Evaluatierapport opleidingsniveau Aspirant-Initiator (2009-2014)
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Inhoudstafel Deel 1: Evaluatierapport ....................................................................................................... 5 HOOFDSTUK 1 : Inleiding ..................................................................................................... 7 HOOFDSTUK 2 : Kwantitatieve analyse ............................................................................. 11 2.1. Onderzoeksvragen .................................................................................................. 11 2.2. Methodologie ........................................................................................................... 12 2.3. Resultaten ................................................................................................................ 15 2.3.1. Cursusorganisaties Aspirant-Initiator ................................................................................ 15 2.3.2. Geattesteerden Aspirant-Initiator ..................................................................................... 25 2.3.3. Effect op de Initiatoropleiding .......................................................................................... 29 2.3.3.1. Instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding .............................. 29 2.3.3.2. Doorstroom van Aspirant-Initiator naar Initiator .................................................... 30 2.3.3.3. Uitstroom: Slaagpercentages Initiatoropleiding .................................................... 35 2.3.3.4. Uitstroom: Effect van invoer opleiding Aspirant-Initiator op aantal Initiators .. 38 2.3.3.5. Overzichtstabel met kengetallen Aspirant-Initiator ............................................... 39 HOOFDSTUK 3 : Kwalitatieve analyse ............................................................................... 41 3.1. Onderzoeksvragen .................................................................................................. 41 3.2. Methodologie ........................................................................................................... 43 3.2.1. Directeurs Sportkaderopleiding en Sporttechnische Coördinatoren .......................... 43 3.2.2. Docenten ................................................................................................................................ 44 3.2.3. Cursisten ................................................................................................................................. 45 3.2.4. VTS-secretariaat (Afdeling Sportkaderopleiding, Bloso) ............................................. 45 3.3. Resultaten ................................................................................................................ 46 3.3.1. Evaluatie Directeurs Sportkaderopleiding en Sporttechnische Coördinatoren ......... 46 3.3.1.1. Opstap naar de Initiatoropleiding of eindpunt?.................................................... 46 3.3.1.2. Concurrentie voor de Initiatoropleiding? ................................................................. 46 3.3.1.3. Evaluatieprocedure en vrijstellingen......................................................................... 46 3.3.1.4. Organisatievorm .......................................................................................................... 47 3.3.1.5. Cursustekst ..................................................................................................................... 47 3.3.1.6. Geven de meeste Aspirant-Initiators zelfstandig les/training? ........................... 47 3.3.1.7. Opleiding Aspirant-Initiator behouden in de huidige vorm? ............................... 47 3.3.1.8. Benaming ‘Aspirant-Initiator’ ...................................................................................... 48 3.3.1.9. Meerwaarde op het terrein? ..................................................................................... 48 3.3.1.10. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? ........................................... 48 3.3.2. Evaluatie Docenten............................................................................................................... 49 3.3.2.1. Peiling naar kennis omtrent de opleiding Aspirant-Initiator ................................ 49 3.3.2.2. Ondersteuning door de DSKO .................................................................................. 49 3.3.2.3. Evaluatieprocedure ...................................................................................................... 50 3.3.2.4. Organisatievorm .......................................................................................................... 50 3.3.2.5. Meerwaarde op het terrein? ..................................................................................... 50 3.3.2.6. Inhoud van de opleiding ............................................................................................. 51 3.3.2.7. Benaming ‘Aspirant-Initiator’ ...................................................................................... 51 3.3.2.8. Geven de meeste Aspirant-Initiators zelfstandig les/training? ........................... 51 3.3.2.9. Behalen cursisten de beoogde vaardigheden? ...................................................... 52 3.3.2.10. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? ........................................... 53 3.3.3. Evaluatie Cursisten ............................................................................................................... 54 3.3.3.1. Voldoet de opleiding Aspirant-Initiator aan de verwachtingen van de cursisten? ....................................................................................................................................... 54 3
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.3.2. Bekwaamheid om te fungeren als zelfstandig versus hulplesgever/trainer? ... 54 3.3.3.3. Activiteit als lesgever/trainer en bijdrage van de opleiding hierin? ................. 55 3.3.3.4. Motivatie om de opleiding Aspirant-Initiator te volgen?...................................... 56 3.3.3.5. Opleiding Aspirant-Initiator als eindpunt? .............................................................. 56 3.3.3.6. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? ............................................. 57 3.3.4. Evaluatie VTS-secretariaat ................................................................................................. 58 3.3.4.1. Wat zijn de sterke punten van de opleiding Aspirant-Initiator?......................... 58 3.3.4.2. Wat zijn de zwakke punten van de opleiding Aspirant-Initiator?...................... 58 3.3.4.3. Wat zijn de mogelijke opportuniteiten van de opleiding Aspirant-Initiator? ... 59 3.3.4.4. Wat zijn de potentiële bedreigingen van de opleiding Aspirant-Initiator? ..... 59 HOOFDSTUK 4 : Feedback DSKO’s/STC’s m.b.t. de kwantitatieve/kwalitatieve analyse .. 61 HOOFDSTUK 5 : Discussie en beleidsaanbevelingen ......................................................... 71
4
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Deel 1: Evaluatierapport
5
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
6
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
HOOFDSTUK 1 :
Inleiding
Op de Stuurgroep VTS van 17 oktober 2008 werd de invoer van het instapniveau AspirantInitiator (niveau 0) formeel goedgekeurd. Volgende argumentatie lag destijds aan de basis: “Enerzijds is er bij een aantal sporten nood aan helpers tijdens de trainingen en anderzijds wordt door het werkveld (de sportclubs) als reden om niet deel te nemen aan de Initiatorcursus vaak aangebracht dat het instapniveau te hoog is. Het is een feit dat vandaag veel sporttechnisch niet gediplomeerde lesgevers onze jeugd in de clubs en gemeenten begeleiden. Bijkomend zal vandaag de implementatie van het decreet houdende de subsidiëring van de gemeenten voor het ‘Sport voor allen’-beleid de vraag, op lokaal niveau, naar kwaliteitsvolle opgeleide lesgevers en begeleiders in de clubs enorm toenemen. Het is dan ook noodzakelijk en waardevol dat de VTS, als enige erkende opleidingsverstrekker in Vlaanderen, zijn aanbod hierop afstemt. Dit zal tevens een wildgroei van aangeboden opleidingen voorkomen en een effectieve kwaliteitscontrole mogelijk maken.” (Stuurgroep VTS, 6/6/2008). Door het aanbieden van dit facultatieve opleidingsniveau vanaf 16 jaar werd op de vraag van verschillende sportclubs en sportfederaties ingespeeld opdat jongeren een aangepaste cursus konden volgen en op deze manier in contact kwamen met het opleidingsaanbod van de Vlaamse Trainersschool. Deze jeugdige Aspirant-Initiators moesten, steeds onder leiding van een hoger opgeleide aanwezige lesgever, instaan voor het op een veilige en organisatorisch kwaliteitsvolle manier aanbieden van trainingen voor jeugdsporters. In 2013 en 2014 werd de minimumleeftijd om deel te nemen aan de opleiding Aspirant-Initiator binnen de volgende zeven sporttakken verlaagd naar 15 jaar: Badminton, Handbal, Paardrijden, Rolschaatsen, Schermen, Tennis en Volleybal. Er werd duidelijk geopteerd om de opleiding Aspirant-Initiator het ‘0-niveau’ te noemen om de cursisten reeds bij het instappen in deze cursusorganisaties duidelijk te maken dat het een instapniveau (brugniveau) is naar het Initiatorniveau, wat het eerste opleidingsniveau als trainer is. Het grote verschil met een gekwalificeerde Initiator is dat een geattesteerde Aspirant-Initiator onder het directe toezicht van een hoger opgeleide aanwezige trainer werkt, daar waar een Initiator zelfstandig een programma kan uitvoeren dat hem aangereikt is door een hoger opgeleide trainer. De Initiator heeft dus zelf inzicht in het didactisch handelen binnen zijn sporttak, terwijl de Aspirant-Initiator enkel een uitgewerkt basispakket kan aanbieden. De doorstroom naar het niveau Initiator werd tevens aangemoedigd door de opgeleide Aspirant-Initiators vrij te stellen voor een (door de denkcel bepaald) gedeelte van Module 2 (sporttechnische module) van de Initiatoropleiding. De cursusinhoud van de module AspirantInitiator zal op deze manier ook aansluiten op het Initiatorniveau binnen de opleidingsstructuur. Belangrijk is ook dat er gekozen werd om de opleiding Aspirant-Initiator als erkende cursus te laten organiseren door 1) alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende sportfederaties die de betrokken sporttak binnen hun sportfederatie beoefenen en die zetelen in de sporttakspecifieke VTS-denkcel en 2) de gemeentelijke en provinciale sportdiensten en de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Docenten dienen eveneens erkend te zijn/worden door de VTS-denkcel. Op die manier was het mogelijk om de kwaliteit van het aanbod op te volgen.
7
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Om de drempel qua inhoud en belasting van de cursussen Aspirant-Initiator die de Vlaamse Trainersschool aan zou bieden voldoende laag te houden, werden volgende voorschriften vooropgesteld: - Een totale belasting van 16 uren (examen inbegrepen), wat overeenkomt met 2 dagen opleiding, bij voorkeur georganiseerd tijdens een vakantie of een weekend. De tijdspanne waarin deze cursus georganiseerd wordt, mag maximum 1 maand bedragen, zodat de cursisten geïnteresseerd blijven. - Het zwaartepunt van de opleiding ligt bij het ‘organisatorisch en veilig ondersteunen van een training’. Een zo groot mogelijke sporttakspecifieke toepassing van de verschillende aangeboden vakken is aangewezen. - Er werd bewust gekozen om de link naar de praktijk duidelijk te stellen. - Er werd duidelijk gekozen om geen stage in het opleidingsstramien op te nemen omdat de Aspirant-Initiator steeds onder begeleiding werkt van een hoger opgeleide trainer, dus eigenlijk permanent stage loopt tot hij/zij zelf het Initiatordiploma behaalt. - Een herexamen is niet mogelijk, maar herinschrijven kan wel. Een afgeleverd attest kan niet ingetrokken worden, maar de vrijstelling is wel beperkt in tijd tot 2 jaren. - De sporttechnische toelatingsvoorwaarden werden per sporttak bepaald. Het was onmogelijk dit algemeen vast te leggen, maar men diende de basisvormen van de sport sporttechnisch te beheersen. - De opleiding op instapniveau is niet enkel gericht naar de jeugdbegeleiding, maar dit is wel in eerste instantie de doelgroep die beoogd werd. Om diverse redenen kwamen niet alle sporten in aanmerking om een (facultatief) 0-niveau te organiseren. De voornaamste argumenten hiertoe waren de jonge minimumleeftijd, veiligheidsaspecten, de onmogelijkheid om het organisatorisch te implementeren, het te kleine aantal geïnteresseerde deelnemers of het ontbreken van de noodzaak om een dergelijk niveau te voorzien. Sinds de invoer van dit opleidingsniveau zijn binnen 19 sporttakken één of meerdere cursussen Aspirant-Initiator georganiseerd. In tabel 1 wordt de begindatum van de eerste cursusorganisatie per sporttak weergegeven. In september 2014 zijn er hiervan nog 18 opleidingsstramienen actief. Enkel Roeien is in 2013 op non-actief geplaatst. Binnen de sporttakken Wandelen en Squash zijn in het verleden eveneens opleidingsstramienen AspirantInitiator ontwikkeld, maar er hebben nooit cursusorganisaties plaatsgevonden en er zijn dus ook geen geattesteerden. De betreffende opleidingsstramienen zijn gearchiveerd (non-actief). Tabel 1. Begindatum van de eerste cursusorganisatie Aspirant-Initiator binnen de betrokken sporttakken
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien
Eerste cursusorganisatie 28/03/2009 21/02/2009 10/10/2009 26/09/2009 6/04/2010 25/10/2009 12/09/2009 6/02/2009 13/07/2009 16/10/2010
Sporttak Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
Eerste cursusorganisatie 27/03/2010 15/04/2009 4/09/2010 2/11/2009 22/02/2010 29/12/2008 11/02/2009 17/04/2010 25/04/2009
8
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Uit het debat met de sportsector over de professionalisering van de sportkaderopleidingen (Gent, 23/10/2013) bleek de opleiding Aspirant-Initiator naast heel wat pro’s (beter iets dan niets; laagdrempelig; facultatief; stimulans om door te stromen (bv. door vrijstellingen); praktijkgericht; organisatorische opportuniteiten; promotie voor de sport;…) ook over enkele duidelijke contra’s te beschikken (zeer lage doorstromingsgraad, vaak extrinsieke motivatie (bv. omwille van subsidies voor de sportclub in de gemeente), geen diploma, controle op het niet zelfstandig lesgeven is uiterst moeilijk). Een grootschalige en grondige analyse drong zich dan ook op. Met dit evaluatierapport is het de bedoeling om de opleiding Aspirant-Initiator zowel kwantitatief als kwalitatief grondig te evalueren. Door zowel de cijfermatige analyses als de perceptie van de betrokken partners (DSKO’s en STC’s, docenten, cursisten en VTSsecretariaat) over dit facultatieve opleidingsniveau in kaart te brengen, worden bepaalde aanbevelingen naar voor geschoven, die vervolgens verder kunnen worden afgetoetst bij alle belanghebbenden alvorens tot beslissingen over te gaan.
9
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
10
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
HOOFDSTUK 2 :
Kwantitatieve analyse
2.1. Onderzoeksvragen Om de opleiding Aspirant-Initiator cijfermatig te analyseren, worden drie verschillende invalshoeken gehanteerd, zijnde 1) de georganiseerde cursusorganisaties, 2) het aantal geattesteerden, en 3) de relatie met de Initiatoropleiding. Voor wat betreft de cursusorganisaties Aspirant-Initiator stelt zich in eerste instantie de vraag hoeveel opleidingen sinds de invoer van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator in 2009 tot op heden zowel globaal als per sporttak zijn georganiseerd. Is er over de jaren heen een stijgende of dalende trend merkbaar? Hoe ziet de geografische spreiding van cursusorganisaties Aspirant-Initiator eruit in Vlaanderen? Zijn het hoofdzakelijk de sportfederaties of sportdiensten/sportregio’s die cursusorganisaties organiseren? In een tweede invalshoek wordt gefocust op het aantal geattesteerden dat de opleiding Aspirant-Initiator tot dusver heeft voortgebracht. Manifesteert zich, zoals bij de overige opleidingsniveaus binnen de Vlaamse Trainersschool, ook hier een ongelijke verdeling qua geslacht in het voordeel van de mannelijke populatie? Stijgt, stagneert of daalt het jaarlijks aantal geattesteerden doorheen de tijd? Welke leeftijdsgroep(en) bereikt de opleiding Aspirant-Initiator hoofdzakelijk? Welke sporttakspecifieke verschillen manifesteren zich? Hoeveel Masters en Bachelors LO hebben de opleiding Aspirant-Initiator gevolgd? In een derde invalshoek wordt het effect van de opleiding Aspirant-Initiator op de Initiatoropleiding onder de loep genomen. Daarbij wordt achtereenvolgens de instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding, de doorstroom van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator (niveau 0) naar Initiator (niveau 1) en de uitstroom van Initiators met/zonder vooropleiding Aspirant-Initiator geanalyseerd. Wat betreft de instroom stelt zich de vraag hoeveel cursisten vooreerst de opleiding AspirantInitiator voltooien alvorens de Initiatoropleiding aan te vatten. Anders gesteld, hoe populair is de vooropleiding Aspirant-Initiator ten opzichte van de Initiatoropleiding binnen de sporttakken met dergelijke vooropleiding? Bij de doorstroom wordt daarentegen nagegaan hoeveel Aspirant-Initiators de Initiatoropleiding ook effectief voltooid hebben. Een hoge doorstroom werd bij de invoer van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator als één van de centrale doelstellingen vooropgesteld (Stuurgroep VTS, 6/6/2008). De vraag stelt zich ook hoe groot het tijdsinterval is tussen het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator en de Initiatoropleiding. Hoe groot is het aandeel cursisten dat binnen de vooropgestelde termijn van 2 jaar na het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator doorstroomt naar de Initiatoropleiding? Daalt het aantal doorgestroomde cursisten naarmate het tijdsinterval tussen het voltooien van beide opleidingsniveaus groter wordt? Wat is de gemiddelde leeftijd van deze doorgestroomde cursisten bij het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator enerzijds en het voltooien van de Initiatoropleiding anderzijds? Bij de uitstroom gelden twee hypothesen. Enerzijds verwachten we dat cursisten met een vooropleiding Aspirant-Initiator hogere slaagkansen zouden hebben in de Initiatoropleiding dan cursisten zonder dergelijke vooropleiding. Anderzijds is de hypothese dat sporttakken die beschikken over een vooropleiding Aspirant-Initiator een hogere uitstroom aan Initiators zullen hebben vanaf de invoer van dit facultatieve opleidingsniveau in 2009 in vergelijking met sporttakken zonder dit facultatieve opleidingsniveau. Belangrijk is alleszins om steeds nauwkeurig in kaart te brengen waar zich verschillen tussen de verschillende sporttakken situeren. 11
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.2. Methodologie Om een antwoord te kunnen bieden op de gestelde kwantitatieve onderzoeksvragen, werd beroep gedaan op de gegevens uit VOTAS III, de databank van de Vlaamse Trainersschool waarin onder meer alle cursusorganisaties en geattesteerden per opleidingsniveau zijn opgeslagen. De data-analyse met betrekking tot het aantal cursusorganisaties en geattesteerden AspirantInitiator vangt aan met de invoer van de opleiding Aspirant-Initiator in 2009. De allereerste cursusorganisatie Aspirant-Initiator vond echter al plaats op 29 december 2008 in Tielt en dit binnen de sporttak Tennis. In dit evaluatierapport worden deze cursusorganisatie en de 16 betrokken geattesteerden toegevoegd aan het cursusjaar 2009 zodat zinvolle jaarresultaten en vergelijkingen kunnen worden gepresenteerd. Als einddatum werd 18 augustus 2014 genomen. De resultaten voor 2014 dienen daarom te worden genuanceerd aangezien niet alle cursusorganisaties uit 2014 waren afgerond en dus niet alle geattesteerden waren gekend op het moment dat dit evaluatierapport werd voorbereid. Cursusorganisaties die pas na 18 augustus 2014 van start gingen, maar op dat moment wel waren goedgekeurd (N=22), werden uiteraard mee opgenomen in de analyse. Om de resultaten op jaarbasis correcter te kunnen interpreteren, werden grafieken 2 en 7 geüpdatet op 7/11/2014. De geografische spreiding van cursusorganisaties per sporttak werd in kaart gebracht via Google Maps. Ter berekening van de instroom binnen de Initiatoropleiding werden alle cursisten in rekening gebracht die sinds 1/1/2009 gestart zijn met een Initiatoropleiding en deze opleiding op datum 12/9/2014 al dan niet voltooid hebben (opleidingsstatussen ‘voltooid’, ‘gestart’, ‘ingeschreven’ en ‘niet voltooid’). Cursisten die hun inschrijving voor de opleiding annuleerden (status: ‘geannuleerd’) en de (generiek) vrijgestelde cursisten (status: ‘vrijgesteld’) werden uitgesloten in deze berekening. In een laatste stap werd een onderscheid gemaakt tussen cursisten die eerder een vooropleiding Aspirant-Initiator hadden voltooid enerzijds en cursisten die rechtstreeks (zonder vooropleiding) in de Initiatoropleiding instroomden anderzijds. Voor het berekenen van de doorstroom Aspirant-Initiator naar Initiator werd volgende definitie in acht genomen: “het aantal unieke Aspirant-Initiators dat binnen dezelfde sporttak de kwalificatie Initiator behaalt door assimilatie of via een cursus erkend of georganiseerd door de VTS ten opzichte van het totaal aantal mogelijke unieke Aspirant-Initiators dat kan doorstromen”. Om deze doorstromingsgraad per sporttak te bepalen, werden alle gekwalificeerden Aspirant-Initiator en Initiator uit de 19 sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator (en Initiatoropleiding) uit VOTAS III opgelijst. Enkel de cursisten die geslaagd zijn op de opleidingsniveaus (opleidingsstatus: voltooid) werden in rekening gebracht. Cursisten die beide opleidingsniveaus (Aspirant-Initiator en Initiator) voltooiden, worden als ‘doorgestroomd’ beschouwd. Dit aantal wordt vervolgens vergeleken met het totaal aantal gevormde AspirantInitiators (dat mogelijks kon doorstromen). Op die manier bekomt men dan de doorstromingsgraad. Deze methodologie werd tijdens de zesde bijeenkomst van het Overlegplatform ‘Professionalisering Sportkaderopleidingen’ (6 mei 2014) erkend als zijnde valide om een correct beeld weer te geven van de doorstromingsgraad en een objectieve vergelijking tussen sporttakken mogelijk te maken. In een volgende stap werd eveneens berekend wat de gemiddelde leeftijd van de doorgestroomde cursisten is bij het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator enerzijds en de Initiatoropleiding anderzijds. Op basis van deze gegevens werd vervolgens ook het ‘doorstroominterval’, zijnde het tijdsinterval tussen het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator en de Initiatoropleiding, berekend. De gegevens ter berekening hiervan werden op 27 augustus 2014 gedownload uit VOTAS III. Voor wat betreft de uitstroom van Initiators werden twee verschillende invalshoeken gehanteerd. Enerzijds werden de slaagpercentages binnen de Initiatoropleiding berekend voor cursisten zonder vooropleiding Aspirant-Initiator versus cursisten met dergelijke vooropleiding. Ter berekening hiervan werden alle cursisten in rekening gebracht die tussen 12
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
1/1/2009 en 31/12/2013 gestart zijn met een Initiatoropleiding. Op die manier werden lopende Initiatoropleidingen uit 2014, waarbij cursisten dus per definitie nog geen kwalificatie konden behalen, uit de berekening geweerd om een onderschatting van de slaagpercentages te beperken. Ook de cursisten die hun inschrijving voor de opleiding annuleerden (status: ‘geannuleerd’) en de (generiek) vrijgestelde cursisten (status: ‘vrijgesteld’) werden uitgesloten. Aangezien op die manier alle cursisten worden uitgesloten die hun Initiatorkwalificatie behaalden via (generieke) assimilatie, inschaling, EVC- of EVK-procedure en de eigenlijke opleiding dus nooit volgden, voorkomt men een overschatting van de slaagpercentages. Vervolgens werd nagegaan hoeveel cursisten de Initiatoropleiding al dan niet voltooid hadden op datum 12/9/2014. Alleen de cursisten met als opleidingsstatus ‘voltooid’ werden beschouwd als ‘geslaagd’ voor de Initiatoropleiding. Cursisten met de statussen ‘gestart’ en ‘geregistreerd’ werden als ‘niet geslaagd’ beschouwd. In een laatste stap werd een onderscheid gemaakt tussen de cursisten die eerder een vooropleiding Aspirant-Initiator succesvol hadden gevolgd enerzijds en de cursisten die rechtstreeks (zonder vooropleiding) in de Initiatoropleiding instroomden anderzijds. Binnen Gymnastiek en Zeilen, zijnde sporttakken met meerdere Initiatoropleidingen, werden de discipline Algemene Gymnastiek enerzijds en de disciplines CatamaranZeilen, Windsurfen en Zwaardboten geselecteerd aangezien de opleiding Aspirant-Initiator hier op voorbereidt (cf. vrijstellingen). Anderzijds werd voor de uitstroom ook de evolutie van het absolute aantal gevormde Initiators op jaarbasis bekeken. Hiervoor werden uitsluitend alle gediplomeerden Initiator in rekening gebracht die tijdens de periode 1/1/2004 tot en met 31/12/2013 effectief een cursusorganisatie volgden (dus niet via inschaling, (generieke) assimilatie, EVC- of EVKprocedure) en hiervoor slaagden. Aangezien het de bedoeling is om de evolutie inzake gediplomeerden Initiator te vergelijken tussen sporttakken met versus zonder vooropleiding Aspirant-Initiator, werden twee groepen afgebakend. De eerste groep bevat het totaal aantal gediplomeerden Initiator op jaarbasis binnen de 19 sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator, terwijl de tweede groep het totaal aantal gediplomeerden Initiator op jaarbasis binnen de 34 sporttakken zonder een opleiding Aspirant-Initiator bevat. Hoewel binnen de sporttak Voetbal eveneens geen opleiding Aspirant-Initiator aanwezig is, werd deze sporttak uit de resultaten geweerd aangezien zich vanaf 2008 een plotse toename in aantal cursusorganisaties en geattesteerden manifesteerde omwille van de splitsing van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB), de oprichting van de Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV) en de daaruit voortvloeiende incorporatie van de trainersopleidingen Voetbal binnen de VTS. Terwijl in 2007 amper 98 Initiators Voetbal werden gevormd, steeg dit aantal in 2008 exponentieel naar 976. Voetbal werd daarom uit deze resultaten geweerd om de trendlijn niet te beïnvloeden in het voordeel van de sporttakken zonder opleiding AspirantInitiator. Op die manier kon de hypothese worden getoetst dat sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator een hogere uitstroom aan Initiators zullen hebben vanaf 2009 net omwille van de invoer (en het beoogde positieve effect) van dit facultatieve opleidingsniveau. Fictief voorbeeld ter methodologische verduidelijking Als fictief voorbeeld geldt sporttak x met de opleidingsniveaus Aspirant-Initiator en Initiator. Tijdens de periode 2009-2014 werden binnen deze sporttak slechts 2 cursusorganisaties georganiseerd, namelijk een opleiding Aspirant-Initiator in 2011 en een Initiatoropleiding in 2012. In onderstaande tabel 2 wordt een overzicht gegeven van alle cursisten die één van beide opleidingen gevolgd hebben en hier al dan niet voor slaagden (opleidingsstatus: voltooid of niet voltooid). Voor de duidelijkheid werden de cursisten hier niet per naam genoemd, maar werd een unieke code voorzien. Indien eenzelfde code voorkomt binnen zowel de Aspirant-Initiator als Initiatoropleiding betekent dit dat de cursist in kwestie beide cursussen gevolgd heeft (cursisten 001-010). In dit voorbeeld zijn er in totaal 20 cursisten AspirantInitiator, die allen slaagden voor deze opleiding en het attest Aspirant-Initiator behaalden. Binnen de Initiatoropleiding volgden 24 cursisten de opleiding, maar slaagden er uiteindelijk maar 18. In wat volgt, wordt de instroom, doorstroom en uitstroom berekend bij wijze van voorbeeld. 13
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 2. Cursisten en hun opleidingsstatus binnen de cursusorganisaties van sporttak x
Aspirant-Initiator sporttak x (2011): cursisten en opleidingsstatus 001: voltooid 002: voltooid 003: voltooid 004: voltooid 005: voltooid 006: voltooid 007: voltooid 008: voltooid 009: voltooid 010: voltooid 011: voltooid 012: voltooid 013: voltooid 014: voltooid 015: voltooid 016: voltooid 017: voltooid 018: voltooid 019: voltooid 020: voltooid
Initiator sporttak x (2012): cursisten en opleidingsstatus 001: voltooid 002: voltooid 003: voltooid 004: voltooid 005: voltooid 006: voltooid 007: voltooid 008: voltooid 009: niet voltooid 010: niet voltooid 101: voltooid 102: voltooid 103: voltooid 104: voltooid 105: voltooid 106: niet voltooid 107: niet voltooid 108: voltooid 109: voltooid 110: voltooid 111: voltooid 112: niet voltooid 113: niet voltooid 114: voltooid
Berekening instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding Van de 24 cursisten die instroomden in de Initiatoropleiding behaalden 10 deelnemers (001010) voorafgaand het attest Aspirant-Initiator. De instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding bedraagt in dit fictieve voorbeeld dus 42% (10/24). Berekening doorstroom van Aspirant-Initiator naar Initiator In totaal behaalden 20 cursisten het attest Aspirant-Initiator binnen de sporttak x. Hiervan behaalden er uiteindelijk 8 (001-008) de kwalificatie Initiator. De twee andere ingestroomde cursisten (009-010) stroomden wel degelijk in, maar dus niet door aangezien zij de Initiatoropleiding niet voltooiden. De doorstroom bedraagt dus 40% (8/20). Berekening uitstroom op Initiatorniveau (via slaagpercentages) Van de 24 cursisten die een Initiatoropleiding volgden, behaalden uiteindelijk 18 cursisten de kwalificatie Initiator sporttak x, terwijl 6 cursisten (009, 010, 106, 107, 112 en 113) de opleiding niet voltooiden. Het globale slaagpercentage voor deze Initiatoropleiding bedraagt dus 75% (18/24). Het slaagpercentage voor cursisten die voorafgaand de vooropleiding Aspirant-Initiator volgden, bedraagt echter 80% (8/10), terwijl het slaagpercentage voor cursisten zonder vooropleiding 71% (10/14) is.
14
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3. Resultaten 2.3.1. Cursusorganisaties Aspirant-Initiator Uit grafiek 1 blijkt dat er sinds de start van de opleiding Aspirant-Initiator tot op heden in totaal 603 cursusorganisaties effectief hebben plaatsgevonden. De koplopers Tennis (N=185), Atletiek (N=83) en Zwemmen (N=71) organiseerden samen meer dan de helft (56%) van alle cursusorganisaties Aspirant-Initiator. De sporttakken Karate (N=5), Roeien (N=2), Rolschaatsen (N=3), Schermen (N=3) en Taekwondo (N=3) scoren het laagst met een gemiddelde van minder dan 1 cursusorganisatie per jaar. Over alle sporttakken heen werden jaarlijks gemiddeld 103 cursusorganisaties AspirantInitiator georganiseerd (zie grafiek 2). Het hoogtepunt van de opleiding vond plaats in 2010 (N=128) (Grafiek 2 werd geüpdatet op 7/11/2014). De meerderheid (61%) van alle cursusorganisaties werden tot op heden georganiseerd door de sportfederaties (zie grafiek 3). Grafiek 4 toont echter duidelijke sporttakspecifieke verschillen. Binnen de sporttakken Badminton, Gymnastiek, Handbal, Judo, Karate, Paardrijden, Rolschaatsen, Taekwondo, Tafeltennis en Volleybal wordt de overgrote meerderheid van alle cursusorganisaties Aspirant-Initiator namelijk georganiseerd door sportdiensten/sportregio’s. Binnen Atletiek, Ju-jitsu, Korfbal, Roeien, Ropeskipping, Schermen, Tennis en Zeilen is het hoofdzakelijk de betrokken sportfederatie die cursusorganisaties in het leven roept. Wat betreft de geografische spreiding van cursusorganisaties blijkt dat de meeste cursusorganisaties in Antwerpen (N=177) plaatsvonden, gevolgd door een evenredige spreiding in West-Vlaanderen (N=113), Vlaams-Brabant (N=112) en Oost-Vlaanderen (N=110). Limburg (N=86) en Brussel (N=5) vervolledigen de lijst (zie grafiek 5). In onderstaande figuren 1-19 is de geografische spreiding van cursusorganisaties AspirantInitiator per sporttak weergegeven. Elke markering impliceert dat op die locatie minstens één cursusorganisatie heeft plaatsgevonden sinds de start van de opleiding Aspirant-Initiator. Grafiek 1. Aantal cursusorganisaties Aspirant-Initiator per sporttak (2009-2014) 0 Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju‐jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
83 28 42 21 16 17 5 16 24 2 3 12 3 3 13 185 45 14 71 15
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 2. Aantal cursusorganisaties Aspirant-Initiator per jaar (2009-2014)
2014
101
2013
103
2012
91
2011
98
2010
128
2009
94 0
20
40
60
80
100
120
140
Grafiek 3. Aantal cursusorganisaties Aspirant-Initiator per type organisator (2009-2014) 400
372
Aantal cursusorganisaties
350 300 231
250 200 150 100 50 0 Sportfederatie
Sportdienst/Sportregio Organisator
16
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 4. Relatief aantal cursusorganisaties Aspirant-Initiator per type organisator per sporttak (2009-2014) 100% 18%
90%
4%
12% 38%
80%
8%
40%
43%
70% 60% 50%
67% 67% 88%
88%
90% 82%
40%
96% 100%100%
88%
92%
93%
98% 85%
60%
57%
20%
0%
100%
81% 62%
30%
10%
15%
19%
33% 33% 12%
10%
13%
2%
Sportdienst/Sportregio
7%
Sportfederatie
Grafiek 5. Aantal cursusorganisaties Aspirant-Initiator per provincie (2009-2014) 200 180
177
160 140 110
120 100
112
113
86
80 60 40 20
5
0 Antwerpen
Brussel
Limburg
Oost‐Vlaanderen Vlaams‐Brabant West‐Vlaanderen
17
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 1. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Atletiek, 2009-2014 (N=83)
Figuur 2. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Badminton, 2009-2014 (N=28)
Figuur 3. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Gymnastiek, 2009-2014 (N=42)
18
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 4. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Handbal, 2009-2014 (N=21)
Figuur 5. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Judo, 2009-2014 (N=16)
Figuur 6. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Ju-Jitsu, 2009-2014 (N=17)
19
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 7. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Karate, 2009-2014 (N=5)
Figuur 8. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Korfbal, 2009-2014 (N=16)
Figuur 9. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Paardrijden, 2009-2014 (N=24)
20
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 10. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Roeien, 2009-2014 (N=2)
Figuur 11. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Rolschaatsen, 2009-2014 (N=3)
Figuur 12. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Ropeskipping, 2009-2014 (N=12)
21
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 13. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Schermen, 2009-2014 (N=3)
Figuur 14. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Taekwondo, 2009-2014 (N=3)
Figuur 15. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Tafeltennis, 2009-2014 (N=13)
22
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 16. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Tennis, 2009-2014 (N=185)
Figuur 17. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Volleybal, 2009-2014 (N=45)
Figuur 18. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Zeilen, 2009-2014 (N=14)
23
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Figuur 19. Geografische spreiding cursusorganisaties Aspirant-Initiator Zwemmen, 2009-2014 (N=71)
24
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.2. Geattesteerden Aspirant-Initiator Sinds de invoer van de opleiding Aspirant-Initiator zijn er over alle sporttakken heen in totaal 8.182 cursisten die het attest Aspirant-Initiator hebben behaald. Wat betreft de verdeling naar geslacht toe is het, ten aanzien van de overige opleidingsniveaus binnen de Vlaamse Trainersschool, opvallend dat er evenveel vrouwelijke (N=4.103) als mannelijke (N=4.079) cursisten de opleiding hebben voltooid. In grafiek 6 wordt de verdeling van deze geattesteerden weergegeven per sporttak. Naar analogie met het aantal cursusorganisaties zijn het opnieuw de sporttakken Tennis (N=2.214), Atletiek (N=1.315) en Zwemmen (N=857) die samen de meerderheid van de geattesteerden afleveren. Samen met Volleybal (N=788) en Gymnastiek (N=720) staan deze vijf sporttakken zelfs in voor 72% van alle tot nog toe opgeleide Aspirant-Initiators. Jaarlijks voltooiden gemiddeld 1.398 cursisten de opleiding Aspirant-Initiator (zie grafiek 7). Analoog aan het aantal georganiseerde cursusorganisaties blijkt 2010 ook hier het recordjaar te zijn met 1.726 geslaagde cursisten. Het lagere aantal geattesteerden uit 2014 valt (deels) te verklaren door het feit dat nog niet alle cursusorganisaties afgerond waren op het moment dat dit evaluatierapport werd voorbereid (grafiek 7 werd geüpdate op 7/11/2014). Wat betreft het aantal geattesteerden Aspirant-Initiator per leeftijdscategorie blijkt dat deze opleiding in eerste instantie tieners en jonge twintigers bereikt. Uit grafiek 8 komt naar voor dat 78,2% van alle geattesteerden Aspirant-Initiator jonger is dan 26 jaar op het moment van het behalen van het attest. Dit aantal kan procentueel verder worden opgesplitst in de leeftijdscategorieën jonger dan 17 jaar (28,6%), 17-20 jaar (37,1%) en 21-25 jaar (12,5%). Slechts 21,8% van alle geattesteerden is dus ouder dan 25 jaar bij het volgen en voltooien van deze opleiding. Grafiek 9 illustreert dat de gemiddelde leeftijd waarop cursisten het attest Aspirant-Initiator behalen 23 jaar is. Het betreft hier het gewogen gemiddelde over alle sporttakken heen, waarbij rekening werd gehouden met het aantal geattesteerden per sporttak. Verder leert deze grafiek dat er zich opnieuw sterke verschillen per sporttak manifesteren. De sporttakken Ropeskipping, Gymnastiek, Tennis en Zeilen trekken een jong publiek aan (gemiddelde leeftijd van 18-19 jaar), terwijl de sporttakken Atletiek (27j), Ju-jitsu (31j), Karate (32j), Roeien (28j) en Tafeltennis (28j) gemiddeld een wat ouder publiek aantrekken. Van de 9.989 unieke Bachelors/Masters LO die door het VTS-secretariaat gekend zijn, zijn er in totaal 228 geattesteerd als Aspirant-Initiator (zie grafiek 10). Voor de Bachelors LO komt dit neer op een attesteringsgraad van 3,7% (210/5.611 Bachelors LO) en voor de Masters LO op 0,4% (18/4.378 Masters LO). Omgekeerd betekent dit dat van de 8.148 unieke Aspirant-Initiators er respectievelijk 210 Bachelor LO en 18 Master LO als hoogste diploma behaald hebben, terwijl er 7.920 cursisten (nog) geen LO-diploma bezitten (zie grafiek 11).
25
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 6 . Aantal geattesteerden Aspirant-Initiator per sporttak (2009-2014) 0 Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju‐Jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
500
1000
1500
2000
2500
1315 373 720 212 234 229 66 335 135 17 31 144 57 47 188 2214 788 220 857
Grafiek 7. Aantal geattesteerden Aspirant-Initiator per jaar (2009-2014)
2014
1007
2013
1544
2012
1132
2011
1404
2010
1726
2009
1574 0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
26
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 8. Aantal geattesteerden Aspirant-Initiator per leeftijdscategorie (2009-2014) 3500 3037 3000
Aantal geattesteerden
2500
2343
2000 1500 1021 1000 313
500
245
388
357
251
117
54
30
14
0 <17j
17‐20j 21‐25j 26‐30j 31‐35j 36‐40j 41‐45j 46‐50j 51‐55j 56‐60j 61‐65j
>65j
Leeftijdscategorieën
Grafiek 9. Gemiddelde leeftijd Aspirant-Initiator bij behalen van attest per sporttak (2009-2014) 16 Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju‐Jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
18
20
22
24
26
28
30
32
34
27 26 19 22 26 31 32 25 21 28 26 18 24 25 28 19 23 19 23
27
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 10. Aantal uniek gekende Bachelors/Masters LO met/zonder attest Aspirant-Initiator (18/8/2014) 6000 5401 5000 4360 4000 Aspirant‐Initiator
3000
Geen Aspirant‐Initiator 2000
1000 210
18
0 Bachelor LO
Master LO
Grafiek 11. Aantal Aspirant-Initiators met/zonder diploma Bachelor/Master LO (18/8/2014) 9000 7920
8000 7000 6000 5000
Bachelor LO
4000
Master LO Geen Master/Bachelor LO
3000 2000 1000
210
18
0 Totaal
28
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.3. Effect op de Initiatoropleiding 2.3.3.1. Instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding In onderstaande tabel 3 wordt een overzicht geboden van het percentage cursisten dat de opleiding Aspirant-Initiator heeft gevolgd alvorens in te stromen binnen de Initiatoropleiding. Uit deze resultaten blijkt dat slechts 20% van alle ingeschreven cursisten binnen de Initiatoropleidingen de vooropleiding Aspirant-Initiator heeft voltooid. 80% van de ingeschreven cursisten stroomt dus rechtstreeks in binnen de Initiatoropleiding zonder voorafgaande vooropleiding. Er zijn wel duidelijke verschillen per sporttak. Opvallend is de zeer hoge instroom (44%) in combinatie met de hoge absolute deelnemersaantallen binnen de sporttak Tennis. Ook Schermen (49%), Atletiek (31%), Ju-jitsu (28%), Korfbal (27%), Badminton (24%) en Ropeskipping (24%) scoren bovengemiddeld. Een erg lage instroom in combinatie met hoge absolute deelnemersaantallen is terug te vinden binnen Paardrijden (3%), Judo (8%), Gymnastiek (11%) en Zeilen (11%). Tabel 3. Instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding per sporttak (2009-2014)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Totaal
N ingeschreven cursisten INI met vooropleiding Aspirant-Initiator
N ingeschreven cursisten INI zonder vooropleiding AI
Instroom van AspirantInitiators binnen de Initiatoropleiding
172 87 163 54 27 27 15 56 30 5 13 57 26 5 40 653 186 60 223
391 275 1.381 267 299 68 105 154 842 58 68 184 27 60 191 839 691 506 1.177
31% 24% 11% 17% 8% 28% 13% 27% 3% 8% 16% 24% 49% 8% 17% 44% 21% 11% 16%
1.899
7.583
20%
29
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.3.2. Doorstroom van Aspirant-Initiator naar Initiator In onderstaande tabel 4 wordt een overzicht geboden van de doorstroom van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator (niveau 0) naar het opleidingsniveau Initiator (niveau 1). Van de 8.182 geattesteerden uit de verschillende sporttakken zijn er uiteindelijk slechts 1.089 die de Initiatoropleiding (al) met succes voltooiden. Dit komt overeen met een gemiddelde doorstromingsgraad van 13,31%, wat heel wat lager is dan initieel vooropgesteld en dan de beoogde doorstromingsgraden die sommige sportfederaties aan het VTS-secretariaat hebben bezorgd ter voorbereiding van de zesde bijeenkomst van het ‘Overlegplatform: Professionalisering sportkaderopleidingen’ op 6 mei 2014 met als thema Doorstromingsgraad: Cijfermateriaal en concrete vertaling naar het opleidingsplan (zie tabel 5). Opvallend zijn de relatief grote verschillen tussen de sporttakken (zie grafieken 12 en 13). Zo varieert de doorstromingsgraad Aspirant-Initiator naar Initiator van 6,41% (Judo) tot 35,48% (Rolschaatsen). Belangrijk hierbij is om ook het absolute aantal doorgestroomden in rekening te brengen. Daaruit blijkt dat de vier sporttakken met de hoogste doorstromingsgraad (Rolschaatsen, Roeien, Ropeskipping en Schermen) over een erg beperkt aantal doorgestroomden beschikken (met N respectievelijk 11, 5, 41 en 15). De sporttakken met het grootste aantal effectief doorgestroomden, zijnde Tennis, Zwemmen, Volleybal en Atletiek beschikken over een doorstromingsgraad van respectievelijk 12%, 16%, 16% en 9,5%. In tabel 6 is de gemiddelde leeftijd van deze doorgestroomde cursisten per sporttak weergegeven voor wat betreft het voltooien van de opleidingen Aspirant-Initiator en Initiator. Hieruit blijkt dat de gemiddelde leeftijd voor de doorgestroomde cursist bij het behalen van het attest Aspirant-Initiator 22,4 jaar is, terwijl dit voor het behalen van de Initiatorkwalificatie 23,9 jaar. Hieruit kan worden afgeleid dat het gemiddelde doorstroominterval van AspirantInitiator naar Initiator 1,5 jaar is. Verder leert deze tabel dat er zich opnieuw sterke verschillen per sporttak manifesteren. De doorgestroomde cursisten binnen de sporttakken Gymnastiek, Paardrijden, Ropeskipping, Schermen, Tennis en Zeilen hebben een gemiddelde leeftijd van 16-20 jaar, terwijl de doorgestroomde cursisten binnen de sporttakken Atletiek, Ju-jitsu, Roeien, Taekwondo heel wat ouder (28-29 jaar) zijn. In tabel 7 wordt het ‘doorstroominterval’, zijnde het tijdsinterval tussen het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator en de Initiatoropleiding bij de doorgestroomde cursisten, per sporttak van naderbij bekeken. In alle sporttakken bevindt zich het grootste aantal doorgestroomde cursisten zich in de doorstroomintervallen ‘1 jaar’ en ‘2 jaar’ (na het behalen van het attest Aspirant-Initiator). Roeien vormt hierop de uitzondering, maar is niet representatief aangezien het hier slechts over 5 doorgestroomde cursisten gaat. In enkele sporttakken (Atletiek, Gymnastiek, Korfbal en Volleybal) blijkt ook sprake te zijn van een beperkt (1%) negatief doorstroominterval, wat betekent dat deze cursisten de opleiding Aspirant-Initiator pas hebben gevolgd na het voltooien van de Initiatoropleiding. Grafiek 14 geeft een overzicht van de doorstroomintervallen voor alle sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator tijdens de periode 2009-2014. Hieruit blijkt dat 52% van de doorgestroomde cursisten er maximum één jaar over doet om door te stromen van AspirantInitiator naar Initiator. 33% van de doorgestroomde cursisten doet er 2 jaar over, wat impliceert dat in totaal 85% van de doorgestroomde cursisten de vooropgestelde doorstroomtermijn van 2 jaar respecteert. Het aandeel doorgestroomde cursisten dat later dan 2 jaar na het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator doorstroomt naar de Initiatoropleiding is erg gering en vertoont een sterk dalende trend. Na 3 jaar bedraagt dit aantal 9%, na 4 jaar komt daar nog slechts 4% bij en na 5 jaar nog amper 1%. Uit grafiek 15 blijkt tot slot dat er van een correlatie tussen de doorstromingsgraad en het doorstroominterval geen sprake is. Bij sporttakken met een relatief klein doorstroominterval manifesteert zich geen hogere doorstroom dan bij sporttakken met een groter doorstroominterval en omgekeerd. 30
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 4. Doorstromingsgraad Aspirant-Initiator Initiator per sporttak (2009-2014)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Totaal
N Aspirant-Initiators 1.315 373 720 212 234 229 66 335 135 17 31 144 57 47 188 2.214 788 220 857 8.182
N doorgestroomden 125 66 88 33 15 16 11 47 15 5 11 41 15 5 22 271 126 39 138 1.089
Doorstromingsgraad 9,51% 17,69% 12,22% 15,57% 6,41% 6,99% 16,67% 14,03% 11,11% 29,41% 35,48% 28,47% 26,32% 10,64% 11,70% 12,24% 15,99% 17,73% 16,10% 13,31%
Tabel 5. Vooropgestelde versus reële doorstroom per sporttak (6de bijeenkomst Overlegplatform, 6/5/2014)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
Vooropgestelde doorstroom AI naar INI
Actuele doorstroom (2009-2014)
20‐25% 80% Minder relevant: andere doelgroep 50‐75% 100%
9,51% 17,69% 12,22% 15,57% 6,41% 6,99% 16,67% 14,03% 11,11% 29,41% 35,48% 28,47% 26,32% 10,64% 11,70% 12,24% 15,99% 17,73% 16,10%
31
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 12. Doorstromingsgraad Aspirant-Initiator Initiator per sporttak (2009-2014) 0,00%
5,00%
Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju‐Jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
10,00%
15,00%
20,00%
25,00%
30,00%
35,00%
40,00%
9,51% 17,69% 12,22% 15,57% 6,41% 6,99% 16,67% 14,03% 11,11% 29,41% 35,48% 28,47% 26,32% 10,64% 11,70% 12,24% 15,99% 17,73% 16,10%
Grafiek 13. Aantal doorgestroomden Aspirant-Initiator naar Initiator per sporttak (2009-2014) 0 Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju‐Jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
50
100
150
200
250
300
125 66 88 33 15 16 11 47 15 5 11 41 15 5 22 271 126 39 138
32
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 6. Gemiddelde leeftijd van de doorgestroomde cursisten bij het voltooien van de opleiding AspirantInitiator en Initiator (2009-2014)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Gewogen totaal
Leeftijd voltooien AI 28,7 26,5 18,5 25,9 24,4 29,3 27 24,7 17,9 28,2 25,2 16,9 19,9 29 22,9 18,5 22,7 16,6 24,7 22,4 jaar
Leeftijd voltooien INI 30,5 28 19,3 27,4 26,1 30,7 28,7 26 19,2 30,8 26,3 18,4 21,6 30,6 24,7 20,4 23,8 17,8 26 23,9 jaar
Doorstroominterval 1,8 1,5 0,8 1,5 1,7 1,4 1,7 1,3 1,3 2,6 1,1 1,5 1,7 1,6 1,8 1,9 1,1 1,2 1,3 1,5 jaar
Tabel 7. Tijdsinterval tussen het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator en de Initiatoropleiding bij de doorgestroomde cursisten per sporttak (2009-2014)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Gewogen totaal
< 0 jaar 0 jaar 2% 1% 11% 1% 17% 6%
2%
19% 13% 9% 5%
1% 1%
20% 5% 7% 16% 5% 14% 10%
1 jaar 32% 44% 57% 45% 53% 63% 27% 28% 47% 20% 64% 56% 60% 20% 27% 28% 55% 72% 48% 42%
2 jaar 42% 33% 17% 42% 27% 31% 73% 28% 33% 27% 29% 20% 40% 55% 43% 21% 21% 30% 33%
3 jaar 10% 9% 7% 3% 20% 6%
4 jaar 11% 2% 1% 3%
17% 7% 80%
6%
7% 13% 20% 9% 15% 6% 3% 4% 9%
2% 7%
5 jaar 2% 2%
5% 6% 2%
1%
2% 4%
1% 1%
33
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Grafiek 14. Doorstroominterval tussen de opleidingen Aspirant-Initiator en Initiator (2009-2014) 45%
42%
40% 33%
35% 30% 25% 20% 15% 10%
9%
10%
4%
5%
1%
1% 0% < 0 jaar
0 jaar
1 jaar
2 jaar
3 jaar
4 jaar
5 jaar
Grafiek 15. Correlatie tussen de doorstromingsgraad en de doorstroomintervallen voor elk van de 19 sporttakken met opleiding Aspirant-Initiator (2009-2014) 3
Doorstroominterval
2,5
2
1,5
1
0,5
0 0,00%
5,00%
10,00%
15,00%
20,00%
25,00%
30,00%
35,00%
40,00%
Doorstromingsgraad
34
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.3.3. Uitstroom: Slaagpercentages Initiatoropleiding In onderstaande tabel 8 vindt men in kolom 2 (N cursisten met AI) het aantal cursisten terug dat een vooropleiding Aspirant-Initiator heeft gevolgd alvorens in te stromen binnen de Initiatoropleiding. In kolom 3 (N cursisten zonder AI) is het aantal cursisten opgenomen dat geen vooropleiding Aspirant-Initiator heeft gevolgd alvorens in te stromen. In beide kolommen zijn links het aantal geslaagde (G) en rechts het aantal niet-geslaagde (NG) cursisten weergegeven. De hypothese dat cursisten met vooropleiding Aspirant-Initiator hogere slaagkansen zouden hebben in de Initiatoropleiding dan cursisten zonder dergelijke vooropleiding wordt verworpen. Uit de resultaten blijkt namelijk dat cursisten zonder vooropleiding gemiddeld hogere slaagkansen (71%) hebben dan cursisten die een vooropleiding Aspirant-Initiator hebben voltooid (64%). De rood gemarkeerde cellen in de voorlaatste kolom tonen aan dat deze trend in 13/19 sporttakken opduikt. Opvallend daarbij is dat dit ook het geval blijkt te zijn bij de ‘grote’ sporttakken Tennis (-7%), Atletiek (-5%), Gymnastiek (-2%) en Volleybal (-1%). Alleen Zwemmen vormt duidelijk een uitzondering aangezien cursisten met vooropleiding hier 6% meer slaagkansen hebben dan cursisten zonder vooropleiding. Het grote verschil in Roeien (27%) dient sterk te worden genuanceerd aangezien het slechts 5 geslaagde cursisten met vooropleiding betreft. Om na te gaan of de leeftijd een verklarende factor kan zijn voor de verschillen tussen de verschillende sporttakken, worden in tabel 9 de bekomen slaagpercentages aangevuld met de gemiddelde leeftijd van de cursisten bij het behalen van het attest Aspirant-Initiator (ongeacht of ze al dan niet doorstromen) enerzijds en de gemiddelde leeftijd van de doorgestroomde cursist bij het behalen van de Initiatorkwalificatie anderzijds. Uit grafieken 16 en 17 blijkt dat een grote spreiding in resultaten aanwezig is, wat betekent dat er geen eenduidig verband tussen beide parameters aanwezig is. Een lagere/hogere gemiddelde leeftijd bij het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator en Initiatoropleiding leidt niet tot hogere of lagere slaagpercentages ten opzichte van de overige sporttakken met een opleiding AspirantInitiator. Tabel 8. Slaagpercentages Initiatoropleiding per sporttak (2009-2013)
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Totaal
N cursisten met AI G NG 117 63 85 31 15 16 11 39 24 5 11 33 5 5 22 256 124 36 132 1.030
35 17 54 11 8 9 4 2 1 0 2 7 1 0 9 284 27 21 82 574
N cursisten zonder AI G NG 296 192 790 215 229 42 88 126 623 30 47 136 19 58 123 420 501 328 610 4.873
63 49 454 32 59 25 17 7 93 11 7 22 1 2 41 347 105 141 476 1.952
Slaag% met AI
Slaag% zonder AI
Verschil
Globaal slaag%
77% 79% 61% 74% 65% 64% 73% 95% 96% 100% 85% 83% 83% 100% 71% 47% 82% 63% 62% 64%
82% 80% 64% 87% 80% 63% 84% 95% 87% 73% 87% 86% 95% 97% 75% 55% 83% 70% 56% 71%
‐5% ‐1% ‐2% ‐13% ‐14% 1% ‐10% 0% 9% 27% ‐2% ‐4% ‐12% 3% ‐4% ‐7% ‐1% ‐7% 6% ‐7%
81% 79% 63% 85% 78% 63% 83% 95% 87% 76% 87% 85% 92% 97% 74% 52% 83% 69% 57% 70% 35
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 9. Relatie tussen de slaagpercentages Initiatoropleiding en leeftijd van cursisten per sporttak
Sporttak
Slaag% met AI
Slaag% zonder AI
Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
77% 79% 61% 74% 65% 64% 73% 95% 96% 100% 85% 83% 83% 100% 71% 47% 82% 63% 62%
82% 80% 64% 87% 80% 63% 84% 95% 87% 73% 87% 86% 95% 97% 75% 55% 83% 70% 56%
Verschil ‐5% ‐1% ‐2% ‐13% ‐14% 1% ‐10% 0% 9% 27% ‐2% ‐4% ‐12% 3% ‐4% ‐7% ‐1% ‐7% 6%
Globaal slaag%
Gem. leeftijd behalen attest AI
Gem. leeftijd doorgestroomde cursist bij behalen INI
81% 79% 63% 85% 78% 63% 83% 95% 87% 76% 87% 85% 92% 97% 74% 52% 83% 69% 57%
27 26 19 22 26 31 32 25 21 28 26 18 24 25 28 19 23 19 23
31 28 19 27 26 31 29 26 19 31 26 18 22 31 25 20 24 18 26
Grafiek 16. Spreiding van de slaagpercentages van cursisten met vooropleiding AI en de gemiddelde leeftijd van de cursisten bij het voltooien van de opleiding AI voor elk van de 19 sporttakken met een opleiding AI.
Gem. leeftijd behalen attest AI
35 30 25 20 15 10 5 0 40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Slaagpercentages INI voor cursisten met vooropleiding AI
36
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Leeftijd doorgestroomde cursist bij voltooien INI
Grafiek 17. Spreiding van de slaagpercentages van cursisten met vooropleiding AI en de gemiddelde leeftijd van de doorgestroomde cursisten bij het voltooien van de Initiatoropleiding voor elk van de 19 sporttakken met opleiding AI. 35
30
25
20
15
10 40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Slaagpercentages INI voor cursisten met vooropleiding AI
37
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.3.4. Uitstroom: Effect van invoer opleiding Aspirant-Initiator op aantal Initiators Uit de resultaten blijkt dat sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator geen hogere uitstroom Initiator hebben tijdens de periode 2009-2013 en dus sinds de invoer van dit facultatieve opleidingsniveau. In onderstaande grafiek 18 komt namelijk naar voor dat er een algemene positieve evolutie in aantal gediplomeerde Initiators is tijdens de periode 20042013, maar dat deze evolutie verrassend genoeg duidelijk sterker aanwezig is in de sporttakken zonder opleiding Aspirant-Initiator dan in de sporttakken met dit opleidingsniveau. Ook uit tabel 10 blijkt deze verrassende trend. Zo bedraagt het gemiddeld aantal Initiators dat tijdens de periode 2004-2008 op jaarbasis wordt opgeleid binnen sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator 970,4. Na de invoer van de opleiding Aspirant-Initiator in 2009 bedraagt het gemiddeld aantal opgeleide Initiators tijdens de periode 2009-2013 1.058,2. Dit komt neer op een stijging van 9%. Binnen de sporttakken zonder opleiding Aspirant-Initiator bedraagt deze stijging echter 15,5%. Hieruit kan worden besloten dat de invoer van de opleiding Aspirant-Initiator niet heeft geleid tot meer gekwalificeerden op Initiatorniveau. Sterker nog, dit facultatieve opleidingsniveau bleek een rechtstreekse concurrent voor de Initiatoropleiding te zijn.
Aantal gediplomeerde Initiators (cursus gevolgd)
Grafiek 18. Aantal gediplomeerden op Initiatorniveau in sporttakken met versus zonder opleiding AspirantInitiator (2004-2013)
1200 y = 12,976x + 942,93 1000 800
y = 20,291x + 581
600
Met AI Zonder AI
400 200 0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Jaartal
Tabel 10. Gemiddeld aantal gediplomeerden op jaarbasis op Initiatorniveau in sporttakken met versus zonder opleiding Aspirant-Initiator (2004-2013)
Gemiddeld aantal INI op jaarbasis, periode 2004-2008 (vóór invoer AI) Gemiddeld aantal INI op jaarbasis, periode 2009-2013 (ná invoer AI) Stijgingspercentage
19 sporttakken met opleiding AI
34 sporttakken zonder opleiding AI
970,4
642,8
1.058,2
742,4
9,0%
15,5%
38
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
2.3.3.5. Overzichtstabel met kengetallen Aspirant-Initiator Tabel 11. Overzichtstabel met kengetallen opleiding Aspirant-Initiator
Kengetal Aantal georganiseerde cursusorganisaties Aantal georganiseerde cursusorganisaties door sportfederaties Aantal georganiseerde cursusorganisaties door sportdiensten/regio’s Aantal geattesteerden Aantal mannelijke geattesteerden Aantal vrouwelijke geattesteerden Aantal geattesteerden big5 (Tennis, Atletiek, Zwemmen, Volleybal en Gymnastiek) Aantal geattesteerden jonger dan 26 jaar Gemiddelde leeftijd behalen van attest Instroom van Aspirant-Initiators binnen de Initiatoropleiding (= aantal cursisten dat vooropleiding voltooit alvorens Initiatoropleiding te volgen) Bovengemiddelde instroom Lage instroom en hoge deelnemersaantallen Doorstroom AI naar INI (= AI die met succes INI-opleiding voltooien) Gemiddelde leeftijd doorgestroomde cursisten bij voltooien van: Gemiddeld doorstroominterval tussen AI en INI Slaagpercentage INI-opleiding voor cursisten met vooropleiding AI Slaagpercentage INI-opleiding voor cursisten zonder vooropleiding AI Verschil in slaagpercentages INIopleiding met versus zonder vooropleiding AI in de ‘big5’ sporttakken Stijging van het aantal gediplomeerde INI in de periode 2009-2013 (ná invoer opleiding AI) versus de periode 20042008 (vóór invoer opleiding AI) in sporttakken zonder opleiding AI (N=34) Idem, in sporttakken met opleiding AI (N=19)
Waarde 603
Periode
372 (62%) 231 (38%) 8182 4.079 (50%) 4.103 (50%)
1/1/200918/8/2014
5.894 (72%) 78,2% 23 jaar 20% (1899/7583) Schermen (49%), Tennis (44%), Atletiek (31%), Ju-jitsu (28%), Korfbal (27%), Badminton (24%), Ropeskipping (24%) Paardrijden (3%), Judo (8%) Gymnastiek (10%), Zeilen (11%)
1/1/200912/09/2014
13,31% (1089/8182) Aspirant-Initiator: 22,4 jaar Initiator: 23,9 jaar
Status op 27/8/2014
1,5 jaar 64% 71% Tennis (-7%), Gymnastiek (-2%), Atletiek (-5%), Volleybal (-1%), Zwemmen (+6%) 15,5%
1/1/200931/12/2013
1/1/200431/12/2013
9%
39
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
40
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
HOOFDSTUK 3 :
Kwalitatieve analyse
3.1. Onderzoeksvragen Om de opleiding Aspirant-Initiator eveneens kwalitatief te kunnen analyseren, dient de mening van de volgende vier belangengroepen in kaart te worden gebracht: 1) de Directeurs Sportkaderopleiding (DSKO’s) en Sporttechnische Coördinatoren (STC’s) binnen sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator, 2) de docenten die één of meerdere opleidingen Aspirant-Initiator hebben gegeven, 3) de cursisten die een opleiding Aspirant-Initiator hebben gevolgd, en 4) de medewerkers van het VTS-secretariaat die de opleiding Aspirant-Initiator mee coördineren. In onderstaande tabel 12 wordt een overzicht geboden van de verschillende onderzoeksvragen die voor elk van de eerste 3 doelgroepen zijn gesteld. Tabel 12. Onderzoeksvragen kwalitatieve analyse opleiding Aspirant-Initiator
DSKO’s STC’s
Onderzoeksvragen Wordt de opleiding Aspirant-Initiator gebruikt als een opstap naar de Initiatoropleiding of vormt deze opleiding een eindpunt? Vormt de opleiding Aspirant-Initiator concurrentie voor de Initiatoropleiding? Dient het verlenen van vrijstellingen voor bepaalde vakken uit de Initiatoropleiding op basis van permanente evaluatie tijdens de opleiding AspirantInitiator te worden behouden of geschrapt? Dient de huidige evaluatievorm te worden behouden? Dient de huidige organisatievorm te worden behouden? Is de cursustekst van de opleiding Aspirant-Initiator voldoende afgestemd op de verwachtingen van de deelnemers? Geven de meeste Aspirant-Initiators zelfstandig les/training? Dient de opleiding Aspirant-Initiator in zijn huidige vorm te worden behouden? Zouden de sportfederaties dit initiatief overnemen indien het opleidingsniveau Aspirant-Initiator wordt afgeschaft binnen de Vlaamse Trainersschool? Is de benaming ‘Aspirant-Initiator’ voor verbetering vatbaar in functie van het profiel van de opleiding? Betekenen de geattesteerden Aspirant-Initiator een meerwaarde op het terrein? Wat dient volgens deze doelgroep te worden gewijzigd aan de opleiding Aspirant-Initiator? Zijn de docenten voldoende op de hoogte van de kenmerken van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator? Worden de docenten voldoende geïnformeerd en
Docenten
Cursisten
x x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x x 41
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
gecoacht door de Directeurs Sportkaderopleiding om de inhoud van de opleiding Aspirant-Initiator zo goed mogelijk over te brengen? Gebruiken de docenten de evaluatiefiches uit het cursusboek tijdens de permanente evaluaties? Is het huidige cursusboek Aspirant-Initiator een hulp voor de docenten bij het geven van de lessen? Houden de docenten zich bij het doceren aan de inhoud die beschreven staat in het cursusboek? Geven de docenten extra bagage mee aan de cursisten Aspirant-Initiator? Behalen de cursisten de beoogde vaardigheden van de opleiding Aspirant-Initiator? Voelen de cursisten zich, door het volgen van de opleiding, bekwaam om als hulplesgever/hulptrainer aan de slag te gaan? Voelen de cursisten zich, door het volgen van de opleiding, bekwaam om als zelfstandig lesgever/trainer aan de slag te gaan? Worden de cursusteksten Aspirant-Initiator door de cursisten gebruikt om de huidige trainingen voor te bereiden? Waarom volgden de cursisten de opleiding AspirantInitiator? Hebben de cursisten het afgelopen seizoen zelfstandig of onder begeleiding actief les/training gegeven? Beschouwen de cursisten de opleiding Aspirant-Initiator als een goede voorbereiding op hun huidige taak tijdens de lessen/trainingen? Volstaat het volgens de cursisten voor hun sportclub dat ze het attest Aspirant-Initiator hebben behaald? Is de opleiding Aspirant-Initiator voor de cursisten het eindpunt van hun trainersopleiding? Wat is de belangrijkste reden om de cursus AspirantInitiator wel of niet te volgen?
x x x x x x x x x x x x x x
Bij het bevragen van de medewerkers van het VTS-secretariaat die de opleiding AspirantInitiator mee coördineren, werden volgende onderzoeksvragen (SWOT-analyse) vooropgesteld: Wat zijn de sterke punten van de opleiding Aspirant-Initiator? Wat zijn de zwakke punten van de opleiding Aspirant-Initiator? Wat zijn de mogelijke opportuniteiten voor de opleiding Aspirant-Initiator? Wat zijn de potentiële bedreigingen voor de opleiding Aspirant-Initiator?
42
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.2. Methodologie 3.2.1. Directeurs Sportkaderopleiding en Sporttechnische Coördinatoren Binnen de 18 sporttakken met een actief opleidingsstramien Aspirant-Initiator werden de Directeurs Sportkaderopleiding (DSKO’s) en Sporttechnische Coördinatoren (STC’s) op 17 juli 2014 persoonlijk gecontacteerd via e-mail met de vraag om de bijgevoegde evaluatieenquête ingevuld terug te sturen. Op 18 augustus 2014 werd een herinnering gestuurd naar de DSKO’s/STC’s wiens evaluatie ons op dat moment nog niet had bereikt. De ontvangen resultaten werden vervolgens naar Excel getransformeerd om de interpretatie ervan te bestendigen. Alle sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator hebben de evaluatie-enquête ingevuld en terugbezorgd. In onderstaande tabel 13 is een overzicht weergegeven van de ontvangen evaluaties. De gekleurde cellen betreffen sporttakken waarin twee verschillende evaluaties zijn ingestuurd door de DSKO en STC. Tabel 13. Overzicht van de ontvangen evaluaties van de DSKO’s en STC’s
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Paardrijden Rolschaatsen Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
Functie DSKO + STC DSKO + STC DSKO STC DSKO DSKO (+ VJF) DSKO STC DSKO DSKO + STC DSKO STC STC DSKO DSKO DSKO STC DSKO STC DSKO DSKO DSKO DSKO
Naam Paula Vanhoovels en Katinka Pottie Jo Van Damme en Bart Verschueren Lore Marguillier Els Coppieters Gerrit Vertommen en Linde Panis Sylvain Mercier en Silvia Buysens (VJF) Paul Pauwels Jan Van Gestel Griet Bonamie Daniël De Rudder en Liesbeth Neirinckx Muriel Coppin Karen de Clercq Herman Laureys Anja Decoster Aster Herssens An Daems Nele Schouterden Bart Vermoesen Jo Willems Valentijn Pattyn Brecht Van Kerckhove Marcel Kubis David De Wandel
43
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.2.2. Docenten Voor het bevragen van de docenten werd door het VTS-secretariaat een online bevraging voorbereid via Google Docs. Op 23 juli 2014 werd ‘VTS-flash 469’ uitgestuurd naar 240 docenten die erkend zijn voor de opleiding Aspirant-Initiator binnen één van de 18 sporttakken met dit opleidingsniveau met de vraag om deze online bevraging in te vullen. Er is niet geweten hoeveel van deze 240 erkende docenten ook effectief al eens zijn ingeschakeld als docent binnen een cursusorganisatie Aspirant-Initiator, wat de responsgraad negatief beïnvloedt. Een herinneringsflash werd uitgestuurd op 18 augustus 2014 om de responsgraad te verhogen. De bevraging werd afgesloten op 1 september 2014. In totaal hebben 54 docenten de bevraging ingevuld, wat neerkomt op een responsgraad van 22,5%. In onderstaande tabel 14 is de responsgraad per sporttak weergegeven. Van deze 54 docenten hebben er 50 reeds één of meerdere opleidingen Aspirant-Initiator gegeven. Binnen de respondenten van de sporttakken Schermen en Paardrijden waren er respectievelijk één en drie docenten die nog nooit waren ingeschakeld als docent in een opleiding Aspirant-Initiator. Tabel 14. Overzicht van de ontvangen evaluaties van de docenten Aspirant-Initiator
Sporttak
Totaal aantal erkende docenten Aspirant-Initiator met gekend e-mailadres Atletiek 26 Badminton 11 Gymnastiek 38 Handbal 3 Judo 9 Ju-jitsu 7 Karate 13 Korfbal 5 Paardrijden 16 Rolschaatsen 3 Ropeskipping 5 Schermen 8 Taekwondo 1 Tafeltennis 19 Tennis 14 Volleybal 6 Zeilen 7 Zwemmen 49 Totaal 240
Aantal docenten die de bevraging hebben ingevuld 8 4 6 0 2 2 2 1 5(2) 2 1 1(0) 0 5 3 3 0 9 54
Responsgraad 30,8% 36,4% 15,8% 0% 22,2% 28,6% 15,4% 20% 31,3% 66,7% 20% 12,5% 0% 26,3% 21,4% 50% 0% 18,4% 22,5%
44
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.2.3. Cursisten Ook voor het bevragen van de cursisten werd een online bevraging voorbereid via Google Docs. Op 23 juli 2014 werd ‘VTS-flash 470’ uitgestuurd naar 7.578 geattesteerden AspirantInitiator met de vraag om deze bevraging in te vullen. Een herinneringsflash werd uitgestuurd op 18 augustus 2014 om de responsgraad te verhogen. De bevraging werd afgesloten op 1 september 2014. In totaal hebben 829 cursisten de bevraging ingevuld, wat neerkomt op een responsgraad van 10,9%. In onderstaande tabel 15 is de responsgraad per sporttak weergegeven. Tabel 15. Overzicht van de ontvangen evaluaties van de cursisten Aspirant-Initiator
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Onbekend Totaal
N gecontacteerde Aspirant-Initiators 1.200 350 656 196 224 183 49 317 101 14 31 137 57 37 159 2.135 727 214 791
N respondenten
Responsgraad
143 41 51 12 53 35 12 25 18 4 5 7 7 7 25 189 78 21 68 28
11,9% 11,7% 7,8% 6,1% 23,7% 19,1% 24,5% 7,9% 17,8% 28,6% 16,1% 5,1% 12,3% 18,9% 15,7% 8,9% 10,7% 9,8% 8,6%
7.578
829
10,9%
3.2.4. VTS-secretariaat (Afdeling Sportkaderopleiding, Bloso) Het VTS-secretariaat stelde een SWOT-analyse op van de opleiding Aspirant-Initiator.
45
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3. Resultaten 3.3.1. Evaluatie Directeurs Sportkaderopleiding en Sporttechnische Coördinatoren 3.3.1.1. Opstap naar de Initiatoropleiding of eindpunt? Uit de resultaten (weergegeven in tabel 16) blijkt dat alle sporttakken de opleiding AspirantInitiator percipiëren als een opstap naar de Initiatoropleiding. De doelgroep van elke opleiding Aspirant-Initiator zijn dus kandidaat-trainers die geacht worden om door te stromen naar de Initiatoropleiding. De overgrote meerderheid (16/19) van de sporttakken beschouwt de opleiding Aspirant-Initiator dan ook niet als een eindpunt voor hun cursisten, hoewel wel wordt aangegeven dat de doorstroom in praktijk vaak beperkt blijft (zie ook 2.3.3.2 Doorstromingsgraad Aspirant-Initiator naar Initiator). In de sporttakken Handbal, Paardrijden en Rolschaatsen wordt daarentegen een duidelijk tweesporenbeleid gevoerd, waarbij de opleiding Aspirant-Initiator zowel bedoeld wordt als mogelijke opstap naar de Initiatoropleiding voor de ene doelgroep (kandidaat-trainers), als mogelijk eindpunt voor de andere doelgroep (begeleiders zonder trainersambities, incl. ouders). Tabel 16. Opleiding Aspirant-Initiator: opstap en/of eindpunt?
Opleiding Aspirant-Initiator: opstap en/of eindpunt Wel opstap, geen eindpunt Opstap en eindpunt Geen opstap, wel eindpunt
Sporttakken Atletiek, Badminton, Gymnastiek, Judo, Ju-jitsu, Karate, Korfbal, Ropeskipping, Schermen, Taekwondo, Tafeltennis, Tennis, Volleybal, Zeilen en Zwemmen Handbal, Paardrijden en Rolschaatsen /
3.3.1.2. Concurrentie voor de Initiatoropleiding? Binnen 18/19 sporttakken wordt de opleiding Aspirant-Initiator niet beschouwd als zijnde concurrentie voor de Initiatoropleiding. Enkel binnen Volleybal wordt dit anders gepercipieerd en blijkt het voor verschillende clubs voldoende dat hun betrokken trainers beschikken over het attest Aspirant-Initiator om zelfstandig aan de slag te kunnen gaan, waardoor deze ook niet worden aangemoedigd om de Initiatoropleiding aan te vatten. 3.3.1.3. Evaluatieprocedure en vrijstellingen Van de 23 respondenten geven er 18 (78,3%) aan dat de huidige evaluatievorm dient te worden behouden. Dit impliceert permanente evaluatie zonder examen- en herexamenmoment en zonder deliberatie. Daarnaast zijn er 3 respondenten (Ju-jitsu, Tafeltennis en Tennis) die de evaluatievorm gewijzigd wensen te zien door het invoeren van een (beperkt) examenmoment. 2 respondenten nemen geen stelling in. Wat betreft het verlenen van vrijstellingen voor bepaalde vakken uit de Initiatoropleiding op basis van permanente evaluatie tijdens de opleiding Aspirant-Initiator pleiten 14 respondenten voor het behoud ervan, terwijl 9 respondenten van mening zijn dat deze vrijstellingen dienen te worden geschrapt wegens het gebrek aan evaluatie ervan tijdens de opleiding AspirantInitiator.
46
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.1.4. Organisatievorm De huidige organisatievorm, bestaande uit een sterk praktijkgerichte opleiding van 16u gegeven door erkende VTS-docenten en met verplichte aanwezigheid voor de cursisten, valt in de smaak. 20/23 respondenten (86,9%) geven namelijk aan dat deze organisatievorm absoluut dient te worden behouden. Voor Ju-jitsu vormt de verplichte aanwezigheid een struikelblok, terwijl Schermen pleit voor een verhoging van het aantal uren, zoals binnen de opleidingen Aspirant-Initiator Schermen momenteel reeds (ongeoorloofd) het geval zou zijn (24u in plaats van 16u). 3.3.1.5. Cursustekst 73,9% van de respondenten (17/23) vindt dat de huidige cursustekst voldoende is afgestemd op de verwachtingen van de deelnemers. De sporttakken Gymnastiek, Schermen, Tafeltennis en Zeilen zijn van mening dat de inhoud van de gangbare cursustekst binnen hun opleiding Aspirant-Initiator (gedeeltelijk) aan vernieuwing toe is. De DSKO Ju-jitsu heeft hieromtrent geen mening. 3.3.1.6. Geven de meeste Aspirant-Initiators zelfstandig les/training? Uit de resultaten (zie tabel 17) blijkt dat de DSKO’s en STC’s in bijna de helft van de sporttakken (7/18) geen goed zicht hebben op het feit of de geattesteerden Aspirant-Initiator al dan niet zelfstandig les/training geven op het terrein. In eveneens bijna de helft van de sporttakken (8/18) wordt ontkracht dat de geattesteerden Aspirant-Initiator zelfstandig op het terrein actief zouden zijn, maar dat ze onder toezicht van een hoger opgeleide staan. In Karate, Tennis en Volleybal wordt bevestigd dat de meeste Aspirant-Initiators wel degelijk zelfstandig op het terrein staan. Tabel 17. Aspirant-Initiator als zelfstandig lesgever/trainer in realiteit?
Aspirant-Initiator: zelfstandig lesgever/trainer in realiteit? Neen Ja Geen zicht op
Sporttakken Atletiek, Judo, Paardrijden, Ropeskipping, Schermen, Taekwondo, Tafeltennis en Zwemmen Karate, Tennis en Volleybal Badminton, Gymnastiek, Handbal, Ju-jitsu, Korfbal, Rolschaatsen, Zeilen
3.3.1.7. Opleiding Aspirant-Initiator behouden in de huidige vorm? De meerderheid van de sporttakken is overtuigd dat de opleiding Aspirant-Initiator in de huidige vorm, zijnde een door VTS erkende cursus georganiseerd door de sportdienst of sportfederatie, dient te worden behouden (zie tabel 18). Karate, Korfbal en Paardrijden zijn hier geen voorstander van. De eerste twee sporttakken pleiten voor een volledige integratie ervan binnen het opleidingsaanbod van de Vlaamse Trainersschool naar analogie met de overige opleidingsniveaus. Indien het opleidingsniveau Aspirant-Initiator binnen de Vlaamse Trainersschool zou worden afgeschaft, zou dit initiatief binnen 11 sporttakken door de betrokken sportfederatie worden overgenomen. Enkel Judo, Karate, Rolschaatsen en Tafeltennis geven duidelijk aan dat dit niet het geval zou zijn (zie tabel 19).
47
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 18. Opleiding Aspirant-Initiator behouden in de huidige vorm?
Opleiding Aspirant-Initiator behouden in de huidige vorm? Ja Neen Geen mening
Sporttakken Atletiek, Badminton, Gymnastiek, Handbal, Judo, Ju-jitsu, Rolschaatsen, Ropeskipping, Taekwondo, Tafeltennis, Tennis en Zeilen Karate, Korfbal en Paardrijden Schermen, Volleybal en Zwemmen
Tabel 19. Eventuele overname opleidingsniveau Aspirant-Initiator door sportfederaties?
Eventuele overname opleiding Aspirant-Initiator door sportfederatie? Ja Neen Geen mening
Sporttakken Atletiek, Badminton, Gymnastiek, Handbal, Ju-jitsu, Korfbal, Paardrijden, Schermen, Taekwondo, Tennis en Zwemmen Judo, Karate, Rolschaatsen en Tafeltennis Ropeskipping, Volleybal en Zeilen
3.3.1.8. Benaming ‘Aspirant-Initiator’ Wat betreft de benaming ‘Aspirant-Initiator’ zijn er zowel voor- als tegenstanders. Zo vinden 9 respondenten de benaming goed gekozen, 8 respondenten vinden de benaming voor verbetering vatbaar en 6 respondenten hebben hieromtrent geen mening. 3.3.1.9. Meerwaarde op het terrein? Binnen alle sporttakken heerst er eensgezindheid dat de geattesteerden Aspirant-Initiator een meerwaarde betekenen op het terrein. 3.3.1.10. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? Op de open vraag wat er aan de opleiding Aspirant-Initiator dient te worden gewijzigd, geven 10 respondenten aan dat er niets dient te worden aangepast, waarmee ze aangeven zeer tevreden te zijn over de huidige inhoud, organisatie- en evaluatievorm. Respectievelijk 6 en 5 respondenten geven aan dat de inhoud dan wel de organisatievorm voor verbetering vatbaar is. Binnen Paardrijden wordt door de STC eveneens gepleit voor een verdere verlaging van de instapleeftijd (doelgroep: 13-14 jarigen), terwijl voor Judo de inschrijvingsprocedure gebruiksvriendelijker zou mogen zijn (zie tabel 20). Tabel 20. Opleiding Aspirant-Initiator wat dient te worden gewijzigd?
Opleiding Aspirant-Initiator: wat wijzigen? Niets Inhoud Organisatievorm Overige
Sporttakken Atletiek, Badminton, Ju-jitsu, Karate, Korfbal, Rolschaatsen, Taekwondo, Tafeltennis en Tennis Gymnastiek, Handbal, Schermen, Volleybal, Zeilen en Zwemmen Gymnastiek, Paardrijden, Ropeskipping, Schermen en Tafeltennis Judo (inschrijvingsprocedure), Paardrijden (instapleeftijd) 48
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.2. Evaluatie Docenten 3.3.2.1. Peiling naar kennis omtrent de opleiding Aspirant-Initiator Om na te gaan of de docenten voldoende op de hoogte zijn van de kenmerken van het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator werden vijf onderstaande vragen gesteld, waarvan het correcte antwoord telkens tussen haakjes wordt weergegeven: 1. Een Aspirant-Initiator mag zelfstandig lesgeven (correct antwoord: fout) 2. Een opleiding Aspirant-Initiator duurt maximum 19u (correct antwoord: fout) 3. In de opleiding Aspirant-Initiator geldt permanente evaluatie (correct antwoord: juist) 4. Het niveau Aspirant-Initiator is verplicht te volgen (correct antwoord: fout) 5. De Aspirant-Initiator wordt vrijgesteld van Module 3 in de Initiatoropleiding (correct antwoord: fout) Het feit dat een Aspirant-Initiator niet wordt opgeleid om zelfstandig op het terrein te staan als lesgever/trainer, dat permanente evaluatie van toepassing is tijdens deze opleiding als evaluatievorm en dat het opleidingsniveau facultatief is en dus niet verplicht dient te worden gevolgd om de Initiatoropleiding aan te vatten, zijn zaken die door bijna alle docenten gekend zijn. Een aanzienlijk deel van de docenten (33%) is niet vertrouwd met de vrijstellingsregels en meer dan de helft van de docenten (54%) is niet op de hoogte van de precieze opleidingsduur, die maximaal 16u bedraagt. Met een globale score van 77% correcte antwoorden kan worden gesteld dat de kennis van het docentenkorps omtrent de opleiding Aspirant-Initiator degelijk, maar voor verbetering vatbaar is (zie tabel 21). Tabel 21. Kennis van docenten omtrent de opleiding Aspirant-Initiator
Vraag 1 2 3 4 5 Globale score
% correcte antwoorden 85% 46% 91% 96% 67% 77%
% niet correcte antwoorden 15% 54% 9% 4% 33% 23%
3.3.2.2. Ondersteuning door de DSKO Op de vraag of men als docent voldoende wordt geïnformeerd en gecoacht door de DSKO om de inhoud van de opleiding Aspirant-Initiator zo goed mogelijk over te brengen op de cursisten, antwoordt 70,4% van de docenten positief. Voor 3 op de 10 docenten is de gekregen ondersteuning van de betrokken DSKO onvoldoende. Aangezien deze ondersteuning wordt bepaald door de DSKO zelf, is in onderstaande tabel 22 het overzicht per sporttak weergegeven. Daaruit blijkt wel degelijk dat er sterke sporttakspecifieke verschillen zijn. Zo blijken alle 8 respondenten in de sporttak Atletiek tevreden te zijn over de mate van ondersteuning en coaching door hun DSKO, terwijl bij Gymnastiek alle 6 docenten die hebben deelgenomen aan de bevraging hier niet tevreden over zijn. Ook de DSKO Tafeltennis behaalt een negatieve score.
49
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 22. Perceptie van docenten over de mate van ondersteuning door de DSKO
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Tafeltennis Tennis Volleybal Zwemmen Totaal
Voldoende ondersteuning door de DSKO 8 2 2 1 2 1 4 2 1 1 2 3 2 7 38
Onvoldoende ondersteuning door de DSKO 2 6 1
1
3 1 2 16
Tevredenheids percentage 100% 50% 0% 100% 50% 100% 100% 80% 100% 100% 100% 40% 100% 66,7% 77,8% 70,4%
3.3.2.3. Evaluatieprocedure Van de 54 respondenten geven er 41 (75,9%) aan dat de huidige evaluatievorm dient te worden behouden. Dit impliceert permanente evaluatie zonder examen- en herexamenmoment en zonder deliberatie. De respondenten die niet akkoord gaan (14,1%), pleiten voor het inlassen van een stage, praktijk- en/of schriftelijk examen. Wat betreft de permanente evaluatie, geeft 83,3% van de docenten aan dat ze de evaluatiefiche uit het cursusboek gebruiken. Een aantal onder hen, alsook onder de docenten die deze fiche niet gebruiken, geeft aan dat het meermaals evalueren van alle cursisten via deze fiche (te) tijdrovend is binnen het beperkte tijdsbestek van de opleiding. 3.3.2.4. Organisatievorm De huidige organisatievorm, bestaande uit een sterk praktijkgerichte opleiding van 16u gegeven door erkende VTS-docenten en met verplichte aanwezigheid voor de cursisten, valt in de smaak. Zo geven 50/54 docenten (92,6%) aan dat deze organisatievorm absoluut dient te worden behouden. De praktijkgerichte aanpak van deze opleiding wordt daarbij sterk benadrukt als één van de grote pluspunten van deze laagdrempelige opleiding. Voor enkele docenten is de omvang te beperkt en dient nog meer nadruk op een praktijkgerichte invulling te worden gelegd. 3.3.2.5. Meerwaarde op het terrein? Bijna alle docenten (94%) vinden dat de geattesteerden Aspirant-Initiator een meerwaarde betekenen op het terrein.
50
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.2.6. Inhoud van de opleiding In onderstaande tabel 23 is de mening van de docenten met betrekking tot de cursusinhoud Aspirant-Initiator weergegeven per sporttak. Globaal gezien kan worden gesteld dat de docenten van oordeel zijn dat het cursusboek op maat van de cursisten is (83,3%) en eveneens een duidelijke hulp is bij het geven van de lessen (92,6%). Binnen Paardrijden en Schermen zijn de docenten duidelijk een andere mening toegedaan. Ongeveer 3 op de 4 docenten houdt zich bij het geven van de lessen ook aan de vooropgestelde inhoud die beschreven staat in het cursusboek. Binnen de sporttakken Paardrijden en Volleybal is dit duidelijk niet het geval. Enigszins in tegenspraak met deze resultaten is dat zo goed als alle docenten uit alle sporttakken (96,3%) aangeven dat ze extra bagage meegeven aan de cursisten AspirantInitiator (en zich dus niet uitsluitend beperken tot de inhoud uit het cursusboek). Tabel 23. Mening van de docenten over de cursusinhoud Aspirant-Initiator
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Tafeltennis Tennis Volleybal Zwemmen Totaal
Cursusboek op maat van de cursisten? 100% 100% 83,3% 100% 100% 100% 100% 40% 100% 100% 0% 60% 100% 66,7% 88,9% 83,3%
Cursusboek is een hulp bij het geven van de lessen? 100% 75% 83,3% 100% 100% 100% 100% 80% 100% 100% 100% 80% 100% 100% 100% 92,6%
Ik hou me aan de inhoud van het cursusboek? 87,5% 75% 66,7% 50% 50% 100% 100% 40% 100% 100% 100% 60% 100% 33,3% 100% 75,9%
3.3.2.7. Benaming ‘Aspirant-Initiator’ Wat betreft de benaming ‘Aspirant-Initiator’ zijn er zowel voor- als tegenstanders. Zo vinden 34 docenten (63%) de benaming goed gekozen, terwijl 20 docenten (37%) de benaming voor verbetering vatbaar vinden, mede omdat niet iedereen “aspireert” om Initiator te worden. 3.3.2.8. Geven de meeste Aspirant-Initiators zelfstandig les/training? Uit de resultaten (zie tabel 24) blijkt dat de geattesteerden Aspirant-Initiator volgens de helft van de docenten (51,9%) zelfstandig op het terrein actief zouden zijn. Slechts 48,1% van de docenten meent dat ze onder toezicht van een hoger opgeleide staan. De hoge scores binnen Korfbal en Schermen representeren de mening van slechts één docent. Analoog aan de DSKO en STC ontkrachten alle 5 docenten binnen Paardrijden dat de geattesteerden AspirantInitiator binnen hun sporttak zelfstandig op het terrein actief zouden zijn.
51
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 24. Aspirant-Initiator als zelfstandig lesgever/trainer in realiteit (docenten)?
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Tafeltennis Tennis Volleybal Zwemmen Totaal
Akkoord 62,5% 50,0% 50,0% 50,0% 50,0% 50,0% 100,0% 0,0% 50,0% 0,0% 100,0% 40,0% 66,7% 66,7% 66,7% 51,9%
Niet akkoord 37,5% 50,0% 50,0% 50,0% 50,0% 50,0% 0,0% 100,0% 50,0% 100,0% 0,0% 60,0% 33,3% 33,3% 33,3% 48,1%
3.3.2.9. Behalen cursisten de beoogde vaardigheden? De docenten zijn hoofdzakelijk (70,4%) van mening dat de cursisten de beoogde vaardigheden van de opleiding Aspirant-Initiator behalen (zie tabel 25). De belangrijkste bemerking is dat cursisten veelal nog over te weinig praktijkervaring beschikken om gedurende de beperkte opleidingsduur de beoogde vaardigheden te kunnen bereiken. Tabel 25. Behalen cursisten de vaardigheden van de opleiding Aspirant-Initiator volgens de docenten?
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Tafeltennis Tennis Volleybal Zwemmen Totaal
Akkoord 62,5% 75% 83,3% 100% 50% 100% 100% 60% 0% 100% 0% 80% 100% 66,7% 66,7% 70,4%
Niet akkoord 37,5% 25,% 16,7% 0% 50% 0% 0% 40% 100% 0% 100% 20% 0% 33,3% 33,3% 29,63% 52
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.2.10. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? Op de open vraag wat er aan de opleiding Aspirant-Initiator dient te worden gewijzigd, geven 21/54 docenten (38,9%) aan dat er niets dient te worden aangepast, waarmee ze aangeven zeer tevreden te zijn over de huidige inhoud, organisatie- en evaluatievorm. Daartegenover staat dat 23/54 docenten (42,6%) aangeeft dat de inhoud van de opleiding voor verbetering vatbaar is. De sporttakken in kwestie (met het aantal docenten dat deze mening is toegedaan tussen haakjes vermeld), zijn: Atletiek (3/8), Badminton (1/4), Gymnastiek (4/6), Paardrijden (3/5), Rolschaatsen (1/2), Schermen (1/1), Tafeltennis (3/5), Volleybal (2/3) en Zwemmen (6/9). Voor 12/54 docenten (22,2%) mag de duur van de opleiding worden uitgebreid.
53
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.3. Evaluatie Cursisten 3.3.3.1. Voldoet de opleiding Aspirant-Initiator aan de verwachtingen van de cursisten? Uit onderstaande tabel 26 blijkt dat de overgrote meerderheid van de cursisten (87%) vindt dat de opleiding Aspirant-Initiator voldeed aan de verwachtingen. Binnen de sporttakken Gymnastiek (33%), Paardrijden (33%), Roeien (50%) en Zeilen (24%) blijkt de opleiding bij een substantieel deel van de cursisten niet te voldoen aan de verwachtingen. Tabel 26. Resultaten op de vraag “De opleiding Aspirant-Initiator voldeed aan mijn verwachtingen”
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden Roeien Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen Onbekend Totaal
Helemaal niet akkoord 2%
2% 3%
Eerder niet akkoord 11% 15% 33% 17% 9% 9%
25%
4% 33% 25%
2% 5% 4% 1%
8% 8% 8% 19% 9% 11% 11%
Eerder akkoord 55% 29% 43% 50% 30% 37% 67% 40% 44% 80% 86% 71% 86% 56% 58% 59% 57% 51% 46% 51%
Helemaal akkoord 32% 56% 24% 33% 58% 51% 33% 56% 22% 50% 20% 14% 29% 14% 36% 31% 33% 19% 40% 39% 36%
3.3.3.2. Bekwaamheid om te fungeren als zelfstandig versus hulplesgever/trainer? Overeenstemmend met het profiel van de opleiding Aspirant-Initiator voelt 88,2% van de cursisten zich na het volgen van de opleiding bekwaam genoeg om als hulplesgever/hulptrainer te fungeren. Opvallend is dat 63% van de cursisten zich eveneens in staat acht om als zelfstandig lesgever/trainer aan de slag te gaan, terwijl de opleiding Aspirant-Initiator hier niet op voorbereidt (zie tabel 27).
54
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 27. Resultaten op de vragen inzake bekwaamheid als zelfstandig versus hulplesgever/trainer
Bekwaam om als hulplesgever/hulptrainer aan de slag te gaan? Bekwaam om als zelfstandig lesgever/trainer aan de slag te gaan?
Helemaal niet akkoord
Eerder niet akkoord
Eerder akkoord
Helemaal akkoord
2,7%
9,2%
37,4%
50,8%
10%
27%
42%
21%
3.3.3.3. Activiteit als lesgever/trainer en bijdrage van de opleiding hierin? Uit de bevraging blijkt dat de respondenten actief zijn als trainer/lesgever (zie tabel 28). Zo geeft 83,7% van de cursisten aan dat ze één van de afgelopen jaren minimaal 1x/week in het seizoen training/les hebben gegeven in de sporttak waarin ze het attest Aspirant-Initiator hebben behaald. Opvallend daarbij is dat slechts 40,9% van deze actieve trainers dit doen onder leiding van een hoger opgeleide lesgever/trainer en 59,1% dus zelfstandig op het terrein staat training/les te geven als Aspirant-Initiator. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met het feit dat van deze respondenten die aangeven dat ze zelfstandig actief zijn (geweest) als trainer 35% (N=144) is doorgestroomd naar de Initiatoropleiding en dus bevoegd was om zelfstandig op het terrein te staan. Anderzijds heeft dus ook 65% (N=266) onder hen onbevoegd zelfstandig les gegeven. De overgrote meerderheid van de actieve trainers vond de opleiding Aspirant-Initiator eveneens een goede voorbereiding op hun taak als lesgever/trainer. Over de praktische relevantie van de cursustekst is men minder eensgezind. Zo geeft bijna de helft van de cursisten (45,3%) aan dat ze de cursustekst van de opleiding Aspirant-Initiator (eerder) niet gebruiken om hun trainingen/lessen voor te bereiden. Tabel 28. Huidige activiteit als lesgever en bijdrage van de gevolgde opleiding Aspirant-Initiator hierin?
Vragen omtrent huidige activiteit als lesgever en bijdrage van de gevolgde opleiding Aspirant-Initiator hierin
JA
NEE
Ik heb één van de afgelopen jaren training/les gegeven (minimaal 1x per week in het seizoen) in de sporttak waarin ik mijn attest Aspirant-Initiator heb behaald
83,7%
16,3%
De meerderheid van de trainingen gaf ik onder leiding van een hoger opgeleide lesgever/trainer (minstens Initiator of Master of Bachelor LO)
40,9%
59,1%
Voor mij was de opleiding Aspirant-Initiator een goede voorbereiding op mijn taak tijdens de lessen/trainingen
81,4%
18,6%
Ik heb de cursusteksten van de opleiding Aspirant-Initiator gebruikt om mijn trainingen voor te bereiden
Helemaal niet akkoord
Eerder niet akkoord
Eerder akkoord
Helemaal akkoord
16,9%
28,4%
36,7%
18%
55
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.3.4. Motivatie om de opleiding Aspirant-Initiator te volgen? Uit tabel 29 blijkt dat de belangrijkste reden voor de cursisten om de opleiding AspirantInitiator te volgen, is om op die manier de opstap naar de Initiatoropleiding te kunnen maken. Maar liefst 70,1% verklaart zich (helemaal) akkoord met deze stelling, wat weliswaar in schril contrast staat met het reële doorstromingspercentage van amper 13,31%. Het feit dat de clubs subsidies (kunnen) ontvangen voor hun geattesteerden Aspirant-Initiator wordt door 66,1% van de cursisten ontkracht als zijnde een reden om deze opleiding te volgen. Daarentegen haalt 47,7% van de cursisten de nood aan opleiding aan als reden om de opleiding te volgen. Tabel 29. Motivatie om de opleiding Aspirant-Initiator te volgen?
Nood aan opleiding? Subsidies voor de club? Opstap naar Initiator?
Helemaal niet akkoord 22,4% 43,9% 10,4%
Eerder niet akkoord 29,9% 22,2% 19,5%
Eerder akkoord 29,1% 21,4% 28,6%
Helemaal akkoord 18,6% 12,5% 41,5%
3.3.3.5. Opleiding Aspirant-Initiator als eindpunt? Hoewel uit de bevraging blijkt dat het volgens 46% van de cursisten volstaat voor hun sportclub dat hun trainers/lesgevers het attest Aspirant-Initiator hebben behaald, geeft 77% van de cursisten aan dat de opleiding Aspirant-Initiator niet het eindpunt van hun trainersopleiding is (zie tabel 30). Hoewel dit een positieve bevinding is, staat dit opnieuw in sterk contrast met de reële doorstromingsgraad van 13,31%. Voor de cursisten die wel wensen door te stromen naar de Initiatoropleiding (77%) zijn de belangrijkste redenen hiertoe het vergaren van extra kennis/kunde (59%), de extra mogelijkheden om les/training te geven (24,6%), de expliciete vraag van de eigen sportclub (6,8%) en de financiële vergoedingen die hiertegenover staan (4,4%) (zie tabel 31). Voor de cursisten die niet wensen door te stromen naar de Initiatoropleiding (22,2%) is de belangrijkste reden hiertoe overduidelijk het tijdsintensieve karakter van deze opleiding (61,8%), gevolgd door het feit dat men reeds voldoende bagage vergaard heeft in de opleiding Aspirant-Initiator (12,9%), het gebrek aan een aanbod in de buurt (5,9%) en leeftijd/gezondheidsredenen (5,9%) (zie tabel 32).
Tabel 30. Opleiding Aspirant-Initiator als eindpunt?
Vragen omtrent de opleiding Aspirant-Initiator als mogelijk eindpunt Voor mij is/was de opleiding Aspirant-Initiator het eindpunt van mijn trainersopleiding Voor mijn sportclub volstaat het dat trainers/lesgevers het attest Aspirant-Initiator behaald hebben
JA
NEE
Geen idee
22,2%
77%
0,8%
46%
37,8%
16,3%
56
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Tabel 31. Redenen om wél een Initiatoropleiding te volgen?
Belangrijkste reden waarom men wel een Initiatoropleiding wenst te volgen? Bijleren, extra kennis en kunde Meer mogelijkheden om les/training te geven Omdat mijn sportclub dit vroeg/vraagt Financiële vergoedingen De vrijstellingen die ik krijg als Aspirant-Initiator Andere
% cursisten 59% 24,6% 6,8% 4,4% 3,7% 1,4%
Tabel 32. Redenen om geen Initiatoropleiding te volgen?
Belangrijkste reden waarom men geen Initiatoropleiding wenst te volgen? Te tijdsintensief Voldoende bagage vergaard in de opleiding Aspirant-Initiator Geen aanbod in de buurt Leeftijd/Gezondheidsredenen Technisch onvoldoende geschoold Te duur Gestopt als trainer Gelijkgesteld als Bachelor/Master LO Niet tevreden over de docent Andere
% cursisten 61,8% 12,9% 5,9% 5,9% 3,8% 3,2% 2,7% 1,1% 1,1% 1,5%
3.3.3.6. Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding? Op de open vraag wat er aan de opleiding Aspirant-Initiator dient te worden gewijzigd, geeft 61,4% van de cursisten aan dat niets dient te worden gewijzigd. Voor 22% van de cursisten is de inhoud van de cursus voor verbetering vatbaar, voor 10,3% de duur van de opleiding en voor 4,1% zowel de inhoud als de cursusduur (zie tabel 33). Tabel 33. Wat dient volgens de cursisten te worden gewijzigd aan de opleiding Aspirant-Initiator?
Wat dient te worden gewijzigd aan de opleiding Aspirant-Initiator? Niets De inhoud van de cursus De duur van de cursus De duur van de cursus + de inhoud van de cursus De docent De toelatingsproef/toegankelijkheid Het cursusaanbod Andere
% cursisten 61,4% 22,0% 10,3% 4,1% 0,5% 0,5% 0,4% 0,8%
57
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.4. Evaluatie VTS-secretariaat 3.3.4.1. Wat zijn de sterke punten van de opleiding Aspirant-Initiator? -
Laagdrempelige opstap (instapniveau) naar sportkaderopleiding in een sporttak Uitsluitend gedoceerd door docenten die door de denkcel zijn erkend Beknopte opleiding (16u) Sterk praktijkgerichte lessen De cursustekst bevat een uitgewerkt basispakket oefenstof Mogelijkheid tot het geven van bepaalde vrijstellingen i.f.v. Initiatoropleiding De theoretische handleiding in de cursustekst zorgt voor uniformiteit binnen de verschillende sporttakken die een opleiding Aspirant-Initiator aanbieden De cursustekst laat naast de (uniforme) sporttakoverschrijdende cursusinhoud ruimte voor sporttakspecifieke inhoud Er is afstemming op het vak ‘Didactiek’ binnen het Algemeen Gedeelte Initiator (organisatorische richtlijnen, elementaire werkvormen, veilige begeleiding basisvormen/spelen) Het evaluatieformulier Aspirant-Initiator beoogt een volledige evaluatie van de belangrijkste vaardigheden en attitudes van de cursist Door het leren van praktische vaardigheden kunnen jongeren vrij vroeg anderen beginnen te begeleiden onder leiding van een hoger opgeleide lesgever/trainer Geen verplicht, maar een facultatief opleidingsniveau (denkcellen kiezen zelf of dit niveau opgenomen wordt in de opleidingen binnen hun sporttak) Het afleveren van een attest geeft erkenning aan de cursist die slaagt voor deze opleiding en tevreden is met een rol als helper/begeleider Als sporttakgerichte opleiding gecatalogeerd, versterkt dit de binding met de sporttak (minder het geval indien deze opleiding onder de ‘begeleidingsgerichte opleidingen’ zou worden gecatalogeerd)
3.3.4.2. Wat zijn de zwakke punten van de opleiding Aspirant-Initiator? -
-
Subjectiviteit van de evaluatie (bijvoorbeeld meetbaarheid ‘positieve attitude’) en ruimte die het evaluatieformulier laat voor interpretatie door de docent Moeilijk om de geldigheidsduur van de vrijstelling(en) voor het opleidingsniveau Initiator (2 jaar) te bewaken Attest Aspirant-Initiator leidt bij enkele sporttakken tot onterechte vrijstellingen van opleidingsonderdelen van Module 3 Initiator. Er is geen of onvoldoende evaluatie, noch grond voor evaluatie van didactische vaardigheden die kan leiden tot vrijstelling voor Initiatorvakken. Erkende cursus i.p.v. VTS-cursus: complexer om op te volgen voor het VTS-secretariaat Beschikbaar materiaal op VTS-extranet wordt te weinig gebruikt Inhoud (sommige sporttakken) overstijgt de doelstelling van de opleiding Weinig controle op overeenstemming tussen het aangeboden lessenpakket en het profiel van helper/assistent en onvoldoende inhoudelijke controle op de sporttakspecifieke inhoud
58
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
3.3.4.3. Wat zijn de mogelijke opportuniteiten van de opleiding Aspirant-Initiator? -
Clubs streven kwaliteitsverbetering van hun clubaanbod na door hun nog nietgekwalificeerde lesgevers een minimale/beknopte opleiding te laten volgen (‘Beter iets dan niets’) Vrij grote groep van gekwalificeerden in het huidige trainersveld bevestigt de behoefte aan een opleiding voor helpers Een grote groep van niet-gekwalificeerden is geïnteresseerd in een laagdrempelige opleiding Groeiende inzet sportfederaties/steden en gemeenten op het vlak van sportbegeleiding (verloning/werving) Trainers zien een mogelijkheid om beroep te doen op een ‘helper’ die eenvoudige opdrachten kan uitvoeren in de begeleiding van sporters tijdens een training (bv. ouders) Verhoogde participatie in de begeleiding door nog actieve jonge, maar minder begenadigde sporters (verhoging van de clubverbondenheid) Organisatorisch combineren/plannen van een opleiding Aspirant-Initiator en de sporttechnische toelatingsproef Initiator (indien van toepassing) Organisatorische afstemming op Initiatoropleidingen (mits goede opvolging door de DSKO) versterkt de doorstroming (Impuls-)subsidies vanuit gemeenten Deel van de doelgroep kiest makkelijker voor een korte, gerichte opleiding Mogelijkheid tot lokale organisatie dichtbij huis Vraag van (topsport)scholen naar opleidingsmogelijkheden binnen hun programma
3.3.4.4. Wat zijn de potentiële bedreigingen van de opleiding Aspirant-Initiator? -
Te weinig erkenning door gemeenten (geen/onzekerheid van (impuls)subsidie) Snel subsidiegewin voor de clubs als externe motivatie voor deelname Een beperkte doorstroom lost de verwachtingen naar een hoger aantal kandidaatdeelnemers Initiator niet in Ontbreken van de intentie bij deelnemers om door te stromen naar Initiator Doorstroming vaak te docentafhankelijk (stimulerend of niet) Ontbreken van stappen vanuit VTS tegen sportfederaties die de oorspronkelijke afspraken (vb. profiel) niet naleven Weinig controle door de sportfederaties op het al dan niet zelfstandig begeleiden (assistent vs. zelfstandig lesgever) Te beperkte administratieve controle en sturing vanuit VTS Contactpersonen reageren dikwijls niet op hun e-mails Onvoldoende promotie door sportfederaties (bv. door onwetendheid van de sportfederatie indien georganiseerd door gemeente) Aspirant-Initiator is een erkende cursus: de kostprijs wordt volledig doorgerekend naar de cursisten (geen subsidiëring)
59
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
60
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
HOOFDSTUK 4 :
Feedback DSKO’s/STC’s m.b.t. de kwantitatieve/kwalitatieve analyse
Het afgewerkte evaluatierapport (pp. 1-60) werd op 11 december 2014 teruggekoppeld naar alle betrokken DSKO’s en STC’s met de vraag om feedback met betrekking tot de eigen sporttak te bezorgen. Een herinnering werd uitgestuurd op 8 januari 2015. De mogelijkheid werd ook geboden om mondeling verdere inhoudelijke toelichting bij dit rapport of de resultaten ervan te krijgen via een persoonlijke afspraak op het VTS-secretariaat in de loop van de maand januari 2015. In dit hoofdstuk wordt de schriftelijk ontvangen feedback integraal weergegeven. Tabel 34. Overzicht van de ontvangen feedback van de DSKO’s/STC’s
Sporttak Atletiek Badminton Gymnastiek Handbal Judo Ju-jitsu Karate Korfbal Paardrijden
Feedback ontvangen? Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Sporttak Rolschaatsen Ropeskipping Schermen Taekwondo Tafeltennis Tennis Volleybal Zeilen Zwemmen
Feedback ontvangen? Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Atletiek (Paula Vanhoovels, DSKO) Proficiat voor dit zeer uitgebreid en degelijk rapport. Dit rapport is zeer veel omvattend en héél interessant. Ik heb geen bemerkingen of aanvullingen, de gegevens zeggen voldoende. Badminton (Jo Van Damme, DSKO) Van harte gefeliciteerd met dit interessante uitgebreide rapport. We zouden de instroom moeten kunnen opdrijven naar 50% om onze doelstelling te bereiken hierdoor automatisch een hogere doorstroom realiserend. De pedagogische meerwaarde van geattesteerden die in club werken zonder begeleiding van een gediplomeerde is moeilijk meetbaar - heeft mogelijk een symbolische waarde - maar dient blijvend bewaakt te worden (zie o.a. reglement badminton +). Cluster binnen de federatiewerking: het reglement badminton + werd op het bilateraal gesprek jeugd bovendien als bijzonder sterk gewaardeerd (en zij zien heel wat federaties passeren). AI heeft ook een promotionele waarde binnen de federatiewerking. Zeer rationeel - als een manager beoordeeld (wat ik zeker niet ben :)) zou ik zeggen: indien de AI door derden - lokale besturen - lokale sportdiensten en uiteraard clubs - wordt georganiseerd en wij enkel de lesgever dienen aan te reiken zullen we altijd ondersteunen we hebben trouwens een heel goede cursus met veel dank aan Sofie. Eigen initiatieven om vanuit de federatie AI in te richten zijn kosten baten analyse bekeken minder doeltreffend en deze energie kan beter naar de organisatie van cursussen en bijscholingen gaan. Hoop hiermee bij te dragen tot het geheel - alle feedback en suggesties blijvend welkom. 61
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Gymnastiek (Lore Marguillier, Josie Surmont en Els Coppieters, DSKO’s en STC) We hebben het voorlopig evaluatierapport doorgenomen, en dit zijn onze bevindingen, opmerkingen en vragen: - In grote lijnen zijn er voor ons geen echte grote verrassingen in de resultaten. Wel willen we graag aanhalen dat ‘onze cijfers’ iets positiever zijn (maar wel in dezelfde lijn). Van al onze actieve gediplomeerde initiators gymnastiek heeft 15% ook een diploma aspirant-initiator. Dit tegenover de cijfers van Bloso: 11% van de mensen die met de cursus initiator starten zijn ook aspirant-initiator. - Uit de resultaten blijkt dat er momenteel geen ondersteuning is door de DSKO in gymnastiek. Hiervan zijn we ons bewust, omdat we eerst gefocust hebben op de andere opleidingen die gescreend werden en herwerkt. In navolging van deze evaluatie wensen we de opleiding aspirant-initiator gymnastiek actief inhoudelijk bij te sturen in samenwerking met docenten aspirant initiator, en vervolgens ook verder op te volgen. - Het rapport is een zeer nuttige bundeling van informatie, maar we missen een concreet besluit van het hele onderzoek. - Kunnen we per sporttak zelf de vrijstellingen van AI naar INI bepalen? - Mogen we starten aan inhoudelijke hervorming? Dienen we binnen huidige organisatieen evaluatievorm te blijven? - Hebben jullie er een zicht op welk percentage van de geattesteerde aspirant-initiator er na 2 jaar nog actief is in de club - vermits ze de opleiding op jonge leeftijd volgen en er nadien nog heel wat veranderingen in hun leven komen? Handbal (Gerrit Vertommen en Linde Panis, DSKO’s) We kunnen ons zeker vinden in het rapport. Voor de VHV zijn volgende zaken belangrijk: - Wij zijn voorstander om de AI te behouden in de huidige vorm. Het is voor ons belangrijk om in de jongste leeftijdscategorieën te kunnen werken met assistent trainers. Dit om de hoofdtrainer te ondersteunen bij groeiende deelnemersaantallen. Jonge trainers kunnen zo hun eerste ervaringen opdoen die ze nadien kunnen meenemen naar het initiator niveau. Naast de jonge, startende trainer waarvan we aanmoedigen dat hij/zij doorstroomt (via het volgen van de AI hebben we hun gegevens en kunnen we gericht reclame maken voor de I), is het betrekken van ouders op de trainingsvloer voor ons een 2de argument om dit niveau te behouden. - In elke jeugdgroep zijn ouders die telkens aanwezig zijn op de training en graag de trainer willen ondersteunen en helpen. Zij zijn niet bekwaam voor het I niveau, maar de basiskennis die ze in een AI opdoen, is wel belangrijk om hun rol goed te kunnen invullen. - Voor ons is het geen must om de vrijstellingen te behouden van AI naar I niveau. We denken niet dat het een grote invloed heeft op de doorstroming. Wanneer de helft van de cursisten tijdens een I cursus bovendien reeds AI is, is er een lage aanwezigheid tijdens de lessen van het vrijgestelde gedeelte wat natuurlijk geen ideale lesomstandigheden tot gevolg heeft (weinig cursisten die les) Judo (Sylvain Mercier, DSKO) De aspirant-initiatorcursus in het judo heeft als doel om de bruine gordels wat didactische vaardigheden bij te brengen om zo de hoofdtrainer op de mat beter te kunnen begeleiden. De doelgroep voor de aspirant-initiator is de begeleiding van witte gordels. Indien er gekeken wordt naar de tabel wordt er een gemiddelde leeftijd van 26 jaar gezien. De leeftijd geeft weer dat zowel jongeren als wat ouderen hier aan meedoen. De reden dat deze cursus ook ouder publiek aantrekt is niet zo ver te zoeken. De voorwaarde om te mogen instappen in de initiatorcursus is het bezitten van de zwarte gordel. Dit betekent dat er ook ouderen meedoen in de aspirant-cursus die later de zwarte gordel nooit zullen behalen. Voor deze mensen is de cursus dus onontbeerlijk zodat deze mensen ook didactische vaardigheden opdoen en zodoende de witte gordels op een correcte manier kunnen begeleiden. Indien deze 62
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
cursus niet zou bestaan, zouden ze op de mat de witte gordels begeleiden zonder dat ze ervoor specifieke didactische vaardigheden opgedaan hebben. Een aspirant in het judo zal trouwens nooit alleen op de mat staan, hij staat onder de (hoofd-)trainer die een pedagogisch VTS-diploma bezit. Het bezitten van een trainer B diploma is trouwens een vereiste om een club te mogen openhouden. Uit de tabel blijkt dat er slechts 8% instroom is naar de initiatorcursus en slechts 6% doorstroom. De verklaring is niet zo ver te zoeken. Om de initiatorcursus te behalen, moeten de aspiranten hun examen afleggen voor zwarte gordel. Slechts enkelen hebben dit gedaan. De zwarte gordel behalen, neemt heel wat tijd in beslag om zich voor te bereiden en niet iedereen heeft daar het technisch niveau daarvoor. De mensen die in het bezit zijn van een zwarte gordel slaan automatisch de cursus aspirant over om zich onmiddellijk in te schrijven in de initiatorcursus. Uit de tabel pagina 35 blijkt dat mensen met een aspirant-initiator-diploma minder slaagkansen zou hebben dan iemand die onmiddellijk voor initiator gaat. Dit zou te wijten zijn aan het technisch niveau van de judoka. De betere judoka's halen veel sneller hun zwarte gordel en zullen zich onmiddellijk inschrijven in de initiatorcursus. Door hun hoger technisch startniveau zullen ze gemakkelijker de initiator succesvol afwerken wat het negatief verschil verklaart. Uit voorgaande stellingen kunnen we dus besluiten dat voor het judo de doelstelling naar meer doorstroming naar de initiatorcursus niet behaald is. De doelstelling van meer kwalitatieve lesgevers is wel behaald. De cursus heeft zijn nut vooral bij de bruine gordels die minder ambitie hebben om hun zwarte gordel te behalen maar niettemin kan aan deze mensen toch een opleiding aangeboden worden om hun didactische vaardigheden te verbeteren zodat ze toch op een kwalitatieve manier hun trainer op de mat kunnen begeleiden. Deze cursus heeft dus een belangrijke educatieve waarde! Ju-Jitsu (Paul Pauwels, DSKO) Dank voor het evaluatierapport. Het rapport weerspiegelt perfect wat wij van de opleiding vinden, aangezien het gebaseerd is op onze eigen evaluaties. Ik had daarom ook geen aanvullende opmerkingen of vragen. Conclusie en voor alle duidelijkheid: wij zijn tevreden over de opleiding en wensen deze te behouden. Evalueren en bijsturen is altijd noodzakelijk, net zoals bij alle andere opleidingen. Ju-Jitsu (Jan Van Gestel, STC) Ik heb het rapport bekeken. Het ziet er allemaal heel duidelijk uit. Ik stel me wel vragen bij de slaagpercentages van het aantal doorgestroomden in de opleiding Initiator, al is dit voor het ju-jitsu nog voorzichtig positief. Mag ik opperen dat zeker wordt gekeken naar de achtergrond van de cursisten? Dit zou bv. kunnen betekenen dat veel cursisten in de opleiding Aspirant-Initiator een lager opleidingsniveau (en ervaring) hebben dan cursisten die rechtsreeks aan de cursus Initiator beginnen. De cursisten kunnen de kennis van de cursus AI vanuit hun achtergrond misschien wel verwerken maar die van Initiator niet. Voor anderen (hoger opgeleiden of meer kennis door ervaring) geldt misschien dat zij wel de nodige achtergrondknowhow hebben om te slagen in de cursus Initiator en slaan ze de opleiding AI gewoon over. Een andere factor is misschien de tijdsinvestering. Misschien kunnen bepaalde cursisten wel de nodige tijdsinvesteringen maken om te slagen in de cursus AI maar niet voldoende (studietijd) in de opleiding Initiator. Ook nog – is er een te groot verschil in evalueren op, of de intensiteit van, de cursussen AI en Initiator zodat bepaalde cursisten die geslaagd zijn in de opleiding AI de indruk krijgen dat ze het Initiatorniveau ook aankunnen? Het zijn maar ideeën die misschien het onderzoeken waard zijn?
63
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Karate (Griet Bonamie en Katrien Bogaert, DSKO en STC) Ik heb dit in een rapje doorgenomen en lijkt me ok. Ik kan me vinden in de conclusies die helemaal op het einde verwoord staan. Mooi document. Ik heb geen opmerkingen. Korfbal (Daniël De Rudder, DSKO) Cursusorganisaties. Voor onze Korfbalfederatie is het aanbieden van een A.I. cursus een positieve bijdrage. Als één van de eerste sportfederatie/sporttak hebben wij deze A.I. opleiding aangeboden. Van 2009 en 2014 zijn 335 geattesteerden afgeleverd en hebben ongeveer 2 à 3 opleidingen per jaar plaatsgevonden. Deze cursussen werden in de 4 verschillende korfbal spelende regio’s naar behoefte en à rato aantal spelende korfballers aangeboden: Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en de Kempen. Meestal werden de cursussen zelf door de Federatie (88%) georganiseerd omwille van vraag vanuit de clubs. Doel opleiding. Jongere spelers en senioren die zich geroepen voelen om mee te helpen bij de jeugdopleiding in hun vereniging kunnen dank zij het volgen van deze cursus op een betere, verantwoorde en veilige manier de jeugdspelers begeleiden en zijn klaar hoger gekwalificeerde trainers te assisteren. Naargelang de noodzaak en de behoefte van de vereniging werkt de AI trainer zelfstandig. Geen concreet cijfer voorhanden. Inhoud en doelgroep. Inhoudelijk richt de A.I. cursus zich tot de allerjongste korfballertjes (6 à 9 jaar). Het leren verantwoord omgaan met deze kinderen wordt zowel theoretisch als praktisch aangebracht. Het praktisch leren organiseren, ordenen en aanbieden van eenvoudige recreatieve en coördinatieve oefenvormen bij de allerjongste korfballertjes is eveneens één van hun opdrachten. Elementaire techniek gericht naar de doelgroep is ook een onderdeel van de opleiding A.I. Instroom – uitstroom. 27% is het percentagecijfer van alle korfbal A.I-geattesteerden die zich voor het niveau Initiator verder kwalificeerden met een groot slaagpercentage. Dit betekent een toch wel positieve instroom. Ongeveer 78% van de doorgestroomde A.I. trainers zijn na 2 jaar doorgestroomd van AI naar Initiator opleiding. Betekent dat na 2 jaar ervaring de motivatie werd opgewekt om zich verder te kwalificeren naar een hoger niveau. Positief effect naar verdere doorstroming en kwalificatie. Evaluatie en swot-analyse. Ben het volledig eens met de uitgediepte evaluatie en met de aangehaalde swot-analyse. Eindconclusie. A.I. opleiding moet gezien worden als een 1ste laagdrempelniveau binnen de totale structuur van het VTS opleidingsstramien. Het is een laagdrempelniveau die naar bestaande behoeften en doelgroepen van de sportfederatie moet kunnen opereren. Het is een bijkomende meerwaarde om de kwaliteitszorg in de jeugdopleiding te verbeteren. De misschien niet verhoopte resultaten van instroom en doorstroming mag geen argument zijn om de opleiding af te schaffen. De VTS-financiële ondersteuning/bijdrage qua organisatie, vergoeding/verloning van docenten is voor VTS heel miniem. De organisators zijn verantwoordelijk voor de meeste financiële lasten. Indien de A.I.-opleiding door VTS zou worden afgeschaft, zal de federatie een vervangende, gelijkaardige, identieke opleiding voorzien. Paardrijden (Karen De Clercq, STC) Vanuit de Vlaamse Liga Paardensport hebben we het dossier goed doorgenomen. We waren verrast bij sommige resultaten en kunnen hier zeker werkpunten uit meenemen in kader van onze nieuwe opleidingsvisie kaderopleidingen paardrijden. Vanuit de federatie zijn we blijvende voorstander van het behoud van de opleiding aspirantinitiator. Tot op heden waren wij niet de trekker van deze opleidingen maar verliep dit via de gemeentes. We zijn er echter wel van overtuigd dat de opleiding aspirant-initiator een meerwaarde kan betekenen in onze werking en willen dan ook vanaf 2016 deze opleidingen 64
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
organiseren vanuit de sportfederaties (VLP/LRV). 2015 zal gebruikt worden om hier de nodige voorbereidingen voor te treffen, dit o.a. op inhoudelijk vlak maar ook qua begeleiding docenten. Zoals ook weergegeven in het rapport, beamen wij 2 verschillende doelgroepen voor deze opleidingen. Enerzijds een doelgroep voor wie deze opleiding als eindpunt kan aanschouwd worden. Dit betreft vaker ouders van ruiters, oudere helpers in de clubs… die graag weten hoe ze op een correcte manier hun (eigen) kinderen kunnen begeleiden. Anderzijds biedt deze cursus een lage instapdrempel voor jonge, toekomstige lesgevers. Wij zijn zelfs voorstander om de leeftijdsgrens nog een jaar te verlagen (naar 14 jaar), aangezien dit deze leeftijdscategorie vragende partij is voor het volgen van een opleiding. Ook zijn we van mening dat we cursisten op deze leeftijd meer kunnen sturen in functie van de latere Initiatoropleiding. Met andere woorden: hen langer warm maken, mogelijkheden aanbieden voor rijvaardigheidsproeven. Men heeft dan ook ruim 2 jaar de tijd om zich voor te bereiden op de Initiatoropleiding. We trachten dan ook het cijfer van de lage instroom te vergroten door op deze leeftijd in te spelen op de cursisten. Indien de verlaging van de leeftijd voor deze opleiding mogelijk is, zijn we zeker vragende partij. Samen met Donaat, onze nieuwe PDSKO, wordt dit jaar een draaiboek voor de organisatie van deze kaderopleidingen opgesteld. Rolschaatsen (Anja Decoster) Heb het rapport aandachtig doorgenomen en mijn bemerkingen hieronder genoteerd. Sporttechnische toelatingsvoorwaarden: BIj het rolschaatsen kan het soms nuttig zijn dat een helper op schoenen staat. Dus die moet dan niet perse de oefeningen allemaal zelf kunnen. Zich voortbewegen op skates zou wel een min. voorwaarde kunnen zijn. Werd er ook gekeken naar de aanvullende modules of enkel naar de basis-initiatorcursus om de doorstroming te bepalen (in het verslag staat dat er bij gymnastiek en zeilen verschillende initiatoropleidingen zijn, dit is bij het rolschaatsen ook zo). We hebben enkel een aspirant georganiseerd als de vraag van een sportdienst kwam (en meestal had dan een club die vraag aan een sportdienst gevraag) (meestal ging het om clubs die weinig of geen initiators hadden) (de federatie heeft ook aangegeven dit niet te willen organiseren) Relatief grote doorstromingsgraad (komt mede doordat we in onze sporttak over kleine aantallen spreken) maar dit is natuurlijk wel positief. We hebben altijd zo snel mogelijk na de Aspirant-Initiatorcursus in dezelfde regio een initiatorcursus georganiseerd. Slaagcijfers initiator met of zonder vooropleiding liggen in elkaars buurt ( maar 2 procent verschil). Volgens het verslag zijn er voor mijn sport 2 aspiranten die niet geslaagd zijn bij de initiatoropleiding (eerlijk gezegd weet ik niet wie dit kan zijn, ik dacht altijd dat die allemaal geslaagd waren). Kan jij opzoeken om wie dit juist gaat, dan kan ik een mogelijke oorzaak geven. We willen met onze aspirant-cursussen ook ouders aanspreken die sporttechnisch niet het niveau halen voor de initiatorcursus. Maar de instroom van deze groep was zeer miniem. (bijna te verwaarlozen) Docenten zijn blijkbaar tevreden over cursustekst, ondersteuning DSKO, opbouw cursus enz. dit is fijn om te lezen! Ze vinden blijkbaar wel dat de cursisten de beoogde vaardigheden niet halen. Ik denk dat dit komt omdat het ook docenten zijn die bij de initiatorcursus lesgeven en 65
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
dus het niveau vergelijken. Bij onze aspiranten hebben we vaak instroom van cursisten met weinig tot geen ervaring. Diegene die al ervaring hebben, volgen meteen de initiatorcursus. Ik vrees ook dat onze aspiranten inderdaad eerder zelfstandig aan de slag gaan. Vorig jaar kreeg ik vanuit een club een vraag naar een Aspirant-Initiatorcursus. Aangezien de gemeente niet meteen wilde organiseren en er in dezelfde regio ook een initiatorcursus gepland stond, hebben al deze geïnteresseerden zich ingeschreven voor de initiatorcursus (heb telefonisch contact gehad met de clubverantwoordelijk en hen eerder aangeraden om meteen voor de initiatorcursus te gaan). Als de aspirant cursus blijft bestaan, vind ik wel dat we eens moeten kijken naar de vrijstellingen (door de opbouw van het stramien initiator kunnen we maar voor 2u meer een vrijstelling geven, het vak spelvormen, en voor mij persoonlijk is dit te beperkt om aspiranten over de streek te trekken om een initiatorcursus te volgen.) Ook de cursustekst (met aanbod LVB) dient geüpdate te worden. Schermen (Anneke Daems, DSKO) Wij hadden geen bijkomende opmerkingen. Ik voelde zelf wel een zeker nood om onze 'ongeoorloofde' uitbreiding van de uren te counteren met de vraag op welke wijze de permanente evaluatie verloopt bij de andere sporttakken. Misschien dat we met het voorzien van minstens twee op drie evaluaties per deelnemer, met al snel een 15 tal minuten in de praktijk te grondig zijn? Taekwondo (Nele Schouterden, STC) Ik heb de evaluatie doorgenomen. Ik heb niet speciaal verdere feedback. Ik ben er zelf niet uit aangaande het al dan niet behouden van dit niveau in taekwondo Tafeltennis (Jo Willems, STC) Alweer een mooi werkstukje. Ik denk dat het een heel volledig beeld geeft met zowel pro’s als contra’s. Ik denk dat je ook qua methodiek e.d. heel omzichtig te werk bent gegaan dus daar valt niets op aan te merken. Het is natuurlijk zo dat het voor een aantal cijfers over nogal beperkte gegevens gaat en dat dit soms wel een beetje een vertekend beeld kan geven. Ik vind nog altijd dat de opleiding aspirant-initiator waardevol is maar ik merk nu ook wel beter de tekortkomingen en de bedreigingen Tennis (Valentijn Pattyn, DSKO) In bijlage feedback rapport Asp-INI Tennis. Zeer goed uitgewerkt rapport, waarvoor onze appreciatie!!! Heeft geleid tot concrete to do’s voor ons, dus zeker mooie meerwaarde voor federatie. 1 voorbeeld: Wij hebben nu doorstromingsexcel op niveau 0 > 1 en 1> 2 waar we perfect kunnen ‘tracken’ wie voor wat is ingeschreven. Niet ingeschrevenen kunnen we mailen en leertrajecten voorstellen. Een nieuwe service voor kandidaten die hopelijk doorstroom zal verbeteren. In elk geval zijn en blijven wij 200% voorstander van de opleiding. Inleiding. Waarom Aspirant-Initiator voor tennis? Belang van helpersfunctie, instap sportkaderopleiding en voorbereiding op Initiator. 0-niveau is zeker goed om erop te wijzen dat het geen volwaardige trainer is. Ook in tennis is het zo dat er aspiranten zijn die met dit diploma zelfstandig training geven. Blijvende zorg, zie verdere actiepunten! Er is geen sporttechnische toelatingsvoorwaarde voor aspirant-initiator. Er is een praktische proef (via permanente evaluatie) in de cursus aspirant voor het niveau initiator (mgh tot vrijstelling toelatingsproef). Hiervoor slaagt ongeveer 2 op 3 cursisten (2014 – 67%). Gemotiveerde en sterke kandidaten die voldoen aan de instapleeftijd initiator slaan de cursus aspirant-Initiator over. Dit wordt ook door ons zo gemotiveerd (beter inspanningen leveren op niveau initiator en instructeur B). Er is wel een stage. Ze assisteren op een Kids Toer. We doen dit héél bewust en dit was ook al zo in de voorganger van Aspirant-Initiator (minitennisbegeleider). Reden is 66
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
dat les volgen en (recreatieve) competitie niet aan elkaar gekoppeld is bij jeugdtennis. We willen dat alle aspiranten het instap jeugdcircuit kennen zodat ze spelertjes kunnen motiveren om hieraan deel te nemen. Daarnaast hebben vele aspiranten nog geen ervaring met jonge spelers en zien ze op een Kids Toer ook eens wat zo’n spelertjes kunnen in de praktijk. We bespreken enkel de kwantitatieve analyse omdat er voor tennis weinig extra info komt uit de kwalitatieve analyse. - Cursusorganisatie aspirant. Heel hoog aantal cursisten. Groot aantal niet met doel om initiator te volgen, maar wel om 2à3j te helpen tijdens stages/ lessen aan de jongste groepen. Grote nood in clubs hiervoor! Reden hiervoor is de traditie om 1 begeleider te hebben per 4 à 6 spelers (terwijl deze ratio in andere sporten een pak lager ligt). Geattesteerden aspirant. Jonge leeftijd bij behalen attest. Mogelijke link met uitstroom (slagingspercentage)?. Jonge trainers missen vaak nog maturiteit om een opleiding Initiator tot een goed einde te brengen. - Impact op Initiator. Instroom Aspirant-Initiator binnen de initiatoropleiding. Hoog cijfer voor tennis. Bijna 1/2 (44%) die cursus ASP-INI op voorhand volgt komt overeen met onze observaties. Vooral jonge competitiejeugd die een trainersloopbaan ambieert start met aspirant om dan door te stromen naar initiator. Ze doen dit meestal op vraag van de club om op jonge leeftijd te begeleiden tijdens lessen voor de kleinsten. - Doorstroom. Factor voltooien 4 modules zorgt ervoor dat veel trainers nog bezig zijn met traject. We hebben het 2de hoogste interval tussen voltooien aspirant en initiator. Belangrijk voor tennis is dat wij niet alle aspiranten bekwaam achten om initiator te volgen. 33% krijgt van ons de boodschap dat aspirant hun maximum niveau is (maw dat wij ze niet bekwaam achten om ‘zelfstandig’ training te geven). Hoofdreden is steeds de beperkte sporttechnische bekwaamheid die te laag is voor initiator. - Uitstroom. Rechtstreekse instroom initiator is vaak kwalitatiever (hoger geklasseerde spelers + trainers gericht op doorstromen naar hogere opleidingsniveaus). Effect van invoer op uitstroom initiator: gezien de voorgeschiedenis met opleiding minitennisbegeleider is een positief effect niet evident. In het beleidsplan 2013-2016 is het streefdoel om de instroom te behouden (positief effect tijdens hoogconjunctuur, nu trachten aan te houden). Actiepunten - Continue zorg om clubs en hoofdtrainers te overtuigen om aspiranten geen ‘zelfstandig’ training te laten geven. Er is zeker misbruik en dit moet actief bestreden worden. - Meer aandacht voor het sneller afwerken van het opleidingstraject (M1 tot en met M4). Samen organiseren van de 4 modules staat op de agenda om te bespreken voor 2016. - Op niveau Initiator stage op eigen club en externe club voltooien voor 1e zittijd. - Trainers die zouden moeten doorstromen (zeker vanaf klassement C+30/2), moeten we meer inspanningen doen om te laten doorstromen (= actiever opvolgen). Op die manier blijft de instroom misschien hetzelfde, maar moet dit een hogere doorstroom en uitstroom (slaagpercentage) garanderen. Gezien lagere slaagpercentage voor cursisten met vooropleiding aspirant moet de praktische bekwaamheid voor Initiator voldoende streng worden beoordeeld. Bevindingen - Wij hebben een héél grote traditie in opleidingen van aspiranten. Meestal zijn dit ‘tijdelijke’ assistenten die tussen 16 en 18 jaar helpen tijdens stages en waarvoor de cursus initiator een te grote drempel is. Aangezien er geen drempel is om aspirant te volgen, is het evident dat er veel aspiranten de stap naar een volgende opleiding niet (kunnen) zetten. Dankzij aspirant hebben ze toch ‘iets’ van achtergrond om te assisteren bij stages/ lessen aan de jongste groepen. - Wij meten aantal actieve trainers. Ondanks een jaarlijks hoog aantal geattesteerden aspirant blijft aantal actieve aspiranten status quo. Een deel is positieve doorstroom 67
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
richting Initiator. Hiertegenover staat ook een jaarlijks groot aantal aspiranten die hun functie stopzetten. Conclusie - Pro’s: Aspirant creëert een grote vijver i.f.v. screening toekomstige initiators. Aspirant heeft een gevestigde plaats in de jeugdopleiding van de clubs en is ook nodig voor de sporttak tennis waar er in kleinere groepen gewerkt wordt - Contra: Een deel aspiranten misbruiken het getuigschrift om zelfstandig training te geven Besluit. Voor Tennis Vlaanderen is de aspirant een waardevolle opleiding en onmisbare schakel in het opleidingssysteem (check pro’s). Taak van Tennis Vlaanderen is om werk te maken van: - Grotere doorstroom van ‘bekwame’ aspiranten naar Initiator. Bekwaam ifv hogere slaagpercentage - Snellere afwerking van de opleiding - Ontmoedigen van clubs en trainers om te aspiranten zelfstandig training te laten geven Volleybal (Brecht Van Kerckhove, DSKO) Vooreerst bedankt voor deze interessante cijfers. Heel verhelderend om alles eens op een rij te zien. Na het bekijken van deze resultaten is het voor ons duidelijk dat de aspirant in zijn huidige vorm niet onmiddellijk een meerwaarde heeft naar meer opgeleide initiators. Daarmee willen we zeker niet gezegd dat Asp INI dient te worden afgeschaft, maar te worden herwerkt, naar structuur, inhoud en voorwaarden. Het is zo dat we als federatie de aspirant tot op heden weinig hebben ondersteund. We zijn meer voorstander om direct met initiator opleidingen te starten. Indien de aspirant een grotere doorstroming zou kennen, zouden we als federatie het waarschijnlijk ook meer ondersteunen. Maar daar hebben je het verhaal van de kip en het ei. Als we naar tennis kijken zie je toch met meer ondersteuning, meer doorstroom. Het feit dat in onze tak de kans op slagen bij initiator na het volgen van Asp INI niet echt groter is, zal ook weinig cursisten stimuleren om eerst de Asp Ini opleiding te volgen. Zijn hier reeds redenen voor gevonden? Ik kan alleen maar bedenken dat door de vrijstelling van volleybalschool de cursisten het vak ook nooit hebben gestudeerd of doorgenomen, alleen maar gevolgd. Ik vermoed dat de slagingskansen groter zullen worden met de nieuwe (verminderde) vrijstellingen (waar er geen vrijstelling meer is voor volleybalschool). Als we de doorstroming voor onze tak bekijken, sterkt dat nog meer ons idee, dat veel trainers 1 opleiding volgen en het meestal daar bij houden. We willen ook graag af van het feit dat aspiranten wel degelijk zelfstandig training geven, maar zien daar niet direct een oplossing voor. Het feit dat er een paar cursisten na hun initiator 10 jaar later toch nog een aspirant volgden, was meer ter opfrissing en kijken naar de vernieuwing dan het terugschakelen. Misschien is het een idee om een maximum leeftijd te plaatsen op een Aspirant opleiding. Ik begrijp dat sommige ouders deze ook volgen om hun kinderen wat beter te begeleiden, maar daar zou, mijn inziens, een andere opleiding/bijscholing moeten worden voor uitgewerkt. Het zou in die optiek misschien interessant kunnen zijn om per leeftijd de doorstroming eens te kunnen bekijken naar initiator per sporttak. Want nu zijn er 2 soorten mensen die deze opleiding volgen: zij die het idee hebben ooit trainer te worden en zij die het idee hebben om wat meer te weten te komen over jeugdvolleybal omdat ze er zijn "ingerold". Onze cursus is ondertussen herwerkt.
68
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
Zeilen (Marcel Kubis en Vincent De Brouwere, DSKO’s) Voor ons zijn de belangrijkste punten in de cursus/evaluatie aspirant-initiator: - dat de cursus blijft bestaan; is een cursus in opmars en blijft toch belangrijk om een doorstroming te hebben naar de initiatorcursus (nu 17,73%, eveneens uit de cijfers stromen na 1 of 2 jaar de meeste cursisten door). Er dient wel nog wat bijgesleuteld te worden aan de vrijstellingen (motorbootvaren op plas/zee). - we hebben door onze bijscholing docent aspirant-initiator op 24 januari jl. een hele nieuwe poule jeugdige instructeurs die docent willen worden (er zijn daarvan ook enkelen die docent windsurfen/zwaardboten willen worden voor bepaalde vakken, maar dat is dan voor de denkcel). De procedure voor de toekomstige docenten is zo dat hun CV s naar Ann Janssens worden opgestuurd en dan wordt dit (ev.) goedgekeurd door de leden van de denkcel via email (versnelde procedure). - de cursus (inhoud) aspirant initiator dient herbekeken te worden, daar hij sinds het bestaan van de aspirant-cursus (2010) niet meer mee geëvolueerd is (ook het evaluatieformulier helemaal op het einde van de cursus willen wij graag aanpassen alsook bepaalde inhouden : schiemannen, meteo…). - de vrijstelling motorbootvaren dient herbekeken te worden. Wij zouden daarin graag ook een gedeelte voor op zee mee integreren. (nu is dit enkel motorbootvaren voor op meer). Of de aspirant-cursus opsplitsen in 2 delen (zee en meer ?) - Wij hebben de doelstelling jaarlijks 3 à 4 cursussen te laten doorgaan (vanaf 2015 1 met Maerlant Atheneum, die afdeling zeesport heeft in humaniora). Voor de cursus 2015 vb. dienden 10 clubs hun aanvraag in om de cursus bij hen te mogen organiseren, dus locaties genoeg om dit te laten doorgaan. - Mogen de aspiranten ook mee uitgenodigd worden op onze jaarlijkse diplomauitreiking? Of kan dit niet aangezien het enkel een attest is ? (is misschien ook een motivator om verder de initiatorcursus te volgen ?) - aantal uren cursus (16 uren) is ok en ook manier van evalueren vinden wij goed. Zwemmen (David De Wandel, DSKO) Zoals ik eerder je eerder al mondeling toevertrouwde: knap werk! Volledig duidelijk voor mij en geen aanvullingen. Misschien wel één kleine tip: voorzie alle grafieken van een legende (categorieën op X- en Y-as duidelijk benoemen) en geef indien van toepassing ook aan dat de rode verticale lijn voor het rekenkundig gemiddelde staat (mediaan of spreiding heb je niet berekend vermoed ik).
69
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
70
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
HOOFDSTUK 5 :
Discussie en beleidsaanbevelingen
Het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator werd in 2009 en 2010 ingevoerd binnen 19 sporttakken, waarvan eind 2014 nog steeds 18 opleidingsstramienen actief zijn. Na 2010 heeft geen enkele nieuwe sporttak de stap gezet naar het invoeren van dit laagdrempelige opleidingsniveau. In dit evaluatierapport werd de opleiding Aspirant-Initiator voor het eerst zowel kwantitatief als kwalitatief grondig geëvalueerd over de periode 2009-2014. Uit deze evaluatie blijkt dat het niet eenvoudig is om eenduidig aanbevelingen te formuleren met betrekking tot de toekomst van de opleiding Aspirant-Initiator. De negatieve cijfers stroken namelijk niet met de veelal positieve perceptie van de verschillende stakeholders op het terrein. In wat volgt, worden de bekomen resultaten geanalyseerd met de oorspronkelijke doelstellingen van het opleidingsniveau Aspirant-Initiator in het achterhoofd. Hierbij aansluitend worden vervolgens telkens een aantal aanbevelingen naar voor geschoven met het oog op een kwalitatieve bijsturing van de opleiding Aspirant-Initiator. De opleiding Aspirant-Initiator werd in het leven geroepen met een tweeledig doel. Enerzijds diende deze opleiding in te spelen op de acute nood aan helpers tijdens de trainingen binnen een aantal sporttakken en anderzijds diende via dit ‘instapniveau’ op termijn meer Initiators te worden opgeleid. De doorstroom naar dit opleidingsniveau werd aangemoedigd door de opgeleide Aspirant-Initiators vrij te stellen voor één of meerdere vakken van de Initiatoropleiding. Wat betreft de nood aan helpers tijdens de trainingen blijkt uit de cijfers dat binnen de betrokken sporttakken wel degelijk vraag was naar een dergelijke opleiding die hierop voorbereidt. Binnen de sporttakken Tennis, Atletiek, Zwemmen, Volleybal en Gymnastiek was die nood/vraag het hoogst zoals blijkt uit de cijfers van het aantal georganiseerde cursusorganisaties en geattesteerden. Hoewel tijdens de beginjaren van dit opleidingsniveau over alle sporttakken heen meer cursusorganisaties werden georganiseerd en dus ook meer geattesteerden werden gevormd, bleef de vraag ook tijdens de recente jaren manifest met meer dan 100 cursusorganisaties en 1000 geattesteerden op jaarbasis. Qua geografische spreiding situeren zich binnen heel wat sporttakken zogenaamde ‘blinde vlekken’ in Vlaanderen. De vraag naar dit opleidingsniveau is duidelijk het meest pertinent bij de jeugdige leeftijdscategorieën aangezien slechts 22% van alle geattesteerden ouder is dan 25 jaar bij het volgen en voltooien van de opleiding. 29% van de cursisten Aspirant-Initiator is jonger dan 17 jaar. De gemiddelde leeftijd voor het behalen van het attest bedraagt 23 jaar, wat als relatief hoog kan worden beschouwd. Al manifesteren zich op dat vlak duidelijke sporttakspecifieke verschillen. Binnen Atletiek bijvoorbeeld is de gemiddelde leeftijd voor het behalen van het attest 27 jaar, terwijl deze binnen Gymnastiek en Tennis slechts 18 jaar bedraagt. Uit de kwalitatieve analyse blijkt dat alle betrokkenen het eensgezind zijn over de meerwaarde van de geattesteerden Aspirant-Initiator als helper op het terrein. Opvallend is echter het verschil tussen de perceptie van de DSKO’s/STC’s enerzijds en de reële situatie op het terrein anderzijds met betrekking tot de mate van zelfstandigheid van de geattesteerden Aspirant-Initiator inzake training geven op het terrein. Daar waar de DSKO’s/STC’s menen dat hun geattesteerden Aspirant-Initiator niet zelfstandig op het terrein training geven, blijkt in realiteit 59% van de actieve geattesteerden Aspirant-Initiator zelfstandig (en dus niet onder leiding van een hoger opgeleide trainer) training te geven. Rekening houdende met het feit dat 35% van de bevraagden die aangeven zelfstandig actief te zijn (geweest) als trainer is doorgestroomd naar het Initiatorniveau, impliceert dit dat 4 op de 10 actieve AspirantInitiators zelfstandig training geven. Bovendien acht 63% van de cursisten zichzelf in staat om 71
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
als zelfstandig trainer aan de slag te gaan. Zowel de reële situatie op het terrein als de beeldvorming van de cursisten zijn dus in tegenspraak met het basisidee dat een geattesteerde Aspirant-Initiator steeds onder het directe toezicht van een hoger opgeleide aanwezige trainer werkt. Aanbeveling 1: Gezien de blijvende vraag naar assistentie tijdens de training (in 2013 waren volgens cijfers van Bloso 2105 Aspirant-Initiators actief binnen de Vlaamse sportclubs) en de veelal positieve perceptie van de verschillende stakeholders dient het opleidingsniveau Aspirant-Initiator te worden voortgezet via de Vlaamse Trainersschool opdat kwaliteitscontrole kan worden gegarandeerd, een wildgroei van aangeboden opleidingen wordt voorkomen en structuur en transparantie binnen het lokale sportbeleid in Vlaanderen wordt geboden. Aanbeveling 2: Uitsluitend alle door de Vlaamse Gemeenschap erkende sportfederaties die de betrokken sporttak binnen hun sportfederatie beoefenen en die zetelen in de sporttakspecifieke VTS-denkcel kunnen vanaf heden nog cursusorganisaties Aspirant-Initiator organiseren. Samenwerking met gemeentelijke/provinciale sportdiensten blijft uiteraard aangewezen waar opportuun. Sportfederaties dienen bij het promoten en inplannen van nieuwe cursusorganisaties Aspirant-Initiator (meer) rekening te houden met de geografische spreiding ervan en dienen deze (beter) af te stemmen op de planning van de hogere opleidingsniveaus. Aanbeveling 3: Het voltooien van de opleiding Aspirant-Initiator wordt nog steeds met een ‘attest’ gehonoreerd. Docenten Aspirant-Initiator dienen nog steeds erkend te zijn door de VTS-denkcel alvorens ze kunnen worden ingeschakeld. Aanbeveling 4: Het functieprofiel en de cursusinhoud van elke opleiding Aspirant-Initiator dient correct(er) op elkaar te worden afgestemd. Alle opleidingen en cursusteksten Aspirant-Initiator dienen gericht te zijn op het vormen van sportbegeleiders die: 1) de trainer ondersteunen bij het organiseren/aanleren van sportspecifieke bewegingsvaardigheden en basisvormen aan jeugdsporters in de sportclub 2) rekening houden met de sportspecifieke veiligheidsaspecten en elementaire basisregels 3) het sportspecifieke oefenpakket kunnen aanbieden onder begeleiding van een aanwezige hoger opgeleide trainer Doorlichting en gerichte bijsturing van de 18 bestaande opleidingen Aspirant-Initiator in functie hiervan is noodzakelijk. Concrete actiepunten (cursusteksten, ondersteuning door DSKO, lesgeefaanpak docenten,…) dienen hiertoe per sporttak in samenspraak met de betrokken Denkcel te worden opgesteld en geïmplementeerd. In sporttakken waar de opleiding Aspirant-Initiator niet gericht is op het vooropgestelde functieprofiel (bvb. waar beoogd wordt om cursisten op te leiden tot zelfstandig lesgever), dient het opleidingsniveau Aspirant-Initiator op non-actief te worden geplaatst. Wat betreft de tweede doelstelling om via het facultatieve opleidingsniveau Aspirant-Initiator meer Initiators af te leveren met de doorstroom tussen beide opleidingsniveaus als vooropgestelde maatstaf, zijn de resultaten ondubbelzinnig negatief. Van de 8.182 geattesteerden uit de verschillende sporttakken zijn er uiteindelijk slechts 1.089 die de Initiatoropleiding (al) met succes voltooiden. Dit komt overeen met een gemiddelde doorstromingsgraad van amper 13%. Aangezien het gemiddelde doorstroominterval, zijnde het tijdsinterval tussen het voltooien van de opleidingsniveaus Aspirant-Initiator en Initiator, slechts 1,5 jaar bedraagt en 85% van de doorgestroomde cursisten de vooropgestelde doorstroomtermijn van 2 jaar respecteert, valt niet meteen te verwachten dat deze negatieve cijfers nog sterk de hoogte in zullen gaan. Bovendien blijkt ook dat cursisten met een vooropleiding Aspirant-Initiator gemiddeld gezien minder slaagkansen hebben in de Initiatoropleiding dan cursisten zonder dergelijke vooropleiding. Deze negatieve trend manifesteert zich in 13 van de 19 sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator. Van de 5 72
Evaluatierapport Aspirant-Initiator 2014
‘grote’ sporttakken met een opleiding Aspirant-Initiator kan alleen Zwemmen een positief rapport voorleggen. Uit de resultaten met betrekking tot de uitstroom aan Initiators blijkt tot slot ook dat de invoer van het opleidingsniveau ‘0’ niet heeft geleid tot meer gekwalificeerden op Initiatorniveau. In plaats van te faciliteren, blijkt de opleiding Aspirant-Initiator zelfs rechtstreeks te concurreren met de Initiatoropleiding. Deze frappante resultaten zijn des te opvallender wanneer men hier de heersende perceptie van de DSKO’s en STC’s tegenover plaatst. Zo beschouwt de overgrote meerderheid van de betrokkenen de opleiding Aspirant-Initiator niet als een eindpunt voor hun cursisten, maar wel als een opstap naar de Initiatoropleiding. Niemand onder hen beschouwt deze opleiding als een eindpunt zonder dat doorstroom wordt nagestreefd. Binnen bijna alle sporttakken wordt de opleiding Aspirant-Initiator bovendien niet beschouwd als zijnde concurrentie voor de Initiatoropleiding. Alleen Volleybal percipieert dit (terecht) anders. Bijna de helft van de bevraagde geattesteerden Aspirant-Initiator geeft bovendien aan dat het voor hun sportclub volstaat dat hun trainers het attest Aspirant-Initiator hebben behaald, waarbij het volgen van aanvullende sportkaderopleidingen dus niet wordt aangemoedigd. In sterk contrast met de reële doorstromingsgraad van 13% staat het feit dat 77% van de cursisten aangeeft dat de opleiding Aspirant-Initiator niet het eindpunt van hun trainersopleiding zou zijn. Aanbeveling 5: Er wordt geen enkele vrijstelling meer toegekend voor individuele vakken uit de Initiatoropleiding voor cursisten met een vooropleiding Aspirant-Initiator. Volgende vaststellingen legitimeren dergelijke beslissing: 1) De cijfers uit de kwantitatieve analyse wijzen uit dat het verlenen van dergelijke vrijstellingen de slaagkansen niet verhoogt 2) Dan men op basis van permanente evaluatie vrijstellingen verkrijgt voor vakken uit de Initiatoropleiding is binnen het competentieverhaal moeilijk te verantwoorden 3) Binnen tal van sporttakken zijn dergelijke vrijstellingen al weggevallen naar aanleiding van de huidige screenings- en remediëringsprocedure van het opleidingsniveau Initiator Het schrappen van deze vrijstellingen impliceert niet dat de doorstroom naar de Initiatoropleiding niet meer wordt aangemoedigd. Er dient (per sporttak) verder te worden gereflecteerd over mogelijke maatregelen om deze doorstroom naar de toekomst toe positief te beïnvloeden. Al dan niet onafhankelijk van de opleiding Aspirant-Initiator dienen sportfederaties eveneens te bepalen hoe de instroom binnen de Initiatoropleiding kan worden gefaciliteerd (bv. door de organisatie van een specifieke vooropleiding). Sportfederaties dienen eveneens na te gaan welke redenen aan de basis liggen dat cursisten met een vooropleiding Aspirant-Initiator geen hogere slaagkansen hebben bij de Initiatoropleiding en op welke manier deze slaagkansen mogelijks kunnen worden vergroot. Aanbeveling 6: De huidige evaluatieprocedure (permanente evaluatie zonder examen- en herexamenmoment en zonder deliberatie) en organisatievorm (sterk praktijkgerichte opleiding van 16u gegeven door VTS-erkende docenten en met verplichte aanwezigheid voor de cursisten) valt erg in de smaak bij alle stakeholders en dient dan ook te worden behouden. Hoewel het raamwerk vooropgesteld door het VTS-secretariaat als basis geldt, is er ook ruimte voor flexibiliteit per sporttak. Indien er binnen bepaalde opleidingen Aspirant-Initiator namelijk fundamentele nood is aan bepaalde afwijkingen op inhoudelijk of organisatorisch vlak kunnen deze worden besproken zolang ze binnen de grenzen van het functieprofiel passen. Aanbeveling 7: Docenten moeten (meer) tijd vrijmaken om cursisten op een gestandaardiseerde manier permanent te evalueren doorheen de cursusorganisatie. In functie daarvan is een maximum aantal deelnemers per cursusorganisatie Aspirant-Initiator aangewezen (N=20). Aanbeveling 8: Ten einde de impact van de doorgevoerde structurele en inhoudelijke wijzigingen te kunnen evalueren en gericht bij te sturen, is een permanente monitoring van relevante indicatoren (zie kwantitatieve analyse) noodzakelijk. 73