Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet ‘Briljantjes’ en ‘Projectweek Jonge Moeders’ in het kader van ‘Communities that Care’ en wijkprogrammering
Seinpost Adviesbureau BV
Arnhem, september 2008
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet ‘Briljantjes’ en ‘Projectweek Jonge Moeders’ in het kader van ‘Communities that Care’ en wijkprogrammering
Seinpost Adviesbureau BV
Uitgebracht aan: Deelgemeente Hoogvliet / Dienst Jeugd, Onderwijs en Samenleving gemeente Rotterdam Seinpost Adviesbureau BV Ido de Vries Hogeschool INHOLLAND Eric Haas Jeroen Onstenk Guido Walraven
Projectnummer: 27119
© Seinpost Adviesbureau BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Arnhem, september 2008
Inhoudsopgave
1
Inleiding 1.1 1.2
2
Briljantjes 2.1 2.2 2.3
3
Conclusies Aanbevelingen
Bronnen en literatuur 5.1 5.2
6
Algemene beschrijving uit deskresearch Evaluatieresultaten uit de interviews Toepasbaarheid elders
Conclusies en aanbevelingen 4.1 4.2
5
Algemene beschrijving uit deskresearch Evaluatieresultaten uit de interviews Toepasbaarheid elders
Projectweek Jonge Moeders 3.1 3.2 3.3
4
Context en doel van het onderzoek Opzet en verantwoording onderzoek
Geïnterviewden Literatuur
Bijlage Artikel over Briljantjes
1 1 2
7 7 12 22
23 23 29 34
35 35 37
39 39 40
41
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
1
Seinpost Adviesbureau BV
Inleiding 1.1 Context en doel van het onderzoek In de gemeente Rotterdam wordt gewerkt met het programma Communities that Care. Deelgemeente Rotterdam Noord was vanaf 2000 een van de vier Nederlandse pilot-locaties voor het programma en de positieve ervaringen aldaar leidden ertoe, dat het programma ook in andere deelgemeenten werd ingezet. Communities that Care (CtC) is een uit de VS afkomstig programma gericht op jeugd van 0-18, hun (mogelijk) problematische gedrag (vooral in termen van criminaliteit, geweld) en de invloed die de buurt daarop kan uitoefenen. Het is m.a.w. een preventieprogramma voor buurten, gericht op de leefomgeving van jongeren. Het programma richt zich niet op een bepaalde methode of projectopzet, maar preciseert de criteria en ijkpunten voor een effectieve inzet van projecten. Het programma is grondig opgezet en theoretisch onderbouwd. Het gaat uit van een model van risicofactoren en beschermende factoren. Er wordt een stappenplan gehanteerd, waarin onderzoek in de buurt en leefomgeving van jongeren de basis vormt voor een preventieprogramma dat aansluit bij de werkelijk bestaande problemen. In beginsel wordt bij de uitvoering van het preventieprogramma gebruik gemaakt van de inzet van beproefde, als effectief of veelbelovend geëvalueerde projecten. Daardoor is het programma ook empirisch onderbouwd. Vooral vanaf de jaren 1990 is CtC in de VS veel ingezet, met positief geëvalueerde resultaten. Inmiddels is het ook geïntroduceerd in het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada en Nederland. In Nederland is het programma eerst als driejarige pilot in vier steden in gebruik genomen. De ervaringen in de pilots zijn geëvalueerd (door DSPgroep, rapport uit 2004) en nu wordt het programma ook breder ingezet. NJI is licentiehouder van CtC en onder andere bezig met het opzetten met een databank van als goed geëvalueerde projecten (ook verschenen in boekvorm: Ince, Beumer, Jonkman en Vergeer, 2004).
Pagina 1
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
In Rotterdam en elders worden naast methodieken uit de NJI projectenbank in het kader van CtC ook projecten ingezet, die (nog) niet voldoen aan de CtC/databank criteria zoals ‘geëvalueerd als een goede methodiek’. Projecten waarmee men goede ervaringen heeft, maar waarvan onduidelijk is wat ze opleveren. Dat leidt tot vragen zoals of de deelnemers en anderen er tevreden over zijn, of men er genoeg uithaalt of dat het meer ‘een leuke bezigheid’ is. Rotterdam wil dergelijke vragen graag beantwoord zien bij zulke projecten. Om te beginnen bij twee projecten in de deelgemeente Hoogvliet, Briljantjes en Projectweek Jonge Moeders. Wanneer die evaluatie goede resultaten oplevert, waaronder aanbevelingen om een project te verbeteren in de richting van de CtC criteria, dan kan de gehanteerde aanpak ook bij andere projecten worden gebruikt. Te overwegen is dan, om een Rotterdamse Gids voor Veelbelovende Projecten op te zetten, die ingezet kunnen worden binnen CtC en wijkprogrammering. Door projecten vanuit dat perspectief te evalueren wordt een aanvulling geboden op de evaluatiesystematiek die de CtC methodiek veronderstelt, met afspraken over het aanleveren van monitor gegevens en het doen van onderzoek. Het doel van het hier te presenteren onderzoek kan nu als volgt worden samengevat: de uitvoering en resultaten van twee projecten in Hoogvliet evalueren op een manier, die leidt tot een advies over verbeteringen in de richting van de criteria voor opname in de CtC gids en/of de Rotterdamse Gids voor Veelbelovende Projecten. 1.2
Opzet en verantwoording onderzoek
De hier te hanteren evaluatiemethodiek bouwt voort op de Programmaspiegel van Seinpost en eerdere voorstellen van InHolland. Bij de Programmaspiegel worden een viertal aspecten (‘competenties’) van projecten en programma’s volgens een uitgewerkte methodiek beoordeeld (Inhoud, Methodiek, Uitvoering en Effect). In zijn oorsprong is deze methodiek vooral gericht op de professionals. Bijzonder is dat wij hier voorstellen het perspectief van de ‘klanten’ nadrukkelijk mee te nemen (in dit geval jongeren die hebben deelgenomen aan de projecten). Pagina 2
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Hieronder gaan we nader in op onze opzet van het onderzoek, dat gericht wordt op twee projecten in de deelgemeente Hoogvliet: Briljantjes en de Projectweek Jonge Moeders. Met de Programmaspiegel breng je in kaart of een programma, sociale interventie of aanpak werkt. De voorwaarden voor goede projecten worden systematisch in kaart gebracht. Deze voorwaarden voor de effectiviteit van projecten liggen op de volgende vijf ‘gebieden’: Algemeen: Programmaomgeving Competentie: Inhoud Competentie: Methodiek Competentie: Kwaliteit van de uitvoering Competentie: Effect In schema ziet de evaluatiesystematiek er als volgt uit:
Effect
Inhoud
Programma
Implementatie
Methodiek
Programmaomgeving Feitelijk/Fysiek
Beleid/ Visie
Pagina 3
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Algemeen: Programma omgeving De (beleids)omgeving en het opdrachtnemerschap van Briljantjes en Projectweek Jonge Moeders in Hoogvliet. Het gaat dan om vragen als: zijn er concurrerende programma’s? wat wil de financierende deelgemeente bereiken? is er draagvlak? Competentie: Inhoud Het gaat om de ideeën, theorieën en redenen waarom Briljantjes en Projectweek Jonge Moeders een oplossing bieden. Het gaat om vragen als waarom gaat het beter als de projecten succesvol zijn uitgevoerd, wat zijn de inzichten waarop dat verwacht wordt? Welke uitgangspunten worden gehanteerd? Competentie: Methodiek Handelt over de afspraken die er voor zorgen dat de uitvoerders de doelen van de projecten Briljantjes en Projectweek Jonge Moeders bereiken, en dat alle uitvoerders hetzelfde doen. En hoe de projecten georganiseerd zijn. Competentie: Kwaliteit van de uitvoering Hoe wordt met Briljantjes en Projectweek Jonge Moeders in de praktijk en uitvoering omgegaan? Hoe wordt de kwaliteit van de uitvoering gerealiseerd? zijn de vragen die beantwoord dienen te worden. Competentie: Effect Hierbij gaat het om welke subjectieve en objectieve effecten van Briljantjes en de Projectweek Jonge Moeders zichtbaar zijn (te maken).
Pagina 4
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Voor informatie op de genoemde vijf gebieden worden verschillende groepen betrokkenen bevraagd: opdrachtgevers, programmaontwerpers, uitvoerders en gebruikers. Zo ontstaat een goed beeld waar de sterke en zwakke kanten van het programma liggen. De verschillende groepen betrokkenen geven antwoord op de verschillende vragen die samen een competentie vormen. Zij bieden in feite vier perspectieven op het project:
Opdrachtgever
Klant
Omgeving Inhoud Methodiek Uitvoering Effect
Ontwerper
Uitvoerder
Het onderzoek is in twee stappen uitgevoerd: • deskresearch (projectplannen, zelfevaluaties, eventuele publicaties) • interviews (met de vier groepen respondenten) Vanuit Hogeschool InHolland heeft Eric Haas de deskresearch uitgevoerd. Daarnaast heeft hij samen met studenten de interviews met klanten verzorgd. Vanuit Seinpost Adviesbureau en InHolland hebben Ido de Vries en Guido Walraven de opdrachtgevers van beide projecten (de deelgemeente Hoogvliet, zowel bestuurlijk als ambtelijk) bevraagd. Seinpost heeft ook met ontwikkelaars/uitvoerders gesproken.
Pagina 5
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Pagina 6
Seinpost Adviesbureau BV
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
2
Seinpost Adviesbureau BV
Briljantjes 2.1 Algemene beschrijving uit deskresearch In de volgende paragrafen beschrijven wij de programmaomgeving en de competenties van het project Briljantjes vanuit de optiek van de programmaspiegel. 2.1.1 Programma omgeving Het Project Briljantjes is een van de instrumenten uit het preventieplan dat de Deelgemeente Hoogvliet in het kader van CtC heeft ontwikkeld (Preventieplan deelgemeente Hoogvliet 2007-2010). Uit het Projectplan Briljantjes (2003) worden enkele achtergronden geschetst die hebben geleid tot de uitwerking van de plannen. Genoemd worden de migratie vanuit de Nederlandse Antillen naar Nederland en de slechte opleiding en zwakke kennis van de Nederlandse taal van deze jongeren. Het gevaar dat wordt gesignaleerd is dat deze groep marginaliseert door de betrokkenheid bij criminaliteit. De gemeente Rotterdam had het plan opgevat om iets aan deze problemen te doen. Samen met het project Luz di Trafico (letterlijk: verkeerslicht) trachtte men in te spelen op deze situatie, omdat in Hoogvliet veel Antilliaanse jongeren woonden. De deelgemeente Hoogvliet heeft dit plan verder ontwikkeld in samenspraak met Antilliaanse jongeren, met professionals en ambtelijke vertegenwoordigers. Uit eerder onderzoek rond CtC is gebleken, dat dergelijke initiatieven een betere kans van slagen hebben als ze breed worden gedragen door beleidsmakers, professionals en uitvoerders (Jeugd in de Wijk, 2002; Werken met Communities that Care, NIZW 2005). Briljantjes gaat uit van een positieve grondgedachte: ondanks een negatieve beeldvorming, zijn er uit een groep altijd mensen te selecteren die in staat zijn een voorbeeldfunctie in te nemen voor hun omgeving. Deze mensen treden op als leider voor de groep en kunnen mogelijkerwijs anderen uit een isolement halen (Briljant in Hoogvliet).
Pagina 7
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
In 2004 is dit project van start gegaan. Met behulp van begeleiding en 1 pgb’s krijgen 20 Antilliaanse jongeren in de leeftijd van 16 t/m 26 jaar extra begeleiding. Het doel is om zich tot succesvolle rolmodellen te ontwikkelen, die vervolgens zelf als voorbeeld aan de slag kunnen. De voorwaarde om deel te nemen is dat deze jongeren hun eigen toekomst vorm willen geven, zich willen ontwikkelen als individu, succes willen nastreven door middel van scholing en werk. Als sociaalmaatschappelijke tegenprestatie zetten zij zich als rolmodel in voor de gemeenschap van Hoogvliet. In het individuele begeleidingstraject gaat het vooral om het wegnemen van belemmeringen die van invloed zijn op het verwerven van een aanvaarbare positie op de arbeidsmarkt, het succesvol doorlopen van scholing of opleiding, het tot uiting brengen van talenten en competenties en een weg in te vinden in de Hoogvlietse samenleving. Pas als deze doelen gerealiseerd zijn worden de deelnemers in staat geacht om als rolmodel te functioneren (zie ook Projectplan Briljantjes 2005-2006). In de jaren 2005 en 2006 hebben 53 jongeren aan het project deelgenomen, met goede resultaten: men is overgegaan naar een volgende schoolklas, men heeft werk gevonden, deelnemers hebben naast hun opleiding andere talenten ontwikkeld (Projectplan Briljantjes 2005-2006). In deze jaren is ongeveer 2/3 van de deelnemers van Antilliaanse afkomst. De rest is van Surinaamse en Kaapverdische origine. Aan de deelnemers werd gevraagd welke tegenprestatie zij wilden leveren. Dat was een moeilijke vraag voor de deelnemers. Uiteindelijk gaven zij zich op als vrijwilliger bij activiteiten voor de deelgemeente, het mede organiseren van de Urban Block Party, het verzorgen van optredens op het Kunstpopfestival. Tevens werd een wervings-dvd gemaakt waarvoor deelnemers de muziek maakten, teksten schreven en choreografisch werk verrichten. Ook namen zij als gastheren en gastvrouwen deel aan een netwerkbijeenkomst Antillianen, en waren vertegenwoordigd bij het bezoek van Balkenende en Verdonk. Daarnaast verzorgden zij een foto-expositie in samenwerking met de Turks Culturele Vereniging Hoogvliet en de Stichting Welzijn Hoogvliet.
1
pgb: persoonsgebonden budget
Pagina 8
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
De opzet was om ‘’verborgen schoonheden’’ in Hoogvliet te fotograferen, een educatief project met als doel om een bijdrage te leveren aan een positievere beeldvorming. In de plannen voor 2007 is er ook een inventarisatie gemaakt van succesfactoren. Hierbij gaat het om een goede begeleiding en aansturing van de deelnemers, het belang van een goede projectleider, het maken van fouten, financiële middelen en een goede samenwerking van verschillende organisaties. Wat aan het benoemen van deze factoren ten grondslag ligt, is niet duidelijk. Zo wordt er bij het maken van fouten gezegd dat de druk op de Briljantjes hoog kan zijn, waardoor het verstandig lijkt om hen ruimte te geven en hen de kans te geven om door middel van vallen en opstaan hun dromen te verwezenlijken. In de plannen wordt ook meer aandacht aan de nazorg aangekondigd. En het project zal in verband met een betere samenwerking ondergebracht worden bij de Hoogvlietse Sluitende Aanpak. 2.1.2 Inhoud Hierboven is al een beeld geschetst van de problemen in Hoogvliet. In eerste instantie ging het om een bevolkingsgroep waarover de verwachting bestaat dat zij gemarginaliseerd worden. Het Project Briljantjes gaat uit van positieve mogelijkheden van Antilliaanse jongeren om zichzelf met hulp van professionele begeleiding te ontplooien; jongeren die zelf ook aangeven dit te ambiëren (talenten, high potentials), om uiteindelijk als rolmodel te kunnen optreden voor medejongeren, waardoor deze groep beter in staat is te integreren in de Hoogvlietse samenleving. Het ging in eerste instantie om Antilliaanse jongeren. In de loop van het project zijn er ook jongeren met een andere afkomst aan het project gaan deelnemen. In het projectplan Briljantjes 2007 wordt bij de doelgroep gesproken over allochtonen als autochtonen. Het gaat in het project om het realiseren van individuele (persoonlijke) doelen en sociale doelen. De uitgangspunten voor het project liggen in het positief en actief benaderen van de deelnemers en het zorgen voor een beloningsystematiek. De deelgemeente spreekt de deelnemers direct aan. De lijnen zijn kort en (praktische) problemen worden door de steun van de sociaal
Pagina 9
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
mentor en het persoonsgebonden budget opgelost. De toename van het zelfvertrouwen draagt bij aan het zichtbaarder worden van de jongeren in Hoogvliet. De beoogde zichtbaarheid vraagt dat zij zich als rolmodel opstellen. Deze voorbeeldfunctie is één van de belangrijkste doelen van het project, omdat daarmee de doelstellingen van de deelgemeente gerealiseerd worden. Deze doelstellingen liggen in de participatie van de jeugd aan de Hoogvlietse samenleving op een positieve kansen creërende wijze. 2.1.3 Methodiek Bij het project wordt methodisch gewerkt aan het realiseren van zowel persoonlijke doelen als sociaal-maatschappelijke doelen. Het doel is om jongeren te begeleiden die hun eigen ontwikkeling en succes nastreven via scholing, hobby en/of werk en om belemmeringen bij het verwerven van een positie op de arbeidsmarkt, scholing/opleiding, het ontwikkelen van talenten en competenties en de weg vinden in de Hoogvlietse samenleving. Hiermee wil het project een bijdrage leveren aan het ondersteunen van potentiële interculturele succesfactoren in de Hoogvlietse samenleving. Om de individuele en sociale doelen te realiseren krijgt de deelnemende jongere middelen en faciliteiten aangereikt. Er wordt een individueel trajectplan (persoonlijk ontwikkelingsplan) opgezet waarin de persoonlijke doelen van de deelnemer worden genoemd en vastgesteld, en de weg waarlangs deze moeten worden gerealiseerd. Dit wordt ondersteund met het persoonsgebonden budget van de individuele deelnemer. De projectleider begeleidt de deelnemer bij het vinden van opleidingsdoelen of het vinden van werk. Tevens worden er afspraken gemaakt over de ontwikkeling of verruiming van de sociale, maatschappelijke en culturele competenties. In de gesprekken met de projectleider wordt een individueel trajectplan opgesteld waarin alle doelen en afspraken worden vastgelegd, zodat een ieder weet waaraan gewerkt wordt. Ook de tussentijdse resultaten die dienen als meet- en interventiepunten worden in een bijgesteld trajectplan opgenomen. Het trajectplan dient tevens als een contract dat officieel wordt ondertekend door de projectleider, de deelnemer, de verantwoordelijke ambtenaar en ouders/verzorgers van de deelnemer. In het plan worden de wederzijdse inspanningsverplichtingen vastgelegd. Periodiek worden er groepsbijeenkomsten gehouden (in 2007 is er sprake van minimaal 4), waarin verschillende thema’s aan de orde worden Pagina 10
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
gesteld, waarvoor de deelnemers zelf een voorstel hebben gedaan. In 2005 en 2006 was een thema budgetteren en het omgaan met geld; overigens werd dit thema door een briljantje uitgevoerd, die HBO economie studeerde. Tevens werd door een trainer een kwaliteitenspel gedaan waardoor zij inzicht krijgen in hun sterke en zwakke punten. In aansluiting daarop werd een vervolgtraining gedaan over toekomstperspectief en de eventuele valkuilen die de verwezenlijking van doelen in de weg zouden kunnen staan. Eén bijeenkomst werd besteed aan een sollicitatietraining, waarin tips werden gegeven over houding, gedrag en voorbereiding. Een aantal briljantjes heeft deelgenomen aan het (eerder genoemde) project ‘’Verborgen schoonheid’’, een educatief project over de positieve beeldvorming van Hoogvliet in een proces van herstructurering in relatie tot veranderingen in sociale samenhang, integratie, samenwerking en participatie van en binnen de deelgemeente. Om aan dit project te kunnen deelnemen kregen de deelnemers een fotografiecursus en vervolgens gingen zij in gemengde groepen op pad om de verborgen schoonheden van Hoogvliet vast te leggen. (Verantwoording Briljantjes 2005 en 2006; Projectplan Briljantjes 2007). 2.1.4 Kwaliteit van de uitvoering Het project is naar onze indruk sterk verankerd binnen de algehele overkoepelende welzijnorganisaties in Hoogvliet - de Hoogvlietse Sluitende Aanpak - en het beleid van de gemeente Rotterdam. Mede in verband met de resultaten die worden aangegeven in de verschillende verantwoordingsverslagen is het draagvlak groot. Om deel te nemen wordt er wel een aantal eisen gesteld: iemand kan pas deelnemen als hij bereid is om zich te ontwikkelen en zich voor een jaar aan een programma wil committeren. Hierover worden in de persoonlijke ontwikkelingsplannen, ook wel trajectplannen genoemd, afspraken gemaakt over de wederzijdse verplichtingen. Volgens de rapportages wordt de methodiek gevolgd, al blijven er vragen rijzen over wat er nu precies wordt besproken in de bijeenkomsten. Er is sprake van een blijvend product: de projectplannen zijn tot 2010 gemaakt.
Pagina 11
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
2.1.5 Effectiviteit Hoewel er aanknopingspunten lijken te zijn dat het programma effect sorteert (uitval laag; deelnemers bereiken scholing of werk) is het niet helder wat er precies gemeten is. Zo lijkt een echte effectmeting over de persoonlijke doelen lastig omdat er geen nulmeting is geweest. Bovendien is er al een voorselectie geweest van toch al gemotiveerde deelnemers. Met name over het sociale aspect, het uiteindelijke doel dat de Briljantjes zich inzetten voor de bredere gemeenschap, is het effect onduidelijk. Er worden wel activiteiten genoemd, maar wat daarvan precies de te meten gevolgen zijn, is niet helder. Bijvoorbeeld of het rolmodel zorgt dat anderen ook willen deelnemen. Dat is onduidelijk. Uit de verantwoordingsverslagen kun je afleiden dat deelnemen tot veranderingen leidt bij de deelnemers. Zij worden ook actief betrokken bij de maatschappelijke bijdrage die zij wensen te leveren. Zij geven volgens het verslag ook aan dat het hen heeft verrijkt. Daarnaast wordt in de loop van de jaren het programma aangepast. Zo ontstaat er expliciet aandacht voor succesfactoren, maar de bedreigende factoren worden nergens genoemd. Zo is er impliciet te concluderen dat de druk groot is op de deelnemers en dat er behoefte is aan nazorg -- wellicht omdat er toch wellicht een aantal terugvallen in onwenselijk gedrag? Je komt het niet te weten. 2.2 Evaluatieresultaten uit de interviews In totaal hebben studenten van Hogeschool INHOLLAND 8 deelnemers van het Briljantjesprogramma geïnterviewd die van 2004 tot en met 2007 hebben deelgenomen. Hierbij ging het om 1 deelnemer uit 2004 (het eerste jaar), 3 deelnemers uit het projectjaar 2006 en 4 uit het jaar 2007. De lijst van deelnemers die we kregen was weliswaar langer, maar bij veel mensen klopten de gegevens niet (meer). De bestuurlijke opdrachtgevers, ontwerpers, ambtelijk verantwoordelijken en projectleiders zijn eveneens geïnterviewd. (zie hoofdstuk 5 pagina 39 voor de betreffende namen). 2.2.1 Algemeen: Programmaomgeving en achtergrond van het project Briljantjes In de deelgemeente Hoogvliet woont een groot aantal Antilliaanse jongeren. De deelgemeente heeft een lange ervaring met projecten Pagina 12
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
voor en met Antilliaanse jongeren. De deelgemeente zocht naar de positieve uitgangspunten in tegenstelling tot de algemene, repressieve aanpak in projecten met Antillianen. Vanuit ervaringen met mentorprojecten en in contacten met Antillianen in Hoogvliet, is gezocht naar een werkwijze die jongeren positief benadert en hen als rolmodel belicht. Het uitgangspunt van de deelgemeente in het project scharniert om het organiseren van voldoende steun rondom jongeren, zodat zij hun talenten kunnen etaleren en zich kunnen manifesteren in de samenleving van Hoogvliet. Kortom: het steunen van jongeren in het werken aan hun eigen toekomst middels scholing en werk en hen tegelijk inzetten voor een breder sociaal en maatschappelijk doel als rolmodel in hun eigen woonen leefomgeving. In 2008 wordt Briljantjes door de deelgemeente als volgt omschreven: “Hulp bij het oppoetsen van je talent, zodat je schittert als een briljant" ‘Het doel van het project is om talentvolle jongeren een extra steuntje in de rug te geven, met behulp van een persoonsgebonden budget en de begeleiding van een sociaal mentor. Tevens zullen de jongeren zich als rolmodel inzetten voor een breder sociaal doel, te behalen binnen hun directe leef- en woonomgeving. Het zijn echte jongerenambassadeurs voor Hoogvliet.’ Aldus de openingstekst op de website www.briljantjeshoogvliet.nl De deelgemeente heeft een leidende rol gespeeld in het opzetten en uitvoeren van Briljantjes. De ambtelijke opdrachtgever verwoordde dat als volgt: ‘Binnen Luz di Trafico kregen deelgemeenten op bepaald moment ruimte om aanvragen te doen. Wij hebben toen Briljantjes aangevraagd. Uit onze ervaringen met mentorenprojecten wisten we dat belonen van positieve bijdragen werkt. Nu wilden we de groep helpen die het op zich goed doet, maar wel in kwetsbare situatie zit. We wilden een steuntje in de rug organiseren, hen een extra zetje geven. De stigmatisering was groot en die leidde tot een houding van “ik krijg toch de schuld, dus kan ik het net zo goed doen”. Dat wilden we met de Antilliaanse gemeenschap doorbreken.’
Pagina 13
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
2.2.2 Competentie: Inhoud Het project bezit geen uitgebreide theoretische fundering vooraf. Wel blijkt het een effectieve manier te zijn van het bieden van kansen en het geven van erkenning. Kansen en erkenning zijn belangrijke onderdelen in de werking van beschermende factoren zoals zichtbaar gemaakt wordt in de sociale ontwikkelingsstrategie van Communities that Care. Een voorbeeld van deze erkenning zijn de stukjes in de krant zoals die over de Briljantjes verschenen onder de naam: Briljant in Hoogvliet [zie bijlage]. Erkenning als essentieel onderdeel wordt door de ontwerpers als volgt geïllustreerd: ’Het gaat om contact met en investeren in de gemeenschap. Eerst werken aan eigen identiteit, dan de brug slaan. Wij zijn gaan praten met 35 Antilliaanse bewoners. Wat willen wij, wat jullie? Daar zijn we mee doorgegaan. Nu zijn er voor een groot deel geen drempels meer. Men is betrokken, wordt serieus genomen, maar ook mede verantwoordelijk gemaakt.’ De kansen die met Briljantjes aan de deelnemers worden geboden, krijgen de vorm van steun rond school, werk en talentontplooiing. De erkenning die de lokale overheid in de vorm van de sociaal mentor en persoonsgebonden budget geeft, is een doeltreffend middel gebleken. Vier onderdelen zijn specifiek voor Briljantjes: o de één op één begeleiding van jongeren door de sociaal mentor o de groep bij elkaar brengen en groepsgewijze activiteiten als bv de sollicitatietrainingen organiseren op grond van de vraag van de groepsleden. o dat de deelnemers een rolmodel zijn voor andere jongeren in Hoogvliet o iets terug doen voor Hoogvliet. Dat kan bijvoorbeeld de groepspresentatie zijn: hierin laten de jongeren zich zien aan de Hoogvlietse samenleving. De met het project op te lossen problemen zijn het veelal negatieve imago van (Antilliaanse) jongeren, en een gebrek aan positieve rolmodellen.
Pagina 14
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
2.2.3 Competentie: Methodiek In een kennismakingsgesprek en persoonlijke intake wordt onderzocht welke talenten de jongeren zouden willen versterken, welke belemmeringen daarvoor moeten worden aangepakt en of hij/zij zich aan het project wil verbinden. De geïnterviewde deelnemers zijn als volgt betrokken geraakt bij het project. In 2004 is de deelnemer benaderd door een ambtenaar van de Gemeente. In 2006 zijn twee deelnemers bij het project terecht gekomen via andere projecten, namelijk het project Vroege Schoolverlaters en het project Projectweek Jonge Moeders. Een deelnemer is benaderd door een begeleider van het project Briljantjes vanwege zijn bekendheid door zijn zelf opgerichte organisatie The Team. In 2007 zijn twee deelnemers bij het project terecht gekomen op initiatief van de deelnemers zelf. De derde respondent uit 2007 is door zijn werkgever aangemeld. De uitvoerders van het project geven aan dat de kern van de methodiek ligt in de grote betrokkenheid én het geven van (heel) veel individuele begeleiding. Het centrale idee is: belonen en niet afzeiken van de jeugd. Dat kan op heel veel manieren. In het project wordt uitgegaan van wat jongeren goed doen en dat vervolgens zien, zichtbaar maken en waarderen. In 2004 wilde de geïnterviewde jongere graag een opleiding doen en zijn rijbewijs halen. In 2006 hadden twee deelnemers de doelstelling hun studie succesvol voort te zetten c.q. af te maken. Het project moest hieraan bijdragen door boekengeld te betalen. Naast betaling van zijn boekengeld wilde één deelnemer een rap-studio beginnen. De andere deelnemer wilde zijn reeds bestaande jongerenorganisatie The Team uitbreiden naar een stichting. In 2007 hadden twee deelnemers als doel om meer met muziek te doen. De een wilde meer muziek maken en de andere wilde meer optredens geven waarin ze kon zingen en dansen. Deze deelnemer wilde hiertoe ook graag meer naamsbekendheid en zelfvertrouwen
Pagina 15
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
krijgen. De derde respondent uit dat jaar had als doel het fungeren als rolmodel voor jongeren. 2.2.4 Competentie: Kwaliteit van de uitvoering De rol van de deelgemeente is essentieel voor het project. De projectleider is in dienst bij de gemeente. De betrokken ambtenaar verwoordt dat als volgt: ‘Briljantjes als instrument is heel eenvoudig, en helemaal niet ingewikkeld; je zorgt als gemeente voor een begeleider, die gaat met individuele jongeren aan de slag en met hen als groep; en je zorgt voor een positieve insteek (dat is helemaal niet zwaar); en bindt jongeren met middelen/geld om een concreet probleem op te lossen.’ De deelgemeente neemt deze rol ook vanuit de houding ‘wij doen wat voor jou (begeleiding, geld om een probleem in werk of studie op te lossen) en wat doe jij voor ons?’ De gemeente geeft erkenning en stimuleert en vraagt daar heel concreet iets voor terug. ‘Re-integratie bedrijven doen te weinig aan het ontwikkelen van talent en scholen ook niet. Een welzijnsorganisatie had dit kunnen uitvoeren, maar dan ontbreekt de dimensie van de overheid die vraagt: wat doe jij voor Hoogvliet?’ Aldus de programmaleider. De deelgemeente Hoogvliet is zowel opdrachtgever als ook uitvoerder van dit project. Samengewerkt werd in eerste instantie met bevolkingsgroepen in de Hoogvlietse wijken. De bestuurder: ‘Wij hier in de deelgemeente kennen de jongeren die deelnemen ook zelf van de straat. De afstand is gering. Daarom konden we Briljantjes ook van binnenuit de deelgemeente ontwikkelen.’ Betrokken organisaties rondom Briljantjes zijn: CMV (een organisatie voor maatschappelijk werk); Jonge Moedersproject; Sport en Recreatie Rotterdam; het verenigingsleven in Hoogvliet; Stichting Welzijn. Daarnaast is vooral de eerste jaren ook Schuldhulpverlening belangrijk geweest.
Pagina 16
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Hoe komen de jongeren terecht bij Briljantjes? De werving was de eerste jaren niet heel eenvoudig. Er is gebruik gemaakt van heel veel netwerken in de deelgemeente om jongeren te benaderen. De jaren daarna wordt het eenvoudiger: de mond-op-mond reclame maakt het project bekender en jongeren melden zich nu gemakkelijker zelf aan. Dit wordt mede door de uitgebreide media-aandacht versterkt. Een van de geïnterviewden omschreef dat zo: ‘het project en de jongeren zijn de lucht in geprezen’. Bij optredens ontstond iets als trots. Briljantjes hebben bij diverse werkbezoeken opgetreden, dat deden ze voor Balkenende, Verdonk, en koningin Beatrix. Dat leidde niet alleen tot trots bij de Briljantjes zelf, maar ook bij de deelgemeente en de (Antilliaanse) bevolkingsgroep zelf. De geïnterviewde jongeren melden het volgende over hun activiteiten voor de Hoogvlietse samenleving: De deelnemer die aan het project in 2004 heeft deelgenomen zegt de volgende activiteiten te hebben gedaan: het bijwonen van vergaderingen en bijeenkomsten en het organiseren van een feest. Dit heeft hij positief ervaren. Hij kon geen punten opnoemen die hij als minder leuk heeft ervaren. In 2006 hebben de deelnemers onder andere een videoclip en een rap over Hoogvliet gemaakt. Tevens hebben zij workshops, festivals en evenementen georganiseerd. Voorts hebben zij geleerd hoe ze contact moeten leggen met deelgemeentes en instanties en hebben zij bijeenkomsten bijgewoond ter bevordering van hun communicatieve vaardigheden en mensenkennis. Een deelnemer heeft tevens de mogelijkheid gekregen haar zelf geschreven gedichten ten gehore te brengen. Al deze activiteiten zijn door de deelnemers positief beoordeeld. Er zijn geen activiteiten vermeld die als minder leuk werden ervaren. In 2007 moesten de deelnemers wederom het een en ander organiseren, namelijk workshops, sporttoernooien, festivals en evenementen. Op deze evenementen werd ook door de deelnemers opgetreden. Het organiseren en het optreden is positief beoordeeld. Echter staat hier wel het nodige commentaar over groepsbijeenkomsten tegenover. Een keer is gemeld dat de tijd die besteed diende te worden aan de groepsbijeenkomsten teveel was.
Pagina 17
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Tevens is een keer vermeld dat de tijden waarop de bijeenkomsten gepland werden niet tegemoet kwamen aan de verschillende daginvullingen (school/werk) van de groepsgenoten waardoor het voor een paar groepsgenoten problematisch was de bijeenkomsten te volgen. Dergelijk commentaar op de organisatie van de groepsbijeenkomsten in 2007 kwam van één geïnterviewde. Kosten Het project kostte de eerste 2 jaren gefinancierd mede uit Luz di Trafico € 100.000 per jaar; En omdat de deelgemeente alle kosten in 2006 zelf droeg € 75.000. In 2007 en 2008 is er € 25.000 beschikbaar aan talentontwikkeling en groepsactiviteiten voor de Briljantjes en komen de projectleideruren voor het reguliere personeelslasten van de deelgemeente. De looptijd voor een traject is bekort tot een half jaar. 2.2.5 Competentie: Effect Aantallen Briljantjes door de jaren heen Het eerste jaar in 2004 deden 20 Antilliaanse jongeren mee. De werving is was het eerste jaar niet eenvoudig. De ervaring met de methodiek moest nog werden opgedaan. Het eerste jaar was een leerjaar niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor de uitvoerders. In 2005 hebben 26 jongeren aan het project deelgenomen, met goede resultaten: men is overgegaan, men heeft werk gevonden, deelnemers hebben naast hun opleiding andere talenten ontwikkeld. In 2006 hebben 27 Briljantjes meegedaan. In deze periode hebben daarnaast 9 Briljantjes uit de groep van 2005 geparticipeerd. Uit de groep van 2006 is 1 Briljantje eerder gestopt. De groep Briljantjes in 2006 bestond toen uit 16 jongeren van Antilliaanse afkomst (59% van de gehele groep), 3 van Nederlandse afkomst, 1 van Turkse afkomst, 1 persoon afkomstig uit Spanje, 1 uit Kaapverdië en 5 jongeren waren afkomstig uit Suriname. De groep Briljantjes uit 2007 bestond uit 13 jongeren met diverse afkomst, tussen de 14 en 20 jaar met uiteenlopende achtergronden en talenten op het gebied van sport, muzikaal optreden en het organiseren van activiteiten. Er zijn 20 Briljantjes gestart in 2008 en dit is ook een diverse en talentvolle groep. Pagina 18
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Tabel aantallen deelnemers per jaar 2004
20
2005
26
2006
27
2007
13
2008
20
De wijze van monitoring en rapportage over de voortgang vindt als volgt plaats. Omdat de deelgemeente het project zelf uitvoert, wordt er jaarlijks volgens de planning en control cyclus van de gemeentelijke organisatie aan de raad van de deelgemeente gerapporteerd. Daarnaast wordt per kwartaal door de sociaal mentor aan de beleidsmedewerker over de voortgang gerapporteerd. Ook worden er boekjes gemaakt waarin ieder Briljantje met zijn of haar talent beschreven staat. De effecten van Briljantjes volgens de professionals: De effecten spelen op twee niveaus: het individuele effect voor de jongere zelf en het effect op de Hoogvlietse samenleving. De doelen worden op persoonlijk niveau afgesproken in de intake. Deze liggen op terreinen als school, stages, werk en het wegnemen van belemmering rond de talentontwikkeling van de betreffende jongere. Doelen op groepsniveau, ook de groepsactiviteiten worden gedurende het (half) jaar door de deelnemers zelf bepaald. Zo zijn er sollicitatietrainingen gegeven. Vanuit de rapportages en de interviews met de betrokkenen vanuit de deelgemeente worden de volgende effecten zichtbaar: drie exbriljantjes werken nu voor de deelgemeente; een ander is voorzitter van de jongerenraad in Hoogvliet. Er is inzicht in de doelbereiking op individueel en groepsniveau vanwege het directe contact met de begeleider binnen de deelgemeente. Daarnaast wordt bijvoorbeeld in Briljantjes Hoogvliet 2007 door iedere jongere zelf aangegeven welke doelen hij/zij heeft en wat individueel
Pagina 19
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
de resultaten zijn. Over de gehele lijn wordt een toename van zelfvertrouwen en zichtbaarheid gerapporteerd. Het aantal jongeren dat voortijdig het traject stopt is erg laag. Het effect voor Hoogvliet is niet alleen gelegen in de optredens bij werkbezoeken. Zo geven de begeleiders aan dat er ieder jaar een groepje jongeren is dat zich blijft inzetten voor Hoogvliet. Daarnaast organiseren Briljantjes op eigen initiatief steeds meer activiteiten in hun wijk, of bij evenementen. Jongeren geven aan dat het project daar de aanleiding toe gegeven heeft. De geïnterviewde jongeren geven het volgende aan wat betreft de effecten van het project. Om te beginnen werd gevraagd: Kan je aangeven wat er in je leven is veranderd door de deelname aan het project en waarom? De deelnemer van 2004 heeft een verruimde blik gekregen van zijn mogelijkheden en hij maakt nu ook van deze mogelijkheden gebruik. Bovendien is hij zich bewust van zijn voorbeeldfunctie voor andere jongeren en hij heeft derhalve zijn gedrag veranderd om aan dit voorbeeld te kunnen voldoen. In 2006 heeft een deelnemer aangegeven dat hij zich door het project bewust is geworden van zijn levensdoel; hij wil zich inzetten voor een beter leven voor de jongeren in Hoogvliet. Een andere deelnemer is zich bewust geworden van zijn voorbeeldfunctie, die hij heeft voor andere jongeren. Hij heeft zijn gedrag veranderd om aan dat voorbeeld te kunnen voldoen. Tot slot heeft een deelnemer zijn studie weer opgepakt. In 2007 is één keer door een deelnemer eveneens aangegeven, dat hij zich wil inzetten voor een beter leven voor de jongeren in Hoogvliet. Tevens is één keer door een deelnemer aangegeven dat hij zich bewust is geworden van zijn voorbeeldrol en derhalve een positieve gedragsverandering heeft ondergaan. Voorts is vermeld dat men nu actiever bezig is met zijn hobby’s, dat men meer naamsbekendheid heeft verkregen, dat men een stichting heeft kunnen oprichten en dat zelfvertrouwen is toegenomen. Opvallend is dat verscheidene deelnemers van verschillende projectjaren zich bewust zijn geworden van hun voorbeeldfunctie en dat zij zich daarom ook conform dit voorbeeld gedragen.
Pagina 20
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Zou je andere jongeren aanraden om deel te nemen aan het project en waarom? Alle deelnemers zouden het project aanraden aan andere jongeren. De deelnemer van 2004 en een deelnemer van 2007 hebben dit zelfs reeds gedaan en dit heeft ook geleid tot aanmeldingen. Ben je zelf ook andere jongeren gaan begeleiden in het project? Geen van de deelnemers is tot nu toe zelf jongeren gaan begeleiden in het project. Wel gaat een van de deelnemers van 2007 dit nog doen. Ben je verder actief in Hoogvliet? zo ja wat doe je dan, zo nee waarom niet? De deelnemer uit 2004 is lid van Stichting The Team en is uitvoeringsfunctionaris bij de deelgemeente Hoogvliet. De activiteiten waar de deelnemers uit 2006 nu aan deelnemen zijn het leiding geven aan een brassband die bestaat uit jongeren, het lid zijn van een toneelorganisatie, het hebben van een baan als uitvoeringsfunctionaris bij de deelgemeente Hoogvliet en het lid zijn van stichting The Team. Deze stichting probeert ouderen en jongeren bij elkaar te brengen en geeft voorlichting aan jongeren over interessante thema’s. Voorts heeft een deelnemer weer plannen om naar school te gaan. Activiteiten die de deelnemers voorheen hebben verricht, maar waar ze inmiddels mee gestopt zijn, zijn het doen van vrijwilligerswerk, het lid zijn van de Jongerenraad en deelname aan het 4you-project wat zich richt op jongeren. De activiteiten waar de deelnemers uit 2007 nu aan deelnemen zijn het maken van muziek, het geven van presentaties en het organiseren van discoavonden voor jongeren. Een deelnemer heeft plannen om een hogere opleiding te gaan volgen en is lid van een musicalvereniging. Een andere deelnemer is eveneens lid van de stichting Team en is voorzitter van de onderafdeling van de PvdA. Tot slot verricht een deelnemer vrijwilligerswerk en is eveneens lid van een musicalvereniging.
Pagina 21
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
2.3 Toepasbaarheid elders Volgens de geïnterviewden en op grond van de rapportages is te concluderen dat het uitvoeren van dit project elders zeer wel mogelijk is. Een eerste vereiste voor een goede uitrol is dat de methodiek van Briljantjes goed wordt uitgeschreven en overdraagbaar gemaakt. Er zijn een hoop lessen geleerd in Hoogvliet en het zou niet efficiënt zijn als andere deelgemeenten het wiel opnieuw moesten uitvinden. De volgende randvoorwaarde zijn in ieder geval door mogelijk andere (deel)gemeenten in acht te nemen: o De (deel)gemeente moet zijn rol nemen: zelf actief willen omgaan met jongeren o De (deel)gemeente moet zorg dragen voor de taak van sociaal mentor/begeleider van de jongeren. o Middelen beschikbaar stellen voor persoonsgebonden budget om individuele knelpunten op te lossen en voor groepsactiviteiten. o Inspelen op talenten en het positief benaderen van jongeren en daar gebruik van maken/ kansen voor bieden. o Stimuleren dat de jongeren zichtbaar worden en “iets terug doen” voor de samenleving. o Zorgen voor werving en positieve publiciteit. o Evalueren wat de resultaten van deelname zijn en welke effecten er op de langere termijn worden bereikt; daartoe is ook het contact houden met deelnemers van belang.
Pagina 22
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
3
Seinpost Adviesbureau BV
Projectweek Jonge Moeders 3.1 Algemene beschrijving uit deskresearch Hier is het van belang, om onderscheid te maken tussen het project Jonge Moeders en de project week, die daar onderdeel van uitmaakt. 3.1.1 Programmaomgeving: Project Jonge Moeders Het project Projectweken Jonge Moeders Hoogvliet valt onder het Jonge Moeders Project Hoogvliet. Begin 1999 is het Jonge Moeders Project gestart door de Stichting Maatschappelijk Werk Hoogvliet. Het project werd gefinancierd door fondsgelden van de Stichting Bevordering van Volkskracht en het Juliana Welzijns Fonds. In 1999 zijn er 50 jonge moeders begeleid. Vanaf 2002 is het project financieel ondersteund door de Deelgemeente Hoogvliet vanuit het budget Wijkgerichte Aanpak. Vanwege het aantal Antillianen die aan het project deelnemen werd voor de periode 2002/2003 mede gesubsidieerd door Luz di Trafico. Vanwege het integrale karakter van de hulpverlening werkt men binnen Hoogvliet samen met SoZaWe, Project Goals, SWH, Woningbouwcorporaties, SWA, Huisartsen, Stichting Jeugdzorg en onderwijsinstellingen. De doelgroep van het AMW te Hoogvliet richt zich op alle inwoners van Hoogvliet. Dit geldt ook voor de jonge moeders die in de deelgemeente wonen. In de praktijk bleek in 2002 ongeveer 50% van de jonge moeders van Antilliaanse en Surinaamse afkomst te zijn. Ook de Nederlandse culturele afkomst nam een belangrijke plaats is. Iets minder kwam uit Afrikaanse landen. De doelgroep is afgebakend tot 25 jaar. Ook worden er contraindicaties genoemd: drugsgebruik, de betrokkenheid bij ernstige criminaliteit en het niet in Hoogvliet woonachtig zijn. (Project Jonge Moeders 2002; Jonge Moeders Project, jaarverslag 2003). Projectweken Jonge Moeders: Vanaf 2002 streeft men ernaar om ieder jaar een trainingsweek voor jonge moeders te organiseren rondom bepaalde thema’s en vraagstukken die van belang zijn voor jonge moeders. Met behulp van
Pagina 23
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
vrijwilligers wordt de opvang van de kinderen gerealiseerd. Elk jaar worden jonge moeders geselecteerd voor deelname en daarbij wordt gekeken naar hun behoeften en mogelijkheden. Met name in deze weken wordt er gewerkt vanuit een empowerment visie en empowerment methodiek. Er wordt gewerkt met deskundige trainers van verschillende etnische herkomst die ook als rolmodel fungeren voor de jonge moeders om deze te laten zien, dat je wel zeker in staat bent om vanuit een problematische positie controle te kunnen krijgen op het eigen leven (Jonge Moeders Project, jaarverslag 2003). 3.1.2 Inhoud Project Jonge Moeders: De meest voorkomende problemen worden in het Jonge Moeders Project Hoogvliet 2002 genoemd, zoals huisvestingsproblemen, problemen op het gebied van financiën, problemen met instanties, problemen rondom vorming en opleiding. In 2003 wordt expliciet ook problemen rondom seksualiteit genoemd (misbruik, abortus en zwangerschap). Op het sociale vlak worden problemen genoemd rondom opvoeding en relaties met (ex)partner en familie. Tevens wordt er gesproken over de verwevenheid van de genoemde problemen (Project Jonge Moeders 2002; Jonge Moeders Project, jaarverslag 2003). Projectweken Jonge Moeders: In de trainingsweek in 2003 worden thema’s besproken als moederschap, opvoeding, seksualiteit, relaties, financiën, integratie, arbeidsparticipatie en scholing. Als doelstelling hierbij geldt dat deelnemers gemotiveerd worden om te werken aan persoonlijke groei en dat zijn zich bewust zijn van de mogelijkheden van hun leven zodat zij daaraan ook meer status kunnen ontlenen. In 2004 is er voor de trainingsweek gekozen voor het thema Macht en Onmacht in relaties. Als motivatie voor dit thema wordt aangegeven dat veel jonge moeders geweld hebben ervaren in hun eigen kindertijd en later in hun relaties. Doelen die worden genoemd bij dit intensieve trainingsprogramma zijn het bewust maken en gebruik laten maken van kwaliteiten, kansen en keuzemogelijkheden, versterken van identiteit en zelfbeeld, bewust maken van eigen kracht, stimuleren van sociale integratie, bevorderen van de zelfredzaamheid en het verkorten van de afstand naar scholing en arbeid. Ook worden er specifieke Pagina 24
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
doelstellingen genoemd die specifiek horen bij dit thema, zoals kennis over betekenis van macht en onmacht, hoe de deelnemer inzicht verwerft in de manier waarop zij in een dergelijke situatie reageert, zodat er inzicht ontstaat in de manieren waarop geweld in relaties tot uiting komen, de relatie tussen denken voelen en handelen, het kennen en toepassen van zelfverdedigingstechnieken (Trainingsweek 2004). In 2005 wordt het thema respect, verantwoordelijkheid en grenzen in relaties gekozen. Tevens worden voor het eerst in dat jaar jonge vaders bij de trainingsweek betrokken. Ook hierbij zijn weer allerlei doelen gesteld, zoals kennis over en betekenis van het begrip respect, inzicht in wat de deelnemers ervaren als respectvol of respectloos. Hetzelfde geldt voor verantwoordelijkheid met betrekking tot de verantwoordelijkheid in relaties (Trainingsweek 2005) 3.1.3 Methodiek Project Jonge Moeders: De jonge moeders kunnen zich aanmelden in het open spreekuur van het AMW. De meeste jonge moeders melden zich aan nadat zij verwezen zijn door een andere instantie, of worden gewezen op het bestaan van het project door familieleden, vrienden of door onderlinge contacten met elkaar. Behalve de bovengenoemde instanties gaat het om Nidos, CWI, LZN, Riagg, kredietbank, reclassering, bureau Rechtshulp en de politie. De meeste moeders die in 2002 werden aangemeld kwamen op eigen initiatief of werden verwezen via de woningbouwcorporaties. Het multi-problem karakter van de doelgroep leidde tot een roep van intensieve begeleiding van deze doelgroep. Als criteria van het hulpaanbod worden genoemd: de vraaggericht- en vindplaatsgerichtheid, de laagdrempeligheid, het outreachende karakter, alsmede integraliteit en het maatwerk bij de hulpverlening aan jonge moeders (Project Jonge Moeders 2002; Jonge Moeders Project, jaarverslag 2003). In het Jaarverslag van 2003 wordt gesteld dat het aantal problematieken groter is dan het aantal cliënten. Het traject wordt afgesloten als cliënten verhuizen of wanneer zij naar speciale opvanghuizen gaan. Tevens wanneer aan de hulpvraag voldoende is voldaan en zij weer op eigen kracht verder kunnen. De begeleiding kan jaren lang duren. In 2002 is slechts een jonge moeder afgehaakt
Pagina 25
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
omdat zij zich niet aan afspraken hield. Na aanmelding krijgt een jonge moeder een maatschappelijk werker toegewezen met als doel om via een uitgebreide intake de specifieke situatie in beeld te brengen. Er wordt samen met de jonge moeder een begeleidingsplan opgesteld waarin korte termijndoelen en lange termijndoelen worden aangepakt. Korte termijndoelen richten zich voornamelijk op materiële hulpvragen zoals het oplossen van de financiële problemen en huisvesting. In het kader van huisvesting worden ook de jonge moeders begeleid voor een goede bewoning van de toegewezen woning. Lange termijndoelen zijn meestal gericht op het verkorten van de afstand tussen scholing en/of werk. Expliciet wordt het belang van de ontwikkeling van een vertrouwensrelatie gemeld. In het jaarverslag over 2003 wordt naast het verkorten van afstand naar opleiding en werk, het vergroten van de zelfredzaamheid en het bevorderen van de sociale integratie genoemd. Zichtbaar wordt dat gedurende de begeleiding andere hulpvragen naar voren komen. In het jaarverslag Jonge Moedersproject 2004 worden ook bewustmaking van kwaliteiten, kansen en keuzemogelijkheden genoemd. Tevens worden onderwerpen genoemd, zoals het versterken van het zelfbeeld en het bevorderen van de zelfredzaamheid en weerbaarheid en het doorbreken van het sociale isolement. Tijdens de begeleiding komt aan de orde seksualiteit, zwangerschapspreventie en voorkoming van geslachtsziekten. Tevens wordt opvoeding ter sprake gebracht. Ook worden jonge moeders gestimuleerd om gebruik van andere voorzieningen die zich met opvoeding bezighouden. Deze onderwerpen worden zowel individueel als in groepsverband besproken. Tevens wordt aandacht besteed aan scholing en werkgelegenheid. Er wordt gezegd dat jonge moeders juist sterk gemotiveerd zijn voor scholing en studie. Eerst wordt gewerkt aan een stabiele thuissituatie. In een groepsgerichte aanpak wordt aandacht besteed aan opvoedingsondersteuning, budgetteren, sociale en communicatieve vaardigheden, ouderparticipatie, omgaan met instanties, assertiviteit en weerbaarheid en seksualiteit en seksuele gezondheid. Tevens zijn bijvoorbeeld in 2002 speciale activiteiten ontplooid zoals een cursus sociale vaardigheden en kwaliteiten, vrouwendag-projecten, werkbezoeken aan Curaçao, een cursus bewustwording en keuzemogelijkheden en weerbaarheid in relaties. In 2003 nam men deel aan een videoproductie over het belang van seksuele gezondheid om het onderwerp in bredere kringen van Pagina 26
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Antilliaanse jongeren bespreekbaar te maken. Bij het Jonge Moeders Project is sprake van een op de toekomst gerichte traject begeleiding. Hoewel het pas vanaf 2004 wordt genoemd, maakt men gebruik van seksespecifieke hulpverleningstechnieken die gericht zijn op een zelfstandig functioneren in de toekomst (empowerment). Tevens wordt hierbij gewezen op het de belangrijke rol die de ervaringsdeskundigheid speelt in de hulpverlening aan jonge moeders. Expliciet wordt vermeld dat er wordt gewerkt vanuit de beleving van de vrouwen zelf, met behulp van het gebruik van individuele overlevingsstrategieën en krachtbronnen leren vrouwen van elkaar via de uitwisseling van de ervaringen met elkaar (Jaarverslag Jonge Moeders Project 2004). Projectweken Jonge Moeders: In de projectweken, ook wel intensieve trainingsweken genoemd, worden inleidingen en workshops gegeven, er worden presentaties gehouden, men werkt met verwerkingsopdrachten in subgroepen, bijvoorbeeld over geweld, individuele opdrachten en rollenspelen met acteurs. Deze verschillende werkvormen hebben als doel om de deelnemers zich bewust te laten worden hoe macht en onmacht, hoe geweld en ander onwenselijk gedrag invloed hebben op zichzelf en wat het verband hiertussen is. Met name worden als eye-openers genoemd het schema van de geweldsspiraal, het opkomen voor jezelf, het belang van het niet escaleren;het aandeel van jezelf bij het beïnvloeden van de situatie (het begint bij jezelf en zelf ben je ook de oplossing), de bewustwording van de situatie, het belang van het positief denken over jezelf, het belang van het stellen van heldere doelen, het belang van zelfbeheersing, lichaamstaal en het niet provoceren (Trainingsweek 2004). Wat voor de trainingsweek in 2004 geldt, geldt voor wat betreft werkwijze en de verschillende werkvormen voor 2005 (Trainingsweek 2005). Tevens wordt in deze week wat meer rollenspelen gedaan waarbij iedere deelnemer aan beurt komt. Tevens wordt in het kader van empowerment het kwaliteitenspel gedaan voor het vergroten van het zelfvertrouwen en eigenwaarde.
Pagina 27
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
3.1.4 Kwaliteit van de uitvoering Project Jonge Moeders: Het feit dat de uitval gering is en de begeleiding langdurig kan zijn, kan erop duiden dat de betrokkenheid tussen hulpverleners en cliënten groot is. Tevens wordt zichtbaar dat men in de loop van het project de doelen worden uitgebreid of nader worden gespecificeerd. Ook is zichtbaar dat de analyse van de algemene problemen waarmee de doelgroep te kampen heeft helderder wordt geformuleerd (Jaarverslag Jonge Moeders Project 2004). In het hetzelfde verslag wordt ook gesproken over het belang van ervaringsdeskundigheid als instrument in de hulpverlening aan jonge vrouwen. Projectweken Jonge Moeders: Tijdens de evaluaties van de weken wordt gesproken over de leerzaamheid, de openheid van de deelnemers, het begrip en de herkenning van de problemen die thematisch werden aangeboden tijdens de weken. Uit de evaluaties wordt duidelijk dat de deelnemers zelf aangeven wat zij hebben geleerd. Met name bewustwording en inzicht in het eigen gedrag spelen een belangrijke rol. Zowel voor het project Jonge Moeders in het algemeen als voor de projectweken in het bijzonder, geldt dat er in de loop van de jaren explicieter aandacht wordt besteed aan empowerment en aan emancipatorische elementen, zoals het kennen van de eigen grenzen binnen de in de trainingsweken gestelde thema’s, het verband tussen denken, voelen en handelen en met name dat er aandacht wordt besteed en wordt uitgegaan van de eigen kracht van de jonge moeders. 3.1.5 Effect Project Jonge Moeders: Telkens wordt aangegeven wat het uitvalpercentage is en voor welke personen de begeleiding wordt afgesloten en waarom. Het uitvalpercentage is erg klein. Het feit dat veel jonge moeders langdurig in begeleiding blijven, geeft aan dat het project in een belangrijke behoefte voorziet. Projectweken Jonge Moeders: Uit de evaluaties zoals vermeld in de verschillende verslagen blijkt dat de doelgroep in het algemeen tevreden is over het programma. Met name wordt dan gewezen op de aandacht voor het informele karakter Pagina 28
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
(de gezelligheid onderling). Daarnaast is men kritisch over het programma en hebben de deelnemers de indruk dat zij serieus genomen worden door de professionals. Je ziet ook dat in de loop van de projectweken de kritiek wordt meegenomen en dat bij de samenstelling van het programma hiermee rekening wordt gehouden. De vraag blijft toch open of de grote doelstellingen van empowerment worden behaald. Natuurlijk is wel een trainingsweek slechts een onderdeel van het Jonge Moeders Project. 3.2 Evaluatieresultaten uit de interviews In totaal hebben de studenten van Hogeschool InHolland 6 jonge moeders geïnterviewd die aan de Projectweken Jonge Moeders hebben deelgenomen. Hierbij ging het respectievelijk 1 uit 2004, 1 uit 2005 en 4 uit 2007. Bovendien was een deelnemer meerdere jaren meegegaan. Uiteindelijk was de respons vanuit de jonge moeders om deel te nemen aan het onderzoek kleiner dan was verwacht door de onderzoekers. De bestuurlijke opdrachtgevers, de ontwerper en tevens projectleider, ambtelijk verantwoordelijken zijn eveneens geïnterviewd. (zie hoofdstuk 5 pagina 39 voor de betreffende namen). 3.2.1 Algemeen: Programmaomgeving en achtergrond van de projectweek JM Het CVD Maatschappelijk Werk Hoogvliet wilde meer bereiken met de jonge moeders die bij het Maatschappelijk Werk (MW) aanklopten. Vanuit de vragen en problemen waarmee deze jonge moeders te maken hebben, ontstond de wens om naast het reguliere hulpaanbod ook intensief op empowerment in te zetten. Daartoe werden de Projectweken ontwikkeld en vanaf 2004 uitgevoerd. 3.2.2 Competentie: Inhoud De visie van het Maatschappelijk werk die de basis vormt voor de trainingsweken luidt: ‘als jij de slavernij en de kolonisatie hebt overleeft, en je durft de oceaan over te steken om het beter te krijgen, dan heb jij die oerkracht ook in je’. ‘Die geïnternaliseerde oerkrachten die boren we aan’, aldus de projectleider en ontwerper van de trainingsweken. Gedurende een week worden jonge moeders en hun kinderen bij elkaar
Pagina 29
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
gebracht in een prettige omgeving en vakantiehuisjes, om een intensief programma te doorlopen gegeven door diverse trainers. ‘Jonge moeders zijn creatief, zij hebben zeker talenten. In de week gaan we opzoek naar hun eigen kwaliteiten en talenten. Je hebt daar een week en die verschillende sessies voor nodig om daar bij te komen. Zodat zij het vandaar af aan verder zelf kunnen doen. Als dat lukt is het Maatschappelijk Werk overbodig geworden’, aldus de projectleider. Vooraf hadden de geïnterviewde deelnemers zich nauwelijks expliciete doelen gesteld, behalve contact leggen en informatie over opvoeden verkrijgen. Derhalve werd dit ook niet vooraf besproken met de begeleiding. Bovendien: ’Van te voren wist ik niet wat me te wachten stond, achteraf vind ik dit wel jammer. Ik had mezelf anders van te voren beter een doel kunnen stellen, van dit had ik willen bereiken.’ Deze respondent ging haar SPW opleiding afmaken. Een andere respondent noemde het kiezen van een voor haar geschikte HBOopleiding. Tijdens de week kwamen de doelen wel aan bod: ’Tijdens de cursus werden de doelen besproken. Empowerment. Veel moeders denken als ze moeder zijn dat dit het eindstation is. Met andere woorden proberen ze de moeders te stimuleren. Je kunt gewoon verdergaan. Ze proberen je te coachen om niet stilt te zitten. Wat wil je bereiken? Welk doel heb je? En wat doe je eraan om dit doel te bereiken? Veel moeders hebben een minderwaardigheidcomplex. En hier wordt ook aan gewerkt. Wat is er vroeger gebeurd? Er wordt aan je competenties gewerkt. Door middel van gesprekken en oefeningen. Voor mezelf wilde ik ook een aantal dingen werken. Zoals het bewust worden van mijn positieve punten. Ik was heel zwak in sollicitatiegesprekken. Op het moment dat het erop aankwam dat ik mezelf moest verkopen dan werd ik gewoon stil.’.. 3.2.3 Competentie: Methodiek De methodische basis ligt in een zestal voorwaarden voor een trainingsweek: Pagina 30
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Zorg voor een externe locatie, weg van de dagelijkse beslommeringen van de jonge moeders. Zorg voor kinderopvang. Die is echt nodig; Als dat niet goed geregeld is kunnen de jonge moeders niet deelnemen. Zij moeten hun kinderen kunnen meenemen, en weten dat er opvang is. Zorg voor trainers die rolmodel uit de eigen groep kunnen zijn. Zij helpen de deelnemers om over hun eigen grenzen heen te kijken. En vaak missen zij rolmodellen in hun dagelijkse omgeving. Van belang is om een goed toekomstperspectief te laten zien, daarvoor is het aanboren/voelen van de eigen kracht van de deelneemsters van essentieel belang. Een werkvorm die steeds gebruikt wordt, is het contact maken met ieders persoonlijke historie: bijvoorbeeld vragen als waar komt je naam vandaan? Wat betekent die en wat vind jijzelf van je naam? Maar ook verschillen tussen opvoeden vroeger en nu en wat wil je van vroeger behouden en doorgeven aan je eigen kind? Waar kom je vandaan? En waar wil je naar toe? 3.2.4 Competentie: Kwaliteit van de uitvoering In de Projectweek wordt met (externe) trainers per onderdeel gewerkt; Soms werd met acteurs of bijvoorbeeld een dramatherapeute gewerkt. Het Maatschappelijk werk zoekt steeds naar inleiders en trainers die bij passen de groep en de vraag van de groepsleden. Het gaat dan om positieve rolmodellen: trainers met dezelfde etnische achtergrond als de jonge moeders, die deelnemen. Het vinden van die trainers is in de loop der jaren gemakkelijker geworden. Alleen in het begin werd met witte trainsters gewerkt. De kosten voor een week (maandag t/m vrijdag) inclusief vervoer en verblijf bedragen € 40.000,Dat komt omdat er ook voor verblijf van de vrijwilligsters die de kinderopvang voor hun rekening nemen, moet worden gezorgd. De projectweek werd gesubsidieerd door de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid, afdeling OMA van de gemeente Rotterdam en de deelgemeente Hoogvliet, de eerste jaren met middelen uit Luz di Trafico. Vanwege deze hoge kosten wordt de laatste jaren niet met trainingsweken, maar een trainingsweekend aangeboden. Voor een
Pagina 31
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
weekend op een goedkope locatie ontvangt het maatschappelijk werk een subsidie van de deelgemeente van € 4000,-, wat met behulp van middelen uit fondsen wordt aangevuld, om een weekend te kunnen bekostigen. De deelgemeente subsidieert nu het netwerk rond jonge moeders, maar niet meer de weken of weekenden. 3.2.5 Competentie: Effect De methodische basis ligt in de genoemde zes voorwaarden voor een trainingsweek. De monitoring en rapportage over de voortgang vindt als volgt plaats: Het maatschappelijk werk verantwoordt de weken met de jaarlijkse subsidieverantwoording naar de deelgemeente en Sociale Zaken van de gemeente Rotterdam. De jonge moeders maken aan het eind van de projectweek kaartjes: waarop ze schrijven wat ze gaan doen en welke acties ze gaan ondernemen. Na een maand organiseert het Maatschappelijk werk een terugkommiddag en dan wordt besproken wat zij van hun acties ondernomen hebben. Vaak blijft een deelnemer bij het reguliere Maatschappelijk Werk betrokken en wordt in de reguliere gesprekken aan de voortgang gewerkt. Volgens de projectleider heeft de week geholpen om de jonge moeders zelfstandiger te maken, ze worden sterker en geactiveerd om hun leven (weer) op te pakken. ‘Die empowerment in zo’n week los van thuis en de dagelijkse zorgen, dat werkt echt’. De geïnterviewden zijn in het algemeen positief over de deelname aan de projectweken. Zij zeggen dat het leerzaam was. Genoemd wordt het belang van de bewustwording van kwaliteiten, maar ook over pedagogische achtergronden van hoe er met kinderen moet worden omgegaan, zoals het moment van belonen en bestraffen. Ook wordt in het algemeen ouderschap genoemd. Een jonge moeder was
Pagina 32
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
geschrokken van het feit dat zij in vergelijking zo kritisch was over haar opvoedend handelen. Zoals hierboven al eerder bleek misten de geïnterviewde deelnemers in het jaar 2007 de rust en de tijd om de ervaringen te laten bezinken en om uit de groep aangedragen onderwerpen verder uit te diepen. Zij hadden de indruk dat er een programma doorheen werd gejaagd – maar in dat jaar was het geen projectweek maar een weekend. Ondanks de vermelde kritiek hebben de deelnemers wel bereikt wat ze hadden willen bereiken. Men is in contact gekomen met andere moeders, men heeft ervaringen uitgewisseld, zowel over relaties, over de dagelijkse problemen waar men mee te kampen heeft; men heeft kennis gekregen over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Ook de tips hierbij worden als waardevol beschouwd. Een deelnemer, die meerdere jaren heeft deelgenomen, noemt het belang van het feit dat er een studie is gekozen die past bij haar en vervolgens na een volgende zwangerschap weer is opgepakt. Op de vraag wat er in het leven veranderd is en waaraan de deelname aan de projectweken heeft bijgedragen wordt de bewustwording van de individuele kwaliteiten genoemd. Een voorbeeld: ‘Het bewust worden van mijn kwaliteiten was tijdens de cursus echt een leerpunt. Ik ben mij veel bewuster van wat ik wel heb en waaraan ik moet werken. Ik ontdekte toen dat ik heel sociaal ben. En dat ik heel zelfstandig ben. Dit zijn kleine dingetjes waar je meestal niet bij stilstaat. Bijvoorbeeld dat je een goede moeder bent. En een doorzetter en doelgericht aan het werk ben. Tja, wat kan ik nog meer zeggen. Ik ben heel erg ambitieus. Dit kwam bij mij heel erg naar voren. Vooral in vergelijking met de anderen. Ik wil voor mezelf echt iets bereiken. Ik vind het leuk om mezelf te ontwikkelen. Daarnaast wil ik niet onafhankelijk zijn. Ik heb ook ontdekt dat het onafhankelijk willen zijn ook een valkuil kan zijn. Hierdoor kun je dingen niet pikken. Bij je zelf denken dat je geen hulp nodig hebt van anderen’ De jonge moeders die zijn geïnterviewd geven aan dat zij lotgenoten aanraden om mee te doen aan het project. Wel wordt af en toe aangegeven dat de inhoud van te voren helder moet zijn, zodat men
Pagina 33
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
van te voren kan nadenken over de doelen.. Tevens pleit men voor meer rustmomenten en vindt men in principe een weekend te kort voor een overvol programma. In het algemeen zijn de deelnemende jonge moeders tevreden over de deelname. Zij vonden het zwaar, soms indringend, maar zijn tegelijkertijd veel aan de weet gekomen over hun, soms onvermoede, kwaliteiten. De projectweken hebben bijgedragen aan het zelfvertrouwen van de jonge moeders en zijn volgens zichzelf assertiever geworden. Zij zien het belang om voor zichzelf op te komen gaan in en kunnen dat ook veel beter. Zij voelen zich hierdoor ook beter begrepen door hun omgeving. Voorts hebben andere deelnemers hun contacten opgedaan en hebben ook een helderder beeld gekregen van de behoeften van hun kinderen en daarmee beter zicht gekregen op hun opvoedend handelen. 3.3 Toepasbaarheid elders De projectleider geeft aan dat Hoogvliet met dit project het eerste was, en zij weet dat Steady (nu een onderdeel van Vrouwen Opvang Rotterdam) in 2007 ook een week heeft georganiseerd. De deelgemeente is van mening dat ‘Jonge moeders’ een fenomeen van alle tijden en alle klassen is. Vanuit het deelgemeentelijke beleid wordt gestreefd om de zelfstandigheid steeds meer bij de Jonge Moeders zelf terug te leggen. Daarnaast is om hen heen een goede verwijsmachine ontstaan. Het stedelijke Jongeren Loket speelt daar een belangrijke rol in. De jonge moeders hebben steeds meer zelf de weg gevonden naar de juiste loketten. Met minder geld is het beleid voor de Jonge Moeders doelgerichter geworden, volgens de opdrachtgevers van uit de deelgemeente.
Pagina 34
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
4
Seinpost Adviesbureau BV
Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies De criteria vanuit CtC, zoals geformuleerd door het NJI voor veelbelovende en effectieve preventieprogramma’s ,luiden als volgt: o de interventie is programmatisch van opzet o het programma is gericht op de preventie van probleemgedrag o het programma is wijkgericht in te zetten o het programma is goed gedocumenteerd o het programma is theoretisch onderbouwd o de doelgroep is omschreven o het programma richt zich op reductie van risicofactoren o de methodiek is goed omschreven, en daarmee is het programma repliceerbaar. Programma’s worden volgens de criteria van de Gids Veelbelovend en Effectief omschreven als ‘veelbelovend’, als zij voldoen aan vier vereisten: omschrijving doelgroep, doelstelling, methodiek & repliceerbaarheid, en onderbouwing. Wanneer wij de twee hier onderzochte projecten beoordelen aan de hand van die vereisten, dan ziet dat oordeel op basis van de deskresearch en de interviewronde er samenvattend als volgt uit: Criterium
Briljantjes
Projectweek Jonge Moeders
Doelgroep omschreven
Ja
Ja
Doelstelling omschreven
Ja
Ten dele
Ja, maar kan verbeterd worden
Nee, alleen als training
Enigszins, maar kan worden verdiept
Nee
Methodiek en repliceerbaarheid Onderbouwing: theorie
Pagina 35
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
De projecten kunnen ook worden beoordeeld volgens de vijf gebieden die wij in ons onderzoek hebben gehanteerd (op basis van de Programmaspiegel). In schema: Gebied
Briljantjes
Projectweek Jonge Moeders
Programmaomgeving
Positief
Er is concurrerend aanbod
Inhoud: theoretische onderbouwing
Enigszins, kan worden verdiept
Nee
Methodiek
Ja, maar kan verbeterd worden
Nee, alleen als training
Afhankelijk van de begeleiders
Afhankelijk van de trainers
Redelijk aantoonbaar
Afhankelijk van verdere ondersteuning
Kwaliteit van de uitvoering Effect
De vier CtC criteria en de vijf gebieden overlappen duidelijk op twee punten, de overige punten vullen elkaar aan zodat een meer integrale beoordeling mogelijk wordt. De bevindingen van de deskresearch en de interviewronde liggen in elkaars verlengde en versterken elkaar goeddeels. Daarnaast boden de interviews nadere verdieping en gaven zij een zekere kleuring aan het beeld van de processen en effecten van de twee onderzochte projecten. Hoewel het aantal bevraagde deelnemers niet zo groot is als was voorzien (en daardoor de bevindingen vanuit die bronnen alleen als verkennend kunnen worden aangemerkt), zijn wel alle relevante opdrachtgevers, ontwerpers en uitvoerders geïnterviewd. Met de nodige voorzichtigheid ten aanzien van de oordelen van de deelnemers kunnen wij toch een aantal afsluitende conclusies formuleren over beide onderzochte projecten.
Pagina 36
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Wat betreft Briljantjes is aannemelijk, dat het een perspectiefrijk programma is. Een programma ook, dat het in zich heeft om aan de CtC/databank vereisten van ‘veelbelovend’ te gaan voldoen en dat ook in een Rotterdamse Gids voor Veelbelovende Projecten kan komen. Alle geïnterviewden hebben er overwegend positieve oordelen over en de deskresearch laat zien dat het een redelijk ontwikkeld project is. De kosten/baten verhouding is positief. Wat betreft de Projectweek Jonge Moeders, is niet aannemelijk dat die week een perspectiefrijk programma is. De week staat ook ver af van de CtC/databank vereisten voor ‘veelbelovend’. Het gaat veeleer om een training, die bovendien onderdeel is van een groter ondersteuningstraject (het geen zelfstandige beoordeling overigens bemoeilijkt). Vanzelfsprekend kan een training voor deelnemers een positieve ervaring zijn en kunnen trainers en andere professionals er een positief oordeel over hebben. Voor een deel hebben de geïnterviewden dat ook. Maar zowel hun kritiek als de deskresearch laten zien, dat het project erg open is en (nog) weinig methodisch en onderbouwd is. De kosten/baten verhouding is twijfelachtig. 4.2 Aanbevelingen Op basis van de beoordelingen uit de conclusies en in aansluiting op de bevindingen uit de deskresearch en de interviews kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan om de twee onderzochte projecten verder te ontwikkelen. Briljantjes: o Omschrijven methodiek en zorgen voor meer repliceerbaarheid. o Beter volgen van resultaten en van effect op langere termijn bij de deelnemers. o Verder uitwerken van de theoretische onderbouwing. o Het rolmodel zijn van de deelnemers projectmatiger organiseren en meer uitwerken. o Opname in een Rotterdamse Gids voor Perspectiefrijke Projecten in het kader van CtC en zo mogelijk bijdragen aan de overdraagbaarheid naar andere deelgemeenten.
Pagina 37
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
Projectweek Jonge Moeders o Nagaan of de beoogde doelstellingen met een sterk verbeterde versie van de training in combinatie met de langduriger ondersteuning wenselijk is (ook in termen van de noodzakelijke investeringen en de verwachte opbrengst), of dat er geschikte alternatieven zijn (zoals het stedelijk trainingsaanbod voor jonge moeders in het kader van arbeidstoeleiding zoals de laatste jaren plaats vindt). o Bij voortzetting beter gestructureerd en methodischer te werk gaan.
Pagina 38
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
5
Seinpost Adviesbureau BV
Bronnen en literatuur 5.1 Geïnterviewden * Briljantjes Opdrachtgevers: Kees van Pelt, Voorzitter Dagelijks Bestuur Deelgemeente Hoogvliet Erik Gereats, afdelingshoofd deelgemeente Hoogvliet Larissa Huisman, senior beleidsmedewerker deelgemeente Hoogvliet; Erik Gereats, afdelingshoofd deelgemeente Hoogvliet Ontwerper: Ronald Bijnaar, beleidsadviseur en projectleider 2004 en 2005 Uitvoerder: Willeke Jongen, begeleider Briljantjes 2007, Ronald Bijnaar, beleidsadviseur en projectleider 2004 en 2005 Jongeren (8) * Projectweek Jonge Moeders Opdrachtgevers: Kees van Pelt, Voorzitter Dagelijks Bestuur Deelgemeente Hoogvliet; Erik Gereats, afdelingshoofd deelgemeente Hoogvliet; Larissa Huisman, senior beleidsmedewerker deelgemeente Hoogvliet; Saskia Mak, beleidsmedewerker deelgemeente Hoogvliet; Ronald Bijnaar, beleidsadviseur Ontwerper en uitvoerder: Sylfriede Inderson, projectleider Projectweek Jonge moeders, CVD Maatschappelijke werk Hoogvliet Jonge moeders (6)
Pagina 39
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
Seinpost Adviesbureau BV
5.2 Literatuur Algemeen • DO & CtC. Verkenning van de verbinding tussen Duurzame Ontwikkeling en Communities that Care. Arnhem: Seinpost Adviesbureau BV, december 2005 • DSP-groep, Evaluatierapport CtC pilots, 2004 • Ince, Beumer, Jonkman en Vergeer, CtC projecten, 2004 • Jeugd in de Wijk. Rapport van de Adviescommissie Communities that Care en 0 &O op Wijkniveau. z.p.: Zunderop Beleidsadvies & Management 19 april 2002) • Preventieplan deelgemeente Hoogvliet 2007 – 2010 (13 september 2006) • Verwey Jonker Instituut, Opgroeien in Veilige Wijken. Communities that Care alsa instrument voor lokaal preventief jeugdbeleid, 2007 • Werken met Communities that Care. CtC-handboek, tweede geactualiseerde editie. Utrecht: NIZW Jeugd 2005) Briljantjes • Briljant in Hoogvliet. Antilliaanse jongeren bijvoorbeeld. Rotterdam: deelgemeente Hoogvliet (2006) • Briljantjes Hoogvliet 2007 (10 maart 2008) • Projectplan Briljantjes, (18 november 2003) • Projectplan Briljantjes 2005 en 2006 (30 maart 2006) • Projectplan Briljantjes 2007 (6 juni 2007) • Verantwoording Briljantjes 2005 en 2006, deelgemeente Hoogvliet (4 juli 2007) Projectweek Jonge Moeders • Jaarverslag Jonge Moeders Project Hoogvliet 2004 • Jonge Moeders Project Hoogvliet 2002 • Jonge Moeders Project Hoogvliet Jaarverslag 2003 • Trainingsweek Jonge Moeders 2003 • Trainingsweek Jonge Moeders 2004 • Trainingsweek 17 oktober t/ 21 oktober voor Jonge Moeders 2005 • Trainingsweek of –weekend deelnemers JMP
Pagina 40
Evaluatie van twee projecten in Hoogvliet
6
Bijlage
Seinpost Adviesbureau BV
Artikel over Briljantjes
Pagina 41