Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd
Museumles - Expeditie Oertijd Informatie voor leerlingen basisonderwijs groepen 4 t/m 8
experience
www.limburgsmuseum.nl
wat je ziet, ben je zelf
BO - groep 4
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
Schema dinosaurussen
Er zijn twee groepen dino’s. 1. Hagedis-dino’s met een hagedis-heup 2. Vogel-dino’s met een vogel-heup
Hagedis-dino’s • Vleeseter • Langnek-dino
Vogel-dino’s
• Dakpan-dino • Pantser-dino • Dikkop-dino • Hoorn-dino • Vogelpoot-dino
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |2
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 4
Vleeseter
Deze dino heeft scherpe tanden. Zo kan hij goed vlees eten.
Langnek-dino
Deze dino heeft een lange nek. En kleine tanden. Hij eet geen vlees. Maar wel planten.
Dakpan-dino
Deze dino ziet er mooi uit. Maar hij is heel dom.
Pantser-dino
Deze dino heeft een dikke huid. Zo kan niemand hem pijn doen.
Dikkop-dino
Deze dino heeft een bolle kop. Met scherpe stekels.
Hoorn-dino
Deze dino heeft scherpe hoorns. Daar kan hij anderen mee prikken.
Vogelpoot-dino
Deze dino is heel slim. En kan op twee poten lopen.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |3
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 5 en 6
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
Schema dinosaurussen
De Tyrannosaurus rex was een van de grootste vleesetende dinosaurussen. Maar er waren er nog veel meer. Hieronder zie je een schema over dinosaurussen. Er zijn twee groepen dinosaurussen: 1. Hagedis-dino’s met een hagedis-heup 2. Vogel-dino’s met een vogel-heup
Hagedis-dino’s • Vleeseter • Langnek-dino
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |4
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 5 en 6
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
2. Vogel-dino’s met een vogel-heup
Vogel-dino’s
• Dakpan-dino • Pantser-dino • Dikkop-dino • Hoorn-dino • Vogelpoot-dino
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |5
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 5 en 6
Vleeseter
De Vleeseters hadden een bek vol scherpe tanden. Daarmee konden ze goed vlees eten. Ze liepen op hun achterpoten en hadden klauwen aan hun voorpoten.
Langnek-dino
De Langnek-dino’s hadden olifantspoten en lange nekken en staarten. Met hun kleine, botte tandjes konden ze geen vlees eten. Maar wel bladeren van planten en bomen.
Dakpan-dino
De Dakpan-dino’s hadden een grote rij punten op hun rug en staart. Ze aten planten. Erg slim waren de dakpan-dino’s niet. Ze hadden de kleinste hersenen van alle dino’s.
Pantser-dino
Op de rug en kop van deze dino’s zat een pantser. Dat is een harde laag. Ze konden niet rennen, maar werden toch niet door andere dieren aangevallen. De Pantser-dino’s aten geen vlees, maar planten.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |6
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 5 en 6
Dikkop-dino
Dikkop-dino’s waren kleine dino’s. Ze hadden een dikke, bolle kop. Daarmee konden ze flinke klappen geven. De Dikkop-dino’s waren planteneters.
Hoorn-dino
Hoorn-dino’s hadden hoorns op hun kop. Daarmee konden ze hongerige vleeseters bang maken. Zij aten zelf geen vlees.
Vogelpoot-dino
Vogelpoot-dino’s liepen meestal op hun achterpoten. Ze hadden een stevige staart. De Vogelpoot-dino’s aten planten. Samen met de Vleeseters waren de Vogelpoot-dino’s de slimste dino’s.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |7
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
Dinosaurussen, ongelooflijke dieren
Deze dieren leefden miljoenen jaren geleden. Ze waren de grootste landdieren die ooit geleefd hebben op aarde. Er liepen toen zeker duizenden verschillende soorten dinosaurussen rond.
Reptielen, maar dan anders
Dinosaurussen waren reptielen. Net als de reptielen, zoals krokodillen en hagedissen, legden dinosaurussen eieren en hadden ze een waterafstotende huid met schubben. De meeste reptielen hebben poten die naar de zijkanten uitsteken. De poten van dinosaurussen stonden echter ónder het lichaam en droegen daardoor het hele gewicht. Dat betekent dat de poten van dinosaurussen sterker waren dan die van andere reptielen.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |8
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
:
Wanneer leefden de dinosaurussen? Dinosaurussen leefden in een tijd die het Mesozoïcum wordt genoemd. Het is onderverdeeld in drie periodes:
MESOZOICUM 250
Trias
200
146 Jura
65 miljoen jaar geleden Krijt
In het Trias verschenen de eerste dinosaurussen. Elke soort leefde enkele miljoenen jaren en er ontwikkelden zich steeds nieuwe soorten. Niemand heeft ooit een levende dinosaurus gezien, omdat de dinosaurussen 65 miljoen jaar geleden allemaal zijn uitgestorven. Men denkt, dat dit komt doordat er een enorme meteoriet op aarde is gestort. Door een stofwolk werd het toen overal donker. Er konden geen planten meer groeien en de dinosaurussen vonden geen eten meer. Dat maakte het leven voor dinosaurussen onmogelijk. Dinosaurussen leefden dus 175 miljoen jaar lang op aarde. De eerste mensen verschenen pas rond 2 miljoen jaar geleden!
Fantastische fossielen
Het enige dat nu nog overgebleven is zijn fossielen. Het lichaam van de dinosaurus kwam steeds dieper in de grond terecht. De botten en tanden versteenden. Wetenschappers graven deze botten weer op en puzzelen ze weer in elkaar. Ook hebben wetenschappers fossiele pootafdrukken gevonden. En bladeren met tandafdrukken. En zelfs dinosaurusuitwerpselen! Mensen die fossielen bestuderen noemen we paleontologen. We weten inmiddels best veel over deze dieren, maar welke kleur een dinosaurus nou precies had of wat voor geluid ze maakten, dat zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum |9
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
Verschillende soorten dinosaurussen
Er hebben duizenden verschillende soorten dinosaurussen bestaan. Tot nu toe zijn er ruim 900 verschillende dinosaurussen ontdekt. Sommige waren niet groter dan een kip, terwijl andere tien keer zo groot werden als een olifant. Vleesetende dinosaurussen hadden messcherpe tanden. Maar er bestonden ook soorten die planten aten en tandeloos waren. Er zijn dinosaurussen geweest met hoorns op hun schedel, met kammen en sommige zelfs met kragen.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 10
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
Schema dinosaurussen
Wetenschappers hebben de vele dinosaurussen in groepen verdeeld: 1. Hagedisheupdinosaurussen (Saurischia) 2. Vogelheupdinosaurussen (Ornithischia) Het verschil tussen de twee groepen wordt gemaakt aan de hand van de vorm van de heup. De Saurischia bestaan uit vleeseters en planteneters. Alle Ornithischia aten planten.
SAURISCHIA Hagedisheupdinosaurussen
Theropoda •
Vleeseter
Sauropoda •
Langnekdinosaurussen
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 11
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Oog in oog met de dino’s expeditie oertijd museumles
ORNITISCHIA Vogelheupdinosaurussen
2. Vogelheupdinosaurussen (Ornithischia)
Stegosauria • ‘Dakpan’-dinosaurussen
Ankylosauria •
‘Pantser’-dinosaurussen
Pachycephalosauria •
‘Dikkop’-dinosaurussen
Ceratopsia • ‘Gehoornde’ dinosaurussen
Ornithopoda • Vogelpootdinosaurussen
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 12
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Theropoda (Vleeseters) Betekenis naam:
Beest-voet of monsterpoot
Vlees- of planteneters:
Vleeseters
Tijdperk:
Trias, Jura, Krijt
Leefvorm:
Kleine soorten in groepen van tien of meer. Grote soorten in groepjes van hooguit twee of drie dieren.
Belangrijkste voeding:
Andere dinosaurussen, hagedissen en kleine zoogdiertjes
Uiterlijke kenmerken:
Grote achterpoten, korte voorpootjes met scherpe, gekromde klauwen. Scherpe tanden. In het Krijt hadden de meeste Theropoda al naar voren gerichte ogen, waardoor ze beter diepte konden zien. Dat kwam bij het vangen van prooi enorm goed van pas. Sommige Theropoda hadden veren of een vacht van veerachtige pluisjes. Die veren of pluisjes zullen waarschijnlijk voor isolatie gezorgd hebben. Later ontwikkelden deze veren zich tot vliegveren waarmee Theropoda konden vliegen.
Manier van voortbewegen: Op hun achterpoten. Waren goed in:
Goed en snel rennen.
Bijzonderheden:
Fossielen van Theropoda zijn zeldzaam. Fossielen tonen aan dat de vogels directe afstammelingen zijn van de Therapoda.
Bijvoorbeeld:
Dilophosaurus, Nanotyrannus, Ornitholestes, Ornithominus, Sinosauropteryx, Tyrannosaurus rex, Utahraptor, Velociraptor. Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum
| 13
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Sauropoda (Langnekdinosaurussen) Betekenis naam:
Hagedispoot
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Trias, Jura, Krijt
Leefgebied:
Wereldwijd
Leefvorm:
In kuddes.
Belangrijkste voeding:
Onder andere (boom)varens, palmen en coniferen.
Uiterlijke kenmerken:
Olifantachtig lichaam met vier dikke, stevige poten, een lange nek en een lange staart. Kleine, botte tandjes.
Manier van voortbewegen:
Hun poten dicht naast elkaar, recht onder hun lichaam. Staart sleepsporen worden bijna nooit gevonden, hun staart hielden ze dus meestal boven de grond.
Waren goed in:
Blaadjes vinden waar andere dieren niet bij kunnen.
Bijzonderheden:
Slikten stenen door, om het fijnmalen van voedsel in de maag te verbeteren.
Bijvoorbeeld:
Diplodocus, Omeisaurus.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 14
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Stegosauria (‘Dakpan’-dinosaurussen) Betekenis naam:
Dakpanhagedis
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Trias, Jura, Krijt
Leefgebied:
Noord-Amerika
Uiterlijke kenmerken:
3 tot 9 meter lang, tussen de 300 en 6000 kilo. Lang, laag dier met kleine kop, achterpoten twee keer zo lang als voorpoten. Grote rij benige platen op hun rug en spitse punten aan hun staart.
Manier van voortbewegen: Langzaam lopend. Waren goed in:
Gebruikten hun zwiepstaart om zich te verdedigen.
Bijzonderheden:
Niet meer dan 0,001% van hun lichaamsgewicht was hersenweefsel.
Bijvoorbeeld:
Stegosaurus.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 15
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Ankylosauria (‘Pantser’-dinosaurussen) Betekenis naam:
Gefuseerde, aan elkaar gegroeide hagedis
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Krijt
Leefgebied:
Noord- en Zuid-Amerika
Leefvorm:
Waarschijnlijk niet in kuddes.
Uiterlijke kenmerken:
Vijf tot tien meter lang. Bepantserd met beenplaten, knobbels en stekels. Breed, rond lichaam met korte pootjes, de achterpoten wat langer dan de voorpoten.
Bijzonderheden:
Zijn maar weinig fossielen van gevonden.
Bijvoorbeeld:
Ankylosaurus.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 16
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Pachycephalosauria (‘Dikkop’-dinosaurussen) Betekenis naam:
Dikkopdinosaurussen
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Krijt
Leefgebied:
Noord-Amerika, Europa en Azië
Belangrijkste voeding:
Afwisselend dieet: verschillende plantensoorten.
Uiterlijke kenmerken:
Tussen de één meter en vijf meter. Kleine voorpoten, dikke, bolle kop.
Manier van voortbewegen: Op hun achterpoten. Bijzonderheden:
Dikke kop.
Bijvoorbeeld:
Pachycephalosaurus.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 17
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Ceratopsia (‘Gehoornde’ dinosaurussen) Betekenis naam:
Hoorngezicht
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Krijt
Leefgebied:
Noord-Amerika
Leefvorm:
Waarschijnlijk in kuddes.
Belangrijkste voeding:
Varens en coniferen.
Uiterlijke kenmerken:
Van een halve meter tot acht meter lang. Opvallende hoorns en kammen, grote kop van meer dan twee meter.
Manier van voortbewegen: Trage viervoeters. Bijzonderheden:
Tanden groeiden voortdurend door.
Bijvoorbeeld:
Protoceratops, Styracosaurus, Triceratops.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 18
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013
BO - groep 7 en 8
Ornithopoda (Vogelpootdinosaurussen) Betekenis naam:
Vogelpoot
Vlees- of planteneters:
Planteneters
Tijdperk:
Trias, Jura, Krijt
Leefgebied:
Wereldwijd
Leefvorm:
Vaak in kuddes.
Belangrijkste voeding:
Allerlei soorten planten.
Uiterlijke kenmerken:
Van minder dan één meter tot vijftien meter.
Manier van voortbewegen: Vaak op de achterpoten, soms op vier poten. Als ze op hun achterpoten liepen, gebruikten ze hun staart voor balans. Bijzonderheden:
Van alle dinosaurussen de grootste hersenen. Overal ter wereld zijn resten gevonden. Ook in Zuid-Limburg, maar daar zijn ze heel zeldzaam!
Bijvoorbeeld:
Iguanodon, Maiasaura, Parasaurolophus.
Informatie voor leerlingen | Museumles Expeditie Oertijd - Oog in oog met de dino’s | © Limburgs Museum | 19
Bron: Nieuwsbegrip CED-groep week 37 2013