EXAMENVERLOOP. Sporttechnische proef Initiator Sportklimmen

EXAMENVERLOOP Sporttechnische proef Initiator Sportklimmen

1

EXAMENVERLOOP Sporttechnische proef Initiator Sportklimmen 1. ALGEMEEN ..................................................................................... 2 2. OMSCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN.................................................... 2 3. VERLOOP VAN DE PROEF .................................................................... 3 ZELFREDDING ................................................................................. 4 THEORIE MATERIAAL EN TECHNIEK ...................................................... 4 STANDPLAATS ................................................................................ 6 MOULINETTE (TOPROPE) .................................................................... 6 KNOPEN........................................................................................ 7 TOUWCOMMANDO’S ........................................................................ 10 TAKEL ......................................................................................... 11 TOUWVERLENGING.......................................................................... 12 OMBOUWEN STANDPLAATS TOT AFDALEN .............................................. 13 AFDALEN ..................................................................................... 13 KLIMNIVEAU ................................................................................. 14 TE KLIMMEN ROUTES ...................................................................... 15 4. BEOORDELING ............................................................................... 16

Examenverloop GTE Initiator Sportklimmen - Editie 2012

2

1. ALGEMEEN Bij het begin van het examen overhandigt elke deelnemer een lijst van 30 klimroutes voorgeklommen, op minimum 3 verschillende rotsmassieven, waarvan minimum 5 routes van niveau 5b of hoger. Te vermelden in het palmares: - naam en plaats van het rotsmassief. - naam en moeilijkheidsgraad van de route. Om aan het examen te kunnen deelnemen, moet elke deelnemer minimum in het bezit zijn van volgend CE gekeurde persoonlijke uitrusting: - een enkel klimtouw (min. 60 meter) (De onderdelen worden afgenomen met een enkel touw). - gordel. - 10 zekeringssetjes. - 4 HMS schroefmusketons, waarvan maximaal 1 safebiner. - een zekerings(afdaal)toestel. - een kort en lang lint. - 2 korte hulptouwtjes (+/- 1.5 m) en 1 lang (+/- 4 m) hulptouw. - klimhelm. - lidkaart federatie of student L.O. De deelnemer dient minimum 16 jaar te zijn op de dag van de proef. Bij het slagen in de proef krijgt de deelnemer een brevet dat maximaal twee jaar geldig is op datum.

2. OMSCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN In de uitvoering spreken we steeds over klemknoop of fixatieknoop. De deelnemer mag vrij kiezen welke knoop hij gebruikt in zijn uitvoering, doch de knoop moet deel uitmaken van onderstaande lijst: Klemknoop met gesloten lus Machard Prusik Franse strop

Klemknoop met enkel touw Gestoken prusik Valdotain

Fixatieknoop Alpine slipsteek Wasserklang

Indien er meerdere uitvoeringen worden vermeld per proef heeft de deelnemer de keuze welke hij toepast. Indien de volgorde van de punten kan gewisseld worden staat dit ook specifiek vermeld. Voor de uitvoering van de takel, touwverlenging en zelfredding worden (mechanische) zelfblokkerende toestellen niet toegelaten, enkel hulptouw. Voor afdalen en zekeren van de voorklimmer worden (mechanische) zelfblokkerende toestellen (type Grigri, SUM,…) niet toegelaten, voor afdalen enkel hulptouw als veiligheid (Toestellen genre Reverso, ATC guide worden wel toegelaten voor het afdalen en zekeren van de voorklimmer). Bij het uitvoeren van de proeven dient al het nodige materiaal aan de klimgordel te hangen. Wanneer gewerkt wordt met de halve mastworp is gebruik van een safebiner mogelijk. De opsomming van de D scores is niet gegarandeerd volledig.

Examenverloop GTE Initiator Sportklimmen – Editie 2012

3

3. VERLOOP VAN DE PROEF TIMING 10u00 Ontvangst deelnemers (palmares) – welkomstwoord - briefing deelnemers dagindeling - Controle materiaal. 10u15 Start blokken 1 tot 3. BESCHRIJVING BLOKKEN Blok 1: Zelfredding – Theorie. Blok 2: Standopbouw - Ombouw moulinette (toprope) – Knopen. Blok 3: Zekeren naklimmer – Takel – Touwverlenging - Ombouw stand naar afdalen – Afdalen. Blok 4: Voorklimmen – Niveau – Zekeren voorklimmer – Moulinette (toprope) laten zakken (zonder ombouw). -

De Blokken 1 tot 3 starten onmiddellijk, Blok 4 opent zo snel mogelijk. Bij slecht weer gaat 1 examinator (blok 1 of 2) onmiddellijk met de helft van de deelnemers naar de zaal, de andere deelnemers gaan naar de zaal zodra ze klaar zijn met blokken 1, 2 en 3 (ook de herkansing indien van toepassing).

DETAILOMSCHRIJVING Blok 1: - De deelnemer klimt op het vrij hangend stuk touw een vijftal meter omhoog en de examinator laat hem dan terug zakken. -

Nu trekt hij zijn theorievragen, krijgt even tijd om deze op papier voor te bereiden en legt dan zijn theorie mondeling af.

Blok 2: - De deelnemer bindt zich in om voor te klimmen, hij bouwt een stand op met krachtendriehoek of seriezekering met bandlus of eigen touw, maakt een zelfzekering met het eigen touw, hij maakt de zekering van de naklimmer klaar. (touwcommando’s niet vergeten). - De deelnemer komt aan op de moulinettestand, maakt zelfzekering en bouwt om naar moulinette. - Hij legt de nog niet gebruikte knopen op vraag van de examinator. Blok 3: - De deelnemer bouwt zelf de beginpositie op (stand maken en het zekeren van de naklimmer op centrale karabiner): op de door de examinator aangeduide plaats, hij zekert de naklimmer ong. 5m, de naklimmer gaat hangen. Als de deelnemer klaar is geeft de examinator het startsein voor de takel. - De examinator bouwt samen met de deelnemer om van takel naar touwverlenging en als de deelnemer klaar is om de touwverlenging te starten geeft de examinator het startsein. - Als de naklimmer op de grond staat gaat de deelnemer zijn stand (die hij nog steeds heeft) ombouwen voor afdalen in rappel op de door de examinator aangeduide plaats en daalt hij af. Blok 4: deze proef gebeurt op de voorziene examenroutes, de klimmer klimt zijn route en keert terug in toprope (hij laat een veiligheidsmusketon achter op de stand), op deze manier hoeft er niet omgebouwd te worden en kan alles van beneden geëxamineerd worden.


4

ZELFREDDING De uitvoering gebeurt met hulp van 2 hulptouwtjes en gebruik van één of meerdere toegestane klemknopen waarbij de veiligheidsklemknoop zich bevindt boven de klemknoop van de voetsteun. D SCORES = - veiligheidsklemknoop werkt niet, geen volledige blokkering wanneer het systeem in werking treedt. - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt.

THEORIE MATERIAAL EN TECHNIEK Examen wordt mondeling afgenomen (je krijgt de tijd om even om papier voor te bereiden). Vragen komen uit onderstaande lijst. Als voorbereiding kan je de klimschool handleiding van je federatie raadplegen. 1. Over welke minimumuitrusting moet een beginnend klimmer beschikken om op goed geëquipeerde rotsmassieven te klimmen? 2. Welke verschillende types van klimgordels bestaan er en welke van deze raad je een beginnende sportklimmer aan en waarom? 3. Welke punten verdienen je aandacht bij de aanschaf van een klimtouw? Waarop wijs je een beginner bij de aankoop van een klimtouw? 4. Geef de eigenschappen (voor- en nadelen) van volgende zekeringstoestellen: acht, grigri, halve mastworp, reverso, emmertje. 5. Bespreek de drie verschillende types klimtouwen. 6. Waarom moet een touw elastisch zijn? 7. Wat betekent het als men zegt “de maximale vangstoot van dit touw is 600 daN? 8. Bespreek de verschillende soorten musketons die de examinator je toont. De examinator vraagt naar gebruik, toepassing en eigenschappen. a. ‘Snapper’ of gewone musketon. b. Schroefmusketon - HMS-musketon. c. Twistlock. d. Safebiners of Veiligheidskarabiner met een zelfsluitende vergrendeling. 9. Verklaar waarom de maximale breukkracht in de lengterichting van onderstaande musketon = 22 kN terwijl de impactwaarde van een enkel touw maximaal 12 kN mag zijn en van 1 streng van een dubbel touw = 8 kN?

10. Welke maatregelen, kan je nemen om een val met valfactor 2 te vermijden. 11. Bespreek een aantal situaties waarbij een klimmer gevaarlijk valt, in die zin dat hij ernstige lichamelijke schade kan oplopen. 12. Bespreek een aantal situaties waarbij een klimmer zwaar valt (grote valafstand), maar die weinig risico inhouden op lichamelijke schade. 13. Wat wordt er allemaal gecontroleerd tijdens een partnercheck? 14. Verklaar het begrip “poulie-effect”.


5 15. Vul op de tekening weergegeven valfactor in, en geef de formule.

16. Verklaar de waarden in de tabel hieronder (1ste kolom).

Booster III 9,7 mm • IMPACT WAARDE (Force de Choc – Impact Force) • DIAMETER (Diamètre – Diameter) • AANTAL UIAA VALLEN (Nombre de Chutes UIAA – Number of UIAA falls) • DYNAMISCH REKPERCENTAGE (Allongement Dynamique – Dynamic Elongation) • DE REK VAN HET TOUW BIJ 80kg (Allongement sous 80kg – Elongation under 80kg) • MANTEL VERSCHUIVING (Glissement de la Gaine – Sheath Slippage) • GEWICHT PER METER (Poids au metre – Weight per meter) • MATERIE (Matière – Material)


Performances 7.30 kN

UIAA Norm Euro Norm ≤ 12 kN

9,7 mm 9 38 % 9,7 % 0 mm 63 g Polyamide (PA)

≥5 ≤ 40 % ≤ 10 % ≤ 20 mm / 2m/2m

6

STANDPLAATS De standplaats bestaat uit een centraal punt verbonden met 2 vaste punten: krachtendriehoek met knoop/knopen of seriezekering. (Het centrale punt van een standplaats is het punt waarin je zowel de zelfzekering als de zekering van de klimmer hangt. Ze kan gevormd worden door de ring of het oog van een haak. Maar meestal is het centrale punt een beveiligde karabiner. Bij een standplaats met twee boorhaken hang je deze centrale karabiner in de onderste haak en hang je er ook nog de verbinding met de tweede haak in. Het is daarom praktisch om als centraal punt een HMS karabiner te gebruiken, die biedt genoeg plaats. )

Aandachtpunten bij de installatie van een standplaats: - zelfzekering op de standplaats gebeurt met het klimtouw zelf. - het zekeren van de naklimmer gebeurt rechtstreeks op de standplaats met een halve mastworp in een HMS schroefmusketon (eventueel safebiner). - touwcommando “stand” of “relais” wordt pas gegeven als de stand volledig is afgewerkt, zo ook de back-up tegen het uitbreken van één van de vaste punten. D SCORES = - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - “relais” roepen voordat de stand compleet is (met back-up tegen uitbreken van een vast punt). - bij seriezekering, touw of bandsling niet voldoende opgespannen. MOULINETTE (toprope) Deze ombouw gebeurt op één van de volgende wijzen: Indien de haken voldoende groot zijn: 1) voorklimmer maakt een zelfzekering aan de relais (leeflijn: bandsling en schroefmusketon, stuk klimtouw en schroefmusketon,…). 2) touw dubbel door de haken steken en hierin een achtknoop leggen die men met een schroefmusketon aan de inbindlus in de gordel bevestigd. 3) zich korter bij de stand trekken, blok vragen aan de naklimmer en de leeflijn losmaken. 4) de originele inbindknoop losmaken. 5) afdalen.

(de volgorde van handeling 3. en 4. mag verwisseld worden).

Indien de haken te klein zijn in diameter: 1) voorklimmer maakt een zelfzekering aan de relais (leeflijn: bandsling en schroefmusketon, stuk klimtouw en schroefmusketon,…). 2) het touw enkele meters ophalen en een achtknoop leggen die men met een schroefmusketon aan de inbindlus van de gordel bevestigt. 3) de originele inbindknoop losmaken, het touw enkel door de haak steken en terug inbinden in de gordel. 4) de achtknoop in de schroefmusketon aan de inbindlus losmaken. 5) zich korter bij de stand trekken, blok vragen aan de naklimmer en de leeflijn losmaken. 6) afdalen. D SCORES = - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - zekeraar heeft geen aandacht voor het gevaar van moulinette bij het laten zakken van de voorklimmer. - voorklimmer gebruikt foutieve terminologie bij het boven komen (stand/relais).


7 KNOPEN Leg knopen altijd netjes, leg de strengen parallel. Zorg dat de touweindjes lang genoeg zijn (± 10% v/d diameter). Trek een knoop goed aan door elke streng apart aan te trekken. De te kennen knopen zijn: - achtknoop - gestoken achtknoop - halve mastworp - mastworp - zaksteek - geweven zaksteek - vissersknoop - dubbele vissersknoop - paalsteek (met dubbele stopknoop) - ankersteek - één klemknoop met gesloten lus (prusik, machard of Franse strop) - één klemknoop met een enkel touw (gestoken prusik of valdotain) (met dubbele stopknoop) - één fixatieknoop (alpine slipsteek of wasserklang) Alle knopen moeten correct worden gedemonstreerd, met dubbele stopknoop indien vereist, in de juiste soort musketon en dichtgeschroefd. Een illustratie van alle knopen vind je hieronder. D scores = - een knoop kan niet correct worden gelegd. Illustratie van de knopen ACHTKNOOP

GESTOKEN ACHTKNOOP

HALVE MASTWORP

MASTWORP


8 ZAKSTEEK

VISSERKNOOP (enkel - dubbel)

PAALSTEEK (met dubbele stopknoop)

ANKERSTEEK

KLEMKNOPEN MET GESLOTEN LUS (lus met vissersknoop of zaksteek) PRUSIKKNOOP

FRANSE STROP


MACHARD

9 KLEMKNOPEN MET ENKEL TOUW (met dubbele stopknoop) PRUSIKKNOOP gestoken

VALDOTAIN

ALPINE SLIPSTEEK

WASSERKLANG

FIXEERKNOPEN


10 TOUWCOMMANDO’S Mou (Touw los)

Wanneer het touw te strak gespannen is en je meer vrij touw wenst

Sec (Strak touw)

Wanneer het touw niet strak genoeg gespannen is en je een strakker touw wenst. De klimmer zit waarschijnlijk in een moeilijke situatie en denkt dat hij misschien zal vallen. De zekeraar dient in te halen en met STRAK TOUW te zekeren.

Bloc (Blok)

Wanneer je in het touw wenst te gaan hangen; bijvoorbeeld bij het weer naar beneden komen na ombouw van moulinette.

Relais (Stand)

Wanneer de stand volledig is afgewerkt, en je als klimmer veilig bent op de standplaats en de de zekeraar de zekeringsketen mag onderbreken.

Cailloux (Stenen)

Wanneer iets naar beneden valt. Meestal een steen die afbreekt, maar kan ook materiaal zijn dat men laat vallen

Corde (Touw)

Wanneer je het klimtouw naar beneden wil gooien bij rappel of als je het doortrekt na moulinette. Hiermee verwittig je de omstanders.

Départ – Départ oké (Vertrek – Vertrek oké) Wanneer de klimmer klaar is om te vertrekken en de zekeraar klaar is om de klimmer te zekeren.


11

TAKEL Dit is de enkelvoudige takel met een teruglooprem. Uitvoering 1 1. Hoofdtouw fixeren met een fixatieknoop. 2. Hulptouwtje op het hoofdtouw bevestigen met behulp van een klemknoop, en fixeren aan het vaste punt. Dit zorgt ervoor dat het touw niet kan terugglijden bij het takelen. 3. Een tweede hulptouw bevestigen met behulp van een klemknoop op het hoofdtouw, zo laag mogelijk. Een musketon aan de lus hangen, en daar het hoofdtouw doorsteken. 4. Maak nu de fixatieknoop van het hoofdtouw los, en haal de halve mastworp uit het touw, zodat het hoofdtouw gewoon door de schroefmusketon loopt. Start het takelen door aan het hoofdtouw te trekken. (de volgorde van handeling 3. en 4. mag verwisseld worden) . 5. Wanneer de takel klemknoop bij de veiligheidsklemknoop komt laat je de kracht weer overgaan op de veiligheidsklemknoop. Schuif de takelklemknoop in de richting van de naklimmer. Je kunt nu de handeling herbeginnen. Uitvoering 2 1. Hoofdtouw fixeren met een fixatieknoop. 2. Maak een veiligheid op het hoofdtouw met een klemknoop. (Verleng eventueel het relaispunt met een

lint, plaats er een schroefmusketon in die je onmiddellijk over het gespannen hoofdtouw klikt).

3. 4.

5. 6.

Plaats het hulptouwtje in de schroefmusketon en maak een klemknoop. Zorg ervoor dat de klemknoop goed aangespannen is zodat hij zich rond het hoofdtouw kan vastzetten. Maak een tweede klemknoop op het gespannen hoofdtouw (in de richting van de naklimmer). Steek er een musketon in en plaats het losse deel van het hoofdtouw in de musketon. Dit is je takelsysteem. Verwijder de musketon uit de lus van de fixatieknoop en maak deze los. Laat de kracht overgaan op de klemknoop. Verwijder de halve mastworp uit de schroefmusketon en verwijder het touw uit deze schroefmusketon. Het touw loopt nu nog enkel door de schroefmusketon van de klemknoop. Door aan het losse hoofdtouw achter de takel klemknoop te trekken zet je het takelsysteem in beweging. Wanneer de takelklemknoop bij de veiligheidsklemknoop komt laat je de kracht weer overgaan op de veiligheidsklemknoop. Schuif de takelklemknoop in de richting van de naklimmer. Je kunt nu de handeling herbeginnen.

Het geheel wordt afgenomen tegen de tijd. Maximale duur is 2’30’ De deelnemer bouwt zelf de beginsituatie op (zekeren van de naklimmer van op de standplaats). Hij bouwt de stand op zoals dit in de gegeven situatie het meest logische is. Startpunt: De gekwetste hangt in het touw gezekerd op HMS safebiner of HMS schroefmusketon dichtgedraaid. De deelnemer zegt dat hij klaar is om te starten. De tijd start op het teken van de examinator. Eindpunt: Na de eerste volledige takelbeweging, dus bij het begin van de tweede takelbeweging. D SCORES = - veiligheidsklemknoop werkt niet, geen volledige blokkering wanneer het systeem in werking treedt. - fixatieknoop niet extra beveiligd tijdens het ombouwen. - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - halve mastworp is niet verwijderd. - takel uitgevoerd niet binnen de tijdslimiet (2’30’’).


12

TOUWVERLENGING De examinator helpt bij de ombouw van takel naar touwverlenging. De examinator legt een knoop (zaksteek) in het touw als simulatie van de verbinding van de twee touwen. Uitvoering 1 1. Stoppen met laten zakken, en het touw fixeren. 2. Hulptouwtje op het hoofdtouw bevestigen met behulp van een klemknoop met enkel touw, het andere uiteinde aan de verankering fixeren d.m.v. een halve mastworp, geblokkeerd met een fixatieknoop. 3. De eerste fixatieknoop van het hoofdtouw losmaken, en de belasting op het hulptouwtje overbrengen door het touw te laten vieren. Het is toegelaten de klemknoop te laten doorschuiven om de meest gunstige werkafstand te hebben. 4. Verlengde touw na de knoop in de rem leggen en met een tweede fixatieknoop blokkeren. 5. Fixatieknoop van het hulptouwtje losmaken en laten vieren, totdat de belasting weer op het hoofdtouw rust. Het hulptouw mag verwijderd worden. 6. Losmaken van de fixatieknoop van het verlengde touw, en het neerlaten kan worden voortgezet. Uitvoering 2 1.

Laat de gekwetste zakken tot je het touw tussen de halve mastworp en de verbindingsknoop nog kunt fixeren met fixatieknoop. Beveilig deze fixatieknoop. Je hebt nu je beide handen vrij om te werken (stelling 1). 2. Plaats een tweede schroefmusketon op de standplaats en maak hierin een halve mastworp met beveiligde fixatieknoop. Je doet dit met het touw net na de verbindingsknoop en zo kort mogelijk bij deze verbindingsknoop. Je hebt zo een nieuwe afdaalstelling gebouwd waarop je straks de gekwetste kunt laten zakken (stelling 2). 3. Installeer nu een systeem om van de ene afdaalstelling naar de andere over te gaan. Je doet dit door een lang hulptouwtje met een klemknoop met enkel touw te bevestigen op het gespannen hoofdtouw en dit in de richting van de gekwetste. Schuif de klemknoop tot tegen de halve mastworp en maak de rest van het hulptouwtje met een halve mastworp en fixatieknoop vast aan een derde schroefmusketon op de standplaats. Beveilig de fixatieknoop (stelling 3).

(de volgorde van handeling 2. en 3. mag verwisseld worden).

4. Maak de fixatieknoop van stelling 1 los en laat touw doorschuiven zodat de kracht overgaat op het hulptouwtje van stelling 3. Verwijder de halve mastworp van stelling 1 en haal het touw uit de schroefmusketon. 5. Maak de fixatieknoop van stelling 3 los en laat het hulptouwtje doorschuiven zodat de kracht overgaat op de knopen van stelling 2. Verwijder de halve mastworp van stelling 3 en haal het touw uit de schroefmusketon. Verwijder indien mogelijk de klemknoop en zo ook het hulptouw van het hoofdtouw. 6. Maak de fixatieknoop van stelling 2 los en laat de gekwetste verder zakken. Maximale duur is 3’ Startpunt: Eindpunt:

De gekwetste hangt in touw gezekerd op HMS. De deelnemer zegt dat hij klaar is om te starten. De tijd start op het teken van de examinator. Wanneer de knoop voorbij de zekering is, het nieuwe touw belast en al het materiaal is gerecupereerd (indien mogelijk ook het lang hulptouw).

D SCORES = - touwverlenging uitgevoerd niet binnen de tijdslimiet (3’). - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - klemknoop werkt niet, geen volledige blokkering wanneer het systeem in werking treedt. - fixatieknoop niet extra beveiligd tijdens het ombouwen.


13

OMBOUWEN STANDPLAATS TOT AFDALEN Aandachtspunten bij het ombouwen van de standplaats tot afdalen: - zelfzekering op de stand gebeurt met een leeflijn (bandsling en schroefmusketon, stuk klimtouw en schroefmusketon, …). - correcte installatie van het rappeltouw: het touw moet vanuit de vorige situatie volledig gerecupereerd worden en correct geïnstalleerd worden op de plaats die door de examinator wordt aangeduid voor deze rappelinstallatie (correcte verankering, kno(o)p(en) in touwuiteinden indien men niet zeker is dat de touweinden de grond raken, uitgooien/klaarhangen touwen). D SCORES = - veiligheidsmusketons niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - onveilige overgang (kan onder meer zijn: de zelfzekering op het rappeltouw niet testen alvorens de leeflijn los te maken, geen zelfzekering wanneer van de ene standplaats naar de andere gegaan wordt,…). AFDALEN Aandachtspunten bij het afdalen: - correcte zelfzekering (klemknoop bevestigd aan het inbindpunt van de klimgordel, onder of boven het afdaalapparaat, zelfzekering is niet toegelaten aan de beenlus). - correct gedrag tijdens afdalen (touwverloop, afdaalsnelheid, recuperatie touw …). D SCORES -

klemknoop werkt niet, geen volledige blokkering wanneer het systeem in werking treedt. veiligheidsmusketon niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. onveilige overgang van zelfzekering met leeflijn naar zekering op touw via klemknoop (test). afstand tussen klemknoop en afdaaltoestel te klein, werking klemknoop niet mogelijk.


14

KLIMNIVEAU De klimmer bindt zich in met een gestoken achtknoop. De klimmer moet aantonen dat hij/zij de basishoudingen (driepuntsregel, optimale positionering van het lichaamszwaartepunt, statisch als dynamisch) van het klimmen beheerst, door het voorklimmen van een route met moeilijkheidsniveau 5b (op rots, buiten) of bij slecht weer 5c (in zaal, binnen). Bij het voorklimmen wordt gelet op: - correct inpikken setjes (correct touwverloop en vermijden torsie van de bandsling) - correct hangen tussenzekeringen (afhankelijk van routeverloop) - partnercheck - correcte touwcommando’s D SCORES klimmer = - haak voorbij klimmen wanneer een grondval mogelijk is. - haak of setje gebruiken als greep of steun bij het klimmen. ZEKEREN VOORKLIMMER Bij het zekeren wordt gelet op: - ‘spotten’ en dynamisch zekeren. - voorbereiden van het touw (touwzak mag enkel als matje gebruikt worden). - aandacht voor het vermijden touwspaghetti en voor het touwuiteinde. - correcte zekeringstechniek. - partnercheck. - correcte touwcommando’s (communicatie). D SCORES zekeraar = - veiligheidsmusketon van het zekeringstoestel niet dichtgedraaid wanneer het systeem in werking treedt. - onveilig zekeren (bvb: touwen boven het toestel samennemen, touw met twee vingers vasthouden,…). - geen knoop in het einde touw of einde touw niet ingebonden.


15

Te klimmen routes Outdoor: De klimmers trekken drie routes. Twee van de drie routes dienen ze succesvol voor te klimmen. Marche-Les-Dames Le Chimi (blauw) Le Gamin (rood) Le Crombez L’Oostrom Le Chameau Gargamelle (groen) Maurice est de retour

5B 5B 5B 5B 5B 5B 5B

Durnal Prise Taillée Trou Foré Surplomb Malaise Orval Art-choc

5B+ 5B+ 5C 5C 5B+

Yvoir (Paradou) Ma première dalle Court et efficace Le pilier provocant Les convulsions atroces L’aiglon (L1)

5B 5B 5B 5C 5B

(crombez massief) (crombez massief) (crombez massief) (crombez massief) (crombez massief) (refuge massief) (refuge massief)

(la (la (la (la (la

deuxième niveau) deuxième niveau) deuxième niveau) deuxième niveau) dalle impériale)

Indoor : De hoofdexaminator selecteert 3 routes in de klimzaal. Twee van de drie routes dienen succesvol voorgeklommen te worden. Het klimniveau is hier 5c.


16

4. BEOORDELING Per onderdeel wordt elke deelnemer beoordeeld met een A, B, C of D score Quotering A

Oordeel Zeer goed

Verduidelijking De quotering “A” maakt duidelijk dat de deelnemer getoond heeft over meer dan de vereiste competentie te beschikken voor het betreffende onderdeel.

B

Voldoende (en vrijgesteld)

C

Onvoldoende, maar delibereerbaar

De examinator geeft de quotering “B” wanneer hij van oordeel is dat de deelnemer de vereiste competentie bezit. Deze quotering “B” komt niet automatisch overeen met het beheersen van de helft van de leerstof of het correct beantwoorden van de helft van de vragen. De examinator geeft de quotering “C” wanneer hij van oordeel is dat de deelnemer niet beschikt over de vereiste competentie maar dat dit tekort, volgens de vooropgestelde deliberatiecriteria, gedelibereerd kan worden. Elke “C” dient besproken te worden tijdens de deliberatie.

D

Onvoldoende en niet delibereerbaar*

De examinator geeft de quotering “D” wanneer hij van oordeel is dat de deelnemer niet beschikt over de vereiste competentie én dat dit tekort zo duidelijk is dat de deelnemer onder geen beding als geslaagd kan beoordeeld worden. Dit tekort is dus niet delibereerbaar.* D scores worden toegekend aan (zware) fouten tegen de veiligheid en wanneer een proef niet wordt uitgevoerd zoals voorgeschreven.

BELANGRIJK : indien een kandidaat een D score behaald moet hem dit onmiddellijk – zodra het veilig kan - gezegd worden! * Bij één D score op de takel en/of touwverlenging die te wijten is aan het overschrijden van de tijd is er maximaal één herkansing mogelijk. De kandidaat krijgt nog één kans om de proef tot een goed resultaat te volbrengen en dit nadat alle proeven zijn volbracht en voor de deliberatie.

Dit examenverloop is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen beide Vlaamse federaties, Natuursportvrienden en Klim en Bergsport Federatie, Hoge Scholen en Universiteiten en VTS


EXAMENVERLOOP. Sporttechnische proef Initiator Sportklimmen

Recommend Documents