extra informatie diersoorten De Oertijd van Zuid
www.deoertijdvanzuid.nl
Verdwenen Werelden In 1926 kreeg Marie Hubrecht (1865-1950) de opdracht om een wandschildering te maken in de hal van het Gemeentelijk Lyceum voor meisjes. Het resultaat is een serie van schilderingen op ca 65 m2 doek, bevestigd op een lattenraam. Afgebeeld zijn de geologische tijdperken van het Cambrium tot het Krijt. De educatieve waarde van de voorstelling speelt een belangrijke rol. Marie Hubrecht was al 60 jaar toen zij aan dit project begon en werkte er een paar jaar aan. Zij wilde met haar beelden een aanvulling geven op de droge tabellen van het van Natuurlijk Historie. Daartoe liet ze zich voorlichten door wetenschappers uit heel Europa over de juistheid van haar voorstellingen en reisde musea en instituten af om fossielen en skeletten te bestuderen. Behalve in de wandschilderingen heeft Hubrecht haar bevinden vastgelegd in het boek Verdwenen Werelden uit 1944. Vervolgens is dit boek als naslagwerk gebruikt voor het verkrijgen van de namen van de verschillende soorten voor de crowdfunding op de website www.deoertijdvanzuid.nl. Volgens de huidige wetenschap zijn sommige namen niet correct geschreven door Hubrecht. Tegenwoordig schrijft men Latijnse namen altijd schuingedrukt en is de tweede naam van een soort altijd met een kleine letter. Wellicht schreef Marie Hubrecht het fout, of was deze regel destijds nog niet vastgesteld. Verder zijn sommige namen van soorten door de tijd veranderd, omdat nieuw onderzoek andere inzichten heeft verworven. Aan het kunstwerk is dus ook goed de tijdsgeest van de wetenschap in 1926 waar te nemen. Op de volgende pagina’s ziet u een overzicht van de soorten die Hubrecht heeft omschreven in haar boek. Al deze dieren kunt u adopteren op www.deoertijdvanzuid.nl, van een slak voor €10,- tot een dinosaurus van €250,.
1. Orthoceras Armulatum – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Mollusca (weekdieren) klasse: Cephalopoda (inktvissen) orde: Orthocerida familie: Orthoceratidae genus: Orthoceras De naam Orthoceras betekent letterlijk ‘rechte hoorn’. De inktvissensoorten die tot deze groep behoren, hebben allen een lichaam die gevormd is in een rechte kegelvormige hoorn. De rechte hoorn van de inktvis die Marie Hubrecht heeft getekend is niet heel goed te zien. De Orthoceras inktvissen kwamen voor van 500 tot zo’n 200 miljoen jaar geleden en de fossielen zijn gevonden in kalksteen over de hele wereld.
Orthoceras
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Orthoceras.
2. Pterygotus Buffaloensis – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Arthropoda (geleedpotigen) klasse: Eurypterida (zeeschorpioenen) orde: Pterygotioidea familie: Pterygotidae (reuzenschorpioenen) genus: Pterygotus Geleedpotigen zijn koudbloedige dieren en hebben een uitwendig skelet. Zo ook dit dier. De soorten die tot de genus-groep Pterygotus behoren ontstonden in het Siluur en stierven uit in het Devoon (430-390 miljoen jaar geleden). Het was een van de grootste geleedpotigen die ooit hebben bestaan. Ze konden ruim twee meter worden. De fossielen van deze geleedpotigen zijn op alle continenten gevonden, behalve Antarctica.
Pterygotus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Pterygotus.
3. Cyathocrinus Longimanus – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Echinodermata (stekelhuidigen) klasse: Crinoidea (zeelelies) Anders dan de naam doet vermoeden zijn zeelelies geen planten maar dieren. Ze vangen hun voedsel, kleine organismen, uit het water met hun armen en brengen deze naar hun mond. De zeeleliesoort die Marie Hubrecht heeft geschilderd kwamen voor van 425 tot 250 miljoen jaar geleden.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Cyathocrinus longimanus.
4. Phacops Dagincourti – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Arthropoda (geleedpotigen) klasse: Trilobita (trilobieten) orde: Phacopida familie: Phacopidae genus: Phacops Er zijn vele soorten fossielen van trilobieten gevonden over de hele wereld. Van het Cambrium tot aan Perm (500-250 miljoen jaar geleden) hebben ruim 15.000 verschillende soorten geleefd. Vaak waren het eenvoudige onder water levende dieren. Wanneer deze specifieke trilobiet is ontstaan is onzeker, maar waarschijnlijk vlak na het Cambrium (460 miljoen jaar geleden). De familie, Phacopidae, kwam voor tot het eind van het Devoon (370 miljoen jaar geleden).
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Phacops dagincourti.
5. Ooceras Kirbyi – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Mollusca (weekdieren) klasse: Cephalopoda (inktvissen) Over deze specifieke inktvis is weinig bekend. Marie Hubrecht schreef de Latijnse naam Ooceras Kirbyi bij dit dier, maar het is nog maar de vraag of ze de juiste soort getekend heeft.
6. Ampyx tetragon – Tempus Silurum
rijk: Animalia (dieren) stam: Arthropoda (geleedpotigen) klasse: Trilobita (trilobieten) orde: Asaphida superfamilie: Trinucleioidea familie: Raphiophoridae genus: Ampyx Deze trilobiet behoort tot superfamilie Trinucleioidea. Hoewel de trilobieten één van de eerste dierklassen was die ogen ontwikkelden, hebben de Trinucleioidea geen ogen. Ze leefden van midden Cambrium tot eind Siluur (480-420 miljoen jaar geleden).
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Trinucleioidea, de superfamilie waartoe Ampyx tetragon behoort.
7. Holothuroidea – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Echinodermata (stekelhuidigen) klasse: Holothuroidea (zeekomkommers) Marie Hubrecht geeft alleen de klasse van dit beestje aan, waarschijnlijk heeft ze haar eigen fantasie gebruikt en geen precieze soort getekend. De klasse van zeekomkommers komt nog tot op de dag van vandaag voor. Zeekomkommers leven over het algemeen op de zeebodem waar ze hun voedsel uit het water filteren. Deze in het water zwevende vorm die Marie Hubrecht heeft geschilderd is waarschijnlijk een larve, die drijven namelijk los met de zeestromen mee.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Holothuroidea (zeekomkommers).
8. Gastropoda – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Mollusca (weekdieren) klasse: Gastropoda (slakken) Marie Hubrecht geeft alleen de klasse van dit beestje aan, waarschijnlijk heeft ze haar eigen fantasie gebruikt en geen precieze soort getekend. De klasse slakken bestaat natuurlijk tot op dit moment nog steeds.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Gastropoda (slakken).
9. Pteropoda – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Mollusca (weekdieren) klasse: Gastropoda (slakken) Marie Hubrecht geeft alleen de klasse van dit beestje aan. Het lijkt erop dat Hubrecht een zeevlinder (bv. Clio pyramidata) heeft afgebeeld, die tegenwoordig nog voorkomt.
Clio pyrmidata (Photo: R. Hopcroft, University of Alaska Fairbanks/NOAA/Census of Marine Life)
10. Holothuroidea – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Echinodermata (stekelhuidigen) klasse: Holothuroidea (zeekomkommers) Marie Hubrecht geeft alleen de klasse van dit beestje aan, waarschijnlijk heeft ze haar eigen fantasie gebruikt en geen precieze soort getekend. De klasse van zeekomkommers komt nog tot op de dag van vandaag voor. Zeekomkommers leven over het algemeen op de zeebodem waar ze hun voedsel uit het water filteren.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Holothuroidea (zeekomkommers).
11. Spongia – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Porifera (sponzen) klasse: Demosponge (gewone sponzen) orde: Dictyoceratida familie: Spongiidae genus: Spongia Sponzen behoren tot de oudst bekende dieren. Fossielen dateren uit het Precambrium, dus zelfs nog voor het Cambrium (500 miljoen jaar geleden). Er zijn zo’n 8400 verschillende soorten sponzen gevonden en regelmatig worden er nog nieuwe soorten ontdekt. Welke soort Marie Hubrecht precies getekend heeft, is onduidelijk.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Spongia (sponzen).
12. Albertella helena – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Arthropoda (geleedpotigen) klasse: Trilobita (trilobieten) orde: Corynexochida familie: Zacanthoididae genus: Albertella Er zijn vele soorten fossielen van trilobieten gevonden over de hele wereld. Van het Cambrium tot aan Perm (500-250 miljoen jaar geleden) hebben ruim 15.000 verschillende soorten geleefd. Vaak waren het eenvoudige onder water levende dieren. Deze specifieke trilobietensoort leefde waarschijnlijk in het Cambrium (500-480 miljoen jaar geleden). De tekening van Marie Hubrecht is naar verhouding met de andere dieren erg groot. Deze trilobietensoort werd vaak niet groter 4 cm.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Albertella helena.
13. Strabops – Tempus Cambrianum
rijk: Animalia (dieren) stam: Arthropoda (geleedpotigen) orde: Aglaspidida familie: Strabopidae genus: Strabops Deze zeedieren werden niet groter dan 10 centimeter en leefden zo’n 500 miljoen jaar geleden. Door hun harde schild zijn er nog vele fossielen van gevonden over de hele wereld.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Strabops.
14. Diplodocus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Saurischia familie: Diplodocidae genus: Diplodocus Deze planteneters waren gigantisch. Ze konden van kop tot staart wel 25 meter lang worden. Dit is vergelijkbaar met de helft van een olympisch zwembad. Diplodocus soorten leefden vooral in het huidige Noord-Amerika, waar in totaal 4 soorten zijn gevonden: Diplodocus longus, Diplodocus lacustris, Diplodocus carnegii en Diplodocus hayi.
Diplodocus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Diplodocus.
15. Brachiosaurus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Saurischia familie: Brachiosauridae genus: Brachiosaurus Brachiosaurus is wellicht de bekendste plantenetende dinosauriërgroep door zijn imposante grootte. Hij kon wel 25 meter groot worden. In 1883 is het eerste fossiel in de Verenigde Staten ontdekt. Sommige beenderen waren even groot als een mens. De eerste soort werd Brachiosaurus altithorax genoemd. Tussen 1902 en 1912 werden in Oost-Afrika nog veel completere skeletten gevonden. Hiervoor is in 1914 een tweede soort benoemd: Brachiosaurus brancai. Een skelet werd in Berlijn tentoongesteld en is nog steeds het grootste tentoongestelde dinosauriërskelet ter wereld. Dit maakte Brachiosaurus tot een van de bekendste dinosauriër. In de tijd dat Marie Hubrecht aan dit schilderij werkte (1926) was deze dinosauriër dus net ontdekt en heel bekend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Hubrecht wellicht ook gefascineerd was door dit gigantische dier.
Brachiosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Brachiosaurus.
16. Camarosaurus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Saurischia familie: Camarasauridae genus: Camarosaurus Camarasaurus is in vergelijking met Diplodocus en Brachiosaurus klein. Maar met een lengte van 18 tot 20 meter is ook deze dinosauriër erg imposant. Fossielen van deze planteneter werden voor het eerste gevonden in 1877 door onderwijsinspecteur Oramel W. Lucas bij Garden Park in Colorado. Hij verkocht de botten door aan paleontoloog E. Cope, die vervolgens de botten in elkaar zetten. Hij noemde deze soort Camarasaurus supremus. In de jaren daarna werden veel meer botten gevonden en tot 1988 aan toe werden er nieuwe soorten van Camarasaurus ontdekt. In totaal werden tien soortnamen bedacht, maar door verder onderzoek is dit aantal teruggebracht naar vier soorten: Camarasaurus grandis (1877), Camarasaurus lentus (1889), Camarasaurus lewisi (1988) en Camarasaurus supremus (1877). Tot op de dag van vandaag worden er nog botten opgegraven van Camarasaurus in de staat Wyoming in de Verenigde Staten.
Camarasaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Camarasaurus.
17. Brontosaurus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Saurischia familie: Diplodocidae genus: Apatosaurus Tegenwoordig wordt dit dier Apatosaurus genoemd, omdat hij door herontdekkingen toch tot een andere groep behoorde. Deze planteneter werd maximaal 25 meter lang en was vergelijkbaar met Diplodocus. Echter was Apatosaurus een stuk zwaarder, daarom werd vroeger gedacht dat hij vooral in het water leefde. Ook werd zijn kop veel kleiner getekend. Dit kun je ook duidelijk zien op de schildering van Marie Hubrecht. Tegenwoordig weten we dat Apatosaurus net als de andere plantenetende dinosauriërs op het land leefde en dat zijn kop veel groter, langer en spitser was.
Boven de kop van Apatosaurus volgens onderzoek in 2013. Onder de kop van een andere plantenetende dinosaurus, Camarasaurus.
Apatosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Apatosaurus.
18. Stegosaurus ungulatus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Ornithischia familie: Stegosauridae genus: Stegosaurus Deze 7-9 meter lange dinosauriër was planteneter. De naam Stegosaurus betekent letterlijk ‘dakhagedis’, waarschijnlijk verwijst deze naam naar zijn opvallende stekels op de rug. Aan het uiteinde van de staart van Stegosaurus stonden twee paar lange stekels. Hiermee kon hij zich verdedigen tegen roofdieren, want door zijn korte poten kon deze dinosauriër niet heel snel rennen. In 1877 werd het eerste fossiel van een Stegosaurus ontdekt. Later zijn er nog veel meer fossielen gevonden. In totaal zijn er veertien soorten benoemd binnen het geslacht Stegosaurus. Nog steeds is er een discussie gaande onder paleontologen over welke soorten echt hebben bestaan.
Stegosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Stegosaurus.
19. Elasmosaurus – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Plesiosauria familie: Elasmosauridae genus: Elasmosaurus Ondanks zijn grote lengte (14 meter) en zijn uiterlijk met lange nek, is dit dier geen dinosaurus. Hij leefde later dan de meeste dinosauriërs, namelijk in het laat Krijt, 100-65 miljoen jaar geleden. Elasmosaurus stierf uit tijdens de massa extinctie zo’n 65 miljoen jaar geleden. De meest waarschijnlijke theorie van deze massa extinctie is een meteoriet inslag. Dit reptiel leefde in het water en at vis en andere zwemmende dieren, zoals op de schildering van Marie Hubrecht te zien is.
Elasmosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Elasmosaurus.
20. Belemnites – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Mollusca (weekdieren) klasse: Cephalopoda (inktvissen) orde: Coloidea familie: Belemnoidea geslacht: Belemnites (belemnieten) Belemnieten zijn een uitgestorven soort inktvis. Ze lijken erg op de pijlinktvis van nu. Fossielen van deze inktvissen worden gevonden in gesteente van 200 tot ongeveer 66 miljoen jaar geleden. Omdat het achterste deel (het rostra) hard was, werd dit gedeelte vaak gevonden in fossielen. De rest van het lichaam van het dier was lange tijd onduidelijk geweest. Maar toch zijn er uitzonderlijk goed geconserveerde fossielen gevonden die ook de weke delen van het dier laten zien. Deze zijn blijkbaar al gevonden toen Marie Hubrecht de schildering maakte, want haar tekening laat meer zien dan enkel het harde achterlijf van het dier. Op de schildering kun je trouwens ook zien dat de belemniet opgegeten wordt door een Elasmosaurus.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Belemnites.
21. Triceratops – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Ornithischia familie: Ceratopidae genus: Triceratops De naam Triceratops betekent letterlijk ‘driehoorngezicht’. De drie hoorns prijken duidelijk op het kop van deze dinosauriër: twee boven de ogen en één op de neus. Met zijn smalle en scherpe snavelachtige bek rukte het dier hele struiken uit de grond, die vervolgens door een scherpe rij tanden in stukken werden geknipt. In grote brokken slikte hij zijn voedsel door, waarna het pas in zijn buik verder werd verteerd. Echt secuur ging deze dinosauriër dus niet met zijn eten om. Onderzoekers zijn het niet met elkaar eens waarvoor het nekschild en de hoorns van Triceratops precies dienden. Het kan zijn dat ze deze gebruikten om zich te verdedigen tegen roofdieren. Andere wetenschappers denken dat de hoorns en het nekschild enkel werden gebruikt om onderling met elkaar te vechten om te bepalen wie het sterkst was. En weer anderen geloven dat ze slechts bedoeld waren om mee te pronken of om verschillende soorten uit elkaar te houden. Het is natuurlijk ook mogelijk dat alle drie de theorieën van toepassing zijn.
Triceratops in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Triceratops.
22. Pteranodon – Tempus Jurassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Pterosauria (pterosauriërs) genus: Pteranodon Ondanks dat je zou vermoeden is dit vliegende dier, met een spanwijdte van 79 meter, geen voorouder van de vogels. Vogels stammen af van een andere groep vliegende dinosauriërs. Een Pteranodon had geen tanden, maar was zeker een echte vleeseter. Hij at vis, weekdieren, krabben, insecten en hij aaste op dode dieren op het land. Zeer waarschijnlijk ving hij zijn vis net zoals de huidige pelikaan, door vis op te scheppen uit het water en in zijn geheel door te slikken.
Pteranodon in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Pteranodon.
23. Dinychthys – Tempus Devonicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Placodermi (primitieve vissen) orde: Arthrodira superfamilie: Dinichthyloidea familie: Dinichthyidae genus: Dinychthys De naam van deze vis betekent letterlijk ‘verschrikkelijke vis’. Met zijn krachtige bek vol scherpe tanden beet hij met gemak zijn prooi aan stukken. Sommige exemplaren Dinychthys konden wel 10 meter lang worden. Dit is vergelijkbaar met sommige grote haaiensoorten die nu in de zee zwemmen.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Dinychthys.
24. Ophiuroidea – Tempus Devonicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Echinodermata (stekelhuidigen) klasse: Ophiuroidea (slangsterren) Ophiuroidea zijn slangsterren, het zijn stekelhuidigen die nauw verwant zijn aan de zeesterren. Slangsterren komen nog steeds voor en kunnen soms armen van wel 60 cm hebben. Vandaar dat hun naam komt van het Griekse ‘ophis’ dat slang betekent.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Ophiuroidea.
25. Loxomma – Tempus Carboniferum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Amphibia (amfibieën) familie: Loxommatidae genus: Loxomma Loxomma is een amfibieënachtige. Er zijn alleen fossielen gevonden van zijn kop, dus over de rest van zijn lijf is tot op de dag van vandaag niks bekend. Op de schildering van Marie Hubrecht zie je dan ook niet meer dan een kop en deel van de nek van het dier. Wat je wel duidelijk kunt zien is dat het een Dolichosoma gevangen heeft. Het was dus echt een vleeseter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Loxomma.
26. Dolichosoma – Tempus Carboniferum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Amfibia (amfibieën) orde: Aistopoda familie: Phlegethontiidae genus: Phlegethontia Dit amfibieëntype is nu een andere naam toegewezen, namelijk Phlegethontia. Deze slangachtige amfibieën hadden geen poten. Ze kwamen vooral voor in Europa en Noord-Amerika. Op de schildering van Marie Hubrecht kun je zien hoe de Dolichosoma door een Loxomma gevangen is.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Dolichosoma.
27. Dimetrodon – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Pelycosauria familie: Sphenacodontidae genus: Dimetrodon Deze Pelycosauriër, geen dinosauriër, is een echt reptiel. Net als andere reptielen was hij koudbloedig en moest hij zich ’s ochtends opwarmen in de zon om energie te krijgen. De zeil op zijn rug hielp hem hier extra bij, want hierdoor ving hij meer zon op. Zo kon hij vroeg aan de jacht beginnen.
Dimetrodon in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Dimetrodon.
28. Naosaurus – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Synapsida (synapsiden = voorouder van zoogdieren) orde: Pelycosauria familie: Edaphosauridae genus: Edaphosaurus In de loop van de tijd, dus nadat Marie Hubrecht deze schildering heeft gemaakt in 1926, kreeg dit dier een andere naam: Edaphosaurus. Deze dieren waren amnioot. Amniota zijn een groep dieren die voortkwamen uit de amfibieën. Ze hebben een vlies, het amnionvlies, om hun eieren. Met deze eieren waren ze in staat om volledig op het land te gaan leven. Ze hebben dus, in tegenstelling tot amfibieen, geen water meer nodig om zich voort te planten. De eerste Amniota verschenen in het Carboon (300 miljoen jaar geleden), zo ook Edaphosaurus.
Edaphosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Edaphosaurus.
29. Diadectes carupace – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Amfibia (amfibieën) familie: Diadectidae genus: Diadectes Dit amfibie kon wel drie meter lang worden en was daarmee het grootste landdier destijds. Het lijkt op een reptiel, maar hij leefde vooral in het water en enkele schedelkenmerken duidde volgens wetenschappers toch echt op een amfibie. Dit dier was het eerste amfibie dat planteneter was. Zijn naam Diadectes betekent letterlijk ‘doordringende beet’, wat hij te danken heeft aan zijn scherpe tanden waarmee hij met gemak plantendelen kon afscheuren. Met zijn stompe en verbreden kiezen vermaalde hij vervolgens zijn eten tot klein spul.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Diadectes.
30. Araeoscelis gracilis – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Pelycosauria familie: Sphenacodontidae genus: Dimetrodon Marie Hubrecht beschreef dit dier met de Latijnse naam Araeoscelis gracilis. Maar de dinosauriër op de tekening lijkt op een soort binnen de groep Dimetrodon, waar haar beschreven soort niet toe behoort. Op de schildering is nog een Dimetrodon te zien aan de waterkant. De Dimetrodon soorten leefden in het Perm-tijdperk (290-250 miljoen jaar geleden) en waren echte vleeseters. Door klimaatverandering veranderde de leefomgeving dusdanig dat deze dieren uitstierven.
Araeoscelis gracilis.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Dimetrodon.
31. Moschops – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Therapsida familie: Tapinocephalidae genus: Moschops Moschops was een zoogdierachtige die wel 3 meter lang konden worden. De naam betekent letterlijk ‘kalf gezicht’. Hij had een opvallend dikke en stevige schedel die waarschijnlijk gebruikt werd in de strijd om dominantie, waarbij met de hoofden tegen elkaar gedrukt werd om te zien wie het sterkst en daarmee dominantst was. Moschops soorten verplaatsten zich waarschijnlijk in groepen, precies zoals Marie Hubrecht ze heeft afgebeeld.
Moschops in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Moschops.
32. Inostranzewia – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Synapsida (synapsiden = voorouder van zoogdieren) orde: Therapsida familie: Gorgonopsidae genus: Inostrancevia Inostrancevia was een echte vleeseter. Hij werd wel 3.5 meter lang en met zijn grote hoektanden was hij de top predator in zijn omgeving.
Inostrancevia in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Inostrancevia.
33. Struthiocephalus – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Synapsida (synapsiden = voorouder van zoogdieren) orde: Therapsida familie: Tapinocephalidae genus: Struthiocephalus Struthiocephalus, letterlijk ‘struisvogel hoofd’, heeft een lange snuit. Op de schildering van Marie Hubrecht is deze snuit oranje geschilderd. Misschien was het in de tijd van schilderen nog onzeker hoe de kop van dit dier er uit heeft gezien. Tegenwoordig weten we dat de snuit hetzelfde gekleurd was als de rest van het lichaam: bruinig. Het dier leefde in Zuid-Afrika.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Struthiocephalus.
34. Endothiodon – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Synapsida (synapsiden = voorouder van zoogdieren) orde: Therapsida infraorde: Dicynodontia familie: Endothiodontidae genus: Endothiodon Endothiodon is een zoogdierachtig reptiel. Hij hoorde tot de infraorde-groep Dicynodont, wat letterlijk ‘twee hond tand’ betekent. Zijn kop leek op die van een hond en in zijn bek bevonden zich enkel twee slagtanden waarmee hij planten omver trok en wortels opgroef om te eten. Dicynodonten leefden van midden Perm tot laat Trias (275-200 miljoen jaar geleden).
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Endothiodon.
35. Pareiasaurus – Tempus Permicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Procolophonia familie: Pareiasauridae genus: Pareiasaurus Deze planteneter had korte poten, dus at hij vooral planten die laag bij de grond groeiden. Hij had een gedrongen en stevige bouw en kon wel drie meter lang worden.
Pareiasaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Pareiasaurus.
37. Mixosaurus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Ichthyosauria familie: Mixosauridae genus: Mixosaurus Deze visetende reptiel van ongeveer één meter lang, heet Mixosaurus (letterlijk ‘gemengde hagedis’). Hij heet zo omdat hij een tussenvorm is tussen zijn aalachtige voorganger en zijn dolfijnachtige opvolger.
Mixosaurus
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Mixosaurus.
38. Langia grönlandica Stensiö – Tempus Triassicum
Marie Hubrecht beschreef dit dier met de Latijnse naam Langia grönlandica Stensiö. Echter is deze soort nergens bekend. Misschien dat de naam in de tijd is veranderd. Om welke soort het precies gaat is nog onbekend, dit komt ook door de donkere schildering.
39. Plateosaurus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Saurischia familie: Plateosauridae genus: Plateosaurus Plateosaurus was één van de eerste dinosauriërs. De meeste fossielen zijn gevonden in Duitsland, waar het in de tijd dat ze leefden een moerasgebied was. De theorie is dat deze planteneters naar het moeras kwamen om zich te goed te doen aan al die moerasplanten. Maar door hun grootte kwamen ze soms vast te zitten in het moeras, wat veel skeletten heeft opgeleverd.
Plateosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Plateosaurus.
40. Lystrosaurus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Therapsida familie: Lystrosauridae genus: Lystrosaurus Lystrosaurus is een zoogdierachtig reptiel. Hij hoorde tot de infraorde-groep Dicynodont, wat letterlijk ‘twee hond tand’ betekent. Zijn kop leek op die van een hond en in zijn bek bevonden zich enkel twee slagtanden waarmee hij planten omver trok en wortels opgroef om te eten. Lystrosaurus leefden van 260 tot 247 miljoen jaar geleden.
Lystrosaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Lystrosaurus.
41. Massospondylus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Saurischia familie: Massospondylidae genus: Massospondylus Het is vrij moeilijk gebleken om het dieet van deze dinosauriër te bepalen, omdat ze zowel puntige tanden als platte maaltanden bezaten. Omdat Massospondylus veel maaltanden had, was hij waarschijnlijk herbivoor, maar als het voedselaanbod laag was, at hij misschien ook wel kleine gewervelden zoals hagedisjes.
Massospondylus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Massospondylus.
42. Mystriosuchus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Phytosauria familie: Phytosauridae genus: Mystriosuchus Mystriosuchus lijkt op de hedendaagse gaviaal (krokodilachtige), door zijn smalle snuit die lijkt te wijzen op een specialisatie in vissen als prooi. Met een smalle snuit is het namelijk makkelijker om zijdelings door het water te bewegen, dan met een bredere snuit. Dit komt doordat je dan minder weerstand van het water ondervindt.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Mystriosuchus.
43. Rutiodon – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Phytosauria familie: Phytosauridae genus: Rutiodon Soorten van Rutiodon lijken erg op de hedendaagse krokodillen. Waarschijnlijk hadden ze ook eenzelfde leefwijze en aten ze vooral vissen en dieren die naar het water kwamen om te drinken. Een verschil met de hedendaagse krokodil is dat de neusgaten van de Rutiodon soorten meer op het voorhoofd zaten in plaats van op het eind van de snuit.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Rutiodon.
44. Cynognathus – Tempus Triassicum
Hier lijkt er iets misgegaan bij de naamgeving van Marie Hubrecht. Dit beest noemt ze een Cynognathus, maar een Cynognathus (letterlijk ‘honden kaak’) is een dier met een opvallend grote schedel. Het dier dat ze geschilderd heeft lijkt een veel kleinere kop te hebben. Welke soort zou ze werkelijk bedoeld hebben?
Cynognathus
45. Anchisaurus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) familie: Anchisauridae genus: Anchisaurus Ondanks dat Marie Hubrecht dit dier in het Trias-tijdperk tekende, leefde dit dier in het Jura zo’n 190 tot 175 miljoen jaar geleden. Het dier was waarschijnlijk een planteneter door zijn gebit. Zijn klauwen doen wel nog denken aan zijn vleesetende voorouders. De ontdekking van de botten van deze dinosauriër was de eerste ontdekking van een dinosauriër in Noord-Amerika in 1818. In eerste instantie dacht men dat het botten van mensen waren, omdat de botten vrij klein waren. Pas in 1855 concludeerde men dat het om botten van een reptiel ging en dertig jaar later, in 1885, kreeg de soort zijn naam. Het dier is niet groter dan 2 meter, en is op de schildering van Marie Hubrecht dan ook niet echt op schaal geschilderd.
Anchisaurus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Anchisaurus.
46. Sauropus barratti – Tempus Triassicum
Marie Hubrecht beschreef dit dier met de Latijnse naam Sauropus barratti. Echter is deze soort nergens bekend. Misschien dat de naam in de tijd is veranderd. Om welke soort het precies gaat is nog onbekend. Het zou ook gewoon een fantasie dier kunnen zijn. De groepsnaam (genus) Sauropus is een plantennaam.
47. Phytosaurus (Beledon) – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Phytosauria familie: Phytosauridae genus: Phytosaurus Phytosaurus is een krokodilachtige, maar in tegenstelling tot de meeste andere krokodilachtigen zaten zijn neusgaten op zijn voorhoofd in plaats van op de voorkant van de snuit. Alhoewel Phytosaurus ‘planten hagedis’ betekent, was het zeker geen planteneter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Phytosaurus.
48. Dicynodon – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Synapsida (synapsiden = voorouder van zoogdieren) orde: Therapsida infraorde: Dicynodontia Dicynodont betekent letterlijk ‘twee hond tand’, op de schildering kun je als je goed kijkt de slagtand zien. Waarschijnlijk gebruikten ze die twee tanden om voedselrijke wortels van planten op te graven. Dicynodonten leefden van midden Perm tot laat Trias (van 275 tot 200 miljoen jaar geleden).
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Dicynodon.
49. Zanclodon – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) familie: Rauisuchidae genus: Teratosaurus Zanclodon werd vroeger gebruikt voor een bepaalde groep dinosauriërs. Echter is deze groep hergeschikt en vallen soorten onder andere groepen. Waarschijnlijk is de soort die Marie Hubrecht hier heeft geschilderd nu een Teratosaurus, wat letterlijk ‘monster hagedis’ betekent.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Teratosaurus.
50. Cymbospondylus – Tempus Triassicum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) orde: Ichthyosauria familie: Shastasauridae genus: Cymbospondylus Door goed te kijken naar het gebit van het fossiel van Cymbospondylus konden paleontologen achterhalen wat dit dier zoal at in het Trias-tijdperk. Ondanks zijn grote lengte at het dier vooral kleine dieren, zoals ammonieten, inktvissen en kleine vissen. Dit komt door zijn kleine tanden. Deze kleine tanden zijn ongeschikt voor het vastpakken van grote vissen, amfibieën en andere reptielen.
Cymbospondylus in verhouding met een gemiddeld mens van 1,80 meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Cymbospondylus..
51. Archaeosigillaria primaeva – Tempus Devonicum
rijk: Plantae (planten) genus: Archaeosigillaria Zoals op de schildering van Marie Hubrecht duidelijk te zien is, had deze plant een lange stam zonder veel zijtakken. De plant kwam vooral voor in het Devoon-tijdperk.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Archaeosigillaria.
52. Eospermatopteris textilia – Tempus Devonicum
rijk: Plantae (planten) stam: Pteridophyta klasse: Cladoxylopsida genus: Eospermatopteris Waarschijnlijk zijn de boomsoorten van Eospermatopteris de vroegst bekende bomen die dus de eerste bossen op aarde hebben gevormd. Ze maakten sporen om zich voort te planten, net zoals varens, sommige mossen en paardenstaarten dat tegenwoordig doen. Het kan dus zijn dat ze de voorouder waren van deze planten.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Eospermatopteris.
53. Calamophyton primaevum – Tempus Devonicum
rijk: Plantae (planten) stam: Tracheophyta (vaatplanten) klasse: Cladoxylopsida orde: Pseudosporochnales genus: Calamophyton Deze vaatplant werd, zoals ook te zien is op de schildering van Marie Hubrecht, niet heel groot, gemiddeld 35 centimeter. Ze behoren tot de groep die als basis heeft gestaan voor het ontstaan van varens. Ze kwamen voor in het Devoon (420-360 miljoen jaar geleden). Wanneer precies is niet duidelijk.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Calamophyton.
54. Lepidodendron – Tempus Carboniferum
rijk: Plantae (planten) stam: Tracheophyta (vaatplanten) klasse: Isoetopsida orde: Lepidodendrales familie: Lepidodendraceae genus: Lepidodendron Deze boomachtige planten konden soms wel 40 meter hoog worden. Dit is vergelijkbaar met een flat van 12 verdiepingen. De stam had soms bijna een doorsnede van wel twee meter.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Lepidodendron.
55. Calamites – Tempus Carboniferum
rijk: Plantae (planten) stam: Pteridophyta klasse: Equisetopsida orde: Equisetales familie: Calamitaceae genus: Calamites Planten van Calamites kunnen wel 30 meter hoog worden. Dit is vergelijkbaar met een flat van 9 verdiepingen. De hedendaagse afstammelingen van deze plant, onder anderen de paardenstaarten, zijn relatief klein.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Calamites.
56. Alethopteris grandifolia – Tempus Carboniferum
rijk: Plantae (planten) stam: Cycadophyta klasse: Cycadopsida orde: Medullosales familie: Alethopteridaceae genus: Alethopteris Planten van het genus Alethopteris zijn zaadvarens. Het waren bomen met varenachtige bladeren (zoals goed op de schildering te zien is) die zich door middel van zaden voortplantten. In de tijd dat deze planten in grote aantallen voorkwamen, was Europa bedekt met moeras. Deze hadden grote bladeren, die na verloop van tijd afvielen. Als ze dan met modder bedekt raakte, konden ze fossiliseren. In Europa zijn er dus vele fossielen gevonden van deze plant.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Alethopteris.
57. Pteropsida – Tempus Carboniferum
rijk: Plantae (planten) stam: Embryophyta (Landplanten) klasse: Pteropsida Pteropsida is de klasse van planten waar ook de hedendaagse varens en paardenstaarten inzitten. Deze klasse ontstond ergens in het Devoon (zo’n 410 miljoen jaar geleden). Marie Hubrecht geeft van deze plant alleen de klasse aan, er is geen aanvullende informatie over de precieze plantensoort die ze schilderde. Varens en paardenstaarten planten zich voort door middel van sporen. Voor het overleven van een voorkiem en voor de bevruchting is een vochtige omgeving noodzakelijk. Vandaar dat Pteropsida planten voorkomen in bossen en moerassige gebieden.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Pteropsida.
58. Cordaites – Tempus Permicum
rijk: Plantae (planten) stam: Embryophyta (landplanten) klasse: Spermatopsida orde: Cordaitales familie: Cordaitaceae genus: Cordaites Cordaites zijn primitieve bomen die voorkwamen in het midden van het Carboon (360-300 miljoen jaar geleden). Eigenlijk klopt het dus niet dat Marie Hubrecht deze boom getekend heeft in het Perm-tijdperk (300-250 miljoen jaar geleden). De bladeren hebben parelelle nerven waardoor ze een beetje op maisbladeren lijken.
Fossielen van Cordaites.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Cordaites.
59. Sigillaria – Tempus Jurrasicum
rijk: Plantae (planten) stam: Embryophyta (landplanten) klasse: Isoetopsida orde: Lepidodendrales familie: Lepidodendraceae genus: Sigillaria Deze boomachtige planten konden soms wel 40 meter hoog worden. Dit is vergelijkbaar met een flat van 12 verdiepingen.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Sigillaria.
60. Pteridosperma – Tempus Carboniferum
rijk: Plantae (planten) stam: Embryophyta (landplanten) klasse: Pteridospermopsida Pteridospermae, oftewel, zaadvarens kwamen weelderig voor in het Devoon (vanaf 410 miljoen jaar geleden) en Carboon (vanaf 360 miljoen jaar geleden) en ze stierven uit in het Perm (295-250 miljoen jaar geleden).
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Pteridosperma.
61. reptielenachtigen – Tempus Cretaceum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Ornithischia familie: Iguanodontidae genus: Iguanodon Op de schildering van Marie Hubrecht zijn duidelijk twee individuen te zien. Als naslagwerk heeft Hubrecht een boek gemaakt met vele soortnamen. Echter is van deze soort geen naam bekend. Het lijken twee individuen te zijn van Iquanodon. In de tijd dat Hubrecht dit schilderij maakte, dacht men dat deze dinosauriër vooral op zijn achterpoten liep. Tegenwoordig weten we dat het dier zich toch veel op vier poten voortbracht.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Iguanodon.
62. reptielenachtige met rode kop – Tempus Cretaceum
rijk: Animalia (dieren) stam: Chordata (chordadieren) klasse: Reptilia (reptielen) superorde: Dinosauria (dinosauriërs) orde: Ornithischia familie: Hadrosauridae genus: Trachodon Als naslagwerk heeft Hubrecht een boek gemaakt met vele soortnamen. Echter is van deze soort geen naam bekend. Het lijkt een Trachodon te zijn door zijn opvallende snuit. In de tijd dat Hubrecht dit schilderde dacht men nog dat het dier een rode kop had. Tegenwoordig weten we dat het dier niet zo opvallend gekleurd rondliep. Zijn kop was gelijk gekleurd met de rest van zijn lichaam.
De tijdsbalk met in rood het voorkomen van Trachodon.