:pseudo
2C 3A 1 3A
75
Face-work in e-mails
1 N4 P11
11
Beste P1 + jullie N1
1 P13
P11
12
13
Interesse tonen
2A
Direct Reden geven
1 2C
Direct
P11
Alvast heel erg bedankt en hopelijk tot snel! Uiteraard heb ik een aantal vragen, maar ik ben zeer geïnteresseerd in jullie organisate... de persoonlijke en ecologische invalshoek komt echt naar voor een spreekt me zeer aan.
Optimisme over medewerking
In hoeverre is het mogelijk om deze twee te combineren
Direct
1
2C -Stijl: informeel -FTA:pseudo
3A
Nu was natuurlijk mijn vraag of dit mogelijk is in het algemeen en of het geen probleem is dat ik slechts 4 weken in één van de kantoren zou kunnen werken?
P1
3B
Conv. indir. dmv vroegen wij ons af = oprechtheidsvw.
1
+ jullie
1
Vraagjes = verkleinwoordbelasting minimaliseren Optimisme over medewerking
Optimisme tonen over medewerking Interesse en sympathie tonen
P1
Hallo/ groetjes + jullie
Alvast bedankt! Wij (2 pers.) kwamen al surfend op jullie site terecht en zijn erg geinteresseerd in de taalcursus die jullie aanbieden. Meer specifiek de cursus in Cusco, Peru. Hierover vroegen wij ons af hoe lang op voorhand je dient vast te leggen wanneer je graag zo'n taalcursus zou volgen, en wat je allemaal moet doen om je in te schrijven? Moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen? Wij zijn namelijk van plan om via jullie de formule "taalles 4 weken + appartement" te nemen.
vw Direct
Alvast bedankt Toen ik jullie projecten rond toerisme in Peru zag was ik dan ook onmiddelijk verkocht.
Beste Met vriendelijke groeten
bekomen over de projecten dan de informatie op internet? En is een maand Spaanse les voldoende om nadien aan de slag te gaan? Dat zijn de vraagjes waar ik een beetje mee zit..
Interesse tonen
2C -Stijl: informeel -FTA:pseudo
2A 1
2C -Stijl: informeel -FTA:reëel. erg lange mail, veel vragen en uitnodiging tot een voorstel ‘op basis van bovenstaande gegevens’.
2A
3A
76
Face-work in e-mails
14
15
O1
Misschien, als ik een kuststreek in ecuador en costa rica kies, dat het vervoer gemakkelijk via boot zou kunnen gaan, ik heb ook gehoord dat vluchten binnen latijns amerika veel goedkoper zijn...
Hint: laat weten of dit zo is?
4
1 P13
zullen er veel nederlanders zijn? Want dan zou de verleiding soms misschien wat groot zijn om in het nederlands te spreken en dat wil ik dus écht écht niet
Reden geven
1 2C
N1
kunnen jullie iets voorstellen?
3A
N6
Sorry voor mijn wat lange mail
Conv. Indirect dmv kunnen = voorber. vw Verontschuldigen
P11
heeeeel hard bedankt alvast voor de info!!!
2C
Beste
P1
Heel wat van jullie sociale projecten spreekt mij enorm aan.
Optimisme over respons/ antwoorden op verzoek Interesse tonen
Vriendelijke groeten
O1
+jullie
N1, N2
Ik vroeg mij af of jullie een lijst met tarieven hebben voor dit soort projecten Misschien kunnen jullie mij hiermee helpen?
Hallo
P11 P1+2
mvg + jullie 1
1 1
Alvast bedankt! Eerst en vooral wil ik jullie een schouderklopje geven voor de leuke organisatie dat jullie hebben! De vragen hieromtrent zijn: - als eerste : zijn deze twee te combineren?? voornamelijk financieel om van de ene plaats naar de andere te geraken. - Met welke vliegtuigmaatschappij werken jullie voornamelijk? - Moet je een snelle beslisser zijn als je nog een
3B
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
2A
Hint
4
Conv. indir kunnen = voorber vw + hedge misschien Optimisme over medewerking Complimenteren, sympathie en interesse tonen
3A
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
2C 2A
Direct
1
Dir
1
Dir
1
77
Face-work in e-mails
1 P13
1
P11
16
17
Beste
1
Met vriendelijke groeten + jullie
1
Beste Groeten
P1 P1
+ u / jullie/ onpers. P13
1
P11
18
Beste Met vriendelijke
1 1
vliegtuigticket wilt bemachtigen? - Is er een mogelijkheid om met andere alleenreizigers in contact te komen? Ik zou deze reis namelijk alleen maken omdat niemand anders meewilt maar vind het wel een beetje scary. - Hebben jullie ook ergens een kantoor? of info avonden ofzo? Alvast bedankt en hopelijk hoor ik jullie snel weer! Maar is dit verstandig omdat het dan regenseizoen is? Weten jullie ook ongeveer hoeveel het mij gaat kosten voor het eten per dag?
Via uw website heb ik gezien dat jullie interessante projecten hebben in Costa Rica. Het interesseert mij erg op daar te gaan lesgeven gedurende enkele weken. Nu zie ik dat de minimum periode op 5 weken staat. Aangezien ik werk als ingenieur bij Electrabel (energieproducent België) is het niet mogelijk om mij langer dan 3 tot max 4 weken aan een stuk vrij te maken. Zijn er mogelijkheden om mij voor zulk een periode op te geven voor de aangeboden projecten of is dit strict 5 weken en wordt hier niet van afgeweken. Alvast bedankt voor een antwoord, Hierbij mijn vragen: - Kan je als Belg mee met uw organisatie? - Als ik ervoor kies om jullie het vliegticket te laten regelen, is dit dan via een Nederlandse
Dir
1
Reden geven
2C
Dir.
1
Optimisme over medewerking
2C
Direct Dir
-Stijl: informeel -Geen aparte afsluiter -FTA:pseudo. korte heldere vragen
Interesse tonen Interesse tonen
-Stijl: (in)formeel -FTA:reëel. Er wordt afwijkende reistijd gevraagd
1 1
2A 2A
2C Reden geven
1
Optimisme over medewerking Direct Dir
2C -Stijl: formeel -FTA:pseudo
1 1
78
Face-work in e-mails groeten 1 + uw/jullie 1
P13 1
1
19
Beste Met vriendelijke groeten
Dir
1
Dir
1
Reden geven Dir
2C 1
Dir
1
P11 P1
hopelijk kan u mij verder helpen. Met veel enthousiasme las ik over het vrijwilligerswerk
Optimisme over medewerking Interesse tonen
N4
Ik had daarover nog enkele vraagjes:
3B
1
-Wat zijn telkens de startmomenten van zowel de Spaanse lessen als het project waarvoor ik geïnteresseerd ben? Ik zou namelijk in mei willen vertrekken voor twee maanden. -Hoelang op voorhand dien ik me uiterst in te schrijven? -Wat houdt het 'pick up pakcet' juist in? Ik begreep niet goed waaruit die 185 euro bestaat.
Belasting minimaliseren dmv ‘enkele vraagjes’ Direct Reden geven
2C
Dir
1
Dir
1
Optimisme over medewerking
2C
+onpers. P13 1 1 P11
20
luchthaven vertrekken? - Is er een datum voorzien waarop je ten laatste moet ingeschreven zijn voor de vakantie van 2010? - Is er sprake van introductiedagen voor het vertrek of kennismaking met andere deelnemers? - Aangezien ik studente klinische psychologie ben, is het dan mogelijk om eventueel wat meer psychologisch gericht vrijwilligerswerk te doen naast de andere activiteiten? Als ik op mijn eentje voor ik vertrek wat Spaans wil leren, moet ik dan rekening houden met bepaalde dialecten?
Beste mensen
P1
Met vriendelijke groeten
O1
Alvast bedankt en tot gauw! Met veel belangstelling heb ik jullie informatie gelezen betreft een 3-weekse reis Cusco en de Heilige Vallei. Ik weet niet of het nog mogelijk is om voor de periode eind mei tot eind juni een inschrijving te regelen maar ik zou wel met veel enthousiasme
Hint: laat weten of het nog mogelijk is om..
-Stijl: onpers. -FTA: pseudo
2C 2A
1
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:reëel
2A
4
79
Face-work in e-mails hoop ik op een spoedig antwoord
naar Peru willen trekken. N1
Voor de prijs van 675 € (3 weken) had ik graag geweten of er nog andere niet gekende kosten bijkomen buiten de vermelde informatie.
Conv. Indirect dmv had graag weten, oprechtheidsvw
3A
1
-Bevinden de gastgezinnen zich in de stad Cusco zelf (wandel – of loopafstand van de school ivm spaanse lessen)? -Worden de spaanse lessen door Peruanen gegeven? -Zijn de lessen in de voormiddag met namiddag vrijaf? -Hoeveel personen gemiddeld in totaal om spaanse les te volgen rond periode mei-juni? -Is de combinatie van de vrijwillers bestaande uit verschillende nationaliteiten? -Welke mogelijkheden bieden jullie aan voor de vluchten? -Wat zijn de mogelijkheden indien ik 1 week ter plaatse zou willen verlengen bij hetzelfde gastgezin en eventueel ook Spaanse lessen.
Direct
1
Dir
1
Dir
1
Dir (vaag Vlaams?)
1
Dir (vaag Vlaams?)
1
Dir
1
Met vriendelijke groeten hoop ik op een spoedig antwoord. ik ben ten zeerste geïnteresseerd in het combinatiepakket van Peru en Ecuador.
Optimisme over medewerking
1
Mijn vraag was hoeveel de vliegreis ongeveer zou kosten moest ik dit met ' Het Andere Reizen ' zou boeken.
Direct
P11 P1
Alvast bedankt! Ik ben geïnteresseerd om Spaans te leren via een taalstage. Jullie organisatie biedt dat aan.
Optimisme over medewerking Interesse tonen
+ jullie
1 1 1 1 1 1
P11
21
Beste
P1
Dir 1
Interesse tonen
2C -Stijl: onpers. -FTA:pseudo
2A
+ onpers.
22
Beste Met
1
-Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA: reëel. Late
2C 2A
80
Face-work in e-mails vriendelijke groet
1
- Ik ben wellicht wat aan de late kant: ik zou in mei willen vertrekken... Dat lukt niet meer zeker?
Direct
benadering
1
1
- Hoeveel weken of maanden is er gemiddeld nodig om redelijk tot goed Spaans te kunnen spreken? Ik kan echter pas begin juli beslissen of ik effectief mee kan, ik moet eerst mijn resultaten op school afwachten. Is dit een probleem of is het mogelijk om een project pas een maand op voorhand te reserveren?
Dir
- hoeveel zou dit kosten als dit voor september en oktober zou zijn en wat is er wel en niet inbegrepen? - Heb je daar ter plaatse een stagebegeleider? - Ik spreek geen Spaans (wel een basis portugees). Lukt dit om toch aan de slag te gaan en is er een mogelijkheid tot Spaanse lessen? - Waar kunnen de meeste terecht om te slapen? - Zijn er op de projecten nog andere vrijwilligers?
Direct
1
Mijn grootste vraag is natuurlijk of jullie projecten hebben die aan deze vereisten voldoen?
Dir
1
P11 P11 1
Ik wacht in spanning op een antwoord. Alvast bedankt! Bij deze al direct mijn eerste vraag: is het een probleem om bij jullie te boeken voor vrijwilligerswerk? Nu is mijn vraag daaromtrent of het niet beter is om een maand ter plaatse op 1 project te
Optimisme over medewerking Optimisme over medewerking Direct
2C 2C 1
+ jullie
23
Beste
P13
Mvg + onpers.
24
1
1 + jullie
1 1
1 1
Hallo met vriendelijke groeten
1
-Stijl: onpers -Geen extra afsluiting -FTA:pseudo.
Direct
Hallo Groetjes
25
Reden geven, stille ‘want’
1
Dir
2C
1
-Stijl: informeel -FTA:pseudo, ondanks veel vragen, wel duidelijk wat hij/zij wil.
1 1 1
Dir 1 1
Dir Dir
Dir
-Stijl: informeel -FTA:pseudo, ondanks lange mail, duidelijk afgebakende vragen.
1
81
Face-work in e-mails blijven, of dat op zich niet echt een probleem is om 2 projecten te combineren?
+ Jullie
P11+N1 P15
P11
26
Ik hoop dat ik nog wat meer info. kan krijgen over deze specifieke projecten, en mss zijn er nog vragen van jullie uit, die nodig zijn om mee een juiste keuze te maken.
Optimisme over medewerking + conv. indirect verzoek (voorber. vw) coöperatief
2C 3A 2C
Optimisme over medewerking
2C
Hallo
N1
Alvast bedankt. Ik vroeg me af welke mogelijkheden er hier zijn voor de opleiding orthopedagogiek?
Vriendelijke groeten
P11
Alvast bedankt!
Optimisme over medewerking
P1
samen met een collega van mij zijn wij zeer geinteresseerd in een buitenlandse stage in Zuid-Amerika
Interesse tonen vooraf aan verzoek
+ onpers.
N1+N2
Is het eventueel mogelijk wat aanvullende informatie te bezorgen betreffende de lopennde projecten en het financieel kader.
Conv. indirect verzoek, voorber. vw (is het mogelijk) Hedge: eventueel
Wij wachten vol ongeduld op uw reactie.
Beste
P11 P1
Optimisme over medewerking Interesse tonen
Met vriendelijke groeten
N1
Zou u me een brochure of lijst van de deelnameprijzen kunnen doormailen?
Conv. indirect verzoek dmv zou kunnen = voorber vw
+ u/jullie
P11
Alvast bedankt!
Optimisme over medewerking
Beste
P1
Op jullie site vond ik veel informatie en vond dit zeer interessant.
Interesse tonen
Conv indirect verzoek dmv vroeg me af = oprechtheidsvw
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
3A
2C
+ jullie
27
Beste M.v.g
28
29
Met
Ik vond op jullie website een aantal interessante vrijwilligersprojecten.
-Stijl: onpers. -FTA:reëel, want weinig specifieke informatie wat ze willen.
-Stijl: (in)formeel -FTA:reëel. Er is geen brochure, en er wordt niet gezegd van welke projecten hij/zij de prijzen wil. Van alle is heel veel werk. -Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA:reëel. Want
2A
3A
2C 2A
3A
2C 2A
82
Face-work in e-mails
30
vriendelijke groeten + jullie
1
Wat moet ik juist doen als ik mijn stage bij jullie zou willen doen?
Direct
vaag
1
Beste
P1
Na wat zoekwerk kwam ik bij "het andere reizen" terecht en ik ben erg geïnteresseerd.
Interesse tonen
2A
Vriendelijke groeten
N1
Daarom wil ik eens vragen wat nog mogelijk is, want ik besef dat ik aan de late kant ben.
Conv. indirect verzoek dmv wil vragen = oprechtheidsvw
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:reëel. Aan de late kant.
N1 1 P13
Ik wou ook eens vragen hoe jullie precies werken. Hebben jullie een kantoor in nederland? En zo ja waar? Want ik zou toch graag iemand van de organisatie willen spreken voor ik knopen doorhak.
Conv. indir. oprechtheidsvw Direct Reden
3A 1 2C
1
Zijn er problemen omdat ik de Belgische nationaliteit heb?
Direct
1
P11 1
Alvast bedankt! Is er de mogelijkheid om enkel het vrijwilligerswerk te doen zonder de Spaanse lessen? Ik heb namelijk al een jaar uitwisseling gedaan in Mexico, waardoor mn spaans al meer als behoorlijk is.
Optimisme over medewerking Direct Reden geven
2C 1
3A
+ jullie
31
Dag Met vriendelijk groet
P13
-Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA:pseudo
2C
+ jullie
32
Hallo
P1
Groetjes
33
+ jullie
N1
Beste
N1+N2
ik ben via via op jullie website terechtgekomen en ben erg geïnteresseerd in vrijwilligerswerk in Peru of Argentinie volgend jaar.
Interesse tonen
Ik vroeg mij af of ik als Belg ook met jullie organisatie weg kan? Nu vroeg ik me af of jullie eventueel ook iets in deze richting te bieden hadden?
Conv. indirect dmv vroeg mij af = oprechtheidsvw Conv. indirect dmv vroeg me af = oprechtheidsvw, hedge = eventueel
-Stijl:informeel -FTA:pseudo. kort vraagje
2A
3A -Stijl: informeel -FTA: pseudo
3A
Met
83
Face-work in e-mails
34
vriendelijke groeten + jullie
P11
Alvast bedankt voor de informatie!
Optimisme over medewerking
Beste
P1
Ik ben geïnteresseerd om samen met mijn vriend via jullie reisorganisatie een reis te boeken naar midden-Amerika en daar aan vrijwilligerswerk te doen.
Interesse tonen
1
Hebben jullie een kantoor waar wij naartoe kunnen komen om alles rustig te bespreken of is het enkel mogelijk om via internet te boeken?
Direct
1
P11
Ik kijk ernaar uit om iets van u te vernemen. Alvast bedankt. Ik zou graag een beetje meer informatie hebben over het programma.
Optimisme over medewerking
2C
1
Wat zijn de kosten van het logement enz?
Direct
P11 P13
Ik hoop snel van u te horen.
Optimisme over medewerking
Met vriendelijke groet + u/jullie
35
Beste meneer met vriendelijke groetjes +u
36
Beste met vriendelijke groeten + jullie
N1 + N4
1
O1
Aangezien ik een jaar in Chili heb gewoond is dat voor mij geen wezenlijk onderdeel van de stage. Bieden jullie ook projecten aan waarbij er geen taallessen worden aangeboden en wat is dan de kostprijs van de stage. De bedoeling van de stage die we moeten doen is meedraaien in een plaatselijk project en ons onderdompelen in de plaatselijke cultuur om op die manier de interculturele contacten te ervaren.
Conv. indirect verzoek dmv zou graaag hebben = oprechtheidsvw. Belasting geminimaliseerd dmv ‘een beetje’
Reden geven
2C
-Stijl: formeel/informeel -FTA:pseudo.
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: reëel. Niet duidelijk wat hij/zij wil. Welk programma? -Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA:reëel. Vage verzoeken
2A
3A 3B
1 2C 2C
1
Direct Hint: ik wil weten of dit het geval is
4
84
Face-work in e-mails 37
Beste
38
Met vriendelijke groeten +u Geachte Met vriendelijke groeten + onpers.
39
Hallo
N1
Zou u mij hierbij kunnen helpen?
Conv indirect verzoek dmv zou kunnen = voorber. vw
P11
Dank bij voorbaat voor uw snelle reactie.
Optimisme over medewerking
N1
Wij zouden graag wat meer informatie krijgen.
Conv indirect verzoek dmv zouden graag = oprechtheidsvw
N1
We zijn met drieën en vragen ons af hoeveel plaats er nog is.
Conv indirect verzoek, oprechtheidsvw
N1
Ik wou informatie vragen over vrijwilligerswerk in Latijns-Amerika.
Conv indirect verzoek oprechtheidsvw. (wordt verderop niet herhaald, vandaar dat dit een op zichzelf staand verzoek is).
+ onpers.
Ik zou wel langer willen gaan, maar dat gaat niet echt vanwege het werk. Dus vroeg ik me af of ik bijvoorbeeld 2 weken vrijwilligerswerk kan doen en 1 week op mezelf reizen?
Reden geven + Conv. indir. oprechtheidsvw. (vroeg ik me af)
P11 P1 N1
Alvast bedankt Ik ben heel geïnteresseerd in jullie aanbod en vroeg me af of er ook Belgen aan jullie projecten kunnen meedoen.
Optimisme over medewerking Interesse tonen Conv. indirect verzoek oprechtheidsvw. (vroeg me af)
N1
Kunnen jullie me iets laten weten?
Conv. indirect dmv kunnen (voorber. vw.)
P13 + N1
40
Beste Groetjes + jullie
-Stijl: formeel -FTA:pseudo. Makkelijk te behandelen.
3A
-Stijl: onpers. -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -Geen extra afsluiting -FTA:reëel. “wij zouden graag wat meer informatie rondom het programma ‘spaanse les in honduras’ krijgen”. Geen specifieke vraag -Stijl: onpers. -FTA:reëel, omdat het een vage mail is, zonder specifieke wensen
3A
2C
3A
3A
2C 3A
-Stijl: informeel -FTA:reëel. “kunnen jullie me iets laten weten?: = heel vaag
2C 2A 3A
3A
85
Face-work in e-mails
41
Hoi
P11
Al dankje!
Optimisme over medewerking (Vlaamse variant op alvast bedankt)
1
Mijn vraag was of je op een bepaalde dag start of is het gelijk welke dag je begint?
N1
Ik wou daarom graag wat meer informatie, voor ik mij als kandidaat inschrijf.
Conv indirect verzoek oprechtheidsvw. (wou graag meer informatie)
N1
Kan u me hier, hopelijk affirmatief, op beantwoorden? Dat zou vriendelijk zijn.
Conv indirect verzoek dmv kan (voorber. vw) Samenwerking benadrukken
Groetjes + jullie
42
Beste Vriendelijke groet +u
P15
43
44
Beste
N1
Conv indir verzoek, vragen naar mogelijkheid (voorber.vw.)
Met vriendelijke groeten
Is het mogelijk mij op volgende vragen te antwoorden, dan weet ik of jullie organisatie dé link was die ik tot nu toe zocht.
P11
Alvast bedankt!
Optimisme over medewerking
+ jullie
P11 P14
Hopelijk kunnen jullie me aan wat extra informatie helpen, dan maak ik waarschijnlijk snel een keuze!
Optimisme over medewerking Benadrukken dat het om een wederzijdse uitwisseling gaat
Beste
1 N1
Is het mogelijk om deze Spaanse les via jullie te regelen? Kunt u me hiervan ook de prijs bezorgen?
1
Ik vraag me ook af of het mogelijk is om dit op voorhand goed vast te leggen zodat ik daar de taken kan uitvoeren waar ik me goed in voel? Indien u echter een ander project zou willen voorstellen, sta ik hier natuurlijk steeds voor open.
Direct Conv indirect verzoeken dmv het vragen naar mogelijkheid (voorber. vw.) Direct
Met vriendelijke groeten + u/jullie
P15
P11
Ik hoop dat u me kan verder helpen, het is
2C -Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA: pseudo, klein vraagje
1
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: Pseudo, erg lange mail, maar wil in de eerste plaats alleen de kosten weten. -Stijl: informeel -FTA:reëel, erg veel vragen over verschillende projecten.
3A
3A 2C 3A
2C 2C 2C
-Stijl: formeel -FTA:reëel, wil afwijkende taken en dat laten vastleggen.
1 3A
1
Samenwerking benadrukken
2C
Optimisme over medewerking
2C
86
Face-work in e-mails P13 45
Geachte
Reden geven
P1
immers niet makkelijk om deze combinatie te regelen zonder tussenkomst van derden. Het leek me erg interessant om mijn stage in het buitenland te kunnen lopen, om hier te werken aan een sociaal - en cultureel project.
N1
Zou ik dit bij jullie organisatie kunnen realiseren?
Conv indir dmv zou kunnen (voorber. vw.) er staat eigenlijk: zouden jullie dit voor mij kunnen realiseren?
P11
Bij voorbaat dank.
Optimisme over medewerking
Vriendelijke Groeten + jullie
Totaal
Interesse tonen
2C -Stijl: formeel -FTA: reëel. Er wordt eigenlijk niets gevraagd, maar ze wil informatie over stages, bijzondere reizen en vrijwilligerswerk in Zuid-Amerika.
2A
3A
2C 206
87
Face-work in e-mails
Analysetabel Nederlanders Nr. Aanhef en afsluiting Geachte 1
Substrategie
Uitingsvormen
Uitleg
Opmerkingen
Code
P1
Door op het internet te zoeken kwam ik bij jullie organisatie terecht en zag dat jullie leuke projecten hebben in de toerisme branche. Het eerste project wat mij erg aansprak is het vrijwilligerswerk in Oaxaca bij reisorganisatie Gran Via Travel. Naast dit project spraken mij de projecten aan in het toerisme in Peru.
Interesse tonen, complimenteren
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:pseudo
2A
N1
Ik zou graag voordat ik aan het project begin nog 1 a 2 weken een spaanse talencursus willen volgen en daarna voor ongeveer 4 maanden aan de slag willen op een project. Ik zou alleen graag willen weten welke tarieven daarvoor gelden. Ik zou dus graag wat meer informatie willen m.b.t het project in Oaxaca en de projecten in Peru. Ik stuur bij deze mijn cv door en zou graag van jullie willen weten wat jullie denken welk project daar het beste op aan sluit.
Conv. indirect. oprechtheidsconditie
3A
Conv. indirect, oprechtheidsconditie, afgezwakt dmv ‘alleen’ Conv. indirect, oprechtheidsconditie
3A
Conv. indirect, oprechtheidsconditie
3A
Ik zie uw reactie graag tegemoet. Zuid-Amerika lijkt mij een ontzettend mooie ervaring en ik hoop dat u mij kunt informeren over eventuele stages die voor mij geschikt zouden kunnen zijn.
Optimistisch over medewerking Positief/optimistisch dmv hoop + conv indir. kunt = voorbereidende voorwaarde
Ik hoop snel wat van u te horen.
Optimisme over medewerking
heer, mevrouw
Met vriendelijke groeten + u/jullie
N1 N1 N1
P11
2
Goedendag Met vriendelijke groet
P11 N1
P11
3A
-Stijl: formeel -FTA:reëel. Op basis van CV en continent moet de lezer maar iets voorstellen.
2C 2C 3A
2C
+u
88
Face-work in e-mails
3
4
Geachte heer/mevro uw
N1
Ik zou graag willen weten of u mogelijkheden ziet om een dergelijke stageplek via uw organisatie te regelen.
Conv indir verzoek, oprechtheidsconditie
Met vriendelijke groeten +u
P11
Bij voorbaat dank voor uw reactie,
Optimisme over medewerking
Beste meneer/mev rouw
P1
Naar aanleiding van jullie site, zijn we erg enthousiast geworden over deze mogelijkheid.
Interesse tonen
N1
Conv indir. verzoek kunnen = voorbereidende voorwaarde Samenwerking benadrukken
3A
P15
We zijn erg enthiousiast en vragen ons af wat jullie ons aan kunnen bieden. We kunnen eventueel onze minor aanpassen.
P11
We zien graag uw reactie tegemoet.
Optimisme over medewerking
2C
P1
Tijdens het zoeken kom ik steeds terug op uw website, uw organisatie spreekt mij erg aan. Op dit moment ben ik het meest geinteresseerd in het combinatiepakket 4, Costa Rica en Panama van 6 weken.
Interesse tonen
1 P13
Ik heb hier een aantal vragen over, namelijk: is het zo dat je een werkweek van 5 nachten achter elkaar kunt hebben? Of wordt dit afgewisseld? Ik twijfel namelijk aan mijn fysieke mogelijkheden als ik meerdere nachten achter elkaar zou moeten werken. Is het makkelijk vervoer te regelen vanuit Costa Rica naar Panama, of kun je dit ook regelen via jullie? En ik neem aan dat je op de heenreis naar San Jose, Costa Rica vliegt en terug vanuit Panama?
Direct, positief afgezwakt dmv het geven van een reden
1 2C
Direct
1
Met vriendelijke groeten
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: reëel, moeilijk verhaal.
3A
-Stijl: (in)formeel -FTA:pseudo
2A
2C
2C
+ u/jullie
5
Beste lezer, Groet + u/jullie
1
-Stijl: (in)formeel -FTA:pseudo
2A
89
Face-work in e-mails P11
6
Beste medewerker s van ''het andere reizen'',
P1
N1 1
Met vriendelijke groet
N1 P13
+ jullie P1
N1
7
Beste medewerk(s t)er/ Met vriendelijke groet + jullie
8
Hallo/ Mvg + u/jullie
1 P11 N1
P11 N4 1 1 1 1 1
Ik hoop dat u mijn vragen kunt beantwoorden, alvast vriendelijk bedankt! Ik heb jullie site gelezen met veel interesse. Ik heb wat inzicht gekregen in wat jullie zoal doen, maar kon eigenlijk niet vinden of jullie nu een bemiddelingsbedrijf waren waar ik nog extra voor moet betalen? En zo Ja, hoe hoog zijn die kosten dan? Ik vroeg mij ook af of er stage projecten waren in Midden Amerika (guatemala bv.), omdat ik daar al eens geweest ben lijkt het mij erg leuk om daar stage te lopen. Maar ook het project in Ecuador spreekt mij erg aan als stage Ik zou dus graag meer informatie willen over de mogelijkheden en de eventuele kosten voor een stage bij jullie. Ik zou het wel erg leuk vinden om nog enkele weken een spaans cursus te volgen, zijn hier mogelijkheden voor? Verder ben ik niet erg bekend met Peru, ik hoop dat jullie mij hierover meer kunnen vertellen.
Ik zou het erg leuk vinden om wat van jullie te horen, alvast bedankt. Nu hadden we nog een paar vraagjes: - Hoe ver is het hostel gelegen van de school? Is het op loopafstand? - Is het hostel wel ok...? uiteraard verwachten we er niet al te veel van, maar geen ongedierte ofzo? - De prijs ( €299,-) is dat voor 2 weken in totaal of per week?
Optimisme over medewerking Interesse tonen
Conv indir. (Need for request)
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: reëel. Afwijkend land.
2C 2A
3A
Direct
1
Conv. indirect. (oprechtheidsvw.) Reden geven
3A 2C
Interesse tonen
2A
Conv indir (oprechtheidsvw.)
3A
direct
Conv indir. dmv kunnen = voorbereidende voorwaarde + optimisme over medewerking dmv ‘hoop’
-Stijl: informeel -FTA: reëel. Ze wil meer informatie over het land en cultuur van peru.
Optimisme over medewerking Belasting geminimaliseerd dmv ‘een paar vraagjes’ Optimisme over medewerking
1 2C 3A
2C -Stijl: (in)formeel -FTA:pseudo.
3B 1 1 1 1 1
90
Face-work in e-mails 1
9
Gegroet Met vriendelijke groet
1
- Kunnen wij met z'n tweeen dus al een groepsles starten? - Zijn er daar van jullie organisatie Nederlandse mensen aanwezig waar we altijd onze vragen kunnen stellen?
P11 N1
Wij hopen op uw antwoord. Vandaar even wat vragen.
1
welke data zouden dan mogelijk zijn om te beginnen? Wat moet ik allemaal zelf regelen voordat ik vertrek (vaccinaties etc?), of wordt ik in alles begeleid van boeking tot aankomst in Nederland weer?
Direct
1
Direct
1
P11 P1
en hopelijk tot ergens in januari of eerder Ik ben nu 5e-jaars geneeskunde student en geinteresseerd om een stage voor het vak Sociale geneeskunde in Peru te lopen. Ik heb even op uw site gekeken en zag dat er veel interessante projecten bij staan.
Optimisme over medewerking Interesse tonen
N1
Vanuit de universiteit wordt alleen ook nog de eis gesteld dat de stageplek een erkende instelling is, of dat er in ieder geval minstens een arts aanwezig is.
Conv indir. need for request
3A
N1 P11
Ik hoop dat u mij nu alsnog kan helpen. Ben erg benieuwd naar uw bericht!
3A 2C
P1
De website van 'Het andere reizen' spreekt me erg aan, vandaar mijn mail omdat ik erg geïntersseerd ben
Conv indir. kan = voorbereiden voorwaarde + Optimistisme tonen over medewerking Interesse tonen
N1
Mijn vraag was eigenlijk of het ook mogelijk is mij alleen voor een project aan te melden, of dat het
1
+ onpers.
10
Beste meneer,mev rouw M.v.g. +u
11
Goedemorg en
1 1
Need for request.
-Stijl: onpersoonlijk -FTA:pseudo
-Stijl: formeel -FTA:pseudo
-Stijl: onpers. -FTA:pseudo
2C 3A
2C 2A
2A
Groetjes Conv indir verzoek (oprechtheidsvw.)
3A
91
Face-work in e-mails Reden geven (namelijk)
P13
beter is dat vanaf 2 personen te doen. Het plan was namelijk met iemand samen te gaan, maar dit gaat helaas niet door. Verder vroeg ik me af welke vaccinaties je nodig hebt en hoe ver je dat van te voren moet hebben geregeld voordat je vertrekt. Tenslotte vroeg ik me af hoe ver ik mij van te voren moet aanmelden voor een project? Ik ben in principe namelijk vanaf januari beschikbaar!
P11
Alvast heel erg bedankt!
Optimisme over medewerking
+ onpers. P13 N1
N1
2C Conv indir verzoek (oprechtheidsvw.)
3A
Conv indir verzoek (oprechtheidsvw.)
3A
Positief: reden geven dmv ‘namelijk’ 2C
12
Beste heer,mevrou w Vriendelijke groeten
O1
Ik ben erg benieuwd naar jullie aanbod qua sociaalmaatschappelijke stageplekken. Daarnaast zou ik graag willen weten hoeveel het mij ongeveer gaat kosten Zijn er ook mogelijkheden om aan de universiteit cursussen/lessen te volgen m.b.t. pedagogiek in combinatie met een stage?
Hint voor verzoek om informatie
P11 1
Ik hoop snel van jullie te horen. Houd dit in dat we nu zelf de vliegreis moeten boeken voor deze reis, of kan dit nog via jullie gedaan worden.
Optimisme over medewerking Direct
O1
Verder was ik erg benieuwd of er in deze periode al mensen de reis geboekt hebben.
Hint: indirect verzoek: vertel mij of er in deze periode al mensen de reis geboekt hebben.
4
P11
Alvast bedankt
Optimisme over medewerking
2C
Geachte/ Mvg
1 1
Direct Direct
+ onpers.
1 1
Is het vrijwilligerswerk iedere dag en in welk ziekenhuis? Is het mogelijk om zelf aan te geven op welke afdeling je wilt helpen? Is er rond die tijd een cursus mogelijk? Kun je zelf een beetje je taken invullen?
N1
1
+ jullie
13
Geachte heer,mevrou w met vriendelijke groet + jullie
14
Conv indir verzoek; zou graag willen weten = oprechtheidsvoorwaarde Direct
Dir. Dir.
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA:reëel, moeilijke vragen
2C 4
-Stijl: (in)formeel -FTA:pseudo
-Stijl: onpers. -Geen extra afsluiting -FTA: pseudo
3A 1
2C 1
1 1 1 1
92
Face-work in e-mails
15
Beste meneer,mev rouw
P1
Mvg
N1
+u
P13
1
16
Beste heer,mevrou w Mvg + jij/u
17
Hallo Vriendelijke groet + jullie
Ik heb positive reacties gekregen op uw programma, en was er daarom ook in geinteresseerd. Ik ben alleen van plan om 3 weken spaanse les te volgen in Sucre, Bolivia en vroeg me af of dat ook mogelijk via het andere reizen, aangezien er alleen prijzen voor 2 of 4 weken spaanse les op uw site staan. Als het mogelijk is om 3 weken spaanse les te volgen, hoeveel zou dat dan gaan kosten?
Interesse tonen
-Stijl: formeel -FTA: reëel Dmv afwijkend programma
Conv indir dmv oprechtheidsconditie Reden geven dmv aangezien
2A
3A 2C
direct
1 2C 2A
P11 P1
Alvast bedankt! Ik ben geintereseerd in spaanse lessen en vrijwilligerswerk in Nicaraqua & Costa Rica.
Optimisme over medewerking Interesse tonen
1
Weet jij of het makkelijk is om over land te reizen naar Costa Rica? Maar zijn Costa Rica en Nicaraqua landen waar je als vrouw alleen met zo'n toestel gemakkelijk op straat loopt? Heeft Nicaraqua en Costa Rica een echte cultuur zoals Peru bijvoorbeeld?
Direct
1
Dir
1
Dir
1
N1
Kunt u mij ook vertellen wat de kosten zijn?
3A
1 1
Heb je zelf ook nog keuze in welk natuurpark? Valt er ook nog iets te combineren daarin?
Conv indir. dmv kunnen = vragen naar voorbereidende voorwaarde Dir Dir
P11
Alsvast bedankt voor het beantwoorden vanmij vragen! alleen kan ik nog wat hulp gebruiken met het kiezen/samenstellen.
Optimisme over medewerking
2C
Hebben jullie suggesties voor andere bijzondere, minder bekende plekken die de moeite waard zijn? Is het mogelijk om via jullie een pakket samen te stellen, met daarin een taalcursus, vrijwilligerswerk
Direct
1
Dir
1
1 1
O1
1 1
Aanwijzing voor verzoek om hulp te krijgen
-Stijl: (in)formeel -Combinatie u en jij -FTA:reëel. Veel vragen
1 1
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
4
93
Face-work in e-mails en contacten op verschillende plaatsen en eendaarbij behorende prijsopgave?
18
P11 N1
Alvast bedankt Ik vroeg mij af hoe jullie te werk gaan, wat jullie allemaal kunnen regelen en hoeveel dit ongeveer zou gaan kosten.
Optimisme over medewerking Conv. indir. dmv oprechtheidsvoorwaarde
P11 P11 N1
Ik hoop dat u mij iets meer kunt vertellen. Alvast bedankt. Ik zou graag aan jullie willen vragen of jullie mij wat extra informatie over het kinderdagverblijf, van mijn omgeving en verdere belangrijke informatie kunnen sturen.
Optimisme over medewerking
+ jullie
N1
Ik zou ook willen weten of ik de benodigde vaccinaties nog kan halen.
Conv. Indir. dmv oprechtheidsvoorwaarde
3A
Hallo
P11 P1
Ik hoor graag van jullie zag daar hele gave projecten op staan. Wat mij aansprak was de paardenfarm.
Optimisme over medewerking Interesse tonen
2C 2A
1 1 1
Die workshop/lessen is dat in het engels? En wat wordt er verder gesproken? Wie beheren die paardenfarm, zijn dat Nederlanders of van de lokale bevolking? en zou het fijn vinden als ik daar wat informatie over kan krijgen.
Direct Dir Dir
1 1 1
Hint
4
Alvast bedankt Ik heb op uw site rondgekeken en vroeg me af wat de mogelijkheid was om vanaf september tot december 2009 in quatamala te werken bij het rode kruis. Verder word er gevraagd naar spaans op gevorderden niveau, hoe ver is dat?
Optimisme over medewerking Conv indir. dmv vroeg me af = oprechtheidsvoorwaarde
Hallo Groeten + u/jullie
19
Hallo Vriendelijke groet
20
Conv. indirect. dmv voorbereidende voorwaarde (kunnen) en oprechtheidsvoorwaarde (zou graag willen vragen)
-Stijl: (in)formeel -FTA: reëel. Vage zoekopdracht
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: pseudo
-Stijl: informeel -FTA: pseudo
2C 3A
2C 2C 3A
Groetjes + jullie
O1
21
Geachte heer/mevro uw Met vriendelijke
P11 N1
1
-Stijl: formeel -Geen extra afsluiting -FTA: pseudo
2C 3A
1 Direct
94
Face-work in e-mails groet 1 +u
22
Beste heer, mevrouw Vriendelijke groet
N1
Interesse tonen
1 -Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: pseudo
2A
Conv. indir. ‘vroeg me af’ = oprechtheidsvw
3A
3A
N1
Conv. indir. ‘vroeg me af’ = oprechtheidsvw Conv. indir. ‘graag zou ik weten’ = oprechtheidsvw
1
Graag hoor ik van u!
1
L.S.
P1
Jullie organiseren daar een reis die eigenlijk precies zo lijkt te zijn als ik het voor ogen heb.
Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’ Interesse tonen
Met vriendelijke groet
P13
Reden geven
1
Echter, jullie zijn alleen overdag geopend en omdat ik werk is het voor mij vrij lastig om dan langs te komen. Is het ook mogelijk om een keer een afspraak op een avond of op zaterdagmorgen te maken?
Direct
1
1
Ik hoor graag van u.
1
N1
en ik vroeg me af of jullie tips/ideeen hebben.
Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’ Conv indir.
1 1
- zou ik daar kunnen meehelpen in het gezondheidscentrum en/of voorlichting geven? Wat zijn daarbij de vereisten? - Wat zijn de faciliteiten daar op het gebied van huisvesting(heb je bv een kamer waar je veilig je paspoort kan laten etc.), internet, telefoon etc.?
N1
+ u/jullie
24
Dir
Voordat ik in Zuid Amerika kom heb ik echter al drie maanden spaanscursus gedaan in Spanje en ik vroeg me dus af of dit per se nodig is? Verder vroeg ik me af of de site wat betreft de projecten volledig actueel is. Graag zou ik weten hoe de procedure hiervoor gaat.
+u
23
P1
Dan nog een vraag over de kosten. Behalve de spaans cursus van een maand, wat kan ik ongeveer verwachten? De tarieven die uw organisatie rekent en vooral de projecten weergegeven op uw site spreken mij erg aan!
Geachte meneer, mevrouw Met vriendelijke groet
1
Direct Dir Dir
3A
-Stijl: (in)formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: Reëel. Wil op zaterdag langskomen.
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: reëel. Veel vragen
2A
2C
3A 1 1 1
95
Face-work in e-mails + u/jullie
1 N1 1
- Hoelang zou ik daar minimaal moeten zijn? Ik vraag me ook af hoe afgelegen het ligt en hoe de toegang ernaar toe is. En is het niet te eenzaam voor een 22-jarige, zijn er ook andere vrijwillergers?
Dir Conv indir. oprechtheidsvw. Dir
1 3A 1
P1
Daarnaast leken de projecten in Cuzco me ook interessant, zoals 'Clinical Belen', alleen is Cuszo te toeristisch voor mij denk ik. Kennen jullie misschien meer van dit soort projecten in andere latijnsamerikaanse landen?
Interesse laten blijken hedge ‘misschien’
2A
N2
P11
25
Goedendag,
1 P1
Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen en bedankt alvast! Ik hoor graag van u Ik kwam op de site van het andere reizen terecht en ben erg geinteresseerd in de reizen.
3A
Optimisme over medewerking 2C Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’ Interesse tonen
-Stijl: onpers. -FTA: pseudo
1 2A
Mvgr 1 + onpers. 1
26
Geachte heer/mevro uw + onpers.
27
Goedemorg en
P11 1 1 1 O12
P11 P1 1
Hoe lang van te voren moet je boeken..Is daar een bepaalde tijd voor? En hoe zit het met het vrijwilligerswerk. Als je aangeeft dat je een bepaald project wilt gaan doen, kom je daar dan ook altijd terecht?
Direct
1
Dir
1
bij voorbaat dank Is er voor zoiets een eventuele afstudeerplek mogelijk (september tm. Januari 2009) ? Hoelang duurt een eventuele Spaans cursus van te voren om aan het afstuderen te beginnen? Staat er een vergoeding tegenover? Een ruwe inschatting van de kosten, verblijf, eten, Spaans cursus?
Optimisme over medewerking Direct
2C 1
Alvast bedankt Het sprak mij meteen aan.
Optimisme over medewerking Interesse tonen
Dir dir Off-record: Wees vaag
Direct, met beleefdheidspartikel
-Stijl: onpers. -FTA:reëel. Lange mail, veel info. Op basis daarvan een project uitzoeken.
-Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’
1 1 4
2C 2A 1
96
Face-work in e-mails Met vriendelijke groet + jullie
28
-FTA: reëel. Niet afgebakende zoekopdracht. -Stijl: formeel -FTA: pseudo
1
Ik neem aan dat dit geen probleem is?
Direct
P1
Interesse tonen
2A
Met vr gr
1
Ik ben geintresseerd in de privekliniek clinica panamericana, clinca belen, en clinica pardo. Is het nog mogelijk om in de periode van 25 mei t/m 22 juni in 1 van deze klinieken als fysiotherapeute te werken?
Direct
1
O1
Hebben jullie nog meer informatie (bijvoorbeeld een brochure)?
Hint: stuur me meer informatie
4
1
Ik kan trouwens geen spaans. Ik neem aan dat dit geen probleem is, omdat er elke dag 4 uur spaanse les wordt gegeven?
Direct
1
Hoi
P11 N1
Optimisme over medewerking Conv. indir. oprechtheidsvw
Groet
1
+ jullie
1 1
Ik hoop spoedig van u te horen. Ik wilde daar graag iets over vragen. Als ik eind juni, begin juli voor 4 weken spaanse les wil volgen in Boquete, moet ik dat dan nu al boeken of zijn daar nog wel plekken vrij. Hoeveel zou dat ongeveer kosten? De 960 euro op de website, klopt dat nog? Voor een 1p kamer ook en groepsles. Een laatste vraag, ik had het idee dat Panama niet zo'n populair land was om spaans te leren en ik vroeg mij af of er dan toch veel studenten de school bezoeken of 'dat je daar alleen zit', bij wijze van spreken. Ik hoor het graag, alvast bedankt! Is dit ook mogelijk voor niet-studenten/pas afgestudeerden? Kan dat alleen in Ecuador of is een
Optimisme over medewerking Direct Dir
N1
30
‘graag’
Geachte heer/mevro uw
+ u/jullie
29
Graag wil ik hier meer informatie over ontvangen
Beste
P11 1 1
Direct
-Stijl: informeel -Beleedheidspartikel ‘graag’ -FTA: pseudo
1
2C 3A 1
Dir dir
1 1
Conv. indirect dmv ‘vroeg mij af’ = oprechtheidsvw
3A
-Stijl: formeel -FTA: pseudo
2C 1 1
97
Face-work in e-mails meneer/mev rouw vriendelijke groeten
31
32
33
1 1 N1
dergelijk project ook in Peru? En hoe lang dien je hiervoor beschikbaar te zijn? Mijn vraag: is een dergelijke combinatie mogelijk? En kunt u een indicatie geven van de kosten die daaraan verbonden zijn?
Dir
1
Dir Conv indir. dmv kunt u = voorbereidende vw
1 3A
2C 2C
+u
P11 P11
Alvast hartelijk dank. Ik kijk uit naar uw antwoord.
Optimisme over medewerking
Beste mederwerke r van het andere reizen,
P1
Met veel plezier heb ik rondgekeken op jullie website. Het ziet er erg mooi uit, mijn complimenten.
Interesse tonen, complimenteren
N1+N2
Misschien kunnen jullie me verder helpen Wat zijn de mogelijkheden die jullie mij kunnen bieden? Kunnen jullie mij ook laten zien wat de kosten zullen zijn?
Conv. Indir. dmv kunnen = voorbereidende vw + hedge ‘misschien’ Conv indirect, vragen naar mogelijkheden = voorber. vw
3A
2C
Met vriendelijke groeten
N1
+ jullie
P11
Ik kijk uit naar een reactie.
Optimisme over medewerking
Geachte heer/ mevrouw
1 1
is het mogelijk om voor een periode van 2 weken vrijwilligerswerk bij jullie te komen doen? Hoe gaat dat in zijn werk?
Direct Dir
Met vriendelijke groet + u/jullie Beste mevrouw of meneer
P11
Ik hoop snel iets van u te horen.
Optimisme over medewerking
P1
Via jullie site hebben we interesse gekregen voor de combinatie spaanse les en vrijwilligers werk
Interesse tonen
1
Onze vraag is of er een bepaalde data aan vast zit om te starten of dat je dit zelf kan plannen?
Direct, in vraagvorm
1
Graag horen wij van u terug
Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’
vriendelijke groeten
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
2A
3A
-Stijl: (in)formeel -FTA:pseudo
1 1
2C
-Stijl: (in)formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -Geen standaard afsluiting -FTA: pseudo
2A
1
1
98
Face-work in e-mails + u/jullie
34
Geachte Heer/Mevro uw Met vriendelijke groet +u
35
Geachte dame/heer, Met vriendelijke groet + jullie
36
Goedemidda g
1
1
1
P11 1 P13 1
O1
Groeten uit het noorden + jullie P11 P11
37
Hallo! groetjes
P1 P13
De geplande activiteiten, zoals raften, staan die vast, of is er ook mogelijkheid om een andere activiteit te doen? Het reizen van en naar Cusco, met de trein, gebeurd dit alleen, of zijn er andere reizigers van het andere reizen die deze reizen af moeten leggen? Wat is het verschil tussen de backpackerstrein en de Vistadometrein?
Direct
Ik hoop spoedig van u te horen. Hoe ver van tevoren zou ik dit moeten boeken? Op dit moment is het nog niet zeker of mijn vriend mee kan of niet in verband met zijn werk, en het kan nog wel even duren voor hij zekerheid heeft. Wat raden jullie aan?
Optimisme over medewerking Direct
Studeer momenteel Internationale organisaties en betrekkingen aan de RUG (Groningen) en ben halverwege mijn masterstudie. Binnen deze master is een stage van minimaal 2,5 maanden een vereiste. Het liefst ga ik naar een land in Latijns-Amerika, omdat daar mijn specialisatie ligt, samen met de minor die ik heb gevolgd, namelijk: Development Studies. Hoop dat jullie wat voor mij kunnen betekenen. Alvast bedankt voor de informatie en een plezierige Koninginnedag gewenst Omdat het ook low budget is, en (in mijn ogen) leuke projecten zijn, wil ik er graag meer over weten en wat de mogelijkheden voor mij zijn, wat voor eisen jullie stellen etc!
Hint: ik wil weten of ik met mijn studie en mijn specialisatie via jullie een stage kan regelen.
-Stijl: formeel -FTA:pseudo
1
Dir
1
Dir
1
Reden geven Direct
-Stijl: informeel -Geen extra afsluiting -FTA: pseudo
-Stijl: informeel -FTA: reëel. Niet afgebakende zoekopdracht
Optimisme over medewerking Optimisme over medewerking Interesse tonen Reden geven
2C 1 2C 1
4
2C 2C -Stijl: informeel -Beleefdheidspartikel ’graag’ -FTA:pseudo
2A 2C
+ jullie
99
Face-work in e-mails
38
1
Ik hoor graag snel van jullie! Alvast bedankt
Hallo
P11 N1
Groet
1
Kunt u mij vertellen op wat voor premie ik uit zal komen als ik me bij jullie laat verzekeren? Kan ik mezelf ook op een gegeven moment bij-verzekeren als ik besluit langer te blijven?
Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’ Optimisme over medewerking Conv indir. ‘kunt’ = voorber vw Direct
1
-Stijl: (in)formeel -Beleefdheidspartikel ’graag’ -FTA:pseudo
2C 3A 1
+ u/jullie
39
Goedenavon d medewerker s Het andere reizen Met vriendelijke groeten +u
40
hallo
1
Graag hoor ik van u
Direct, met beleefdheidspartikel ‘graag’
P13
Mijn vraag is wat het voordeligst is voor mij om te doen. Ik heb namelijk niet veel geld (student) maar wil er toch graag heen.
Reden geven
P11
Ik hoop wat advies te krijgen over welke van de reizen u denkt dat voor mij het meest geschikt is. Hoop ook wat tips te kunnen krijgen? In ieder geval bedankt voor het lezen van de mail en hoop snel wat te horen!
Optimisme over medewerking
N6 P11
ik realiseer me dat het een hoop vragen zijn, maar ik hoop dat jullie mij verder kunnen helpen!
Verontschuldigen Optimisme tonen over medewerking
P1
Naar aanleiding van u website ben ik erg geinteresseerd geraakt in jullie programma's.
Interesse tonen
P11 P11
1
-Stijl: formeel -FTA: reëel. Geen geld, maar wil wel, geen afgebakende zoekopdracht.
Optimisme over medewerking Optimisme over medewerking
2C
2C 2C 2C
-Stijl: informeel -FTA:pseudo
3B 2C
-Stijl: formeel -FTA: Reëel. Geen afgebakende zoekodpracht.
2A
groetjes + jullie
41
Geachte heer/mevro uw Groetjes + u/jullie
N1
Zouden jullie mij kunnen vertellen of het nog mogelijk is in mei of begin Juni aan een vrijwilligersproject te beginnen in een van de landen?
Conv. indirect verzoek ‘zouden kunnen vertellen’ = voorber vw
3A
100
Face-work in e-mails
42
Beste heer/mevro uw Met vriendelijke groeten + onpers.
43
Goedenmidd ag Met vriendelijke groet + jullie
44
P11
alvast vriendelijk bedankt
Optimisme over medewerking
P1
Ik ben geïnteresseerd in een stage bij Jeugdgevangenis Centro Juvenil Marcavaille.
Interesse tonen
1 1
Zou ik toch kans kunnen maken om daar stage te lopen? Zoja, wanneer zou ik kunnen beginnen.
Direct Dir
P1
Jullie site en projecten spraken mij erg aan.
Interesse tonen
N1 N2
Nou is mijn vraag of jullie mij kunnen helpen aan een leuk project of dat jullie misschien andere ideeen hebben.
Conv indir. voorber. vw ‘kunnen’ hedge ‘misschien’
Hallo 1 Met vriendelijke groet
1
+ u/jullie
N1
1 1 1
P11
We hadden een aantal vragen hierover: - Is het voordelig om alleen een ticket enkele reis te boeken en dan vanaf daar een terugvlucht te regelen? - Is het goed mogelijk/voordelig om daar bijvoorbeeld van Argentinië naar Peru te vliegen? - Kunnen jullie een inschatting geven of het mogelijk is om zonder te vliegen van Buenos Aires naar Peru te reizen? - Is het mogelijk om met zijn 2-3en in een appartement te verblijven? - Zouden jullie ons adviseren om het regenseizoen te vermijden? - Is het mogelijk om in een tentje te overnachten of wordt dat niet aangeraden? Alvast hartelijk bedankt!
Direct
2C -Stijl: onpers. -FTA:pseudo
2A
1 1
-Stijl: informeel -FTA:reëel. Geen afgebakende zoekopdracht
-Stijl: (in)formeel -FTA: reëel. Veel uitzoekwerk.
2A 3A 3A
1
Dir
1
Conv. indir. ‘kunnen’ = voorber. vw
3A
Dir
1
Dir
1
Dir
1
Optimisme over medewerking
2C
101
Face-work in e-mails
45
Geachte heer, mevrouw met vriendelijke groet +u
Totaal
P1
Sinds enkele maanden lees ik met interesse uw website. Ik ben erg geïnteresseerd geraakt
Interesse tonen
N1 N1 N2
Hier zou ik graag wat meer informatie over willen. Mijn vraag aan u is dan ook of het wellicht mogelijk is om te bellen of gebeld te worden om dingen te vragen
Conv. indir. oprechtheids vw Conv. indir. voorbereidende vw (mogelijkheid bevragen) + hedge ‘wellicht mogelijk’
P11
Ik hoop snel iets van u te horen.
Optimistisch over medewerking
-Stijl: formeel -Beleefdheidspartikel ‘graag’ -FTA: reëel. Ze wil gebeld worden.
2A
3A 3A 3A
2C 202
102
Face-work in e-mails
Bijlage II Tabellen uitkomsten Chi-kwadraattoetsen 1. Positief vs. negatief Nationaliteit * PosNeg Crosstab Count PosNeg Positief Nationaliteit
Negatief
Total
Nederlander
74
45
119
Vlaming
85
44
129
159
89
248
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,543
,226
1
,634
,370
1
,543
,370 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,597
Linear-by-Linear Association
,368
N of Valid Cases
248
1
,317
,544
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 42,71. b. Computed only for a 2x2 table
2. De verdeling van de strategieën Nationaliteit * Strategie Crosstab Count Strategie 1 Nationaliteit
Total
2
4
5
6
8
Total
Nederlanders
76
23
51
43
2
7
202
Vlamingen
70
25
60
39
5
6
205
146
48
111
82
7
13
407
103
Face-work in e-mails
Chi-Square Tests Asymp. Sig. (2Value
df
sided)
a
5
,762
2,639
5
,755
Linear-by-Linear Association
,151
1
,698
N of Valid Cases
407
Pearson Chi-Square
2,595
Likelihood Ratio
a. 2 cells (16,7%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 3,47.
3. Verschil per strategie Strategie 1
Chi-Square Test Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
70
70
73,0
-3,0
76
76
73,0
3,0
Total
146
Test Statistics Aantal Chi-Square
,247
df Asymp. Sig.
a
1 ,619
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 73,0.
Strategie 2A
Chi-Square Test 104
Face-work in e-mails
Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
23
23
24,0
-1,0
25
25
24,0
1,0
Total
48
Test Statistics Aantal Chi-Square
,083
df
a
1
Asymp. Sig.
,773
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 24,0.
Strategie 2C
Chi-Square Test Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
51
51
55,5
-4,5
60
60
55,5
4,5
Total
111
Test Statistics Aantal Chi-Square df Asymp. Sig.
,730
a
1 ,393
105
Face-work in e-mails
Test Statistics Aantal Chi-Square
,730
df
a
1
Asymp. Sig.
,393
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 55,5.
Strategie 3A
Chi-Square Test Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
39
39
41,0
-2,0
43
43
41,0
2,0
Total
82
Test Statistics Aantal Chi-Square
,195
df Asymp. Sig.
a
1 ,659
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 41,0.
Strategie 3B
Chi-Square Test
106
Face-work in e-mails
Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
2
2
3,5
-1,5
5
5
3,5
1,5
Total
7
Test Statistics Aantal Chi-Square
1,286
df
a
1
Asymp. Sig.
,257
a. 2 cells (100,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 3,5.
Strategie 4
Chi-Square Test Frequencies Aantal Observed N
Expected N
Residual
6
6
6,5
-,5
7
7
6,5
,5
Total
13
Test Statistics Aantal Chi-Square df Asymp. Sig.
,077
a
1 ,782
107
Face-work in e-mails
Test Statistics Aantal Chi-Square
,077
df
a
1
Asymp. Sig.
,782
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 6,5.
4. Het verschil binnen strategie 2C Crosstab Count p p11 Nationaliteit
p13
Total
Nederlander
41
9
50
Vlaming
36
19
55
77
28
105
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,056
2,869
1
,090
3,738
1
,053
3,666 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
,077 3,631
1
,044
,057
105
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 13,33. b. Computed only for a 2x2 table
5. Verschil in gevonden patroon patroon * Nationaliteit
108
Face-work in e-mails
Crosstab Count Nationaliteit Nederlander patroon
Vlaming
Total
wel
13
18
31
niet
32
27
59
45
45
90
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,267
,787
1
,375
1,234
1
,267
1,230 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,375
Linear-by-Linear Association
1,217
N of Valid Cases
1
,188
,270
90
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 15,50. b. Computed only for a 2x2 table
6. Verschil in gebruik beleefdheidspartikels Beleefheidspartikel * Nationaliteit Crosstab Count Nationaliteit Nederlander Beleefheidspartikel
Vlaming
Total
wel
14
10
24
niet
31
35
66
45
45
90
Total
Chi-Square Tests
Value
df
Asymp. Sig. (2-
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
109
Face-work in e-mails
Pearson Chi-Square Continuity Correction
a
1
,340
,511
1
,475
,912
1
,339
,909 b
Likelihood Ratio Fisher's Exact Test
,475
Linear-by-Linear Association
,899
N of Valid Cases
1
,238
,343
90
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 12,00. b. Computed only for a 2x2 table
7. Verschil in aanspreekstijl Aanspreekstijl * Nationaliteit Crosstab Count Nationaliteit Nederlander Aanspreekstijl
Vlaming
Total
Formeel
14
9
23
Informeel
14
23
37
28
32
60
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,082
2,168
1
,141
3,040
1
,081
3,023 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
,112 2,973
1
,070
,085
60
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 10,73. b. Computed only for a 2x2 table
8. De zwaarte van de fta’s Zwaarte * Nationaliteit
110
Face-work in e-mails
Crosstab Count Nationaliteit Nederlander Zwaarte
Vlaming
Total
Reëel
18
19
37
Pseudo
27
26
53
45
45
90
Total
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,830
,000
1
1,000
,046
1
,830
,046 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear Association N of Valid Cases
1,000 ,045
1
,500
,831
90
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,50. b. Computed only for a 2x2 table
111