Exploratief onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis. AUTEURS
BROUWERS J.; DE BOSSCHER V.; TRUYENS J.; SCHAILLÉE H.; VAN HOECKE J.
REDACTEUR
BOGAERT I.
INSTITUUT
Vrije Universiteit Brussel, Vakgroep Sportbeleid en Management
ABSTRACT In dit onderzoek gaan we na in welke mate prestaties op jonge leeftijd en op jeugdtornooien voor 14-jarigen in het bijzonder, bepalend zijn voor later succes op senior niveau. Dit onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van een jeugdprestatie-index. Op basis van prestaties van spelers op jeugdtornooien voor 14-jarigen, rankings van the International Tennis Federation (ITF), rankings van the Women’s Tennis Association (WTA) en rankings van the Association of Tennis Professionals (ATP), voerden we een kwantitatieve dataanalyse uit. Er wordt onderzocht of 14 jaar een kritisch meetmoment is, namelijk of op deze leeftijd topatleten duidelijk beginnen te presteren. Aan de hand van statistische toetsen in SPSS trachtten we verbanden te analyseren tussen prestaties op junior niveau en senior niveau en gingen we na of er significante verschillen waren tussen verschillende types spelers en of men trends kan vaststellen in de prestatieprofielen van huidige topspelers. We kwamen tot de vaststelling dat prestaties op junior niveau slechts in kleine mate bepalend zijn voor later succes. Goede prestaties op jonge leeftijd verhogen de kans op later succes, hoewel ze niet noodzakelijk zijn. Sleutelwoorden Datum Contactadres
tennis, jeugdprestaties, talentidentificatie, selectie, topsportsucces 13 oktober 2009
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht.
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
2
Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis Jessie Brouwers, Veerle De Bosscher, Jasper Truyens, Hebe Schaillée, Jo Van Hoecke Vrije Universiteit Brussel - faculteit lichamelijke opvoeding en kinesitherapie Vakgroep Sportbeleid en Management (SBMA) Inleiding Ontwikkelingsstudies
verschillende
play (Côté, 1999) bestaat uit improvisatie- en
domeinen, zoals muziek, schaken en sport,
rollenspelen, waarbij de plezierbeleving centraal
tonen aan dat grote volumes training over het
staat.
algemeen noodzakelijk zijn voor het bereiken
Gezien internationale atleten steeds jonger worden,
van expertise. Een belangrijke regel stelt dat
wordt vroege specialisatie in sporten als turnen,
ongeveer
tennis,
tien
over
jaar
of
10
000
uren
van
zwemmen
en
kunstschaatsen
steeds
kwaliteitsvolle oefening het minimum zijn om
belangrijker (Hecimovich, 2004; Wiersma, 2000).
een expert te worden (Simon & Chase, 1973).
Een te vroege specialisatie brengt echter negatieve
Latere ontwikkelingsstudies duidden aan dat
gevolgen
het niet de zuivere hoeveelheid oefening is,
ontwikkeling
maar dat ook het type van oefening kritiek is
vaardigheden
voor het behalen van succes (Ericsson et al.,
belastingskwetsuren (Dalton, 1992) en een grotere
1993).
kans op drop out (Weiss, 1989).
Er
deliberate
is
bewijs
practice
geconcentreerde inspanning
dat
vereist
–
hoeveelheid
oefening
fysieke met
de
en als
met
zich van
mee
zoals
de
algemene
(Wiersma,
beperkte motorische
2000),
over-
die
In de sport werden talentidentificatie-programma‟s
cognitieve
systematisch ingevoerd rond 1960 en 1970 in de
specifiek
doel
Oostbloklanden en deze waren voor een groot deel
prestaties te verbeteren – het best weergeeft
verantwoordelijk
of expertise bereikt wordt. Daarnaast werd er
(Malina, 1997). Talentidentificatie is het proces
bewijs geleverd dat, hoewel deliberate practice
waarin huidige deelnemers met het potentieel om in
kritiek kan zijn tijdens de ontwikkelingsjaren,
een bepaalde sport uit te blinken herkend worden.
ook ongestructureerde activiteiten, deliberate
Talentontwikkeling bestaat erin
play aangeboden moeten worden. Deliberate
voor
hun
Olympisch
succes
een aangepaste
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
leeromgeving te voorzien om het potentieel volledig te ontwikkelen (Vaeyens et al., 2008). Het proces van talentdetectie, -identificatie, selectie
en
-ontwikkeling
is
een
enorm
moeilijke uitdaging die al vaak bediscussieerd werd door nationale federaties, coaches en sportwetenschappers
(Schönborn,
1984;
Stojan, 1984). Talentidentificatie in tennis is nauwelijks onderzocht (Muller, 1989) en is veelal gebaseerd op behaalde resultaten op
3
Onderzoeksdoel In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate prestaties
op
jeugdtornooien
voor
14-jarigen
bepalend zijn voor later succes. Dit onderzoek gebeurt met het oog op de ontwikkeling van een jeugdprestatie-index.
Deze
index
kan
de
prestatievorderingen van talenten op een efficiënte manier evalueren met oog op doorstroming naar de absolute top en vergelijking met andere toppers uit dezelfde sporttak (De Bosscher et al., 2008).
jonge leeftijd (Unierzyski, 2005). Federaties en sponsors willen vaak niet investeren in spelers
Methodiek
die niet presteren op het veld. Hierdoor gaan vele getalenteerde spelers verloren. Tennis
Steekproef
coaches geloven dat ze talent kunnen “ruiken”
In deze studie werd gekozen voor een retrospectief
en
onderzoek, dit wil zeggen dat we gebruik maakten
willen
vaak
geen
wetenschappelijke
achtergrond gebruiken (Unierzyski, 2005).
van in het verleden opgetekende gegevens. Zowel
Ook MacCurdy (2006) geeft aan dat talent-
voor de heren als voor de dames werden drie
identificatie enorm moeilijk is in tennis. Er
reeksen gegevens ingevoerd.
bestaan
Aangezien we willen nagaan of 14 jaar een kritisch
sporten
met
open
en
gesloten
vaardigheden (Vaeyens et al., 2008). Tennis is
meetmoment
een open loop sport, die verschillende open
presteren,
vaardigheden vereist (MacCurdy, 2006). Tennis
Tennisvereniging gekozen voor drie internationale
vereist voortdurend beslissingen tijdens het
jeugdtornooien voor 14-jarigen. Deze tornooien
spel, reactievermogen en ruimtelijk bewustzijn,
worden aanzien als de belangrijkste jeugdtornooien
naast een brede waaier aan psychologische-,
voor spelers uit deze leeftijdscategorie. Volgende
fysieke- en technische vaardigheden. Hierdoor
drie tornooien voor 14-jarigen werden geselecteerd:
zal elk talentidentificatie-schema in tennis een
Les Petits As (Tarbes), BNP Paribas (France Open)
lagere accuraatheid van succes hebben dan
en het Europees kampioenschap. Er werd gekozen
identificatieschema‟s in gesloten sporten.
voor prestaties van 14-jarigen aangezien uit eerder onderzoek
is
werd
waarop in
(MacCurdy,
jongeren
overleg
2006;
met
beginnen de
te
Vlaamse
Unierzyski,
2002)
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
bleek dat 12 jaar te vroeg is om talent te identificeren
op
basis
van
prestaties
Tabel 1: Indexpunten toegekend door Tennis Europe (2007)
op
jeugdtornooien. De nauwkeurigheid van de analyse
van
resultaten
om
talent
te
identificeren, zou volgens Unierzyski (2002)
Winnaar Finalist
TBES 120 100
BNP 80 65
EU 250 180
½ finalist ¼ finalist
75 50
50 30
120 80
1/16 finalist 1/32 finalist
30 20
20 15
50 30
1/48 finalist 1/64 finalist
(14) 10
-
25 20
hoger zijn op 14-jarige leeftijd. Vaeyens et al.
TBES
Les Petits As (Tarbes)
(2008) besloten uit hun onderzoek dat, hoe
BNP EU
BNP Paribas Europees Kampioenschap
dichter
de
prestatie
topsportsucces voorspelling
ligt, zal
bij
het
moment
4
van
Aan de hand van deze indexpunten worden in dit
hoe
nauwkeuriger
de
onderzoek de prestaties van jeugdtornooispelers in
zijn
aangezien
de
kaart gebracht. Tabel 2 geeft een overzicht van het
voorspellingsnauwkeurigheid
omgekeerd
aantal
jeugdtornooispelers,
in
totaal
en
per
evenredig is met de tijdsduur waarover de
jeugdtornooi,
voorspelling bedoeld is.
opgenomen in dit onderzoek. Sommige spelers
waarvan
de
prestaties
werden
deze
speelden meerdere jaren op rij hetzelfde tornooi
jeugdtornooien vanaf 1990 werden ingevoerd.
mee of namen deel aan meerdere tornooien per
Op basis van de prestatie op het jeugdtornooi
jaar.
Prestaties
van
alle
deelnemers
aan
en de categorie van het jeugdtornooi worden
Tabel 2: Overzicht aantal jeugdtornooispelers* sinds 1990 HEREN
DAMES
TOTAAL AANTAL TORNOOISPELERS
1897
1624
DEELNEMERS TBES
769
755
DEELNEMERS EU
940
848
DEELNEMERS BNP
775
649
indexpunten toegekend aan prestaties door Tennis Europe, de Europese Tennisfederatie. Hoe hoger de categorie of het belang van het tornooi, hoe meer punten er verdiend kunnen
* “Jeugdtornooispelers” zijn alle spelers die deelnamen aan één van de geselecteerde jeugdtornooien.
worden. Hoe beter een speler presteert op het jeugdtornooi, hoe meer punten de speler zal
Als tweede werden ook senior rankings ingevoerd
krijgen.
van alle spelers, dames en heren, die vanaf 1992
Deze
indexpunten
(Tabel
1),
toegekend door Tennis Europe, bepalen de
aanwezig
waren
Tennis Europe Junior ranking voor -14 en -16-
eindranking van elk seizoen werd ingevoerd voor
jarigen.
elke
speler
zodat
in
de
senior
een evolutie
top
in
200.
de
De
ranking
zichtbaar werd per jaar. Senior rankings zijn de wereldrankings van de Women’s Tennis Association (WTA) en de Association of Tennis Professionals (ATP). Op het moment van het invoeren van de
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
gegevens
waren
bij
de
heren
rankings
Rang
correlatiecoëfficiënt,
aangezien
we
in
5
dit
beschikbaar tot 2008 en bij de dames tot 2007.
onderzoek te maken hebben met gegevens op
In totaal werden bij de heren 727 top 200
ordinaal niveau, namelijk rankings.
spelers ingevoerd en bij de dames 779.
Resultaten Tenslotte gingen we voor ATP- en WTA top 20 spelers
ook
(rankings
de
van
evolutie de
in
ITF
rankings
International
Tennis-
federation voor 18- jarigen of jonger) na. Op deze manier konden we de prestaties van spelers schetsen in de periode tussen de deelname aan het jeugdtornooi en deelname op
seniorniveau.
Hierdoor
kregen
we
een
eerste beeld van prestaties op 15-, 16-, 17- en 18-jarige leeftijd. Daarnaast analyseerden we ook de latere prestaties van spelers die in de top 20 van de ITF ranking stonden tussen 1988 en 1999 (♂) en 1998 (♀). Bij de heren waren dit 202 spelers en bij de dames 175. Er werd nagegaan hoeveel van deze spelers ook op
Jeugdtornooispelers die de top 200 bereikten Bij de heren bereikte 6,2% (n=117) van alle 14jarige, of jongere, jeugdtornooispelers de top 200. Bij de dames was dit 9,1% (n=147). Uit deze lage percentages blijkt dat deelnemen aan één van de geselecteerde jeugdtornooien zeker geen garantie is voor later succes in de top 200. Uit het onderzoek blijkt niet alleen dat meer dames dan heren de top 200 bereikten, maar ook dat dames de top 200 significant sneller na het spelen van het eerste jeugdtornooi behaalden dan heren (t(202)=8.612, p=0.000). Dames hadden gemiddeld 4,8 jaar nodig om na het jeugdtornooi de top 200 te bereiken. De heren hadden hier gemiddeld 6,9 jaar voor nodig.
senior niveau top 200, 100 of 20 behaalden.
In wat volgt zal nagegaan worden of er een verschil
Data-analyse
is
tussen
spelers
die
goed
presteerden
op
Voor de statistische testen gebruikten we het
jeugdtornooien en spelers die slecht presteerden.
programma „SPSS 16.0 for Windows®‟. Om de
Daarnaast wordt het verband nagegaan tussen
normaliteit van de verdeling na te gaan,
prestaties op jeugdtornooien en de beste ranking
voerden we een P-P Plot uit. Om na te gaan of
die spelers behaalden op senior niveau. Tot slot
verschillen tussen groepen significant waren,
zullen we nagaan hoe huidige ATP/WTA top 20
gebruikten
spelers op jonge leeftijd presteerden en hoe junior
we
de
independent
t-test
bij
gegevens van rationiveau en de Mann-Whitney U test voor gegevens van ordinaal niveau. Tot slot gingen we verbanden na met de Spearman
(ITF) top 20 spelers op latere leeftijd presteerden.
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
Prestatie
op
het
jeugdtornooi
en
de
winnaars en finalisten de top 200 bereikte, dat ze dit sneller deden en dat ze een betere ranking
ontwikkeling in de top 200
behaalden. Ondanks deze vaststellingen is een
a. Winnaars en finalisten
finaleplaats In dit deel werd nagegaan hoeveel winnaars en finalisten van de geselecteerde jeugdtornooien de top 200 en top 20 bereikten, of ze dit sneller
deden
na
het
6
spelen
van
geen
aangezien
garantie
67,6%
(♂)
en
voor
later
59,2%
(♀)
succes, van
de
winnaars en finalisten niet kon doordringen tot de top 200.
het b. “Snelle verliezers”
jeugdtornooi in vergelijking met andere spelers en of zij een hogere ranking konden behalen in
Met “snelle verliezers” bedoelen we de spelers die gemiddeld
vergelijking met andere tornooispelers.
slechts
20
indexpunten
of
minder
haalden op de jeugdtornooien. Bij de heren waren 32,4% (n=23) van de mannelijke winnaars en finalisten bereikte de ATP top 200 en bij de dames bereikte 40,8% (n=29) de WTA top 200. 12,7% (n=9) van de mannelijke winnaars en finalisten kon ook doordringen tot de top 20. Van de vrouwelijke winnaars en finalisten kon 8,5% (n=6) doordringen tot de top 20. Bovendien bleek dat zowel bij de heren als bij de
dames,
significant
winnaars betere
vergelijking
met
en
finalisten
ranking de
behaalden
andere
een in
jeugdtornooi-
spelers (♂ U=608.5, p<0.05; ♀ U=1056.0, p<0.05).
Winnaars
en
finalisten
dit 1329 spelers en bij de dames 1113 speelsters. Snelle verliezers kunnen zowel bij de heren als bij de dames alsnog de top 200 halen. Dit bleek bij heren
3,2%
vergelijking
vergelijking
met
t(145)=2.741, p=0.05). Algemeen kunnen we dat,
in
jeugdtornooispelers,
vergelijking een
hoger
percentages
4,1%. voor
In alle
plaats en bij de dames geen enkele snelle verliezer. De top 20 halen is dus zeer uitzonderlijk voor snelle verliezers.
bereikten
andere spelers (♂ t(115)=4.154, p<0.05; ♀
besluiten
dames
0,3% (n=4) van de snelle verliezers een top 20
ranking
in
de
bij
verliezers bijna gehalveerd. Bij de heren bereikte
sneller een top 200 plaats na het deelnemen jeugdtornooi
met
en
6,2%, ♀ 9,1%), zijn de percentages voor snelle
Verband
een
zijn
jeugdtornooispelers die de top 200 bereikten (♂
zowel bij de heren als bij de dames significant
aan
te
met
andere
percentage
In
dit
tussen
onderzoek
prestaties
werden
jeugd
en
best
twee
correlaties
onderzocht. Als eerste gingen we het verband na tussen het gemiddeld aantal punten, behaald op jeugdtornooien, en de beste ranking. Daarnaast gingen we
het
verband
na tussen de
hoogst
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
goed
presteren,
ook
later
7
behaalde score op een jeugdtornooi en de
jeugdtornooien
met
beste ranking. De beste ranking van een speler
zekerheid zullen doordringen tot de absolute top.
is de hoogst behaalde ranking ooit tussen 1992 en 2007/2008. Jeugdtornooi-spelers die (nog) niet tot de top 200 konden doordringen kregen
Latere
prestaties
van
winnaars,
finalisten,
halve finalisten en andere jeugdtornooispelers
een ranking 201 toegewezen. Een overzicht
Per tornooi werd nagegaan hoeveel percent van de
van
winnaars, finalisten en halve finalisten de top 200,
de
gevonden
correlaties
wordt
weergegeven in tabel 3.
top 100 en top 20 bereikte. Zowel bij de heren als bij de dames merken we dezelfde tendensen op.
Tabel 3: Resultaten Spearman Rang Correlaties Spearman rang correlatie
r²
Het percentage winnaars dat de top 200 bereikte is
Heren GEM– Best Rank
-0,192*
0,037
het hoogst (♂ 43,2%, ♀ 60,0%). Het percentage van
Heren Hoogste– Best Rank
-0,208*
0,043
Dames GEM – Best Rank
-0,284*
0,081
Dames Hoogste – Best Rank
-0,296*
0,088
Correlatie
*
de finalisten ligt lager (♂ 28,6%, ♀ 39,0%) en het percentage halve finalisten ligt nog lager (♂ 13,3%, ♀
Correlatie significant op het 0.01 niveau
29,5%). Merk op dat deze percentages nog steeds
0.00 < r < 0.20 Zeer lage correlatie 0.20 < r < 0.40 Laag tot zwakke correlatie
duidelijk
hoger
zijn
in
vergelijking
met
de
Uit tabel 3 blijkt dat in alle gevallen er een zeer
percentages voor alle jeugdtornooispelers (♂ 6,2%, ♀
laag tot laag negatief verband bestaat tussen
9,1%). Hieruit kunnen we dus besluiten dat hoe
de prestatie op jeugdtornooien en de later
beter
behaalde beste ranking. Deze correlaties zijn
jeugdtornooien, hoe groter de “kans” om op latere
wel significant tot op het 0.01 niveau. Hieruit
leeftijd de top te bereiken. Hoewel we tendensen
leiden we af dat prestaties op jeugdtornooien
duidelijk kunnen afleiden, moeten we erop wijzen
weinig bepalend zijn voor latere prestaties. Uit
dat de percentages toch vrij laag zijn.
tabel 3 blijkt ook dat de determinatiecoëfficiënt
In tabel 4 en 5 wordt het percentage winnaars
(r²) bij de dames dubbel zo groot is als bij de
vergeleken
heren. Bij de dames is ongeveer 8% van de
uitgezonderd winnaars) voor dames en heren die de
variantie
top 200, top 100 en top 20 bereikten.
van
geassocieerd
de met
score de
op
jeugdtornooien
variabiliteit
van
de
prestatie
met
andere
op
de
spelers
geselecteerde
(alle
spelers
de
ranking op senior niveau en omgekeerd. Bij de heren is dit ongeveer 4%. De mate van voorspelbaarheid van het ene kenmerk uit het andere is in dit geval dus laag. Er kan dus niet geconcludeerd
worden
dat
spelers
die
op
Tabel 4: Vergelijkende tabel winnaars – andere spelers (heren)
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
TORNOOI/TOP Les Petits As Tarbes
Winnaars 14
Alle spelers uitg. winnaars
7 6
50,0% 42,9%
81 52
10,7% 6,9%
TOP 20
2
14,3%
17
2,2%
16 7
43,8%
52
5,6%
TOP 100
6
37,5%
37
4,0%
TOP 20
4
25,0%
11
1,2%
14 5
35,7%
761 36
4,6%
4 2
28,6% 14,3%
26 6
3,4% 0,8%
TOP 100 TOP 20 Uitg. = uitgezonderd
Tabel 5: Vergelijkende tabel winnaars – andere spelers (dames) TORNOOI/TOP Les Petits As Tarbes TOP 200 TOP 100 TOP 20 Europees kamp. TOP 200 TOP 100 TOP 20 BNP Paribas TOP 200 TOP 100 TOP 20
Winnaars
Percentages zijn in bijna alle gevallen hoger bij de dames
924
TOP 200
BNP Paribas TOP 200
200, hoewel het de kans verhoogt om later een top 200 te bezetten.
755
TOP 200 TOP 100 Europees kamp.
8
Alle spelers uitg. winnaars
13 8
61,5%
742 95
12,6%
6 4
46,2% 30,8%
58 12
7,8% 1,6%
15 10
66,7%
833 88
10,4%
9 4
60,0% 26,7%
57 9
6,8% 1,1%
12 6
50,0%
637 32
4,9%
4 1
33,3% 8,3%
20 2
3,1% 0,3%
Uitg. = uitgezonderd
dan
bij
de
heren.
Hieruit
kan
men
concluderen dat de relatie tussen junior- en senior prestaties groter is bij de dames dan bij de heren.
Senior top 20 spelers Aangezien de drie geselecteerde jeugdtornooien voor 14-jarigen slechts een snapshot zijn uit de carrière van atleten, zal in dit deel ook rekening gehouden worden met ITF rankings op
junior
niveau. Deze rankings geven een beeld van de prestaties van jongeren tussen 14 en 18 jaar. In tegenstelling tot de vorige bottom up analyses, zullen we in dit deel een top down analyse doen. We gaan na hoe senior ATP en WTA top 20 spelers
Uit tabel 4 en 5 blijkt dat de percentages voor
vanaf het jaar 2000 presteerden op jonge leeftijd.
winnaars van jeugdtornooien vijf keer hoger
Bij de heren waren er tussen 2000 en 2008, 68 ATP
liggen
jeugd-
top 20 spelers. Bij de dames waren er tussen 2000
tornooispelers. Bij de heren bereikte 35 tot
en 2007, 68 WTA top 20 speelsters. We gingen na
50% van de winnaars de top 200 en 14 tot
hoeveel van deze spelers deelnam één van de
25% de top 20. Bij de dames is dit voor de top
geselecteerde jeugdtornooien en aanwezig was in de
200, 50 tot 66% van de winnaars en voor de
junior ITF top 200. Daarnaast gingen we ook hun
top 20, 8 tot 31%. Een percentage van 50%
leeftijd na waarop ze in de ITF top en ATP of WTA
winnaars dat de top 200 behaalde is vrij hoog
top konden doordringen. Tabel 6 geeft een overzicht
in vergelijking met andere percentages, maar
van de prestaties van ATP en WTA top 20 spelers op
het blijft nog steeds maar één kans op twee
14 tot 18-jarige leeftijd.
in
vergelijking
met
andere
om “maar” de top 200 te halen. Het winnen van één van de geselecteerde jeugdtornooien is dus geen garantie voor later succes in de top
Tabel 6: Prestaties van ATP/WTA top 20 spelers op jonge leeftijd
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
LFT (jaar) 14 j.
HEREN n %
Prestatie Aantal senior top 20 spelers vanaf 2000 Deelname tornooi (Tarbes, EU, BNP) “Snelle verliezers” 1/2 en 1/4 finalisten Winnaars & finalisten ITF top 200
15 j.
16 j.
17 j.
Alle lft
68
100%
60
100%
29
42,6%
17
28,3%
15
22,1%
5
8,3%
4
5,9%
4
6,7%
10
14,7%
8
13,3%
1
1,5%
10
16,7%
ITF top 100
-
-
8
13,3%
ITF top 50
-
-
4
6,7%
ATP/WTA top 200
-
-
1
1,7%
ITF top 200
9
13,2%
26
43,3%
ITF top 100
4
5,9%
23
38,3%
ITF top 50
1
1,5%
17
28,3%
ATP/WTA top 200
-
-
4
6,7%
ITF top 200
28
41,2%
29
48,3%
ITF top 100
22
32,4%
23
38,3%
ITF top 50
13
19,1%
17
28,3%
ITF top 20
8
11,8%
8
13,3%
ATP/WTA top 200
2
2,9%
11
18,3%
ATP/WTA top 100
-
-
10
16,7%
ATP/WTA top 50
-
-
8
13,3%
ATP/WTA top 20
-
-
3
5,0%
ITF top 200
35
51,5%
16
26,7%
ITF top 100
31
45,6%
13
21,7%
ITF top 50
24
35,3%
9
15,0%
ITF top 20
17
25,0%
4
6,7%
ATP/WTA top 200
5
7,4%
35
58,3%
ATP/WTA top 100
3
4,4%
20
33,3%
ATP/WTA top 50
1
1,5%
16
26,7%
ATP/WTA top 20 18 j.
DAMES n %
-
-
11
18,3%
ITF top 200
30
44,1%
6
10,0%
ITF top 100
25
36,8%
6
10,0%
ITF top 50
20
29,4%
3
5,0%
ITF top 20
17
25,0%
2
3,3%
ATP/WTA top 200
18
26,5%
41
68,3%
ATP/WTA top 100
9
13,2%
33
55,0%
ATP/WTA top 50
2
2?9%
23
38,3%
ATP/WTA top 20 ITF top 200 ITF top 100 ITF top 50 ITF top 20
52 45 38 30
76,5% 66,2% 55,9% 44,1%
15 49 45 36 24
25,0% 81,6% 75,0% 60,0% 40,0%
Zoals blijkt uit tabel 6, nam bij de heren 42,9% van de ATP top 20 spelers deel aan één van de geselecteerde jeugdtornooien. Bij de dames was dit 28,3%. Dit bevestigt opnieuw dat het meespelen tornooien
van niet
de
geselecteerde
noodzakelijk
is
om
jeugdlater
succesvol te zijn. Van de mannelijke ATP top 20 spelers bereikte 76,5% als junior de top
9
200 in de ITF ranking. Bij de dames was dit 81,7%. Hoewel deze percentages hoog zijn, kunnen we ze niet
als voorwaarde
stellen
voor later
succes,
aangezien ook ongeveer één vijfde van de spelers nooit in de ITF top 200 voorkwam en toch de top 20 haalde op senior niveau. Ongeveer de helft van de ATP top 20 spelers stond op 17- of 18-jarige leeftijd in de ITF top 200. 26,5% stond op 18 jaar in de ATP top 200 en 13,2% in de ATP top 100. Dames bereikten de ITF top 200 gemiddeld twee jaar vroeger dan heren, namelijk op 15- of 16-jarige leeftijd. Op 17 jaar is het percentage speelsters actief in de ITF top 200 gedaald. Dit kan verklaard worden doordat 58,3% van de dames op 17- jarige leeftijd al in de WTA top 200 stond en 33,3% in de top 100. Op 18-jarige leeftijd is zelfs 63,3% van de speelsters al actief in de WTA top 200 en 55,0% in de WTA top 100. Toptennissers bij de dames staan dus op 15- of 16-jarige leeftijd in de ITF top en zijn op 17- of 18-jarige leeftijd al aanwezig in de WTA ranking. Een hoge ITF ranking op 17- of 18-jarige leeftijd is bij de dames dus “minder waard” dan bij de heren. Uit figuren 1 en 2 leiden we af dat de leeftijd waarop senior top 20 spelers de ITF top 200 en senior top 200, 100, 50 of 20 halen zeer uiteenlopend is. Zowel bij de heren als de vrouwen is er acht jaar verschil tussen de jongste en oudste speler die de top 200 bereikte.
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
speelsters, waarvan 19 speelsters (10,9%) in 2007
25 Aantal spelers (n)
10
20
nog actief waren in de WTA top 200. Deze spelers
15
kunnen, mits goede prestaties, hun ranking nog
10 5 0 14
15 16
17
18
19 20
21
22
23 24
25
26 27
28
29
30 31
32
Leeftijd (jaar) TOP 200 ITF
TOP 200 ATP
verbeteren. Figuur 3 geeft het percentage van de junior top 20 spelers weer dat op senior niveau de
TOP 100 ATP
TOP 50 ATP
TOP 20 ATP
Figuur 1: Leeftijd waarop ATP top 20 spelers (n=68) doordringen tot de ITF top 200, ATP top 200, 100, 50 en 20
ATP/WTA top 200, 100 en 20 bereikt. 100% Dames (n=175) 1988 - 1998
Aantal spelers (%)
25
aantal spelers
20 15 10 5
Heren (n=202) 1988 - 1999
80% 64,6% 65,8% 60%
45,7%43,6% 40% 16,8% 11,4%
20%
0 14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
0%
Leeftijd (jaar) TOP 200 ITF
TOP 200 WTA
TOP 100 WTA
TOP 50 WTA
Top 200
TOP 20 WTA
Top 100
Top 20
Prestatie op senior niveau
Figuur 2: Leeftijd waarop WTA top 20 speelsters (n=60) doordringen tot de ITF top 200, WTA top 200, 100, 50 en 20
Figuur 3: Prestaties op senior niveau van ITF junior top 20 spelers
Er
waarop
Slechts 16,8% (♂) en 11,4% (♀) van de ITF top 20
bepaalde prestaties behaald moeten worden
spelers bereikte ook op senior niveau de top 20.
om later succes te verzekeren. Hierdoor wordt
Deze
het zeer moeilijk om per leeftijdscategorie te
aangezien nog actieve spelers hun ranking kunnen
bepalen welke ranking noodzakelijk is voor
verbeteren. Het percentage ITF top 20 spelers dat
later topsportsucces.
de top 200 op senior niveau bereikte is wel duidelijk
is
dus
geen
duidelijke
leeftijd
percentages
kunnen
nog
licht
stijgen
hoger, namelijk 65,8% bij de heren en 64,6% bij de Junior top 20 spelers
dames. Toch zijn ook deze percentages te laag om
Hoewel uit het vorige deel bleek dat van alle
een ITF top 20 plaats als voorwaarde te stellen om
senior top 20 spelers ongeveer 40% ooit in de
later de top 200 te kunnen behalen. Uit het
ITF top 20 stond, is een top 20 plaats in de ITF
onderzoek kan besloten worden dat niet alleen
ranking zowel bij de dames als bij de heren
aanwezigheid in de ITF top 20 van belang is, maar
geen garantie voor later succes. Bij de heren
dat ook de leeftijd waarop men hier aanwezig was,
waren er tussen 1988 en 1999, 202 ITF top 20
bepalend is voor later succes. Uit figuur 4 blijkt dat
spelers. Hiervan waren in 2008 nog 32 spelers
hoe jonger heren in de ITF top 20 staan, hoe groter
(15,8%) actief in de ATP top 200. Bij de dames
de kans is om op senior niveau ATP top 200, 100 of
waren er tussen 1988 en 1998, 175 ITF top 20
20 te bereiken.
Aantal spelers (%)
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
100%
Discussie en aanbevelingen 84,6%
80%
67,5% 62,5%
61,5%
60%
44,2% 41,1%
40%
Er
0% Top 200
Top 100
Top 20
Senior niveau
16-jarige ITF top 20 spelers bij de heren, hebben op senior niveau meer kans om de top 200 te halen en zullen verder doordringen in deze top in vergelijking met 17- en 18-jarige ITF top 20 spelers. Aantal spelers (%)
vastgesteld
dat
prestaties
op
jeugdtornooien voor 14-jarigen de prestaties op senior
niveau
kunnen
beïnvloeden,
maar
dat
presteren op deze leeftijd niet noodzakelijk is voor
Heren ITF top 20 op 16 jaar of jonger (n=13) Heren ITF top 20 op 17 jaar (n=77) Heren ITF top 20 op 18 jaar (n=112) Figuur 4: Leeftijd waarop spelers in de ITF top 20 staan en hun prestatie op senior niveau (ATP)
60%
werd
30,8% 17,9% 13,0%
20%
80%
11
het behalen van later succes. De correlatie tussen beiden is zeer laag. MacCurdy (2006) geeft in zijn onderzoek
aan
vaardigheden
dat
en
ervaring,
biologische
technische
maturiteit
de
belangrijkste factoren zijn die bepalen wie wint en verliest op jeugdtornooien voor 10- en 12-jarigen. Op 14-jarige leeftijd kan dit ook nog van toepassing
75,0% 64,5%64,9% 58,3%
zijn. MacCurdy (2006) raadt ook aan om geen
64,3% 41,9% 45,9% 39,6%
40% 20%
extreme beslissingen te nemen vóór een leeftijd van
32,1%
10,4% 6,5% 5,4%
0% Top 200
Top 100
Top 20
Senior niveau Dames Dames Dames Dames
ITF ITF ITF ITF
top 20 op 15 jaar of jonger (n=28) top 20 op 16 jaar (n=48) top 20 op 17 jaar (n=62) top 20 op 18 jaar(n=37)
16 jaar, aangezien spelers tussen 14 en 16 jaar nog grote
veranderingen
ondergaan.
Verdergaand
onderzoek met betrekking tot prestaties op 16- en 18-jarige leeftijd en het belang hiervan voor later
Figuur 5: Leeftijd waarop spelers in de ITF top 20 staan en hun prestatie op senior niveau (WTA)
succes op senior niveau is vereist. Daarnaast moet
Uit figuur 5 blijkt dat bij de dames niet zo veel
men
verschil
jeugdtornooien die men in rekening brengt.
is
in
de
verschillende
leeftijds-
ook
kritisch
MacCurdy
zijn
in
en top 100. 15-jarige of jongere ITF top 20
duizenden
speelsters stootten wel het verst door in de
behaalden als junior, maar toch niet doorbreken tot
WTA top. Speelsters die op 15-jarige of jongere
de top als senior. Langs de andere kant zijn er ook
leeftijd de top van de ITF ranking aanvoeren,
zeer veel spelers die niet uitzonderlijk presteerden
hebben tot drie maal meer kans om ook later
als junior en toch later uitblinken als prof. Dit kan
tot de absolute WTA top 20 door te dringen.
na dit onderzoek alleen maar bevestigd worden.
zeer
er
van
Volgens
die
zijn
keuze
categorieën voor het bereiken van de top 200
spelers
(2006)
de
goede
werkelijk resultaten
Bloom (1985) stelde dat er slechts een kleine validiteit is om prestaties op jonge leeftijd te gebruiken
als
standaard
voor
later
succes.
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
12
Statistieken van Bloom (1985) toonden aan dat
waartoe onze geselecteerde tornooien maar een
minder dan 10% van de succesvolle atleten op
kleine bijdrage leveren. Uit hetzelfde onderzoek van
senior niveau, ook op 11- of 12-jarige leeftijd
Unierzyski (2002) bleek dat de correlatie tussen de
beschouwd werd als mogelijke topper. Uit dit
ITF ranking en de ATP ranking 0.76 was. Net zoals
onderzoek bleek dat bij de heren, van de top
Unierzyski (2002) vaststelde in zijn onderzoek,
20 spelers tussen 2000 en 2008 (n=68) toch
konden ook wij afleiden dat het verband tussen ITF
42,4% (n=29) deelnam aan minstens één van
rankings en de ranking op senior niveau groter was
de jeugdtornooien en zelfs 14,7% (n=10) van
dan het verband tussen prestaties op 14-jarige
deze spelers een finaleplaats haalde. Bij de
leeftijd en de senior ranking. Dit sluit ook aan bij de
dames lagen deze percentages iets lager. Dit
theorie van Vaeyens et al. (2007) die stelt dat de
onderzoek toont dus aan dat het percentage
voorspellingsnauwkeurigheid omgekeerd evenredig
succesvolle atleten op senior niveau die ook
is
succesvol waren op junior niveau toch hoger
bedoeld is. Hoe vroeger men dus predicties wil doen
ligt dan 10%. Dit kan aan de interpretatie
over later succes, hoe meer fouten men hierbij zal
liggen van “mogelijke topper” maar kan ook te
maken.
wijten zijn aan de iets oudere leeftijdscategorie
Het retrospectieve onderzoek duidde op de jonge
in vergelijking met het onderzoek van Bloom
leeftijd waarop topprestaties geleverd worden. Dit
(1985). Uit onderzoek van Unierzyski (2002)
ondersteunt het onderzoek van Hecimovich (2004)
bleek dat er voor 14-jarigen een correlatie
en
bestond van 0.47 tussen de junior ranking
specialisatie in sporten als turnen, kunstschaatsen,
(voor 14-jarigen) en de ATP ranking. In dit
tennis
onderzoek bleek echter dat
aangezien
de
correlaties
met
de
tijdsduur
Wiersma
en
(2000)
zwemmen
waarover
dat
aangeeft
steeds
internationale
de
voorspelling
dat
belangrijker
atleten
steeds
vroege
wordt jonger
tussen de best behaalde senior ranking en de
worden. Volgens Côté et al. (2003) moet men in
gemiddelde score op jeugdtornooien of de
sporten waarbij vroege topsportprestaties vereist
beste score op jeugdtornooien, slechts zeer
zijn, ook vroeger met gespecialiseerde training
laag tot laag zijn bij de heren en dames. Deze
starten, aangezien er geen tijd is voor een lange
lagere correlatie kan te wijten zijn aan het feit
periode van algemene training. Balyi (2001) geeft
dat in dit onderzoek slechts de prestaties op
aan dat vroege specialisatie-sporten nood hebben
drie
gebracht
aan een eigen long therm athlete development
Unierzyski
model. In overeenkomst met zijn deliberate practice
rankings,
theorie stelt Ericsson et al. (1993) dat, als training
jeugdtornooien
werden. (2002)
De is
in
correlatie
gebaseerd
rekening volgens op
junior
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
niet
vroeg
onmogelijk
genoeg hun
begint,
late
13
beginners
onderzoek naar het belang van prestaties op oudere
kunnen
leeftijd, namelijk op 16- of 18-jarige leeftijd is
leeftijdsgenoten
inhalen die op jongere leeftijd begonnen zijn
vereist.
met gespecialiseerde training. Dit kan in een vroege specialisatiesport als tennis ook van toepassing zijn. Hoewel uit het voorgaande blijkt dat tennis nood heeft aan vroege specialisatie, moeten we ons bewust zijn van de nadelen die hieraan verbonden zijn. Vroege specialisatie gaat vaak gepaard
met
een
belemmering
van
de
ontwikkeling van motorische vaardigheden en de
sociologische-
en
psychologische
ontwikkeling (Wiersma, 2002), overbelasting (Dalton, 1992) en een grotere kans op drop out (Weiss et al., 1989). Dit wijst erop dat een professionele begeleiding van tennissers tijdens de verschillende ontwikkelingsstadia van groot belang
is,
om
de
nadelen
van
vroege
specialisatie te vermijden. Tennis is een sport die vroege specialisatie vereist. Toch werd uit ons onderzoek duidelijk dat het niet mogelijk is om prestaties op 14jarige leeftijd te gebruiken als goede indicator voor later succes. Indien men dus talenten detecteert op jonge leeftijd op basis van hun prestaties, zullen veel mogelijke topsporters verloren gaan. Met oog op de ontwikkeling van topsportatleten
in
tennis
is
een
brede
trainingsbasis van belang en mogen we niet te vroeg een selectie maken van spelers. Verder
Bronnen Balyi, I. (2001). Sport System building and Long Term Athlete Development in British Columbia. Canada: Sportsmed BC. Bloom, B.S. (1985). Developing Talent in Young People, Ballentine, New York. Côté, J. (1999). The Influence of the Family in the Development of Talent in Sport. The Sport Psychologist, 13, 395-417. Côté, J., Baker, J., & Abernethy, B. (2003). From Play to Practice: A Developmental Framework for the Acquisition of Expertise in Team Sports. In J. Starkes , & K.A. Ericsson (Eds.), Expert Performance in Sports: Advances in Research on Sport Expertise (pp. 89-110). Champaign, IL: Human Kinetics. Dalton, S.E. (1992). Overuse Injuries in Adolescent Athletes. Sports Medicine, 13, 58-70. De Bosscher, V., Truyens, J., & De Knop, P. (2008). De Ontwikkeling van een Vlaamse Topsportindex voor Jeugdkampioenschappen; een Toepassing in Judo. Vakgroep SBMA, Vrije Universiteit Brussel. Ericsson, K.A., Krampe, R. T., & Tesch-Römer, C. (1993). The Role of Deliberate Practice in the Acquisition of Expert Performance. Psychological Review, 100(3), 363-406. Hecimovich, M. (2004). Sport Specialization in Youth: a literature Review. Journal of the American Chiropractic Association. MacCurdy, D. (2006).Talent Identification around the World and Recommendations for the Chinese Tennis Association. Geraadpleegd op 13 april 2009 op http://www.itftennis.com/shared/medialibrary/pdf/o riginal/IO_18455_original.PDF Malina, R.M. (2003). Selection and development of talented young athletes: status, progress, and issues. Presentation at 8th international scientific conference “Sport Kinetics”. Müller, E. (1989). Sport Moter Testing Procedures for Talent Identification in Tennis. Leistungssport, 19,2: 5-9.
VUB – Faculteit LK – Vakgroep Sportbeleid en Management Onderzoek naar het verband tussen prestaties op jonge leeftijd en later succes in tennis
Schönborn, R. (1984). Talent Problems. Tennis Europe Coaches Symposium Marbella. Simon, H.A. & Chase, W.G. (1973). Skill in Chess. American Scientist, 61, 394-403. Stojan, S. (1984). Talent Search and talent selection. Tennis Europe Coaches Symposium Marbelle. Tennis Europe. (2007). Frequently Asked Questions for the Tennis Europe Junior Tour 12, 14 & 16 & Under. Geraadpleegd op 5 mei 2008 op http://www.windmillcup.com/download/faq.pdf Tennis Europe. (2007). Frequently Asked Questions for the Tennis Europe Junior Tour 12, 14 & 16 & Under. Geraadpleegd op 5 mei 2008 op http://www.windmillcup.com/download/faq.pdf Unierzyski, P. (2002). Why some good juniors succeeded and some other did not. Retrospective analysis of players born in 19811983. In Tennis Europe (Ed.) Proceedings of the European Coaches Symposiums (pp. 1-6). Vale do Lobo, Portugal: Tennis Europe. Unierzyski, P. (2005). How to recognise Tennis Talent? Geraadpleegd op 13 april 2009 op http://www.itftennis.com/shared/medialibrary/ pdf/original/IO_17023_original.PDF Vaeyens, R., Lenoir, M., Williams, A.M., & Philippaerts, R. (2008). Talent Identification and Development Programmes in Sport: Current Models and Future Directions. Sports Medicine, 38 (9), 703-714. Weiss, M.R. & Petlichkoff, L.M. (1989). Children‟s Motivation for Participation in and Withdrawal from Sport: Identifying the Missing Links. Pediatric Exercise Science, 1, 195 – 211. Wiersma, L.D. (2000). Risks and Benefits of Youth Sport Specialization: Perspectives and Recommendations. Pediatric Exercise Science, 12, 13-22.
14